Ruilen over de tijd. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
|
|
- Erik ten Wolde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ruilen over de tijd Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman
2 Bedenk dat bij ruilen er altijd twee dingen gedaan worden. Je geeft wat en je krijgt wat terug. Als je twee keer ruilt - ruilen over de tijd - moet je ook twee keer iets geven en krijgen. Bedenk bij ruilen over de tijd ook steeds wat er geruild wordt. Ruilen over de tijd = intertemporele substitutie Gezinnen ruilen bestedingen van de toekomst in voor bestedingen nu. Bedrijven ruilen winst nu in voor winst in de toekomst. Overheid ruilt belastingen van de toekomst in voor bestedingen nu. Belasstingen worden wel algemene middelen genoemd. Gezinnen Als de opofferingskosten van het niet-consumeren hoger zijn dan de rente die je ontvangt om geld te sparen, ga je niet sparen maar nu consumeren. De individuele prijs van tijd( de opoffering) is groter dan de marktprijs van tijd (rente). Je bent nu ook geneigd om te gaan lenen. Nu consumeren is aantrekkelijker dan in de toekomst consumeren. Er is een ruil van schuld in de toekomst (en minder consumeren in de toekomst) naar meer geld bezitten nu (en meer consumeren nu). Kortweg:als je nu wil besteden, ga je niet sparen maar geld lenen. In een situatie waar je pas bij een heel hoog rente percentage bereid bent te gaan sparen en al bereid bent om zelfs bij een hoog rentepercentage te gaan lenen, wil je heel graag nu over je geld beschikken. Jouw individuele prijs van tijd is hoger dan de algemene prijs van tijd (de rente). De gezinnen hebben dan hun koopkracht van de toekomst nu ingezet. Bedrijven Een vergelijkbare afweging kunnen bedrijven maken. Zij hebben de keuze tussen winst nu of meer winst in de toekomst. Zij moeten de winst vergelijken met de kosten die de bedrijven maken om meer winst te genereren. Nu geld lenen, betekent meer rentekosten. Als de verwachte toename van de winst in de toekomst groter is dan de kosten die samenhangen met de geldlening (rente en aflossingen) dan zullen de bedrijven overgaan tot het lenen van geld om te investeren in kapitaalgoederen en menselijk kapitaal. Overheid Als de overheid meer uitgeeft dan ontvangt, heeft ze een tekort. Er is nu te weinig belasting binnengekomen. De overheid leent geld op de geld- en kapitaalmarkt om haar tekort te financieren. In feite gaat ze belastinggeld van de toekomst nu uitgeven. Er is ook weer sprake van ruilen over de tijd. Nu kan de overheid meer uitgaven doen maar daardoor zijn er in de toekomst meer schulden. Als de overheid het geld investeert in infrastructuur, dan heeft het land in de toekomst niet alleen meer schulden maar ook bezittingen. Ook nu geldt dat als de rente lager is dan de behoefte nu meer geld te gebruiken - de marktprijs van tijd is lager dan de individuele prijs van tijd - het zinvol is om geld te lenen. Ook voor de overheid houdt het in dat er een tijd komt dat de bestedingsmogelijkheden afneemt. De verruiming van de koopkracht van nu gaat dan ten koste van de koopkracht in de toekomst.
