STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Opleidingsinstituut Thomas BV

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Opleidingsinstituut Thomas BV"

Transcriptie

1 STAAT VAN DE INSTELLING MBO Opleidingsinstituut Thomas BV Plaats : 's-hertogenbosch BRIN nummer : 24AL Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 30 september 2013 Datum vaststelling : 15 januari 2014

2 Pagina 2 van 20

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT Conclusie Vervolgtoezicht TOELICHTING OP DE BEOORDELING Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Risico's op relevante indicatoren Resultaat Schoonheidsspecialist (Allround schoonheidsspecialist) BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Schoonheidsspecialist (Allround schoonheidsspecialist), 24AL Pagina 3 van 20

4 Pagina 4 van 20

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in september 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij Internationaal Opleidingsinstituut Thomas. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. Internationaal Opleidingsinstituut Thomas is een niet-bekostigde instelling met een beperkt aantal studenten in 6 erkende middelbare beroepsopleidingen. De instelling heeft vier onderwijslocaties. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het verslag van werkzaamheden, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten en docenten, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. De volgende opleiding is onderzocht: Gebied Gebied Opbrengsten Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten , Schoonheidsspecialist (Allround schoonheidsspecialist) Gebied Examinering en diplomering 91200, Schoonheidsspecialist (Allround schoonheidsspecialist) Leerweg, niveau, locatie leerweg bol niveau 4, locatie Verwersstraat 53, Den-Bosch De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. Pagina 5 van 20

6 De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de resultaten van de analyse en de resultaten van het kwaliteitsonderzoek van de onderzochte opleiding vindt u in hoofdstuk 3. Pagina 6 van 20

7 2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, het kwaliteitsonderzoek en de analyse van risico s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven wij aan in welke mate er risico s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico s, enkele risico s of veel risico s. In hoofdstuk 3 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen wij tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij Internationaal Opleidingsinstituut Thomas onvoldoende is. Voorts concluderen we dat er geen risico s in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Het oordeel dat de kwaliteitsborging onvoldoende is, gecombineerd met de constatering dat er geen risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we geen aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren. In paragraaf 2.2 wordt de aard van het vervolgtoezicht nader uitgewerkt. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we één opleiding onderzocht. Bij deze opleiding hebben wij tekortkomingen geconstateerd op het gebied van kwaliteitsborging. De kwaliteitsborging bij deze instelling is sterk centraal georganiseerd. Het vervolgtoezicht voor deze opleiding vindt geïntegreerd plaats bij het onderzoek naar kwaliteitsverbetering op het gebied van kwaliteitsborging instellingsbreed. 2.2 Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht kwaliteitsborging De kwaliteitsborging bij Internationaal Opleidingsinstituut Thomas is onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB, art ) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. Internationaal Opleidingsinstituut Thomas krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Pagina 7 van 20

8 Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Het oordeel van dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering geldt zowel voor de kwaliteitsborging van de instelling als voor de kwaliteitsborging voor de opleiding Allround Schoonheidsspecialist (91200). Pagina 8 van 20

9 3 TOELICHTING OP DE BEOORDELING In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de beoordeling. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico s zijn bij de instelling. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 4 Kwaliteitsborging Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Internationaal opleidingsinstituut Thomas is een kleinschalige instelling. Zij biedt opleidingen aan in de schoonheids- en uiterlijke verzorging. De opleidingen kunnen zowel in voltijd als in deeltijd gevolgd worden. Binnen kwaliteitsborging van de instelling speelt de kwaliteitszorg medewerkster een centrale rol. Zij heeft een cruciale rol in de bewaking van de kwaliteit. Tevens coördineert en volgt zij alle processen en verbeteracties en is zij het centrale aanspreekpunt van studenten en docenten. Het instituut heeft een meerjarenplan en een jaarplan, waarin tevens een activiteitenplan opgenomen is. Ook zijn in het verslag van werkzaamheden doelen opgenomen voor het komende schooljaar. De doelen zijn zowel gericht op branchespecifieke ontwikkelingen als op het onderwijsproces. Deze doelen kunnen wel smarter geformuleerd worden, waardoor beter kan worden bepaald of het gewenste effect bereikt is. De plannen zijn nog niet voldoende gedeeld met de docenten. De onderwijskwaliteit wordt voldoende gemonitord. In het monitoringsinstrument zijn doelen voor onderwijskwaliteit geformuleerd. Ook Pagina 9 van 20

