Burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling Een inventariserend onderzoek naar burgerparticipatie bij gemeenten in Noord-Nederland.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling Een inventariserend onderzoek naar burgerparticipatie bij gemeenten in Noord-Nederland."

Transcriptie

1 Burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling Een inventariserend onderzoek naar burgerparticipatie bij gemeenten in Noord-Nederland. Femke Klok

2 Burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling Een inventariserend onderzoek naar burgerparticipatie bij gemeenten in Noord-Nederland Auteur: Femke Klok Studentnummer: Webadres: Linkedin.com/in/femkeklok Instituut: Facility Management Studiejaar: Vier Afstudeerperiode: Februari 2011 juli 2011 Organisatie: Stagedocent: Stagebedrijf: Stagebegeleider: Hanzehogeschool Groningen drs. Johan Offringa Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte drs. Jannie Rozema - 2 -

3 Voorwoord Over participatie van burgers is al veel geschreven. De noodzaak van burgerparticipatie ziet men in, maar de toepassing ervan staat bij veel gemeenten nog in de kinderschoenen. In dit onderzoek inventariseer ik de toepassing van burgerparticipatie bij gemeenten in Noord-Nederland en hoe gebiedsontwikkelaars over burgerparticipatie denken. Een Facility Manager draagt zorg voor de gebruiker van een gebouw. Een gebiedsontwikkelaar draagt zorg voor een gebruiker van een gebied. Beiden zijn een spreekbuis voor de gebruiker en maken de omstandigheden zo werk- en leefbaar mogelijk door mensen met elkaar in verbinding te brengen. Als student facility management heb ik dit geleerd in de opleiding. Verder heb ik al enige praktijkervaring opgedaan over gebiedsontwikkeling als vrijwilliger bij Dorpen Overleg Midden Drenthe (Belangen voor kleine dorpen). Daarom was een afstudeerstage bij het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte voor mij een logische stap. Dit onderzoek heb ik niet alleen gedaan. Samen met Sandra Zamir, ook vierdejaars student van Facility Management, heb ik het proces doorlopen van het begin tot aan het einde. Haar onderzoek was gericht op woningbouw corporaties en dat van mij op gemeenten. Uiteraard wil ik alle gebiedsontwikkelaars bedanken voor het invullen van de vragenlijsten ondanks alle hectiek van de dag waar je als gebiedsontwikkelaar mee te maken hebt. Dan rest mij alleen nog te zeggen dat ik u als lezer veel leesplezier toe wens. Groningen, 16 juni 2011 Femke Klok Mijn woord van dank voor de mogelijkheden die ik heb gekregen bij het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte (KGN). Met name mijn opdrachtgever Jannie Rozema wil ik bedanken voor begeleiding en advies bij de uitvoering van mijn onderzoek. Om voeling te krijgen met het werkveld van de gebiedsontwikkelaar heb ik een week mee kunnen lopen bij De Smederijen van Hoogeveen. Hen wil ik bedanken voor de tijd en energie die ze hierin hebben gestoken. In het Meester-Gezel talentenproject heb ik extra ondersteuning maar vooral inspiratie van Andries van den Berg (landschapsarchitect en directeur van BugelHajema architecten te Assen) mogen ontvangen, ook hiervoor mijn dank

4 Samenvatting Het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte (KGN) heeft de opdracht gegeven om onderzoek te doen naar bewonersparticipatie bij gebiedsontwikkeling. Opdrachtgeefster van dit onderzoek is mevrouw drs. J. Rozema (Onderzoeker Leefomgeving). Het doel van het onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de wijze waarop de gebiedsontwikkelaars bij gemeenten en corporatie effectiever gebruik kunnen maken van (verschillende vormen van) burgerparticipatie. Dit onderzoek (deelonderzoek 4) is een deelonderzoek van het onderzoek het succes van de gebiedsontwikkelaar bestaat uit vier deelonderzoeken namelijk: Deelonderzoek 1 Competentieprofiel; Deelonderzoek 2 Toolkit; Deelonderzoek 3 Succesfactoren; Deelonderzoek 4 Bewonersparticipatie bij gebiedsontwikkeling. Er is een tweedeling gemaakt tussen gemeenten en corporaties. Dit onderzoek richt zich op gemeenten in Noord-Nederland (Groningen, Drenthe en Friesland). De gegevens van dit onderzoek zijn vergaard aan de hand kwantitatieve gegevens dit in de vorm van een vragenlijst gericht op 62 gebiedsontwikkelaars werkzaam bij gemeenten. In totaal zijn er 25 vragenlijsten ingevuld en per post geretourneerd (respons van 40%). Om het doel van het onderzoek te bereiken zijn er twee deelvragen opgesteld. Daarnaast is de doelstelling omgezet tot een adviesvraag van het KGN welke wordt deze beantwoord in het laatste hoofdstuk van dit rapport. Deelvraag 1 Hoe wordt burgerparticipatie door gebiedsontwikkelaars in Noord- Nederland gezien en toegepast? Deelvraag 2 Welke deskundigheid hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van bewonersparticipatie? Concluderend uit de twee deelvragen wordt in de opsomming hieronder samenvattend een antwoord gegeven op de adviesvraag/doel van dit onderzoek. 1. Meer experimenteren met verschillende werkmethoden. 2. Deskundigheid vergroten t.a.v. de gedeelde waarden van alle deelnemende partijen kunnen vertalen naar één visie. 3. Formele vastlegging van participatie op praktisch niveau. 4. Het belang voor de organisatie van participatie inzien. 5. Evaluatie tussentijds en achteraf vastleggen en deze resultaten gebruiken voor eventuele bijstellingen in officiële participatiekaders. Hoe dit advies tot stand is gekomen is te lezen in de onderzoeksresultaten, conclusie en aanbevelingen. Gesteld kan worden dat de respondentengroep niet representatief voor de gebiedsontwikkelaar. Ondanks het telefonische contact vooraf en het begeleidend schrijven met duidelijke begripsomschrijving van de gebiedsontwikkelaar is de vragenlijst door professionals ingevuld die hoogst waarschijnlijk niet voldoen aan de gestelde criteria. Desondanks geeft het onderzoek wel een duidelijk beeld hoe burgerparticipatie geregeld is bij gemeente

5 Inhoudsopgave Samenvatting pag Inleiding pag Aanleiding onderzoek pag Probleemstelling pag Onderzoeksvragen pag Deelonderzoek pag Leeswijzer pag Theoretisch kader pag Theoretisch kader pag Begripsafbakening pag Onderzoeksmethode pag Beschrijving vragenlijst pag Respondenten pag Gegevensverwerving pag Representativiteit pag Resultaten pag Deelvraag 1 pag Formele participatie pag Niveau van participatie pag Toepassing van participatie pag Verschil tussen beleid en praktijk pag Effectiviteit van participatie pag Succesfactoren pag Gemeente en woningcorporatie pag Vergelijking pag Conclusie pag Deelvraag 1 pag Formele participatie pag Toepassing van participatie pag Visie van de professional pag Deelvraag 2 pag Deskundigheid Opleidingsniveau 7. Discussie en aanbevelingen pag Aanbevelingen pag Adviesvraag pag Discussiepunten pag Spraakmakers pag. 30 Literatuurlijst pag. 31 Bijlage (apart gebundeld document) Bijlage 1 Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte Bijlage 2 Begeleidende brief Bijlage 3 Herinneringsbrief Bijlage 4 Vragenlijst Bijlage 5 Tabellen en Grafieken 4.2 Deelvraag 2 pag Rol van de gebiedsontwikkelaar pag Deskundigheid pag

6 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding onderzoek De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt ervoor dat iedereen kan meedoen aan de maatschappij en zelfstandig kan blijven wonen. De gemeente bepaalt zelf voor het grootste deel hoe ze de Wmo uitvoert. De gemeente is ook zelf verantwoordelijk voor het lokale Wmobeleid. Voor de invulling van het beleid moet burgerparticipatie geïntegreerd worden in het beleid en in de werkwijze van de gemeenten. In geval van herstructureringsprojecten van een wijk of een dorp is er een coördinator/initiator nodig vanuit de gemeente, de gebiedsontwikkelaar. "De gebiedsontwikkelaars in Nederland hebben geen eigen beroepsorganisatie. Uit gesprekken met gebiedsontwikkelaars in Noord- Nederland blijkt dat evaluatief onderzoek bij herstructureringsprojecten als een gemis wordt ervaren. Ook is er een sterke behoefte om kennis en ervaringen met elkaar te delen. 1 Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de wijze waarop de gebiedsontwikkelaars bij gemeenten gebruik maken van (verschillende vormen van) burgerparticipatie. Met de ambitie het verkregen inzicht toe te passen voor scholing, kennisdeling en de rol van de gebiedsontwikkelaar. 1.2 Probleemstelling Binnen het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte (KGN) is er niet tot nauwelijks inzicht hoe bewonersparticipatie wordt toegepast door gebiedsontwikkelaars die werkzaam zijn bij de corporaties en gemeenten. Een onderzoek met een inventariserend karakter zal moeten leiden tot meer inzicht. In verschillende gemeenten en corporaties zijn er gebiedsontwikkelaars die zich bezig houden met het thema participatie. Om in kaart te brengen wat deze gebiedsontwikkelaars doen in hun dagelijkse werkzaamheden en wat hun achtergrond is zijn er voorafgaand verschillende gebiedsontwikkelaars geïnterviewd onder anderen voor deelonderzoek 1 Competentieprofiel 2. Het gewenste resultaat: Een overzicht van wat gebiedsontwikkelaars van gemeenten in Noord-Nederland van participatie vinden en hoe ze burgerparticipatie toepassen; Inzicht wat de deskundigheidsvraag is van gebiedsontwikkelaars ten aanzien van burgerparticipatie. 1.3 Onderzoeksvragen Deelvraag 1 Hoe wordt burgerparticipatie door gebiedsontwikkelaars in Noord- Nederland gezien en toegepast? Deelvraag 2 Welke deskundigheid hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van bewonersparticipatie? 1 J.A. van den Berg, F. van Genne, O. Buiter en J.Rozema Kenniscentrum gebiedsontwikkeling NoorderRuimte (2010) innovatieprogramma gebiedsgericht werken Het succes van de gebiedsontwikkelaar. 2 Stienstra, Van der Stoop, Tiggeler en Van der Wal (2011) Onderzoeksrapport De gebiedsontwikkelaar Groningen

