Participatie als sleutel tot succes. Onderzoek naar effectieve participatie binnen woningcorporaties in Noord-Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Participatie als sleutel tot succes. Onderzoek naar effectieve participatie binnen woningcorporaties in Noord-Nederland"

Transcriptie

1 Participatie als sleutel tot succes Onderzoek naar effectieve participatie binnen woningcorporaties in Noord-Nederland

2 Participatie als sleutel tot succes Onderzoek naar effectieve participatie binnen woningcorporaties in Noord-Nederland Auteur: Sandra Zamir Studentnummer: Instituut: Facility Management Onderzoeksperiode: Februari 2011 Juli 2011 Organisatie: Stagedocent: Stagebedrijf: Stagebegeleider: Hanzehogeschool Groningen Gea Posthumus Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte Jannie Rozema Pagina 2

3 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksrapport dat ik heb geschreven in het kader van mijn afstuderen aan de Hanzehogeschool Groningen. Als invulling van mijn afstuderen aan het instituut van Facility Management heb ik onderzoek gedaan binnen het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte. De wijze van onderzoek, professionele ondersteuning en het gebruik van een kennisnetwerk hebben me overtuigd om binnen dit kenniscentrum af te studeren. Daarnaast vind ik het erg interessant om te zien hoe de sociale benadering van gebiedsontwikkeling uiteindelijk omgezet wordt in een fysieke toepassing, oftewel het verbeteren van de leefomgeving. Tijdens dit onderzoek heb ik nauw samengewerkt met Femke Klok. Gezamenlijk zijn we dit proces ingegaan en hebben getracht een beeld te geven van hoe professionals in de praktijk omgaan met het concept participatie. Dit onderzoek richt zich op participatie binnen corporaties. Femke heeft daarnaast met gemeenten een andere doelgroep voor haar onderzoek. Beide onderzoeken zullen daardoor het complete werkveld van de gebiedsontwikkelaar omvatten. Voor deze samenwerking en wederzijdse ondersteuning wil ik haar graag bedanken. Ook gaat mijn dank uit naar de begeleidende personen binnen dit onderzoek. In de eerste plaats Jannie Rozema, opdrachtgever en stagementor, die mij met feedback, haar ervaring en kennis veel heeft kunnen ondersteunen. Hierdoor sluit dit onderzoek goed aan op eerdere en toekomstige onderzoeken binnen het kenniscentrum. Door haar kennisnetwerk was het in de opstart van het onderzoek eenvoudig om met professionals uit het werkveld in contact te komen. Daarnaast Gea Posthumus, begeleider vanuit de opleiding, die mij met haar kritische en opbouwende kijk scherp heeft weten te houden gedurende het onderzoek. Het is altijd fijn als iemand duidelijk is in wat de verwachtingen zijn binnen het afstudeertraject. Ten slotte wil ik in het bijzonder de medewerkers van Wijkaanpak Stadskanaal bedanken. Door de meeloopweek in het begin van het proces heb ik een duidelijk beeld gekregen van hoe professionals in de praktijk met gebiedsontwikkeling en in het bijzonder participatie bezig zijn. Hun betrokkenheid en behulpzame houding heeft hierin erg geholpen. Groningen, 16 juni 2011 Sandra Zamir Pagina 3

4 Samenvatting Binnen gebiedsontwikkeling zijn er vele facetten die belangrijk zijn om uiteindelijk een succesvol project te kunnen afronden. Om doelen te bereiken en bewoners en andere betrokkenen in een bepaald leefgebied tevreden te houden moeten professionals aandacht besteden aan al deze aspecten. Een van deze aspecten is de (juiste) toepassing van participatie. Alle instanties die ontwikkelprojecten coördineren en uitvoeren, moeten ernaar streven om de mensen waar het daadwerkelijk om gaat te betrekken bij de inhoud van hun werkzaamheden. Eén van de belangrijke spelers binnen het werkveld van gebiedsontwikkeling zijn de woningcorporaties. Het constant streven naar verbeteringen voor hen als organisatie, maar ook voor de klant/bewoners die ze met hun woonvoorzieningen bedienen. Het betrekken van bewoners bij het beleid van de corporatie en het beheer en veranderingen van hun woonomgeving wordt gezien als bewonersparticipatie. Dit is het centrale thema waar dit onderzoek zich op richt. Het doel is om meer inzicht te krijgen in de wijze waarop de gebiedsontwikkelaars bij corporaties effectiever gebruik kunnen maken van de verschillende vormen van bewonersparticipatie. Om deze inventarisatie volledig te laten zijn, is er naar een antwoord gezocht op de vraag hoe bewonersparticipatie door gebiedsontwikkelaars in Noord-Nederland wordt gezien en toegepast. Daarnaast is ook bepaald welke deskundigheid gebiedsontwikkelaars bezitten en zouden moeten bezitten ten aanzien van bewonersparticipatie. Al deze gegevens zijn verzameld door middel van kwantitatief onderzoek. Een opgestelde vragenlijst is verstuurd naar professionals binnen corporaties die zich bezighouden met dit aspect tijdens ontwikkeltrajecten. De vragenlijst is uitputtend en gaat in op alle facetten die een rol spelen bij het ontwerp, de uitvoering en de evaluatie van participatietrajecten (Bijlage 1). Het is gebleken dat bewonersparticipatie door de professionals als een belangrijk en waardevol aspect binnen hun werkzaamheden wordt gezien. Er wordt nagenoeg altijd rekening gehouden met de wettelijke normen op dit vlak. Wel is naar voren gekomen dat participatietrajecten in een nog te kleine mate worden geëvalueerd tijdens het project. Op deze manier worden verbeterpunten te laat en te weinig toegepast. De officiële kaders waarvan gebruik wordt gemaakt door de professionals, zijn goed afgestemd op het participatietraject, maar toch zien de professionals zich vaak genoodzaakt om hiervan af te wijken in specifieke gevallen. In de praktijk zou er vaker van het officiële beleid afgeweken kunnen worden en kan er gewerkt worden met meer flexibele en situatiegebonden kaders. Door de professional deze vrijheid te geven kan deze meer maatwerk afleveren. In aanvulling hierop is geconstateerd dat deze professionals graag zouden willen dat ze afstand tussen de corporatie en de klant kunnen verkleinen. Dit kan door de actieve houding van de klant te stimuleren. Wek vooral geen valse verwachtingen en probeer in geen van de gevallen alleen je eigen visie door te drukken. Dat de corporaties nog niet zijn waar ze zouden willen en moeten zijn op het gebied van participatie blijkt uit het feit dat de ambities achterblijven bij de praktijk. Momenteel maken corporaties voornamelijk gebruik van informeren, raadplegen en adviseren, maar in de ambities van de professional willen ze toch proberen de afstand met de bewoners kleiner te maken dan dat het nu is. Al lijken zowel corporaties als professional huiverig om te veel controle uit handen te geven. Pagina 4

5 Nieuwe participatiemethoden zouden hier een belangrijke rol in moeten spelen. Professionals staan dan ook open voor nieuwe ontwikkelingen en kennis van andere personen uit het werkveld. Een goede gebiedsontwikkelaar moet sociaalcommunicatief zijn, betrouwbaar en een verbindende rol kunnen spelen. Om deze eigenschappen en kwaliteiten te ontwikkelen houden de professionals zich vooral bezig met intervisie met collega s, studiedagen en literatuurstudie. Zo kunnen persoonlijke vaardigheden verder ontwikkeld worden en kunnen er nieuwe inzichten ontstaat met betrekking tot effectieve participatie. Opvallend is dat deze uitkomsten sterk overeenkomen met de uitkomsten van een soortgelijk onderzoek naar participatie uitgevoerd door professionals binnen gemeenten. Participatie is dus een proces dat situatiegebonden is, maar in beginsel veel overeenkomsten heeft bij verschillende uitvoeringsinstanties. Daarom zou het een goede ontwikkeling zijn wanneer er meer kennisdeling zou zijn tussen verschillende instanties en professionals uit het werkveld. Het uitwisselen van ervaring, kennis en ambities kan ervoor zorgen dat de participatiepraktijk naar een volgend niveau kan worden getild. Vervolgonderzoek op dit vlak kan dan ook verder gaan op deze uitkomsten. Door bijvoorbeeld uitgebreide interviews en het observeren van projecten kan er nog dieper op de materie worden ingegaan en kunnen deze resultaten een nog verdere betekenis worden gegeven. Pagina 5

6 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 4 Inleiding 7 1. Probleemstelling 8 2. Theoretisch kader Gebiedsontwikkeling Bewonersparticipatie Onderzoeksmethoden Vragenlijst Respondenten Gegevensverwerving Resultaten en analyse Uitkomsten vragenlijst Vastlegging bewonersparticipatie Ambitie en praktijk participatieniveau Verschil officiële kaders en praktijk Situatiegebonden werkmethoden Effectiviteit participatie Kritische succesfactoren Ervaringen professional Rol gebiedsontwikkelaar Leermomenten gebiedsontwikkelaar Deskundigheidsvraag Overige resultaten Beantwoording deelvragen Discrepantie corporatie en gemeenten Conclusie en discussie Conclusie Beantwoording hoofdvraag Beantwoording hoofdvraag Discussie Aanbevelingen voor corporatie Aanbevelingen voor kenniscentrum 27 Literatuurlijst 29 BIJLAGE I Vragenlijst 30 BIJLAGE II SPSS-uitkomsten gesloten vragen 44 BIJLAGE III Verwerking open vragen 80 Pagina 6

