Voorbeelden geven van beslissingen die gevolgen hebben voor je toekomstige koopkracht, zoals sparen voor een brommer of lenen om een huis te kopen.
|
|
- Maurits Willems
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting door T woorden 20 oktober keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 11 Verleden heden en toekomst 11.1 Consumptie Sparen = uitgestelde consumptie. Bijv voor pensioen of een mooie scooter later Lenen = consumptie naar voren halen; Verruimen van de huidige consumptie ten koste van de toekomstig consumptie. Vergrijzing = de geboortegolf in Nederland van na 1945 leidt tot een golf van bejaarden in onze tijd. Na 2040 ongeveer is deze golf over. De overheid kan nu maatregelen nemen (premies verhogen, pensioengerechtigde leeftijd verhogen) maar ze kan ook lenen en in de toekomst aflossen of meer immigranten toelaten die veel werk en pensioenpremies overnemen. Voorbeelden geven van beslissingen die gevolgen hebben voor je toekomstige koopkracht, zoals sparen voor een brommer of lenen om een huis te kopen Budget in de loop van de tijd Een budgetlijn geeft alle combinaties van twee goederen weer die een huishoudn maximaal kan kopen. Bij lenen verschuift de budgetlijn naar rechts (verruiming van budget). Bij sparen verschuift de budgetlijn naar links (verkrapping van het budget). Uitleggen dat de uitgaven van een huishouden worden bepaald door - het besteedbaar inkomen - de aanwezige besparingen - de mogelijkheden om te lenen Pagina 1 van 11
2 Met behulp van een budgetlijn laten zien welke de keuzemogelijkheden er zijn voor een huishouden als er keuze is uit twee goederencategoriën Uitleggen dat ruilen en sparen leidt tot intertemporele ruil Berekenen en beredeneren welke gevolgen lenen heeft voor de huidige en toekomstige consumptie Berekenen en beredeneren welke gevolgen sparen heeft voor de huidige en toekomstige consumptie In een grafiek van een twee-periodenmodel laten zien wat we onder ruilen over de tijd verstaan Intertemporele budgetlijn Een intertemporele budgetlijn geeft alle combinaties weer van maximale huidige en toekomstige consumptie, als er wordt geleend en/of gespaard Bij sparen: C t max = Y t + Y h (1+r) waarbij C t max = maximale toekomstige consumptie Yt = Toekomstig inkomen Yh = Huidige inkomen r = rente als deel van 1 (dus 3% = 0,03) Bij lenen: C h.max = Y h + Y t /(1+r) waarbij C h max = maximale huidige consumptie Yt = Toekomstig inkomen Yh = Huidige inkomen r = rente als deel van 1 (dus 3% = 0,03) Pagina 2 van 11
3 Contante waarde van een toekomstig bedrag = Uitleggen waarvan de maximale toekomstige consumptie van een spaarder afhankelijk is Uitleggen waarom de huidige consumptie van een spaarder kleiner is dan zijn huidige inkomen. Uitleggen waarvan de maximale toekomstige consumptie van een lener afhankelijk is Uitleggen waarom de huidige consumptie van een lener groter is dan zijn huidige inkomen de contante waarde van een bedrag berekenen wanneer we één periode terug gaan een intertemporele budgetlijn tekenen De contante waarde van het levensloopinkomen berekenen 11.4 Nogmaals lenen en sparen De invloed van verandering van de rentestand op de ligging van de intertemporele bugetlijn beschrijven: Bij rentedaling: - voor spaarder daalt de totale consumptiemogelijkheid (= welvaart) - voor lener stijgt de totale consumptiemogelijkheid. Bij rentestijging: Zelfde andersom Verklaren waarom een combinatie van huidige en toekomstige consumptie altijd op de intertemporele budgetlijn ligt Uitleggen wat de prijs van een lening is in termen van huidig en toekomstig inkomen Uitleggen wat de opbrengst van sparen is voor het huidig en toekomstig inkomen Pagina 3 van 11
4 11.5 Reële en nominale rente rente= de prijs die betaald moet worden voor een lening Nominale rente = het rentepercentage dat over een lening betaald moet worden Inflatie = stijging van de consumentenprijsindex (CPI) CPI = Consumentenprijsindex = gewogen gemiddelde van de prijsstijgingen van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door alle huishoudens in Nederland. deflatie = daling van de CPI RIC = Reële index Cijfer = x 100% Reële rente = de nominale rente gecorrigeerd voor de verandering van het algemene prijspeil In indexcijfers: De reële rente berekenen als de nominale rente en het inflatiepercentage gegeven zijn De financiële levenscyclus De financiële levenscyclus = verloop van spaartegoeden en leningen, inkomsten en uitgaven, in de loop van iemands leven de financiële levenscyclus van een gemiddeld huishouden beschrijven. Hoofdstuk 12 Sparen en Investeren 12.1 Kapitaalvorming Particuliere besparingen maken investeringen van bedrijven en overheid mogelijk. Pagina 4 van 11
