ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College te Dordrecht

Transcriptie

1 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Da Vinci College te Dordrecht Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Medewerker maatschappelijke zorg 3 Mei 2014

2 BRIN: 20MQ Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd in: Maart 2014 Conceptrapport verzonden op: 26 maart 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 12 mei 2014

3 INHOUD 1 Inleiding Conclusie en vervolg Conclusie Vervolg Resultaten... 5 Bijlagen... 8 Bijlage I Normering... 8 Bijlage II Overzicht bc-id... 9 Bijlage III Beoordeling indicatoren... 10

4

5 1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde op 3 maart 2014 een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uit bij Da Vinci College. Dit onderzoek heeft betrekking op de opbrengsten en de kwaliteitsborging. De volgende opleidingen zijn onderzocht: Gebied Opbrengsten bc-id 166 bc-id 104 Gebied Kwaliteitsborging 92632, Pedagogisch werk (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang) 92650, Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg) Leerweg, niveau, locatie leerweg bol, niveau 4 leerweg bol,niveau 3, locatie Leerparkpromenade 100 te Dordrecht De aanleiding voor het onderzoek naar kwaliteitsverbetering is het vervolgtoezicht zoals is opgenomen in het rapport van de staat van de instelling dat op 20 december 2012 is vastgesteld. In het onderzoek waren tekortkomingen in kwaliteitsborging en de opbrengsten geconstateerd en was er sprake van onvoldoende opbrengsten en niet-naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. In dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering hebben wij ons specifiek gericht op de indicatoren die eerder met een onvoldoende waren beoordeeld. Wij hebben gesprekken gevoerd met docenten en domeinleiding. Daarnaast hebben we documenten onderzocht. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het eventuele vervolg voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering kunt u lezen in hoofdstuk 3. De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op Hier is ook de werkwijze te vinden die de inspectie gebruikt bij onderzoeken naar kwaliteitsverbetering. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 1 van 10

6 Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 2 van 10

7 2 Conclusie en vervolg In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar kwaliteitsverbetering en, indien van toepassing, het vervolg. 2.1 Conclusie 92650, Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg) Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering heeft geleid tot het oordeel voldoende, voor het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging. De opbrengsten van deze opleiding blijven echter onvoldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten , Pedagogisch werk (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang) Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering heeft geleid tot het oordeel voldoende voor de kwaliteitsgebieden opbrengsten en kwaliteitsborging. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft vervolgonderzoek uit te voeren of afspraken met het college van bestuur te maken voor deze opleiding. In de volgende paragraaf is het vervolg uitgewerkt. 2.2 Vervolg In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen , Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg) Het vervolgtoezicht geldt voor opleidingen die onderzocht zijn binnen het betreffende kwaliteitsgebied, zoals vermeld in de tabel in hoofdstuk 1. Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Niveau opbrengsten is onvoldoende*. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*. Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 3 van 10

8 Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 4 van 10

9 3 Resultaten In dit hoofdstuk geven we het oordeel over de onderzochte kwaliteitsgebieden. Daarna geven we hierop een toelichting. Tijdens de Staat van de instelling zijn de opleidingen Maatschappelijke zorg niveau 3 en Gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 onderzocht. Deze opleidingen maken deel uit van het domein Welzijn. De opzet van zowel het onderwijs als de examinering en de kwaliteitsborging is voor beide opleidingen gelijk gebleken. De aansturing van beide opleidingen gebeurt integraal door de domeinleiding. Hierdoor is er weinig verschil in de kwaliteit van beide opleidingen. Vandaar dat in dit rapport de bevindingen van beide opleidingen te lezen zijn. Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering heeft geleid tot de volgende oordelen: Pedagogisch medewerker kinderopvang, niveau 4, crebo Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Slecht Maatschappelijke zorg niveau 3, crebo Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Slecht Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van het onderzochte kwaliteitsgebied weer. De oordelen over de aspecten die tijdens vorig onderzoek als voldoende zijn beoordeeld, zijn overgenomen. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderzochte indicatoren weergegeven. Pedagogisch medewerker kinderopvang, niveau 4, crebo Kwaliteitsgebied Voldoende Aspect Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Onvoldoende De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 5 van 10

10 Maatschappelijke zorg niveau 3, crebo Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen De opbrengsten van de opleiding Maatschappelijke zorg blijven een punt van aandacht, deze zijn wel gestegen, maar blijven nog onder de norm. Op het gebied van kwaliteitsborging zien wij een positieve ontwikkeling, waarbij het team zich meer bewust is geworden van het belang van kwaliteitsborging. Opbrengsten Tijdens het vorige onderzoek waren de opbrengsten bij de opleiding Pedagogisch medewerker kinderopvang, niveau 4, crebo onvoldoende. De opbrengsten van het jaar laten een positieve ontwikkeling zien. Met een jaarrendement van 68,5 en een diplomarendement van 70,6 zijn de opbrengsten voor deze opleiding nu voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011/2012 zijn de resultaten van de bc-id 166, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. De opbrengsten van Maatschappelijke zorg 3 zijn met een jaarresultaat van 47,6 procent en een diplomaresultaat van 41,2 procent nog onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens zijn de resultaten van de bc-id 104, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. De afgelopen jaren is er binnen het domein Welzijn een aantal verbeteringen in gang gezet om de opbrengsten te verhogen. Bij de opleiding Pedagogisch medewerker kinderopvang niveau 4 heeft dit tot voldoende opbrengsten geleid. Bij de opleiding Maatschappelijke zorg blijven de opbrengsten nog achter. De doorstroom van niveau 2 is hierop van invloed, de intake is het afgelopen jaar aangescherpt. Of dit leidt tot verbetering van de opbrengsten moet nog blijken. Ook het beroepsbeeld en de persoonlijke ontwikkeling van de studenten is op de rendementen van invloed. De opleiding is zich van deze te lage opbrengsten bewust en volgt de ingezette verbeteracties nauwgezet. Kwaliteitsborging Bij het onderzoek in 2012 was het aspect beoordeling onvoldoende. Bij de kwaliteitsborging werd er onvoldoende systematisch geëvalueerd in hoeverre doelen werden gerealiseerd. We hebben dit nu als voldoende beoordeeld. De domeinleiding heeft een domeinplan geschreven. Het team heeft hierop het teamplan uitgewerkt op basis van drie pijlers: teamzaken, onderwijs en cursisten. Per pijler is een docent in de rol van pijlerhoofd het eerste aanspreekpunt voor de vorderingen van de doelen uit dit plan. Binnen de instelling en bij deze opleiding is Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 6 van 10

11 de aanpak van de monitoring aangescherpt. De domeinleider en de pijlerhoofden monitoren nu de gestelde doelen en verbeteringen met behulp van de hiervoor bestemde systemen waarin data en bewijslast zijn opgenomen. Ook worden resultaten van enquêtes hierin meegenomen. De zelfevaluatie is in het teamoverleg tot stand gekomen en geanalyseerd. De hieruit gekomen verbeterpunten zijn opgenomen in een verbeterplan. Tijdens teamvergaderingen wordt de voortgang van de verbeterplannen besproken. De resultaten aan de hand van voor de opleiding relevante normen, doelen (vanuit de pijler plannen) worden ten minste twee keer per jaar op de teamvoortgangsbesprekingen geëvalueerd. De zogenoemde pijlerhoofden bereiden deze overleggen voor en zetten knelpunten en acties op papier. Door deze systematiek is er een duidelijker gevoel van verantwoordelijkheid bij de pijler groepen en het gehele team. Het kwaliteitsbewustzijn is hierdoor op een hoger niveau gebracht. Over de kwaliteit van het onderwijsproces en de examinering wordt periodiek verantwoording afgelegd aan het CvB. De evaluatie van de voortgang en de realisatie van de gestelde doelen gebeurt nu met betrokkenheid van onafhankelijke deskundigen. Er worden audits uitgevoerd aan de hand van een heldere planning. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 7 van 10

12 Bijlagen Bijlage I Normering De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarbij zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Deze normering wordt hieronder toegelicht. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet ten minste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau Jaarresultaat Diplomaresultaat 1 60,7 45,1 2 56,5 45,2 3 65,3 67,3 4 64,2 67,3 Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan. Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 8 van 10

13 Bijlage II Overzicht bc-id Hieronder is voor de onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. bc-id: 104 Niveau: 3 Crebo: Opleiding: Medewerker maatschappelijke zorg bc-id: 166 Niveau: 4 Crebo: Opleiding: Sociaal pedagogisch werker 4 (SPW 4) Pedagogisch werk Pedagogisch werk (Pedagogisch werker jeugdzorg) Pedagogisch werk (Gespecialiseerd werker kinderopvang) Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 9 van 10

14 Bijlage III Beoordeling indicatoren 92632, Pedagogisch werk (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang) Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement Rendement 92650, Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg) Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement Rendement 92632, Pedagogisch werk (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang) en 92650, Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg) Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbeteringen Verbeteraanpak verankering * Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en Intern verantwoording Extern Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo Da Vinci College pagina 10 van 10