7 Inleiding Het onderzoek dat in dit document is uitgewerkt komt voort uit het Regionaal Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie programma (RAAK). Dit programma is opgezet om de kennisuitwisseling tussen de publieke sector en het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) te bevorderen. De regie voor dit programma is in handen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eén van de onderliggende doelen van het RAAK-programma is een verdieping in het onderzoeksprogramma van hogescholen. De Hanzehogeschool heeft verschillende kenniscentra opgericht die zich specifiek bezighouden met het uitvoeren van onderzoeken, één hiervan is het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte. Een programma binnen dit kenniscentrum is Het succes van de gebiedsontwikkelaar. Binnen dit programma wordt onderzoek uitgevoerd naar gebiedsontwikkelaars in Noord-Nederland. Praktijkgericht onderzoek moet kennis opleveren voor dit werkgebied om zich verder te ontwikkelen en te professionaliseren. Met de onderzoeken die hieronder vallen, wil het Kenniscentrum de kennis ontwikkelen en delen op het gebied van ruimtelijke vraagstukken in Noord- Nederland. Lectoren, docenten en studenten doen samen met het werkveld multidisciplinair onderzoek op basis van vragen uit de praktijk. Eén van de deelonderzoeken binnen Het succes van de gebiedsontwikkelaar is Bewonersparticipatie binnen gemeenten en corporaties. Hierbij wordt er specifiek gekeken naar de rol van de professional die zich vanuit de organisatie met bewonersparticipatie bezighoudt. Dit deelonderzoek kan opgedeeld worden in twee verschillende onderzoeken. Eén hiervan is gericht op burgerparticipatie binnen gemeenten en het andere richt zich op bewonersparticipatie binnen corporaties. In dit document zal het onderzoek naar bewonersparticipatie worden uitgewerkt en ligt de focus op het proces binnen woningbouwcorporaties in Noord-Nederland. Omdat er op dit moment nog weinig kennis op dit gebied aanwezig is, moet dit onderzoek veel duidelijkheid en nieuwe inzichten opleveren voor verschillende betrokken partijen. Hierbij kan worden gedacht aan onderwijs binnen de hogeschool, maar ook kennis voor de professionals in het werkveld. Het onderzoek naar burgerparticipatie is door een andere onderzoeker uitgevoerd, namelijk Femke Klok. Het verslag heeft de structuur van een onderzoeksrapport. In het hoofdstuk Probleemstelling is aangegeven wat de inhoud is van het onderzoek en welke doelen en gewenste resultaten hierbij centraal staan. Vervolgens wordt in het Theoretisch kader het onderzoeksgebied afgebakend en worden de belangrijkste begrippen en trends uitgelegd. Dit hoofdstuk vormt de basis voor het daadwerkelijke onderzoek dat wordt beschreven in het hoofdstuk Methoden en technieken. Hierbij wordt stilgestaan welke manier van onderzoek is gebruikt en hoe de gebruikte data is verkregen. Uiteindelijk zullen de resultaten beschreven worden in het hoofdstuk Resultaten en analyse. Ook worden hier de antwoorden op de onderzoeksvragen gegeven. In het hoofdstuk Conclusie en discussie zal er een interpretatie worden gegeven van deze uitkomsten en zullen de meest opmerkelijke worden uitgelicht. Ten slotte wordt er een kritische kijk op dit onderzoek gegeven en is beschreven op welke vlakken vervolgonderzoek zich zou moeten richten. Pagina 7

8 1. Probleemstelling Een trend in Nederland is dat leefbaarheidbevordering en herstructureringsprojecten uitgevoerd worden door een coördinerende functie binnen de woningbouwcorporatie. Deze wordt ingevuld door professionals die zich bezighouden met sociaalfysieke gebiedsontwikkeling. Een onderdeel bij het realiseren van succesvolle trajecten is het toepassen van bewonersparticipatie. Corporaties kunnen er tegenwoordig niet meer om heen om cliënten/bewoners te betrekken bij de verandertrajecten die worden uitgevoerd. Enerzijds levert dit draagvlak op, anderzijds is dit ook gewoon wettelijk vastgelegd in bijvoorbeeld de Overlegwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector. Participatie is op verschillende manieren toe te passen en waarschijnlijk zal elke corporatie dit op een andere manier uitvoeren. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat er nog erg weinig onderzoek is gedaan op dit vlak. Daarnaast worden de ervaringen en opgedane kennis nog weinig uitgewisseld tussen de verschillende professionals. Ook bestaat het probleem dat bewonersparticipatie veel tijd en geld kost. De overweging om wel of niet te investeren in bewonersparticipatie is een belangrijk vraagstuk binnen corporaties. Het is van doorslaggevend belang dat corporaties de voordelen van bewonersparticipatie nog meer in kaart krijgen en daarnaast weten op welke manier dit het meest effectief kan worden toegepast. Op die manier kan de afstand tussen de gebiedsontwikkelaar binnen corporaties en de bewoners zo klein mogelijk worden gemaakt. Het is, mede daarom, nodig om een grootschalige inventarisatie te houden van de verschillende participatiemethoden waarop bewoners kunnen worden betrokken bij ontwikkelprojecten in hun eigen omgeving en de effectiviteit hiervan. Ook is het van belang om aan de hand van dit onderzoek te evalueren wat de deskundigheid van deze professionals is en zou moeten zijn. De professional is de sleutelfiguur als het gaat om gebiedsgericht werken en het faciliteren van het proces van participatie. Beide aspecten worden uitvoerig behandeld in dit onderzoek. De doelstelling van het onderzoek luidt daarom als volgt: Meer inzicht krijgen in de wijze waarop de gebiedsontwikkelaars bij corporaties effectiever gebruik kunnen maken van verschillende vormen van bewonersparticipatie. Het onderzoek richt zich op personen die werkzaam zijn bij woningbouwcorporaties in Noord- Nederland. Deze werknemers houden zich bezig met gebiedsgericht werken en besteden veel tijd aan communicatie met onder andere bewoners. Met gebiedsgericht werken wordt bedoeld: De beleidsvorming en uitvoering met betrekking tot ruimtelijke processen binnen een geografisch afgebakend gebied, waarbij rekening wordt gehouden met specifieke gebiedskenmerken. De volgende hoofd- en deelvragen zijn opgesteld: 1. Hoe wordt bewonersparticipatie door gebiedsontwikkelaars in Noord-Nederland gezien en toegepast? a. Hoe is bewonersparticipatie bij corporaties in Noord-Nederland officieel vastgelegd? b. Hoe denken gebiedsontwikkelaars over (de verschillende niveaus van) bewonersparticipatie? c. Welk niveau van bewonersparticipatie wordt toegepast door gebiedsontwikkelaars? d. Is er verschil tussen de officiële kaders voor bewonersparticipatie en de praktijk van alledag? e. Welke werkmethoden gebruiken de gebiedsontwikkelaars voor bewonersparticipatie? f. Hoe beoordelen gebiedsontwikkelaars de effectiviteit van bewonersparticipatie? Pagina 8

9 g. Welke kritische succesfactoren onderscheiden gebiedsontwikkelaars voor vormen van bewonersparticipatie en in het bijzonder voor zelforganisatie door bewoners? h. Welke best practices en worst practices dragen gebiedsontwikkelaars aan in het kader van bewonersparticipatie en waarom beoordelen ze dit op deze manier? 2. Welke deskundigheid hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van bewonersparticipatie? a. Hoe zien de gebiedsontwikkelaars hun rol bij het gebruik van bewonersparticipatie? b. Wat leren gebiedsontwikkelaars van projecten met bewonersparticipatie? c. Welke deskundigheidsvraag hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van bewonersparticipatie? Met de antwoorden op deze vragen wordt een volledig beeld geschetst van de huidige situatie met betrekking tot bewonersparticipatie binnen corporaties. Ook kan worden bepaald of deze situatie toereikend is om op een effectieve manier met dit concept om te gaan. Het kan zo zijn dat de gebiedsontwikkelaars te weinig kennis en vaardigheden op dit gebied bezitten, maar ook de structuur en visie van de corporatie kan hierbij een belangrijke rol spelen. 2. Theoretisch kader Om een duidelijk beeld te krijgen van het onderzoek zullen de belangrijkste begrippen met betrekking tot participatie worden toegelicht. Het vormt dus een theoretische basis voor dit onderzoek. 2.1 Gebiedsontwikkeling Volgens de literatuur (Roeloffzen, 2004) zijn gebiedsontwikkeling en ontwikkelingsplanologie nauw met elkaar verbonden. De term gebiedsontwikkeling kan worden gezien als de praktische toepassing van deze vorm van planologie, waarbij de structuur van sociaalfysieke ontwikkelingen centraal staat. Hierbij gaat het voornamelijk over de kwaliteit van het geheel en minder om sectorale ruimtelijke invullingen afzonderlijk. Het is dus belangrijk dat alle invullingen en ontwikkelingen op elkaar afgestemd zijn en dusdanig in balans zijn dat het geheel niet verstoord wordt. Hoe groot het gebied is, waarop de gebiedsontwikkeling betrekking heeft, is daardoor niet van tevoren vastgelegd. Het wordt alleen beperkt door de beheersing van het proces en de beschikbaarheid van voldoende middelen van bestuurders en ontwikkelaars om het gebied verder te ontwikkelen. In dit geval omvat gebiedsontwikkeling de ontwikkeling van een gebied, waarbij alle functies in beschouwing worden genomen, zoals (indien aanwezig) wonen, werken, winkelen, natuur en landschap, recreatie, landbouw en infrastructuur en waarbij het planproces interactief tussen alle belanghebbenden plaatsvindt. Van der Gijp (2004) vat het bovenstaande samen in een duidelijke en beknopte definitie van het begrip gebiedsontwikkeling. Dit heeft hij gedaan om de randvoorwaarden te bepalen om gebiedsontwikkeling in de praktijk succesvol en toepasbaar te maken. Gebiedsontwikkeling is de totale ontwikkeling van een gebied, binnen een relevante context, waarbij allocatie van relevante ruimtelijke functie plaatsvindt vanuit een integrale ruimtelijke visie met een verdeling van zeggenschap tussen de in het planproces betrokken partijen waarbij marktpartijen risicodragende participeren. Hieruit blijkt duidelijk dat het een omvangrijk proces waarbij veel verschillende partijen betrokken zijn. Om een dergelijk proces succesvol te laten zijn, zal er te allen tijde een intensieve wisselwerking Pagina 9