5 Stroomgrootheden = grootheden die per tijdseenheid worden gemeten zoals inkomen, uitgaven, besparingen, investeren, consumeren Voorraadgrootheden = grootheden die op één moment worden gemeten zoals hoeveelheid wegen, machines, arbeidskrachten, Kapitaalgoederen = goederen die bestemd zijn om andere goederen en diensten voort te brengen. Bruto Investeringen = Totale Productie van kapitaalgoederen. heeft tweeledig doel: 1. Vervanging van versleten of verouderde kapitaalgoederen. Afschrijving = de waardevermindering van kapitaalgoederen in het economisch verkeer 2. Uitbreiding van de kapitaalgoederenvoorraad waardoor uitbreiding van de productiecapaciteit. Verklaren waarom sparen op verschillende manieren kan worden omschreven; als niet consumeren van besteedbaar inkomen, als uitstellen van consumptie, maar het belangrijkste voor de overige samenleving als uitlenen aan banken en bedrijven waarmee bedrijven aan kapitaalvorming kunnen doen. Uitleggen hoe besparingen van de gezinnen via de banken vorming van kapitaalgoederen bij de bedrijven en dus de samenstelling van de productie beïnvloeden. Het verschil tussen stroomgrootheden (inkomen, uitgaven, kosten, baten) en voorraadgrootheden (schulden, bezittingen, eigen vermogen) kunnen uitleggen en voorbeelden bij kunnen geven Onderwijs en menselijk kapitaal Human capital = menselijk kapitaal = is de voorraad van competenties, kennis, sociale en persoonlijke vaardigheden, waaronder ook creativiteit, die wordt belichaamd in de mogelijkheid voor de mens om in een economie arbeid te verrichten, opdat er economische waarde kan worden geproduceerd. Human Capital is mede het resultaat van doelbewuste investeringen van het individu en van de overheid. Na de algemene vorming in de leerplichtige jaren wordt er tijdens de studie productieve kennis vergaard waarbij een mogelijk huidig inkomen geruild wordt tegen een mogelijk hoger inkomen in de toekomst. Het oorzakelijk verband tussen hoogte van studieschuld en inkomen is niet sterk. Extern effect = externaliteit = als de handeling van iemand de welvaart van een ander beïnvloedt zonder dat dit uitdrukkelijk de bedoeling is. Pagina 5 van 11
6 Positieve externe effecten: Bijv - Productie van honing verhoogt ook de fruitopbrengst - Hoe meer mensen een mobieltje aanschaffen hoe waardevoller mijn mobieltje wordt - Onderwijs van de bevolking brengt welvaart van hele natie omhoog Negatieve externe effecten: Bijv - Mobieltje in een stiltecoupé is niet handig - Axe-spray in een klein klaslokaal is ook niet lekker. Brain drain = emigratie van hoog opgeleide mensen naar het buitenland om meer te kunnen verdienen. Negatief extern effect: Land blijft achter met minder opgeleide mensen Positief extern effect: Expatriates sturen meestal veel geld naar achtergebleven familie. de productiefactor arbeid omschrijven als een geheel van productieve kennis en vaardigheden de kosten en opbrengsten van een opleiding met elkaar vergelijken uitleggen dat onderwijs hoger lonen mogelijk maakt maar dat hogere lonen op hun beurt onderwijs mogelijk maken Voorbeelden geven van positieve en negatieve externe affecten (zoals honingproductie die tegelijk de fruitbomen vrucht laat dragen, of watervervuilende papierproductie) De externe effecten van onderwijs beschrijven (niet alleen de leerling heeft een leven lang baat van zijn onderwijs en studie, maar de hele samenleving heeft baat bij zijn productiviteit) Aangeven waarom veel onderwijs uit de belastingen wordt betaald (overheid ziet het als haar taak iedereen gelijke toegang tot algemene vorming te geven. Daarnaast is er het economische argument dat onderwijs de kennis en vaardigheden van het human capital verhogen en daarmee de productie en dus de welvaart van het land verhogen.) Beschrijven hoe braindrain zowel ongunstige (land blijft achter met ongeschoolde mensen) als gunstige (emigranten sturen veel geld naar hun thuisland) effecten heeft Onderneming en kapitaal Een Balans = opstelling van de bezittingen (activa) en het eigen vermogen en schulden (passiva) van een onderneming op een bepaald tijdstip, Meestal 31 december. Pagina 6 van 11
