Economie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen



Vergelijkbare documenten
Ruilen over de tijd (havo)

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd


Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Economie Samenvatting M4

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * Als %

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Dit rendement wordt het nominale rendement genoemd. Om het reële rendement te berekenen moet het nominale

Ruilen over de tijd. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

Samenvatting Economie Heden, verleden en toekomst

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25

6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

UIT balans en resultatenrekening

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

Samenvatting Economie Jong & Oud

Lesbrief Kopen en Werken 2 e druk Hoofdstuk 6 Het koeriersbedrijf van Ewout 6.1 Het hele vermogen van

Sparen of lenen Waarom?

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Voorbeelden geven van beslissingen die gevolgen hebben voor je toekomstige koopkracht, zoals sparen voor een brommer of lenen om een huis te kopen.

Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen. Hoofdstuk 5. Opgave 5.1 en 5.2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen)

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken

Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1

ALGEMENE ECONOMIE /03

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

1 Het kasstroomoverzicht

Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)

De drie manieren van pensioen sparen noemen we de 3 pijlers van het pensioensysteem.

Module 4: docentenhandreiking. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie

Hoofdstuk 43 belangrijk

1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS

fun house fun house fun house Pink

Financiële aspecten van de planning

BECO: DE BALANS - THEORIE

Liquiditeitsbegroting

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7

Vlottende activa: Kas Totaal investering

De resultatenrekening

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Hoe houd je grip op de financiën van je onderneming. Door : Paul Thonen en Raimond Nuijen

Stichting Wereldwinkel Doorn Amersfoortseweg 12-a 3941 EM Doorn JAARCIJFERS 2018 INHOUDSOPGAVE

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Antwoorden stencils OPGAVE pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten

Jaarrekening Test BV 2015

Eindexamen economie 1 havo 2008-I

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Stichting Cleansing Stream Ministries Nederland, te Puttershoek. Rapport inzake jaarstukken mei 2015

Stichting Cleansing Stream Ministries Nederland, te Puttershoek. Rapport inzake jaarstukken maart 2016

Activa Materiële vaste activa Vorderingen Omzetbelasting Overige vorderingen en Overlopende activa

Exploitatiebegroting Croco Shop Netto omzet Brutowinst Operationele kosten Bedrijfsresultaat (voor bel.)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

MILIEURAAD ZWOLLE, Jaarrekening ALGEMEEN GRONDSLAGEN VOOR DE BALANSWAARDERING. Materiële vaste activa

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6

Module 4: Antwoorden vwo. nieuwe economie

Financiële ratio s met CASH!

Hoofdstuk 42 belangrijk

RAPPORT Aan het bestuur van Stichting de Heilbode Zeewolde. inzake de jaarrekening 2011

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44

Pink Fee. Bureau voor financieel en organisatie advies. Stichting Het Dagelijks Bestaan Jaarrekening 2012/2013

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Samenvatting Economie Rekonomie

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee. Hofwijk BW Honselersdijk

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

FINANCIËLE VERANTWOORDING STICHTING TOON HERMANS HUIS ROERMOND 2015

St. Fundament. Boekjaar 2015 Blad 1 RAPPORT BETREFFENDE DE JAARREKENING van Stichting Wooninitiatief Fundament

Debet Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 apr Van balans

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

FINANCIËLE VERANTWOORDING STICHTING TOON HERMANS HUIS ROERMOND 2016

Samenvatting Economie Inkomen en groei

Internetopgaven hoofdstuk 3

Antwoorden hoofdstuk 4

Bruto binnenlands product

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Aanpassingen lesbrieven havo

Examen HAVO. Management & Organisatie (nieuwe stijl) Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 1 Woensdag 30 mei uur

UIT geld en banken

Transcriptie:

Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente iets te kopen Rente is de prijs van tijd. De hoogte van de rente bepaalt of je geld spaart, of dat je het direct uitgeeft en of je geld leent. -Als je spaart, stel je consumptie uit. Dat levert rente op. -Als je leent, verschuif je consumptie uit de toekomst naar. Dat kost je rente en aflossing. vb.3 werken i.p.v. studeren laag inkomen vb.4 studeren hoog inkomen 1. rente = de algemene prijs van tijd 2. het verschuiven van consumptie (= kopen) in de tijd ( i.p.v. of andersom) heet intertemporele substitutie (wablief?) 3. keuzevraagstuk; kopen of? naast de rente is ook de individuele prijs van tijd van belang = het ongemak van het uitstellen van consumptie regel; als individuele prijs van tijd > algemene prijs van tijd (= rente) kopen 4. het spaarsaldo op een bepaald moment = een voorraadgrootheid het rentebedrag van een bepaalde periode = een stroomgrootheid

