Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven."

Transcriptie

1 Investeringsselectie Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. belangrijk Calculaties voor beslissingen op lange termijn, die de capaciteit beïnvloeden. 1. Vervangingsinvesteringen 2. Uitbreidingsinvesteringen 3. Kostenbesparing 4. Toekomstige ontwikkelingen 5. Veiligheid en milieu 1

2 Investeringsselectie Investeren Vastleggen van vermogen (geld) in vaste (duurzame) en vlottende (korte termijn) activa (bezit). Levensduur * Technische levensduur * Economische levensduur Bij investeringsbeslissingen is alleen de economische levensduur van belang. Fasen * Aanloopfase (vooraf) * Exploitatiefase (tijdens de looptijd) * Liquidatiefase (na afloop) 2

3 Cashflow (kasstroom) De cashflow is het verschil tussen de inkomende kasstroom en de uitgaande kasstroom. 3

4 Cashflow De cashflow aan het begin van het project. (de investering, min, want het is een uitgave) De cashflow tijdens de looptijd. De cashflow aan het einde van het project. (de restwaarde, positief, want het is een ontvangst) Vooraf De investering Tijdens - De looptijd Achteraf De desinvestering Cashflow negatief Cashflow Ontvangsten uitgaven Afschrijvingen + winst Cashflow positief (restwaarde) 4

5 Opgave 1 a) Bij vervangingsinvesteringen vervangt een onderneming versleten of verouderde kapitaalgoederen (zoals machines) door nieuwe. De productiecapaciteit blijft hierdoor onveranderd. Bij uitbreidingsinvesteringen neemt de voorraad vaste kapitaalgoederen toe: er komen vaste kapitaalgoederen bij. De productiecapaciteit wordt hierdoor groter. b) We moeten ons baseren op de economische levensduur van zes jaar. Omzet Afschrijvingskosten: ( )/ Loonkosten Overige kosten Vennootschapsbelasting Nettowinst

6 Opgave 1 c) De cashflow is het verschil tussen de geldstroom die de onderneming door de investering ontvangt en de geldstroom die zij uitgeeft. Aan het begin van het investeringsproject is de cashflow negatief en gelijk aan de uitgave die veroorzaakt wordt door de investering. Tijdens de levensduur van het project is de cashflow gelijk aan: nettowinst + afschrijving(skosten). In het laatste jaar is de cashflow gelijk aan: nettowinst + afschrijving(skosten) + restwaarde. d) 6

7 Opgave 2 a) Afschrijving gebouw per jaar: 5% = In vijf jaar: = Afschrijving machines: per jaar: 20% = In vijf jaar: = b) Verwachte opbrengst (restwaarde) Boekwaarde na vijf jaar van de grond: Boekwaarde na vijf jaar van het gebouw: = Boekwaarde na vijf jaar van de machines: = Verwachte winst

8 Opgave 2 (bedragen * duizend) 8

9 Opgave 2 (bedragen * duizend) 9

10 De cashflow Stel we gaan investeren. De verwachte inkomsten zijn in de eerst volgende 2 jaren en De verwachte uitgaven zijn en Hoeveel is de cashflow? 1e jaar 2e jaar Ontvangsten Uitgaven Cashflow Hoeveel is de winst? 1e jaar 2e jaar Ontvangsten Uitgaven Saldo Afschrijvingen Winst Constateer dat de afschrijvingen + de winst gelijk is aan de (operationele )cashflow! 10

11 De methode van de terugverdientijd Nodig: Het investeringsbedrag De verwachte levensduur / looptijd van het project De verwachte kasstroom (cashflows) Voordeel: de methode is relatief eenvoudig. Hoe korter de terugverdientijd hoe beter! 11

12 De methode van de terugverdientijd Een voorbeeld: terugverdientijd methode Bereken eerst de investering Bepaal de looptijd 4 jaar Bereken de cashflows, / jaar Restwaarde Wat is de terugverdientijd? In het eerste jaar wordt terugverdiend. Nog terug te verdienen: = In het tweede jaar wordt weer terugverdiend. Nog terug te verdienen: = Daarna duurt het nog 0,5 jaar (2.000 / 4.000) De terugverdientijd is dus 2,5 jaar. Is dit aanvaardbaar? (Omdat de cashflows elk jaar gelijk zijn kan je in dit geval de terugverdientijd ook uitrekenen door: / = 2,5 jaar) 12

13 De methode van de terugverdientijd terugverdientijd Nadeel: De methode houdt geen rekening met inkomsten na de terugverdientijd. De methode houdt geen rekening met de tijdswaarde van geld. 13

