KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zadkine

Transcriptie

1 KWALITEITSONDERZOEK MBO Zadkine Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 25LP Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 8-10 oktober 2013 Datum vaststelling : 8 januari 2014

2 Pagina 2 van 19

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT Conclusie Vervolgtoezicht RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK Oordeel Schoonheidsspecialist BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden Bijlage II Overzicht bc-id Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Schoonheidsspecialist, 25LP Pagina 3 van 19

4 Pagina 4 van 19

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 8 en 10 oktober 2013 een kwaliteitsonderzoek uit bij ROC Zadkine. Dit onderzoek had betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. De aanleiding voor dit kwaliteitsonderzoek is het volgende. In het onderzoek naar de Staat van de instelling, waarvan het rapport op 19 maart 2013 is vastgesteld, bleek er mogelijk sprake te zijn van risico s bij onderstaande opleiding. De risico's hadden betrekking op het (te lage) niveau van de opbrengsten. Wij hebben bij Schoonheidsspecialist 25LP een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van tekortkomingen. Dit onderzoek richtte zich op het onderwijsproces, de examinering en diplomering, de opbrengsten, de kwaliteitsborging en de naleving van wettelijke vereisten. De volgende opleiding is onderzocht: Gebied Opbrengsten Gebied Onderwijsproces Gebied Examinering en diplomering Leerweg, niveau, locatie Bc LP 91190, Schoonheidsspecialist 25LP 91190, Schoonheidsspecialist leerweg bol, niveau 3, locatie Benthemstraat 27, Rotterdam De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met een onderzoek op uw instelling. Tijdens dit onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. De resultaten van het kwaliteitsonderzoek hebben geleid tot het bepalen van het eventuele vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. Pagina 5 van 19

6 In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het kwaliteitsonderzoek vindt u in hoofdstuk 3. Pagina 6 van 19

7 2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het kwaliteitsonderzoek van de opleiding en wat het vervolgtoezicht inhoudt. 2.1 Conclusie Het kwaliteitsonderzoek bij Schoonheidsspecialist heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Voldoet Voldoet niet 5.Naleving wettelijke vereisten Het oordeel leidt ertoe dat we vervolgtoezicht uitvoeren. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt. Het vervolgtoezicht is gericht op de onvoldoende opbrengsten. 2.2 Vervolgtoezicht In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. Het vervolgtoezicht geldt voor de opleiding die onderzocht is binnen het betreffende kwaliteitsgebied, zoals vermeld in de tabel in hoofdstuk 1. Schoonheidsspecialist, 25LP Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Niveau opbrengsten is Aangepast toezicht Na circa een jaar onderzoek onvoldoende*. vanwege onvoldoende naar kwaliteitsverbetering*. opbrengsten*. * Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. Pagina 7 van 19

8 Afhankelijk van de opbrengstgegevens van , die zichtbaar worden in de risicomonitoring van 2014, zal het vervolgonderzoek een bureauonderzoek dan wel een onderzoek op locatie zijn. Hier zal na de vastgestelde risicomonitoring van 2014 met de instelling over worden gecommuniceerd. Pagina 8 van 19

9 3 RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de kwaliteitsgebieden en geven we tevens een toelichting op deze oordelen. 3.1 Oordeel Schoonheidsspecialist Het kwaliteitsonderzoek bij Schoonheidsspecialist, 25LP 91190, niveau 3, Benthemstraat 27, Rotterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 3 Opbrengsten 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten Het kwaliteitsgebied opbrengsten is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Pagina 9 van 19

10 Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen De opleiding wordt gevolgd door vrijwel uitsluitend vrouwelijke studenten die variëren in leeftijd. De docenten zijn gedreven, praktijkgericht en vormen een hecht team. Zij zorgen voor een plezierig werk- en leerklimaat. Het team Schoonheidsverzorging maakt onderdeel uit van een groot team waaronder ook Haarverzorging, Mode en Wellness vallen. De school beschikt over twee royale praktijkruimtes. Dezelfde opleiding wordt ook op de locatie Zuid aangeboden; daar is het aantal studenten kleiner. Onderwijsproces Vanaf schooljaar wordt de opleiding in twee jaar aangeboden. De opleiding is gecomprimeerd van drie naar twee jaar waarbij de, voorheen geïntegreerde, opleiding Pedicure is gepositioneerd als kopjaar. De gecombineerde opleiding van drie jaar wordt in volledig afgebouwd. Er is een duidelijk onderwijsprogramma, waarbij theorie en praktijk goed op elkaar zijn afgestemd. De avo-vakken worden zoveel mogelijk geïntegreerd met de beroepspraktijk. Het rekenonderwijs wordt aangeboden bij het vak Ondernemen. De talen worden vormgegeven door middel van een lesprogramma, taalcoach, toetsing en mogelijke bijlessen door het Taal & rekencentrum. Pagina 10 van 19

11 Alle studenten volgen hetzelfde programma. Door het inkorten van het programma is er feitelijk sprake van versnelling. Voor studenten die ondanks de ondersteuning vertragen, is er de mogelijkheid om opnieuw te starten op het tweede instroommoment in februari. Verder blijkt dat studenten met een hogere vooropleiding vaak meer moeite hebben met de praktische vaardigheden die in deze opleiding centraal staan. Wanneer studenten eerder aan het examen toe zijn, dan is vervroegd examineren mogelijk. We beoordelen het maatwerk daarom als voldoende. In de lessen is sprake van een goede interactie en er wordt voldoende ondersteuning, begeleiding en feedback gegeven. In de praktijklessen wordt de docent ondersteund door een instructeur. De studenten leren de praktische vaardigheden in principe allemaal in het eerste jaar; in het tweede jaar wordt het niveau verhoogd. Studenten maken van de handelingen foto's waarmee het portfolio wordt gevuld. Om de werkdruk in het tweede jaar te beperken is het portfolio teruggebracht tot de essentie. Mede aan de hand van het portfolio wordt bekeken of een student toe is aan het examen. In de lessen wordt de tijd goed benut en er heerst een plezierige werksfeer. De studenten voelen zich ook veilig, mede dankzij maatregelen die vorig jaar zijn genomen naar aanleiding van opmerkingen van studenten in het studentenpanel. De studenten worden voldoende, zowel op papier, digitaal als mondeling geïnformeerd. In verband met de te lage opbrengsten zijn het afgelopen jaar enkele maatregelen genomen. De voorlichting en intake zijn aangepast, waardoor de studenten beter geïnformeerd worden over (de zwaarte van) de theorie en de uit te voeren praktische vaardigheden. Toekomstige studenten lopen theorie- en praktijklessen mee en worden door docenten geobserveerd. Daarna vindt er zonodig een gesprek plaats. Kort na aanvang van het schooljaar houdt de mentor individuele gesprekken met alle studenten om aanvullend op de uitgebreide aanmeldingsformulieren nog gegevens te verzamelen die nodig zijn voor de begeleiding en de studieloopbaan. Studenten zijn tevreden over de informatievoorziening en de studieloopbaanbegeleiding. Het portfolio vervult bij de periodieke slb-gesprekken door de mentor een duidelijke rol. De mentor fungeert tevens als eerste lijnszorgfunctionaris. Voor de tweede lijn is de 'overkoepelend' studieloopbaanbegeleider standby, die tevens de hulp van de centrale zorgstructuur en van derden kan inschakelen. Studenten en stagebieders worden voldoende voorbereid op de beroepspraktijkvorming (bpv). De plaatsing van studenten op stage is een punt Pagina 11 van 19

12 waar de instelling aandacht aan besteedt. Dit is nodig omdat de bpv-bieders in deze sector meestal zzp-ers zijn, waardoor het aantal nogal fluctueert. Het Stageservicepunt (Zadkine en Albeda) zorgt voor hulp bij het zoeken en eventuele sollicitatietraining. Er is een regelmatige terugkoppeling over de werkzaamheden en het functioneren van de student. De bpv-bieder beoordeelt de student op het beoordelingsformulier dat via de schoolbegeleider naar de mentor wordt gestuurd. Deze bekijkt het oordeel in combinatie met de praktijkprestaties op school. Examinering en diplomering De opleiding heeft een duidelijk onderscheid gemaakt tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering. Het portfolio is in tegenstelling tot het verleden alleen formatief. Alle integrale opdrachten en de stage moeten uitgevoerd zijn voordat een student op mag voor een proeve. Bij twijfel schakelt een mentor een collega in en worden eventueel nog extra lessen aangeboden. Door de inkorting van de opleiding is ook de examinering aangepast. De student moet twee proeven van bekwaamheid, aangevuld met een cgi, afleggen. De eerste betreft alle praktische vaardigheden. Daarbij wordt Capabel als externe beoordelaar ingeschakeld. De tweede proeve over ondernemersvaardigheden wordt door twee (geschoolde) assessoren van de school afgenomen. Voor Nederlands en rekenen is de opleiding in 2012 van Deviant overgegaan op de pilottoetsen van de COE. De proeven en de kennistoetsen dekken het kwalificatiedossier; deze dekking wordt verantwoord in het examenplan van de opleiding. De cesuur en de beoordelingsvoorschriften zijn helder en duidelijk omschreven. De betrokkenen krijgen een helder beeld over de wijze waarop het examen zal gaan plaatsvinden en over de wijze van beoordeling. De betrouwbaarheid is geborgd door het inschakelen van Capabel als externe en het inzetten van twee assessoren, bij de tweede proeve, die geen les hebben gegeven aan de student. Ook de diplomering is als voldoende beoordeeld. De samenstelling van de examencommissie is als gevolg van de reorganisatie aangepast. De examinering vindt plaats volgens het Handboek examinering, waarin alle processen en procedures zijn vastgelegd. Na de examinering worden productevaluaties en panelgesprekken met studenten gehouden om de examinering te evalueren. Een punt van zorg is om een voldoende aantal studenten bij zo'n gesprek te betrekken. Er wordt een uitgebreid jaarverslag examinering gemaakt waarin ook verbeterpunten worden opgenomen. De voortgang van de verbeteracties worden periodiek gemonitord. Pagina 12 van 19

13 Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 55,1 procent en een diplomaresultaat van 42,3 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens zijn de resultaten van de bc-id code 189, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging Het team volgt het kwaliteitsborgingssysteem dat Zadkine breed wordt uitgevoerd. Kwaliteitszorg is een geaccepteerd begrip in het team. Het teamplan wordt ontwikkeld in samenhang met de algemene plannen van Zadkine en het cluster waarbinnen het team valt. Overigens is door de recente reorganisatie in de afgelopen zomermaanden, het clusterplan nog in concept. De uitkomsten van metingen en evaluaties vormen de voeding voor verbeteracties die in het teamplan zijn opgenomen. Formuleringen zouden nog meer smart kunnen zijn, waardoor de meetbaarheid toeneemt. Via het managementinformatiesysteem is voldoende informatie beschikbaar. Er is een 'dashboard' in ontwikkeling om de gebruiksviendelijkheid van de informatie te verhogen. Het team uiterlijke verzorging is op sterkte, het is een betrekkelijk klein team, maar kent voldoende differentiatie in kennis en vaardigheden. Expertise wordt uitgewisseld binnen het grote team en met het UV-team van Cluster Zuid. Via de centraal georganiseerde metingen, de panelgesprekken en lesbezoeken wordt systematisch informatie verzameld om de kwaliteit van het onderwijs en de examinering te monitoren. Ook vindt er jaarlijks een zelfevaluatie plaats. Een aandachtspunt hierbij is dat de opbrengsten en de uitvalsredenen vroegtijdig worden geanalyseerd. Taken en rollen zijn duidelijk vastgelegd. Verschillende kerndocenten hebben de taak om zaken op hun taakterrein uit te werken, eventueel in samenwerking met collega's van het andere UV-team. Er zijn maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid onderhoudt. In team - en subteamvergaderingen vindt dialoog plaats met het personeel. Met studenten vinden panelgesprekken plaats en ook naar externe belanghebbenden is er verantwoording. Wettelijke vereisten Voor zover onderzocht voldoen de wettelijke vereisten. Pagina 13 van 19

14 4 BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet tenminste aan één van de twee normen zijn voldaan. Pagina 14 van 19

15 Niveau Jaarresultaat Diplomaresultaat 1 60,7 45,1 2 56,5 45,2 3 65,3 67,3 4 64,2 67,3 Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan. Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Pagina 15 van 19

16 Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd). Pagina 16 van 19

17 Bijlage II Overzicht bc-id Hieronder is per onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Overzicht bc-id Bc-id: 189 Niveau: 3 Crebo: Opleiding: Schoonheidsspecialist Schoonheidsspecialist Schoonheidsspecialist Pagina 17 van 19

18 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Schoonheidsspecialist, 25LP Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang Inhoud Programmering 1.2 Maatwerk Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd Benutting Werkdruk 1.5 Leeromgeving Schoolklimaat Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing Voorlichting Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* Informatievoorziening Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door leerbedrijf Begeleiding door de opleiding Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* Pagina 18 van 19

19 Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering Dekking van het kwalificatiedossier Cesuur Beoordelingswijze Transparantie 2.2 Afname en beoordeling* Authentieke afname Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* Besluitvorming diplomering Verantwoordelijkheid examencommissie Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende 3.1 Rendement Jaarresultaat en/of diplomaresultaat Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring 4.3 Verbetering en verankering * Verbeteraanpak Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording Intern Extern Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke vereisten Pagina 19 van 19