2 Les- en leersofopbouw 2.7 Didacische benaderingen 2.7.7 Acierende werkormen Peer Dekkers & Wim Sonneeld Inleiding Toen u he in de klas uilegde snape ik he helemaal, maar oen ik he huis zelf ging proberen luke he nie. Als een leerling di zeg, is er ies misgegaan dá is nu wa acierende didaciek probeer aan e pakken. Daarin wil je leerlingen de problemen me de leersof laen eraren juis als er hulp en onderseuning beschikbaar zijn: in de klas. Da kan alleen als de leerling zelf me de sof aan de slag gaa. 'Acierende didaciek' is een paraplubegrip waaronder alles al da hierop is gerich. He oerlap me ele andere onderdelen an di handboek, zoals de inze an demonsraies, animaies, simulaies, pracica, games, formaiee oesing en feedback, en concep mapping (zie paragraaf 2.7 en 3.4). Die worden hier dus nie of nauwelijks besproken. In principe zijn luiseren, opleen en meedoen ook werkormen. Leren gebeur alijd in he hoofd an de leerling, en erg dus alijd een bepaalde orm an aciering. In da opzich zijn dus alle werkormen acierend. Maar de erm 'acierende werkorm' moe je anders zien, namelijk als een poging de radiionele aanpak e erlaen waarin de leraar oor de klas saa en he woord oer, erwijl de klas luiser, reageer en meedenk. Er is me die onderwijsorm op zich nies mis, áls hij in oldoende mae me alernaieen word afgewisseld. Die alernaieen zijn dan de acierende werkormen. Daarbij word de leerling geach eel meer zelf he hef in handen e nemen, zo mogelijk in samenwerking me anderen, bij he erwerken an de leersof en he onwikkelen an begrip en aardigheden. Er zijn uisekende oerzichen an een groo aanal zeer uieenlopende acierende werkormen (Floksra, 26; Van der Burg, 28; Ebbens & Van Eekoen, 29; Hoogeeen & Winkels, 211; Geers & Van Kralingen, 216). Wel is he me die oerzichen als inspiraiebron soms een lasig om op gang e komen. Hoe doe je da dan bij mechanica? Of bij elekromagneisme? In deze paragraaf geen we enkele uigewerke nauurkundeoorbeelden en aandachspunen oor he klassenmanagemen bij he gebruik an acierende werkormen. Acieren en samenwerken He is een goed idee om leerlingen nie alleen e acieren, maar ze daarbij boendien e laen samenwerken: ADSL saa oor acierende didaciek en samenwerkend leren. Van der Burg (28) geef aan da effeciee ADSL oldoe aan ier oorwaarden, die hij aanduid me GIPS : Gelijk in aandeel: iedere leerling draag ongeeer eeneel bij aan he eindproduc. Indiiduele eranwoordelijkheid: iedere leerling is eranwoordelijk oor en aanspreekbaar op he eindresulaa, meelifen is geen opie. Posiiee wederzijdse afhankelijkheid: samenwerken is oordelig, wan alle bijdragen ellen mee. Simulane aciiei: zoeel mogelijk leerlingen zijn gelijkijdig en acief me de aak bezig. In de ier oorbeelden hieronder zie je hoe aan GIPS oldaan kan worden. Werken in kleine groepen is echer geen mus. Blijf, als je me acierende werkormen begin, liefs dich bij je al besaande manier an werken. Een acierende didaciek raag namelijk om een bijpassend klassenmanagemen. Maak he jezelf nie e snel e moeilijk. Slang He eerse oorbeeld is he maken an een slang, in di geal an bij elkaar behorende, - en, -grafieken bij he onderwerp kinemaica. Le bij he gebruik an de slang als acierende werkorm op de olgende aspecen: Zorg oor ariaie. Dus: nie om de andere les een slang gebruiken, wan dan is de lol er al snel af. Bereid de aanpak oor. Mogen de leerlingen op de blaadjes schrijen? Moe de redenering gegeen worden? Mogen ze oerleggen? Hoe krijg je ze weer sil