10 moeten zijn tussen deze partijen en moet er een juiste coördinatie plaatsvinden. Uiteindelijk betekent dit ook dat er verschillende partijen zijn die in dit project moeten investeren en daarom risico s lopen wanneer het project niet loopt zoals gepland. Ook Van der Weerd (2007) heeft in zijn onderzoek een omschrijving van gebiedsontwikkeling gebruikt. Omdat hier ook andere belangrijke aspecten worden aangemerkt, wordt deze definitie in combinatie met de vorige gebruikt in het onderzoek. Gebiedsontwikkeling is het proces van planning en realisatie van de ruimtelijke invulling van een gebied, waarbij alle geplande functies samenhangend met elkaar en met de omgeving worden ontwikkeld en waarbij alle relevante partijen bij de planning betrokken zijn met als doel een hogere kwaliteit van de woonomgeving te bereiken dan bij realisatie van losse projecten. Hieruit blijkt namelijk dat het essentieel is, dat de plannen voor gebiedsontwikkeling goed aansluiten op de omgeving waarin het plaatsvindt. Anders kan het project niet succesvol worden uitgevoerd en zullen er problemen ontstaan in de uitvoering. Het is namelijk ook cruciaal om draagvlak te creëren tijdens het project. Zoals eerder aangegeven is het van belang dat een dergelijk omvangrijk en ingewikkeld proces goed wordt gecoördineerd. Deze persoon is verantwoordelijk voor zowel de fysieke als de sociale uitvoering van vastgestelde maatregelen. Onder sociaal verstaan we het informeren, begeleiden en activeren van bewoners en samenwerkende partners. Het fysieke aspect omvat het slopen, renoveren en verbouwen. Voor deze taken is de functie van gebiedsontwikkelaar in het leven geroepen. De functieomschrijving voor de gebiedsontwikkelaar is door het innovatieprogramma van het kenniscentrum als volgt omschreven (RAAK-document, 2010): De gebiedsontwikkelaar (sociaalfysiek) is verantwoordelijk voor en geeft leiding aan het proces van afstemming tussen alle partners ter verbetering van dorpen en wijken, uitmondend in dorpsen wijkontwikkelingstrajecten. De gebiedsontwikkelaar is een procesmanager tussen partijen bij de totstandkoming van en de uitvoering van dorps- en wijkplannen. Het profiel van de gebiedsontwikkelaar is een HBO er die generalistisch kan denken en werken met affiniteit voor financiële, bouw- en civieltechnische aspecten en sociale processen. De gebiedsontwikkelaar heeft uitstekende communicatieve vaardigheden en oplossend vermogen. Voor een beeld van de competenties van deze gebiedsontwikkelaars zijn er binnen het kenniscentrum al eerder onderzoeken door studenten naar gedaan. Zo hebben Jacobs, Klapwijk & Sanders (2011) een onderzoek gedaan naar competentieprofielen bij gebiedsontwikkelaars in Noord- Nederland door middel van zeven interviews. In dit opgestelde competentieprofiel worden vijf verschillende competentieclusters onderscheiden, te weten: Denkkracht Persoonlijke effectiviteit Beïnvloeden Leiderschap Realisatiekracht Volgens dit onderzoek zijn er per fase van een vernieuwingstraject specifieke competentieclusters belangrijk. Pagina 10

11 2.2 Bewonersparticipatie Het onderzoeksthema dat centraal staat binnen dit onderzoek is bewonersparticipatie. Dit concept speelt een grote rol in het mogelijk succesvol zijn van een gebiedsontwikkelproces. Het is namelijk zo, dat bewoners een zeer belangrijke rol spelen in hun woonomgeving. Ze hebben invloed op de sfeer en de uitstraling van hun buurt en kunnen er een positieve bijdrage aan leveren. Dit is namelijk de omgeving waar ze het grootste deel van hun leven doorbrengen en daarom vinden ze de ontwikkeling hiervan erg belangrijk. De overheid wil bewoners, mede daarom, stimuleren om betrokken te zijn bij hun omgeving ( Op deze manier kan er draagvlak komen voor mogelijke veranderingen en kan het meest kansrijke project succesvol worden uitgevoerd. Voor participatie kan er een tweedeling worden gemaakt op welke manieren participatie in een verschillende setting kan plaatsvinden. Aan de ene kant wordt er gesproken van burgerparticipatie. Dit is het uitgangspunt van gemeenten, die alle inwoners binnen hun gebied een zo prettig mogelijk leefklimaat willen bieden. Aan de andere kant is er ook sprake van bewonersparticipatie. Deze invalshoek wordt gekozen door woningcorporaties en bijvoorbeeld welzijnsorganisaties. Deze instanties leggen de nadruk op de bewoners van het vastgoed dat ze bezitten. Gesteld kan worden dat een bewoner burger is, maar tegelijkertijd ook cliënt, klant en gebruiker van voorzieningen ( In het onderzoek zal de nadruk liggen op bewonersparticipatie vanuit woningcorporaties. De definitie van bewonersparticipatie die gebruikt wordt binnen dit onderzoek is (Dinjens, 2010): Bewonersparticipatie is een manier van beleidsvoering waarbij bewoners (al dan niet georganiseerd in maatschappelijke organisaties) direct of indirect bij het beleid van de corporatie betrokken worden en door middel van samenwerking tot de ontwikkeling, uitvoering en/of evaluatie van beleid te komen. Verreck en Wijffels (2004) hebben onderzoek gedaan naar bewonersparticipatie en hebben het over een open proces. Dit is een bottom-up werkwijze waarbij de samenwerking met de bewoners centraal staan. Dit betekent dus dat de partijen die de ontwikkeling leiden open staan voor suggesties en ideeën vanuit de bewoners en een intensieve samenwerking aangaan om het project te laten slagen. Open en eerlijke communicatie tussen deze partijen is hierbij erg belangrijk gebleken en draagt bij aan wederzijds vertrouwen en effectiviteit. Een belangrijke vraag die beantwoord moet worden voor de start van het onderzoek heeft betrekking op de reden waarom we willen dat bewoners meepraten. Evelien Tonkens (2009) geeft aan dat er drie motieven zijn waarom veel instanties en overheden bewust voor deze aanpak kiezen. In de eerste plaats zorgt het voor een eerlijke verdeling van macht. Beslissingen worden op een democratische wijze genomen, waarbij alle belangen gelijk worden vertegenwoordigd. Ten tweede draait het om de effectiviteit en efficiëntie van het beleidsproces. Beleid verloopt beter en sneller wanneer bewoners actief meedoen. Het derde motief is zelfontplooiing van bewoners. Meedenken en meebeslissen over het beleid is verrijkend voor de bewoner zelf. Dit kan tot inspiratie, nieuwe inzichten en directe initiatieven in de omgeving leiden. Een voorbeeld uit de praktijk, waarbij zelfontplooiing is ontstaan, kan worden gevonden in Breda. In verschillende steden wordt al gewerkt met wijkbudgetten om mensen te betrekken bij de ontwikkelingen in hun wijk. Talloze instrumenten zijn in de afgelopen tien jaar bedacht om bewoners zeggenschap te geven over gemeenschapsgeld, meestal gericht op het onderhoud en beheer van hun eigen wijk. Het project Lusten & Lasten in Breda gaat echter een stap verder. De bewoners zijn eigenaar van het budget dat hen ter beschikking wordt gesteld. Vervolgens kunnen ze zelf oplossingen verzinnen voor problemen die zij ervaren in hun wijk en kansen benutten. Deze oplossingen worden aangeduid als de lusten. Daarnaast zijn ze ook verantwoordelijk voor de Pagina 11

12 uitvoering. En dat kan een last zijn. Dit komt overeen met het Möte-model, waarin alle bewoners en lokale ondernemers de mogelijkheid krijgen om te werken aan het realiseren van hun wensen en zelf gekozen doelen. Het bijzondere van het Möte-buurtmodel is dat het uitgaat van het geheel, ongeacht beperking, sociale klasse of culturele afkomst. Voordelen hiervan zijn dat het mensen uit hun isolement haalt, kansen biedt, het buurtgevoel vergroot en achterstandswijken minder afhankelijk laat zijn van subsidies vanuit de overheid ( Bovenstaande is een duidelijk voorbeeld van bewonersparticipatie. Bewoners worden niet alleen uitgedaagd om mee te denken bij de ontwikkeling van hun buurt, maar ook zeer nauw betrokken bij de uitvoering hiervan. Hierdoor gaan mensen ook inzien waarom bepaalde veranderingen nodig zijn en welke moeilijkheden de toepassing hiervan met zich mee kan brengen. Binnen het innovatieprogramma Het succes van de gebiedsontwikkelaar wordt er gebruik gemaakt van de participatieladder. Daarin worden 6 niveaus onderscheiden (Pröpper en Steenbeek, 1999): 1. Informeren: de bewoners worden geïnformeerd zonder eigen inbreng; 2. Raadplegen: de bewoners worden geraadpleegd; 3. Adviseren: de bewoners adviseren en hun adviezen worden meegenomen in de besluitvorming; 4. Coproduceren: bewoners werken samen in de planvorming (voor beheer en ontwikkeling). Hierin zijn alle partijen gelijkwaardig en dragen evenredig bij; 5. (Mee)beslissen: de bewoners beslissen mee in beleid en uitvoering. De beslissingsbevoegdheden zijn formeel vastgelegd; 6. Zelforganisatie door bewoners; bewoners regisseren hun eigen woon- en leefomgeving. Ze dragen verantwoordelijkheid voor de uitvoering, ook financieel. Op welke manier bewonersparticipatie in woningcorporaties moet worden toegepast is op een aantal manieren vastgelegd. Dit zijn het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH), de Overlegwet en het Lokaal Akkoord. Hierin zijn richtlijnen en afspraken vastgelegd over de manier waarop bewonersparticipatie zal moeten worden uitgevoerd in de desbetreffende corporatie. In de BBSH staat opgesomd wat de taken zijn van woningcorporaties en op welke wijzen deze worden gecontroleerd, dus ook op het gebied van bewonersparticipatie. De Overlegwet bepaalt daarnaast de mate van inspraak voor bewoners en geeft daarmee kaders aan waaraan corporaties zich minimaal moeten houden. Het Lokaal Akkoord is tenslotte een opsomming van de afspraken die gemaakt zijn tussen verschillende corporaties en de gemeente over de verdeling van taken en bevoegdheden en de invulling van hun werkzaamheden. Een veelgebruikt instrument door gebiedsontwikkelaars en andere uitvoerende partijen bij bewonersparticipatie is co-creatie. Theoretisch gezien is dit een situatie waardoor een verbetering of in dit geval ontwikkeling van een gebied plaatsvindt door een samenwerking aan te gaan met een groep consumenten, eindgebruikers of andere belanghebbenden ( In de praktijk houdt dit dus in dat de gebiedsontwikkeling actief is op niveau vijf van bewonersparticipatie, zoals hierboven is beschreven. De gebiedsontwikkelaars zorgen voor een intensieve relatie met bijvoorbeeld de bewoners en hierin worden ze gestimuleerd om mee te beslissen. Wel is het van groot belang dat heel duidelijk staat vastgelegd wie bepaalde beslissingen neemt en wie eindverantwoordelijk is. Ten slotte kan er een tweedeling worden gemaakt tussen formele en informele bewonersparticipatie. Hierbij wordt er met formele participatie hetgeen bedoeld, dat in de officiële kaders (bijvoorbeeld BBSH) is vastgelegd. Daarnaast worden er door corporaties ook vaak vormen van participatie toegepast die niet officieel zijn vastgelegd, zoals deelname aan spontane Pagina 12