3 Voor de overheid geldt de verwachting dat zij in tijden van laagconjunctuur het tekort laat oplopen om de economie te stimuleren om dan in tijden van hoogconjunctuur het tekort te laten omslaan in een overschot. Zo kan een verdeling van de belasting over de loop der tijd ervoor zorgen dat er niet te veel welvaartsverlies ontstaat. In het begrip rente die betaald wordt bij een geldlening (kredietverlening), zit de risicoaversie en het idee van ruilen over de tijd verscholen. Hoe meer risico iemand loopt bij het geld uitlenen, hoe hoger rentepercentage hij wil ontvangen. Dit geldt voor beleggers en natuurlijk ook voor de banken. Het risico ontstaat over onzekerheid over de toekomst. Kan iemand die geld leent, het wel terug betalen? Dit is informatieasymmetrie. Als je nu geld uitleent, heb je minder te besteden (en in de toekomst meer overigens). Voor deze vermindering van je huidige bestedingsmogelijkheden wil je ook een rentevergoeding hebben. Daarnaast is het mogelijk dat het spaargeld/ uitgeleende geld koopkracht verliest als er (prijs)inflatie is. Het nominale rentepercentage moet hoger zijn dan het inflatiepercentage. De reële rente stelt dan het rentepercentage voor dat als vergoeding wordt gegeven voor uitstel van consumptie en het risico. Op de vermogensmarkt (de verzamelnaam voor de geld- en kapitaalmarkt) worden geldleningen (kredieten) aangeboden en gevraagd. Het aanbod wordt gevormd door de terugbetalingen van schulden (door de overheid bijvoorbeeld), het spaargeld van de gezinnen, het geld dat beleggers aanbieden. De vraag ontstaat door iedereen die geld wil lenen: gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland. Als er meer geldvraag ontstaat, dan zal de rente stijgen. Als er meer geldaanbod komt. dan zal de rente dalen. Lage rente: aantrekkelijker om meer geld te lenen. Hoge rente: aantrekkelijker om geld aan te bieden. Geldmarkt gaat over geldleningen die binnen 1-2 jaar terugbetaald worden. Kapitaalmarkt gaat over geldleningen die een lange looptijd hebben. Langer dan 2 jaar en oplopend tot jaar. Denk hierbij aan hypothecaire leningen. Om met behulp van het nominale rentepercentage het reële rentepercentage te berekenen, gebruik je indexcijfers. Voorbeeld Het rentepercentage is 4%. Het inflatiepercentage is 1,5%. Dus 104/101,5*100 = 102,46 dus 2,5% reële rente. Het spaargeld, de overheidsschuld kan op 1 tijdstip gemeten worden en is een voorbeeld van een voorraadgrootheid. De aflossingen van de schuld, de betaalde/ontvangen rente, de stijging van het spaargeld (sparen) gaan in de loop der tijd en zijn voorbeelden van stroomgrootheden. Negatieve tijdsvoorkeur: Consumenten hebben de mogelijkheid om niet nu te consumeren maar eerst te sparen en later te consumeren. Het huidig inkomen wordt in de toekomst geconsumeerd. Nu sparen (+ rente ontvangen) en later consumeren. Positieve tijdsvoorkeur: Consumenten kunnen ook hun consumptie vervroegen door hun aankopen te doen met geleend geld. Met toekomstig inkomen wordt nu geconsumeerd, Nu lenen + rente betalen) nu consumeren.
4 De AOW-uitkering wordt betaald door de huidige werkenden. Hierbij is solidariteit tussen jongeren en ouderen: de intergenerationele solidariteit. Dit is een omslagstelsel. Omslagstelsel is kortweg de huidige generatie betaalt voor de huidige generatie. Formeel juister: het fonds dat de AOW beheert, schat hoeveel aan uitkeringen betaald moet worden en dat bedrag moet in dezelfde periode aan sociale premies betaald worden. Tijdens de levensloop wordt er inkomen verdiend, vermogen opgebouwd en geen inkomen verdiend en het vermogen verbruikt. In de leeftijd van 0-18 jaar zal er weinig inkomen verdiend worden en vermogen opgebouwd. Vanaf (ongeveer) 18 jaar zal vooral de studieschuld toenemen. Een aantal jaar later zal door de (betere) opleiding meer inkomen verdiend kunne worden en zal de studieschuld afgelost worden. Vanaf (ongeveer) 30 jaar zal er een hypotheek voor een koophuis afgesloten worden. Eventuele kinderen zorgen voor meer kosten en minder vermogen. Vanaf ongeveer 50 jaar, als de kinderen het huis uit zijn en een groot deel van de hypotheek afbetaald is, zal er vermogen opgebouwd worden. Vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd zal (een deel van) het vermogen gebruikt worden om het lagere inkomen uit AOW en pensioen aan te vullen, en om te voorzien in de grotere zorgkosten. Voor het pensioen spaart iemand zelf. Een werkende draagt zijn pensioenpremie af aan het pensioenfonds. Het pensioenfonds belegt dit geld. Uit de beleggingsopbrengsten (het beleggingsrendement) wordt het pensioen betaald. Dit wordt kapitaaldekkingsstelsel genoemd. Vanzelfsprekend kunnen de begrippen omslagstelsel en kapitaaldekkingsstelsel ook in andere contexten gebruik worden.
