Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd
|
|
- Juliana de clercq
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen.
2 Bijlage Quiz Ruilen over de tijd kaartjes open vragen Vraag: Geef de formule voor het berekenen van het reële inkomen. Antwoord: RIC = NIC 100 PIC Vraag: Welke instantie berekent het inflatiepercentage in Nederland? Antwoord: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vraag: Is inflatie gunstig of ongunstig voor een persoon met een schuld? Antwoord: Gunstig, want zijn als zijn nominale schuld gelijk blijft (of minder hard groeit dan de inflatie), zal de inflatie ervoor zorgen dat de reële schuld afneemt. Vraag: Noem twee hypotheekvormen. Antwoord: Lineaire hypotheek, annuïteitenhypotheek, aflossingsvrije hypotheek, spaarhypotheek beleggingshypotheek. Vraag: Welke rentepercentage is hoger die van je spaarrekening of die van een lening? Antwoord: Van een lening (zo maken banken winst). Vraag: Geef een ander woord voor rente. Antwoord: Interest. Vraag: Worden overheidsuitkeringen gefinancierd volgens het omslagstelsel of het kapitaaldekkingsstelsel? Antwoord: Omslagstelsel. De inkomsten van dat jaar worden gebruikt voor de uitkeringen van dat jaar. Vraag: Noem twee voorbeelden van overdrachtsinkomens. Antwoord: Kinderbijslag, subsidie, studiefinanciering, AOW-uitkering, bijstand. Vraag: Zijn overheidsuitkeringen welvaartsvast of waardevast? Antwoord: Waardevast (groeien mee met de inflatie en niet met de loonstijgingen van de cao s). Vraag: Noem vier levensfases. Antwoord: Kind, scholier, student, jong volwassen, oud volwassen, gepensioneerd. Vraag: Is vermogen een stroomgrootheid of een voorraadgrootheid? Antwoord: Voorraadgrootheid, wordt gemeten op een bepaald moment. Vraag: Hoe bereken je de toegevoegde waarde van de overheid? Antwoord: Door alle salarissen van de ambtenaren op te tellen.
3 Vraag: Hoe bereken je het begrotingstekort van de overheid? Antwoord: Door de inkomsten minus de uitgaven te doen. Vraag: Hoeveel ministeries zijn er in Nederland? Antwoord: 11 ministeries. Vraag: Welk ministerie heeft het grootste budget? Antwoord: Volksgezondheid, Welzijn en Sport
4 Kleurpagina vraagkaartjes gevorderde Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz gevorderde printen en uitsnijden of knippen.
5 Vraag: Noem drie soorten inflatie. Antwoord: Winstinflatie, bestedingsinflatie, kosteninflatie, geïmporteerde inflatie. Vraag: Noem een land waar hyperinflatie is geweest. Antwoord: Zimbabwe, Argentinië, Rusland, Hongarije, Duitsland. Vraag: Leg uit wat de rentemarge is van een bank. Antwoord: Dat is het verschil in rente die een bank krijgt over gegeven leningen en die ze geeft over spaargelden. Vraag: Leg uit wat een annuïteitenhypotheek is. Antwoord: Hypotheekvorm waarbij de som van het aflossingsbedrag en de betaalde rente gelijk blijft gedurende de looptijd. Vraag: Leg uit wat een lineaire hypotheek is. Antwoord: Hypotheekvorm waarbij het aflossingsbedrag gelijk blijft en de betaalde rente per periode afneemt. Vraag: Leg uit wat het omslagstelsel is. Antwoord: Een financieringsstelsel waarbij ontvangen (sociale) premies in een jaar worden gebruikt om uitkeringen in dat jaar te betalen. Vraag: Leg uit wat het kapitaaldekkingsstelsel is. Antwoord: Een financieringsstelsel waarbij uit individuele premiebetaling vermogen wordt gevormd voor de betaling van uitkeringen in de toekomst. Vraag: In welke levensfases heb je profijt van de overheid en ben je dus netto ontvanger? Antwoord: Kind, scholier, gepensioneerd. Vraag: Leg uit wat het verschil is tussen stroomgrootheden en voorraadgrootheden. Antwoord: Stroomgrootheid wordt gemeten over een bepaalde periode en voorraadgrootheid op een bepaald moment. Vraag: Leg uit hoe het financieringstekort berekend wordt. Antwoord: Door de inkomsten van de overheid minus de uitgaven te doen (begrotingstekort) en daar ook de aflossingen vanaf te halen. Vraag: Wat is het verschil tussen directe en indirecte belastingen? Antwoord: Directe belastingen worden direct aan de belastingbetaler opgelegd en bij indirecte belastingen worden de belastingen door een derde partij geïnd. Vraag: Leg uit wat afschrijvingen zijn. Antwoord: De waardevermindering van vaste kapitaalgoederen door slijtage en veroudering.
6 Vraag: Leg het verschil uit tussen eigen en vreemd vermogen. Antwoord: Eigen vermogen bestaat uit de waarde van de bezittingen minus de schulden van een persoon of bedrijf en vreemd vermogen zijn alleen de schulden van een bedrijf. Vraag: Leg uit wat het verschil is tussen debiteuren en crediteuren. Antwoord: Debiteuren zijn afnemers waar een bedrijf nog geld van tegoed heeft en crediteuren zijn leveranciers waar een bedrijf nog geld aan moet betalen. Vraag: Leg het verschil uit tussen reëel en nominaal inkomen. Antwoord: Nominaal inkomen is absoluut (in getallen gegeven) inkomen en reëel is gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
7 Kleurpagina vraagkaartjes expert Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz expert printen en uitsnijden of knippen.
8 Vraag: Waarom is het CPI niet voor iedereen gelijk? Antwoord: Omdat de bestedingscategorieën en wegingsfactoren per persoon verschillen. Vraag: Leg uit waarom deflatie niet goed is voor de economie. Antwoord: Omdat consumenten hun bestedingen zullen uitstellen, waardoor er niets meer verkocht wordt. Vraag: Leg uit waarom inflatie de concurrentiepositie van een land beïnvloedt. Antwoord: Inflatie in een land kan de lonen opdrijven waardoor de loonkosten per product kunnen stijgen en de concurrentiepositie van een land kan verslechteren. Vraag: Leg het verschil uit tussen enkelvoudige en samengestelde interest. Antwoord: Bij enkelvoudige interest krijg je elk jaar je interest over een vast bedrag, bij samengestelde interest krijg je rente op rente. Vraag: Koppel de termen sparen en lenen aan ruilen over de tijd. Antwoord: Bij sparen ruil je over de tijd omdat je consumptie uitstelt naar de toekomst en bij lenen haal je je consumptie in de tijd naar voren. Vraag: Waarom zorgt de vergrijzing er voor dat het omslagstelsel niet meer werkt? Antwoord: Omdat het aantal uitkeringsontvangers harder groeit dan het aantal premiebetalers. Vraag: Waarom vergroten waardevaste uitkeringen de kloof tussen arm en rijk? Antwoord: Omdat de cao-lonen welvaartsvast zijn en de uitkeringen niet. Zo stijgt het inkomen van mensen die werken harder dan het bedrag dat mensen met een uitkering uitvangen. Vraag: Leg uit wat een anticyclisch begrotingsbeleid is. Antwoord: Stimuleringsbeleid waarbij de overheid de economie gaat stimuleren door in laagconjunctuur haar bestedingen te verhogen en de belastingen te verlagen. Vraag: Leg het verband uit tussen de staatsschuld en het investeringsklimaat van een land. Antwoord: Door hoge staatsschuld kan de rente in een land stijgen, waardoor investeren onaantrekkelijk wordt. Vraag: Leg uit wat intergenerationele overdrachten zijn. Antwoord: Overdrachten tussen generaties zoals kennis maar ook milieuproblemen en dergelijke. Vraag: Leg uit waarom het begrotingstekort vanzelf oploopt in tijden van recessie. Antwoord: Omdat de bestedingen teruglopen zal de werkloosheid toenemen en de overheid zal meer uitkeringen moeten betalen. De inkomsten van de belastingen dalen. Vraag: Leg het verschil uit tussen de overheid en de collectieve sector. Antwoord: De overheid is onderdeel van de collectieve sector. Naast de overheid bestaat de collectieve sector ook uit instellingen voor sociale zekerheid (bijvoorbeeld UWV).