als jij he woord wil? Bereid de procedure oor. Hoe kunnen de leerlingen hulp krijgen? Hoe ga je de anwoorden conroleren? Hoeeel ijd krijgen ze? Wa moeen ze doen als ze klaar zijn? Plaas- en snelheidsgrafieken Figuur 1 geef een oorbeeld an een slang oor gebruik bij kinemaica. De opdrach is: Vind bij iedere, -grafiek de bijpassende, -grafiek. He correce anwoord saa één regel lager, links. He anwoord bij de laase opgae saa links boenaan. Maak oor ieder weeal leerlingen een kopie an he blad, knip de rijen los en schud ze. Geef elk weeal dan de olgende opdrach: Leg de blaadjes op olgorde. Acher iedere raag moe he juise anwoord olgen, o de slang gesloen is. Dus op ijd een hoek maken. Me de slang kun je leerlingen nauurlijk ook aan andere ypes opgaen laen werken: Rechs, -grafieken, ind de bijpassende a, -grafiek. Rechs de beschrijing an bewegingen in woorden, ind de bijpassende, -,, - of a, -grafiek. Rechs wee waarden oor grooheden ui de we an Ohm, ind de onbrekende grooheid. Rechs (een deel an) schakelingen, ind de erangingsweersand of erangingsgeleiding. Bij he maken an de opgaen oor zo n slang moeen alle anwoorden erschillen: de oplossing moe uniek zijn. Gebruik erder oldoende, uidagende opgaen, zoda gokken geen opie is. Figuur 1 Een kinemaica-slang. Denken-delen-uiwisselen De acierende werkorm denken-delen-uiwisselen (DDU) is een manier om de ineracie ussen leerlingen e simuleren en srucureren, in he oorbeeld hieronder oer de begrippen zwaarepun en krachmomen. Bezem in balans Denken Je bepaal he zwaarepun an een bezem door hem horizonaal op een inger e laen balanceren (demonsraie of YouTube-film): Sel da je de bezem in da pun gaa doorzagen, en da je de wee delen gaa wegen. Welk suk is he zwaars? Of zijn ze een zwaar? Indiiduele opdrach: Schrijf je oorspelling en uileg op. Maak daarbij een sches an de bezem in balans waarin je iedere krach die op de bezem werk eken als pijl. Delen Groepsopdrach oor drie- of ierallen: Vergelijk jullie anwoorden en bespreek je uileg. Probeer he eens e worden oer de ekening an de bezem in balans me de krachen daarop en oer de uileg die erbij hoor. Schrijf op oer welke raag of probleem jullie he langs hebben moeen discussiëren. Ze jullie ekening op he bord me daarin de krachen, op schaal geekend. Uiwisselen Je bespreek en ergelijk de ekeningen op he bord klassikaal, raag de groepen om uileg en erheldering. Als de ekening hezelfde is, is de uileg da dan ook? Nog nie aangeen welke ekeningen goed zijn. Leg wel nadruk op de begrippen zwaarekrach, zwaarepun, draaipun en krachmomen. Doe daarna de proef (doorzagen en beide sukken wegen), me als resulaa: ekeningen me gelijke krachen aan weerszijden moeen fou zijn. Bespreek en sloe de oerige ekeningen, ze erschillende goede oplossingen naas elkaar: de zwaarekrach in he seunpun, groe en kleine krach op de delen op erschillende afsanden daaran. Vul eenueel aan me andere mogelijkheden, zoals afzonderlijke krachen op de wee sukken bezemseel en op de bezemkop. Gebruik daarbij de genoemde begrippen, of laa die gebruiken. De eraring leer da eel leerlingen erwachen da beide sukken an de bezem