13 bewonersinitiatieven. Het is belangrijk dat deze verschillende vormen van participatie elkaar niet in de weg staan, maar elkaar juist aanvullen. 3. Onderzoeksmethoden In dit hoofdstuk wordt beschreven voor welke onderzoeksmethode er is gekozen om het onderzoek uit te kunnen voeren. Kort wordt beschreven hoe de vragenlijst tot stand is gekomen en hoe deze gekoppeld kan worden aan de deelvragen. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de selectie van respondenten en de manier waarop de gegevens uiteindelijk zijn verzameld. 3.1 Vragenlijst Er is gekozen voor een kwantitatief onderzoek door middel van een vragenlijst. De vragenlijst bestaat uit vragen die direct zijn afgeleid van de onderzoeksvragen uit dit onderzoek en daardoor worden de deelvragen geoperationaliseerd. Nagenoeg alle vragen in de vragenlijst waren gesloten en bestaan uit twee of vier antwoordmogelijkheden. Hiervoor is bewust gekozen om neutrale antwoorden te vermijden. De vragenlijst is weergegeven in bijlage 1. Om de validiteit en betrouwbaarheid van de resultaten zo hoog mogelijk te krijgen is de vragenlijst voor verzending gecontroleerd door professionals uit het werkveld en binnen het Kenniscentrum. Onderstaand is in tabelvorm weergegeven welke vragen uit de vragenlijst overeenkomen met de eerder vastgestelde deelvragen. Deelvraag Gekoppelde vraag vragenlijst 1a Vastlegging bewonersparticipatie Vraag 1, Vraag 2 en Vraag 3 1b Ambitie participatieniveau Vraag 4 en Vraag 12 e,f,g,h,i 1c Praktijk participatieniveau Vraag 5 1d Verschil officiële kaders en praktijk Vraag 8 en Vraag 12 k,l,m,n 1e Situatiegebonden werkmethoden Vraag 10 en Vraag 12 p,q 1f Effectiviteit participatie Vraag 6 en Vraag 7 en Vraag 12 r 1g Kritische succesfactoren Vraag 9 b en Vraag 12 a,b 1h Ervaringen professionals Vraag 9 a,b 2a Rol gebiedsontwikkelaar Vraag 13 2b Leermomenten gebiedsontwikkelaar Vraag 15 2c Deskundigheidsvraag Vraag 16, Vraag 17 en Vraag 18 Figuur 1: Koppeling deelvraag met vragenlijst 3.2 Respondenten Deze vragenlijst is verstuurd naar een geselecteerde groep personen, die aansluit bij de doelgroep van dit onderzoek. De doelgroep bestaat uit gebiedsontwikkelaars of personen in een functie die hier zoveel mogelijk op aansluit, binnen corporaties in Noord-Nederland. Onder Noord-Nederland worden de provincies Groningen, Drenthe en Friesland bedoeld. De ingevulde vragenlijsten zijn ingevuld door professionals binnen woningcorporaties. In totaal zijn er negentien ingevulde vragenlijsten terug ontvangen, terwijl er 41 zijn verstuurd naar verschillende vestigingen (soms meerdere per corporatie). In totaal zijn er vragenlijsten verstuurd naar 31 corporaties. Hiervan hebben 15 corporaties de vragenlijsten ingevuld teruggestuurd. Dit is een responspercentage van 48,4%. Van de respondenten is 61% man en 39% vrouw. De hoogst afgesloten opleiding van de deelnemers is in 11% van de gevallen MBO, 63% HBO en 26% Universitair. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 42,5 jaar. Pagina 13

14 3.3 Gegevensverwerving Om de benodigde respons te krijgen en de mensen te informeren over het doel en de inhoud van het onderzoek, zijn alle corporaties telefonisch benaderd. Na deze belronde is de vragenlijst toegezonden aan corporaties die hun medewerking hebben toegezegd. Na een digitale en telefonische reminder is er een acceptabele respons bereikt. Alle gegevens zijn vervolgens ingevoerd in het statistische verwerkingsprogramma SPSS. 4. Resultaten en analyse Hieronder zijn de resultaten van de vragenlijsten weergegeven. Alle vragen in de vragenlijst zijn terug te leiden tot een deelvraag zoals weergegeven in figuur 1. In dit hoofdstuk zal dan ook per deelvraag worden ingegaan op de relevante uitkomsten uit het onderzoek. 4.1 Uitkomsten vragenlijst De gegevens van de vragenlijsten zijn ingevoerd in SPSS en daarmee ook geanalyseerd. De tabellen waarin de uitkomsten staan, zijn weergegeven in bijlage 2. In onderstaande figuren is ook een kolom missing aangegeven. In de kolommen staat hoeveel personen een specifieke vraag niet hebben beantwoord Vastlegging bewonersparticipatie Uit de vragenlijst is naar voren gekomen dat binnen 89% van de deelnemende corporaties de bewonersparticipatie formeel is vastgelegd. Deze vastlegging gebeurt in verschillende documenten, zoals hieronder afgebeeld. Corporaties hadden hierbij de mogelijkheid om meerdere documenten aan te kruisen. Document Aantal age Missing BBSH 16 84% 0 Overlegwet 15 79% 0 Lokaal akkoord 10 53% 0 Participatie visiedocument 5 26% 0 Participatiehandleiding 5 26% 0 Anders 5 26% Figuur 2: Vastlegging bewonersparticipatie / Respons = Zoals is te zien in figuur 2 maken de meeste corporaties bij vastlegging gebruik van het BBSH en de Overlegwet, zoals ook wettelijk vastgelegd is. In iets meer dan de helft van de gevallen wordt gebruik gemaakt van een Lokaal Akkoord. Bij een kwart van de deelnemende corporaties spelen ook de participatiehandleiding en het participatie visiedocument een rol. Ook is er gevraagd welke aspecten van bewonersparticipatie formeel zijn vastgelegd door de corporaties. In figuur 3 is te zien dat het wettelijk kader in het merendeel van de gevallen formeel is vastgelegd. Minder vaak is er vastlegging van evaluatie en rapportage van participatietrajecten. Ook communicatie en besluitvormingsstructuren worden maar in ongeveer één op de drie gevallen formeel vastgelegd. Pagina 14

15 Aspect Aantal age Missing Organisatievise 9 47% 0 Ambitieniveau 8 42% 0 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 11 58% 0 Besluitvorming 7 37% 0 Organisatievorm 10 53% 0 Communicatiestructuur 6 32% 0 Evaluatie en rapportage 4 21% 0 Wettelijk kader 14 74% 0 Anders 1 5% Figuur 3: Vastgelegde aspecten bewonersparticipatie / Respons = Ambitie en praktijk participatieniveaus In de vragenlijst is de professionals gevraagd welke ambitie de organisatie heeft met betrekking tot bewonersparticipatie. Deze hebben ze aan kunnen duiden aan de hand van de participatieladder die in het theoretisch kader is besproken in paragraaf 2.2. Vervolgens is ook gevraagd naar de niveaus die in de praktijk worden toegepast. De resultaten zijn in figuur 4 naast elkaar gelegd. Ambitieniveau Aantal age Missing Informeren 16 84% 1 Raadplegen 17 90% 1 Adviseren 18 95% 1 Coproduceren 12 63% 2 Meebeslissen 9 47% 1 Zelforganisatie door bewoners 4 21% 1 Praktijkniveau Aantal age Missing Informeren 16 84% 0 Raadplegen 18 95% 0 Adviseren % 0 Coproduceren 9 47% 0 Meebeslissen 7 37% 0 Zelforganisatie door bewoners 3 16% Figuur 4: Ambitie en praktijk participatieniveaus / Respons = 19 0 Duidelijk blijkt dat in de laagste drie niveaus, de ambities en de praktijk goed op elkaar aansluiten. Daarnaast is ook te zien dat wanneer de bewoner meer betrokken moet worden (hoogste drie niveaus), de praktijk achterblijft bij de ambities. Ook blijkt dat 84% van de ondervraagden het oneens is met de stelling dat participatie slechts een rituele dans is die er nu eenmaal bij hoort. 90% van deelnemers is het geheel of enigszins eens met de stelling dat het in een vernieuwingstraject goed is om meerdere niveaus van participatie te combineren. Pagina 15

