STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Stichting Nederlandse Kappersakademie

Transcriptie

1 STAAT VAN DE INSTELLING MBO Stichting Nederlandse Kappersakademie Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 25ZH Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 9-31 oktober 2013 Datum vaststelling : 10 januari 2014

2 Pagina 2 van 26

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT Conclusie Vervolgtoezicht TOELICHTING OP DE BEOORDELING Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Risico's op relevante indicatoren Resultaat Kapper (Kapper) BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Kapper (Kapper), 25ZH Bijlage IV Zienswijze Pagina 3 van 26

4 Pagina 4 van 26

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 9, 10 en 31 oktober 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij Stichting Nederlandse Kappersakademie. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. Stichting Nederlandse Kappersakademie is een niet-bekostigde instelling met circa 250 studenten in één erkende middelbare beroepsopleiding. De instelling heeft vijf onderwijslocaties. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het verslag van werkzaamheden, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten en docenten, zijn aanvullend documenten onderzocht, zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd en zijn stagebedrijven telefonisch geinterviewd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. De volgende opleiding is onderzocht: Gebied Opbrengsten Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten Gebied Examinering en diplomering Leerweg, niveau, locatie 25ZH ZH 91182, Kapper (Kapper) 25ZH 91182, Kapper (Kapper) leerweg bol, niveau 3, locatie Weteringschans 167, Amsterdam De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. Pagina 5 van 26

6 De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de resultaten van de analyse en de resultaten van het kwaliteitsonderzoek van de onderzochte opleiding vindt u in hoofdstuk 3. Pagina 6 van 26

7 2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, het kwaliteitsonderzoek en de analyse van risico s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven wij aan in welke mate er risico s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico s, enkele risico s of veel risico s. In hoofdstuk 3 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen wij tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij Stichting Nederlandse Kappersakademie voldoende is. Voorts concluderen we dat er enkele risico s in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico s komen naar voren bij: de kwaliteit van het onderwijsproces en de tevredenheid van studenten. Het oordeel dat de kwaliteitsborging voldoende is, gecombineerd met de constatering dat er enkele risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we geen aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we één opleiding onderzocht. Bij die opleiding zijn tekortkomingen geconstateerd. Bij deze opleiding vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf. 2.2 Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleiding Het vervolgtoezicht voeren we bij voorkeur en voor zover mogelijk gelijktijdig uit. In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. Het vervolgtoezicht geldt voor de opleiding die onderzocht is binnen het betreffende kwaliteitsgebied, zoals vermeld in de tabel in hoofdstuk 1. Pagina 7 van 26

8 Kapper (Kapper), 25ZH 91182, locatie Weteringschans 167, Amsterdam Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijsproces Aangepast toezicht Na circa een jaar onderzoek is onvoldoende vanwege zwak naar kwaliteitsverbetering. (zwak onderwijs). onderwijs. Bij niet naleven van Aangepast toezicht Ten aanzien van artikel lid 2: wet- en regelgeving. vanwege niet naleving De instelling brengt voor de van artikel lid 2 van de wet betreffende omvang van de beroepspraktijkvorming en van artikel start van het nieuwe studiejaar de omvang van de beroepspraktijkvorming in overeenstemming met de dan geldende wet- en regelgeving a van de wet De inspectie onderzoekt het betreffende meldingen verzuim niet herstel in het nieuwe studiejaar. Ten aanzien van artikel 8.1.8a: leerplichtigen. De instelling herstelt de tekortkoming. De inspectie onderzoekt het herstel ten minste 3 maanden na vaststellingsdatum rapport. Pagina 8 van 26