7 De deelvragen komen voort uit een adviesvraag van het KGN namelijk: Op welke wijze kunnen de gebiedsontwikkelaars bij gemeenten effectiever gebruik kunnen maken van (verschillende vormen van) burgerparticipatie? Om de deelvragen te kunnen beantwoorden is er gebruik gemaakt van onderstaande subvragen. De beantwoording van de subvragen is geen doel op zich maar dienen enkel als middel. In het schematisch overzicht (schema 1.) is te zien waar de subvragen 3 zijn gebruikt in de vragenlijst en in dit onderzoeksrapport. Subvragen (deelvraag 1) a) Hoe is bewonersparticipatie bij gemeenten in Noord-Nederland officieel vastgelegd? b) Hoe denken gebiedsontwikkelaars over (de verschillende niveaus van) burgerparticipatie? c) Welk niveau van bewonersparticipatie wordt toegepast door gebiedsontwikkelaars? d) Is er verschil tussen de officiële kaders voor bewonersparticipatie en de praktijk van alledag? e) Welke werkmethoden gebruiken de gebiedsontwikkelaars voor bewonersparticipatie? f) Hoe beoordelen gebiedsontwikkelaars de effectiviteit van bewonersparticipatie? g) Welke kritische succesfactoren onderscheiden gebiedsontwikkelaars voor vormen van bewonersparticipatie en in het bijzonder voor zelforganisatie door bewoners? h) Welke best practices en worst practices dragen gebiedsontwikkelaars aan in het kader van bewonersparticipatie en waarom beoordelen ze deze op deze manier? Subvragen (deelvraag 2) a) Hoe zien de gebiedsontwikkelaars hun rol bij het gebruik van bewonersparticipatie? b) Wat leren gebiedsontwikkelaars van projecten met bewonersparticipatie? c) Welke deskundigheidsvraag hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van bewonersparticipatie? 4 Schema 1 Beantwoording vragen Vragen uit de vragenlijst Paragraaf H. 4 Resultaten Subvraag vr. 1, 2 en Formele participatie 1A vr. 4, 5, 12 (e,f,g,h en i) en Niveau van participatie 1B vr. 5, 10 en 12 (p en q, s en t) Toepassing van participatie 1C-1E-1H vr. 4, 5, 8 en 12 (k,l,m en n) Verschil tussen beleid en praktijk 1D Vr. 6, 7, 12 (r ) en Effectiviteit van participatie 1F vr. 9, 12 (a,b,c en d en j) en Succesfactoren 1G-1H vr. 11 en Rol van de gebiedsontwikkelaar 2A vr. 14, 15, 16, 17 en Deskundigheid 2B -2C 4 De deel- en subvragen komen uit deelonderzoek 4. Bewonersparticipatie bij 3 Vragenlijst is terug te vinden in bijlage 4 gebiedsontwikkeling

8 1.4 Deelonderzoek Dit onderzoek (deelonderzoek 4) is een deelonderzoek van het onderzoek het succes van de gebiedsontwikkelaar bestaat uit vier deelonderzoeken namelijk: Deelonderzoek 1 Competentieprofiel; Deelonderzoek 2 Toolkit; Deelonderzoek 3 Succesfactoren; Deelonderzoek 4 Bewonersparticipatie bij gebiedsontwikkeling. 1.5 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt het theoretisch kader van dit onderzoek weergeven. Hoofdstuk drie gaat in op de onderzoeksmethodiek. In hoofdstuk vier wordt de onderzoeksresultaten uitvoerig gepresenteerd. Het vijfde hoofdstuk wordt in de conclusie deelvraag 1 en 2 beantwoord. Het laatste hoofdstuk wordt de adviesvraag beantwoord door aanbevelingen en zijn er discussiepunten geformuleerd. De bijlagen 5 zijn apart gebonden zodat het voor de lezer de resultaten naast dit onderzoeksrapport gelegd kan worden. 5 Klok (2011) Bijlagen, burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling. Groningen

9 Hoofdstuk 2 Theoretisch kader 2.1 Theoretisch kader Burger-/bewonersparticipatie Binnen bewonersparticipatie kan er een tweedeling worden gemaakt op welke manieren er naar de doelgroepen kan worden gekeken. Aan de ene kant wordt er gesproken van burgers. Dit is het uitgangspunt van gemeenten, die alle inwoners binnen hun gebied een zo prettig mogelijk leefklimaat willen bieden. Aan de andere kant is er ook sprake van bewonersparticipatie. Deze invalshoek wordt gekozen door woningcorporaties. Deze instanties leggen de nadruk op de bewoners van het vastgoed dat ze bezitten en gebiedsgebonden zijn. Gesteld kan worden dat een bewoner een burger is, maar tegelijkertijd ook cliënt, klant en gebruiker van voorzieningen ( In dit onderzoek zal de nadruk liggen op burgerparticipatie vanuit het oogpunt van gemeenten. Deze tweedeling is gemaakt om het onderzoek behapbaar te maken voor twee personen gedurende een half jaar (febr.-jul.) met een fulltime werkweek. Sandra Zamir richt haar onderzoek op woningcorporatie en mijn onderzoek richt zich op gemeenten in Noord-Nederland. Noord-Nederland Het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte is regionaal verbonden met Groningen, Friesland en Drenthe. In verband met gestelde criteria vanuit het RAAK innovatieprogramma Het succes van de gebiedsontwikkelaar 6 is dit onderzoek gericht binnen de grenzen van deze drie genoemde provincies van Noord-Nederland. Dit omdat deze regio s te maken hebben met krimpproblematiek die anders zijn dan in de rest van het land. Wellicht kunnen de resultaten ook gelden voor andere delen van Nederland. Verder is de inventarisatie is gericht op de gebiedsontwikkelaar, die in de uitvoering betrokken is bij sociaalfysieke gebiedsontwikkeling (op Hboniveau) De gebiedsontwikkelaar moet werkzaam zijn bij een gemeente in Noord-Nederland en voldoen aan de begripsomschrijving die u verderop in dit hoofdstuk zult aantreffen. 2.2 begripsafbakening Burgerparticipatie De definitie van burgerparticipatie waarmee we in dit onderzoek werken luidt als volgt: Burgerparticipatie is een manier van beleids(uit)voering waarbij burgers (al dan niet georganiseerd in maatschappelijke organisaties) direct of indirect bij het lokale beleid betrokken worden en door middel van samenwerking tot de ontwikkeling, uitvoering en/of evaluatie van beleid komen 7. Ik heb voor deze definitie gekozen omdat ik van mening ben dat burgerparticipatie pas zo genoemd kan worden als burgers bewust betrokken worden bij het beleid. Een burger die toevallig ergens over geïnformeerd wordt is er niet altijd sprake participatie. En een burger die een openbare tuin schoffelt wil nog niet zeggen dat hij in samenwerking is met de gemeente en betrokken wordt. 6 J.A. van den Berg, F. van Genne, O. Buiter en J.Rozema Kenniscentrum gebiedsontwikkeling NoorderRuimte (2010) innovatieprogramma gebiedsgericht werken Het succes van de gebiedsontwikkelaar. 7 Mieke Dinjens (2010) inventarisatiedocument, burgerparticipatie in de lokale politiek

10 Burgerparticipatie is in zes niveaus te onderscheiden. In dit onderzoek wordt gewerkt met de participatieladder van Pröpper en Steenbeek (1999) net als de andere deelonderzoeken van het KGN. 1. Informeren de bewoners worden geïnformeerd zonder eigen inbreng; 2. Raadplegen - de bewoners worden geraadpleegd; het is niet vastgelegd wat met deze inbreng wordt gedaan; 3. Adviseren - de bewoners adviseren en hun adviezen worden meegenomen in de besluitvorming; 4. Coproduceren bewoners werken samen in de planvorming (voor beheer en ontwikkeling). Alle partijen zijn gelijkwaardig en dragen evenredig bij. 5. (Mee)beslissen - de bewoners beslissen mee in beleid en uitvoering. De beslissingsbevoegdheden zijn formeel vastgelegd. 6. Zelforganisatie door bewoners - Bewoners regisseren hun eigen woon- en leefomgeving. Ze dragen verantwoordelijkheid voor de uitvoering, ook financieel. Vormen van participatie Verticale participatie - burgers betrekken in beleidsplannen Horizontale participatie -eigen initiatieven van burgers Formele participatie - omdat het moet Informele participatie - ongedwongen en onbevangen Gebiedsontwikkeling De werkwijze van gebiedsontwikkeling in de praktijk bestond al in 1973 een voorbeeld hiervan is de Utrechtse Hoog Catharijne. De organisaties Bredero, MAB en Multi zijn grondleggers van gebiedsontwikkeling. In de jaren tachtig werd er gesproken over een totaalaanpak of locatieengineering. Het begrip gebiedsontwikkeling werd gelanceerd tijdens het wordingsproces van de Nota Ruimte in 2004 en vanaf toen veel gebruikt 8. Gebiedsontwikkeling is een begrip van betekenis aan het worden. De provincie formuleert de uitdagingen en opgaven van de verwachte bevolkingsdaling in de Noordelijke Gebiedsagenda (2009) als volgt: In Noord-Nederland moeten we een gebied specifieke aanpak ontwikkelen voor gebieden met een teruglopende en qua leeftijdsopbouw veranderende bevolking. Belangrijke opgaven zijn het leefbaar houden van buurten, wijken en dorpen en het bereikbaar houden van basisvoorzieningen. Aandachtspunt vormen de regio s Eemsdelta en Oost-Groningen, die nu al te maken hebben met sterke krimp, en Noord-Fryslân en Oost-Drenthe die moeten anticiperen op de toekomstige demografische situatie. In het Provinciaal Omgevingsplan van de provincie Groningen wordt het belang van integrale gebiedsontwikkeling ook onderkend: De gebiedsgerichte aanpak leent zich uitstekend voor de aanpak van sociaaleconomische vitalisering. Ervaringen in de afgelopen jaren hebben geleerd dat het hierbij essentieel is dat de initiatieven van onderaf (bottom-up) worden ontwikkeld. Het ontwikkelen en uitvoeren van integrale plannen met dwarsverbanden tussen diverse initiatieven en sectoren is daarbij van belang. Het maken van dorpsvisies/dorpsontwikkelingsplannen kan hierbij een goed hulpmiddel zijn. 8 Bron: Zeeuw, F. de (2007) De engel uit het marmer. TU Delft