16 4.1.3 Verschil officiële kaders en praktijk Uit de uitkomsten van de vragenlijst blijkt dat de mate waarin de alledaagse participatiepraktijk verschilt van het officiële participatiebeleid erg klein is (figuur 5). Voor alle categorieën geeft de grootste groep deelnemers aan dat de praktijk nauwelijks verschilt van het beleid. Op vlakken inbreng van participanten, de besluitvormingsstructuur en de communicatie zegt nog wel 25% dat de praktijk redelijk verschilt van het participatiebeleid. Aspecten van participatie Aantallen Volledig Redelijk Nauwelijks Niet Missing Inbreng van participanten 0/4/8/4 0% 25% 50% 25% 3 De besluitvormingsstructuur 0/4/10/2 0% 25% 63% 13% 3 De werkwijzen 0/3/10/3 0% 19% 63% 19% 3 De communicatie 0/4/9/3 0% 25% 56% 19% 3 De realisatie van de ambitie 0/2/10/3 0% 13% 67% 20% Figuur 5: Verschil officiële kader en praktijk / Respons = 19 4 Daarentegen blijkt dat 45% van ondervraagden in de praktijk regelmatig, geheel of enigszins afwijkt van officiële kaders. Ook geeft 39% van de deelnemers aan de er in de praktijk te weinig naar hen geluisterd wordt bij het vaststellen van officiële participatiekaders. Wel vindt 89% dat de belangen en behoeften van bewoners niet of nauwelijks over het hoofd gezien worden bij het vaststellen van deze kaders Situatiegebonden werkmethoden In de vragenlijst is aan de professionals twee situaties voorgelegd, waarbij ze gevraagd is om aan te geven welke werkmethoden ze in deze situaties zouden gebruiken. De eerste situatie is een wijkvernieuwingsproject waarbij de belangen van de inwoners verschillen. De tweede situatie heeft betrekking op een wijk waarbij gesignaleerd is dat de tevredenheid van bewoners daalt. In figuur 6 is aangegeven welke werkmethoden ze in deze situaties zouden toepassen. Werkmethoden Aantal Situatie 1 Aantal Situatie 2 Missing Wijkanalyse 11 58% 10 53% 0/0 Wijkschouw 4 21% 13 68% 0/0 Wijkvisie 12 63% 4 21% 0/0 Wijkraadpleging 8 42% 7 37% 0/0 Wijkonderzoek 10 53% 15 79% 0/0 Ontwerpatelier 9 47% 1 5% 0/0 Inspraakavonden 11 58% 6 32% 0/0 Bewonersbijeenkomsten 16 84% 18 95% 0/0 Tafelgesprekken 11 58% 8 42% 0/0 Klankbordgroep 13 68% 9 47% 0/0 Wijkverkiezingen 2 11% 2 11% 0/0 Informatiekrant 15 79% 6 32% 0/0 Wijkkantoor 8 42% 4 21% 0/0 Anders 2 11% 3 16% Figuur 6: situatiegebonden werkmethoden / Respons = 19 17/15 Het blijkt dat in beide situaties er veel spreiding zit in de methoden die de professionals zouden kiezen in de aangereikte situaties. In situatie 1 blijkt dat de grootste groepen kiezen voor bewonersbijeenkomsten, klankbordgroepen en wijkvisies. De professionals zijn dus gericht op visie, meedenken en het ontwerpen van oplossingen. In situatie 2 wordt er voornamelijk gekozen voor bewonersbijeenkomsten, wijkonderzoeken en een wijkschouw. Dit is dus meer een onderzoeksbenadering. Pagina 16

17 Daarnaast geeft 83% van de professionals aan dat ze meer zouden willen experimenteren met nieuwe vormen van participatie. Ook vindt meer dan de helft (56%) dat collega s in het werkveld te weinig gebruik maken van verschillende participatiemethoden. Hieronder vallen alle professionals die zich bezighouden met participatie Effectiviteit participatie De deelnemers is gevraagd wat er geëvalueerd wordt met betrekking tot het participatieproces. 78% van de ondervraagden geeft aan dat participatietrajecten tussentijds niet op voortgang worden geëvalueerd. 77% geeft daarnaast wel aan dat er na afloop van het project een evaluatie plaatsvindt naar hoe het proces is verlopen. Op effect wordt er veel minder geëvalueerd. Slechts 44% geeft aan hierop te evalueren. In 65% van de gevallen leiden evaluatieresultaten uit het participatietraject tot bijstelling van beleid en de praktijk. Daarnaast is ook onderzocht op welke manier de professionals de effectiviteit van participatie meten. Hoe dit gebeurt, is afgebeeld in figuur 7. Indicatoren effectiviteit Aantal age Missing Prestatie-indicatoren 1 6% 1 Opkomsten bij bijeenkomsten 10 56% 1 Klachtenregistratie 11 61% 1 Tevredenheid bewoners 15 83% 1 Tevredenheid betrokkenen 10 56% 1 Registratie deelname projecten 8 44% Figuur 7: Meten effectiviteit participatie / Respons = 19 1 Opvallend is dat voornamelijk de tevredenheid van bewoners bij veel professionals een belangrijk instrument is om de effectiviteit van participatie te meten. Verder is 61% van de respondenten het helemaal of enigszins eens met de stelling dat de effecten van participatie op lange termijn moeilijk te meten zijn Kritische succesfactoren Van de ondervraagden is 100% het er mee eens, dat participatie van bewoners tot succesvollere projecten leidt. Verder is 84% het enigszins of helemaal eens met de constatering dat sociaaleconomische kenmerken van bewoners het succes van participatie bepalen. Uit de open vragen hebben de deelnemers zelf hun eigen kritische succesfactoren kunnen benoemen. Hier komen zaken aan bod als eerlijke behandeling, transparantie, stellen van heldere kaders en realistische ambities Ervaringen professional Ook hebben de professionals aangegeven wat in hun praktijk de grootste successen waren, maar ook wat voor problemen heeft gezorgd. Aangegeven wordt dat een professional geen valse verwachtingen moet scheppen bij de cliënten. Ook blijkt dat ze veel voldoening halen uit situaties waarin de afstand tussen klant en professional zo klein mogelijk is en de klant gestimuleerd wordt om een actieve rol te spelen in het proces. Je eigen visie doordrukken en een dubbele agenda voeren kan in de praktijk in grote mate succes in de weg staan. Pagina 17

18 4.1.8 Rol gebiedsontwikkelaar In figuur 8 is te zien hoe belangrijk de gebiedsontwikkelaar verschillende voorgelegde eigenschappen vindt voor succesvolle bewonersparticipatie. Er springen hier een aantal zaken uit die als erg belangrijk zijn gewaardeerd. Dit zijn de eigenschappen sociaalcommunicatief, betrouwbaar, positief denkend en verbindend. Aan de andere kant vallen er ook eigenschappen op doordat de professional deze juist niet belangrijk vindt. Dit zijn bijvoorbeeld vasthoudend, vernieuwend en loyaal. Eigenschappen Aantallen Onbelangrijk Nauwelijks Enigszins Belangrijk Missing Sociaalcommunicatief 0/0/1/18 0% 0% 5% 95% 0 Analytisch 0/2/8/9 0% 11% 42% 47% 0 Stressbestendig 0/1/10/8 0% 5% 53% 42% 0 Betrouwbaarheid 0/0/1/18 0% 0% 5% 95% 0 Loyaal 0/4/7/8 0% 21% 37% 42% 0 Flexibel 0/1/7/11 0% 5% 37% 58% 0 Uitstraling 0/3/7/8 0% 16% 37% 47% 0 Empathisch 0/1/7/11 0% 5% 37% 58% 0 Onderhandelaar 0/0/8/11 0% 0% 42% 58% 0 Overtuigend 0/2/3/14 0% 11% 16% 74% 0 Zelfverzekerd 0/0/9/10 0% 0% 47% 53% 0 Positief denkend 0/0/5/14 0% 0% 26% 74% 0 Vernieuwend 0/2/9/7 0% 11% 50% 39% 1 Vasthoudend 1/7/7/4 5% 37% 37% 21% 0 Intuïtief 0/3/7/7 0% 18% 41% 41% 2 Verbindend 0/1/3/14 0% 6% 17% 78% 1 Durf 0/3/6/9 0% 17% 33% 50% 1 Anders 0/0/0/2 0% 0% 0% 11% Figuur 8: Eigenschappen gebiedsontwikkelaar / Respons = Leermomenten gebiedsontwikkelaar Gebiedsontwikkelaars zijn vrij duidelijk over waar ze in het verleden van hebben geleerd. In alle voorgestelde situaties herkennen de professionals leermomenten. Alleen op het punt van best practices elders geeft een kwart van de ondervraagden aan dat ze hier nauwelijks van hebben geleerd. Leermoment Aantal Helemaal niet Nauwelijks Enigszins Helemaal Missing Samenwerking met bewoners 0/0/7/12 0% 0% 37% 63% 0 Samenwerking met andere organisaties 0/0/9/9 0% 0% 50% 50% 1 Overleg met andere professionals 0/0/8/11 0% 0% 42% 58% 0 Eigen succesvol vernieuwingsproject 0/0/4/14 0% 0% 22% 78% 1 Eigen moeizaamvernieuwingsproject 0/0/5/14 0% 0% 26% 74% 0 Best practices van elders 0/4/10/2 0% 25% 63% 13% Figuur 9: Leermomenten gebiedsontwikkelaars / Respons = Deskundigheidsvraag Allereerst is in kaart gebracht hoe de professionals deskundig blijven op het gebied van participatie. De resultaten zijn hieronder in figuur 10 weergegeven. Zoals is te zien, wordt de deskundigheid het meest op peil gehouden door intervisie met collega s. Interne scholing wordt relatief weinig gebruikt. Pagina 18

