Polynomen. De algemene vorm van een polynoom is: f(x) = a 0. + a 1. 0, n N. x +... + a n 1. x n 1 + a n. x n. met a n



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Zo n grafiek noem je een dalparabool.

Blok 1 - Vaardigheden

Standaardfuncties. x c

9e editie. Moderne wiskunde. Uitwerkingen Op stap naar 4 havo. Dick Bos

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 9 - Rekenen met functies

Hoofdstuk 3 - Differentiëren

Hoofdstuk 2 - De kettingregel

Hoofdstuk 2 - Periodieke bewegingen

H1 Haakjes wegwerken, ontbinden in factoren

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 6 - Werken met algebra

Keuzemenu - Wiskunde en economie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

d x = (3,9) ; (- 2 5 a

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies

Machten, exponenten en logaritmen

Algemene informatie. Inhoudelijke informatie

x 3x x 7x x 2x x 5x x 4x G&R havo B deel 1 3 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/12 TOETS VOORKENNIS

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 12B - Breuken en functies

1. Orthogonale Hyperbolen

Wiskunde voor bachelor en master. Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht. Uitwerkingen hoofdstuk 9

Hoofdstuk 11B - Rekenen met formules

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties

Noordhoff Uitgevers bv

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 2 januari 2014

Noordhoff Uitgevers bv

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

Hoofdstuk 8 - Periodieke functies

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens 2 E ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2007

12 a Het maakt van x het getal x 3, dat is x x x. b y = x 3 c KWADRAAT. 13 a MIN 2 b PLUS 2 c DEEL DOOR 2 d MAAL -2

Hoofdstuk 2 - Transformaties

Noordhoff Uitgevers bv

Vaardigheden. bladzijde 52. deel van 240 = 96 en 3 deel = 144. deel = ( 11 : 25 ) 2110 = 928, 40 euro en. deel = ( 14 : 25 ) 2110 = 1181,60 euro

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

Hoofdstuk 6 - Differentiëren

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde.

Noordhoff Uitgevers bv

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

vergelijkingen 6.1 Systematisch onderzoek Inhoud P Q x Q Grafieken van functies en vergelijkingen Grafieken van functies 6-2 en vergelijkingen

( ) Hoofdstuk 4 Verloop van functies. 4.1 De grafiek van ( ) Spiegelen t.o.v. de x-as, y-as en de oorsprong

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 4 De afgeleide

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv

Basisvormen (algebraische denkeenheden) van algebraische expressies/functies

7.1 Ongelijkheden [1]

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Deel 2. Basiskennis wiskunde

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

Hoofdstuk 4 De afgeleide

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken Gelijksoortige termen samennemen Rekenen met machten Rekenen met wortels 4

Noordhoff Uitgevers bv

Th.M. van Pelt R.B.J. Pijlgroms J.L. Walter. Wiskunde. voor het hoger onderwijs. Deel. Uitwerkingen. Vierde druk

3.2 Basiskennis De getallenlijn Symbolen, tekens en getallen. 92 Algebra. Inhoofdstuk1zijnaandeordegeweest: Het=teken. =staat.

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 25

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

Noordhoff Uitgevers bv

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

VIDEO 4 4. MODULUSVERGELIJKINGEN

x 2x x 4x x 1x x 8x x x 12 = 0 G&R vwo B deel 1 1 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/25

Blok 5 - Keuzemenu. Verdieping - Veeltermen. genoemd zijn. met de functie van Brend: f(0) = = 288. niet gelijk aan 72.

Noordhoff Uitgevers bv

Exacte waarden bij sinus en cosinus

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

Noordhoff Uitgevers bv

Blok 3 - Vaardigheden

Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Hoofdstuk 6 Matrices toepassen

Blok 1 - Vaardigheden

i = 0, 1136 Zodra je één van die zeven getallen weer als rest krijgt, herhaalt zich dat.

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013

Hoofdstuk 7 - Periodieke functies

Noordhoff Uitgevers bv

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 30 juni 2014: algemene feedback

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Hoofdstuk 6 - Cirkeleigenschappen

1. Lineaire functies.

Hoofdstuk 1: Tweedegraadsfuncties

5. Vergelijkingen Vergelijkingen met één variabele Oplossen van een lineaire vergelijking

Extra oefening bij hoofdstuk 1

Transcriptie:

Polnomen Polnomen Funties als 4 en + 1 zijn vooreelden van een grote klasse van veelvoorkomende funties: de polnomen of veeltermfunties. Wij zullen steeds de term polnomen geruiken. Een van de redenen voor het feit dat ze veel voorkomen, is dat ij het erekenen van een funtiewaarde alleen de elementaire rekenkundige ewerkingen optreden: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen (mahtsverheffen als herhaald vermenigvuldigen) en we geen geruik maken van delen. Polnoom De algemene vorm van een polnoom is: f() = a 0 + a 1 +... + a n 1 n 1 + a n n met a n 0, n N Graad Coëffiiënt Identieke funtie Constante funtie De eponent n van de hoogste maht van heet de graad van de polnoom; de getallen a 0, a 1,..., a n heten de oëffiiënten. De lineaire en kwadratishe funties (zoals 4, + 1) zijn polnomen van graad n met respetievelijk n = 1 en n =. De eenvoudigste polnoom van de eerste graad,, heet de identieke funtie. Constante funties, ( 0), heen graad 0. Constante funtie Parameter Grafiek In de volgende deelparagrafen zetten we de elangrijkste eigenshappen van onstante, lineaire en kwadratishe funties ij elkaar. 1 Constante funties Bij deze funtie is de uitvoer, ongeaht de invoer. De grafiek is een horizontale lijn, die de -as snijdt in. De onstante funties vormen tezamen een verzameling funties: voor elke is er preies één zo n funtie. Men noemt in dit verand de parameter van die verzameling. De keuze van de parameter epaalt welke funtie men uit de verzameling eshouwt. FIGUUR 1 De funtie Lineaire of eerstegraadsfuntie Lineaire funties a + met a 0 Hier is een klasse van funties gedefinieerd, één voor elke a, R. Deze a en zijn weer parameters. 1