een zwaar zijn, en da ze da ekenen me gelijke pijlen zonder duidelijk aangrijpingspun. Maar er komen aak allerlei oplossingen oor, ook correce, die op allerlei manieren worden geekend. Als leraar leer je zo eel meer oer he denken an je leerlingen dan me een som oer hezelfde onderwerp. Maar bereid je inhoudelijk grondig oor, zoda je al die anwoorden an correce feedback kun oorzien. Epermehode Vaak worden wee pracica oer de erangingsweersand of erangingsgeleiding gedaan, eers oor een serieschakeling, daarna oor een parallelschakeling. Maar me de epermehode kan he ook anders: leerlingen worden eper op een deel an de leersof, en moeen hun erworen eperise aan medeleerlingen oerdragen. Pracicum serie- en parallelweersand Verdeel de klas in groepen an ier, en iedere groep in wee weeallen. He ene weeal onderzoek aan de hand an een werkblad wee weersanden in serie, he andere weeal wee weersanden parallel. De groep an ier maak één einderslag, waarin alle beindingen erwerk worden. De conclusies an he onderzoek worden de olgende les gepreseneerd door één an de groepsleden. Wie da is, word pas aan he begin an die les door de leraar bekend gemaak. Voor de link naar he pracicumwerkblad: zie de websie bij deze paragraaf an he handboek. YouTube-films Er zijn eel bruikbare, illusraiee en moierende films oor in de nauurkundeles e inden op YouTube (zoals he Engelsalige YouTubekanaal Veriasium). He loon de moeie daaran een lijs aan e leggen zoda je ze kun benuen als aandachrichers of er illusraie an de oepassingen an he onderwerp. Maar: he bekijken an een webfilm word pas een acierende werkorm als je de leerlingen ook ech ies e doen geef door middel an een passende kijkopdrach. Ook hier geld: bepaal ooraf welk didacisch doel er me he bekijken an de film gediend word, en sem je keuze an de beelden en kijkopdrach daarop af. Kijkopdrachen Voor de links naar de olgende drie YouTube-films: zie de websie bij deze paragraaf an he handboek. Traagheid Doelen: beekenis geen aan he begrip raagheid, kriische houding onwikkelen en aanzien an informaie op inerne. Kijkopdrach: Kan di, of is hier rucage gebruik? Laa de YouTube-film oer raagheid zien (een arian op he bekende afelkleed wegrekken), laa de leerlingen de kijkopdrach bespreken in drieallen, en rek klassikaal conclusies. Lich als golferschijnsel Doelen: beekenis geen aan he golfkaraker an lich, eraren an de krach an de combinaie an zorguldig argumeneren en obsereren. Groepsopdrach ooraf in drieallen: Wa is lich? Schrijf een gezamenlijk anwoord op. Kijkopdrach: Wa kom je in deze film e ween oer de raag wa lich is? Laa de YouTube-film Veriasium Double Sli oer lich als golferschijnsel zien, ze de film eenueel af en oe sil, zoda leerlingen aanekeningen kunnen maken en oorspellingen kunnen doen. Eindopdrach in drieallen: Wa is lich? Va samen wa jullie andaag geleerd hebben. Energie- en impulsbehoud Doelen: beekenis geen aan behoudsween bij mechanica, erbazing en ineresse wekken. Kijkopdrach: soms, zoals in de YouTube-film Veriasium Bulle Block oer energie- en impulsbehoud, hoef je er als leraar geen kijkopdrach bij e maken wan die zi al erwerk in de opeenolging an in di geal de drie films zelf. Klassenmanagemen Deze paragraaf is nie bedoeld als pleidooi egen klassikale uileg, of oor uisluiend werken in kleine groepen, maar oor een erschuiing in de balans. In goed onderwijs word he eenwich bewaard ussen leerlingen onderseunen en uidagen, ussen heorie preseneren en prakijk laen eraren, ussen oordoen en zelf laen prusen, ussen bij de hand nemen en he bos insuren. He laa een delicaa eenwich zien ussen enerzijds leraargesuurd herhalen, inslijpen en oefenen, en anderzijds leerlinggesuurd zelf doen, zelf kiezen en zelf uiproberen.