19 Leermethode Aantal age Missing Literatuurstudie 10 53% 0 Interne scholing 7 37% 0 Intervisie met collega's 17 90% 0 Intervisie met externen 12 63% 0 Cursussen 13 68% 0 Studiedagen 13 68% 0 Tussentijdse evaluatie 10 53% 0 Anders 1 5% Figuur 10: Manieren om deskundig te blijven / Respons = In aanvulling hierop geeft 68% van de respondenten aan dat ze de deskundigheid op het gebied van participatie willen vergroten. In een vervolgvraag hebben ze ook aangegeven op welke terreinen ze dit zouden willen doen. Deze uitkomsten staan in figuur 11 weergegeven. Professional blijken dus voornamelijk hun deskundigheid te willen vergroten op het terrein van de verschillende participatiemethoden. Minder enthousiast zijn ze op het gebied van vastlegging van het participatiebeleid en beleidsvorming. Deskundigheidsbehoefte Aantal age Missing Beleidsvorming 7 39% 1 Vastlegging participatiebeleid 4 22% 1 Toepassing participatieniveaus 7 41% 2 Verschillende participatiemethoden 11 61% 1 Evalueren participatietrajecten 10 56% 1 Persoonlijke vaardigheden 10 56% Figuur 11: Behoefte vergroten deskundigheid / Respons = Overige resultaten In de vragenlijst zijn ook vragen opgenomen die input hebben geleverd voor het onderzoek, maar niet direct te linken zijn aan de verschillende deelvragen. Dit zijn bijvoorbeeld controlevragen en vragen waarmee de beantwoording van de deelvragen sterker onderbouwd kunnen worden. Met de weergave van deze resultaten, zijn alle uitkomsten van de vragenlijst in dit onderzoeksrapport afgebeeld. Uit onderstaande tabel blijkt dat de professionals in 72% van de gevallen voorafgaand aan het project doelen opstellen voor wat het participatietraject zal moeten opleveren. Een andere uitkomst is dat het proces in 77% van de gevallen achteraf wordt gemeten en slechts in 22% van de gevallen ook tussentijds worden gereflecteerd. Evaluatie op proces en effect Aantallen Missing Verwachting van traject 9 50% 1 Doelen van traject 13 72% 1 Voortgangsevaluatie 4 22% 1 Procesevaluatie 13 77% 2 Effectevaluatie 8 44% 1 Leidt tot bijstelling 11 58% Figuur 12: Evaluatie proces en effectiviteit / Respons = 19 (Vraag 6) 2 Pagina 19

20 In tabel 13 staat afgebeeld hoe de professionals de rol van verschillende betrokken partijen bij wijkvernieuwing beoordelen. Zo is te zien dat 95% van de ondervraagden de bewoners- of huurdersorganisatie als een partij ziet die betrokken is bij dit traject. Ook is opvallend dat ze zich zelf in alle gevallen als de initiatiefnemende partij ziet. In 85% van de gevallen wordt de woningcorporatie ook als de doorslaggevende partij gezien. Gemeenten spelen ook een belangrijke rol. Driekwart van de respondenten vindt de gemeente zowel initiatiefnemend als betrokken en doorslaggevend. Ook wordt er aandacht besteedt aan de betrokkenheid van ongeorganiseerde bewoners. Andere instellingen spelen volgens de ondervraagden een veel kleinere rol bij een dergelijke wijkvernieuwing. Partijen Aantallen Initiatiefnemend Betrokken Doorslaggevend Ongeorganiseerde bewoners 1/15/2 5% 79% 11% Bewoners-of huurdersorganisatie 6/18/8 32% 95% 42% MKB 0/10/1 0% 53% 5% Politie 0/11/0 0% 58% 0% Gemeente 14/15/14 74% 79% 74% Woningcorporatie 19/12/16/ 100% 63% 84% Welzijnsinstelling 1/11/2/ 5% 58% 11% Maatschappelijk werk 0/12/0/ 0% 63% 0% Thuiszorg- en zorginstellig 0/9/0 0% 47% 0% Onderwijsinstelling 0/10/0 0% 53% 0% Projectontwikkelaars 1/6/2/ 5% 32% 11% Beleggings-en beheermaatschappij 0/2/0 0% 11% 0% Stedenbouwkundige en archietect 0/13/2 0% 69% 11% Natuurorganisatie 0/5/0 0% 26% 0% Energie- en waterbedrijven 0/4/0 0% 21% Figuur 13: Rol verschillende partijen wijkvernieuwing / Respons = 19 (Vraag 11) 0% De vragenlijst omvat ook verschillende stellingen met betrekking tot participatie. Veel van deze vragen zijn bij de deelvragen gebruikt, maar voor het volledige overzicht zijn alle stellingen in figuur 14 weergegeven. Opvallende uitkomsten zijn dat 100% van de respondenten het geheel of enigszins eens is dat participatie voor een succesvol project zorgt. Daarnaast komt hier ook uit naar voren dat het toepassen van een participatieniveau of methode per project verschillend kan zijn. Stellingen Aantallen Geheel eens Enigszins eens Enigszins oneens Helemaal oneens Missing Participatie zorgt voor succesvol project 15/4/0/0 79% 21% 0% 0% 0 Sociaaleconomische kenmerken bewoners zorgen voor succes 0/13/3/3 0% 68% 16% 16% 0 Organisaties passen participatie toe uit eigen belang 1/9/7/2 5% 47% 37% 11% 0 Betrokkenen vernieuwingsproject zitten vaak niet op één lijn 3/9/5/2 16% 47% 26% 11% 0 Alle bewoners kunnen hoogste niveau van participatie aan 1/1/9/8 5% 5% 47% 42% 0 Participatie is een rituele dans die er nu eenmaal bij hoort 1/2/6/10 5% 11% 32% 53% 0 Hogere participatie zorgt voor verlies sturingskracht organisatie 0/3/5/11 0% 16% 26% 58% 0 Bij vernieuwingtraject verschillend niveaus participatie combineren 8/9/2/0 42% 47% 11% 0% 0 Het verschilt per project welk niveau van participatie effectief is 12/7/0/0 63% 37% 0% 0% 0 Hoe hoger betrokkenheid bewoners, hoe beter kwaliteit oplossing 6/9/3/1 32% 47% 16% 5% 0 Frequente afwijking officiële kaders tijdens participatie 3/5/9/1 16% 28% 50% 6% 1 De huidige kaders en richtlijnen van participatie sluiten naadloos aan 1/13/4/0 6% 72% 22% 0% 1 Professionals worden te weinig betrokken bij vaststellen kaders 1/6/10/1 6% 33% 56% 6% 1 Belangen en behoeften bewoners niet meegewogen in kaders 0/2/9/7 0% 11% 50% 39% 1 Behoefte om te experimenteren met nieuwe vormen van participatie 5/10/3/0 28% 56% 17% 0% 1 Externe professionals maken te weinig gebruik van participatiemethoden 2/8/5/3 11% 44% 28% 17% 1 De effecten van participatie zijn op lange termijn moeilijk te meten 2/9/6/1 11% 50% 33% 6% 1 Participatie is de enige manier om draagvlak voor een project te krijgen 7/2/10/0 37% 11% 53% 0% 0 Participatie moet altijd door een professional worden geleid 4/5/9/1 21% 26% 47% 5% Figuur 14: Stellingen m.b.t. participatie / Respons = 19 (Vraag 12) 0 Pagina 20

Burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling Een inventariserend onderzoek naar burgerparticipatie bij gemeenten in Noord-Nederland.

Burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling Een inventariserend onderzoek naar burgerparticipatie bij gemeenten in Noord-Nederland. Burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling Een inventariserend onderzoek naar burgerparticipatie bij gemeenten in Noord-Nederland. Femke Klok Burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling Een inventariserend

Nadere informatie

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Bestuursopdracht. Centrumvisie Bestuursopdracht Centrumvisie Bestuursopdracht Centrumvisie Opdrachtgever: Auteur: gemeente Scherpenzeel afdeling Ruimte en Groen W. Hilbink/W.Algra Datum: 2 december 2014 Centrumvisie Scherpenzeel -1-

Nadere informatie

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

HET LEIDERDORPPANEL OVER... HET LEIDERDORPPANEL OVER... Resultaten peiling 13: Meedenken en meedoen in de openbare ruimte april 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 13 e peiling met het burgerpanel van

Nadere informatie

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING P5, 30 januari 2014 TU DELFT - BK - RE&H/UAD Wilson Wong INHOUD - Onderwerp en context - Onderzoeksopzet - Theoretisch

Nadere informatie

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Meting KWH-Goed Werkgeverschaplabel Rapportage opgesteld door KWH in samenwerking met EVZ organisatie-advies Bijlagen Corporatie Rotterdam, 20xx Inhoudsopgave

Nadere informatie

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Hieronder een eerste en tweede reactie van de Rekenkamer. 1 Bijlage: Ambitiedocument Burgerparticipatie met bijbehorende Verordening te downloaden via deze link. Eerste

Nadere informatie

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL RAADSVOORSTEL Registr.nr. 1423468 R.nr. 52.1 Datum besluit B&W 6juni 2016 Portefeuillehouder J. Versluijs Raadsvoorstel over de evaluatie van participatie Vlaardingen, 6juni 2016 Aan de gemeenteraad. Aanleiding

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie BLANCO gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6463 Inboeknummer 15bst01200 Beslisdatum B&W 8 september 2015 Dossiernummer 15.37.551 Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie 2015-2018 Inleiding

Nadere informatie

Parlementaire enquête: Meer rechten voor de huurder

Parlementaire enquête: Meer rechten voor de huurder Parlementaire enquête: Meer rechten voor de huurder Negende peiling Huurderspanel Woonwaard Woonwaard december 2014 Inleiding Aanleiding en doel onderzoek Woonwaard peilt periodiek de mening van de huurders

Nadere informatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie Leergemeenschappen Cultuureducatie De regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK 2017-2020) maakt het onder andere mogelijk om innovatieve samenwerkingstrajecten tussen onderwijs en het culturele veld

Nadere informatie

Ridderkerk dragen we samen!

