KWALITEITSONDERZOEK VAVO. VAVO Rijnmond College, Zadkine te Rotterdam

Transcriptie

1 KWALITEITSONDERZOEK VAVO VAVO Rijnmond College, Zadkine te Rotterdam Opleiding vwo definitief November 2013 H /3 Edocs

2 BRIN: 25LP Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd in: September 2013 Definitief rapport verzonden op: 19 november 2013 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 15 november 2013

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Conclusie en vervolgtoezicht Conclusie Vervolgtoezicht Resultaten van het onderzoek Oordeel vwo... 5 Bijlage... 9 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden... 9 H /3 Edocs

4 H /3 Edocs

5 1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde in september 2013 een kwaliteitsonderzoek uit bij het vwo van VAVO Rijnmond College, Zadkine. Dit onderzoek heeft betrekking op het vavo-onderwijs. De aanleiding voor dit kwaliteitsonderzoek is het volgende. In het onderzoek Staat van de instelling bij Zadkine, waarvan het rapport op 19 maart 2013 is vastgesteld, bleek er mogelijk sprake te zijn van risico s bij onderstaande opleiding. Er waren risico s in de opbrengsten en de kwaliteitsborging. Wij hebben bij het vwo een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd om vast te stellen of er sprake is van tekortkomingen. Dit onderzoek richt zich op de opbrengsten, de kwaliteitsborging en de naleving van wettelijke vereisten en de indicatoren uit de gebieden onderwijsproces en examinering en diplomering. Voor het onderzoek is dus een integrale beoordeling volgens het waarderingskader vavo uitgevoerd. Het Rijnmond College is een samenwerkingsverband van Zadkine en Albeda College. Personeelsleden van beide instellingen zijn betrokken bij het Rijnmond College en zowel de beleidslijnen van Zadkine als Albeda College worden gevolgd. Omdat studenten formeel zijn ingeschreven bij Zadkine, is dit onderzoek ingepast in het toezicht bij Zadkine. De volgende opleiding is onderzocht: code Opleiding Locatie 5100 vwo Mathenesserlaan 321, Rotterdam Informatie die de inspectie van het Rijnmond College heeft ontvangen, zoals het programma van toetsing en afsluiting, examenreglement, opbrengstgegevens over examenjaar 2013 en uitkomsten tevredenheidonderzoeken is geanalyseerd en is aangevuld met een onderzoek op uw instelling. Tijdens dit onderzoek zijn gesprekken gevoerd met de examencommissie en het management en zijn aanvullend documenten onderzocht. Ook maakte een telefonisch gesprek met de verzuimcoördinator deel uit van het onderzoek. De resultaten van het kwaliteitsonderzoek leiden het bepalen van het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012 en het Waarderingskader vavo. Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de oordelen en de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het kwaliteitsonderzoek vindt u in hoofdstuk 3. Rapport kwaliteitsonderzoek vavo vwo VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 1 van 10

6 Rapport kwaliteitsonderzoek VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 2 van 10

7 2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het kwaliteitsonderzoek van de opleiding en wat het vervolgtoezicht inhoudt. 2.1 Conclusie Het kwaliteitsonderzoek bij de opleiding vwo van VAVO Rijnmond College, Zadkine heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Voldoet Voldoet niet 5.Naleving wettelijke vereisten Indicatoren uit gebied 1 Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Inhoud Indicatoren uit gebied 2 Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende Transparantie Betrouwbaarheid Besluitvorming diplomering Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot een onvoldoende oordeel over de opleiding omdat de onderzochte kwaliteitsgebieden onvoldoende zijn en de betrouwbaarheid onvoldoende is. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten, vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging en het niet voldoen aan de wettelijke eisen met betrekking tot de schoolkosten / vrijwillige bijdragen en meldingen verzuim en voortijdig schoolverlaten en omdat de betrouwbaarheid van de examinering niet voldoet. 2.2 Vervolgtoezicht In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. vwo, Mathenesserlaan 321, Rotterdam Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Niveau opbrengsten is onvoldoende. Kwaliteitsborging is onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van van de WEB. Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. Niet naleven van wet- en regelgeving. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.8a van de WEB betreffende verzuim en vsv en van de WEB betreffende T.a.v a: Ten minste 3 maanden na vaststelling van het rapport onderzoekt de inspectie het herstel. T.a.v : De instelling herstelt de tekortkoming uiterlijk Rapport kwaliteitsonderzoek VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 3 van 10