11 De gebiedsontwikkelaar De gebiedsontwikkelaars zijn de procesmanagers voor een sociaalfysieke aanpak van deze opgaven in wijken en dorpen: een aanpak op het niveau van de woningen (het wonen) en de omgeving (het samenleven). Zij vormen de spil in dit zogenaamde gebiedsgericht werken. De werkzaamheden van de gebiedsontwikkelaar bestaan uit het maken van een situatie- of gebiedsanalyse, de ontwikkeling van visie en aanpak en de uitvoering van maatregelen. Gebiedsontwikkelaars werken vanuit een integrale visie en aanpak om kwaliteit in een gebied te realiseren: mensen moeten goed kunnen wonen in een leefbare omgeving 9. Verder in dit verslag wordt de gebiedsontwikkelaar de professional genoemd omdat in praktijk de gebiedsontwikkelaar vele andere functienamen kent. 9 Hanzehogeschool (2010) Innovatieprogramma Het succes van de gebiedsontwikkelaar Groningen

12 Hoofdstuk 3 Onderzoeksmethode 3.1 Beschrijving vragenlijst De resultaten uit dit onderzoek zijn verkregen aan de hand van een vragenlijst (zie bijlage 3). Deze vragenlijst is ontwikkeld door ondergetekende en Sandra Zamir. De conceptvragenlijst is uitgebreid van feedback voorzien door deskundige onderzoekers van het KGN. Tevens is de vragenlijst in het werkveld getest door een gebiedsregisseur werkzaam bij een woningcorporatie in Noord-Nederland. Dit heeft geleid tot bijstellingen. Ten grondslag van de vragenlijst lagen de subvragen van dit onderzoek (schema 1). De vragenlijst heeft zowel meerkeuzevragen als openvragen onderverdeeld in 6 categorieën: beleid voor participatie, participatieniveaus, beleid en praktijk, participatiemethoden in de praktijk, het belang van participatie en deskundigheid t.a.v. participatie. De vragenlijst telt 206 subvragen onderverdeeld in 20 hoofdvragen, waarvan alleen vraag 9 en 19 een open vraag was. Een respondent heeft voor het volledig invullen van de vragenlijst zeker een kwartier nodig. 3.2 Respondenten Het onderzoek richt zich op gebiedsontwikkelaars werkzaam bij gemeenten in heel Noord-Nederland. Er zijn 62 gemeenten in Noord- Nederland. Iedere gemeente heeft één vragenlijst ontvangen en is aan desbetreffende persoon gericht zoals, in de meeste gevallen, telefonisch vooraf is afgesproken. Het onderzoek is gebaseerd op 25 ingevulde vragenlijsten, dat wil zeggen een respons van 40%. Van de 25 hebben 14 aangegeven de onderzoeksresultaten te willen ontvangen. Verdere gegevens van respondenten worden hiernaast weergegeven in tabel 1 en in de bijlage vanaf pagina 37. Het aantal respondenten wordt per vraag aangegeven met N (N=25). Tabel 1 Respondenten Geslacht Categorie Leeftijd Ervaring Vrouw Man Totaal Missing Gemiddeld N=25 N=24 N= Gegevensverwerving Voordat de vragenlijsten zijn verstuurd, zijn alle gemeenten van Noord- Nederland telefonisch benaderd om er voor te zorgen dat de vragenlijst bij de juiste persoon terecht kwam. Hierbij is er gevraagd naar een medewerker die direct betrokken is bij burgers, leiding geeft aan het proces en zowel met sociaal als fysieke aspecten te maken heeft. Deze telefonische benadering heeft plaatsgevonden eind april jl. Tevens is er gevraagd naar het adres van desbetreffende contactpersoon, welke gebruikt kan/kon worden voor eventuele vragen en verdere benadering. Er is voor gekozen de vragenlijst per post te verzenden omdat verschillende gemeenten een digitale vragenlijst (op een webpagina) niet kunnen openen. Daarnaast was de verwachting dat een fysieke vragenlijst eerder ingevuld zou worden omdat deze tastbaar op het bureau belande. De vragenlijst is op 29 april 2011 verstuurd met een begeleidende brief (zie bijlage 2) en een retourenvelop. In de begeleidende brief is de mogelijkheid geboden voor deelname aan het kennisnetwerk en worden

13 de uitkomsten van de onderzoeksresultaten aangeboden indien men meewerkt aan het onderzoek (zie bijlage 5). Op 11 mei 2011 is de herinneringsbrief (zie bijlage 3) verzonden met verzoek de vragenlijst voor 18 mei te retourneren. Drie weken na verzending van de vragenlijsten waren er 18 vragenlijsten geretourneerd. Er is besloten om gemeente nogmaals telefonisch te benaderen ter controle en om te stimuleren om de vragenlijst in te zenden. Bij verschillende gemeenten bleek dat de vragenlijst niet was aangekomen en is deze vervolgens nog per nagestuurd op eigen verzoek. De sluitingsdatum van inzendingen heeft op 30 mei plaatsgevonden er waren toen 25 vragenlijsten geretourneerd. De ontvangen vragenlijsten zijn genummerd en van datum voorzien om vervolgens de resultaten in te voeren in SPSS (statisch softwarepakket) door twee personen voor dubbele controle. In bijlage 5 worden alle onderzoeksresultaten weergegeven. 3.4 Representativiteit Achteraf is geconstateerd dat dit onderzoek niet representatief is. De geïnventariseerde functieomschrijvingen van ondervraagden, zijn van dien aard dat het onwaarschijnlijk is dat men voldoet aan de gestelde criteria welke is gegeven in het begeleidend schrijven en in hoofdstuk 2, paragraaf 2.2 begripsafbakening van de gebiedsontwikkelaar. In tabel 2 worden de alle uiteenlopende functieomschrijvingen en afdelingen van respondenten weergegeven. Tabel 2 Functieomschrijving Respondenten Functieomschrijving (op alfabetische volgorde) N Afdeling (op alfabetische volgorde) N 1e medewerker nieuwe werken 1 B en S 1 Adviseur strategisch en bestuurscommunicatie 1 Beleid + Realisatie 1 Beleidsmedewerker 1 Beleid en projecten 1 Beleidsmedewerker integraal woonbeleid 1 Communicatie 2 Beleidsmedewerker plattelandsontwikkeling 1 Dienstverlening 1 Beleidsmedewerker Volkshuisvesting 1 Dorpen en Steden 1 Beleidsmedewerker WMO 2 Revisited 1 Communicatieadviseur a.i. 1 Grondgebied 1 Contactambtenaar van dorpen 1 MO 1 Dorpen- wijken coördinator 1 OCSW 1 Dorpscoördinator 1 Ontwikkeling 1 Leidinggevend Beleid + Uitvoering 1 Openbare werken 1 Manager grote projecten 1 Project & programmabureau 1 Medewerker 1 Publieke dienstverlening 1 Medewerker omgevingszaken 1 Regie & Realisatie 1 Programmamanager 2 Ruimte en Welzijn 1 Sectorhoofd 1 Ruimte en Werken 1 Stedenbouwkundig Medewerker 2 Samenleving 1 Teamcoach gebiedsregisseur 1 SeZ 1 Voorlichter/Klachtencoördinator 1 Strategie beleidsprojecten 1 Wijkmanager 1 VROM 1 Wijkregisseur 1 Wonen en Samenleving 1 N=25 N=

14 Hoofdstuk 4 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven zoals deze uit de vragenlijst naar voren zijn gekomen. Paragraaf 4.1 tot en met 4.6 zijn de resultaten te vinden die betrekken hebben op deelvraag 1. De resultaten in paragraaf 4.7 en 4.8 hebben betrekking op deelvraag Deelvraag 1 Hoe wordt burgerparticipatie door gebiedsontwikkelaars in Noord- Nederland gezien en toegepast? Formele participatie Volgens de ledenpeiling van VNG 10 in 2010 heeft 47% van de gemeenten burgerparticipatie formeel vastgelegd. Van de ondervraagden van onze vragenlijst geeft 67% (N=24) aan dat participatie formeel vastgelegd is bij gemeenten. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de invulling van sociale participatie in het kader van Wmo. In tabel 3 hiernaast is te zien in welke documenten participatie formeel is vastgelegd (meerdere antwoorden mogelijk per respondent). Opvallend is dat gemeenten de vastlegging van participatie op vele mogelijke manieren wordt ingevuld. Daarnaast is er door een beleidsmedewerker (integraal woonbeleid) ingevuld dat participatie is vastgelegd in BBSH en overlegwet. Dit is bijzonder omdat de BBSH en overlegwet worden gebruikt bij woningcorporaties. Heeft de beleidsmedewerker deze vraag niet goed ingevuld of is hier iets bijzonders aan de hand? 10 Ministerie van binnenlandse zaken (2010) Publicatiereeks over burgerparticipatie. Noties voor participatienota s? Verder is er in de vragenlijst de mogelijkheid gegeven om aanvulling te doen op de vraag (meerdere antwoorden mogelijk per respondent). De antwoorden worden hieronder in de opsomming weergegeven. Tabel 3 Documenten waarin participatie is vastgelegd Participatiedocumenten Vastgelegd Freq. Visiedocument 29% 7 Lokaal akkoord 17% 4 Participatiebeleid VNG 13% 3 Participatieverordening 8% 2 Participatiehandleiding 4% 1 BBSH 4% 1 Overlegwet 4% 1 N=24 Participatie dat anders wordt vastgelegd namelijk in: Convenant met huurdersvereniging; Collegeprogramma; Inspraakverordening; WMO (vr.2a); Beleidsnota; Bestuursakkoord, kernenbeleid; Per project wordt dit bekeken; Collegeprogramma; Inspraakverordening; Anders vastgelegd 40% 10 N=10 Jaarlijks bestuurlijk overleg; (14 verenigingen voor dorpsbelangen) Nota burgerparticipatie; Nota wijkgericht werken