7 Algemene vorm van een balans: Activa Balans per 31 december Passiva Vast kapitaal - gebouwen - auto Eigen vermogen Vlottend kapitaal Vreemd lang vermogen - voorraden hypotheek inventaris - Liquide middelen - kas - rekening courant Vreemd kort vermogen - crediteuren - bank Totaal Eigen vermogen = totale activa vreemd vermogen Activa = de bezittingen van het bedrijf, waarmee de activiteiten worden ontplooit Passiva = de financiering van de bezittingen; eigen vermogen en vreemd vermogen Lang Vreemd Vermogen = lening van meer dan één jaar (hypotheek is 30 jaar) Kort vreemd vermogen = lening die binnen een jaar wordt afgelost Vast kapitaal = Kapitaal dat meer dan één productiecyclus meegaat (machines en gebouwen) Vlottend kapitaal = Kapitaal dat in het productieproces verdwijnt (grondstoffen e.d.) Resultatenrekening = winst-verliesrekening = overzicht van de opbrengsten en kosten en het daaruit voortvloeiende resultaat van een onderneming over een bepaalde periode. Algemene vorm van een resultatenrekening: Omzet Inkoopwaarden Bruto winst 6000 Bedrijfskosten Netto winst Pagina 7 van 11
8 Rendement = de netto winst vergeleken met de opofferingskosten; dit is de opbrengsten die niet verdient zijn omdat hij een eigen onderneming voert; dus het loon dat hij had kunnen verdienen + opbrengst van extra werkzaamheden + opbrengst van belegde geld. NB Bij M&O wordt een andere definitie van rendement gehanteerd. met relevante gegevens zelf een balans opstellen het verschil tussen vast kapitaal (méér dan één productiecyclus meegaand) en vlottend kapitaal (verdwijnt in het productieproces) beschrijven het verschil tussen vreemd vermogen (geleend geld) en eigenvermogen (alle activa minus het vreemde vermogen) beschrijven het verschil tussen kort vreemd vermogen (lening < 1jaar) en lang vreemd vermogen (lening > 1 jaar) beschrijven het rendement van een bedrijf beoordelen (zie boven) Hoofdstuk 13 Pensioen 13.1 Sparen en vertrouwen enkele factoren noemen die van invloed zijn op het sparen voor de oude dag (vertrouwen inde toekomst, politieke, economische en financiële klimaat etc). twee instituties noemen die van belang zijn voor de pensioenvoorziening;, de AOW (het basispensioen of staatspensioen van Willem Drees), en de verplichte pensioendeelname aan een bedrijfspensioenfonds voor werknemers; zij betalen premies en ontvangen daaruit later een pensioen 13.2 Pensioenrechten eindloon De afspraak dat het pensioen 70% van het eindloon zal bedragen middelloon; De nieuwere afspraak dat het pensioen 70% van het gemiddelde loon zal bedragen kapitaaldekkingsstelsel = iedere werknemer spaart (via het pensioenfonds) voor zijn eigen pensioen; hij bouwt zo een kapitaaltje op. Dit is het systeem geïnitieerd door Bismarck. omslagstelsel = De huidige pensioenuitkeringen worden omgeslagen over de huidige werkende generatie die dus de premies betaalt; is het geval bij de AOW. Dit is het systeem uitgevonden door Beveridge en gebaseerd op solidariteit. Pagina 8 van 11
9 Aanvullend pensioen= Als de werknemer oordeelt dat de AOW en het bedrijfspensioen niet voldoende zijn kan hij voor zichzelf bij een bank of verzekeraar een aanvullend pensioen opbouwen. AOW = Algemene OuderdomsWet regelt een basispensioen van 70% van het minimumloon voor alle ingezetenen van Nederland. het verschil tussen een pensioen op basis van eindloon en op basis van middelloon beschrijven. het kapitaaldekkingsstelsel als systeem om pensioenuitkeringen te financieren beschrijven het omslagstelsel als systeem om pensioenuitkeringen te financieren beschrijven aangeven in hoeverre er sprake is van solidariteit tussen de generaties bij het omslagstelsel Vergrijzing Vergrijzing = als de gemiddelde leeftijd van een bevolking stijgt. Afhankelijkheidsratio =. In 2000 was die 22% in 2050 is ze op haar top van 40% waarna ze weer gaat dalen. Bevolkingspiramide = grafische weergave van de leeftijdsopbouw van een bevolking. uitleggen waarom vergrijzing als bedreiging van de toekomstige productiegroei wordt gezien. Te weinig mensen zullen de premies (AOW en AWBZ) en de zorg voor teveel ouderen moeten opbrengen; dit doet een aanslag op hun inkomen en op de productiviteit van het land. Hoofdstuk 14 Belastingen en overheidstekort 14.1 De overheid ruilt over de tijd Collectieve Sector Overheid Sociale Verzekeringsfondsen Rijk Lagere Overheden Volksverzekeringen Werknemersverzekeringen Bijstand Gemeenten Provincies Waterschappen AOW AWBZ WW Overheidssaldo = het verschil tussen de overheidsontvangsten en de overheidsuitgaven. Begrotingstekort = Overheidstekort = Overheidsuitgaven > overheidsontvangsten; de overheid moet lenen = Pagina 9 van 11