14 Opgave 3 a) Bij deze methode wordt berekend hoe lang het duurt voordat de investering terugverdiend is met behulp van de (jaarlijkse) cashflows. De terugverdientijd is de periode waarin de investering zichzelf terugverdient. b) / = 4,33 jaar c) 5 jaar 14

15 Opgave 4 a) Cashflow eerste jaar Cashflow tweede jaar Cashflow derde jaar: Terugverdientijd: 2 jaar / = 2,33 jaar 15

16 Opgave 5 a) Terugverdientijd van project: A: 2 jaar B: 2 jaar / = 2,25 jaar C: 2 jaar / = 2,25 jaar De keus valt op project A. b) De terugverdientijd van project A is twee jaar en van B en C drie jaar. De keus valt op project A. 16

17 Opgave 6 a) Na twee jaar is er terugverdiend. In het derde jaar: / maanden = 3 /5 12 maanden = 7,2 maanden; afgerond 7 maanden. De terugverdientijd is maanden = 31 maanden. b) Na drie jaar is er = terugverdiend. In het vierde jaar: / maanden = 3 /4 12 maanden = 9 maanden. De terugverdientijd is maanden = 45 maanden. c) Kiezen voor machine WP, omdat deze machine de kortste terugverdientijd heeft. d) Er wordt geen rekening gehouden met interest. De verdeling van de cashflows over de verschillende perioden wordt verwaarloosd. Cashflows die na de terugverdientijd worden ontvangen, worden verwaarloosd. 17

18 De tijdswaarde van geld Indien je nu geld betaalt is dat anders dan wanneer je over een jaar gaat betalen! Stel je hebt de keus nu 100 betalen of over een jaar 110 Wat doe je? Je kan het geld ook op de bank zetten. Hoeveel levert dat op? Een ondernemer kan het geld investeren en er winst mee maken. Hetzelfde is van toepassing voor het ontvangen van geld. Als je het later ontvangt, en je geld nodig hebt moet je het lenen, en dan moet je rente betalen. Het maakt dus uit op welk moment je geld ontvangt of betaalt. Dit betekent dat geld dat je later ontvangt een andere waarde heeft als geld dat je nu ontvangt. 18

19 Berekening van de contante waarde Tijdlijn [ ] Beginwaarde eindwaarde Van een bedrag wat we nu hebben rekenen we de waarde uit in de toekomst. We kunnen ook van een bedrag in de toekomst uitrekenen wat het nu waard is. Tijdlijn [ ] Beginwaarde < eindwaarde Deze beginwaarde noemen we de contante waarde. 19

20 Tijdlijn We storten elk jaar een bedrag op een spaarrekening [ ] We rekenende bedragen naar nu (contante waarde) Het eerste bedrag 1 perioden. Het tweede bedrag 2 perioden. Het derde bedrag 3 perioden. Het vierde bedrag 4 perioden. 20

21 De eindwaarde bij samengestelde interest Van beginwaarde naar eindwaarde in formule: Eindwaarde = kapitaal * (1 + interestpercentage)ⁿ E = K * (1 + i)ⁿ Van eindwaarde naar contante waarde in formule Contante waarde = Eindwaarde (1 + interestpercentage)ⁿ Dit is hetzelfde als: Contante waarde = Eindwaarde * (1 + interestpercentage)ˉⁿ 21

22 De netto-contante-waardemethode De netto contante waarde methode contante waarde, tijdswaarde van geld Inflatie / rente bij de bank. Bepaal met de rendementseis de contante waarde. Netto Contante waarde: Totale contante waarde van de cashflow gedurende looptijd min het investeringsbedrag. Indien de netto contante waarde positief is, dan is de investering rendabel en dus verstandig. 22

23 De netto-contante-waardemethode Bereken eerst de investering, Bepaal de looptijd, 4 jaar Bereken de cashflows, / jaar Restwaarde Rendement bijvoorbeeld 10% De contante waarde van de cashflow 1e jaar / 1,1 = 3.636,40 2e jaar / 1,1² = 3.305,60 3e jaar / 1,1³ = 3.005,20 4e jaar / 1,1⁴ = 4.098,00 Totaal ,20 (let op: in het 4e jaar wordt ook de restwaarde terug ontvangen!) Wat zegt dit nou? Netto Contante Waarde: , = 4.045,20 Is dit aanvaardbaar? Ja, de netto contante waarde is positief. 23

24 Opgave 7 a) Deze methode wordt gebruikt om te beoordelen of een investeringsproject acceptabel is en om een keus te maken uit alternatieve investeringsprojecten. De contante waarde van de cashflows wordt verminderd met de (contante waarde van de) investeringen. Is de netto contante waarde negatief, dan wordt een dergelijk project afgewezen. Bij een keus uit alternatieve projecten, wordt het project gekozen met de hoogste netto contante waarde (per geïnvesteerde euro). b) NCW = ,09 ˉ¹ ,09 ˉ² ,09 ˉ³ ,09 ˉ ,09 ˉ NCW = NCW = = Of met behulp van de formule: T 1 (1-(1+i) ˉn) / i (1-1,09 ˉ5) / 0, = = De netto contante waarde is negatief; Cara nv investeert niet. 24