5 Eigen vermogen is het geld dat de eigenaar in zijn zaak gestopt heeft. Bij een BV zijn dat de aandeelhouders en (een deel van) de winst die niet uitgekeerd is aan de aandeelhouders. Bij een eenmanszaak is het eigen vermogen het spaargeld van de eigenaar. Het vreemd vermogen is van anderen geleend. De tijd waarin het terugbetaald (=afgelost) moet worden kan kort of lang zijn. De crediteuren zijn de leveranciers die jou al wel geleverd hebben,maar die je nog moet betalen. Vlottende activa gaan op terwijl je produceert. Debiteuren moeten jou nog geld betalen. Liquide middelen zijn het geld in je kassa en op de bankrekening. Omzet - kosten = winst Omzet - kosten = verlies Het resultaat staat normaal aan de linkerkant. Als het een positief getal is dan is het resultaat winst. Is het een negatief getal dan is het resultaat verlies. Verlies wordt ook wel (aan de rechterkant) bij de omzet geteld. Steeds geldt: Het totaal van de linkerkant is gelijk aan het totaal van de rechterkant. Afschrijving is het bedrag dat de waardevermindering weergeeft van de vaste activa (=vaste kapitaalgoederen), zoals machines, vitrines, bedrijfsauto's. Je mag hierbij denken aan het reserveren van geld om een machine te vervangen. Bij het vervangen van een machine zou je ook rekening moeten houden met het feit dat een machine duurder of goedkoper geworden is. Te berekenen: (aanschafprijs - restwaarde)/aantal jaren. Restwaarde = het bedrag waarvoor je verwacht dat de huidige machine nog verkocht kan worden (op marktplaats of zo). Voorbeeld: Machine kost 5000 euro. Het gaat 5 jaar mee. Je verwacht het over 5 jaar te kunnen verkopen voor 2000 euro. Afschrijving per jaar = ( )/5 = 600 euro.
6 Staatsschuld is de schuld van de Rijksoverheid. Dit ontstaat door het geld dat de overheid geleend heeft om haar tekort te financieren. Let op: Er zijn twee andere namen voor het begrotingstekort, die er op lijken maar niet helemaal hetzelfde zijn. Financieringstekort = begrotingstekort - aflossingen op de staatsschuld. Begrotingstekort is het geld dat de overheid tekort om alle uitgaven te betalen. Hierdoor neemt de staatsschuld toe. De overheid spreekt bij het uitgeven van staatsobligaties af wanneer deze terugbetaald (afgelost) worden. Deze aflossingen zorgen voor een afname van de staatsschuld. De per saldo toename van de staatsschuld is gelijk aan het financieringstekort. Het EMU-tekort wordt gevormd door de tekorten van de Rijksoverheid en de gemeentes. Ook de overheid zal een overzicht van uitgaven en ontvangsten moeten maken. Daarvoor stelt ze een begroting op. Als er meer uitgegeven moet worden, dan er ontvangen wordt, heeft de overheid een begrotingstekort. Of een staatsschuld groot is, hangt af van de omvang van het nationaal inkomen. Daarom bestaat het begrip staatsschuldquote. Voorbeeld Twee landen hebben een staatsschuld van 30. Land 1 heeft een nationaal inkomen van 200 en land 2 een nationaal inkomen een De schuld van land 1 is relatief groter: staatsschuldquote = 30/200 * 100% = 15%. De schuld van land 2 is 30/1000*100%= 3%. De overheidsuitgaven kunnen verdeeld worden in overheidsbestedingen en overdrachtsuitgaven. Overheidsbestedingen besteedt de overheid zelf. Dit zijn overheidsconsumptie van collectieve goederen en materiële overheidsconsumptie (aanschaf van defentiemateriaal, maar ook schrijfgerei). Daarnaast horen bij de overheidsbestedingen ook overheidsinvesteringen in infrastructuur (tunnels,wegen, bruggen, dijken). De overheidsbestedingen wordt in "de kringloop" aangeduid met het symbool O. Overdrachtsuitgaven geeft de overheid aan anderen zodat die kunnen besteden. Denk aan uitkeringen, (huur)subsidie, studiefinanciering, rente op de staatsschuld, aflossingen op de staatsschuld.