9 3 TOELICHTING OP DE BEOORDELING In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de beoordeling. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico s zijn bij de instelling. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 4 Kwaliteitsborging Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing De kwaliteitsborging van de Nederlandse Kappersakademie is voldoende. De kern van deze conclusie ligt in de wijze waarop de instelling de visie op opleiden heeft uitgewerkt in een kwaliteitscyclus en gerealiseerde verbeteringen verankert. Verdere versterking is mogelijk door de kwaliteitsnormen te herijken waardoor risico's eerder aan het licht kunnen komen. Hieronder lichten we het oordeel toe. De Nederlandse Kappersacademie voert haar kwaliteitsbeleid uit aan de hand van meetbare doelstellingen die de basis voor evaluaties vormen. Daarnaast verzamelt de directie informatie uit het werkveld en volgt landelijke ontwikkelingen om te bezien of de doelstellingen aanpassingen of aanvullingen behoeven. Bij het kwaliteitsbeleid zijn de managers van alle vestigingen van de instelling betrokken. De procesbeschrijving die is vastgelegd in het kwaliteitshandboek wordt nauwgezet gevolgd. Pagina 9 van 26

10 Gedurende de uitvoering van de opleiding bewaakt de directie de kwaliteit aan de hand van enquêtegegevens, gesprekken met bedrijfsleven, ouders en studenten. Deze gegevens worden ook gebruikt om jaarlijks de eigen kwaliteit te beoordelen en te bepalen of er sprake is van risico's of bedreigingen. Daartoe worden onder andere de resultaten van tevredenheidsmetingen vergeleken met de normen die de directie vooraf heeft vastgesteld. Deze werkwijze heeft de Nederlandse Kappersakademie dit jaar aangevuld met een audit naar de kwaliteit van de examinering die door een onafhankelijk onderzoeksbureau is uitgevoerd. Bovenstaande werkwijze heeft ertoe geleid dat de instelling zicht heeft op de gerealiseerde kwaliteit op belangrijke terreinen van de opleiding. Het beeld dat daaruit ontstaat komt echter niet op alle terreinen overeen met het beeld dat wij hebben van de kwaliteit, omdat wij andere normen hanteren dan de instelling. Daardoor zijn niet alle risico's en tekortkomingen tijdig onderkend door de Nederlandse Kappersakademie. Dit doet zich ten dele voor op het terrein van het didactisch handelen en de beroepspraktijkvorming. De instelling kan de evaluatie versterken door de kwaliteitsnormen opnieuw te bezien door ze bijvoorbeeld te vergelijken met de normen van andere instellingen. Daarmee kan ook de externe dialoog aangevuld worden. De verbeteraanpak van de Nederlandse Kappersakademie sluit aan op de conclusies van de evaluaties en het verbeterproces wordt bewaakt. Eventuele wijzigingen in de werkwijze die nodig zijn, legt de directie vast in de handboeken onderwijs en examinering. Hiermee wordt mede geborgd dat daarin geen verschillen tussen vestigingen ontstaan. In de achterliggende periode heeft de instelling prioriteit gelegd bij het verbeteren van de kwaliteit van de examinering en van de kwaliteitsborging. Door minder prioriteit bij de verbetering van delen van het onderwijsproces te leggen, zijn verbetermaatregelen op die terrein later ingezet en daardoor zijn de gewenste resultaten nog niet overal zichtbaar. De instelling beoordeelt met grote regelmaat de deskundigheid van de medewerkers en voert zelf scholingen en trainingen uit om de deskundigheid op zowel vaktechnisch als pedagogisch/didactisch gebied te verhogen. Door deze werkwijze worden medewerkers doelgericht bijgeschoold. Pagina 10 van 26