25 Opgave 7 c) NCW = ,03 ˉ ,03 ˉ ,03 ˉ ,03 ˉ ,03 ˉ NCW = NCW = = Of met behulp van de formule: (1 1,03 ˉ5) / 0, = = De netto contante waarde is nu positief en dus zal Cara nv investeren. d) Bij 3% wordt geïnvesteerd; bij 9% niet. De bereidheid tot investeren daalt dus naarmate de gewenste interestvoet stijgt. 25

26 Opgave 8 a) NCW = / 1, / 1,1² / 1,1³ / 1,1⁴ / 1, NCW = NCW = =

27 Opgave 9 a) Project A NCW = ,09 ˉ ,09 ˉ ,09 ˉ ,09 ˉ ,09 ˉ NCW = NCW = = Project B NCW = ,09 ˉ ,09 ˉ ,09 ˉ ,09 ˉ ,09 ˉ ,09 ˉ NCW = NCW = = De netto contante waarde van project A is hoger dan die van project B, dus onderneming Berger zal in project A investeren. 27

28 Opgave 10 a) Na vier jaar is terugverdiend: = Nog terugverdiend moet worden: = Omdat de cashflows aan het eind van het jaar vervallen, is de terugverdientijd 5 jaar. b) NCW = de contante waarde van de (zes) jaarlijkse cashflows + de contante waarde van de restwaarde de investering. NCW: = c) Dit project is niet aanvaardbaar omdat de terugverdientijd te lang is maar vooral omdat de netto contante waarde negatief is. d) NCW wordt: ,08ˉ NCW = = De netto contante waarde wordt weliswaar positief, maar is beperkt bij een investering van Het is zeer wel denkbaar dat de directie besluit het investeringsproject niet uit te voeren, te meer omdat de terugverdientijd te lang is. 28

29 Opgave 11 a) = b) = c) Omdat de cashflows aan het eind van het jaar ontvangen worden, is de terugverdientijd van project A drie jaar. Ook de terugverdientijd van project B is 3 jaar. Op basis van de terugverdientijd kun je tussen de projecten geen onderscheid maken. d) NCW project A: ,09ˉ ,09ˉ2 + ( ) 1,09ˉ3 = = NCW project B: e) Omdat project A een investering vergt van en project B van f) Door van beide projecten de netto contante waarde per geïnvesteerde euro te berekenen. g) Van project A is de netto contante waarde per geïnvesteerde euro 0,23. Voor project B is deze 0,32. Kies voor project B. 29

30 Opgave 12 30

31 Opgave 12 31

32 Opgave 13 32

33 Opgave 13 33

34 Opgave 14 34

35 Opgave 14 a) 35

36 Opgave 15 a) 36

37 Opgave 15 a) 37

38 Opgave 16 a) 38

39 Opgave 16 a) 39

40 Opgave In les huiswerk Niet in les belangrijk 40

De investeringsanalyse

De investeringsanalyse Het programma van vandaag: het investeringsproject de cashflow het gemiddelde rendement de terugverdientijd de netto contante waarde Adele 1 Investeringsbeslissingen Waarom investeren? We verwachten winst

Nadere informatie

De investeringsanalyse

De investeringsanalyse Het programma van vandaag: het investeringsproject de cashflow het gemiddelde rendement de terugverdientijd de netto contante waarde 1 Investeringsbeslissingen Waarom investeren? We verwachten winst te

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting door een scholier 2184 woorden 5 april 2011 6,7 25 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 41 Regels voor de

Nadere informatie

Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving

Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving We spreken van permanentie als een onderneming niet één keer per jaar maar een aantal keren per jaar een balans en winst-en-verliesrekening opstelt. Het doel van de permanentie

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 2 Opgave 1 a. De kosten en opbrengsten en daarvan uiteindelijk de ontvangsten en uitgaven zijn voor iedere investering van belang. b. Het grote probleem zijn de schaarse middelen. c. Dit zijn

Nadere informatie

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan BEDRIJFSWETENSCHAPPEN Hoofdstuk 2: INVESTERINGSANALYSE 1. Toepasbare beoordelingsmethodes 1.1. Pay-back 1.2. Return on investment 1.3. Internal rate of return 1.4. Net present value 2. De investeringsbeslissing

Nadere informatie

Hoofdstuk 22. De kosten van duurzame productiemiddelen. Wat zijn afschrijvingen? Waardevermindering van je bezit!