10 deze doelen kunnen concreter en meer meetbaar geformuleerd worden. De voortgang van de acties die hieruit voortvoeien wordt gemonitord. De evaluatie van de onderwijskwaliteit is onvoldoende. Er is te weinig sprake van een evaluatie van de resultaten van de monitoring en de analyse van risico s. Niet herleidbaar is op basis van welke geconstateerde tekortkomingen of risico s verbeteracties geformuleerd zijn. Hierdoor is het niet duidelijk of deze verbeteracties ook daadwerkelijk leiden tot het gewenste effect. Bij het opstellen van het jaarverslag is een externe deskundige betrokken. Er vinden wel regelmatig evaluaties met studenten plaats, maar deze kunnen meer gericht worden op de kwaliteit van de onderwijsuitvoering. Lesobservaties worden nog niet structureel uitgevoerd, hiervoor is wel een observatieformulier ontwikkeld. Regelmatig vinden beroepsinhoudelijke en didactische/ onderwijskundige trainingen plaats, maar of dit leidt tot het gewenste effect bij de uitvoering van het onderwijsproces wordt niet gemonitord en geëvalueerd. Als er aanwijzingen voor kwaliteitsverbetering zijn, worden doorgaans op korte termijn initiatieven voor verbetering genomen. Deze verbeteringen hebben een sterk beroepsgericht karakter. Aandachtspunt is het gebruik van begrippen binnen de instelling. Doordat deze niet consequent en door elkaar gebruikt worden, leidt dit tot verwarring in de communicatie. Binnen de instelling zijn korte lijnen tussen studenten, docenten, kwaliteitszorgmedewerker en directie. Hierdoor worden verbeterpunten snel opgepakt. Met studenten wordt vier keer per jaar gesproken over de kwaliteit van de opleiding. De informatie uit deze gesprekken wordt besproken met de kwaliteitzorgmedewerker en dit kan leiden tot aanpassingen in het onderwijs. Er is binnen de instelling een dialoog tussen docenten, kwaliteitszorgmedewerker en directie over het onderwijs. Met het bedrijfsleven bestaat geen geformaliseerde dialoog over onderwijsontwikkeling en kwaliteit van het onderwijs, maar signalen van leerbedrijven over noodzakelijke verbeteringen worden opgepakt. Het verslag van werkzaamheden is informatief en geeft een realistisch beeld van de werkelijkheid en is op op te vragen via de website van het instituut. 3.2 Risico's op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Pagina 10 van 20

11 Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: 0 Mate van risico's Geen Enkele Veel Kwaliteit onderwijs Voor de kwaliteit van het onderwijs zien we geen risico s. Bij het uitgevoerde kwaliteitsonderzoek zijn geen tekortkomingen geconstateerd. De instelling stuurt de kwaliteit centraal aan om er zo voor te zorgen dat de kwaliteit op de verschillende vestigingen vergelijkbaar is. Opbrengsten Op basis van de opbrengsten zien we geen risico s voor de onderwijskwaliteit. Voor alle opleidingen zijn de opbrengsten al enkele jaren achtereen boven de norm van de inspectie. Er vindt nauwelijks voortijdig schoolverlaten plaats. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Tijdens ons onderzoek is gebleken dat er geen risico's zijn ten aanzien van de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers. Stabiliteit organisatie en management In de organisatie doen zich geen risico s voor bij de organisatie en management. De organisatorische en inhoudelijke sturing is duidelijk belegd in de organisatie. 3.3 Resultaat Schoonheidsspecialist (Allround schoonheidsspecialist) Het kwaliteitsonderzoek bij Schoonheidsspecialist (Allround schoonheidsspecialist), , niveau 4, locatie Den Bosch heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 3 Opbrengsten 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten Het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Pagina 11 van 20

12 Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende. Opvallend is de grote onderlinge betrokkenheid tussen studenten en docenten. In deze erkende beroepsopleiding zitten niet veel studenten. Hierdoor zijn de groepen klein en de lijnen kort. Pagina 12 van 20

