Samenvatting M&O Interne organisatie en personeelsbeleid Domein B hfdst. 4 t/m 8

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting M&O Interne organisatie en personeelsbeleid Domein B hfdst. 4 t/m 8"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 4; Organisatie en besluitvorming. 1. Organisatietheorieën. Scientific management. - Wetenschapper = Taylor. Taylor probeerde objectieve productienormen vast te stellen. Daarbij worden normen vastgesteld die niet worden beïnvloed door de (subjectieve) beoordeling van degene die de prestaties meet. - Oplossingen voor technische problemen. - Het doel is een meest efficiënte manier om te produceren. Algemene managementtheorie. - Wetenschapper = Henri Fayol. - Organisatieprobleem: hoe kan je een organisatie van bovenaf het beste leiden. - Zijn bekendste richtlijnen zijn 5 essentiële elementen van leidinggeven: Vooruitzien en plannen; Organiseren; Eenheid van bevel; Coördineren; Controleren. Human-relationsbeweging. - Wetenschapper = Elton Mayo. - Hij hield zich bezig met onderzoek naar factoren die prestaties van werknemers beïnvloeden. - Mayo concludeerde dat alleen al de aandacht voor menselijke aspecten de prestatie verhoogde. Revisionisme. - Wetenschappers = Blake & Mouton. - Zij ontwikkelden een model met stijlen van leidinggeven: de managerial grid. - Meest bekende vertegenwoordiger is Likert: ontwikkelde een overlegmodel met overlappende groepsstructuren, bekend onder de naam linking-pinmodel. (zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.4 par.1) - Revisionisme benadrukt zowel de technische als de sociale organisatie, waarbij democratisering en humanisering van arbeid centraal staan. Systeemtheorie. - Systemen die een wisselwerking met de omgeving hebben. - Aandacht gaat niet alleen uit naar de verhoudingen in de organisatie zelf (intern), maar ook naar de relaties en de wisselwerking met de externe omgeving. Contingentiebenadering. - Gaat ervan uit dat er geen standaardorganisatiestructuren en standaardmanagementopvattingen kunnen bestaan. - Organisatiestructuren en managementopvattingen zijn situatiegebonden. 2. Lijnorganisatie. Lijnorganisatie= een organisatie waarbij boven elke werknemer een manager of meerdere staat en waarin de taken opgedeeld zijn in logische bij elkaar horende afdelingen. (zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.4 par.2) Eenheid van bevel= iedereen in het schema heeft slechts één baas en het is dan ook duidelijk wie leiding geeft aan wie. Organigram= overzicht van de organisatiestructuren. Doel van een organigram: - het duidelijk en schematisch weergeven van afdelingen en de zeggenschap (dus wie neemt de leiding); - de leiding helpen om overzicht te houden; - anderen inzicht geven in de organisatie. Voordelen van de lijnorganisatie:

2 - Een duidelijk en eenvoudig systeem. - Bevoegdheden zijn goed afgebakend (het is duidelijk wie de baas is). - Taken en verantwoordelijkheden zijn duidelijk bepaald. - Beslissingen nemen gaat snel. Nadelen van de lijnorganisatie: - Leidt gemakkelijk tot bureaucratie: veel regels en een massa papier. - Elke afdeling staat te veel op zichzelf. - Gebrek aan gespecialiseerd personeel. Ver doorgevoerde arbeidsverdeling komt dan ook nauwelijks voor. - Managers krijgen een te zware verantwoordelijkheid met te veel taken. - Er is een geringe flexibiliteit. 3. Lijn-staforganisatie. Staf van deskundigen= mensen die zich op een bepaald terrein hebben gespecialiseerd. Lijn-staforganisatie= een lijnorganisatie waaraan 1 of meer stafafdelingen zijn toegevoegd. (zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.4 par.3) - De lijn-staforganisatie komt voort uit de lijnorganisatie. Taken voor de staf: - het voorbereiden van uitvoerende werkzaamheden; - voorlichting geven; - adviezen verschaffen aan het management; - controlewerkzaamheden verrichten; - onderzoek en productontwikkeling realiseren (bij productontwikkeling ontwikkelt de organisatie nieuwe of verbeterde producten om de afzet te vergroten). Staffunctionarissen zijn de adviseurs van lijnfunctionarissen. Soms krijt hij functionele bevoegdheden. Voordelen van de lijn-staforganisatie: - Er is eenheid van bevel. - Er worden deskundigen, vakspecialisten ingeschakeld. - Door de staf kan een betere samenwerking tussen verschillende afdelingen tot stand worden gebracht. - Lijnfunctionarissen worden ontlast door de staf. Aantal medewerkers aan wie ze leiding geven kan groter zijn. Nadelen van de lijn-staforganisatie: - De kans bestaat dat een staf te veel theoretisch bezig is en niet of onvoldoende kijkt naar wat nodig is. - De staf draagt geen verantwoordelijkheid voor de verkregen resultaten. - De staf heeft snel de neiging om te proberen een uitbreiding te realiseren. - Staffunctionarissen kunnen te veel bevoegdheden krijgen; dat ondermijnt de positie van de lijnfunctionaris. - Staf- en lijnafdelingen leiden te veel een eigen leven en houden onvoldoende contact met elkaar 4. Andere organisatiestructuren. Projectorganisatie(zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.4 par.4): - Binnen grotere onderneming: veel deskundigheid. - Ingewikkeld project: onderneming kan specialisten op verschillende terreinen bij elkaar in een groep plaatsen. Aan het hoofd staat de projectleider. - Projectgroep= tijdelijk samenwerkingsverband, dat bestaat uit verschillende specialisten die de opdracht hebben een bepaald doel te realiseren. Matrixorganisatie(zie voor het schema: blz. 77 van het boek): - Lijn- en staffunctionarissen werken niet naast elkaar maar met elkaar. Ententestructuur: - Horizontale structuur, gebaseerd op nevenschikking in plaats van onderschikking.

3 - Kenmerkend: Verdeling in beslissingsgebieden; Beslissingen in het collectieve gebied worden met volledige overeenstemming genomen. 5. Besluitvorming. Besluitvorming=een proces waarbij men een keuze maakt uit alternatieven. Individueel besluit=besluit genomen door de functionaris die daartoe bevoegd is. Kan horen tot iemand zijn functie. Gezamenlijk besluit=worden door heel de groep genomen. Inspraak: - Iedereen kan zijn mening geven en de beslisser moet met die opvattingen rekening houden. - Gezamenlijke besluitvorming Medezeggenschap: - Iedereen van de groep heeft een beslissende stem in de besluitvorming. 6. Besluitvormingsfasen. 4 verschillende fasen: 1) Onderwerp vaststellen: - Probleem: als er een verschil bestaat tussen de werkelijke en wenselijke situatie. - Kansbenutting: nemen we een besluit zonder dat er sprake is van een echt wenselijke situatie. 2) Alternatieven verzamelen: - Besluitvorm: minimaal 2 alternatieven (bijv. wel of niet) 3) Gevolgen per alternatief aangeven: - Kijken naar haalbaarheid per alternatief. - Overzicht van voor- en nadelen per alternatief, inschatten van gevolgen of resultaten, ordenen van gevolgen involgorde van belangrijkheid. 4) Keuze maken: - Beste alternatief kiezen. - Feitelijk besluit. 7. Besluitvormingsregels. Bij besluitvorming is belangrijk van tevoren vast te stellen hoe het besluit genomen wordt. Eenmansbesluit: neemt 1 functionaris op grond van de aan hem toegewezen bevoegdheden. Minderheidsbesluit: minderheid van de groep neemt besluit. Meerderheid heeft geen bezwaar of geen mening. Meerderheidsbesluit: de meeste stemmen gelden. Unanimiteit: iedereen moet het onvoorwaardelijk met het besluit eens zijn. Zo niet; heroverweging. Consensus: de meerderheid beslist op voorwaarde dat de minderheid het besluit accepteert. Verschil met unanimiteit=accepteren is anders dan het er mee eens zijn. Veto: 1 deelnemer, zelfs zonder argumenten, kan het besluit tegen houden. (VN: 1 land kan iets weigeren als de rest het wel accepteert. 8. Besluitvormingsmethoden. Intuïtieve methode: - Besluiten op gevoelsmatige, niet rationele gronden. - Niet rationeel: vaak moeilijk aan anderen uit te leggen. Ervaring speelt een belangrijke rol. Ervaringsmethode: - Beslissing op ervaring in soortgelijke situaties. - Gevaarlijk nadeel=inflexibiliteit: beslissingen werden genomen omdat ze altijd zo werden genomen, maar problemen en vragen veranderen. Rationeel-systematische methoden: - Besluit wordt genomen op grond van verstandelijke afweging en systematische keuze voor het beste alternatief. - Nadeel= veel tijd nodig voor voorbereiding en overleg.