15 Doorvragend naar de verdere invulling van deze bovengenoemde documenten is er gevraagd welke aspecten van participatie zijn vastgelegd. Dit is te zien in het tabel 4. Tabel 4 Aspecten van participatie die formeel zijn vastgelegd Participatie aspecten Vastgelegd Freq. Ambitieniveau voor participatie 68% 17 Figuur 1 N= Organisatievisie op participatie 52% 13 Verantwoordelijkheden 48% 12 Uit de stellingen 11 in de vragenlijst is duidelijk naar voren gekomen, dat de Besluitvormingsstructuur 48% 12 ondervraagde professionals vinden dat niet alle inwoners zelforganisatie Organisatievorm 48% 12 aan kunnen. Allen geven aan dat het niveau van participatie afhankelijk is Wettelijk kader Evaluatie en rapportage Communicatiestructuur 44% 44% 36% van het project. 60% geeft aan het enigszins mee eens is dat het succes van participatie afhankelijk is van sociaaleconomische kenmerken van bewoners zoals is te zien in de tabel hieronder. Anders 0% 0 N=25 Tabel 5 Stellingen Niveau van participatie In de vragenlijst is de participatieladder (Pröpper en Steenbeek, 1999) gegeven. Aan de hand van deze ladder konden de ondervraagden aangeven wat het ambitie niveau en de praktijk is van hun gemeente. Het is te zien in de onderstaande tabel dat de eerste drie treden van de ladder al wordt toegepast in de praktijk zoals de gemeenten dit ambiëren. Meebeslissen is het minst toegepaste niveau en de ambitie voor dit niveau ligt eveneens het laagst. De hoogste traptrede zelforganisatie wordt in de praktijk vaker toegepast dan meebeslissen en ook het ambitieniveau voor zelforganisatie ligt hoger. Stellingen Alle burgers / bewoners kunnen het hoogste niveau van bewonersparticipatie, namelijk zelforganisatie aan. Naarmate de participatie van burgers en bewoners toeneemt, verliest mijn organisatie sturingskracht. In een vernieuwingsproject is het goed om meerdere niveaus van participatie te combineren. Het verschilt per project welk niveau van participatie effectief is. Het succes van participatie hangt af van de sociaaleconomische kenmerken van de bewoners. N= Zie bijlage 5 (vraag 12) Geheel Enigszins Enigszins mee eens mee eens oneens Helemaal mee oneens 0% 25% 38% 38% 4% 12% 44% 40% 50% 46% 4% 0% 76% 24% 0% 0% 12% 60% 16% 12%

16 Wat daarbij belangrijk wordt gevonden 12 is dat er een enthousiaste groep betrokkenen is die voldoende kennis heeft van het project. Tevens wordt het door 68% belangrijk gevonden dat er een kleine afstand is tussen de professional en de burger. Opvallend is dat er nog 21% professionals aangeven enigszins mee eens te zijn dat participatie een rituele dans is die er eenmaal bij hoort. 44% is er enigszins mee oneens en 40% helemaal mee oneens dat naarmate participatie toeneemt de organisatie sturingskracht verliest. Ondanks dat de grote meerderheid participatie ziet als de enige manier om draagvlak voor een project te krijgen. (24% geheel mee eens, 48% enigszins mee eens). 20% mee eens en 58% enigszins mee eens geeft aan wel zou willen experimenteren met nieuwe vormen van participatie Toepassing van Participatie Zoals te zien is in tabel 6 is het reeds toegepaste niveau informeren, raadplegen en adviseren het meeste in de praktijk toegepast bij gemeenten. De laatste drie niveaus hebben een lager percentage toegekend gekregen. Het lijkt erop dat de ontwikkeling zich momenteel op het niveau van coproduceren, meebeslissen en zelforganisatie bevindt. In de vraagstelling zijn werkmethoden 13 door de ondervraagde gekoppeld aan twee gegeven situaties namelijk welke werkmethoden de ondervraagde in zou zetten bij wijkvernieuwing en bij afnemende mate van tevredenheid van inwoners. Hiervan is een Top5 samengesteld per situatie in tabel Zie bijlage 5 (vraag 14) 13 Zie bijlage 5 (vraag 10) Tabel 6 Toepassing niveau Praktijk niveau Ja Freq. informeren 100,0% 25 raadplegen 100,0% 25 adviseren 92,0% 23 coproduceren 44,0% 11 meebeslissen 24,0% 6 Zelforganisatie door bewoners 40,0% 10 N=25 Tabel 7 Werkmethoden Wijkvernieuwing Toegepast Freq. Bewonersbijeenkomst 72% 18 Infokrant 68% 17 Wijkanalyse 67% 16 Wijkvisie 64% 16 Ontwerpatelier 60% 15 N=24-25 Afnemende Toegepast tevredenheid Freq. Bewonersbijeenkomst 76% 19 Wijkschouw 64% 16 Wijkanalyse 58% 14 Wijkraadpleging 56% 14 Wijkonderzoek 54% 13 N=

17 Bewonersbijeenkomsten zijn in beide situaties de meest gekozen vorm. Raadpleging komt ook nog voor en bij wijkvernieuwing mogen bij 60% van de inwoners ook helpen met ontwerp (ontwerpatelier) Echter een methode met meebeslissen (zoals inspraakavonden) is minder gekozen bij beide situaties. Wijkverkiezingen zijn in beide situaties de minst gekozen vorm. Er is de mogelijkheid gegeven om andere werkmethoden aan te dragen. Er is door één respondent een nieuwe werkmethode aangedragen namelijk wijkteams. Uit de stellingen 14 kwam naar voren dat 58% aangeeft dat men wel eens zou willen experimenteren met nieuwe vormen van participatie. 50% geeft aan het enigszins mee eens te zijn dat professionals en andere organisatie te weinig gebruik te maken van participatiemethoden. De meningen zijn nogal verdeeld of een participatietraject altijd door een professional geleid moet worden. Tabel 8 Stellingen Stellingen 14 Zie bijlage 5 (vraag 12) Geheel Enigszins Enigszins mee eens mee eens oneens Helemaal mee oneens Ik zou vaker willen experimenteren met nieuwe vormen van 21% 58% 13% 8% participatie. Professionals van andere organisaties maken te weinig gebruik van 4% 50% 33% 13% participatie(methoden). De effecten van participatie zijn op lange termijn moeilijk te 8% 63% 21% 8% meten. Participatie is de enige manier om draagvlak voor een project te 24% 48% 20% 8% krijgen. Participatie moet altijd door een professional worden geleid. 20% 28% 36% 16% N= Verschil tussen beleid en praktijk Zoals te zien is in figuur 1 verschilt het ambitieniveau van gemeenten niet veel met de dagelijkse praktijk. Uit het staafdiagram (figuur 7) valt op te maken dat het merendeel aangeeft dat alle genoemde aspecten nauwelijks verschillen met de dagelijkse praktijk. Echter is er ook een gering percentage dat aangeeft dat er een redelijk verschil is tussen beleid en praktijk. Uit de stellingen is er naar voren gekomen dat 57% zegt dat tijdens het toepassen van participatie enigszins afwijkt van het daarvoor gestelde officiële kader. En nog eens in een andere stelling geeft 46% aan dat de huidige kaders en richtlijnen van participatie enigszins aansluit op de dagelijkse praktijk. Daarnaast zouden deze onderstaande punten kunnen aanduiden waarom er nog eventuele verschillen zouden kunnen zijn tussen beleid en praktijk. 40% is het enigszins mee eens dat professionals die in de wijk actief zijn, te weinig worden betrokken bij het vaststellen van de officiële kaders. 36% is daar enigszins mee oneens. 48% geeft aan het er enigszins mee oneens te zijn dat in de officiële participatiekaders de belangen van behoeftes van bewoners over het hoofd zien. En 32% helemaal mee oneens. Tabel 9 Verschil beleid/praktijk Verschil tussen beleid en praktijk Volledig Redelijk Nauwelijks Niet Respondenten Inbreng van participanten 0% 36% 46% 18% 22 Besluitvormingsstructuur 0% 29% 43% 29% 21 Werkwijze 5% 32% 46% 18% 22 Communicatie 0% 27% 55% 18% 22 Realisatie en ambitie 0% 32% 46% 23% 22 R=