He mag daarin wel wa meer acierend, wan daar word he onderwijs aanrekkelijker an. He inroduceren an acierende werkormen houd nie in da je de leerlingen alleen maar aan he werk ze. Wa er an leerlingen en de leraar erwach word erander, en daarbij horen andere omgangsormen en spelregels die je als leraar goed doordach moe hebben en waar zowel leerlingen als leraar aan zullen moeen wennen. Verlang nie eeel egelijk an je leerlingen en jezelf, wan da leid o eleurselling en e roeg opgeen. Voor he klassenmanagemen gelden de olgende aandachspunen (Marzano e al, 21; Van der Burg, 28; Geers & Van Kralingen, 216): Kore en heldere insrucie oor zelfwerkzaamheid: wa moe je doen, waarom, me wie, hoeeel ijd krijg je daaroor, waar kun je hulp krijgen, hoe wee je of he goed is, wa doe je als je klaar ben. Afsemming ussen de leerdoelen an de les, de aak, en de besaande kennis en aardigheden an de leerlingen. Aandach oor zowel de inhoudelijke als de sociale leerdoelen: ook he samenwerken en communiceren ragen oefening. Samenselling en grooe an de groepen bij samenwerking: da al nie oor e schrijen, en is een kwesie an uiproberen en eraring opbouwen. Afspraken en gedragsregels: hoeeel geluid is accepabel, hoe saan de afels, in hoeerre mogen leerlingen rondlopen, welk maeriaal is beschikbaar, hoe word er opgeruimd, welk silesignaal gebruik de leraar. Reflecie en beoordeling: combineer een acierende didaciek me formaiee oesing en feedback (zie paragraaf 3.4.1). Reflecie en aanpassing: een acierende didaciek is nooi af. Blijf op zoek naar de bese manier om je onderwijsaanbod opimaal op je leerlingen en je bedoelingen af e semmen. Variaie: er besaa geen werkorm die iedere leerling alijd waardeer, moieer en acieer. Werk aan uibreiding an en oefening me je reperoire en ze he in waar da zinnig en bruikbaar is. Leren leren De bijdragen an anderen zijn an groo belang, maar uieindelijk is he de leerling zelf die leer. Meesal word er erwezen naar he (sociaal) consruciisme als bron an deze claim, maar eigenlijk lig die nogal oor de hand. Da geld ook oor he inzich da de leerling daarom conrole oer he eigen leerproces moe gaan krijgen, en daar zelf eranwoordelijkheid oor moe gaan nemen. Die uispraak word echer heel gemakkelijk oaal erkeerd geïnerpreeerd. Hij houd namelijk nie in da je he leerproces aan de leerling oer mag laen, da je je daar als leraar nie mee hoef e bemoeien. Inegendeel, je zul uiers zorguldig he leerproces zodanig moeen begeleiden da de leerling die conrole en eranwoordelijkheid geleidelijk aan, meer en meer wil en kan nemen. Wan je mag pas erwachen da een leerling ies wil leren als hij daar he belang en de beekenis an inzie, en als nie alleen he einddoel de moeie waard is maar ook de roue er naaroe. En dan nie alleen cogniief gezien, anui de akinhoud, maar ook me he oog op sociale en emoionele onwikkeling. Om die afsemming mogelijk e maken moe je oldoende an de leerlingen ween acierende werkormen maken de inbreng an leerlingen mogelijk die je daaroor nodig heb. Om ies e kunnen leren moe de leerling nie alleen beschikken oer de benodigde oorkennis en aardigheden, hij dien ook een redelijk zich e hebben op he doel, en errouwen in zijn ermogen om da e halen. Gebruik an acierende werkormen geef de leraar ook daarin suring, in he bepalen hoe en waar de leerling geleidelijk aan meer eranwoorde keuzes oor zichzelf kan maken. Da maak je aak als leraar feielijk een heel suk piiger én ineressaner. Wa er gebeur als je an oerdrager an leersof een leraar word die leerlingen leer leren (Hoogeeen & Winkels, 211) is goed omschreen, maar hoe je da in de lesprakijk moe aanpakken is nie ui de lierauur e halen. He gebruik an acierende werkormen kan je op weg helpen. Lierauur Ebbens, S. & Van Eekoen, S. (29). Acief Leren Bronnenboek (2 e druk). Groningen: Noordhoff. Floksra, J.H. (26). Acierende werkormen. Enschede: SLO. Geers, W. & Van Kralingen, R. (216). Handboek oor leraren (2 e druk). Bussum: Couinho. Hoogeeen, P. & Winkels, J. (211). He didacische werkormenboek. Variaie en differeniaie in de prakijk (1 e druk). Assen: Van Gorcum. Marzano, R.J., Pickering, D.J. & Pollock, J.E. (21). Classroom Insrucion ha Works.
Research-Based Sraegies for Increasing Suden Achieemen. Aleandria: Associaion for Superision and Curriculum Deelopmen. Van der Burg, C. (28). Basisboek acierende didaciek en samenwerkend leren. Amersfoor: CPS.