7 Nominaal, inflatie en reëel Met behulp van de ontwikkeling van een nominaal begrip en een reëel begrip kun je de ontwikkeling van het prijsniveau bepalen. Bijvoorbeeld. De loonkosten stijgen in een periode met 4% en de reële loonkosten stijgen met 3%. De prijsontwikkeling is dan: 104 /103 * 100 = 100,97 dus het prijsniveau is met 0,97% gestegen. Inflatie is 0,97%. Het meten van inflatie (Prijs)inflatie is de stijging van het algemeen prijspeil. Deflatie is de daling van het algemeen prijspeil. Het prijspeil wordt bereken met behulp van het ConsumentenPrijsInxcijfer (CPI). Het CPI is een gewogen gemiddelde. Een rekenvoorbeeld. In het jaar 2009 wordt 2000 aan goederen (producten en diensten) uitgegeven. Aan voeding 800, kleding 700, sport 200 en aan de overige goederen dus 300. Het aandeel van voeding in het budget 800 / 2000 * 100% = 40%. Het aandeel van kleding in het budget 700 / 2000 * 100% = 35%. Het aandeel van de overige goederen, de restgroep, moet dan 25% zijn ( ). Het aandeel (gewicht of wegingsfactor) bepaalt hoe zwaar een prijsstijging meetelt in het CPI of in het inflatiepercentage. Het CPI is een gewogen en samengesteld gemiddelde. Samengesteld verwijst naar de verschillende categorieën (goederen). Gewogen geeft aan dat de categorieën niet allemaal even belangrijk zijn. Hoe belangrijker hoe groter het gewicht. De aparte prijsindexcijfers van de categorieën worden partiële prijsindexcijfers genoemd. Stel 2009 is het basisjaar (2009 = 100) en de prijsstijging geldt voor 2012 in vergelijking met het basisjaar. gewicht prijsstijging PIC voeding 40% 5% 105 0,4*105 = 42 Kleding 35% -2% 98 0,35*98 = 34,3 Overige 25% ,25*100 = 25 CPI = , = 101,3 Dit betekent een prijsstijging van 1,3% t.o.v. het basisjaar. Om hetzelfde aantal goederen te kunnen kopen als in het basisjaar moet het budget met 1,3% stijgen.
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieDomein E: Concept Ruilen over de tijd
1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieEconomie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen
Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatie4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd
Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober 2016 4,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco H5 Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd Ruilen over de tijd Prijs = rente Financiële
Nadere informatieKleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd
Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage
Nadere informatieEconomie Samenvatting M4
Economie Samenvatting M4 Hoofdstuk 1 De prijs van tijd Ruilen over tijd is een belangrij onderdeel van economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, bedrijven en de overheid. Gezinnen sparen voor hun
Nadere informatie6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5
Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:
Nadere informatieDit rendement wordt het nominale rendement genoemd. Om het reële rendement te berekenen moet het nominale
door A. 2113 woorden 5 januari 2014 6,7 25 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Ruilen over de tijd is een belangrijk onderdeel van het economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, voor bedrijven
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatie6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld
Boekverslag door E. 1574 woorden 31 oktober 2011 6.7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: 1.1 Schaarste is spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieSamenvatting Economie Heden, verleden en toekomst
Samenvatting Economie Heden, verleden en toe Samenvatting door Marise 1856 woorden 6 maart 2017 7 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Heden, verleden en toe Hoofdstuk 1
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8
Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst door een scholier 1298 woorden 26 februari 2004 6,2 13 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen hoofdstuk 7 en 8 Collectieve sector -> bestaat uit
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieUIT balans en resultatenrekening
Inzicht in winst. Bedrijven zijn verplicht een bedrijfsadministratie te voren. De belangrijkste onderdelen van de bedrijfsadministratie zijn de balans en de resultatenrekening. Het gevolg van het verplaatsen
Nadere informatieVoorbeelden geven van beslissingen die gevolgen hebben voor je toekomstige koopkracht, zoals sparen voor een brommer of lenen om een huis te kopen.
Samenvatting door T. 2233 woorden 20 oktober 2014 7.6 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 11 Verleden heden en toekomst 11.1 Consumptie Sparen = uitgestelde consumptie. Bijv voor pensioen
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties
Nadere informatieDe resultatenrekening
De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De
Nadere informatieSparen of lenen Waarom?
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Sparen of lenen Waarom? 1 Als tijd duur is betaal je veel rente Als de rente hoog is zullen mensen minder lenen en meer sparen! 2 Investeren in je toekomst Door
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieHoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:
www.jooplengkeek.nl Vreemd vermogen op lange termijn Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: 1. Onderhandse lening. 2. Obligatie lening. 3.
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2008-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) primair bij (2) directe
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:
Nadere informatie7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.
Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart 2015 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 2.1 Sparen en rente Redenen om te sparen: 1. Sparen uit voorzorg
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatieDe rente stijgt: welke gevolgen heeft dat voor u?
De rente stijgt: welke gevolgen heeft dat voor u? Onafhankelijke informatie voor consumenten Wat is renterisico? Als u geld nodig heeft, kunt u een lening afsluiten. U moet het geleende geld wel terugbetalen.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting door R. 1640 woorden 24 juni 2014 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. Geld Begrippen Directe ruil Indirecte
Nadere informatie5.1 Het speelkwartier
5.1 Het speelkwartier Economie gaat over het maken van keuzes. Iedereen maakt in het leven constant keuzes. Deze keuzes hebben economische gevolgen: Welke studie ga je volgen? Wanneer ga je op jezelf wonen?
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Jong en Oud
Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatie2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement
Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld
Nadere informatieWanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken.
Samenvatting door H. 1531 woorden 18 oktober 2016 4 3 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 9 De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van een organisatie. Er zijn zes verschillende rechtsvormen:
Nadere informatie5,5. Samenvatting door een scholier 1286 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 5.
Samenvatting door een scholier 1286 woorden 3 maart 2015 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 5.1 Levensfasen Stroomgrootheden= inkomen en consumptieve goederen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatie6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon
Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke
Nadere informatieSamenvatting M&O hoofdstuk
Samenvatting M&O hoofdstuk 10+ 11 Samenvatting door een scholier 1168 woorden 16 maart 2017 7 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 10 vermogensmarkt 10.1 vrager van vermogen Vragers van
Nadere informatieArbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product
Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de
Nadere informatieBECO: DE BALANS - THEORIE
BECO: DE BALANS - THEORIE W a t i s e e n b a l a n s? Een balans is een overzicht waarin staat welke bezittingen een organisatie heeft én met wat voor soort vermogen deze bezittingen zijn gefinancierd.
Nadere informatieEen onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever.
Samenvatting door een scholier 1246 woorden 20 januari 2005 6,8 5 keer beoordeeld Vak M&O Hst 4 De vermogensmarkt is het geheel van vraag en aanbod. --> geldmarkt en kapitaalmarkt Op de geldmarkt wordt
Nadere informatieBegrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.
Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid
Nadere informatieBeginner. Beginner. Beginner
Beginner Nummer 1 Beginner Nummer 2 Beginner Antwoordmodel Antwoordmodel Antwoordmodel Nummer 3 2014: uitgave 0/kosten 30 Afschrijving De waardevermindering van de auto (een onderdeel van de vaste activa)
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieDe drie manieren van pensioen sparen noemen we de 3 pijlers van het pensioensysteem.
De toekomst is onbekend. Er komt een leeftijd dat werken niet meer gaat. Je hebt dan wel geld nodig om van te leven. Geld voor de oude dag wordt deels door de overheid geregeld. De overheid heeft een staatspensioen
Nadere informatieEigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren
www.jooplengkeek.nl Regels voor Passiva Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren www.jooplengkeek.nl
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieAls we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen.
www.jooplengkeek.nl Enkelvoudige interest Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen. Voor een lange periode (lang krediet) of een korte periode (kort krediet), maar het is altijd tijdelijk. We moeten
Nadere informatieEindexamen havo economie 2013-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) monopolie bij (2) toe
Nadere informatieLoen Educatie & Schrijfwerk www.economieweb.nl. (N)iets op de bank? Lesbrief over sparen en lenen
(N)iets op de bank? Lesbrief over sparen en lenen Het is makkelijk en verstandig om geld achter de hand te hebben. Er kan bijvoorbeeld iets kapot gaan in huis, of je spaart voor iets dat je graag wil hebben.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking
Nadere informatiea Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag?
Eindtoets hoofdstuk 1 Kopen doe je zo (CONSUMEREN) 1.3 Ik spaar, leen en beleg mijn geld 1 REDENEN OM TE SPAREN Hier staan zes mensen die sparen: Linda zet geld opzij voor haar vakantie Roy belegt in aandelen
Nadere informatiefun house fun house fun house Pink
fun house fun house fun house Pink financieringsbegroting bezit en vermogen vaste activa - vlottende activa eigen vermogen - vreemd vermogen voorbeelden Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2: Sparen en Beleggen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2: Sparen en Beleggen Samenvatting door Daphne 1906 woorden 3 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Europese Centrale bank (ECB) In de Eurolanden heeft maar één
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieVermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))
www.jooplengkeek.nl Vermogensmarkt De markt: vraag en aanbod Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn)) Vermogen is een ruimer begrip dan geld. Een banksaldo is ook vermogen.
Nadere informatie1 Begrotingsidentiteit overheidsbegroting
Theorie overheidsbegroting pagina 1 van 5 1 Begrotingsidentiteit overheidsbegroting Ontvangsten van de overheid en betalingen door de overheid zijn aan elkaar gelijk. De ontvangsten bestaan uit de inkomsten
Nadere informatieBedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)
www.jooplengkeek.nl Interne verslaggeving Kosten en uitgaven Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst) Meestal
Nadere informatieM&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 4: Balans M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H4: Balans Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting
Nadere informatieHoofdstuk 1: Waar produceren
Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie
Nadere informatieAbsoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei
Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei (groeifactoren) terugrekenen in de tijd (met groeifactoren) nominaal,
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave Is Brazilië uitgedanst? maximumscore 2 Op oktober 205 was
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieLoonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag
Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het
Nadere informatieAanpassingen lesbrieven havo
Aanpassingen lesbrieven havo 2012-2013 Lesbrief Vervoer blz. 5, na 5 e regel onder foto:..is aangesloten bij TCA. Toevoegen: Vanwege het grote marktaandeel mag TCA de marktleider genoemd worden. blz. 5,
Nadere informatieNadelen: Groot risico vanwege privéaansprakelijkheid. Lange werktijden. a Een vennootschap waarvan het eigen vermogen is verdeeld in aandelen.
Hoofdstuk 9 a Een organisatie die naar winst streeft. b Eenmanszaak Vennootschap onder firma Naamloze vennootschap Besloten vennootschap Voordelen: Je bent eigen baas. De winst hoef je met niemand te delen.
Nadere informatie4.1 Klaar met de opleiding
4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,
Nadere informatieManagement & Organisatie
Management & Organisatie Hoofdstuk 1 Managen = iemand iets laten doen waarvan jij vindt dat het nodig is. Dit gaat d.m.v. communicatie. Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieEconomische conjunctuur
Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) laagconjunctuur
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2009 - I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7
Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen)
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1996 woorden 17 oktober 2004 6,6 28 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie, proefwerk Ho. 1 en 2 Hoofdstuk
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieDe prijs van een cd is gestegen met 25% ten opzichte van het basisjaar.
Indexcijfers Berekenen van het prijsindexcijfer Bij economie moet je vaak prijzen met elkaar vergelijken. Door inflatie stijgen de prijzen. Om de prijzen makkelijk met elkaar te vergelijken maken we gebruik
Nadere informatieBij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.
De liquiditeits - en resultatenbegroting Een bedrijf wil graag weten of hij aan zijn betaalverplichtingen kan voldoen. Daarom wordt een planning gemaakt in de ontvangsten en de uitgaven (vaak binnen een
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak economie vwo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatieHypotheekrecht en - vormen
Hypotheekrecht en - vormen Wat is een hypotheek? Een hypotheek is in theorie een zekerheidsrecht. Wanneer u een hypotheek afsluit, geeft u het recht van hypotheek aan de geldverstrekker. Dit recht van
Nadere informatieSamenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland
Paragraaf 1 Geld Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland Er is sprake van directe ruil wanneer er goederen tegen goederen worden geruild. We spreken van indirecte ruil wanneer er eerst
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat consumenten (bepaalde) aankopen naar voren halen, wanneer ze een hoge / hogere inflatie in de komende periode verwachten. 2 maximumscore 2 Een
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieDomein Welvaart en Groei
Domein Welvaart en Groei Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Welvaart Welvaart Hoe je jouw wensen kan vervullen met producten. Dat is thuistaal. Voor een toets schrijf je op: de mate van behoeftebevrediging
Nadere informatie