RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE 'REGENBOOGSCHOOL'

Transcriptie

1 RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE 'REGENBOOGSCHOOL' School : de 'Regenboogschool' Plaats : Middelburg BRIN-nummer : 03TJ Onderzoeksnummer : Datum schoolbezoek : 24 april 2007 Datum vaststelling : 13 september 2007

2

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING KWALITEITSPROFIEL BESCHOUWING VERVOLG VAN HET TOEZICHT...17 Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

4

5 1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 24 april 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs de 'Regenboogschool' in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Wel heeft de inspectie in het kader van kwaliteitszorg beoordeeld of de school in voldoende mate een beleid heeft bepaald en uitvoert op het terrein van burgerschap en sociale integratie. Deze toegevoegde indicator is cursief in de tabel van hoofdstuk 2 opgenomen. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld, kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan de volgende documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben: het Jaarverslag ; de Jaarplanning (het Schoolsuccesplan); het zorgplan; Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

6 van het instrument 'Werken Met Kwaliteitskaarten, Primair Onderwijs (WMK PO) de kwaliteitskaarten met als onderwerp: levensbeschouwelijke identiteit, de twaalf notities, kwaliteitszorg, toetsinstrumenten, leerstofaanbod, leertijd, pedagogisch klimaat, didactisch handelen, het schoolklimaat, zorg en begeleiding, opbrengsten, professionalisering, interne communicatie, externe contacten, contacten met ouders en schooladministratie- en schoolprocedures. Op grond van de gegevens uit die documenten heeft de inspectie om de volgende redenen besloten om toch alle kernindicatoren te onderzoeken: de documenten bevatten in onvoldoende mate relevante en betrouwbare gegevens om een oordeel op te kunnen baseren. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 2, 3, 6 en 8. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren - waaronder ook zorg en begeleiding - gesprekken gevoerd met de directie. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en leraren. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

7 2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van de 'Regenboogschool' Kwaliteitszorg 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

8 Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school. Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen De school voert de zorg planmatig uit De school gaat de effecten van de zorg na. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

9 Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. 5 Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar. 5 Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

10

11 3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op de 'Regenboogschool' en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de 'Regenboogschool' en eerdere inspectieonderzoeken. 3.1 Algemeen beeld De inspectie constateert dat het onderwijs op de 'Regenboogschool' van voldoende kwaliteit is. De leerkrachten geven klassikaal les in een taakgerichte en ontspannen sfeer. De kwaliteit van het onderwijs op de 'Regenboogschool' berust op de betrokkenheid en deskundigheid van de mensen die er werken en is - zo blijkt uit het rapport van het inspectieonderzoek uit tevens voldoende geborgd door de wijze waarop de school systematisch voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs zorgt. De opbrengsten aan het eind van de schoolperiode laten echter een wisselend beeld zien en zijn niet elk jaar op het niveau dat van de school mag worden verwacht. Verder stelt de inspectie vast dat het aanbod voor begrijpend lezen onvoldoende is. Ook de kwaliteit van de zorg en begeleiding is onvoldoende voor wat betreft de planmatige uitvoering van de hulp aan zorgleerlingen. Verder is verbetering nodig in de mate waarin de leraren het onderwijs in de groep afstemmen op de onderlinge verschillen. Hieronder volgt een toelichting op dit oordeel. 3.2 Toelichting Opbrengsten De eindopbrengsten en de tussenopbrengsten op de 'Regenboogschool' beoordeelt de inspectie alles afwegend op een voldoende, maar er is zeker aanleiding maatregelen te nemen om hogere resultaten te bewerkstelligen. In 2004 lag de eindtoetsscore nog rond het niveau dat verwacht mag worden op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Zowel in 2006 als in 2005 lag de eindtoetsscore echter significant onder het niveau. Deze neerwaartse trend is een zorgelijke ontwikkeling. De directie geeft - evenals bij het inspectiebezoek in aan dat de vroege afname van het schooleindonderzoek in deze jaren mogelijk van invloed was op het niveau van de eindresultaten en dat de toets inmiddels in februari is afgenomen. De resultaten van het Seo-GPC van 2007 zijn ten tijde van het onderzoek niet beschikbaar. De inspectie heeft daarom het resultaat dat de leerlingen van de huidige groep 8 in groep 7 op de Cito-Entreetoets hebben behaald, gebruikt voor de bepaling van het oordeel. Dit resultaat ligt boven de ondergrens van het niveau dat op grond van de kenmerken van de school verwacht mag worden. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