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatie4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd
Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober 2016 4,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco H5 Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd Ruilen over de tijd Prijs = rente Financiële
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieDomein E: Concept Ruilen over de tijd
1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande
Nadere informatieEconomie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen
Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieRuilen over de tijd. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Ruilen over de tijd Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Bedenk dat bij ruilen er altijd twee dingen gedaan worden. Je geeft wat en je krijgt wat terug. Als je twee keer ruilt - ruilen over de tijd
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieEconomie Samenvatting M4
Economie Samenvatting M4 Hoofdstuk 1 De prijs van tijd Ruilen over tijd is een belangrij onderdeel van economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, bedrijven en de overheid. Gezinnen sparen voor hun
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2008-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) primair bij (2) directe
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieVroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.
Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding
Nadere informatie6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld
Boekverslag door E. 1574 woorden 31 oktober 2011 6.7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: 1.1 Schaarste is spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in
Nadere informatie6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5
Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8
Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst door een scholier 1298 woorden 26 februari 2004 6,2 13 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen hoofdstuk 7 en 8 Collectieve sector -> bestaat uit
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieEconomische conjunctuur
Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) laagconjunctuur
Nadere informatieSamenvatting Economie Heden, verleden en toekomst
Samenvatting Economie Heden, verleden en toe Samenvatting door Marise 1856 woorden 6 maart 2017 7 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Heden, verleden en toe Hoofdstuk 1
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Inflatie
Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?
Nadere informatieHieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek.
Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek. Inleiding: De genoemde vormen zijn voor starters de enige vormen die sinds 01-01-2013 leiden tot renteaftrek. Andere vormen,
Nadere informatieBedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)
www.jooplengkeek.nl Interne verslaggeving Kosten en uitgaven Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst) Meestal
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Jong en Oud
Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.
Nadere informatieDit rendement wordt het nominale rendement genoemd. Om het reële rendement te berekenen moet het nominale
door A. 2113 woorden 5 januari 2014 6,7 25 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Ruilen over de tijd is een belangrijk onderdeel van het economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, voor bedrijven
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatie6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon
Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieBegrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.
Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid
Nadere informatie2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement
Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld
Nadere informatieVoorbeelden geven van beslissingen die gevolgen hebben voor je toekomstige koopkracht, zoals sparen voor een brommer of lenen om een huis te kopen.
Samenvatting door T. 2233 woorden 20 oktober 2014 7.6 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 11 Verleden heden en toekomst 11.1 Consumptie Sparen = uitgestelde consumptie. Bijv voor pensioen
Nadere informatieUw huis, uw hypotheek, uw financiële toekomst
Uw huis, uw hypotheek, uw financiële toekomst Rabobank. Een bank met ideeën. Uw huis, uw hypotheek, uw financiële toekomst Lees deze brochure zorgvuldig door. U hebt uw droomhuis gevonden, een prachtig
Nadere informatie8,2. Begrippen. Theorie. Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen
Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni 2003 8,2 205 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen Inkomen in natura: een inkomen dat uit goederen bestaat. Zelfvoorzienend:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 (Lesbrief Inkomen)
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1953 woorden 30 oktober 2004 7,3 19 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vorming van inkomen Een
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7
Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:
Nadere informatieArbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product
Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de
Nadere informatieBij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 9. In deze opgave blijft de vermogensrendementsheffing buiten beschouwing.
Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 9. In deze opgave blijft de vermogensrendementsheffing buiten beschouwing. Tot ongeveer het jaar 2010 stegen de gemiddelde prijzen van verkochte
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatieeconomie havo 2015-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) verkoopmarkt bij (2) monopolistische
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2696 woorden 8 januari 20 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Economie inkomen en groei Luna H5A HOOFDSTUK. Vroeger waren de mensen zelfvoorzienend.