Polnomen Identieke funtie Voor a = 1 en = 0 krijgen we de funtie. Deze funtie heet de identieke funtie. In het algemeen is de grafiek een rehte lijn met rihtingsoëffiiënt a, die de -as in snijdt en de -as in /a. De rihtingsoëffiiënt is de verhouding tussen een vertiale en een horizontale verandering: a = /. Deze verhouding is dus onstant. Voor a > 0 is een lineaire funtie monotoon stijgend op R; voor a < 0 is een lineaire funtie monotoon dalend op R. Grafiek /a Kwadratishe of tweedegraadsfuntie Paraool Disriminant a-formule FIGUUR De funtie a + met a 0 Kwadratishe funties a + + met a 0 Hier is weer een klasse van funties gedefinieerd: één funtie voor elke waarde van de parameters a, en. De grafiek is een paraool, voor a > 0 een dalparaool, voor a < 0 een ergparaool. De paraool is een smmetrishe figuur, waarvan de smmetrieas ligt ij = /. De grafiek snijdt de -as ij. Er zijn alleen snijpunten met de -as in het geval 0. De uitdrukking heet de disriminant. De snijpunten worden gevonden door de vergelijking a + + = 0 op te lossen. Als 0, dan zijn volgens de a-formule de oplossingen + = en = Als > 0, dan zijn er twee vershillende snijpunten met de -as. Als = 0, dan zijn er twee samenvallende snijpunten. Als < 0, dan is er geen snijpunt. Grafiek a > 0 a < 0 FIGUUR De funtie a + + met a 0

Polnomen VOORBEELD De funtie f() = + 5 heeft als grafiek een dalparaool, want de oëffiiënt voor de kwadratishe term is negatief. De smmetrieas heeft vergelijking = 5/( 6), dus = 5/6. De oplossingen van de vergelijking + 5 = 0 zijn volgens de a-formule: 5+ 5 4 ( ) ( ) = ( ) 5 5 4 ( ) ( ) = en = ( ) = 1 De snijpunten van de grafiek met de -as zijn dus de punten (, 0) en (1, 0). OPGAVE 1 Geef het funtievoorshrift van de lineaire funtie waarvan de grafiek de punten (a, ) en (, d) evat. OPGAVE Het volgende verand tussen de variaelen en is gegeven: + =1 p q Hierij zijn p en q ongelijk 0. a Hershrijf dit verand in de vorm =... Bepaal de snijpunten van de grafiek met de -as en de -as. OPGAVE Gegeven de funtie f() =. a Herleid dit funtievoorshrift tot de vorm f() = a( p) + q. De grafiek van f wordt gespiegeld in de -as. Geef het funtievoorshrift dat ij de gespiegelde grafiek hoort. OPGAVE 4 Gegeven de funtie f() = + p + 1. Voor welke waarden van p snijdt de grafiek van f de -as? OPGAVE 5 Gegeven de funtie f() = a + + met a 0. Een ander funtievoorshrift voor deze funtie is f() = a( p) + q. a Druk p en q uit in a, en. We geven de disriminant aan met D =. Veronderstel D 0. In dit geval heeft deze funtie ook het voorshrift f() = a( s)( t). Druk s en t uit in a, en.

Polnomen T E R U G K O P P E L I N G Uitwerking van de opgaven 1 De grafiek van de lineaire funtie = p + q moet de punten (a, ) en (, d) evatten. Er moet dus gelden: = pa + q d = p + q Aftrekken van eide vergelijkingen levert ( d) = p(a ), dus d p = a Invullen in de eerste vergelijking geeft a ( ) ( da ) ad q = pa = = a a Het volledige funtievoorshrift wordt dan d a ad = + a a Eerst links en rehts met pq vermenigvuldigen: q + p = pq. Dus: p = q + pq of = (q/p) + q. Snijpunten zijn (p, 0) en (0, q). a Via kwadraatafsplitsen: = + 1 1 = ( 1) 1. De smmetrieas ligt ij = 1, de top in (1, 1). Na spiegelen in de -as ligt de smmetrieas nog steeds ij = 1 en is de top in (1, 1). De gespiegelde funtie is f s () = ( 1) + 1. 4 Laat D de disriminant zijn, dan snijdt de grafiek alleen de -as als D 0. Uit D 0 volgt p 4 0, dus p of p. 5 a Uit f() = a + + volgt f a a a ( ) = + + = + a 4a = a + dus p = en q = 4a. 4a + 4

Polnomen Uit f() = 0 volgen s en t (omdat s en t de nulpunten van f() zijn). In de volgende uitwerking geruiken we de notatie voor het feit dat de oplossingsverzamelingen hetzelfde lijven (zie eventueel paragraaf 10). f( ) = 0 a + = + = ± 4a ± = We geruiken deze nulpunten om het funtievoorshrift van f te ontinden in: a a f( ) a + 4 = 4 a + D D Dus: s = en t =. 5