13 De examinering is volledig uitbesteed aan TCI. Wij doen dan ook geen uitspraak over de examinering en diplomering in dit rapport. Het oordeel over de kwaliteitsborging op opleidingsniveau is gelijk aan het oordeel over de kwaliteitsborging op instellingsniveau. In paragraaf 3.1 is het oordeel en de beschouwing over de kwaliteitsborging opgenomen. Onderwijsproces Het onderwijsproces is in haar totaliteit voldoende. Er is voldoende samenhang tussen de lesplannen, de toetstermen en het beroepsgerichte kwalificatiedossier. Tijdens de opleiding kan de informatievoorziening verbeterd worden. Studenten krijgen namelijk veel informatie. Hierbij is het doel en de samenhang van de verschillende activiteiten niet altijd duidelijk. Er is een goede balans tussen kennis, vaardigheden en houding in de lessen, maar de afstemming tussen theorie en praktijk kan nog verbeterd worden. Aandachtspunt is Loopbaan en burgerschap. Zoals dit nu aangeboden wordt sluit het niet aan op de eisen van loopbaan en op de eisen van de vier dimensies van burgerschap. Tijdens de theorie- en praktijklessen wordt voldoende rekening gehouden met de verschillen tussen studenten. De lessen worden klassikaal aangeboden, maar aangezien het kleine groepen betreft is er voldoende mogelijkheid om de inhoud af te stemmen op de behoefte van de studenten. Bij de generieke lessen zoals rekenen en Nederlands is meer behoefte aan differentiatie, mede gelet op het grote verschil in instroomniveau. Het didactisch handelen is over het algemeen voldoende. Er is sprake van een intensieve interactie met gevarieerde onderwijsvormen. Bij de generieke vakken behoeft het didactisch handelen meer aandacht, de lessen moeten meer gericht worden op de inhoud van taal en rekenen. De studenten krijgen niet altijd feedback op de gemaakte proefexamens, dit is afhankelijk van de docent. Ook de mate van bijsturing (begeleiding en vorm) na een proefexamen is docentafhankelijk. Hierdoor heeft de student niet altijd zicht op de onderdelen van het examen die nog onvoldoende beheerst worden. Indien een student een onvoldoende voor een examen haalt dan volgt er wel gerichte extra ondersteuning. De mentor spreekt tenminste vier keer per jaar met de student aan de hand van een vragenlijst. De wijze van gespreksvoering kan tussen de verschillende mentoren beter op elkaar afgestemd worden. De beroepspraktijkvorming is voldoende. Aandachtspunt hierbij is dat de instelling verantwoordelijk is voor het vinden van een beroepspraktijkvormingsplaats. De instelling zou de studenten hier actiever in moeten begeleiden. De begeleiding door de instelling is voldoende. Er is ten Pagina 13 van 20

14 minste vier keer per schooljaar contact tussen school en het bedrijf waar de beroepspraktijkvorming plaatsvindt. Hierdoor houdt het instituut voldoende zicht op de ontwikkeling van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. Ook de begeleiding door de bedrijven voldoet. Opbrengsten De instelling voldoet met een rendement van 83 procent aan de vastgestelde minimumnorm voor het rendement voor niet-bekostigde instellingen, zie bijlage I. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van de door de instelling aangeleverde gegevens over jaar Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van vier weken voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is. De opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden in een aaneengesloten periode van vier weken voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Pagina 14 van 20

15 4 BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Pagina 15 van 20

16 Voor de beoordeling van de rendementen is gebruik gemaakt van de volgende normen. Doelgroep Norm < 23 jaar 65 > 23 jaar 67 Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan. Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Pagina 16 van 20

17 Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd). Pagina 17 van 20

18 Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * Verbeteraanpak Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording Intern Extern De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Pagina 18 van 20

19 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Schoonheidsspecialist (Allround schoonheidsspecialist), 24AL Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang Inhoud Programmering 1.2 Maatwerk Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd Benutting Werkdruk 1.5 Leeromgeving Schoolklimaat Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing Voorlichting Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* Informatievoorziening Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door leerbedrijf Begeleiding door de opleiding Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende 3.1 Rendement Jaarresultaat en/of diplomaresultaat Pagina 19 van 20

20 Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * Verbeteraanpak Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording Intern Extern Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke vereisten Pagina 20 van 20