4 Hoofdstuk 5; Leiderschap. 1. Omspanningsvermogen en spanwijdte. Managers op verschillende organisatieniveaus van boven naar beneden(zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.5 par.1): - Topmanagement: directie of Raad van Beheer (Raad van Bestuur); - Hoger management: divisieleiding, sector- of regiomanagers; - Middenmanagement: afdelingsmanagers; - Lager management: teamleiders; - Niet-leidinggevend personeel. Omvang werkterrein= Wat moet een manager aankunnen? Aan hoeveel mensen kan hij of zij maximaal leiding geven? Standaardantwoord bestaat niet, iedere situatie is anders. Omspanningsvermogen= het aantal ondergeschikten waaraan een leidinggevende nog effectief leiding kan geven. ( let op! effectief leiding geven= zodanig leidinggeven dat het doel tegen zo laag mogelijke kosten, met optimaal gebruik van middelen, gerealiseerd wordt.) Spanwijdte/span of control= het aantal ondergeschikten aan wie feitelijk leiding wordt gegeven. Andere factoren die het omspanningsvermogen beïnvloeden: - Organisatie structuur: kan leiding gevende beroep doen op staf- en ondersteunende diensten? - Communicatie: mogelijk of noodzakelijk? Welke communicatiehulpmiddelen zijn er? - Bouwkundige situatie: grote organisatie met lange loopafstanden, of ligt alles dicht bij elkaar? - Aard van het werk: moeilijkheidsgraad? - Deskundigheid van medewerkers: is deze in overeenstemming met het werk? Laaggeschoold= veel aandacht, hooggeschoold= zelfstandig werk. - Stijl van leidinggeven: manager die alles zelf wil doen heeft het drukker dan zijn collega die veel aan anderen overlaat. 2. Theorie X en theorie Y (Mc Gregor). Theorie X: - Negatief mensbeeld Managers die deze theorie als visie hebben, denken als volgt: De gemiddelde medewerker is lui en wil liever niet werken. Medewerkers willen geen verantwoordelijkheid dragen. Medewerkers moeten gedwongen worden prestaties te leveren. - Autoritaire stijl van leidinggeven. Werkt met belonen en straffen, medewerkers worden niet of nauwelijks bij de besluitvorming betrokken. - Selffulfilling prophecy: Als jij vindt dat ik lui ben, wil ik me best zo gedragen. Dit wordt een vicieuze cirkel welke alleen te doorbreken is door de opvatting van de manager te veranderen. Theorie Y(tegenovergestelde van theorie X): - Positief mensbeeld: Opvattingen: Werken is natuurlijk, net zo natuurlijk als spelen. Medewerkers willen verantwoordelijkheid dragen. Geld is niet de enige motiverende factor, aandacht werkt ook sterk motiverend. Medewerkers zijn van nature geneigd creatief mee te denken in het vinden van oplossingen voor problemen. 3. Leiderschapsstijlen. Bekijken van leidinggeven vanuit het gedrag van de manager. Autocratisch leiderschap: - Taakgerichte manier van leidinggeven en autoritair. - Alleen heerser. Democratisch leiderschap:

5 - Het volk regeert zichzelf (door vertegenwoordigers) en ze kunnen vrijelijk hun meningen en wensen uiten. - Mensgericht. - Manager: gericht op motivatie en welbevinden van werknemers. Laissez-faire-leiderschap: - Laat maar doen=vrijlaten van mensen. - De medewerker heeft grote vrijheid. - Manager: richt nauwelijks persoonlijke invloed uit. Ondersteunend leiderschap: - Welbevinden van medewerker staat voorop. - Kenmerkend is het voortdurend streven naar een goede teamgeest. Participerend leiderschap: - Manager en medewerkers delen informatie en macht. - Voorwaarden voor deze stijl: Medewerkers moeten een positieve houding hebben tegenover participerend leiderschap. Alle medewerkers en managers moeten meedoen. Medewerkers beschikken over voldoende kennis en vaardigheden. Flexibel leiderschap: - Stijl hangt af van situatie (situatiegericht). 4. Managerial grid van Blake en Mouton. Blake en Mouton beoordelen leiderschapsstijlen op 2 aspechten: - Aandacht van de manager voor de taken. - Aandacht van de manager voor de mens. Managerial grid= schema waarin de 2 aspecten werden uitgewerkt: verticale as = aandacht van de manger voor de mens, horizontale as = aandacht voor de taken. (zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.5 par.4) De mate van aandacht die de manager aan taken of mensen geeft, wordt in de grid uitgedrukt als een score van 1 tot 9. 1: zeer geringe aandacht, 9: maximale aandacht. Blake en Mouton beschrijven 5 hoofdstijlen: 1) 1,1-stijl: Improverished (deserteur) - Eigenlijk geen sprake van leidinggeven. - Manager beperkt zicht tot het hoogst noodzakelijke om niet direct in conflict te komen met de andere organisatieleden. 2) 1,9-stijl: Country club management (zendeling) - Veel aandacht voor behoeften en wensen van medewerkers. - Onderlinge relaties uitstekend, laag werktempo. 3) 9,1-stijl: Task (autocraat) - Nadruk ligt geheel op taken. Manager probeert een hoog productieresultaat te bereiken. - Aandacht voor menselijke taken is gering. 4) 5,5-stijl: Middle of the road (compromissenzoeker) - Wordt gezocht naar een compromise tussen productie-eisen en behoefte aan aandacht van medewerkers. 5) 9,9-stijl: Team (doelmatig leider) - Manager heeft veel aandacht voor zowel medewerkers als taken. - Grote inzet van medewerkers en goede onderlinge band. Situatie gericht leidinggeven: - Iedere medewerker en omgeving is anders, andere stijl van leidinggeven vereist. 5. Managementmethoden. De methoden waarop managers al hun taken kunnen vervullen. Het geven van leiding is één van de taken; nu gaat het over alle taken. Integraal management:

6 - Manager of groep managers is verantwoordelijk voor alle aspecten van het beleid. Management by direction: - Theorie X. - Manager geeft gedetailleerde aanwijzingen en controleert streng, eigen inbreng is niet welkom. Management by objectives: - Vaststellen van doelen, bepaald door de manager en medewerking in overleg. - Eenheid van leiding: iedere medewerker streeft hetzelfde doel na. - Onderling overleg: voor het afstemmen van doelen. Management by exception: - Normen worden gekoppeld aan de doelstellingen. - Binnen vastgestelde grenzen van een controlesysteem kunnen medewerkers hun eigen voortgang controleren en bijsturen. Management by walking around: - Manager is vaak aanwezig op de werkplek. - Tijdrovend, minder tijd voor andere managementtaken. - Kan demotiverend overkomen op werkenmers. Voelen zich gecontroleerd en ervaren geen vertrouwen. Management bij delegation: - Delegeren van taken= overdragen van taken aan één of meer anderen. - Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden: onlosmakelijke eenheid. - Taakdelegatie, 2 vormen: Structurele delegatie = permanente vorm van delegatie. Manager kan niet zonder meer taken structureel delegeren. Incidentele delegatie = wanneer een nieuwe, tijdelijke taak zich voordoet. - Voorwaarden voor het delegeren van taken: Functionaris aan wie een taak wordt gedelegeerd moet voldoende deskundigheid hebben om de taak uit te voeren. Functionaris aan wie de taak wordt gedelegeerd, moet beschikken over voldoende tijd en de juiste middelen om de taak uit te voeren. De opdracht moet duidelijk zijn. De functionaris moet de te delegeren taak accepteren. 6. Humanresourcesmanagement (HRM). HRM= op een methodische en systematische manier verwerven, ontwikkelen en benutten van menselijke mogelijkheden, voor zowel medewerkers als organisatie. - Gaat ervan uit dat mensen onbenutte capaciteiten hebben. Invoering van HRM: - Keuze voor HRM = strategische keuze: heeft weerslag op hele organisatie. Wordt op topmanagement gemaakt. - Voorwaarden: Management is werkelijk overtuigd van het belang van menselijke inzet en laat dit ook merken. Het management richt zich bij beleids- en besluitvorming systematisch op integratie van het personeelsbeleid in het totaalbeleid. Het management beschikt over een samenhangend systeem van uitgangspunten,doelen, managementtechnieken en individuele personeelsontwikkelings- en begeleidingssystemen. Kritische kanttekeningen bij HRM: Kritiek: - Risico van inflexibiliteit. - Risico van selectief personeelsbeleid. - Risico van ondoelmatigheid. - Risico van te individualistische werkhouding.