11 3.2 Risico's op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Daarbij hanteren we een vierdeling: geen tot gering, gering tot matig, matig tot hoog en hoog tot zeer hoog. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: 0 Mate van risico's Geen Enkele Veel Kwaliteit onderwijs Wij zien matige tot hoge risico's voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit is gebaseerd op de uitkomsten van dit onderzoek. De Nederlandse Kappersakademie stuurt het onderwijs in de verschillende vestigingen op dezelfde wijze en met dezelfde instrumenten aan. Daarom verwachten we dat de kwaliteit van de opleiding in de andere vestigingen niet anders zal zijn dan in de vestiging in Amsterdam. De Nederlandse Kappersakademie heeft zelf de kwaliteit van het onderwijs eveneens beoordeeld. De conclusie was dat, gegeven de maatregelen die reeds waren genomen om de kwaliteit te verbeteren, er geen andere risico's of bedreigingen waren. Zoals toegelicht in de vorige paragraaf heeft het verschil in de risicobepaling van de instelling en de inspectie te maken met verschillen in gehanteerde kwaliteitsnormen. Kwaliteit examinering Voor de kwaliteit van de examinering zien we geen tot geringe risico's. Dit is gebaseerd op de uitkomsten van dit onderzoek. De Nederlandse Kappersakademie heeft de kwaliteit van de examinering zelf ook onderzocht en komt tot de conclusie dat er geen risico's zijn. Opbrengsten De opbrengsten bevatten geen tot geringe risico's. Het diplomaresultaat van de instelling is sinds jaren boven de norm van de inspectie en vormt een stabiel patroon. De instelling ziet evenmin risico's in de opbrengsten. Pagina 11 van 26

12 Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Wij zien geringe tot matige risico's in de tevredenheid van belanghebbenden, met name de studenten. De resultaten van de enquête die in 2012 is afgenomen vertonen namelijk op enkele onderwerpen matige tevredenheid. De gegevens die de instelling verzamelt over de tevredenheid van ouders, medewerkers en werkgevers laten geringe risico's zien. Stabiliteit organisatie en management Er doen zich geen tot geringe risico's voor in de stabiliteit. De Nederlandse Kappersakademie is dusdanig georganiseerd dat alle processen doorgang vinden bij bijvoorbeeld uitval wegens ziekte. Samenvattend zien we enkele risico's die zich met name voordoen in de kwaliteit van het onderwijs en in de tevredenheid van studenten. Op andere terreinen zien we geen risico's. De Nederlandse Kappersakademie beoordeelt jaarlijks of er sprake is van risico's die een verandering van beleid of uitvoering van verbetermaatregelen vergen. In de zomer van 2013 was de conclusie van de instelling dat er geen andere risico's of bedreigingen waren in bovengenoemde gebieden. Gezien de kwaliteitsnormen die de instelling hanteert is deze conclusie begrijpelijk maar wij delen die niet. 3.3 Resultaat Kapper (Kapper) Het kwaliteitsonderzoek bij Kapper (Kapper), 25ZH 91182, niveau 3, locatie Weteringschans 167 te Amsterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 3 Opbrengsten 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten De kwaliteitsgebieden onderwijsproces en naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zwak onderwijs en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van de omvang van de beroepspraktijkvorming en de meldingen verzuim en voortijdig schoolverlaten. Pagina 12 van 26