8 Betrouwbaarheid examinering is onvoldoende. schoolkosten/vrijwillige bijdrage. met ingang van het nieuwe studiejaar. De inspectie onderzoekt het herstel in het nieuwe studiejaar. Aangepast toezicht. Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Rapport kwaliteitsonderzoek VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 4 van 10

9 3 Resultaten van het onderzoek In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de aspecten van de kwaliteitsgebieden en de indicatoren en geven we tevens een toelichting op deze oordelen. 3.1 Oordeel vwo Het kwaliteitsonderzoek bij vwo, locatie Mathenesserlaan in Rotterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Opbrengsten (gebied 3) Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren Gemiddelde CE Rendement 3.1.2* Verschil SE-CE Kwaliteitsborging (gebied 4) Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbeteringen Verbeteraanpak verankering * Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en Intern verantwoording Naleving wettelijke vereisten (gebied 5) Voldoet Voldoet niet Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke vereisten Indicatoren uit gebied 1 Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Inhoud Indicatoren uit gebied 2 Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende Transparantie Betrouwbaarheid Besluitvorming diplomering De aspecten en indicatoren met een * zijn kernaspecten en -indicatoren, zie bijlage I voor normering per gebied. Rapport kwaliteitsonderzoek VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 5 van 10

10 Beschouwing Algemeen Gemeten over de periode voldoen de opbrengsten van de opleiding vwo niet ten aanzien van zowel het verschil tussen schoolexamen (SE) en centraal examen (CE) als het gemiddelde cijfer CE. De gegevens van de instelling over de examens van schooljaar laten echter voor beide punten aanzienlijke verbeteringen zien. De directie schrijft dit toe aan de verschillende maatregelen die genomen zijn in met name schooljaar Tijdens het onderzoek is gebleken dat doelgericht en structureel gewerkt wordt aan verbeteringen. Daarom achten we het Rijnmond College in staat om de tekorten in de opbrengsten van de opleiding vwo binnen een jaar op te heffen. Daarnaast concluderen we dat op verschillende andere terreinen eveneens verbeteringen nodig zijn. De opleiding voldoet namelijk niet aan een aantal wettelijke vereisten en in de kwaliteitsborging ontbreken nog een aantal elementen. Daarom kan nu niet gesproken worden van een volledige cyclus. Opbrengsten De opbrengsten van de afdeling vwo zijn onvoldoende. Er is een te groot verschil tussen de resultaten van het schoolexamen en centraal examen, namelijk 0,61. Dit grote verschil is gebaseerd op de cijfers van de examenjaren 2010, 2011 en In de resultaten van deze jaren is wel een verbetering zichtbaar: het verschil in 2012 was 0,39. Ook is het gemiddelde CE cijfer te laag. De studenten van de opleiding vwo behalen voor hun centraal examen niet de cijfers die mogen worden verwacht en zijn met een gemiddelde van 5,48 (berekend over de examenjaren 2010, 2011 en 2012) onder de norm. Ook hier is een positieve ontwikkeling waarneembaar: in 2012 was het gemiddelde CE-cijfer 5,71. De directie van het Rijnmond College heeft zelf de opbrengstgegevens geanalyseerd en een verbeterplan opgesteld. Op basis van de analyse heeft ze verschillende oorzaken benoemd en maatregelen genomen. Als belangrijke oorzaken zijn benoemd: het onderwijsprogramma is niet optimaal gericht op de domeinen die in het CE worden geëxamineerd; het beginniveau van studenten vwo ligt lager dan tot dan werd aangenomen; in de cesuur wordt aan de praktische vaardigheden te veel waarde toegekend. De directie heeft onder meer de volgende maatregelen getroffen: aanbieden van examentraining voor alle studenten, organiseren van scholing voor het opstellen van schoolexamens en het verhogen van de onderwijstijd. Daarnaast heeft de directie de gegevens met alle vaksecties besproken en de secties de opdracht gegeven om een detailanalyse van de gegevens en indien nodig verbeterpunten te benoemen. Naar aanleiding hiervan is bij veel vakken door de secties de cesuur van de schoolexamens aangepast. Samengevat stellen we dat de afdeling adequate maatregelen heeft genomen om de zowel de verschillen te verkleinen als het CE-gemiddelde te verhogen. Uit de eigen analyse van de examenresultaten van 2013 blijkt namelijk dat zowel het verschil tussen de resultaten van SE en CE als het CE-gemiddelde voldoet aan de normen. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging van vavo Rijnmond College is onvoldoende. Met name doorslaggevend hiervoor is de constatering dat de afdeling de kwaliteit van de Rapport kwaliteitsonderzoek VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 6 van 10

11 examinering onvoldoende borgt en dat de afdeling onvoldoende gebruik maakt van onafhankelijke deskundigen. Ondanks dit negatieve totaaloordeel zijn er veel aspecten in de kwaliteitsborging van het Rijnmond College die getuigen van kwaliteitsbewustzijn en verbetercapaciteit. Het Rijnmond College heeft een systeem voor kwaliteitszorg ingericht, waar mogelijk gestoeld op de visie en missie van Zadkine en Albeda College en waar nodig gebaseerd op eigen doelen en kwaliteitsstandaarden. Dergelijke eigen doelen zijn gebaseerd op de specifieke aard van de opleidingen vavo die door inhoud en specifieke wet- en regelgeving afwijkt van wat in andere delen van de roc s gangbaar is. Dit systeem is grotendeels uitgewerkt en vastgelegd en de kwaliteit wordt ook volgens deze systematiek geborgd. De werkwijze is gericht op het continu verbeteren van de kwaliteit. Een voorbeeld hiervan is de aanpak bij het verbeteren van de resultaten, waarbij op basis van een analyse verbeterplannen met concrete actiepunten worden uitgevoerd die onder meer het aanbod en de onderwijstijd betreffen. De voortgang en de resultaten van de actiepunten worden gemonitord. De gehele afdeling is nauw betrokken bij het tot stand komen van de verbeterinitiatieven en de secties hebben bij de uitvoering een duidelijk gedelegeerde verantwoordelijkheid. Positief is hierbij de betrokkenheid van de gehele afdeling en de deskundigheidsbevordering die hieraan is gekoppeld. We zien nog twee terreinen waarin aanvullingen nodig zijn. Dit betreft de taken en verantwoordelijkheden van de examencommissie en de rol van onafhankelijke deskundigen. Doordat de examencommissie geen vergelijkende controles uitvoert op de inhoud en afname van de schoolexamens, is het mogelijk dat verschillen in de (toetstechnische) kwaliteit van de schoolexamens niet opgemerkt worden. Omdat de taken en verantwoordelijkheden van de examencommissie niet met elkaar in overeenstemming zijn, is de verankering van de kwaliteitsborging onvoldoende. Omdat bij de evaluatie nog geen onafhankelijke deskundigen zijn betrokken, is de evaluatie door ons als onvoldoende beoordeeld. Het Rijnmond College verkent momenteel mogelijkheden voor versterking van de evaluatie, maar heeft nog niet bepaald op welke wijze onafhankelijke deskundigen worden ingezet. Wel is inmiddels besloten dat hiervoor samengewerkt gaat worden met een vavo-afdeling van een ander roc. Met deze afdeling heeft het college al informatie uitgewisseld en onderlinge vergelijkingen gemaakt. Die vergelijkingen zijn ook al gebruikt om verbetermaatregelen te formuleren. Het is het streven van beide vavo s om audits ter beoordeling van de onderwijs- en examenkwaliteit uit te voeren. Naast bovengenoemde lacunes willen we ook nog wijzen op het belang van volledige en juiste informatie en doorvoering van nieuw gevormde instellingsbrede beleidsmaatregelen die eveneens van toepassing zijn op het Rijnmond College. Een voorbeeld hiervan is het roc-beleid omtrent de vrijwillige bijdrage dat niet met het Rijnmond College is besproken. Als gevolg hiervan wijkt het Rijnmond College af van het instellingsbeleid. Wettelijke vereisten Er wordt niet voldaan aan de wettelijke vereisten. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten Rapport kwaliteitsonderzoek VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 7 van 10