Ridderkerk dragen we samen! Ridderkerk dragen we samen! Inleiding In mei 2015 heeft de gemeenteraad de startnotitie vastgesteld met de titel Ridderkerk dragen we samen! De subtitel luidt: van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie.

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad 5 juli 2018 Raadswerkgroep Burgerparticipatie In november 2017 heeft een aantal raadsleden zich opgegeven om de Raadswerkgroep Burgerparticipatie te vormen

Nadere informatie

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Augustus 2011 Waar werknemers onderdeel zijn van een organisatie, wordt beoordeeld.

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Ervaringen en trainingsbehoefte professionals jeugdzorg

Ervaringen en trainingsbehoefte professionals jeugdzorg Ervaringen en trainingsbehoefte professionals jeugdzorg transformatie jeugdzorg FoodValley INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Doel- en probleemstelling... 2 1.3. Methode... 2 1.4.

Nadere informatie

Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving?

Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving? Leer- en ontwikkeltraject Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving? Centrum voor Samenlevingsvraagstukken Marja Jager-Vreugdenhil & Eelke Pruim @SamenViaa Deze workshop: - Over Wmo-werkplaats

Nadere informatie

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding Gemeentelijke regisseurs Regisseren en de kunst van de verleiding Van traditioneel management naar modern regisseren De gemeente heeft de regie dat gebeurt niet zomaar, en ook niet van de ene op de andere

Nadere informatie

De Utrechtse Participatiestandaard

De Utrechtse Participatiestandaard De Utrechtse Participatiestandaard Participatie leidt tot betere projecten, betere afwegingen en besluitvorming en tot meer draagvlak. Bij ieder project is de vraag aan de orde wanneer en in welke mate

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

RAADSBIJEENKOMST BESPREKING RESULTATEN FOTO GEMEENTE VOORST LOKALE DEMOCRATIE. 20 november 2017 Erik Koopman Vincent van Stipdonk

RAADSBIJEENKOMST BESPREKING RESULTATEN FOTO GEMEENTE VOORST LOKALE DEMOCRATIE. 20 november 2017 Erik Koopman Vincent van Stipdonk RAADSBIJEENKOMST BESPREKING RESULTATEN FOTO LOKALE DEMOCRATIE GEMEENTE VOORST 20 november 2017 Erik Koopman Vincent van Stipdonk Agenda 19.30 uur Opening door burgemeester 19.35 uur Presentatie foto lokale

Nadere informatie

Participatiewijzer gemeente De Bilt

Participatiewijzer gemeente De Bilt Participatiewijzer gemeente De Bilt Stap 1: Inventarisatie Je staat aan de start van een project/ beleidstraject, maar vraagt je af of en hoe je inwoners en/of ondernemers moet betrekken bij je project.

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

WELKOM! Netwerk Gebiedsontwikkelaars Noord-Nederland

WELKOM! Netwerk Gebiedsontwikkelaars Noord-Nederland WELKOM! Netwerk Gebiedsontwikkelaars Noord-Nederland EVEN VOORSTELLEN Jarik van der Velde, gebiedsontwikkelaar, Veendam, Acantus Groep, stuurgroeplid, middagvoorzitter PROGRAMMA Welkom bij Hanzehogeschool

Nadere informatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie Leergemeenschappen Cultuureducatie In deze CMK-periode willen we innovatieve samenwerkingstrajecten tussen onderwijs en het culturele veld tot stand brengen. Deze trajecten krijgen vorm binnen de Leergemeenschappen

Nadere informatie

Samenvatting Beginmeting Monitor-en evaluatieonderzoek subsidieregeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Samenvatting Beginmeting Monitor-en evaluatieonderzoek subsidieregeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Samenvatting Beginmeting Monitor-en evaluatieonderzoek subsidieregeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Ditte Lockhorst Marleen Kieft Ineke van den Berg 2 De beginmeting

Nadere informatie

Kaders voor burgerparticipatie

Kaders voor burgerparticipatie voor burgerparticipatie 1 Inhoud Pagina Hoofdstuk 3 1. Inleiding 1.1 Doel van deze notitie 1.2 Opbouw van deze notitie 4 2. Algemeen 2.1 Twee niveaus: uitvoering en meedenken over beleid 2.2 Tweerichtingsverkeer

Nadere informatie

Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar

Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar Burgerparticipatie in Alkmaar Gemeente Alkmaar 1 Burgerparticipatie in Alkmaar Aanleiding en ambitie In het kader van het programma Harmonisatie is ook het burgerparticipatiebeleid opnieuw bekeken. Voor

Nadere informatie

jaargang 6, peiling 4 3 februari 2009

jaargang 6, peiling 4 3 februari 2009 Internetpanel Hengelo jaargang 6, peiling 4 3 februari 2009 Wijkgericht werken in Hengelo! Het thema van de laatste internetpeiling van was Wijkgericht werken. Binnen de gemeente Hengelo zijn verschillende

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente

Nadere informatie

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid INHOUD Augustus 2017 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid pagina 1 2) Wat is duurzame inzetbaarheid? pagina 2 3) Eigen verantwoordelijkheid medewerker pagina 4 4) Urgentie duurzame inzetbaarheid groeit

Nadere informatie

Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout

Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout 0-meting burgerparticipatie en communicatie De gemeente Noordwijkerhout heeft een nieuw communicatiebeleidsplan dat uitgaat van meer omgevingsbewust werken

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

Evaluatie participatieproces Afdeling 8a APV Hof van Twente (para commerciële bepalingen Drank- en Horecawet)

Evaluatie participatieproces Afdeling 8a APV Hof van Twente (para commerciële bepalingen Drank- en Horecawet) Evaluatie participatieproces Afdeling 8a APV Hof van Twente (para commerciële bepalingen Drank- en Horecawet) November 2013 Evaluatie participatieproces Drank- en Horecawet De raad heeft op 23 april 2013

Nadere informatie

Samenvatting Het draait om het kind

Samenvatting Het draait om het kind Samenvatting Het draait om het kind Visie op monitoring in de opvoedingsvariant van pleegzorg Inleiding Aangezien de pleegzorg een onvoldoende geobjectiveerd overzicht heeft van hoe het met de jeugdige

Nadere informatie

Adviesrapport: Krachtige kern Olst. Minor Stedelijke vernieuwing Datum: Klas: MRSVE School: Saxion Hogescholen

Adviesrapport: Krachtige kern Olst. Minor Stedelijke vernieuwing Datum: Klas: MRSVE School: Saxion Hogescholen Minor Stedelijke vernieuwing Datum: Klas: MRSVE School: Saxion Hogescholen 2 COLOFON Opdrachtgever: Ondernemingsvereniging GO-Olst & Plaatselijk Belang Olst Datum: 31 augustus 2015 3 SAMENVATTING In Olst

Nadere informatie

PARTICIPATIE VOLGENS FONTYS

PARTICIPATIE VOLGENS FONTYS PARTICIPATIE VOLGENS FONTYS BELANG VAN PARTICIPATIE Wie studeert of werkt bij Fontys, weet: wij hechten veel waarde aan de mening van onze studenten en medewerkers. Bij het maken van beleid en bij het

Nadere informatie

Workhop 4 Participatie en medewerkersbetrokkenheid. Saraï Sapulete, Ecorys Camiel Schols, SBI Formaat

Workhop 4 Participatie en medewerkersbetrokkenheid. Saraï Sapulete, Ecorys Camiel Schols, SBI Formaat Workhop 4 Participatie en medewerkersbetrokkenheid Saraï Sapulete, Ecorys Camiel Schols, SBI Formaat 2 3 Vernieuwingen in de praktijk Directe participatie bevorderen 1. Modern werkoverleg 2. OR-leden als

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Inleiding. Waarom deze methode?

Inleiding. Waarom deze methode? Inleiding In dit boek ligt de focus op de praktische benadering van de uitvoering van onderzoek en de vertaalslag naar de (sociaal)juridische beroepspraktijk. Het boek is bruikbaar voor zowel een beginnende

Nadere informatie

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden Bijlage a Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden De functie van de Raad van Commissarissen. In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden

Nadere informatie

Pilot TRIASLegitimatiecheck

Pilot TRIASLegitimatiecheck De TRIASLegitimatiecheck is een instrument waarmee corporaties, samen met hun stakeholders, hun legitimatie kunnen vaststellen en versterken. Aedes en Atrivé zoeken vier of vijf corporaties die het instrument

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Campagneproject. Slow Food Rijnzoet. Lili Ujvari 488236 Sean Nauta 472323

Plan van Aanpak. Campagneproject. Slow Food Rijnzoet. Lili Ujvari 488236 Sean Nauta 472323 Campagneproject 2014 Slow Food Rijnzoet Lili Ujvari 488236 Sean Nauta 472323 Inhoudsopgave Inleiding 3 Probleemstelling 4 Probleemoriëntatie 4 Probleemdefinitie 4 Doelstelling 5 Hoofdvraag 5 Deelvragen

Nadere informatie

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 1. Inleiding In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: Het college zet zich in voor een florerende

Nadere informatie

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt

Nadere informatie

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014 Burgerparticipatie in de openbare ruimte Juni, 2014 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : M. Hofland Telefoonnummer : 0570-693317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Kader

Nadere informatie

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden.