13 Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Pagina 13 van 26

14 Beschouwing Algemeen De kwaliteit van de opleiding Kapper vertoont tekortkomingen in het onderwijs en voldoet qua examinering en opbrengsten. Dit verschil in kwaliteit is deels te verklaren door het feit dat de Nederlandse Kappersakademie in de afgelopen tijd veel aandacht heeft besteed aan de verbetering van de kwaliteit van de examinering en de kwaliteitsborging. Anderzijds heeft de instelling niet op alle terreinen geconstateerd dat het onderwijsproces verbetering behoeft. Mede door de voortvarendheid waarmee de Nederlandse Kappersakademie eerder verbetermaatregelen heeft uitgevoerd, achten we de instelling in staat om de tekortkomingen op korte termijn op te heffen. Onderwijsproces Het onderwijsproces is zwak ten gevolge van tekortkomingen in het didactisch handelen en de beroepspraktijkvorming. Ook draagt het schoolklimaat onvoldoende bij aan de kwaliteit van de opleiding. Hieronder lichten we toe wat beter moet en wat in orde is. De Nederlandse Kappersakademie hecht in het onderwijsproces een te groot belang aan het leren in de schoolsalon. Het belangrijkste knelpunt zit in de organisatie en de begeleiding daarvan. Wat en hoe de student leert in de schoolsalon wordt namelijk vooral bepaald door de wens van de klant. Docenten leggen onvoldoende een verband met de leerbehoefte van de studenten en daardoor is het leereffect niet te garanderen. Dit neemt niet weg dat leren in de schoolsalon een effectieve omgeving is voor studenten om zich de vaardigheden eigen te maken. Aangezien het oefenen in de schoolsalon een zeer groot deel van het onderwijsprogramma betreft, kan in de overige programmaonderdelen onvoldoende gecompenseerd worden voor het eigen maken van competenties die in de schoolsalon minder aan bod komen. De studenten krijgen dus onvoldoende ondersteunning en begeleiding van hun leerproces omdat zij onvoldoende gelegenheid hebben om zich in eigen tempo en aansluitend op de individuele ontwikkeling competenties eigen te maken. De Nederlandse Kappersakademie heeft zelf niet geconstateerd dat het didactisch handelen op dit punt tekortschiet omdat het hiervoor geen doelstelling of kwaliteitsnorm heeft geformuleerd en daardoor ook niet in de evaluatie wordt betrokken. Een tweede knelpunt in de lessen is het tekort aan feedback. Wij hebben veel momenten tijdens de lessen gezien die zeer geschikt waren voor het geven van Pagina 14 van 26

15 feedback maar die niet werden benut. De Nederlandse Kappersakademie heeft zelf ook geconstateerd dat feedback aan studenten verbetering behoeft. Daarvoor zijn ook verbetermaatregelen in uitvoering genomen, maar deze hebben nog niet tot de gewenste resultaten geleid. De beroepspraktijkvorming (bpv) is onvoldoende omdat de kwaliteit van de begeleiding door het bedrijf wisselt en de begeleiding door de Nederlandse Kappersakademie onvoldoende is. Daardoor kan de toegevoegde waarde van de bpv voor studenten variëren van zeer gering tot voldoende. De Nederlandse Kappersakademie heeft al jaren de ervaring dat het leereffect van de beroepspraktijkvorming varieert. De constatering dat de kwaliteit van de begeleiding door leerbedrijven varieert, is echter niet gevolgd door verbetermaatregelen die erop gericht zijn de begeleiding te verbeteren, bijvoorbeeld door daarin meer te sturen. De instelling heeft hieraan geen prioriteit gegeven. Nu is de kwaliteit van de begeleiding dus bijna uitsluitend afhankelijk van de opvatting van het bedrijf daarover. Daarnaast neemt de Nederlandse Kappersakademie onvoldoende kennis van de voortgang in de bpv. De instelling neemt alleen bij calamiteiten contact op en voorziet niet in een structurele bpv-begeleiding. Positief is dat de instelling wel in voldoende mate zorg draagt voor plaatsing van studenten bij erkende leerbedrijven. Bedrijven en studenten zijn voldoende van te voren geïnformeerd over de inhoud en beoordeling van de bpv. De informatie over de beoordeling die aan bedrijven wordt gegeven over de beoordeling is wel tegenstrijdig. Dit is een aandachtspunt voor de instelling. De Nederlandse Kappersakademie beoogt een veilig en prettig schoolklimaat te bieden dat bijdraagt aan het welbevinden van de studenten. Daar slaagt de instelling echter onvoldoende in. Een substantieel deel van de studenten heeft eerder - via een enquête - aangegeven minder tevreden te zijn over onder andere de informatie over rechten en plichten, het omgaan met klachten en de sfeer binnen de school. De Nederlandse Kappersakademie heeft daarna maatregelen getroffen die moeten leiden tot verbetering maar deze hebben nog onvoldoende tot resultaten geleid. Een aantal schoolregels roept weerstand op bij studenten, mogelijk omdat ze niet weten wat hun nut en noodzaak is. Ook voelen veel studenten zich onvoldoende uitgenodigd om hun opmerkingen kenbaar te maken. Studenten geven aan dat ze daarvoor de overtuiging missen dat er iets met hun kritiek gedaan zal worden. Er zijn daarnaast ook goede aspecten in het onderwijsproces. De mate waarin de Nederlandse Kappersakademie er in slaagt om maatwerk te bieden en de studieloopbaanbegeleiding willen we daarbij expliciet benoemen. Pagina 15 van 26