12 De opleiding voldoet niet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Wanneer er na de eerste vier weken ongeoorloofd verzuim opnieuw sprake is van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken vinden geen vervolgmeldingen plaats. Het Rijnmond College hanteert een relatieve aanwezigheidsnorm voor de studenten, dat wil zeggen dat het college de afwezigheid in procenten berekent. Dit heeft de afdeling zo ingericht om zicht te krijgen op verzuim ongeacht de omvang van het vakkenpakket van de studenten. Er zijn namelijk ook studenten die maar enkele vakken volgen. Deze wijze van verzuimregistratie staat echter niet in dienst van de meldplicht van de opleiding bij ongeoorloofd verzuim in vier weken en als gevolg hiervan vinden meldingen niet of te laat plaats. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet niet aan de eisen gesteld in artikel van de WEB. Bij inschrijving worden studenten verplicht gesteld naast het cursusgeld, het in rekening gebrachte inschrijfgeld, examengeld en toeslagen te betalen. Het instellingsbrede beleid van Zadkine, namelijk om naast wettelijke bijdragen alleen vrijwillige bijdragen in rekening te brengen bij studenten, is bij het Rijnmond College niet doorgevoerd. Onderwijsproces Inhoud De inhoud van de opleiding vwo komt overeen met de centraal vastgestelde examenprogramma s. Daarmee voldoet de opleiding aan de inhoudsvereisten. Examinering en diplomering Transparantie De schoolexamens zijn transparant maar er zijn wel verschillen in de mate waarin kandidaten vooraf worden geïnformeerd over de puntentoedeling. Dit is een aandachtspunt voor de examencommissie en de vaksecties. Omdat de afdeling geen centrale vaststelling van de schoolexamens kent, kunnen verschillen onopgemerkt blijven. Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid van de beoordeling van de schoolexamens is onvoldoende. Het grotendeels ontbreken van inzet van een tweede beoordelaar bij de schoolexamens is daarvoor de belangrijkste reden. Hierdoor is er onvoldoende borging voor gelijke beoordeling bij gelijke prestatie. Besluitvorming diplomering De examencommissie neemt zorgvuldig besluiten tot het verlenen van vrijstellingen en verstrekt diploma s na zorgvuldige vaststelling van de examenresultaten. De examencommissie voert namelijk structurele controles uit op de juistheid van registraties en houdt toezicht tijdens de afname. Daarnaast evalueren de vaksecties de schoolexamens (mede aan de hand van de resultaten). De secties zijn namelijk verantwoordelijk voor de vorm en inhoud van het schoolexamen en het PTA. Het is een aandachtspunt voor de examencommissie om niet alleen indirect (via de evaluaties van de vaksecties) maar ook direct, bijvoorbeeld via steekproeven, zicht te hebben op de toetstechnische kwaliteit van de schoolexamens. Rapport kwaliteitsonderzoek VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 8 van 10

13 Bijlage Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze kan bestaan uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de beoordeling van de Opbrengsten mavo, havo of vwo zijn er twee indicatoren De studenten van de opleiding behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht Bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De instelling scoort per opleidingssoort een onvoldoende op de opbrengsten wanneer indicator onvoldoende is volgens de vastgelegde systematiek van het gemiddelde cijfer over drie jaar. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd). Rapport kwaliteitsonderzoek VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 9 van 10

14 Normering van de indicatoren Onderwijsproces en Examinering en diplomering: per indicator stelt de inspectie vast of de kwaliteit voldoet of niet. Er zijn geen normeringen op aspectniveau of gebied voor de deze indicatoren. Rapport kwaliteitsonderzoek VAVO Rijnmond College Zadkine pagina 10 van 10