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen
Samenvatting Economie Inkomen Samenvatting door een scholier 2656 woorden 28 maart 2007 8 42 keer beoordeeld Vak Economie Economie Inkomen: H 1: De vorming van inkomen. 1.1 De vorming van primair inkomen:
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting door R. 1640 woorden 24 juni 2014 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. Geld Begrippen Directe ruil Indirecte
Nadere informatieHoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:
www.jooplengkeek.nl Vreemd vermogen op lange termijn Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: 1. Onderhandse lening. 2. Obligatie lening. 3.
Nadere informatieDe CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie.
Samenvatting door een scholier 1662 woorden 22 maart 2004 6,7 30 keer beoordeeld Vak Economie Economie Inkomen H2 t/m H7 (havo-4) H2 Inkomen en Inflatie 1 Nominaal inkomen: inkomen gemeten in geld Reëel
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieEindexamen havo economie 2013-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) monopolie bij (2) toe
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieDe drie manieren van pensioen sparen noemen we de 3 pijlers van het pensioensysteem.
De toekomst is onbekend. Er komt een leeftijd dat werken niet meer gaat. Je hebt dan wel geld nodig om van te leven. Geld voor de oude dag wordt deels door de overheid geregeld. De overheid heeft een staatspensioen
Nadere informatieEen huis, de hypotheek, en uw financiële toekomst
Een huis, de hypotheek, en uw financiële toekomst U hebt uw droomhuis gevonden, een prachtig idee voor de verbouwing of u wilt een andere hypotheek. Uitstekend! Maar dat heeft ook gevolgen voor uw uitgavenpatroon.
Nadere informatieWat je moet weten als je een hypotheek kiest?
Wat je moet weten als je een hypotheek kiest? Als je een hypotheek af gaat sluiten, moet je aan een heleboel dingen denken. We hebben een aantal vragen voor je op een rijtje. Klik op de doorlinks hiernaast
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen)
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1996 woorden 17 oktober 2004 6,6 28 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie, proefwerk Ho. 1 en 2 Hoofdstuk
Nadere informatie6.1 De AOW. Een alleenstaande krijgt 70% van het minimumloon. Gehuwden of samenwonenden krijgen 100% van het minimumloon.
6.1 De AOW In 1957 is in Nederland de AOW ingevoerd door premiers Willem Drees (PVDA). Iedereen die 65 jaar of ouder is, krijgt een uitkering van de staat. Deze uitkering hangt af van het aantal jaren
Nadere informatie17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid
Samenvatting door een scholier 2137 woorden 18 juni 2008 7 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: Geldschepping H17 17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid De maatschappelijke geldhoeveelheid
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Maximumscore 1 1 Uit het antwoord moet blijken
Nadere informatieNadeel Uiteindelijk wordt er geen vermogen opgebouwd om de hypotheek mee af te kunnen lossen.
Welke hypotheekvorm past het beste bij uw specifieke situatie? Het is fijn om van tevoren al te weten welke basis hypotheekvormen er bestaan. Hieronder staan de hypotheekvormen een voor een kort beschreven
Nadere informatieM&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 4: Balans M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H4: Balans Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting
Nadere informatieVerboden woord Lesvoorbereiding kaartjes kaartjes achterkant Spelregels Afronding
Verboden woord Lesvoorbereiding Maak de kaartjes (print eerst het (word)document kaartjes op dik papier en vervolgens het (powerpoint)document kaartjes achterkant op de achterzijde. U kunt ook gebruik
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieUw koopkracht in de toekomst
Een goed gesprek over Uw koopkracht in de toekomst Nadenken over de toekomst. Dat is wat ons kantoor dagelijks doet. De toekomst van u, en die van de andere relaties van ons kantoor. De ene keer gaat het
Nadere informatieDe Hypotheek. De Hypotheekrente. Rentevastperiode. Wat is een hypotheek? Wat zijn de kosten van mijn lening? Variabele rente
De Hypotheek Je gaat een woning kopen en hebt hiervoor een lening nodig van de bank. In deze toelichting proberen wij je inzichtelijk te maken wat een hypotheek is en wat de meest voorkomende vormen zijn.
Nadere informatie7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.
Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart 2015 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 2.1 Sparen en rente Redenen om te sparen: 1. Sparen uit voorzorg
Nadere informatie5.2 Wie is er werkloos?
5.2 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieWelke hypotheek past bij mijn persoonlijke en financiële situatie? Stappenplan Wat voor hypotheek past bij mij
Welke hypotheek past bij mijn persoonlijke en financiële situatie? Stappenplan Wat voor hypotheek past bij mij Een onderneming van ABN AMRO BANK N.V. Welke hypotheek past bij mij? Je hebt je pijlen gericht
Nadere informatieEeckhout & Slegt. financieel adviseurs. De hypotheekvormen
Eeckhout & Slegt financieel adviseurs De hypotheekvormen Maandbedrag Lineaire hypotheek Maandlast Restschuld Rente (fiscaal aftrekbaar) Aflossing Lineaire hypotheek Voordelen u bouwt snel en veilig vermogen
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieRekenen aan Hypotheken
Rekenen aan Hypotheken Tom Verhoeff Augustus 1994 1 Inleiding Als je een huis wilt kopen en niet genoeg geld hebt, dan zul je dit geld moeten lenen en daardoor een schuld aangaan. Aan zo n lening zijn
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 2112 woorden 10 maart 2004 5,5 28 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Inkomen Hoofdstuk 1 De vorming van inkomen Microniveau= de
Nadere informatieModule 4: Antwoorden vwo. nieuwe economie
Module 4: Antwoorden vwo nieuwe economie Verantwoording 2010, Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie berust bij SLO. Voor deze module geldt een Creative
Nadere informatieBeginner. Beginner. Beginner
Beginner Nummer 1 Beginner Nummer 2 Beginner Antwoordmodel Antwoordmodel Antwoordmodel Nummer 3 2014: uitgave 0/kosten 30 Afschrijving De waardevermindering van de auto (een onderdeel van de vaste activa)
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO
Correctievoorschrift HAVO 2008 tijdvak 1 economie 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 1 Regels
Nadere informatieDe Roche. Hypotheek waaier. Een persoonlijke keus voor uw toekomst. Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is
De Roche Hypotheek waaier Een persoonlijke keus voor uw toekomst Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is zeker niet eenvoudig; er zijn ontzettend veel mogelijkheden en bovendien vormt uw beslissing de
Nadere informatie2) Wanneer gaan de verschillende maatregelen in? Per 1 januari 2013
Oktober 2012 Nieuws hypotheekrenteaftrek Zoals het er nu voorstaat zal er vanaf 2013 alleen aftrek worden genoten voor hypotheekrente bij minimaal een annuïtaire aflossing. Op dit moment mag je nog de
Nadere informatieLineaire hypotheek bruto hypotheeklast. Annuïteitenhypotheek bruto hypotheeklast
BECO: HYPOTHEEKVORMEN Lineaire hypotheek bruto hypotheeklast Annuïteitenhypotheek bruto hypotheeklast 1 Opgave 1: Max sluit op 1 januari 2011 een lineaire hypotheek van 100.000 af met een looptijd van
Nadere informatieWerkstuk Economie Lesbrief inkomen
Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk door een scholier 2411 woorden 19 februari 2000 6,2 173 keer beoordeeld Vak Economie HOOFDSTUK 1 INKOMEN 1.1 SOORTEN INKOMEN Als we het in de economie over inkomen
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 3342 woorden 4 mei 2004 8,3 161 keer beoordeeld Vak Economie INKOMEN COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 7 Hoofdstuk 1.) Vroeger hadden
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieNationale Nederlanden Hypotheken verlaagt de hypotheek rentetarieven voor diverse hypotheken met maximaal 0.35%:
met maximaal 0.35%: Aflossingsvrije hypotheek: 5 jaar, 5 jaar (rentebedenktijd). Aflossingsvrije hypotheek - Basis: 5 Aflossingsvrije hypotheek -Basis Nieuwbouw: 5 Aflossingsvrije hypotheek - Nieuwbouw:
Nadere informatie6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni 2012 6,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Paragraaf 19.1: Consumentenprijsindex en gevolgen inflatie. Inflatie: stijging van
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieHoofdstuk 1: Waar produceren
Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3
Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid
Nadere informatie