12 De tussenopbrengsten zijn op de 'Regenboogschool' beoordeeld op grond van de resultaten van Cito-toetsen voor technisch lezen in groep 3 en 4, begrijpend lezen in groep 6 en rekenen en wiskunde in groep 4 en 6. Alleen de resultaten van technisch lezen in groep 4 liggen onder het te verwachten niveau. De school beschikt met betrekking tot de sociale vaardigheden niet over betrouwbare en valide opbrengstgegevens van de leerlingen uit groep 7 en/of 8. Zij maakt echter wel gebruik van een observatie-instrument in groep 1-2. Indien nodig onderneemt de school op grond van de gebruikte instrumenten vervolgactiviteiten. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling maakt zij bovendien gebruik van een methode. De school draagt voldoende planmatig bij aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden van haar leerlingen Over de ontwikkeling van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften spreekt de inspectie nog geen oordeel uit omdat zij daarvoor nog over onvoldoende criteria beschikt. De inspectie beoordeelt tevens het percentage zittenblijvers in de leerjaren 3 t/m 8 in de laatste twee schooljaren en houdt aanvullend hierop rekening met het aantal leerlingen dat in de leerjaren 1 en 2 een verlengde kleuterperiode krijgt. In vergelijking met andere basisscholen kent de 'Regenboogschool' in voorgaande twee schooljaren minder zittenblijvers in de leerjaren 3 t/m 8 en ligt ook het aantal leerlingen dat een verlengd kleuterjaar krijgt lager dan het landelijk beeld. Schoolklimaat De inspectie beschikt niet over gegevens betreffende het schoolklimaat uit een kwaliteitsonderzoek van de school zelf. Daarom zijn gesprekken gevoerd met directie, leraren en leerlingen. De inspectie concludeert uit deze gesprekken dat het schoolklimaat op de 'Regenboogschool' voldoende is. Leerkrachten ondervinden zo nodig steun van elkaar en van de directie bij hun werk en voelen zich veilig op school; de leerlingen tonen zich betrokken en laten zich in positieve bewoordingen uit over de school. Ouders zijn en worden actief betrokken bij activiteiten. Onderwijs en leren De leraren slagen erin een leeromgeving vorm te geven, die wordt gekenmerkt door een goed pedagogisch klimaat. Er is daarbij overwegend sprake van een klassikale aanpak, waarbij leerlingen zich actief betrokken voelen bij de onderwijsactiviteiten. Lessen verlopen ordelijk en in een goed tempo; er is een taakgerichte werksfeer. Tijdens de instructies zijn de interventies van de leerkrachten mede gericht op het versterken van het zelfvertrouwen van leerlingen. De leerkrachten spreken de leerlingen op positieve en respectvolle wijze aan. De leerlingen letten goed op tijdens de instructies, werken geconcentreerd aan hun opdrachten en laten een actieve betrokkenheid bij de onderwijsactiviteiten zien. Ook het zelfstandig werken beoordeelt de inspectie als voldoende. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

13 Uit de groepsadministraties van de leerkrachten, waarin toetsresultaten en observaties zijn vastgelegd, blijkt dat zij de vorderingen van de leerlingen systematisch volgen. De kwaliteit van twee indicatoren beoordeelt de inspectie als onvoldoende. Ten eerste is de differentiatie tijdens de instructie en verwerking - met name voor wat betreft de instructie - niet voldoende. Leerkrachten richten zich onvoldoende expliciet tot leerlingen die meer of een andere vorm van instructie nodig hebben. Bij de organisatie van de lessen kan - bijvoorbeeld door gebruik te maken van de bij het zelfstandig werken aangeleerde vaardigheden - ruimte worden gemaakt voor extra instructiemomenten. Leerlingen die bovengemiddeld presteren kunnen eerder en meer met andere verwerkingsopdrachten aan het werk worden gezet dan nu het geval is. Ten tweede zijn de leraren onvoldoende gericht op het aanleren en stimuleren van het gebruik van strategieën voor denken en leren. De interactie tijdens de lessen vindt voornamelijk plaats tussen leerkracht en leerling. De instructie bijvoorbeeld, heeft te vaak de vorm van een vraag-en-antwoordspel. Leraren dagen de leerlingen te weinig uit tot onderlinge interactie, waardoor kansen blijven liggen om meerdere oplossingsstrategieën te verkennen en te vergelijken. Onderwijsaanbod De inspectie beoordeelt de kwaliteit van indicator de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen - met een onvoldoende. De inspectie constateert dat de kwaliteit van het leerstofaanbod voor niet is gewaarborgd omdat het aanbod voor begrijpend lezen mogelijk niet dekkend is voor de kerndoelen. De school laat namelijk - vooruitlopend op een aanpassing van het bestaande methodisch aanbod - in sommige groepen onderdelen van de methode weg en vervangt deze tijdelijk door alternatieve lessen en door alternatief lesmateriaal. Over dit alternatieve aanbod zijn geen vaste teamafspraken gemaakt. Hiermee loopt de school het risico, dat zij niet alle aspecten van het leergebied die in de kerndoelen zijn omschreven, voldoende aanbiedt. De school verwacht echter spoedig een definitief aanbod te hebben vastgesteld en in het schoolplan te hebben vastgelegd. Voor het overige aanbod stelt de inspectie echter vast dat de school gebruik maakt van een didactisch eigentijds leerstofaanbod, dat goed is vastgelegd en op elkaar aansluit. De inspectie heeft bovendien vastgesteld op basis van gesprekken met leerkrachten en leerlingen, observatie en toetsresultaten dat de leerinhouden van dit leerstofaanbod ook daadwerkelijk worden aangeboden. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling maakt de school gebruik van een methode. Voor wat betreft dit aanbod kan de school een verbetering realiseren door meer aan te sluiten op actuele thema 's en hierover op teamniveau afspraken te maken. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

14 De inspectie beoordeelt indicator 3.6 met een voldoende, maar met de volgende kanttekening: er is onvoldoende structureel aanbod voor leerlingen die duidelijk bovengemiddeld presteren. Nadere analyse van de resultaten van de niet-methodegebonden toetsen maakt duidelijk dat de school meerdere van deze leerlingen telt. De inspectie acht het van belang dat de school voor de meerbegaafde kinderen een verbetering in het onderwijsaanbod tot stand brengt. Zorg en begeleiding De leerlingenzorg op de 'Regenboogschool' is in grote lijnen voldoende. De school maakt gebruik van een compleet instrumentarium voor het volgen van de ontwikkeling en de prestaties van de leerlingen. Deze instrumenten zijn opgenomen in een toetskalender. De leraren volgen daarbij met behulp van methodegebonden toetsen en/of door middel van gestructureerde observaties op systematische wijze de vorderingen van hun leerlingen. De resultaten van bovengenoemde toetsen en observaties worden gebruikt voor het vaststellen van de noodzaak voor extra zorg. De school hanteert hiervoor een vastgestelde zorgprocedure en stelt, wanneer een leerling in aanmerking komt voor extra zorg, een handelingsplan op. Meestal voert de school de handelingsplannen in de groep uit. Indien nodig worden leerlingen buiten de groep begeleid. Voor de bepaling van de zorgleerlingen zijn eenduidige criteria afgesproken. Onder leiding van de intern begeleider bespreken het onderbouwteam en het bovenbouwteam elke twee maanden de leerlingen. Bovendien bespreekt de school de leerlingen na iedere toetsperiode. In deze besprekingen worden de effecten van de zorg geëvalueerd en de handelingsplannen bijgesteld. Als uitgangspunt voor het opstellen van een plan van aanpak vindt - in aanvulling op de analyse van de gegevens - zonodig nader diagnostisch onderzoek plaats en schakelt de school externe deskundigen in. De zorgprocedure voorziet bovendien in voldoende evaluatiemomenten, waarbij ook ouders betrokken zijn. Aanvullend zou de school criteria kunnen vaststellen voor de bepaling van leerlingen die ver bovengemiddeld presteren en op grond daarvan extra zorg nodig hebben. De inspectie beoordeelt de planmatigheid waarmee de zorg wordt uitgevoerd echter met een onvoldoende. De kwaliteit van de handelingsplannen is wisselend en een deel ervan schiet, voor wat betreft de planmatigheid, om de volgende redenen tekort: de vraagstelling en de doelstelling zijn overwegend niet voldoende concreet geformuleerd. een deel van de handelingsplannen is opgesteld voor te lange periode. de praktische bruikbaarheid van de plannen is te klein omdat de activiteiten in te grote stappen zijn omschreven. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

15 Wanneer de school meer met deze aspecten rekening houdt, bieden de handelingsplannen in de praktijk, maar ook bij de controle op de uitvoering meer houvast: welke resultaten willen we bereiken, wat hebben we intussen gedaan en wat is de opbrengst? Kwaliteitszorg De inspectie heeft bij het jaarlijks onderzoek in februari 2006 de kwaliteit van de kwaliteitszorg beoordeeld. Er is geen reden deze beoordeling nu te wijzigen. Werken aan kwaliteitszorg is op de 'Regenboogschool' een deel van de schoolcultuur geworden. Ook op bovenschools niveau wordt de ontwikkeling van de kwaliteitszorg sterk gestimuleerd. Voor de uitvoering gebruikt het bovenschools management meerdere instrumenten - WMK-PO, schoolsuccesplan en het INK-model - of delen daarvan. Verstoring van de continuïteit in de ontwikkeling van de kwaliteit door een gebrek aan samenhang is hierdoor een risico. Het bovenschools management en de directie van de school zijn zich hiervan bewust en spannen zich in om dit te voorkomen. Burgerschap en integratie als onderdeel van het kwaliteitsbeleid De inspectie heeft de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs voor bevordering van actief burgerschap en sociale integratie als voldoende beoordeeld. Wel constateert de inspectie dat: de visie op burgerschap en integratie en de planmatige aanpak daarvan en de verantwoording van de visie en invulling van burgerschap en integratie en de evaluatie van de resultaten van het onderwijs gericht op burgerschap en integratie onvoldoende zijn uitgewerkt. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'

16

17 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie met de school afgesproken dat de school in de volgende versies van de schoolgids: het beleid met betrekking tot de leerlinggebonden financiering concreter uitwerkt; een verantwoording geeft van de middelen die zijn verkregen uit de vrijwillige ouderbijdrage; een verantwoording geeft van de middelen die zijn verkregen uit sponsorbijdragen. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): de aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de 'Regenboogschool'