10 overheveling van consumptie in de toekomst naar het heden Begrotingsoverschot = overheidsoverschot = de overheidsuitgaven < overheidsontvangsten Overheidsschuld = totaal van de leningen van de overheid. De overheidsschuld groeit met het Financieringstekort = begrotingstekort - aflossingen Voorbeelden geven van de manier waarop de overheid productie en/of consumptie in de loop van de tijd kan verschuiven; door belastingheffing vermindert de consumptie van de gezinnen maar tegelijkertijd wordt consumptie verschoven van het individu naar de gemeenschap die er wegen, ziekenhuizen en onderwijs voor terug krijgt. Uitleggen dat in geval van een overheidstekort de overheid zal moeten lenen of belastingen verhogen. Lenen is dan vaak eenvoudiger. Verklaren waarom en hoe staatsleningen de toekomstige uitgaven van burgers en overheid beperken; Uitleggen dat door een begrotingsoverschot de overheid schulden kan aflossen en/of sparen hetgeen betekent dat de overheid productie en/of consumptie naar de toekomst verplaatst Belastingen en tekorten van de overheid conjunctuurverschijnsel = versnellingen en vertragingen in de groei van het BBP Laagconjunctuur = het BBP groeit minder dan de trend Hoogconjunctuur = het BBP groeit harder dan de trend. beredeneren dat het voor het totaal van de huidige en toekomstige consumptie van de belastingbetaler niet uitmaakt of extra belastinguitgaven van de overheid worden gefinancierd uit extra belasting (in het heden) of uit een staatslening (die extra belasting in de toekomst betekent); het is een keuze tussen belasting nu of belasting straks. beredeneren wanneer een overheidsschuld een last is voor de huidige generatie. Als de staatsschuld in handen is van het buitenland verdwijnt de rente en aflossing naar het buitenland en wordt de schuld een last. Als de schuld in handen van de eigen bevolking is betaalt deze bevolking de hogere belasting en ontvangt die als rente op de lening terug. beredeneren wanneer een overheidsschuld een last is voor de toekomstige generatie. Soms is de overheidsschuld een investering in de infrastructuur van een land zodat toekomstige generaties zowel de lasten als de baten ontvangen. Als de schuld niet is ontstaan uit investeringen maar uit consumptieve kredieten (bijv om bijstand te Pagina 10 van 11
11 betalen), dan heeft de toekomstige generatie alleen de lasten en geen baten. Ook conjuncturele schommeling van de overheidsinkomsten tegenover de stabiele lijn van de overheidsuitgaven veroorzaakt tijdelijke schommelingen in de hoogte van de overheidsschulden Pagina 11 van 11
4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd
Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober 2016 4,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco H5 Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd Ruilen over de tijd Prijs = rente Financiële
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieEconomie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen
Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieEconomie Samenvatting M4
Economie Samenvatting M4 Hoofdstuk 1 De prijs van tijd Ruilen over tijd is een belangrij onderdeel van economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, bedrijven en de overheid. Gezinnen sparen voor hun
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatieDomein E: Concept Ruilen over de tijd
1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande
Nadere informatieRuilen over de tijd. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Ruilen over de tijd Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Bedenk dat bij ruilen er altijd twee dingen gedaan worden. Je geeft wat en je krijgt wat terug. Als je twee keer ruilt - ruilen over de tijd