18 4.1.5 Effectiviteit van participatie Er is gevraagd naar wat er geëvalueerd wordt van het proces en het effect van participatie daarnaast hoe dit dan wordt gemeten. De uitkomsten zijn te zien in de tabel hieronder (tabel 10). Tabel 10 Evalueren Evaluatie Ja Freq. Worden verwachtingen vooraf in kaart gebracht? 44,0% 11 Stelt u doelen op? 48,0% 12 Tussentijds op voortgang geevalueerd? 40,0% 10 Wordt er achteraf op proces geevalueerd? 76,0% 19 Wordt er achteraf op effecten geevalueerd? 64,0% 16 Leiden evaluatieresultaten tot bijstelling van beleid en praktijk? 68,0% 17 N=25 Meetinstrumenten Ja Freq. Een registratiesysteem met een set van PI s 8,3% 2 Opkomst van inwoners bij bijeenkomsten 75,0% 18 Registeren van klachten 83,3% 2 Meten van tevredenheid onder bewoners 79,2% 19 Meten van tevredenheid onder alle betrokkenen 54,2% 13 Registratie van deelname bij nieuwe projecten 41,7% 10 Anders namelijk. 8,0% 2 N=24 In de meeste gevallen wordt het proces en het effect van participatie achteraf geëvalueerd. Het effect van participatie wordt meetbaar bevonden door voornamelijk klachten te registeren, mate van tevredenheid te meten en de opkomst van bewoners vast te leggen. Het meten van bewonersopkomst is van belang want 98% is het er mee eens tot enigszins mee eens, dat de kwaliteit van de oplossing beter zal zijn bij grote betrokkenheid van bewoners. 63 % geeft aan enigszins mee eens te zijn dat de effecten van participatie op lange termijn moeilijk te meten zijn Succesfactoren Er is gevraagd welke eigenschappen de professional moet hebben voor succesvolle participatie. Hierbij treft u een top van de belangrijkste eigenschappen aan welke worden weergeven in tabel 11 hieronder. In tabel 12 is te zien welke eigenschappen van de professional van minder groot belang zijn. Overige resultaten zijn na te slaan in bijlage 5 (vraag 13) Tabel 11 Eigenschappen van de professional Eigenschappen Enigszins Belangrijk Van belang belangrijk Sociaalcommunicatief 4% 96% 100% Analytisch 48% 52% 100% Stressbestendig 44% 56% 100% Betrouwbaarheid 0% 100% 100% Flexibel 32% 68% 100% Uitstraling 56% 44% 100% Positief denkend 36% 64% 100% N=

19 Tabel 12 Eigenschappen van de professional Eigenschappen Onbelangrijk Nauwelijks belangrijk Minder van belang Durf 0% 40% 40% Vasthoudend 4% 20% 24% Onderhandelaar 0% 16% 16% Inituïtief 0% 16% 16% Loyaal 0% 12% 12% Overtuigend 0% 12% 12% N=24-25 De stellingen In tabel 13, hieronder, hebben betrekking op het succes van participatie. Een opvallend percentage uit deze stellingen is dat 65% aangeeft het er enigszins mee eens te zijn dat betrokken bij wijkvernieuwing vaak niet op één lijn zitten. In een open vraag is gevraagd naar grootste successen van participatie uit eigen ervaringen. Absolute getallen kunnen in dit geval niet worden geven van de best en worst practices omdat de aard van beschrijvingen te verschillend zijn in de gestelde open vragen. Maar wat in de vele beschrijvingen naar voren komt, is dat projecten uit eigen initiatief van burgers succesvol zijn. Samenwerken met professionals waarin bewoners mee mogen beslissen of medeverantwoordelijk worden gemaakt wordt ook als succesvol bevonden. Verder hebben ondervraagden kunnen aangeven wat ze vooral wel en niet zouden doen bij participatietrajecten (Do s en Dont s). Wat meerdere malen is aangegeven (niet met dezelfde woorden, zie bijlage 5 vr.9) is te zien in de tabel hieronder. Met nadruk is aangegeven dat er vooral duidelijk en helder gecommuniceerd moet worden over wat er wél en níet mogelijk is. Daarbij is het van belang dat gemaakte afspraken na moet worden gekomen en vooral geen toezegging moet doen die niet waar gemaakt kunnen worden. Tabel 13 Stellingen Stelling Participatie van bewoners en burgers zorgt voor succesvollere projecten. Het succes van participatie hangt af van de sociaaleconomische kenmerken van de bewoners. Een organisatie die actieve participatie toepast doet dit uit eigen belang. Betrokkenen in een wijkvernieuwingsproject zitten voor participatie vaak niet op één lijn. Geheel Enigszins Enigszins mee eens mee eens oneens Helemaal mee oneens 60% 40% 0% 0% 12% 60% 16% 12% 24% 52% 20% 4% 9% 65% 22% 4% Tabel 14 Do's en Dont's Do Freq Verwachtingen managen/duidelijk zijn 8 Bewoners erbij betrekken 7 Open en tijdige communicatie 6 Afspraken nakomen 4 N=21 Don t Freq Beloven wat je niet kunt waarmaken 6 Niet te moeilijk maken 5 Overheersen 3 N=

20 In vraag 14 (zie bijlage 5) is gevraagd aan de professional welke factoren van belang zijn in de praktijk en welke van minder groot belang. De top van deze resultaten zijn te zien in tabel 15. Tabel 15 Belanrijk in de praktijk Top van de belangrijkste factoren Enigszins belangrijk Belangrijk Van belang Tussentijdse reflectiemomenten met alle betrokkenen 44% 56% 100% Kleine afstand tussen professionals en burgers / bewoners 28% 68% 96% Enthousiaste groep betrokkenen 20% 76% 96% Consensus over groepsbelang(boven individuele belangen) 36% 60% 96% Vrije ruimte voor nieuwe en spontane initiatieven 32% 64% 96% Het managen van verwachtingen 36% 60% 96% Top van de minst belangrijke factoren Onbelangrijk Nauwelijk belangrijk Minder van belang Geen tijdsdruk 8% 24% 32% Voldoende urgentie project 0% 12% 12% Multidisciplinaire deskundigheid bij professionals 0% 12% 12% Voldoende financiële middelen 0% 8% 8% Sociale cohesie binnen gemeenschap (in wijk of dorp) 0% 8% 8% Voldoende kennis bij burgers en bewoners over project 0% 8% 8% N= Deelvraag 2 Welke deskundigheid hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van bewonersparticipatie? Rol van de gebiedsontwikkelaar Uit voorgaande interviews 15 met gebiedsontwikkelaars is geconstateerd dat er een ontwikkeling plaatsvindt wat betreft de rol van de gebiedsontwikkelaar. Een samensmelting van de fysieke en de sociale aspecten is een nieuwe ontwikkeling. Ook bij de telefonische benadering voor dit onderzoek werd het duidelijk dat de gebiedsontwikkelaar op alle mogelijke afdelingen kan zitten met allerlei mogelijke functienamen. Om deze constatering nog eens te bevestigen is er gekeken naar de afdelingen en functieomschrijvingen van de gebiedsontwikkelaar. Daarin is te zien dat geen enkele gebiedsontwikkelaar deze functienaam draagt. Variërend van programmamanager tot communicatieadviseur en van dorpscoördinator tot wijkregisseur werkzaam op allerlei mogelijke afdelingen. Op allerlei niveaus worden medewerkers ingezet om participatie te waarborgen bij gemeenten. Zoals al eerder is beschreven zijn de meningen verdeeld of participatie altijd door een professional geleid moet worden. Enerzijds zullen er kaders zijn waarbinnen gewerkt wordt, anderzijds zal de professional niet te veel willen afbakenen. Duidelijke communicatie is van groot belang naar burgers toe maar de professional moet niet de overhand krijgen. 15 Stienstra, Van der Stoop, Tiggeler en Van der Wal (2011) interview audiofragmenten met gebiedsontwikkelaars

21 Eigen initiatieven van burgers worden als succes gezien zoals was te lezen in paragraaf Succesfactoren. In de vragenlijst is gevraagd naar de rol van de gemeente bij wijkvernieuwing maar ook naar de rol van andere partijen. De drie mogelijke rollen waaruit gekozen kon worden, zijn initiatiefnemer, betrokken en doorslaggevend. De Tabel 16 initiatiefnemer bij Wijkvernieuwing resultaten worden weergegeven in tabel 16, 17 en 18. Tabel 17 Partijen die betrokken moeten worden Moeten betrokken worden Perc. Freq. Bewonersorganisatie 83% 20 Ongeorganiseerde bewoners 83% 20 Stedenbouwkundige 83% 20 MKB 79% 19 Politie 75% 18 Gemeente 71% 17 Woningcorporatie 71% 17 Welzijn 71% 17 Onderwijs 67% 0 Maatschappelijkwerk 63% 15 Zorg 58% 14 Natuurorganisatie 54% 13 Energie en Water 54% 13 Projectontwikkelaar 50% 12 Beleggingsmaatschappij 33% 8 N=24 Initiatiefnemer Perc. Freq. Gemeente 79% 19 Woningcorporatie 63% 15 Bewonersorganisatie 58% 14 Projectontwikkelaar 42% 10 Welzijn 17% 4 Stedenbouwkundig 17% 4 Beleggingsmaatschappij 17% 4 MKB 8% 2 Politie 8% 2 Natuurorganisatie 8% 2 Ongeorganiseerde bewoners 4% 1 Onderwijs 4% 1 Energie en Water 4% 1 Maatschappelijkwerk 0% 0 Zorg 0% 0 N=24 Tabel 18 Partijen met doorslaggevende rol Doorslaggevend Perc. Freq. Gemeente 96% 23 Woningcorporatie 75% 18 Projectontwikkelaar 38% 9 Bewonersorganisatie 33% 8 Stedenbouwkundige 21% 5 MKB 17% 4 Beleggingsmaatschappij 17% 4 Welzijn 8% 2 Natuurorganisatie 8% 2 Politie 4% 1 Energie en Water 4% 1 Onderwijs 4% 1 Ongeorganiseerde bewoners 0% 0 Maatschappelijkwerk 0% 0 Zorg 0% 0 N=24 Uiteraard zouden bewoners, zowel ongeorganiseerd als georganiseerd, betrokken moeten worden als het gaat over wijkvernieuwing. Daarnaast is voor 83% bij een wijkvernieuwing een stedenbouwkundige betrokken. In het kader van deelonderzoek 1 Competentieprofiel 16 zijn 7 gebiedsontwikkelaars geïnterviewd. Op basis daarvan is een competentieprofiel opgesteld. Samengevat kan gezegd worden dat een gebiedsontwikkelaar een spin in het web is. Hij/zij is de verbindende factor tussen de verschillende partijen. Hij/zij is in staat op verschillende niveaus te kunnen communiceren en snel te kunnen schakelen. De gebiedsontwikkelaar is flexibel en vindt het niet erg om buiten kantooruren ( uur) te werken. De gebiedsontwikkelaar heeft 16 Stienstra, Van der Stoop, Tiggeler en Van der Wal (2011) Onderzoeksrapport De gebiedsontwikkelaar Groningen

22 algemene kennis op het gebied van financiën, bouwkunde en civieltechnische aspecten. Hij/zij is in staat de juiste mensen om zich heen te kunnen verzamelen om samen met hen tot een goed resultaat te komen. Hij/zij moet het vertrouwen kunnen winnen van verschillende partijen en is hiermee in staat om bruggen te bouwen tussen de partijen. De gebiedsontwikkelaar weet op creatieve wijze partijen in het proces te betrekken en is hierin ook innovatief. Hij/zij is procesvaardig en leidt het proces in goede banen. Hij/zij controleert en houdt toezicht op het gehele proces. Hij/zij signaleert de knelpunten in het proces en koppelt deze terug Deskundigheid Er is gevraagd in hoeverre de professional leert van de gegeven aspecten. In figuur 2 is te zien dat de professional veel leert van eigen succesvolle projecten en het samenwerken met burgers. Waar professionals enigszins van leren is van best practices elders en het samenwerken met andere organisaties. In een marktverkenning van Ruurd Vos in opdracht van Sherpas Proyects 18 is een onderzoek gedaan naar burgerparticipatie bij overheidsinstellingen. Uit dit onderzoek is onder anderen naar voren gekomen dat overheidsinstellingen zelf willen leren uit eigen opgedane ervaringen. Volgens dit onderzoek is er geen behoefte om externe partijen aan te trekken voor toepassing van burgerparticipatie. Echter is er wel een behoefte voor advisering en trainingen voor toepassing van werkmethoden. In vraag 18 (zie bijlage 4) is gevraagd op welke terreinen de professional zijn/haar deskundigheid wil vergroten (meerdere antwoorden mogelijk). In tabel 20 (volgende pagina) is af te lezen dat 25% 17 Stienstra, Van der Stoop, Tiggeler en Van der Wal (2011) Onderzoeksrapport De gebiedsontwikkelaar Groningen. 18 R. Vos i/o Sherpas Proyects (2011) Marktverkenning burgerparticipatie, Groningen. van ondervraagden wil leren over toepassing van niveaus en over verschillende werkmethoden. Figuur 2 N= Al in paragraaf zijn praktijkervaringen weergegeven aan de hand van succesverhalen uit de praktijk. Volledige beschrijvingen van alle respondenten zijn te lezen in bijlage 5 (vr. 9). In tabel 14 is te lezen wat vooral wel en niet moet bij participatietrajecten. Deze ervaringen zijn opgedaan uit de praktijk en maakt de professional deskundig. Naast eigen ervaring is in tabel 19 af te lezen op welke wijze de professional verder deskundig blijft op het gebied van participatie. 64% geeft aan geen behoefte te hebben om hun deskundigheid te vergroten. Van de respondenten die wel willen leren over participatie geeft 38% aan, op het terrein van het evalueren van participatietrajecten een behoefte heeft om hierover te leren (zie tabel 20)

23 Tabel 19 Deskundigheid van de professional Deskundig door Perc. Freq. Literatuurstudie 70,8% 17 Interne scholing 41,7% 10 Intervisie met collegae 79,2% 19 Intervisie andere organisaties 75,0% 18 Cursussen 54,2% 13 Studiedagen 70,8% 17 Tussentijdse evaluatie 75,0% 18 N=24 Tabel 20 Behoefte om te leren Behoefte om te leren over Ja Freq. Het evalueren van trajecten 37,5% Het vastleggen van participatie 29,2% Beleidsvorming rond 25,0% participatie Het toepassen van 25,0% verschillende niveaus Verschillende methoden 25,0% Persoonlijke vaardigheden 20,8% N=24 Van de ondervraagden heeft de meerderheid als hoogst genoten opleiding HBO zoals te zien is in tabel 20. De gemiddelde leeftijd van ondervraagden is 50 jaar en het gemiddelde van het aantal jaren werkervaring is 14 jaar (tabel 22). Tevens is er in de vragenlijst gevraagd naar relevante opleiding in het kader van de huidige werkzaamheden als gebiedsontwikkelaar. In tabel 23 is te zien dat door ondervraagden veel verschillende relevante opleidingen zijn aangedragen uiteenlopend van fysieke opleidingen zoals stedenbouwkundige opleiding tot sociale studies zoals verandermanagement Tabel 21 Opleiding Hoogst genoten opleiding MBO 2 (8%) HBO 16 (64%) Universiteit 7 (28%) N=25 Tabel 23 Releavante opleiding Tabel 22 Respondenten Geslacht Categorie in jaren Relevante opleiding Respons IAHL 1 Communicatiewetenschap VvA 1 Cursussen (HBO recreatie en toerisme) 1 Geen 3 HBO 3 HBO + MBA management 1 HBO plus 1 HTS 1 Social innovation management 1 Sociale economische ontwikkeling universiteit 1 Stedenbouwkundig techniek & ruimtelijke 1 Training Gebiedsgerichtwerken 1 Twynstra / Gudde 1 Verandermanagement 1 Werkervaring in andere functies 2 N=20 Leeftijd aantal (N) Ervaring aantal (N) Vrouw (0%) 9 (36%) Man (0%) 10(40%) Totaal (0%) 1(4%) (17%) 5(20%) (25%) 0 (0%) (46%) 0 (0%) (13%) 0 (0%) Missing 1 0 Gemiddeld N=25 N=

24 Hoofdstuk 5 Gemeente en Woningcorporatie Naast dit onderzoek is er eveneens onderzoek gedaan naar participatie echter vanuit het oogpunt van woningcorporaties. De uitkomsten van beide onderzoeken worden in dit hoofdstuk met elkaar vergeleken. De meest opvallende verschillen en overeenkomsten worden in een schematisch overzicht (tabel 24) weergegeven. Verdere resultaten zijn te vinden in het onderzoeksrapport Participatie als sleutel tot succes van Sandra Zamir (2011). 5.1 Vergelijking Tabel 24 Woningcorporatie en Gemeente Corporatie Vastlegging Vastlegging in BBSH en participatie Overlegwet meest voorkomend. Aspecten: Voornamelijk op het gebied van wettelijke kaders Ambitie participatieniveau Praktijk participatieniveau Verschil officiële kaders en praktijk Informeren, raadplegen en adviseren. Informeren, raadplegen en adviseren. Weinig afwijking van officiële kaders en praktijk. Wel wijkt de helft van de ondervraagden in sommige gevallen af van Gemeente Visiedocument en Lokaal Akkoord meest voorkomend. Aspecten: Voornamelijk op het gebied van ambitieniveau van de organisatie. Idem Idem Idem Situatie gebonden werkmethoden Effectiviteit participatie Kritische succesfactoren Ervaringen professional de kaders. Corporatie Wijkvernieuwing: Bewonersbijeenkomsten en Informatiekrant meest toegepast Afnemende tevredenheid: Bewonersbijeenkomsten en Wijkonderzoek meest toegepast Meest toegepaste meetmethode: Aan de hand van bewonerstevredenheid en registratie van het aantal klachten. - Transparante en eerlijke houding - Flexibele kaders - Realistische ambities Do: afstand verkleinen tussen klant en professional, stimuleren actieve houding klant. Don t: valse verwachtingen scheppen, dubbele agenda en eigen visie doordrukken. Gemeente Wijkvernieuwing: Idem Afnemende tevredenheid: Bewonersbijeenkomst en Wijkschouw meest toegepast Idem - Eigen initiatieven van burgers - Samenwerken met professionals - Burgers medeverantwoordelijk maken Do: duidelijk zijn, bewoners betrekken, open en tijdige communicatie, afspraken nakomen. Don t: valse verwachtingen scheppen, te ingewikkeld maken en overheersen

Participatie als sleutel tot succes. Onderzoek naar effectieve participatie binnen woningcorporaties in Noord-Nederland

Participatie als sleutel tot succes. Onderzoek naar effectieve participatie binnen woningcorporaties in Noord-Nederland Participatie als sleutel tot succes Onderzoek naar effectieve participatie binnen woningcorporaties in Noord-Nederland Participatie als sleutel tot succes Onderzoek naar effectieve participatie binnen

Nadere informatie

De gebiedsontwikkelaar

De gebiedsontwikkelaar Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte De gebiedsontwikkelaar Onderzoeksrapport Anniek Stienstra Ruud van der Stoop Jobert Tiggeler Melle van der Wal Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte

Nadere informatie

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Meting KWH-Goed Werkgeverschaplabel Rapportage opgesteld door KWH in samenwerking met EVZ organisatie-advies Bijlagen Corporatie Rotterdam, 20xx Inhoudsopgave

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Toen het project 2030 werd gestart, is aan de gemeenteraad toegezegd dat na vier afgeronde en het project geëvalueerd zou worden. In april heeft het projectteam 2030 een

Nadere informatie

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente

Nadere informatie

Kent u de sport- en cultuurregeling?

Kent u de sport- en cultuurregeling? Kent u de sport- en cultuurregeling? Conclusies en aanbevelingen Rekenkamercommissie Teylingen Onderzoek naar sport- en cultuurregeling Datum: 10 mei 2016 Pictogrammen: www.sclera.be 1 Inleiding De rekenkamercommissie

Nadere informatie

Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)

Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp) ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014 Invulinstructie: Dit formulier is bedoeld voor afstudeeropdrachten die in een periode van gemiddeld 4 maanden (kunnen) worden uitgevoerd. Voor kortere klussen komt

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Communicatie

Onderzoeksopzet Communicatie Onderzoeksopzet Communicatie Rekenkamercommissie Heerenveen Februari 2009 Rekenkamercommissie Heerenveen: onderzoeksopzet communicatie 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en achtergronden

Nadere informatie

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat externe tevredenheidsmeting Pagina 1 Rinske Rill en Dea Bobeldijk. 21 mei 1 Inhoud Samenvatting... 1. Inleiding... 4 2. Aantallen respondenten...