7 Hoofdstuk 6; Communicatieproces. 1. Definitie van communicatie. Communicatie= gedachten tussen personen worden uitgewisseld: iemand laat iemand anders iets weten, of wil iets van iemand anders weten. Communicatieproces= proces waarbij minimaal 2 personen of organisaties betrokken zijn. Redenen voor communicaties: 1) Het vragen om informatie. - Uit belangstelling of benodigde gegevens. 2) Het geven van informatie. - Wanneer iemand er om vraagt, hoeft niet altijd. 3) Het beïnvloeden van houding of gedrag. - = doel van communicatie. - ZMBO-model = zender stuurt met behulp van een Medium een Boodschap naar 1 of meer ontvangers. (zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.6 par.1) Zender en ontvanger - Zender= persoon of organisatie die in het communicatieproces iets aan een ader laat weten. - Verzendmethode= het medium. Medium: - Datgene wat nodig is om de boodschap over te dragen. Boodschap: - Boodschap = bevat feitelijke inhoud van de communicatie; inhoud is voor de ontvanger te registreren, te horen of te zien. - 4 aspecten of functies van de boodschap: 1) Referentiële functie: - Omvat de inhoud van de boodschap, de informatie die wordt overgebracht. 2) Expressieve functie: - Deel van de boodschap dat een beeld van de zender geeft. 3) Relationele functie: - Door communicatie ontstaat een relatie tussen zender en ontvanger. - Zegt iets over de manier waarop beide partijen elkaar waarderen en de mate waarin de zender de ontvanger stuurt of juist vrijlaat. 4) Appellerende functie: - Dit deel van de boodschap gaat over de vraag welk effect de zender bij de ontvanger wil bereiken. - Doet een beroep op de ontvanger om iets te doen, iets te laten of om een bepaald standpunt in te nemen. 2. Uitbreiding van het ZMBO-model. Aspecten die rol spelen bij de werking van het ZMBO-model: - Coderen en decoderen: Coderen = vormgeven van de boodschap. Decoderen = vertalen van de boodschap door de ontvanger. Coderingsproces = omzetten van ideeën, gedachten of gevoelens in begrijpelijke tekens. Interpreteren = zichzelf afvragen wat voor waarde de boodschap heeft. - Referentiekader: Mix van de volgende elementen(ook wel referentiekader genoemd): gevoelens, waarden, normen en ideeën of meningen. Ontstaat door biologische factoren, ervaringen, milieu, opleiding en opvoeding. Zowel de zender als de ontvanger kunnen last hebben van een filter. - Feedback(zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.6 par.2): Reactie van de ontvanger op de boodschap van de zender. - Terugkoppeling(zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.6 par.2):

8 Wanneer de zender reageert op de feedback van de ontvanger. Vervolg van cmmunicatieproces. - Follow-up: Dat de zender verder kan gaan met zijn boodschap als blijkt dat de ontvanger de boodschap duidelijk heeft ontvangen. 3. Verstorende elementen in het ZMBO-model. Ruis = iedere verstoring of ongunstige beïnvloeding tijden het transport van een boodschap. Oorzaken van ruis kan liggen bij de omgeving, de zender of de ontvanger: 1) Externe ruis: - Wanneer de oorzaak van de ruis in de omgeving ligt (geluid, temperatuur, lichtinval ect.) 2) Interne ruis: - Wanneer de ruis bij de zender of ontvanger ligt. 3) Non-intentionele ruis: - Ruis die niet opzettelijk als ruis is bedoeld (bijv. een onduidelijk verhaal). 4) Intentionele ruis: - Door de ontvanger of zender daadwerkelijk als ruis bedoelt. Redundantie - = overtolligheid of overbodigheid, een teveel, in de communicatie. Hoeft niet bewust. - Functionele redundantie = bewuste overtolligheid die toegevoegd is aan de boodschap om het beter te laten overkomen. - Disfunctionele redundantie= te veel irrelevante details: wekt ergernis op en heeft een direct negatieve invloed op de communicatie. 4. Richting van de communicatie. Formele communicatie in verschillende richtingen: Verticale communicatie(zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.6 par.4): - Loopt verticaal tussen hogere en lagere functies. - Top-down communicatie= wanneer de communicatie van hoog naar laag gaat. - Het management stuurt informatie naar beneden. Om beleidsbeslissingen voor medewerkers te verantwoorden en begrijpelijk te maken. - Bottom up communicatie= wanneer de communicatie van laag naar hoog gaat. - Medewerkers maken hun meningen en voorkeuren duidelijk naar hun managers. - Kan ook weegegeven worden in organigram. (zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.6 par.4) - Voordeel: communicatie is erg duidelijk. - Nadeel: communicatie kan lang duren. Horizontale communicatie(zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.6 par.4): - Bevordert samenwerking tussen afdelingen. - Communicatie tussen werknemers van gelijk niveau: bijv. tussen managers van verschillende afdelingen= passerelle (betekent letterlijk: smalle loopbrug ) Diagonale communicatie(zie voor het schema: afbeeldingen hfdst.6 par.4): - Uitwisseling tussen verschillende afdelingen. - Werknemers van ongelijk niveau zijn hierbij betrokken. Hoofdstuk 7; Communicatievormen. 1. Mondelinge en schriftelijke communicatie. Mondeling communicatie = alle communicatie waarbij we spreken. - Nadeel: moeilijk voor de ontvanger om alles te onthouden. - Voordeel: wordt ondersteund door non-verbale communicatie intonatie, stemvolume, etc. Schriftelijke communicatie = alle communicatie die geschreven is. - Nadelen: verloopt niet spontaan en geschreven tekst komt erg nadrukkelijk over. 2. Verbale en non-verbale communicatie. Verbale communicatie = alle communicatie waarbij we geschreven of gesproken hebben (alle teksten).

9 - Alle teksten, of ze nu in druk verschenen zijn of uitgesproken worden. Non verbale communicatie = alle communicatie waarbij we geen woorden gebruiken (afbeeldingen en lichaamstaal. - Afbeeldingen, bijv. grafieken, maquette (van een bouwplan) & pictogrammen. - Lichaamstaal: Houding: manier waarop iemand staat of zit en de gehanteerde afstand tot anderen. Gebaren: bewegingen die met de handen worden gemaakt. Mimiek: gezichtsuitdrukking. Intonatie: manier waarop iemand klink; toonhoogtes/stemgebruik. Vocale communicatie: alle geluiden die geen tekst zijn (grommen/hmm) 3. Eenzijdige, tweezijdige of meerzijdige communicatie. Eenzijdige communicatie = de zender brengt een boodschap over naar de ontvanger en geeft de ontvanger geen waarneembare feedback. - Bijv. als een artiest optreedt. Zodra het publiek hem een applaus geeft is het een tweezijdige communicatie. Ook als ontvangers van reclameboodschappen als reactie daarop de betrokken producten vaker aanschaffen dan voorheen. Tweezijdige communicatie = de ontvanger geeft feedback op de boodschap van de zender, de communicatie gaat twee richtingen uit. Meerzijdige communicatie = wanneer meer zenders en meer ontvangers met elkaar in contact komen. (zie voor eventueel het schema: blz. 121 van het boek) 4. Formele en informele communicatie. Formele communicatie = alle communicatie binnen een organisatie die officieel is vastgelegd en volgens vaste lijnen en structuren verloopt. Informele communicatie = alle communicatie die niet door vaste regels en structuren wordt bepaald. (= bijv. een spontane discussie) 5. Persoonlijke communicatie en massacommunicatie. Actie en reactie = vindt plaats tussen personen die met elkaar communiceren. - Zender: zegt of vraagt iets = actie - Ontvanger: feedback = reactie Massacommunicatie = richt zich op de massa, grote groepen mensen - Massamedia = kranten, radio, televisie, internet. 6. Gesprekken. Tweegesprek = gesprek tussen twee personen. Formeel tweegesprek: 1. Het doel is van tevoren vastgesteld. 2. Er is een gespreksleider die bepaalt wat er wordt besproken en op welke manier. 3. Het gespreksonderwerp is bij beide gesprekspartners bekend. Algemene gesprekstechniek: 2 fasen: 1. Voorbereiding van het gesprek: - Hoofd- en subdoelen van het gesprek vaststellen (inhoud van gesprek) - Nadenken over de relatie tussen de gesprekspartners - Planning van gesprek maken - Structuur van gesprek bepalen 2. Voeren van het gesprek: - Social talk = begin van het gesprek met een algemeen onderwerp. - Gespreksleider: Beschikt over luistervaardigheid Beschikt over regulerende vaardigheden en kan samenvatten Beschikt over assertieve vaardigheden Weet juiste vragen te stellen Gesloten vraag = vraag waarop maar één antwoord mogelijk is (ja/nee)

10 Openvraag = alle soorten antwoorden zijn mogelijk: kan niet antwoorden met ja en nee 7. Problemen bij gesprekken. Veelvoorkomende problemen: Halo-effect - Hele positieve uitstraling van één goede eigenschap, alle andere eigenschappen worden daardoor overheerst. Horneffect - Omgekeerde van het halo-effect: één slechte eigenschap overheerst alle andere (ook de goede). Stereotypering - Verwachting van bepaalde eigenschappen op grond van iemands geslacht of achtergrond. Projectie - Gespreksleider vergelijkt de medewerker onwillekeurig met zichzelf of met collega s. de eigenschappen van de één worden geprojecteerd met de ander. Suggestie - Een spreker dringt een mening zo op dat een open gesprek niet meer mogelijk is. 8. Toespraken. Spreekschema = structuur van de toespraak weer te geven in een schema. Inleiding: - Een opening, bij voorkeur met een motiverende zin; - Hooguit een paar zinnen met de kern van de toespraak; - Een korte aankondiging van de hoofdonderwerpen. Middenstuk: - Behandeling van hoofdonderwerpen moet in logische volgorde. Kan je ook verdelen in subonderwerpen. - Soepele overgangen tussen het ene en het andere hoofdonderwerp. Bijv. door korte samenvatting te geven van het voorgaande onderwerp en tegelijk begin te maken met het volgende. we hebben gezien dat de afname van het aantal leerlingen zeker een belangrijke oorzaak is, maar ook de verbouwing - Overeenkomst tussen beide hoofdonderwerpen aan wijzen. De eindeloze verbouwing heeft zeker effect gehad op de afname van het aantal leerlingen, want Conclusie: Toespraak wordt afgesloten met: - Een samenvatting van de hoofdonderwerpen; - Een herhaling van de kern of het doel; - Een afronding met een treffende zin. 9. Vergadertechnieken. Vergadering = bijeenkomst van personen die uitgenodigd zijn, en volgens een bepaalde procedure met elkaar spreken over één of meer van de van tevoren vastgestelde onderwerpen. Voorbereiding van de vergadering: - Onderdelen zijn de uitnodiging en agenda. - Uitnodiging: schriftelijk beter dan mondeling, uitnodiging moet tijdelijk verstuurd worden, moet belangstelling wekken, er staat duidelijk wanneer en waar de vergadering plaatsvindt. - Agenda: basis voor een efficiënte vergadering, in de agenda staan de te bespreken onderwerpen. Taken en verantwoordelijkheden van de voorzitter: - Voorzitter eerste taak is het opstellen van een goede agenda. Verder is een goede voorbereiding van belang. Voorzitter en notulist: samen verantwoordelijk voor dat de vergaderstukken op tijd bij de deelnemers aanwezig zijn. Voorzitter ziet er tijdens de vergadering op toe dat:

11 - Alle agendapunten worden behandeld; - Bepaalde agendapunten niet te veel tijd vragen wat ten koste kan gaan van andere agendapunten; - De vergadering ordelijk verloopt; - De vergadering eindigt op het in de agenda vermelde tijdstip; - Iedereen die dat wenst, in voldoende mate aan het woord kan komen. Taken en verantwoordelijkheden van de deelnemers: - Deelnemers oriënteren zich vooraf op de verschillende agendapunten en lezen eventuele bijbehorende stukken kritisch door. - De deelnemers luisteren naar elkaar zonder vooroordelen, met belangstelling voor verschillende opvattingen en vallen elkaar niet in de rede. - De deelnemers zorgen ervoor dat hun bijdrage aan de vergadering kort en to the point is. Taken en verantwoordelijkheden van de notulist: - Notulist verstuurt de uitnodiging, agenda en bijlagen. - Notulist noteert tijdens de vergadering de inbreng van de deelnemers, en noteert stemmingen, besluiten en afspraken. Verloop vergadering: Agendapunten in volgorde waarin ze meestal op de agenda voorkomen: 1. Opening: door voorzitter. 2. Notulen van de vorige vergadering: eventuele fouten worden hersteld. 3. Mededelingen. 4. Ingekomen en uitgaande stukken: welke post ontvangen en verstuurd is. 5. Agendapunten/thema s: introduceren van elk onderwerp. 6. W.v.t.t.k.=Wat verder ter tafel komt: wordt gebruikt voor spoedeisende agendapunten die tijdens de vergadering worden opgevoerd. 7. Rondvraag: voorzitter vraagt aan iedereen of hij/zij nog iets voor de rondvraag heeft. 8. Sluiting. 10. Soorten vergaderingen. Onderwerpen groeperen in soorten vergaderingen of besprekingen: Informatieve vergadering: - Doel = informatie uitwisselen. Probleemoplossende vergadering: - Deelnemers moeten een duidelijk beeld krijgen van het probleem en er moeten antwoorden op tafel komen. Brainstorm: - Doel = zo veel mogelijk ideeën verzamelen over het gespreksonderwerp. Het gaat erom dat deelnemers door elkaar gestimuleerd worden ideeën naar voren te brengen. Besluitvormende vergadering: - Uitgangspunt: er bestaan 2 of meer mogelijke oplossingen voor een probleem. - Doel = iedere deelnemer bij de besluitvorming te betrekken. Instructieve vergadering: - Doel = afspreken wie welke taken op zich zal nemen en hoe die taken uitgevoerd zullen worden. Evaluatieve vergadering: - Doel = een mening op tafel krijgen. Hoofdstuk 8; Personeelsbeleid. 1. Sociaal beleid. Algemeen organisatiebeleid = het doel dat iedereen met elkaar nastreeft. Sociaal beleid : samenwerken = het geheel van maatregelen dat nodig is om mens en arbeid zodanig op elkaar af te stemmen dat de doelen van de organisatie en die van de medewerker gerealiseerd kunnen worden. Sociaal-plan = uitwerking van sociaal beleid in een plan.

12 - Doelplannen van sociaal plan: 1. Personeelsplan 2. Loopbaanplan 3. Opleidingsplan 4. Promotieplan Personeelsbeleid = onderdeel van sociaal beleid - Gericht op alle aspecten tussen mens en arbeid binnen de organisatie. - Afdeling personeelszaken: stafafdeling: er bestaat een adviesrelatie met het lijnmanagement: de afdeling personeelszaken adviseert, het lijnmanagement beslist. 2. Motivatie. 2 motivatietheorieën: 1) Theorie van Maslow: Behoeftepiramide (zie voor schema: afbeeldingen hfdst.8 par.2) A.H. Maslow: bracht rangorde aan in de menselijke behoeften en stelde vast dat eerst in behoeften van een lagere orde moet worden voorzien, voordat er bij mensen een noodzaak ontstaat voor het bevredigen van behoeften van een hogere orde. Van laag naar hoog: 1. Fysiologische behoeften: primaire/fysieke behoeften = eten, drinken, kleding, onderdak, etc. 2. Behoefte aan veiligheid en zekerheid: bescherming tegen inkomnsvermindering wegens ziekte of ouderdom en de zekerheid het onderdak te behouden. 3. Sociale behoeften: genegenheid, vriendschap, erkenning. 4. Behoefte aan waardering: respect en status, belangrijkheid van werk, etc. 5. Behoefte aan zelfverwezenlijking of zelfrealisatie: zoveel mogelijk gebruik kunnen maken van de eigencapaciteiten. 2) Theorie van Herzberg: Aanpassingen aangebracht op de theorie van Maslow. Deze hebben geleid tot de motivatie-hygiënetheorie. Satisfiers: factoren die motiverend werken. - Satisfiers (motivators)= hebben vaak erg veel met werk zelf te maken. - Werkintrinsieke factoren: Plezier in het werk zelf; Erkenning en waardering; Verantwoordelijkheid in het werk; Promotie- en groeimogelijkheden. Dissatisfiers/hygiënefactoren: factoren die niet extra motiverend zijn, maar wel erg demotiverend werken als er niet aan is voldaan. - Dissatisfiers = niet zo zeer betrekking hebben op het werk zelf, maar op de omstandigheden waaronder dat werk plaatsvindt. - Verkextrinsieke factoren: Voorschriften en procedures; Salaris; Werkomstandigheden; Wijze van leidinggeven en relaties met de leiding. 3. Werving. Begrippen: - Prognose personeelsbehoefte: betreft zowel het aantal personeelsleden als het niveau van de vereiste personeelsleden waarover de onderneming in de toekomst wil of moet beschikken. - Promotiebeleid = eigen medewerker die wordt bevorderd naar een hogere functie. - Flexbanen: banen waarvan de onderneming gebruik maakt op momenten dat zij extra personeelsleden nodig heeft.

13 - ZZP ers (Zelfstandige Zonder Personeel): neemt toe. Organisatie huurt een eenmansbedrijf in om bepaalde taken te verrichten. - Headhunter = benadert zelf geschikte kandidaten nadat hij van de organisatie een opdracht heeft gekregen om iemand met bepaalde kwaliteiten te zoeken. Gegevens uit het verleden. - Om te beoordelen hoe de sollicitant in het verleden heeft gefunctioneerd, kan de (mogelijke) nieuwe werkgever informatie inwinnen bij door de sollicitant opgegeven referenties, bijv. de vorige chef. Psychotechnisch onderzoek. - Uitgevoerd door speciale bureaus. Kosten zijn hoog. - Gaat vaak om hoogopgeleid personeel of in elk geval om duur personeel. - De onderzoeker tracht er door het afnemen van testen en het voeren van gesprekken achter te komen of een kandidaat geschikt is voor een bepaalde functie. Vaardigheidsproeven. - Veel tijd voor nodig, dus niet veel gebruikt. - De sollicitanten moeten enkele opdrachten uitvoeren. Sollicitatiegesprek à 30 vragen van elk ong. 3 min. - Vragen met betrekking op 3 zaken: Vakkennis, opleiding en ervaring van sollicitant. De opvattingen ten aanzien van de werkzaamheden van de sollicitant. De persoonlijkheid van de sollicitant. 4. Begeleiding. Functioneringsgesprek. - Tussen medewerker en diens directe manager. - Tweerichtingsverkeer = gesprek is gericht op de toekomst. Beoordelingsgesprek. - Gesprek tussen medewerker, diens directe manager en eventueel de personeelsfunctionaris. Direct manager geeft zijn beoordeling, medewerker luistert. - Eenrichtingsverkeer = betrekking op het verleden Scholing. - Bijscholen = hetzelfde werk blijven doen, alleen met verbeterde technieken. - Omscholen = je krijgt een opleiding om ander werk te gaan doen. Uitstroom, ontslag of pensioen. - Flexibele pensionering = werknemers kunnen zelf kiezen op welke leeftijd zij stoppen met werken. - Ontslag: of iemand ontslag neemt is moeilijk te voorspellen. Ook kunnen door overlijden en arbeidsongeschiktheid vacatures ontstaan waarop niet gerekend was. 5. Arbeidsovereenkomst. Individuele arbeidsovereenkomst. - Wordt gesloten wanneer een werknemer in dienst treedt van een werkgever. - Geeft aan hoeveel uren de werknemer per week werkt, op welke momenten hij aanwezig moet zijn, om welke werkzaamheden het gaat en hoe hoog het loon is. Collectieve arbeidsovereenkomst. - Cao = overeenkomst tussen de vakbonden en de werkgeversorganisaties in een bedrijfstak/onderneming en bevat de algemene arbeidsvoorwaarden die gelden voor alle werknemer in die bedrijfstak/onderneming. - Looptijd van 1 à 2 jaar. - Afspraken in een cao:

14 Primaire arbeidsvoorwaarden: betrekking op de geldelijke beloning voor het verrichte werk, en daarnaast op zaken als vakantiegeld en toeslagen voor bijv. overwerk en onregelmatige werktijden. Secundaire arbeidsvoorwaarden: betrekking op onderwerpen als werktijden, reiskostenvergoeding en werkkleding, het aantal vakantiedagen, een auto van de zaak, etc. Verplichtingen werkgever. - Op tijd loon betalen. - Getuigschrift uitreiken aan het einde van de dienstbetrekking. - Minderjarige werknemers in de gelegenheid stellen een opleiding te volgen. Verplichtingen werknemer. - Arbeid zo goed mogelijk verrichten. - Arbeid zelf verrichten. - Zich houden aan de voorschriften. - Gedragen zoals van een goed werknemer verwacht mag worden. 6. Loon en loonstrookje. Loonkosten. Begrippen: - Loonbelasting = inkomstenbelasting van de werknemer die ingehouden wordt op het brutoloon. - Premies volksverzekeringen: verzekeringen ( er wordt dus premie voor betaald) die bestemd zijn voor het gehele volk. Wordt betaald door werknemers. Worden ingehouden op brutoloon. Bijv: AOW (Algemene Ouderdomswet): geeft iedereen die de pensiongerechtigde leeftijd bereikt een uitkering; ANW ( Algemene Nabestaandenwet): geeft de nabestaanden een uitkering als de kostwinner komt te overlijden. - Loonheffing = optelsom van loonbelasting en premies volksverzekeringen. Wordt ingehouden op het brutoloon van de werknemer en wordt door werkgever afgedragen aan de Belastingdienst. - Premies werknemersverzekeringen: geven uitkering aan werknemers. Bijv: WW (Werkloosheidswet): geeft uitkering als werknemer (onvrijwillig) werkloos wordt. WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen): heeft uitkering als werknemer arbeidsongeschikt wordt ( sinds 2006 = WIA opvolger WAO (= Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering)). - Pensioenpremie: aanvulling op de AOW-uitkering: het pensioen. Nettoloon werknemer: Brutoloon -/- Loonbelasting + premis volksverzekeringen (samen loonheffing) -/- Premies werknemersverzekeringen (werknemersaandeel) -/- Pensioenpremie (werknemersaandeel) = nettoloon Loonkosten werkgever: Brutoloon + Premies werknemersverzekering (werkgeversaandeel) + Pensioenpremie (werkgeversaandeel) = loonkosten Loonstrookje. (Zie boek blz. 148/149/150) 7. Overheid. Maatregelen bij het aantrekken van personeel. - Loonsubsidie = middel om werkzoekenden aan een baan te helpen. - Wet Gelijke Behandeling = ingevoerd omdat iedereen gelijke rechten en plichten heeft.

15 Mannen, vrouwen, allochtonen en autochtonen moeten op gelijke wijze behandeld worden. (= positieve discriminatie) - Emancipatie: het verkrijgen van gelijke rechten door een groep die tot dan toe was achtergesteld. Ondernemingsraden en medezeggenschapsraden. - OR = ondernemingsraad, verplicht in ondernemingen met 35 of meer personeelsleden., MR = medezeggenschapsraad. Taken samengevat in 2 hoofdlijnen: 1. Het leveren van een bijdrage aan het goed functioneren van de onderneming of de school; 2. Het behartigen van de belangen van de weknemers. Zij hebben 3 bijzondere bevoegdheden: 1. Het adviesrecht: - De werkgever moet de OR en MR in de gelegenheid stellen advies uit te brengen over voorgenomen besluiten van de werkgever. 2. Instemmingsrecht: - Wanneer de OR of de MR een voorgenomen besluit, waarvoor instemming van de OR/MR vereist is, afwijst, mag de werkgever dat besluit niet uivoeren. Hij kan wel in beroep gaan bij de bedrijfscommissie. 3. Het informatierecht: - De werkgever is verplicht alle informatie te verstrekken die de raad nodig heeft om zijn taken goed te kunnen vervullen.

16 Afbeeldingen!!! Hfdst.4 par.1 Hfdst.4 par.2 Hfdst.4 par.3 Hfdst.4 par.4 Hfdst.5 par.1

17 Hfdst.5 par.4 Hfdst.6 par.1 Hfdst.6 par.2 Hfdst.6 par.2 Hfdst.6 par.4

18 Hfdst.6 par.4 Hfdst.6 par.4 Hfdst.6 par.4 Hfdst.8 par.2

Samenvatting door een scholier 1744 woorden 16 maart keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1744 woorden 16 maart keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1744 woorden 16 maart 2010 8 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 6 6.1 Bij communicatie worden gedachten tussen personen uitgewisseld: iemand laat iemand

Nadere informatie

7,7. Samenvatting door een scholier 1976 woorden 13 juni keer beoordeeld

7,7. Samenvatting door een scholier 1976 woorden 13 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1976 woorden 13 juni 2011 7,7 61 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O In Balans Hoofdstuk 4 4.1 Organisatietheorieën Scientific management - Taylor - Juiste persoon

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Domein B

Samenvatting Management & Organisatie Domein B Samenvatting Management & Organisatie Domein B Samenvatting door I. 2010 woorden 21 januari 2013 4 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans HOOFDSTUK 4 : ORGANISATIES EN BESLUITVORMING PARAGRAAF 2 Organigram:

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4 t/m 8

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4 t/m 8 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4 t/m 8 Samenvatting door een scholier 2875 woorden 13 mei 2012 6 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans 4.1 Objectieveproductienormen: normen worden

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Domein B

Samenvatting Management & Organisatie Domein B Samenvatting Management & Organisatie Domein B Samenvatting door een scholier 4282 woorden 7 januari 2010 7,8 32 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans *Deze samenvatting is erg uitgebreid M&O Domein

Nadere informatie

7,6. Samenvatting door een scholier 1891 woorden 12 januari keer beoordeeld

7,6. Samenvatting door een scholier 1891 woorden 12 januari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1891 woorden 12 januari 2010 7,6 13 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans $6.1 Communicatieproces: is een proces waarbij minimaal twee personen of organisaties betrokken

Nadere informatie

7,3. Uitbreiding van het ZMBO-model. Samenvatting door een scholier 3295 woorden 23 februari keer beoordeeld

7,3. Uitbreiding van het ZMBO-model. Samenvatting door een scholier 3295 woorden 23 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 3295 woorden 23 februari 2010 7,3 17 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 6 Communicatieproces Definitie van communicatie Communicatie: het uitwisselen van

Nadere informatie

Samenvatting M&O Hoofdstukken 1,2,4,5

Samenvatting M&O Hoofdstukken 1,2,4,5 Samenvatting M&O Hoofdstukken 1,2,4,5 Samenvatting door Jan 1215 woorden 5 oktober 2017 7,7 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1 Organisatie: een samenwerkingsverband van mensen die

Nadere informatie

Samenvatting M&O H5; Leiderschap

Samenvatting M&O H5; Leiderschap Samenvatting M&O H5; Leiderschap Samenvatting door K. 1839 woorden 29 oktober 2016 7,6 5 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H5; Leiderschap 5.1 Omspanningsvermogen en spanwijdte Managers zijn er

Nadere informatie

De plannen zijn gericht op werving, begeleiding en uitstroom. (nieuw personeel, behouden personeel en afvloeiing personeel.)

De plannen zijn gericht op werving, begeleiding en uitstroom. (nieuw personeel, behouden personeel en afvloeiing personeel.) Samenvatting door K11 1101 woorden 29 oktober 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H8; Personeelsbeleid 8.1 Sociaal beleid In een organisatie treffen we verschillende soorten beleid aan.

Nadere informatie

Samenvatting M&O H6: Communicatieproces

Samenvatting M&O H6: Communicatieproces Samenvatting M&O H6: Communicatieproces Samenvatting door K. 1320 woorden 29 oktober 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H6; Communicatieproces 6.1 De definitie van communicatie Bij communicatie

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 5

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 5 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 5 Samenvatting door een scholier 1791 woorden 6 juli 2008 8,2 49 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O - H1 H2 H3 H4 en H5 Organisatie: - Een

Nadere informatie

Samenvatting M&O H7: Communicatievormen

Samenvatting M&O H7: Communicatievormen Samenvatting M&O H7: Communicatievormen Samenvatting door K. 2639 woorden 29 oktober 2016 8,9 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H7; Communicatievormen 7.1 Mondelinge en schriftelijke communicatie

Nadere informatie

Taylor richtte zich met name op de verbetering van de prestaties van de arbeider, terwijl Fayol onderzoek deed naar het leiding geven.