Hoofdstuk 22. De kosten van duurzame productiemiddelen. Wat zijn afschrijvingen? Waardevermindering van je bezit! www.jooplengkeek.nl De kosten van duurzame productiemiddelen Hoofdstuk 22 Wat zijn afschrijvingen? Waardevermindering van je bezit! Duurzame bezittingen gaan we afschrijven in meerdere jaren. (niet in

Nadere informatie

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT (Innovatieve) projecten Financiële haalbaarheid Welke kennis is essentieel Bedrijfsplan Investeringsselectie Inkoopmarkt Bedrijf Verkoopmarkt Productiemiddelen Gelduitgaven

Nadere informatie

11 Investeringsselectie

11 Investeringsselectie 11 Investeringsselectie hoofdstuk 11.1 C 11. B 11.3 B 11.4 D 11.5 C 11.6 D 11.7 A 11.8 A 11.9 C Gemiddelde winst: 100.000 85.000 = 15.000 Gemiddeld vermogen: (100.000 + 10.000) / = 55.000 GBR: 15.000 /

Nadere informatie

netto winst

netto winst opgave 1 investering 400.000 restwaarde 100.000 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 netto winst 20.000 30.000 40.000 10.000 10.000 Gevraagd: Wat is het gemiddelde rendement? gemiddelde winst / gemiddeld

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Beoordelen

Hoofdstuk 6: Beoordelen Hoofdstuk 6: Beoordelen M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H6: Beoordelen Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

3. Wat is het kenmerkende verschil tussen een uitbreidings - en een expansieinvestering?

3. Wat is het kenmerkende verschil tussen een uitbreidings - en een expansieinvestering? Hoofdstuk 7 Investeringsselecties Open vragen: 1. Geef het kenmerkende verschil aan tussen investeren en beleggen! 2. In welke categorieën vallen investeringen onder te verdelen? 3. Wat is het kenmerkende

Nadere informatie

Investeringsbeslissingen

Investeringsbeslissingen Investeringsbeslissingen 1. Begrippen 1.1. Wat is investeren? Een dadelijke (zekere) beschikbare koopkracht inruilen tegen: 1. een toekomstige onzekere inkomensstroom; 2. besparingen van uitgaven; 3. een

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 6 onderdeel: CAS datum: 19 december 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start Aanwijzingen:

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE 6 VWO Opgave 1. De onderneming Haakma BV heeft voor 2005 de volgende voorcalculatie met betrekking tot de toegestane kosten opgesteld. De constante fabricagekosten bestaan

Nadere informatie

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers Geleerd in vorige presentaties Module 4 Inzicht in cijfers 1. Balans in detail 2. Kengetallen Les 4. Vergelijk je resultaten op 4 manieren + maak goede investeringsbeslissingen Les 4 Vergelijk je resultaten

Nadere informatie

1 Het kasstroomoverzicht

1 Het kasstroomoverzicht Oefeningen Kasstroomoverzicht 1 Het kasstroomoverzicht De gegevens van een bedrijf zijn: Balans per 31 december 2011 en 2012 dec-12 dec-11 dec-12 dec-11 Vaste Activa 1.000.000 1.200.000 Eigen Vermogen

Nadere informatie

De resultatenrekening

De resultatenrekening De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De

Nadere informatie

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm Versie d.d. 4 augustus

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Bereken het netto werkkapitaal per 1-4-2018. = Nettowerkkapitaal Voorraad goederen 250.000 Debiteuren 80.000 ING bank 65.000 Kas 5.000 + 400.000 Crediteuren 60.000 Te betalen omzetbel

Nadere informatie

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten. De liquiditeits - en resultatenbegroting Een bedrijf wil graag weten of hij aan zijn betaalverplichtingen kan voldoen. Daarom wordt een planning gemaakt in de ontvangsten en de uitgaven (vaak binnen een

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55% Opgave 1 1 maximumscore 1 1.320.000 900.000 + 1.500.000 x 100% = 55% 2 maximumscore 2 Zonder een voorziening zijn de werkelijke uitgaven ook kosten in een jaar. Met een voorziening worden de kosten verspreid

Nadere informatie

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm Versie d.d.