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Factsheet Competenties Ambtenaren

Factsheet Competenties Ambtenaren i-thorbecke Factsheet Competenties Ambtenaren Competenties van gemeenteambtenaren - nu en in de toekomst kennis en bedrijf Gemeenten werken steeds meer integraal en probleemgestuurd aan maatschappelijke

Nadere informatie

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes? Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes? December 2007 / Januari 2008 Door: Marco Bouman, Impulse, Strategie & Marketing Februari 2008 2008 Marco Bouman, alle rechten voorbehouden Het is niet

Nadere informatie

Groningers zetten zich in voor leefbaarheid in dorp of wijk

Groningers zetten zich in voor leefbaarheid in dorp of wijk Groningers zetten zich in voor leefbaarheid in dorp of wijk De samenleving verandert. Bewoners pakken steeds meer zelf op en gemeenten geven meer ruimte aan lokale bewonersinitiatieven (CMO STAMM, 2015).

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Eemsdelta ME. Minder jongeren, meer kansen! Dossier jongerenparticipatie Appingedam

Eemsdelta ME. Minder jongeren, meer kansen! Dossier jongerenparticipatie Appingedam Eemsdelta ME Minder jongeren, meer kansen! Dossier jongerenparticipatie Appingedam Aanleiding De aanpak Draagvlak Bouwen Borgen Het project Eemsdelta ME is een initiatief van de gemeente Appingedam. De

Nadere informatie

De Utrechtse Participatiestandaard

De Utrechtse Participatiestandaard De Utrechtse Participatiestandaard Participatie leidt tot betere projecten, betere afwegingen en besluitvorming en tot meer draagvlak. Bij ieder project is de vraag aan de orde wanneer en in welke mate

Nadere informatie

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Training & Advies Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Betere resultaten met nieuwe competenties Ondernemend werken in welzijnsorganisaties De welzijnssector is sterk in beweging, dat weet u als

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

WELKOM! Netwerk Gebiedsontwikkelaars Noord-Nederland

WELKOM! Netwerk Gebiedsontwikkelaars Noord-Nederland WELKOM! Netwerk Gebiedsontwikkelaars Noord-Nederland EVEN VOORSTELLEN Jarik van der Velde, gebiedsontwikkelaar, Veendam, Acantus Groep, stuurgroeplid, middagvoorzitter PROGRAMMA Welkom bij Hanzehogeschool

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar

Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar Burgerparticipatie in Alkmaar Gemeente Alkmaar 1 Burgerparticipatie in Alkmaar Aanleiding en ambitie In het kader van het programma Harmonisatie is ook het burgerparticipatiebeleid opnieuw bekeken. Voor

Nadere informatie

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Hieronder een eerste en tweede reactie van de Rekenkamer. 1 Bijlage: Ambitiedocument Burgerparticipatie met bijbehorende Verordening te downloaden via deze link. Eerste

Nadere informatie

Highlights resultaten partnerenquête DNZ

Highlights resultaten partnerenquête DNZ Highlights resultaten partnerenquête DNZ Peter Brouwer 28 mei 2015 1 van 8 Inleiding Jaarlijks organiseert De Normaalste Zaak (DNZ) een enquête onder haar leden. De enquête levert nuttige informatie op

Nadere informatie

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011 Voorwoord In mijn scriptie De oorlog om ICT-talent heb ik onderzoek gedaan of Het Nieuwe Werken als (gedeeltelijke) oplossing kon dienen voor de aankomende vergrijzing. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag

Nadere informatie

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam ! De gemeente Appingedam wil jongeren actiever laten participeren in beleidsvorming, zodat ze beter kan inspelen op de behoeften van jongeren. Om dit

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Z Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Maart 2015 In opdracht van het Transitiebureau Wmo Team Kennisnetwerk Wmo Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Over het onderzoek 3 3. De resultaten 4 3.1 Omvang deelnemende

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Barometer Vastgoedmanagement Nederland 2014

Barometer Vastgoedmanagement Nederland 2014 IX LAST BUT NOT LEAST Barometer Vastgoedmanagement Nederland 2014 Meer vastgoedmanagement uitbesteden Annette Tjeerdsma en Jan Veuger In het voorjaar (mei/juni) van 2014 is voor het eerst een vragenlijst

Nadere informatie

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn De toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn bevat vier praktische instrumenten om samen met cliënten te werken aan verbetering of vernieuwing van diensten

Nadere informatie

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Scholder an Scholder 2.0 - Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Opdracht Bestuurlijk Overleg Sport; 7 december 2016 Evaluatie van scholder an scholder (1.0) leert

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

De gemeente als informatiebron!

De gemeente als informatiebron! De gemeente als informatiebron! Auteur: Marije Arah Opleiding: Bachelor of Communication Opdrachtgever: Stichting Burger (Onderzoek) Juni 2008, Den Haag 1 Samenvatting De gemeente fungeert voor veel burgers

Nadere informatie

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!!

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! De brief: Het Venster F.D. Rooseveltlaan 18 Postbus 2157 5600 CD Eindhoven Eindhoven, 29 november 2011 Betreft: Enquete cliënttevredenheid Beste

Nadere informatie

Lokaal integraal gezondheidsbeleid: een onderzoek binnen gemeenten naar mogelijkheden tot intersectorale samenwerking

Lokaal integraal gezondheidsbeleid: een onderzoek binnen gemeenten naar mogelijkheden tot intersectorale samenwerking Lokaal integraal gezondheidsbeleid: een onderzoek binnen gemeenten naar mogelijkheden tot intersectorale samenwerking CIAO, 14 juni 2012 Drs. Mieke Steenbakkers Senior beleidsfunctionaris / promovenda

Nadere informatie

januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl

januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut I Inhoud blz 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1 1.2 Vraagstelling 1 1.3 Aanpak en leeswijzer 1 2 Doelen 2.1 Doelen van beleid 3 2.2 Doelen van sociale wijkteams Krimpenerwaard

Nadere informatie

Vastgoedontwikkeling in beweging!

Vastgoedontwikkeling in beweging! Van projectgericht naar gebiedsgericht denken. Auteur Bas Westerink Opdrachtgever Mevr. Drs. O. Buiter, Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling Noorderruimte Van projectgericht naar gebiedsgericht denken. Type

Nadere informatie

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding Gemeentelijke regisseurs Regisseren en de kunst van de verleiding Van traditioneel management naar modern regisseren De gemeente heeft de regie dat gebeurt niet zomaar, en ook niet van de ene op de andere

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

Samenwerken aan gezondheid in de wijk

Samenwerken aan gezondheid in de wijk Werkboek Samenwerken aan gezondheid in de wijk Preventie in de Buurt De Gezonde Wijk- en Regioaanpak Samenwerken aan gezonde inwoners in een gezonde omgeving Samenwerken aan gezondheid in de wijk Een gezonde

Nadere informatie

Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout

Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout 0-meting burgerparticipatie en communicatie De gemeente Noordwijkerhout heeft een nieuw communicatiebeleidsplan dat uitgaat van meer omgevingsbewust werken

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Meer woonkansen voor ouderen

Meer woonkansen voor ouderen Meer woonkansen voor ouderen Ouderen willen zo lang mogelijk in hun vertrouwde leefomgeving blijven wonen. Met een slimme combinatie van maatregelen maakt u als gemeente dat mogelijk. Uw resultaten: Efficiënte

Nadere informatie

Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders

Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders 15 december 2010 Keuze van trainingen, opleidingen en cursussen Van de 275 respondent heeft 35% geen enkele scholingsactiviteit gevolgd.

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland

Rekenkamercommissie. Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland 2 september 2009 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en achtergronden onderzoeksvraag... 3 2. Centrale vraagstelling... 3 3. Omschrijving

Nadere informatie

Bijlagen. Tevredenheid van potentiële werknemers

Bijlagen. Tevredenheid van potentiële werknemers Bijlagen Tevredenheid van potentiële werknemers Evaluatie Pastiel Bijlagen Tevredenheid van potentiële werknemers Pastiel Drs. Jan Dirk Gardenier MBA Erik Geerlink, MSc Lotte Piekema, MSc Februari 2014

Nadere informatie

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015 Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Onderzoeksplan. Audit Nieuw!Zeeland

Onderzoeksplan. Audit Nieuw!Zeeland Onderzoeksplan Audit Nieuw!Zeeland Nicoline Craste Versie: 9-11-2009 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMENE AANLEIDING EN KADER... 3 1.2 OPDRACHT... 3 2 ONDERZOEKSKADER... 3 2.1 DOELSTELLING... 3

Nadere informatie

SAMENSPEL FORMELE EN INFORMELE ZORG

SAMENSPEL FORMELE EN INFORMELE ZORG SAMENSPEL FORMELE EN INFORMELE ZORG Nieuwsbrief No 1 Mei 2013 Dit is de eerste nieuwsbrief van het project Samenspel Formele en Informele zorg van de Wmo werkplaatsutrecht. Op de site www.wmowerkplaatsutrecht.nl

Nadere informatie

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Bestuursopdracht. Centrumvisie Bestuursopdracht Centrumvisie Bestuursopdracht Centrumvisie Opdrachtgever: Auteur: gemeente Scherpenzeel afdeling Ruimte en Groen W. Hilbink/W.Algra Datum: 2 december 2014 Centrumvisie Scherpenzeel -1-

Nadere informatie

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen.