Taylor richtte zich met name op de verbetering van de prestaties van de arbeider, terwijl Fayol onderzoek deed naar het leiding geven. Hoofdstuk 4 a Revisionisme b Contingentiebenadering c Systeemtheorie d Algemene managementtheorie e Scientific management f Human-relationsbeweging Taylor richtte zich met name op de verbetering van de

Nadere informatie

6, Inleiding. 1.2 Management. 1.3 Doelstellingen van een organisatie. Samenvatting door een scholier 1195 woorden 16 oktober 2001

6, Inleiding. 1.2 Management. 1.3 Doelstellingen van een organisatie. Samenvatting door een scholier 1195 woorden 16 oktober 2001 Samenvatting door een scholier 1195 woorden 16 oktober 2001 6,7 136 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans klas 4 boek van m&o in balans toets h1 en h2 Hoofdstuk 1 Interne organisatie 1.1 Inleiding

Nadere informatie

De belangrijkste historische ontwikkelingen/stromingen met betrekking tot organisaties: Scientific management =

De belangrijkste historische ontwikkelingen/stromingen met betrekking tot organisaties: Scientific management = Samenvatting door K11 2233 woorden 8 november 2015 5,4 1 keer beoordeeld Vak M&O H4; Organisaties en besluitvorming 4.1 Organisatietheorieën Organisaties vertonen verschillen en overeenkomsten. De overeenkomsten

Nadere informatie

Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken.

Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken. Samenvatting door A. 4080 woorden 11 januari 2014 5,7 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Samenvatting M&O 1.1 Organisaties Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie M&O hoofdstuk 4 t/m 8

Samenvatting Management & Organisatie M&O hoofdstuk 4 t/m 8 Samenvatting Management & Organisatie M&O hoofdstuk 4 t/m 8 Samenvatting door een scholier 5147 woorden 22 november 2011 6,5 39 keer beoordeeld Vak M&O Paragraaf 4.1 Overeenkomsten in organisaties lijden

Nadere informatie

Samenvatting M&O Hoofdstuk 1

Samenvatting M&O Hoofdstuk 1 Samenvatting M&O Hoofdstuk 1 Samenvatting door Wietske 861 woorden 31 mei 2016 0 keer beoordeeld Vak M&O 1.1 Waarom een eigen bedrijf? Motieven om een eigen bedrijf op te richten Je kunt moeilijk werken

Nadere informatie

Samenvatting M&O Hoofdstuk 1 t/m 9

Samenvatting M&O Hoofdstuk 1 t/m 9 Samenvatting M&O Hoofdstuk 1 t/m 9 Samenvatting door J. 2746 woorden 25 maart 2015 8,2 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O samenvatting Hoofdstuk 1, (2,3), 4 t/m 9 1.1 Organisatie: een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Taylor richtte zich met name op de verbetering van de prestaties van de arbeider, terwijl Fayol onderzoek deed naar het leiding geven.

Taylor richtte zich met name op de verbetering van de prestaties van de arbeider, terwijl Fayol onderzoek deed naar het leiding geven. Hoofdstuk 4 a Revisionisme b Contingentiebenadering c Systeemtheorie d Algemene managementtheorie e Scientific management f Human-relationsbeweging Taylor richtte zich met name op de verbetering van de

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 7

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 7 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 7 Samenvatting door G. 3867 woorden 24 maart 2012 5,4 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans HOOFDSTUK 1 1.1 Organisaties Organisatie = een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Klassieke scholen: de organisatie is de machine en het management de bestuurder

Klassieke scholen: de organisatie is de machine en het management de bestuurder Samenvatting door een scholier 823 woorden 23 januari 2013 4,9 8 keer beoordeeld Vak M&O criteria organisaties onderscheiden: - grootte: omzet of aantal personeel - product of output: goederen of diensten

Nadere informatie

M&O Samenvatting Hoofdstuk 1 t/m 8 Hoofdstuk 1

M&O Samenvatting Hoofdstuk 1 t/m 8 Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 4606 woorden 23 september 2008 8 103 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O Samenvatting Hoofdstuk 1 t/m 8 Hoofdstuk 1 Organisatie: Een samenwerkingsverband van mensen

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Samenvatting hoofdstuk 1-11

Samenvatting Management & Organisatie Samenvatting hoofdstuk 1-11 Samenvatting Management & Organisatie Samenvatting hoofdstuk 1-11 Samenvatting door D. 8875 woorden 14 december 2012 5,5 15 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1 Management en organisatie

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Organisatie en personeel

Samenvatting Management & Organisatie Organisatie en personeel Samenvatting Management & Organisatie Organisatie en personeel Samenvatting door een scholier 1683 woorden 21 oktober 2008 6,6 88 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1: Organisaties en organisatiestructuren.

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 7, 8 en 9

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 7, 8 en 9 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 7, 8 en 9 Samenvatting door een scholier 4603 woorden 21 juni 2010 6,6 45 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Samenvatting M&O H5 5.1 Omspanningsvermogen

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8 Samenvatting door een scholier 820 woorden 25 januari 2002 4,7 20 keer beoordeeld Vak M&O UITTREKSELS MANAGEMENT & ORGANISATIE HOOFDSTUK 2, PERSONEELSBELEID.

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 4, 5, 6, 7, 12, 13, 14

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 4, 5, 6, 7, 12, 13, 14 Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 4, 5, 6, 7, 12, 13, 14 Samenvatting door een scholier 7967 woorden 11 juni 2012 7,4 1 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen HOOFDSTUK 4 1. Organisatietheorieën.

Nadere informatie

8 keer beoordeeld 4 maart 2016

8 keer beoordeeld 4 maart 2016 5,8 Samenvatting door Vera 2165 woorden 8 keer beoordeeld 4 maart 2016 Vak M&O 3.1 Organisaties Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen met een blijvend karakter gericht op het bereiken

Nadere informatie

VERGADEREN VOOR DUMMIES

VERGADEREN VOOR DUMMIES VERGADEREN VOOR DUMMIES DE AGENDA VASTSTELLEN Er zijn verschillende soorten agendapunten: Open Bij open agendapunten zijn er nog geen plannen gemaakt, er is nog geen concreet voorstel. De discussie is

Nadere informatie

7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1.

7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1. Boekverslag door S. 1058 woorden 18 januari 2015 7.6 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Maatschappijleer Werk Paragraaf Werk: als je iets doet, omdat andere mensen daar behoefte aan hebben. Goed

Nadere informatie

Samenvatting door Nienke 6527 woorden 13 februari keer beoordeeld. M&O domein B&C

Samenvatting door Nienke 6527 woorden 13 februari keer beoordeeld. M&O domein B&C Samenvatting door Nienke 6527 woorden 13 februari 2017 0 keer beoordeeld Vak M&O M&O domein B&C Hoofdstuk 5 Organisaties en besluitvorming 5.1 organisatietheorieën Scientific management: managementtechniek

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting door een scholier 1198 woorden 9 juni 2007 6,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie Hst 2 Werken Paragraaf 2.1 taakverlening Elk

Nadere informatie

Leiderschap en leiding geven Cursus Sergeant Module organisatie en leiding geven Lt. De Groeve Luk De functionele benadering Groep: om doel te bereiken dienen een aantal taken verricht Leider: opdracht

Nadere informatie

Het hoe en waarom van Personeelsgesprekken

Het hoe en waarom van Personeelsgesprekken Het hoe en waarom van Personeelsgesprekken Personeelsgesprekken Het personeelsgesprek (ook wel functioneringsgesprek) is een belangrijk instrument dat ingezet kan worden voor een heldere arbeidsverhouding

Nadere informatie

Hoofdstuk Omspanningsvermogen en spanwijdte. Verschillende organisatieniveaus: Topmanagers. Hoger management.

Hoofdstuk Omspanningsvermogen en spanwijdte. Verschillende organisatieniveaus: Topmanagers. Hoger management. Samenvatting door C. 4837 woorden 28 januari 2015 9,4 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 5 5.1 Omspanningsvermogen en spanwijdte Verschillende organisatieniveaus: Topmanagers Hoger management

Nadere informatie

Hoofdstuk 1= Management en organisatie.

Hoofdstuk 1= Management en organisatie. Samenvatting door een scholier 6431 woorden 12 november 2009 8,2 18 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1= Management en organisatie. Organisatie: Is een samenwerkingsverband van mensen

Nadere informatie

Verplichtingen voor de werkgever en de werknemer in de arbeidsovereenkomst:

Verplichtingen voor de werkgever en de werknemer in de arbeidsovereenkomst: Samenvatting door een scholier 1168 woorden 3 januari 2003 5,5 69 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent Hoofdstuk 2 2.1 De arbeidsovereenkomst Arbeidsovereenkomst: Een afspraak tussen een werknemer en

Nadere informatie

5,7. Samenwerking binnen organisatie: Interne organisatie: taken, functies, procedures en gedragsregels. Functieomschrijving: Werkstructurering:

5,7. Samenwerking binnen organisatie: Interne organisatie: taken, functies, procedures en gedragsregels. Functieomschrijving: Werkstructurering: Samenvatting door een scholier 1786 woorden 18 maart 2010 5,7 11 keer beoordeeld Vak M&O Management & Organisatie Samenvatting Organisatie: Samenwerkingsverband van mensen met een blijvend karakter op

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H4 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Begrippenlijst H4 Economie VMBO T2 Hoofdstuk

Nadere informatie

URGERSCHAP ORGANISATIES. AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen.

URGERSCHAP ORGANISATIES. AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. URGERSCHAP - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters

Nadere informatie

1Communicatie als. containerbegrip

1Communicatie als. containerbegrip 1Communicatie als containerbegrip Als medisch specialist is communiceren onlosmakelijk verbonden met het uitoefenen van uw professie. Niet alleen hebt u contact met uw patiënten, maar ook met diverse professionals

Nadere informatie

Handleiding Vergadertechnieken

Handleiding Vergadertechnieken Handleiding Vergadertechnieken Zelfstudie en rapporteren Bij OGO leer je niet alleen via het actief deelnemen aan groepsdiscussies, maar ook via het individueel uitvoeren van zelfstudieopdrachten (ZSO).

Nadere informatie

4.1 Humanresourcemanagement

4.1 Humanresourcemanagement Aantekening door een scholier 1192 woorden 30 januari 2016 0 keer beoordeeld Vak M&O 4.1 Humanresourcemanagement Door middel van humanresourcemanagement of personeelsbeleid worden de kwaliteit en inzet

Nadere informatie

Denkscholen in de organisatiekunde

Denkscholen in de organisatiekunde Denkscholen in de organisatiekunde Er zijn 6 denkscholen te onderscheiden in het vakgebied management waarvan er 3 vallen onder overkoepelende scholen dit zijn: 1 Klassikale school 2 Human Relation school

Nadere informatie

Werken na het bereiken. gerechtigde leeftijd. het bereiken. leeftijd. Deze brochure is een samenwerkingsproduct van:

Werken na het bereiken. gerechtigde leeftijd. het bereiken. leeftijd. Deze brochure is een samenwerkingsproduct van: Werken na Werken na het bereiken het bereiken van de van de pensioenpensioengerechtigde gerechtigde leeftijd leeftijd Deze brochure is een samenwerkingsproduct van: Inleiding Werken na het bereiken van

Nadere informatie

1. Stel u wilt een secretaresse aannemen. Welk hulpmiddel kunt u inzetten bij het vaststellen van de geschiktheid voor deze functie?

1. Stel u wilt een secretaresse aannemen. Welk hulpmiddel kunt u inzetten bij het vaststellen van de geschiktheid voor deze functie? Oefenvragen Management Assistent A - Personeelsmanagement 1. Stel u wilt een secretaresse aannemen. Welk hulpmiddel kunt u inzetten bij het vaststellen van de geschiktheid voor deze functie? 1. Vragen

Nadere informatie

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST 2: vergaderen Als je lid bent van een studentenraad, vergader je vaak. Je hebt vergaderen met de studentenraad, maar ook vergaderingen met het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (OR). Gemiddeld

Nadere informatie

BEN IK EIGENLIJK WEL ZZP ER? Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst.

BEN IK EIGENLIJK WEL ZZP ER? Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst. Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst. www.damd.nl Arbeidsovereenkomst en opdrachtovereenkomst Arbeid kun je op verschillende manieren verrichten: in loondienst (arbeidsovereenkomst),

Nadere informatie

arbeid inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets tot stand te brengen => werk

arbeid inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets tot stand te brengen => werk Boekverslag door D. 667 woorden 1 mei 2007 7.8 19 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Begrippen H3 WERK ABW Algemene Bijstandswet AKW Algemene Kinderbijslagwet ANW Algemene

Nadere informatie

Branchetoetsdocument: Effectief leidinggeven

Branchetoetsdocument: Effectief leidinggeven pagina 1 van 5 Branchetoetsdocument: Effectief leidinggeven Versie 4.1 VERVALLEN per 1-01-2009 Deelbranche(s) Tankstation Algemene beschrijving & doelstelling van de branchekwalificatie De beroepsbeoefenaar

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Leiderschap & motivatie

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Leiderschap & motivatie Oefenvragen Ondernemerskunde A - Leiderschap & motivatie 1. Als mensen handelen, naar welk beeld handelen zij dan? A. Vanuit de werkelijkheid zoals anderen die denken te zien. B. Zij handelen vanuit de

Nadere informatie

5. Welke stijl van leidinggeven, volgens het model van Situatiegericht Leiderschap, hoort bij onderstaande uitspraak?

5. Welke stijl van leidinggeven, volgens het model van Situatiegericht Leiderschap, hoort bij onderstaande uitspraak? Oefenvragen Middle Management A Module Leiderschap 1. Welke stijl van leidinggeven wordt bedoeld met het kernbegrip 'De kunst van het loslaten'? A. Uitleggen. B. Instrueren. C. Stimuleren. D. Delegeren.

Nadere informatie

Verantwoording bij de zevende druk V Over de auteurs VII Inleiding 1

Verantwoording bij de zevende druk V Over de auteurs VII Inleiding 1 Inhoud Verantwoording bij de zevende druk V Over de auteurs VII Inleiding 1 1 Denken over organisatie en management 5 1.1 Introductie 6 1.2 Ontstaan van het vakgebied 7 1.3 Ontwikkeling van handel en ontstaan

Nadere informatie

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo. Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te

Nadere informatie

18-9-2014. Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen:

18-9-2014. Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen: Pedagogische opleiding theorie Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback Doelstellingen De kennis over de begrippen:, feedback, opleiden en leren kunnen uitdrukken en verfijnen Doelstellingen De voornaamste

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

M&O Samenvatting Organisatie & Personeel

M&O Samenvatting Organisatie & Personeel Hoofdstuk 1 Organisaties en Organisatiestructuren Organisatie: Een samenwerkingsverband van mensen gericht op één of meerdere doelstelling Organiseren: het scheppen van verhoudingen tussen de beschikbare

Nadere informatie

ORGANISATIE EN PERSONEEL H1

ORGANISATIE EN PERSONEEL H1 Samenvatting door een scholier 2167 woorden 19 juni 2011 5,6 5 keer beoordeeld Vak M&O ORGANISATIE EN PERSONEEL H1 een organisatie = samenwerkingsverband bereiken van doelen er is altijd sprake van een

Nadere informatie

5,6. Samenvatting door een scholier 1549 woorden 21 december keer beoordeeld. Hoofdstuk 9

5,6. Samenvatting door een scholier 1549 woorden 21 december keer beoordeeld. Hoofdstuk 9 Samenvatting door een scholier 1549 woorden 21 december 2004 5,6 18 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 9 Samengestelde interest: interest wordt aan het eind van elke periode bij de hoofdsom

Nadere informatie

Richtlijn voor het werkoverleg

Richtlijn voor het werkoverleg Richtlijn voor het werkoverleg Nummer: 11.0000274 Versie: 0.1 Vastgesteld door het CMT 10 maart 2011 doc.: pz_alle/regelingen/werkoverleg richtlijn Inleiding Communicatie is hét sleutelbegrip als het gaat

Nadere informatie

Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen.

Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen. Management P1 Auteurs: André Weber en Aldert Doelen. Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen. Organiseren: een aantal mensen dat zich als eenheid

Nadere informatie

Handleiding functioneringsgesprekken voor kosters en kosters-beheerder

Handleiding functioneringsgesprekken voor kosters en kosters-beheerder Handleiding functioneringsgesprekken voor kosters en kosters-beheerder 1. Inleiding Een arbeidsorganisatie wordt gevormd door de mensen die daarin werkzaam zijn. Mensen die met elkaar samenwerken om een

Nadere informatie

Het functioneringsgesprek

Het functioneringsgesprek Het functioneringsgesprek Gewoon betrokken Werknemer Het functioneringsgesprek Gewoon betrokken Inhoudsopgave Inleiding... 5 Wat is een functioneringsgesprek?... 7 Waarom is een functioneringsgesprek

Nadere informatie

Bedrijfskunde (BDKVPAVF03) Les 1: introductie

Bedrijfskunde (BDKVPAVF03) Les 1: introductie Bedrijfskunde (BDKVPAVF03) Les 1: introductie Ten eerste... Welkom Planning Toetsing Literatuur Leerdoelen Website Waarom bedrijfskunde? Het vak bedrijfskunde geeft een oriëntatie op het vakgebied Management

Nadere informatie

De teamorganisatie. Je ziet dus dat een functie uit verschillende taken bestaat. Figuur 8-4: Alle taken samen vormen een functie.

De teamorganisatie. Je ziet dus dat een functie uit verschillende taken bestaat. Figuur 8-4: Alle taken samen vormen een functie. De teamorganisatie Als leidinggevende krijg je vooral te maken met de organisatie van je eigen afdeling of team. Binnen een team vind je verschillende taken en functies. Als leidinggevende moet je af en

Nadere informatie

Handleiding functioneringsgesprek voor medewerker en werkgever in uitvaartverzorging

Handleiding functioneringsgesprek voor medewerker en werkgever in uitvaartverzorging Handleiding functioneringsgesprek voor medewerker en werkgever in uitvaartverzorging In het functioneringsgesprek tussen medewerker en leidinggevende wordt aandacht besteed aan het functioneren van de

Nadere informatie

SCW kerntaak 1 - Thema 5: communicatie

SCW kerntaak 1 - Thema 5: communicatie Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Miloeska Fennema 10 januari 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/70499 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Hiërarchische structuur platte structuur - piramideachtig: smal aan de top, breed van onderen - horizontale organisatie

Hiërarchische structuur platte structuur - piramideachtig: smal aan de top, breed van onderen - horizontale organisatie Samenvatting door een scholier 1027 woorden 9 april 2004 6,7 43 keer beoordeeld Vak Informatica Samenvatting hoofdstuk 14: Informatie in organisaties Inleiding Begrippen informatie en organisatie: onlosmakelijk

Nadere informatie

Communicatie: Corporate identity- mix

Communicatie: Corporate identity- mix Communicatie: Corporate identity- mix Auteur: Birkigt & Stadler Persoonlijkheid: Het geen de organisatie karakteriseert. (ziel van het bedrijf) Gedrag: Dagelijkse handelingen van medewerkers, omgaan met

Nadere informatie

Oefenvragen Ondernemerskunde B - Personeelsmanagement & Arbeidsrecht

Oefenvragen Ondernemerskunde B - Personeelsmanagement & Arbeidsrecht Oefenvragen Ondernemerskunde B - Personeelsmanagement & Arbeidsrecht 1. Indien er een conflict ontstaat op het werk tussen u en een medewerker dan kunt u volgens de theorie het beste: A. samenwerken, want

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Antwoordmodel ORGANISATIE & MANAGEMENT MAANDAG 14 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Antwoordmodel ORGANISATIE & MANAGEMENT MAANDAG 14 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Antwoordmodel ORGANISATIE & MANAGEMENT MAANDAG 14 DECEMBER 2015 12.30-14.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Organisatie & Management Maandag 14 december 2015 B / 6 2015 NGO-ENS

Nadere informatie

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Bedrijfsmatige en persoonlijke organisatie

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Bedrijfsmatige en persoonlijke organisatie Oefenvragen Ondernemerskunde A - Bedrijfsmatige en persoonlijke organisatie 1. De pioniersfase kenmerkt zich vooral door: A. toename van specialisten en stafmedewerkers en verantwoordelijkheden worden

Nadere informatie

Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie

Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie Gedurende de opleiding krijg je vakken die vallen onder: Communicatie 1,2,3,4 In periode 1 krijgen jullie communicatie 1 + 2 - Communicatie Luisteren

Nadere informatie

HOE LAAT IK MEDEWERKERS

HOE LAAT IK MEDEWERKERS MANAGEMENT Een zelfstandige medewerker is een tevreden medewerker HOE LAAT IK MEDEWERKERS ZELFSTANDIG FUNCTIONEREN? De ene mens is de andere niet. Sommigen zijn blij met een chef die aan hen geducht leiding

Nadere informatie

Situationeel leiding geven. Dr. Paul Hersey (Center for Leadership Studies, California, USA)

Situationeel leiding geven. Dr. Paul Hersey (Center for Leadership Studies, California, USA) Vraag vooraf: wat is je (natuurlijke) stijl van leiding geven? Door wie of wat wordt deze bepaald? Vragenlijst leiderschapsstijlen De effectiviteit van de leider is afhankelijk van de wisselwerking tussen

Nadere informatie

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) LEIDERSCHAP

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) LEIDERSCHAP KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012 IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) 1.3.2. LEIDERSCHAP LEIDERSCHAPSSTIJLEN U bent als teambegeleider/sportleider één van de centrale aanspreekpunten van het team.

Nadere informatie

Online onderzoek Uw werknemers

Online onderzoek Uw werknemers Toelichting Online onderzoek In dit bestand vindt u een inspirerende voorbeeldvragenlijst voor een werknemertevredenheid onderzoek! De vragenlijst is bedoeld als hulpmiddel bij het opstellen van uw eigen

Nadere informatie

VRAGENLIJST LERENDE ORGANISATIE (op basis van Nelson & Burns) 1

VRAGENLIJST LERENDE ORGANISATIE (op basis van Nelson & Burns) 1 VRAGENLIJST LERENDE ORGANISATIE (op basis van Nelson & Burns) 1 Onderstaande diagnostische vragenlijst bestaat uit 12 items. De score geeft weer in welke mate uw organisatie reactief, responsief, pro-actief

Nadere informatie

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Het wettelijk minimum loon of wettelijk minimum jeugdloon is het loon of het salaris dat je minimaal uitbetaald hoort te krijgen. Werknemers

Nadere informatie

Inhoud Organisaties en soorten instellingen Kenmerken van een organisatie Profit: winst als doel Non-profit en not-for-profit: ideëel doel

Inhoud Organisaties en soorten instellingen Kenmerken van een organisatie Profit: winst als doel Non-profit en not-for-profit: ideëel doel IX 1 Organisaties en soorten instellingen............................................. 1 1.1 Kenmerken van een organisatie....................................................... 2 1.1.1 Definitiekwesties.......................................................................

Nadere informatie

Management. Auteur: Mitchell Janssen Vakgebied: Management Beschrijving

Management. Auteur: Mitchell Janssen Vakgebied: Management Beschrijving Management Auteur: Mitchell Janssen Vakgebied: Management Beschrijving Alles wat we leren wordt gedaan vanuit het 7S- model van McKinsey, dit model is gebaseerd op de 500 beste bedrijven over de wereld.

Nadere informatie

Deze vraag gaat over je eigen ervaring. Je krijgt op deze vraag geen feedback.

Deze vraag gaat over je eigen ervaring. Je krijgt op deze vraag geen feedback. Feedbackvragen Verantwoordelijkheid en bevoegdheid Vraag 1 Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag. Geef per doel aan of je dit al beheerst, waarbij N = nee, O = om verder

Nadere informatie

Oefenexamen Middle Management B. module Teamcoaching

Oefenexamen Middle Management B. module Teamcoaching Oefenexamen Middle Management B module Teamcoaching Indicatie: u dient minimaal 7 van de 10 vragen goed te beantwoorden voor een voldoende. Vraag 1 Welke van de volgende omschrijvingen zijn van toepassing

Nadere informatie

Het ANW-Zekerheidsplan. Zekerheid voor later

Het ANW-Zekerheidsplan. Zekerheid voor later Het ANW-Zekerheidsplan Zekerheid voor later De Anw en meer zekerheid voor de werkgever Als iemand overlijdt, kunnen de nabestaanden - partner en kinderen - een uitkering aanvragen via de Algemene nabestaandenwet

Nadere informatie

Competentietest. Hoe werkt de test?

Competentietest. Hoe werkt de test? Competentietest Dit is een test die jou en de andere militanten in je bedrijf kan helpen om vrij eenvoudig en snel na te gaan hoe ver competentiemanagement in je eigen bedrijf ontwikkeld en/of ingevoerd

Nadere informatie

Het ANW-Zekerheidsplan. Zekerheid voor later

Het ANW-Zekerheidsplan. Zekerheid voor later Het ANW-Zekerheidsplan Zekerheid voor later De Anw en meer zekerheid voor de werkgever Als iemand overlijdt, kunnen de nabestaanden - partner en kinderen - een uitkering aanvragen via de Algemene nabestaandenwet

Nadere informatie

BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting

BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven Coachend Leidinggeven Sales Force Consulting inleiding Leidinggeven aan de alledaagse uitvoering van het werk, is één van de belangrijkste kerntaken van elke manager.

Nadere informatie

BROCHURE Cursus Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting

BROCHURE Cursus Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting BROCHURE Cursus Coachend Leidinggeven Coachend Leidinggeven Sales Force Consulting inleiding Leidinggeven aan de uitvoering van het alledaagse werk, is één van de belangrijkste kerntaken van elke manager.

Nadere informatie

Het concept dat wij brengen is een 5-sterren restaurant voor het bedrijf Van der Valk.

Het concept dat wij brengen is een 5-sterren restaurant voor het bedrijf Van der Valk. Opdracht door Mees 3325 woorden 6 april 2017 0 keer beoordeeld Vak Anders Bijlagen Managerial grid 3 personeelsadvertenties Organigram Urenverantwoordingsstaat Inleiding Bedrijfsidee Het concept dat wij

Nadere informatie

De wijze waarop we op elkaar reageren

De wijze waarop we op elkaar reageren INTERACTIE Een belangrijk aspect in de communicatie met anderen is dus de interactie tussen beide gesprekspartners. Interactie is het proces dat zich tussen twee mensen ontwikkelt in hun communicatie.

Nadere informatie

Welke van de onderstaande stellingen over het functioneringsgesprek is/zijn juist?

Welke van de onderstaande stellingen over het functioneringsgesprek is/zijn juist? Vragen bij Eigen ontwikkeling en organisatieontwikkeling Vraag 1 Rangschik deze doelen voor jezelf in volgorde van prioriteit. Zet de doelen die je het belangrijkst of het interessantst vindt bovenaan.

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI 2015 11.45 UUR 14.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Organisatie en management Donderdag 18 juni 2015 B / 7 2015 NGO -

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer havo 2006-I

Eindexamen maatschappijleer havo 2006-I Opgave 3 Meer onrust over minder sociale zekerheid (mens en werk en politieke besluitvorming) Maximumscore 5 15 Voorbeelden van een juiste omschrijving van de verzorgingsstaat (één van de volgende): 3

Nadere informatie

BOGO-kwalificatieprofiel voor oefenleider van elementaire en basisoefeningen

BOGO-kwalificatieprofiel voor oefenleider van elementaire en basisoefeningen BOGO-kwalificatieprofiel voor oefenleider van elementaire en basisen Inleiding In dit document staan de kerntaken van de oefenleider centraal zoals deze gelden voor de Stichting Brandweeropleidingen BOGO.

Nadere informatie