16 Docenten signaleren tijdig studieachterstanden van studenten en vervolgens wordt bezien hoe de student het beste kan worden ondersteund. De uitgebreide wijze waarop de voortgang van het leren van de vaktechniek wordt geobserveerd en vastgelegd is daarin een goed voorbeeld. Indien daar bevindingen over de voortgang in de beroepspraktijkvorming en Nederlands en rekenen aan worden toegevoegd, ontstaat een overzichtelijk beeld van de studievoortgang op alle onderdelen. Examinering en diplomering De kwaliteit van de examinering en diplomering voldoet. Een sterk aspect in dit proces is de wijze waarop de examering aansluit op het onderwijs en dat deze aansluiting ook expliciet bij de evaluatie aan de orde komt. Verbetering kan de instelling nog aanbrengen in het formulier dat gebruikt wordt ter vaststelling van de diplomering. Hieronder lichten we de belangrijkste punten toe. De Nederlandse Kappersakademie heeft enige jaren geleden besloten de bereoepsgerichte examering zelf te verzorgen; tot dan toe werd gebruik gemaakt van inkoop. Het resultaat van de inspanning is naar tevredenheid van zowel de examenkandidaten, de examencommissie als de inspectie. Het exameninstrumentarium omvat een uitgebreide set ontwikkelingsgerichte toetsen die de studenten gedurende de opleiding afleggen. Deze examens komen qua beoordelingscriteria en opzet overeen met de afsluitende examens. Dit komt de transparantie van de examens ten goede, want studenten zijn door deze opzet goed voorbereid op het afsluitende examen. Het examenplan bevat echter nog slordigheden. Dit is een aandachtspunt voor de instelling. De afsluitende examens dekken het kwalificatiedossier voor het grootste deel en voldoen aan de toetstechnische eisen. Voor Nederlands en rekenen maakt de Nederlandse Kappersakademie gebruik van ingekochte examens. Deze zijn door de inspectie eerder als voldoende beoordeeld. De afname en beoordeling van de beroepsgerichte examens voldoet. De afname heeft de vorm van een simulatie van de beroepspraktijk. Er zijn steeds twee examinatoren bij de afname betrokken. De Nederlandse Kappersakademie heeft voldoende waarborgen voor de betrouwbaarheid ingesteld, want bij onderlinge verschillen tussen de twee examinatoren kan de dagvoorzitter besluiten tot een herbeoordeling. De afname van de vaardigheden spreken en gesprekken voeren (Nederlands) is echter niet betrouwbaar want er zijn geen aparte beoordelingslijsten ingevuld. Daarmee is niet transparant hoe de beoordeling tot stand is gekomen. De inspectie betrekt het oordeel over de examinering van Nederlands dit jaar niet in het eindoordeel over de examinering en diplomering. De Nederlandse Pagina 16 van 26