Nadere informatieDit rendement wordt het nominale rendement genoemd. Om het reële rendement te berekenen moet het nominale
door A. 2113 woorden 5 januari 2014 6,7 25 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Ruilen over de tijd is een belangrijk onderdeel van het economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, voor bedrijven
Nadere informatie6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5
Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieKleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd
Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage
Nadere informatie6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld
Boekverslag door E. 1574 woorden 31 oktober 2011 6.7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: 1.1 Schaarste is spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties
Nadere informatieSamenvatting Economie Heden, verleden en toekomst
Samenvatting Economie Heden, verleden en toe Samenvatting door Marise 1856 woorden 6 maart 2017 7 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Heden, verleden en toe Hoofdstuk 1
Nadere informatieDe drie manieren van pensioen sparen noemen we de 3 pijlers van het pensioensysteem.
De toekomst is onbekend. Er komt een leeftijd dat werken niet meer gaat. Je hebt dan wel geld nodig om van te leven. Geld voor de oude dag wordt deels door de overheid geregeld. De overheid heeft een staatspensioen
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatie5,5. Samenvatting door een scholier 1286 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 5.
Samenvatting door een scholier 1286 woorden 3 maart 2015 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 5.1 Levensfasen Stroomgrootheden= inkomen en consumptieve goederen
Nadere informatie9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen
Samenvatting door N. 1514 woorden 15 oktober 2016 9,6 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Begrippen bindende afspraak Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt/niet onderuit kunt. budget
Nadere informatieArbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product
Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieSparen of lenen Waarom?
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Sparen of lenen Waarom? 1 Als tijd duur is betaal je veel rente Als de rente hoog is zullen mensen minder lenen en meer sparen! 2 Investeren in je toekomst Door
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:
Nadere informatieCoöperatieve Burgerbank
Coöperatieve Burgerbank Probleem Private banken en de rijkste 1% teveel macht en eigenbelang Structureel veel te hoge rente Structureel teveel (speculatieve) misbruik van het geldsysteem Oplossing Invoeren
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatie6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:
Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Jong en Oud
Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18
Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7: Nationale boekhouding & Groei en conjunctuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7: Nationale boekhouding & Groei en conjunctuur Samenvatting door een scholier 2122 woorden 8 januari 2003 6,6 66 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Toetsperiode
Nadere informatie6.1 De AOW. Een alleenstaande krijgt 70% van het minimumloon. Gehuwden of samenwonenden krijgen 100% van het minimumloon.
6.1 De AOW In 1957 is in Nederland de AOW ingevoerd door premiers Willem Drees (PVDA). Iedereen die 65 jaar of ouder is, krijgt een uitkering van de staat. Deze uitkering hangt af van het aantal jaren
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3
Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2008-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) primair bij (2) directe
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieUIT balans en resultatenrekening
Inzicht in winst. Bedrijven zijn verplicht een bedrijfsadministratie te voren. De belangrijkste onderdelen van de bedrijfsadministratie zijn de balans en de resultatenrekening. Het gevolg van het verplaatsen
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatie6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon
Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke
Nadere informatieDeelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?