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Anita Hütten / T ik BV, Veghel 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Stadjers en instellingen over de gebiedsgebonden aanpak van het sociale domein

Stadjers en instellingen over de gebiedsgebonden aanpak van het sociale domein Stadjers en instellingen over de gebiedsgebonden aanpak van het sociale domein Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht

Nadere informatie

jaargang 6, peiling 4 3 februari 2009

jaargang 6, peiling 4 3 februari 2009 Internetpanel Hengelo jaargang 6, peiling 4 3 februari 2009 Wijkgericht werken in Hengelo! Het thema van de laatste internetpeiling van was Wijkgericht werken. Binnen de gemeente Hengelo zijn verschillende

Nadere informatie

ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN

ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN Gemeente Oss November 2017 www.ioresearch.nl ONDERZOEKSVRAGEN 1. Hoe is het beleid rondom gebiedsgericht werken vormgegeven? 2. Wat zijn de ervaringen van de intern en extern

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond Verenigingen, stichtingen en instellingen barsten doorgaans van de ambities en toekomstplannen. Maar om ze te realiseren heb je financiële middelen

Nadere informatie

PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN WONINGSTICHTING VAALS

PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN WONINGSTICHTING VAALS PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN WONINGSTICHTING VAALS 1. De functie van de Raad van Commissarissen In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen

Nadere informatie

Vrijwilligersbeleid. Rapportage flitsenquête ActiZ. ActiZ, organisatie van zorgondernemers. ICSB Marketing en Strategie Drs.

Vrijwilligersbeleid. Rapportage flitsenquête ActiZ. ActiZ, organisatie van zorgondernemers. ICSB Marketing en Strategie Drs. Rapportage flitsenquête ActiZ Vrijwilligersbeleid Voor ActiZ, organisatie van zorgondernemers Van ICSB Marketing en Strategie Drs. Yousri Mandour Datum 7 maart 2011 Pag. 1 Voorwoord Voor u liggen de resultaten

Nadere informatie

Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013

Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 Onderzoek is uitgevoerd en gerapporteerd door Panteia in opdracht van Loopbaankamer Tilburg Bronvermelding van hieronder vermeldde gegevens: Panteia,

Nadere informatie

Who knows better than residents what goes wrong and what should be done in the areas where they live? (Blanc & Beaumont, 2005)

Who knows better than residents what goes wrong and what should be done in the areas where they live? (Blanc & Beaumont, 2005) Who knows better than residents what goes wrong and what should be done in the areas where they live? (Blanc & Beaumont, 2005) Deel 1 Persoonlijke motivatie/ aanleiding Probleem Doel Vraagstelling Onderzoeksmodel

Nadere informatie

Uitkomsten vragenlijst nulmeting Statenverkiezingen 2015

Uitkomsten vragenlijst nulmeting Statenverkiezingen 2015 Uitkomsten vragenlijst nulmeting Statenverkiezingen 2015 Respons Eind augustus 2014 zijn 3500 vragenlijsten naar willekeurige adressen gestuurd met het verzoek mee te werken aan het onderzoek. In totaal

Nadere informatie

Onderzoek naar ervaringen met ingekochte examens in het mbo

Onderzoek naar ervaringen met ingekochte examens in het mbo Onderzoek naar ervaringen met ingekochte examens in het mbo Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Wat zijn de ervaringen van mbo-scholen en examenleveranciers met ingekochte beroepsgerichte examens

Nadere informatie

Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen

Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen Margreth Egelkamp Marina Horseling Andrea Donker Contactgegevens: Instituut voor Veiligheid/Lectoraat Kennisanalyse Sociale

Nadere informatie

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede Waar staat je gemeente Gemeente Enschede Inhoudsopgave Sheetnummer Samenvatting 3 Burgerpeiling Waar staat je gemeente & respons 4 Woon & leefomgeving Waardering & sociale samenhang 5 Veiligheid en overlast

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Deelrapportage Apotheken door Cliënten Bekeken Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn E Inhoud 1. Inleiding en methode 1 1.1. Achtergrond 1 1.2. Doel van het kwaliteitstraject: meten en verbeteren

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

Rapport Voorbeeld adviseur. Voorbeeld adviseur2. voorbeeld Rapportage

Rapport Voorbeeld adviseur. Voorbeeld adviseur2. voorbeeld Rapportage Rapport Voorbeeld adviseur Naam Adviseur Voorbeeld adviseur2 voorbeeld Rapportage Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Detail overzicht

Nadere informatie

Cliënttevredenheid 2016

Cliënttevredenheid 2016 Cliënttevredenheid 2016 (Thuis)begeleiding Rapportage Cliënttevredenheid 2016 Fenneke Vegter, Lonneke Gijsbers Project Z7267 19-1-2017 Achtergrond, doel- en probleemstelling Op verzoek van Vitras heeft

Nadere informatie

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten Uwe Matzat/Chris Snijders Technische Universiteit Eindhoven Management samenvatting De grote meerderheid

Nadere informatie

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid INHOUD Augustus 2017 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid pagina 1 2) Wat is duurzame inzetbaarheid? pagina 2 3) Eigen verantwoordelijkheid medewerker pagina 4 4) Urgentie duurzame inzetbaarheid groeit

Nadere informatie

Kennisdag HAN Sociaal 2013

Kennisdag HAN Sociaal 2013 Kennisdag HAN Sociaal 2013 Praktijkkennis in de aanbieding! Martha van Biene Marion van Hattum 1 HAN Sociaal Bevorderen participatie door, voor en met kwetsbare burgers in de samenleving Meedenken, meedoen,

Nadere informatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING P5, 30 januari 2014 TU DELFT - BK - RE&H/UAD Wilson Wong INHOUD - Onderwerp en context - Onderzoeksopzet - Theoretisch

Nadere informatie

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen Wmo-kanteling Raadpleging Inwonerpanel Dongen Even voorstellen 2 Stephan Dijcks GfK onderzoekt gedrag consumenten en burgers Beheer en onderzoek Inwonerpanel Dongen Uitvoerder landelijke Wmo-evaluatie

Nadere informatie

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Inspectie Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Samenvatting Opzet belevingsonderzoek naar klanttevredenheid De Inspectie heeft een belevingsonderzoek naar klanttevredenheid gedaan, om inzicht

Nadere informatie

PS2011RGW : Statenvoorstel rapport Randstedelijke Rekenkamer Vitaal Platteland Provincie Utrecht. Ontwerp-besluit pag. 5

PS2011RGW : Statenvoorstel rapport Randstedelijke Rekenkamer Vitaal Platteland Provincie Utrecht. Ontwerp-besluit pag. 5 PS2011RGW02-1 - Provinciale Staten statenvoorstel Datum : 16 mei 2011 Nummer PS: PS2011RGW02 Afdeling : SGU Commissie : RGW Steller : Drs. H. Schoen Portefeuillehouder : n.v.t. Registratienummer : 2011INT268900

Nadere informatie

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad 5 juli 2018 Raadswerkgroep Burgerparticipatie In november 2017 heeft een aantal raadsleden zich opgegeven om de Raadswerkgroep Burgerparticipatie te vormen

Nadere informatie

Ontplooiing en ontwikkeling van soft-skills in de financiële functie

Ontplooiing en ontwikkeling van soft-skills in de financiële functie Ontplooiing en ontwikkeling van soft-skills in de financiële functie Inleiding De functie van controller heeft de afgelopen jaren een ontwikkeling doorgemaakt. 20 jaar geleden had de functie veelal een

Nadere informatie

KENNISNETWERK KRIMP NOORD NEDERLAND (KKNN)

KENNISNETWERK KRIMP NOORD NEDERLAND (KKNN) KENNISNETWERK KRIMP NOORD NEDERLAND (KKNN) één loket, van en voor het Noorden Kennis netwerk Kennis delen Kennis ontwikkelen 01_0264 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN) Eén loket Het Kennisnetwerk

Nadere informatie

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn en Zorg 1 Colofon: Onderzoek en rapportage: drs. E. Lange dr. J. Tuinstra Met medewerking van: H. Plat-Lieben Uitgave:

Nadere informatie

MONITOR BURGERPARTICIPATIE 2013 ENQUÊTE

MONITOR BURGERPARTICIPATIE 2013 ENQUÊTE MONITOR BURGERPARTICIPATIE 2013 ENQUÊTE De Monitor Burgerparticipatie wordt tweejaarlijks uitgevoerd om het gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie landelijk in kaart te

Nadere informatie

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL RAADSVOORSTEL Registr.nr. 1423468 R.nr. 52.1 Datum besluit B&W 6juni 2016 Portefeuillehouder J. Versluijs Raadsvoorstel over de evaluatie van participatie Vlaardingen, 6juni 2016 Aan de gemeenteraad. Aanleiding

Nadere informatie

Klanttevredenheids onderzoek 2012

Klanttevredenheids onderzoek 2012 Klanttevredenheids onderzoek 2012 Ook dit jaar heeft TMCDAS weer een klanttevredenheidsonderzoek gedaan. In dit document vindt u de uitkomsten hiervan, de feedback, de bevindingen en de daarop gestelde

Nadere informatie

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden.

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden. Bijlage a Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden. De functie van de Raad van Commissarissen. In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( )

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( ) gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates (0650814004) 2015.005622Z- Inleiding Op 1 januari 2015 is, vanwege

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Stichtse Vecht november 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 Gemeente Stichtse Vecht Deze samenvatting presenteert de belangrijkste

Nadere informatie

Meer woonkansen voor ouderen

Meer woonkansen voor ouderen Meer woonkansen voor ouderen Ouderen willen zo lang mogelijk in hun vertrouwde leefomgeving blijven wonen. Met een slimme combinatie van maatregelen maakt u als gemeente dat mogelijk. Uw resultaten: Efficiënte

Nadere informatie

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt

Nadere informatie

JURYRAPPORT Van de prijs voor de best presterende gemeente op het gebied van ouderenbeleid

JURYRAPPORT Van de prijs voor de best presterende gemeente op het gebied van ouderenbeleid Samenwerken met actieve ouderen loont! Peiling naar het lokale ouderenbeleid JURYRAPPORT Van de prijs voor de best presterende gemeente op het gebied van ouderenbeleid Juryrapport Inleiding Het platform

Nadere informatie