17 Kappersakademie heeft overigens inmiddels verbetermaatregelen in gang gezet om deze tekortkoming op te heffen. De diplomering is eveneens voldoende alhoewel het formulier met de behaalde examenresultaten niet op alle punten overeenkomt met de zak/slaagbeslissing die de Nederlandse Kappersakademie hanteert. Op het overzicht zijn bijvoorbeeld resultaten van toetsen van loopbaan & burgerschap opgenomen terwijl de zak/slaagbeslissing aangeeft dat de student in dat kader voldaan dient te hebben aan een inspanningsverplichting. De examencommissie neemt in praktijk echter op deugdelijke gronden beslissingen omtrent het verstrekken van diploma's. De examencommissie heeft voldoende zicht op het proces van examinering en formuleert op basis van evaluatiegegevens en bijwoningen van examens voorstellen voor verbetermaatregelen. Opbrengsten De instelling voldoet met een rendement van 81 procent voor de doelgroep <23 jaar aan de vastgestelde minimumnorm voor het rendement voor nietbekostigde instellingen. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van de door de instelling aangeleverde gegevens over kalenderjaar Kwaliteitsborging Gezien het feit dat de Nederlandse Kappersakademie maar één erkende opleiding aanbiedt, is een onderscheid tussen kwaliteitsborging op instellingsniveau en opleidingsniveau niet aan de orde. De bevindingen en oordelen zijn daarom ook gelijk. In paragraaf 3.1 is een toelichting op de oordelen over de kwaliteitsborging opgenomen. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan de onderzochte wettelijke eisen. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding voldoet niet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). In het onderzoek is gebleken dat de instelling wel gevolg geeft aan de meldingsplicht maar niet kan aantonen dat de meldingen onverwijld plaatsvinden. De Nederlandse Kappersakademie ondervindt namelijk problemen bij het melden via het verzuimloket. Pagina 17 van 26

18 Tevens hebben we geconstateerd dat wel wordt voldaan aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht bij langdurige afwezigheid (artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs). Deze wettelijke bepaling heeft een relatie met het bewaken van het rechtmatig gebruik van studiefinanciering of tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten. Omvang beroepspraktijkvorming De opleiding voldoet niet aan de nu geldende wettelijke minimum omvang van de beroepspraktijkvorming van 20 procent (artikel van de WEB). De studenten brengen slechts 10 procent van de studieduur door bij een erkend bpv-bedrijf. De Nederlandse Kappersakademie heeft reeds maatregelen in gang gezet om te gaan voldoen aan deze bepaling. Er is namelijk een erkenning voor de eigen schoolsalons aangevraagd en verkregen. Op basis hiervan zal de instelling de inrichting en de omvang van de bpv wijzigen. Met ingang van studiejaar gelden voor de beroepspraktijkvorming andere inrichtingseisen. De instelling dient bij het bepalen van de omvang van de beroepspraktijkvorming in het nieuwe studiejaar de dan geldende wet- en regelgeving in acht te nemen. Pagina 18 van 26

19 4 BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Pagina 19 van 26

20 Voor de beoordeling van de rendementen is gebruik gemaakt van de volgende normen. Doelgroep Norm < 23 jaar 65 > 23 jaar 67 Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan. Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Pagina 20 van 26

21 Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd). Pagina 21 van 26

22 Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * Verbeteraanpak Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording Intern Extern De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Pagina 22 van 26

23 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Kapper (Kapper), 25ZH Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang Inhoud Programmering 1.2 Maatwerk Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd Benutting Werkdruk 1.5 Leeromgeving Schoolklimaat Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing Voorlichting Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* Informatievoorziening Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door leerbedrijf Begeleiding door de opleiding Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* Pagina 23 van 26

24 Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering Dekking van het kwalificatiedossier Cesuur Beoordelingswijze Transparantie 2.2 Afname en beoordeling* Authentieke afname Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* Besluitvorming diplomering Verantwoordelijkheid examencommissie Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende 3.1 Rendement Jaarresultaat en/of diplomaresultaat Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * Verbeteraanpak Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording Intern Extern Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke vereisten Pagina 24 van 26