Getallenvoorbeeld: Maandelijks 100,- sparen op de laatste dag van de maand tegen een rente van 5% per jaar over het gemiddeld spaarbedrag bereken het saldo incl. rente na een jaar Stap 1: bereken het gemiddeld spaarbedrag van jaar 1.. Stap 2: bereken het rentebedrag.. Stap 3: tel het rentebedrag op bij het spaarsaldo na alle (12) stortingen van jaar 1.. Opm. bij een lening met bijv. maandelijkse aflossingen ga je op dezelfde manier te werk. H1 par 3 Inflatie -wat is het? -hoe meet / bereken je het? -wat zijn de (mogelijke) gevolgen? -wat zijn de oorzaken? -hoe kan het bestreden worden? Zie powerpoint-bestand trefwoorden: -goederenmandje -bestedingsaandeel (wegingsfactor / gewicht) -prijsindexcijfer -consumentenprijsindex (cpi) H1 par 4 (let op: fout theorieboek blz. 121 105 / 103 x 100) Rendement -nominaal = zonder rekening te houden met de inflatie vb. 5,- rente op een spaarbedrag van 100,- = een nominaal rendement van 5% een nominaal indexcijfer (nic) van 105 -reëel = (wél) rekening houdend met de inflatie (vb. spaarrente) uitgedrukt in de hoeveelheid goederen die je kunt kopen wat gebeurt er met je koopkracht? vb. 5,- rente op een spaarbedrag van 100,- bij een inflatie van 2% = een reëel rendement van 105 /102 x 100 100 = 102,9 100 = 2,9% (zie ook voorbeeld in theorieboek) 102,9 wordt het reële indexcijfer (ric) genoemd 102 wordt het prijsindexcijfer (pic) genoemd (of het cpi; zie par 3) Formule ric = nic/pic x 100 vb.1 rente op spaarrekening = 6% per jaar, inflatie = 4% per jaar

bereken het reële rendement (verandering van de koopkracht van het spaargeld) in % per jaar ric = nic/pic x 100 = reële rendement = % vb.2 loon omhoog met 5%, inflatie = 10% bereken het reële rendement (verandering van de koopkracht van het loon) in % per jaar, m.a.w. is de koopkracht gestegen of gedaald? en met hoeveel %? ric = nic/pic x 100 = reële rendement = %, dus de koopkracht is gestegen/gedaald met % 105/110 x 100 = 95,4, dus het reële rendement = - (!) 4,6%, negatief dus (= 95,4 100), Dus de koopkracht is gedaald met 4,6%.

M4 H2 Gezinnen in de tijd Enkele begrippen: -Arbeidsproductiviteit -Lifelong learning -Menselijk kapitaal Schema levensloop: Scholing arbeidsproductiviteit zie bron 1 = investering in loon zie bron 1 menselijk kapitaal scholingskosten geen opbrengsten lenen (studiebeurs) sparen zie bron 4 schulden

4H Economie M4 H3 Ondernemingen in de tijd Balans per 31 december 2010 (momentopname) Activa (*) 500 Eigen vermogen 350 Vreemd vermogen 150 500 500 (= bezittingen) (= financiering van de bezittingen) (*) de activa kunnen ingedeeld worden in: 1. vaste activa (gaan langer dan 1 jaar mee) 2. vlottende activa ( korter / worden snel in geld omgezet) 3. liquide middelen (geld in kas of op de bankrekening) Winst- en verliesrekening (= resultatenrekening) van het jaar 2010 Kosten 100 Omzet 200 Incidentele lasten (*) 10 Incidentele baten (*) 30 110 230 Nettowinst 120 230 (*) incidentele baten/lasten zijn winsten/verliezen die niet bij je normale business horen

4H Economie M4 H4 De overheid in de tijd Collectieve goederen Externe effecten (positief/negatief) Maatschappelijke kosten / maatschappelijke opbrengsten Investeringen in onderwijs arbeidsproductiviteit vraag 1 t/m 11 Miljoenennota (Prinsjesdag) verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid Staatsschuld (overheidsschuld) Financieringssaldo vraag 12 t/m 16 AOW en pensioenen omslagstelsel en kapitaaldekkingsstelsel Vergrijzing (grijze druk) vraag 17 t/m 22 Gegevens over het jaar 2010 / per 31 december 2010: -gebouw 200.000 -omzet 100.000 -inventaris 20.000

-hypothecaire lening 160.000 -crediteuren 10.000 -loonkosten 50.000 -incidentele baten 20.000 -voorraad 70.000 -bank 15.000 -huurkosten 25.000 1. maak de balans en bereken het eigen vermogen 2. maak de resultatenrekening en bereken de nettowinst/-verlies Balans per 31 december 2010 (momentopname) Gebouw 200 Hypo. Lening 160 Inventaris 20 Crediteuren 10 Voorraad 70 170 Bank 15 Eigen vermogen 135 305 305 Winst- en verliesrekening (= resultatenrekening) van het jaar 2010 Loonkosten 50 Omzet 100 Huurkosten 25 Incidentele baten (*) 20 75 120 Nettowinst 45 120