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm Versie d.d. ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm Versie d.d. 30 mei 2019 Module 5: Financieel management (verdiepingsmodule) Hoofdstuk

Nadere informatie

EEN ANDERE KIJK OP INVESTERINGSPROJECTEN

EEN ANDERE KIJK OP INVESTERINGSPROJECTEN EEN ANDERE KIJK OP INVESTERINGSPROJECTEN Themadag van het stoomplatform Efficiency in stoomsystemen Duiven, 13 mei 2009 Franka Morssink PROGRAMMA Introductie Dynamiek Begrippen Investeringsvoorbeeld Gegevens

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 25 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 25 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 12.15-14.45 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 12.15-14.45 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 8 2015 NGO-ENS B / 8 Opgave 1 (20 punten) Vraag 1 Vraag 1 De bètacoëfficiënt

Nadere informatie

:: Investeringsanalyse

:: Investeringsanalyse :: Investeringsanalyse Patrick Henckes Business Development 19-03-2010 :: Inhoud Definitie Uitgangsprincipe Basisbegrippen Rendabiliteitscriteria TVT NPV KBE Invloedsfactoren investeringsanalyse Voorbeeld

Nadere informatie

Het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht 8 Het kasstroomoverzicht 801 Ingaande geldstromen 1 Toename eigen vermogen a Winst vóór belasting d 400.000** b Opbrengst aandelenemissie - 20.000** 2Toename langlopende schulden - 190.000** 3 Desinvestering

Nadere informatie

OEFENINGEN HOOFDSTUK 2

OEFENINGEN HOOFDSTUK 2 OEFENINGEN HOOFDSTUK 2 1 2 OEFENING 1 DE ONDERNEMING DATSUN N.V. MAAKT AIRCONDITIONING SYSTEMEN. OMWILLE VAN DE STERKE GROEI VAN DIE MARKT, IS DE HUIDIGE PRODUCTIECAPACITEIT NIET LANGER TOEREIKEND. DATSUN

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 12.000 18.000 26.000 25.000 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat zijn de grote verschillen tussen financial- en operational leasing? Financial leasing Langlopende overeenkomst Leasetermijn

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 7. In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 7. In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 7. In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Na het schandaal met de sjoemelsoftware in dieselauto s in 2015 heeft de Europese

Nadere informatie

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 25 januari 2011 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Handelsonderneming Astan bv heeft gegevens verzameld. Deze gegevens zijn nodig voor het opstellen van de

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2005-I

Eindexamen m&o vwo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Opgave 1 1 volgens grafiek: 10% voor computers en 5% voor software 0,15 54 = 8,1 miljard 2 aan de verzadigingsfase gaat de volwassenfase (rijpheidsfase) vooraf, de neergangsfase (eindfase)

Nadere informatie

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Balans M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H4: Balans Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Appendix Bedrijfseconomie

Appendix Bedrijfseconomie Appendix Bedrijfseconomie De Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens ( de Associatie ) organiseert twee keer per jaar examens voor het in ons land erkende Praktijkdiploma Boekhouden (PDB). Voor het

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk 30.000,- en 20.000,- afgeschreven.

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk 30.000,- en 20.000,- afgeschreven. Management en Organisatie VWO 6 Herhaling CE Begrotingen nummer 2 Opgave 1 Gegeven is de volgende balans van Fitna bv: Balans per 1/1 2008 --------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter Samenvatting door Y. 1479 woorden 5 juli 2017 6,3 4 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Oorspronkelijke geleende bedrag alle aflossingen= schuldrest. Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen.

Nadere informatie

Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22

Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22 Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22 T/m 19.12 zijn activiteitskengetallen. Vanaf 19.13 Rentabiliteitskengetallen Opgave 19.3 A. Bereken de gemiddelde voorraad over 2013 Q1 1-1

Nadere informatie

Financiën en risicomanagement

Financiën en risicomanagement Financiën en risicomanagement Leergang Bedrijfskunde voor de Agribusiness Miranda Meuwissen, Alfons Oude Lansink Bedrijfseconomie, Wageningen Universiteit Inhoud Risico-identificatie & stress test (Miranda)

Nadere informatie

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e Numerieke antwoorden Hoofdstuk 1 V 1.2 a1 250.000 a2 290.000 b 192.500 c1 124.025 c2 133.400 d 165.975 e 156.600 V 1.3 a Omzet maximaal 11.400 (situatie 10) b Winst maximaal 4.670 (situatie 7) Hoofdstuk

Nadere informatie

Beoordeling van investeringsvoorstellen

Beoordeling van investeringsvoorstellen Beoordeling van investeringsvoorstellen C2010 1 Beoordeling van investeringsvoorstellen Ir. drs. M. M. J. Latten 1. Inleiding C2010 3 2. De onderneming C2010 3 3. Investeringen G2010 3 4. Selectiecriteria

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

Beginner. Beginner. Beginner

Beginner. Beginner. Beginner Beginner Nummer 1 Beginner Nummer 2 Beginner Antwoordmodel Antwoordmodel Antwoordmodel Nummer 3 2014: uitgave 0/kosten 30 Afschrijving De waardevermindering van de auto (een onderdeel van de vaste activa)

Nadere informatie

Economie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen

Economie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente

Nadere informatie

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I. Opdracht 1 De Wilde en Timmer De dames De Wilde en Timmer gaan een autobedrijf beginnen: zij kopen auto s en accessoires in en verkopen die. Om het autobedrijf te kunnen openen op 1 januari 2006 zijn in

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2010 - II

Eindexamen m&o vwo 2010 - II Beoordelingsmodel Opgave 1 1 maximumscore 2 Aantal geplaatste aandelen bij oprichting 1.200.000 4 175.000 = 125.000 1 ( 1.200.000 + 908.000 ) 1.428.000 Emissiekoers bij oprichting = 5,44 125.000 1 2 maximumscore

Nadere informatie

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,-

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,- Meerkeuzevragen: 1. John maakt voetballen in Afrika. Hij verdient netto 45,- per week. Hij krijgt een loonsverhoging tijdens het WK voetbal van 1,5 %. Hoeveel verdient deze jongen dan netto per kwartaal?

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 43 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 43 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 belangrijk Solvabiliteitskengetallen: de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen en totaal vermogen 2 3 4 Solvabiliteitskengetallen Er zijn verschillende solvabiliteitskengetallen

Nadere informatie

Wetenschappelijk Onderwijs

Wetenschappelijk Onderwijs Uitwerkingen / waardering 1 Toets 3B1 VWO 6 MO onderdeel 631 Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Toets: M&O Afdeling: A6 PTA aanduiding: Toets 631 Tijdsduur: 80 minuten Weging SE: 15% Herkansbaar:

Nadere informatie

Management en Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 11. Oefenopgaven: aandelen, intrinsieke waarde en dividend

Management en Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 11. Oefenopgaven: aandelen, intrinsieke waarde en dividend Management en Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 11 Oefenopgaven: aandelen, intrinsieke waarde en dividend Opgave 1 Een nv beschikt op 1 januari 2010 over de volgende gegevens: - geplaatst aandelenvermogen 40.000.000

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16 Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16 16 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Hartenstijn bv heeft op 1 januari de volgende balans opgesteld: Balans 1 januari 2009 --------------------------------------------------------------

Nadere informatie

In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 5.

In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 5. Opgave 2 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 5. Vastgoedmaatschappij Flexbouw bv is eigenaar van het kantoorpand De Borgstaete en heeft

Nadere informatie

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4 EENMANSZAAK DEEL 1 Periode 3 en 4 HOOFDSTUK 1 Geld lenen kost geld Intrest (ook wel rente genoemd) is de vergoeding die je betaalt aan de gene die jou het geleende bedrag ter beschikking stelt. Intrest

Nadere informatie

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE EN RISK MANAGEMENT DINSDAG 3 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE EN RISK MANAGEMENT DINSDAG 3 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FINANCE EN RISK MANAGEMENT DINSDAG 3 MAART 2015 08.45-11.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Finance en risk management Dinsdag 3 maart 2015 B / 6 2015 Stichting ENS

Nadere informatie

Eindexamen vwo m&o II

Eindexamen vwo m&o II Opgave 1 1 maximumscore 2 De zakelijke lasten zijn door de verkoper vooruitbetaald. Uitsluitend 0 of 2 scorepunten toekennen. 2 maximumscore 3 maand in 2011 schuldrest ( ) begin van de maand interestdeel

Nadere informatie

10. Break the Code. Registratieformulier Break the Code. Namen groepsleden. Code poging 1 Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3

10. Break the Code. Registratieformulier Break the Code. Namen groepsleden. Code poging 1 Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3 10. Break the Code Registratieformulier Break the Code Namen groepsleden Code poging 1 Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3 Code poging 2 (indien nodig) Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3 Puzzel 1: woordzoeker Instructies

Nadere informatie

H1. Ondernemingen in de economie De drie E s

H1. Ondernemingen in de economie De drie E s H1. Ondernemingen in de economie De drie E s Economie houdt zich bezig met de vraagstukken die samenhangen met de mens in zijn streven naar welvaart : hoe kan de voorziening in goederen en diensten zo

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management Financieel Management Beoordeling financieel Financiële kengetallen Activiteitskengetallen Rentabiliteitskengetallen Liquiditeitskengetallen Solvabiliteitskengetallen Productiviteitskengetallen Beleggingskengetallen

Nadere informatie

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen www.jooplengkeek.nl Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen De waarderingsgrondslag is de wijze waarop de activa (bezit) wordt gewaardeerd in de administratie (boekhouding, balans). Voor welke prijs?

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER 2015 08.45 11.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 7 Opgave 1 (40 punten) 1. Een voorbeeld van een goed antwoord: De interest

Nadere informatie

Hoe bereken je het interestbedrag bij enkelvoudige interest? Geef de formule en licht deze kort toe.

Hoe bereken je het interestbedrag bij enkelvoudige interest? Geef de formule en licht deze kort toe. R1 Hoe bereken je het interestbedrag bij enkelvoudige interest? Geef de formule en licht deze kort toe. R2 Het bedrag 4.000 staat 6 maanden op een bankrekening tegen 8% enkelvoudige interest. Bereken de

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Het kasstroomoverzicht wordt gemaakt om inzicht te verschaffen in de dynamische liquiditeit van de onderneming. Oftewel de liquiditeit gedurende het boekjaar. Zoals u inmiddels

Nadere informatie

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren www.jooplengkeek.nl Regels voor Passiva Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren www.jooplengkeek.nl

Nadere informatie

week 2 Homework opgave 1 H4 Resultatenrekening Afschrijvingskosten: zeilboten

week 2 Homework opgave 1 H4 Resultatenrekening Afschrijvingskosten: zeilboten opgave 1 Homework Afschrijvingskosten: zeilboten Aanschafwaarde boten 2 * 7.000 = 14.000 Restwaarde 2.000 Af te schrijven in 15 jaar 12.000 Per jaar 12.000 / 15 = 800 2012 is maar een half jaar Afschrijving

Nadere informatie

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - een case met 12 open

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2001-I

Eindexamen m&o vwo 2001-I Eindexamen m&o vwo 00-I 4 Antwoordmodel Opgave Maximumscore voorbeelden van juiste antwoorden: Zelf selecteren kan goedkoper zijn. Bij zelf selecteren kan beter ingeschat worden of de sollicitant binnen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. hypotheekgever, want Freek geeft het recht van hypotheek aan de bank

Vraag Antwoord Scores. hypotheekgever, want Freek geeft het recht van hypotheek aan de bank Opgave 1 1 maximumscore 1 hypotheekgever, want Freek geeft het recht van hypotheek aan de bank 2 maximumscore 2 225.000 x 0,048 x (1-0,52) = 432 12 3 maximumscore 2 Aangezien er bij het afsluiten van de

Nadere informatie

Eindexamen havo m&o 2013-I

Eindexamen havo m&o 2013-I Opgave 2 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 6. Bij deze opgave worden de belastingen buiten beschouwing gelaten. Peter de Beer is de eigenaar van een klein autobedrijf (FIAT De Beer

Nadere informatie

Thema 7. Investeringsmanagement

Thema 7. Investeringsmanagement Thema 7 Investeringsmanagement 1. Investeringsbeslissingsproces Besluitvormingsproces voor investeringen (6 fasen) (Choate & Racette, 1983) Investeringsopportuniteiten Nieuwe investeringsopportuniteiten

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART 2016 08.45-11.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 8 2015 NGO-ENS B / 8 Opgave 1 (25 punten) Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag

Nadere informatie

UIT balans en resultatenrekening

UIT balans en resultatenrekening Inzicht in winst. Bedrijven zijn verplicht een bedrijfsadministratie te voren. De belangrijkste onderdelen van de bedrijfsadministratie zijn de balans en de resultatenrekening. Het gevolg van het verplaatsen

Nadere informatie

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde. 1 Kosten van duurzame productiemiddelen 1.1 Inleiding Een onderneming maakt kosten om omzet te kunnen behalen. De kosten vormen de basis voor de totstandkoming van de verkoopprijs. Een belangrijk onderdeel

Nadere informatie

OPGAVEN EN UITWERKINGEN OEFENEXAMEN 2 DE ASSOCIATIE

OPGAVEN EN UITWERKINGEN OEFENEXAMEN 2 DE ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 2 DE ASSOCIATIE Opgave 1 Wat wordt verstaan onder corporate governance? De manier waarop een onderneming a. goed en efficiënt geleid moet worden. b. de financiering op lange termijn zekerstelt.

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 CiTG, minor Mining and Resource Engineering Economie college 1: Grip op Geldstromen Dr.ir. Gerard P.J. Dijkema Energy & Industry Group December

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2003-II

Eindexamen m&o vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opgave 1 1 voorbeelden van juiste antwoorden: kosten voor de winkelier bij de administratieve afhandeling; interestvergoeding voor het verstrekte krediet; vergoeding voor het risico van

Nadere informatie

Financiële aspecten van de planning

Financiële aspecten van de planning 14 hoofdstuk Financiële aspecten van de planning 14.1 B 14.2 A 14.3 D 14.4 D 14.5 D 14.6 C 14.7 C 14.8 C 14.9 A 14.10 D 14.11 B 14.12 D 14.13 C 1 12 18.000 = 1.500 14.14 A 14.15 C Ontvangen wordt november,

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Kostensoorten

www.jooplengkeek.nl Kostensoorten www.jooplengkeek.nl Kostensoorten Grondstoffen Arbeid Overige variabele kosten Duurzame productiemiddelen Grond Diensten van derden Belastingen Financiering 1 Kostensoorten Financiering Financieringskosten

Nadere informatie

Investerings en financieringsprobleem

Investerings en financieringsprobleem 10 hoofdstuk Investerings en financieringsprobleem 10.1 C 10.2 B 10.3 C 10.4 B 10.5 A 10.6 D 10.7 B 10.8 A 10.9 D 10.10 C 10.11 C 10.12 B 60% van 25.000.000 = 15.000.000 10.13 C Balanstotaal 30.000.000;

Nadere informatie

11 Kasstroomoverzicht

11 Kasstroomoverzicht 11.2 Van de nv Bergsma worden de volgende gegevens verstrekt. Balansen ultimo ( 1.000): Terreinen 120 120 Geplaatst kapitaal 600 600 Gebouwen - 575-530 Algemene reserve - 525-570 Machines - 430-450 Eigen

Nadere informatie

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2014 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur management & organisatie Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 33 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Gezamenlijk aan de slag met Zonne-energie

Gezamenlijk aan de slag met Zonne-energie Gezamenlijk aan de slag met Zonne-energie Advies op Maat Johannes Zijlstra 09-12-2013 LTO Noord Advies Onderwerpen Rendement zonnepanelen Wat bepaalt de terugverdientijd Rendementsberekening Voor wie is

Nadere informatie

Acumulus & Co. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Acumulus & Co. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB) Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB) 2013 Acumulus & Co Inhoud: - Verlies- en Winstrekening - Balans - Priveonttrekkingen/-stortingen - Bijlagen BTW-nummer Van 01-01-2013 Tot en met 31-12-2013

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 5 onderdeel: Cash Management datum: 28 juni 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start

Nadere informatie

Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen.

Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen. www.jooplengkeek.nl Enkelvoudige interest Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen. Voor een lange periode (lang krediet) of een korte periode (kort krediet), maar het is altijd tijdelijk. We moeten

Nadere informatie

Investeringsselectie met de gebruikelijke krabbels op het whiteboard

Investeringsselectie met de gebruikelijke krabbels op het whiteboard Investeringsselectie met de gebruikelijke krabbels op het whiteboard In het eerste cluster geheel spontaan, in het tweede met dezelfde gegevens: vorige week (op 13 en 14 oktober 2016) hebben we een voorbeeld

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART 2016 12.00-14.00 UUR Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel maar waarbij

Nadere informatie

eindexamenprogramma m&o vwo

eindexamenprogramma m&o vwo Domein G: Externe financiële verslaggeving 17. : - de begroting en de jaarrekening van commerciële en niet-commerciële organisaties analyseren, zoals deze worden voorgelegd aan medezeggenschapsraden, ondernemingsraden

Nadere informatie

Acumulus & Co. Bijlage 2. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Acumulus & Co. Bijlage 2. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB) Bijlage 2 Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB) 2014 Acumulus & Co Inhoud: - Verlies- en Winstrekening - Balans - Priveonttrekkingen/-stortingen - Bijlagen BTW-nummer Van 01-01-2014 Tot

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 9 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 9 ANTWOORDEN HOOFDSTUK 9 ANTWOORDEN Opgave 1 a. Wat zijn de grote verschillen tussen financial- en operational leasing? Financial leasing Langlopende overeenkomst Leasetermijn gelijk aan de economische levensduur Contract

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing

Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing Hoofdstuk 1 Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing Opgave 1.1 In een onderneming wordt voor het verpakken van producten Kappa gebruikgemaakt van de machine

Nadere informatie

Jaarrekening 2015. St. Dogs Adoption Nederland Waalstraat 10 3363 CN Sliedrecht

Jaarrekening 2015. St. Dogs Adoption Nederland Waalstraat 10 3363 CN Sliedrecht Waalstraat 10 3363 CN Sliedrecht Waalstraat 10 3363 CN Sliedrecht INHOUDSOPGAVE PAGINA ALGEMEEN Samenstellingsverklaring 1 Algemeen 2 Financiële positie 3 Staat van herkomst en besteding van de middelen

Nadere informatie

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente? Rente Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente? Als een bedrijf een nieuwe machine wil kopen, is daar niet

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4 Opgave 4.1 Balans 1 januari jaar 3 1 Vaste activa Eigen vermogen 178.500 Gebouw 150.000 Bedrijfsauto s 48.000 Lang vreemd vermogen Inventaris 16.000 214.000 Hypotheek 80.000 Vlottende activa Voorraad goederen

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1

Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1 Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1 2017-2018 Bedrijfseconomie voor notariëlen week 1 HC 1, 4 september 2017 Inleiding in de jaarrekening Voor de waardebepaling van een bedrijf

Nadere informatie