25 Bijlage IV Zienswijze Bij brief van 31 januari 2014 heeft de directie van de Nederlandse Kappersakademie aan de inspectie van het onderwijs de volgende zienswijze op dit rapport kenbaar gemaakt: Het laatste onderzoek dat wij hebben mogen ontvangen van de Inspectie van het Onderwijs dateert van 8 jaar geleden. Daarom was de directie van de Nederlandse Kappersakademie positief gestemd met de aankondiging van het onderzoek Staat van de instelling MBO in het voorjaar van Het onderzoeksproces en de contacten met de Inspectie zijn naar tevredenheid verlopen. In deze zienswijze geven wij een inhoudelijke reactie op de bevindingen en uitkomsten uit het onderzoeksrapport dat is vastgesteld op 10 januari Positief was de uitkomst ten aanzien van de kwaliteitsborging en het examenproces. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van vele veranderingen in wetgeving binnen het MBO. Dit heeft er toe geleid dat de Nederlandse Kappersakademie een examenbureau heeft opgericht t.b.v. de examinering van haar studenten. Inspectie van het Onderwijs ziet weinig tot geen risico s ten aanzien van de kwaliteit van de examinering. Dit ervaart de directie als een groot compliment. Ten aanzien van de kwantitatieve invulling van de beroepspraktijkvorming loopt reeds jaren een inhoudelijke discussie tussen het Kenniscentrum KOC Nederland en ons opleidingsinstituut. De Inspectie van het Onderwijs is hier vanaf het begin van deze discussie door de directie van de Nederlandse Kappersakademie van op de hoogte gesteld. Ook is hier jaarlijks tijdens het periodieke directieoverleg met de Inspectie over gesproken. Het verbaast ons dan ook dat dit aspect nu tijdens het onderzoek leidt tot het niet voldoen aan de wettelijke vereisten. Ten aanzien van het onderwijs concludeert de Inspectie dat docenten onvoldoende verband leggen met de leerbehoefte van de studenten tijdens de salonlessen. Het klopt uiteraard dat de wens van de klant leidend is tijdens de behandeling. Echter, het is de docent die bepaalt door welke student de klant behandeld wordt. De docent kent de leerbehoefte van de student (leerlingvolgsysteem) en stuurt hierin het leerproces door hierbij de juiste klantbehandeling te zoeken. Door de grote variëteit in klanten wordt voor een groot gedeelte het vakinhoudelijke leerproces gewaarborgd. Pagina 25 van 26

26 Naast de salonlessen volgen de studenten ook een aantal uren in de week VTlessen (vaktechnisch trainen). Tijdens deze lessen brengt de student modellen mee waarop volgens een vooraf vastgesteld programma vakinhoudelijke training wordt gegeven. Hiermee wordt het vakinhoudelijke leerproces voor meer dan 100% gewaarborgd. Wij delen daarom dan ook niet de mening van de Inspectie t.a.v. de kwaliteit van het onderwijs. De directie voelt zich hierin gesterkt door het feit dat in het laatste verslagjaar een opleidingsrendement (slagingspercentage) van 81% is gerealiseerd. Mede gezien het positieve kwaliteitsoordeel inzake de examinering, lijkt ons bewezen dat een opvallend groot percentage van de studenten hun diploma behaalt dankzij kwalitatief goed onderwijs. Tweede aandachtspunt binnen het onderwijs volgens de Inspectie is het tekort aan feedback tijdens de praktijklessen. Wij herkennen dit binnen ons onderwijs. Momenteel wordt gewerkt aan een intensief verbetertraject waarbij docenten en leidinggevenden worden betrokken. Alhoewel we het inhoudelijk niet op alle punten eens zijn met het oordeel van de Inspectie, ervaren wij de samenwerking met de Inspectie als constructief en positief. Het sterkt ons dan ook dat de Inspectie in haar rapport de verwachting uitspreekt over het feit dat de instelling op korte termijn de tekortkoming acht op te heffen, gezien de voortvarendheid waarmee wij in het verleden eerder verbetermaatregelen hebben uitgevoerd. Pagina 26 van 26