Samenvatting door een scholier 2055 woorden 10 oktober 2001 7,3 256 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Inkomen Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Looninkomen,
Nadere informatieSamenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten
Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten Samenvatting door J. 1607 woorden 28 augustus 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H1: De omvang van de
Nadere informatieBegrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.
Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieHoofdstuk 1: Waar produceren
Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie
Nadere informatie20.1 Wat is economische groei?!
20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van
Nadere informatieModule 5: docentenhandleiding. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie
Module 5: docentenhandleiding Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Verantwoording 2010, Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie berust bij SLO.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen
Nadere informatieHoofdstuk 1. Lesbrief Kopen en werken
Hoofdstuk 1 arbeid budgetlijn categoriale huishouden kapitaal kapitaalgoederen loonquote natuur ondernemerschap overdrachtsinkomens overig-inkomensquote participatiegraad primair inkomen productiefactoren
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatie2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement
Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 3
Samenvatting Economie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1330 woorden 15 februari 2011 5,6 39 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie samenvatting hoofdstuk 1. 1.1 Directe ruil =
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44
Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting door een scholier 2184 woorden 5 april 2011 6,7 25 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 41 Regels voor de
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatie5.5 a. Een bezit: Natascha heeft nog geld van de klant tegoed. b. Er is nog niets verkocht, dus ook niet op rekening.
Hoofdstuk 5 Werken in een eigen bedrijf 5.1 a. De bezittingen zijn altijd door iemand gefinancierd: door de eigenaar (eigen vermogen) en/of door iemand die een lening verschaft (vreemd vermogen). b. Het
Nadere informatieLoonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag
Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop
Samenvatting Economie Levensloop Samenvatting door A. 1095 woorden 7 februari 2017 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie: levensloop Hfst 1 Consumptie: het product wordt aaneschaft door
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking
Nadere informatieAantekeningen Economie VWO-5 onderdeel 3: Ruilen over de tijd (het vervolg )
Aantekeningen Economie VWO-5 onderdeel 3: Ruilen over de tijd (het vervolg ) Hoofdstuk 13 Zorgelijk, de kosten van de AOW (Algemene OuderdomsWet) Bij het omslagstelsel brengen de premiebetalers van nu
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieRelatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))
Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk
Nadere informatieDe wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord
Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?
Nadere informatie1 De economische kringloop
1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie
Nadere informatieHet verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen
Samenvatting door F. 643 woorden 19 juni 2013 6,4 23 keer beoordeeld Vak M&O 4.2 De verandering van het eigen vermogen: het resultaat Een niet-productieonderneming koopt goederen in en probeert die goederen
Nadere informatieSamenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5
Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting door een scholier 1437 woorden 10 juni 2017 7 6 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting M&O Hoofdstuk 3 De firma Vennootschap onder firma: een overeenkomst
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 11 t/m 18
Samenvatting Economie Hoofdstuk 11 t/m 18 Samenvatting door B. 7758 woorden 26 januari 2015 7,8 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 11 Lenen leidt tot geringere consumptiemogelijkheden
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieSamenvatting Economie Welvaart
Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting door een scholier 1616 woorden 16 juni 2005 7,7 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 1.3 Schaarste Om je behoeften te bevredigen heb je middelen nodig:
Nadere informatiePersbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar
Nadere informatieUIT de arbeidsmarkt
Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart Samenvatting door L. 1524 woorden 11 december 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie H1 t/m H5: Welvaart Hoofdstuk 1: Vakantie
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieAntwoorden Economie index hoofdstuk 1 & 2
Antwoorden Economie index hoofdstuk 1 & 2 Antwoorden door een scholier 4442 woorden 8 november 2010 5 29 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE INDEX HAVO 4 Hoofdstuk 1 1.2 Productie en inkomen in Nederland
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 artikel 1 Een verklaring waaruit
Nadere informatie2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.
2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders
Nadere informatieKamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.
Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 7 De Overheid
Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting door een scholier 946 woorden 15 november 2007 5 8 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 7: de overheid Samenvatting voor GR ECONOMISCHE ORDE
Nadere informatie