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden. Bijlage a Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden. De functie van de Raad van Commissarissen. In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden

Nadere informatie

TALENTPUNT. Een Development Program speciaal voor HR professionals

TALENTPUNT. Een Development Program speciaal voor HR professionals FOCUS ON THE FUTURE Je bent een HR professional met veel ambitie en je wilt succesvol(ler) zijn. Je bent gericht op de nieuwste HR ontwikkelingen en nieuwsgierig naar hoe andere HR professionals zaken

Nadere informatie

Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek

Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek Bijlage 2. Aanvraag start Afstudeeronderzoek Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek Opleiding Sport en Bewegen Hierbij het verzoek om onderstaande gegevens in te vullen en in te dienen bij de afstudeercommissie.

Nadere informatie

Interactief werken gemeente Zeist:

Interactief werken gemeente Zeist: Interactief werken gemeente Zeist: 'Samen doen door interactie' 1. Inleiding Eén van de projecten van Op Weg Naar De Kern ging om het vormgeven van interactieve planvorming. In dat kader hebben we het

Nadere informatie

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Introductie Met de REQUEST methode wordt getracht de participatie van het individu in hun eigen mobiliteit te vergroten. Hiervoor moet het individu voldoende

Nadere informatie

Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders

Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders 15 december 2010 Keuze van trainingen, opleidingen en cursussen Van de 275 respondent heeft 35% geen enkele scholingsactiviteit gevolgd.

Nadere informatie

Kennisdag HAN Sociaal 2013

Kennisdag HAN Sociaal 2013 Kennisdag HAN Sociaal 2013 Praktijkkennis in de aanbieding! Martha van Biene Marion van Hattum 1 HAN Sociaal Bevorderen participatie door, voor en met kwetsbare burgers in de samenleving Meedenken, meedoen,

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) In de voorbereiding op het Pop gesprek stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierbij maakt de medewerker gebruik

Nadere informatie

De Cultuur Loper vier jaar in beweging Samenvatting eindevaluatie

De Cultuur Loper vier jaar in beweging Samenvatting eindevaluatie De Cultuur Loper vier jaar in beweging Samenvatting eindevaluatie 2013-2016 In Noord-Brabant hebben de afgelopen vier jaar 185 in 27 gemeenten gewerkt met De Cultuur Loper. Wat heeft dit opgeleverd? In

Nadere informatie

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Implementatieplan interactief beleid

Implementatieplan interactief beleid Implementatieplan interactief beleid (juni 2010 t/m mei 2011) Gemeente Weert, 15 juli 2010 Portefeuillehouder interactief beleid: wethouder H. Litjens Regisseur wijkgericht werken: Marianne Schreuders

Nadere informatie

Keuzes binnen MBO en HBO

Keuzes binnen MBO en HBO Keuzes binnen MBO en HBO Auteur: Marlies Rosenbrand, mei 2017 Voor u ligt de samenvatting van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar de mening van opleiders 1 voor de inrichting van een specifiek

Nadere informatie

Training Resultaatgericht Coachen

Training Resultaatgericht Coachen Training Resultaatgericht Coachen met aandacht voor zingeving Herken je dit? Je bent verantwoordelijk voor de gang van zaken op je werk. Je hebt alle verantwoordelijkheid, maar niet de bijbehorende bevoegdheden.

Nadere informatie

Instellingenonderzoek 2010 Rapport

Instellingenonderzoek 2010 Rapport Instellingenonderzoek 2010 Rapport Onderzoek uitgevoerd door Feelfinders in opdracht van SURFnet Augustus 2010 Meer informatie: www.surfnet.nl / www.feelfinders.nl 1 Inhoud Managementsamenvatting 3 Responsanalyse

Nadere informatie

20-05-2014. Filmpje http://www.youtube.com/watch?v=9s3nzal hcc4 Casus. ICT of WMO. Warming up

20-05-2014. Filmpje http://www.youtube.com/watch?v=9s3nzal hcc4 Casus. ICT of WMO. Warming up Emmen Revisited van 1.0 naar 3.0! Perspectief Eigenaarschap Wie regisseert wie? ER 3.0 en 4.0? Simon Henk Luimstra s.luimstra@emmen.nl Warming up Filmpje http://www.youtube.com/watch?v=9s3nzal hcc4 Casus

Nadere informatie

Dat staat toch in de schoolgids goed geïnformeerd is beter betrokken

Dat staat toch in de schoolgids goed geïnformeerd is beter betrokken Dat staat toch in de schoolgids goed geïnformeerd is beter betrokken Kort verslag van het onderzoek over de communicatie op De Bataaf uitgevoerd tussen december 2009 en februari 2010 Paul Beumer, directeur

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Training & Advies Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Betere resultaten met nieuwe competenties Ondernemend werken in welzijnsorganisaties De welzijnssector is sterk in beweging, dat weet u als

Nadere informatie

HUURDERS BELANGEN ORGANISATIE DE PEEL

HUURDERS BELANGEN ORGANISATIE DE PEEL BELEIDSPLAN 2010 HUURDERS BELANGEN ORGANISATIE DE PEEL HUURDERS BELANGEN ORGANISATIE DE PEEL BELEIDSPLAN 2010 In dit beleidsplan geven wij aan waar het bestuur van de Stichting Huurders Belangen Organisatie

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS Instructie voor het invullen van de vragenlijst: Deze vragenlijst bestaat uit vijf modules: Module 1: De samenwerking tussen medewerkers en collega s binnen het eigen team

Nadere informatie

Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014

Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014 Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014 Uitgevoerd door Onderzoeksnetwerk Sociaal Domein Utrecht Initiatieven

Nadere informatie

Wat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid?

Wat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid? Wat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid? Een onderzoek onder werkgevers in de topsectoren en de overheid. Onderzoeksrapport Samenvatting 1-11-2013 1 7 Facts & figures.

Nadere informatie

De toekomst van handelsmissies

De toekomst van handelsmissies De toekomst van handelsmissies 1 Deze rapportage is een uitgave van het lectoraat International Business. Lectoraat International Business School of Business, Media en Recht Windesheim Campus 2-6 Postbus

Nadere informatie

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Een beeld vormen en in kaart brengen van de autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014 Samenvatting Onderzoeksrapport 2014 Monitoring en evaluatie Cultuureducatie met Kwaliteit Drenthe door Zoë Zernitz, Rijksuniversiteit Groningen In 2012 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

PARTICIPATIE IN GORINCHEM

PARTICIPATIE IN GORINCHEM PARTICIPATIE IN GORINCHEM Gemeente Gorinchem April 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017 / 58 Datum April 2017 Opdrachtgever

Nadere informatie

Flyer Intervisie. Intervisie is vooral taakgericht en resultaatgericht werken met collega s ter optimalisering van de werkzaamheden van alledag.

Flyer Intervisie. Intervisie is vooral taakgericht en resultaatgericht werken met collega s ter optimalisering van de werkzaamheden van alledag. Flyer - Intervisie Wat is intervisie? Intervisie is vooral taakgericht en resultaatgericht werken met collega s ter optimalisering van de werkzaamheden van alledag. De volgende omschrijving van intervisie

Nadere informatie

Communicatie onderzoek Team haarverzorging

Communicatie onderzoek Team haarverzorging Communicatie onderzoek Team haarverzorging Introductiebrief behorende bij de enquête over de interne communicatie Beste collega s, Gedurende het schooljaar doen wij ons uiterste best om de taken te vervullen

Nadere informatie

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Gemeente Bronckhorst, 23 augustus 2016 1. Aanleiding We willen het beleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 gemeente Bronckhorst tussentijds

Nadere informatie

ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN

ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN Gemeente Oss November 2017 www.ioresearch.nl ONDERZOEKSVRAGEN 1. Hoe is het beleid rondom gebiedsgericht werken vormgegeven? 2. Wat zijn de ervaringen van de intern en extern

Nadere informatie

ZonMw project Tools ter bevordering effectieve samenwerking preventiecuratie

ZonMw project Tools ter bevordering effectieve samenwerking preventiecuratie ZonMw project Tools ter bevordering effectieve samenwerking preventiecuratie in de wijk 1 november 2013, Congres Eerste Lijn Ilse Storm (beleidsonderzoeker, AWPG, RIVM) Anke van Gestel (epidemioloog, AWPG,

Nadere informatie

Tweede monitor Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen

Tweede monitor Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen Tweede monitor Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen Onderzoeksverantwoording Inleiding Met het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid 2016-2020 en de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden zet

Nadere informatie

19. Reflectie op de zeven leerfuncties

19. Reflectie op de zeven leerfuncties 19. Reflectie op de zeven leerfuncties Wat is het? Wil een organisatie kennisproductief zijn, dan heeft zij een leerplan nodig: een corporate curriculum dat de organisatie helpt kennis te genereren, te

Nadere informatie

Rapportage. De Kracht van Communicatie. DirectResearch in samenwerking met Logeion Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon

Rapportage. De Kracht van Communicatie. DirectResearch in samenwerking met Logeion Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Rapportage De Kracht van Communicatie DirectResearch in samenwerking met Logeion Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies Resultaten van het onderzoek 5 De

Nadere informatie

Hoeveel invloed hebben Groningers op hun directe leefomgeving?

Hoeveel invloed hebben Groningers op hun directe leefomgeving? Hoeveel invloed hebben Groningers op hun directe leefomgeving? De Raad voor Openbaar Bestuur stelde onlangs vast dat veel gemeenten op lokaal niveau experimenteren met nieuwe democratievormen, waarbij

Nadere informatie

Onderzoek Het contact tussen inwoners en de gemeente DEAL-gemeenten

Onderzoek Het contact tussen inwoners en de gemeente DEAL-gemeenten Onderzoek Het contact tussen inwoners en de gemeente DEAL-gemeenten De gemeente wil steeds vaker met de inwoners van dorpen en wijken in gesprek. Dat kan gaan over de nieuwbouw van een wijk; over de toekomst

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Factsheet Competenties Ambtenaren

Factsheet Competenties Ambtenaren i-thorbecke Factsheet Competenties Ambtenaren Competenties van gemeenteambtenaren - nu en in de toekomst kennis en bedrijf Gemeenten werken steeds meer integraal en probleemgestuurd aan maatschappelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie