STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Nederlands Talen Instituut (NTI) te Leiden

Transcriptie

1 STAAT VAN DE INSTELLING MBO Nederlands Talen Instituut (NTI) te Leiden Januari 2013 H /5

2 BRIN: 24UY Onderzoeksnummer: Kenmerk: HB Onderzoek uitgevoerd in: Oktober 2012 Conceptrapport verzonden op: 7 december 2012 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 25 januari 2013

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Conclusie en vervolgtoezicht Conclusie Vervolgtoezicht Instellingsbrede resultaten Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Risico's op relevante indicatoren Resultaten op opleidingsniveau...9 Bijlagen Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden Bijlage II Beoordeling indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Bijlage III Beoordeling indicatoren opleidingen Bijlage IV Oordeel voorafgaand aan herstel... 18

4

5 1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde in oktober 2012 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij het Nederlands Talen Instituut (hierna: NTI). Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo-onderwijs. NTI is een niet bekostigde instelling met ongeveer duizend studenten en 24 mboopleidingen, daarnaast biedt NTI hoger onderwijs en diverse cursussen aan. Het NTI verzorgt afstandsonderwijs en is gevestigd in Leiden. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directeur deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: cp- Gebied code 1 Onderwijsproces eca Sociaal juridisch medewerker - Sociale zekerheid ovd Onderwijsassistent ovd Pedagogisch werk (Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang) ovd Helpende zorg en welzijn Gebied Examinering en diplomering Sociaal juridisch medewerker - Sociale zekerheid Onderwijsassistent Pedagogisch werk (Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang) Helpende zorg en welzijn Leerweg, niveau, locatie leerweg bol, niveau 4, NTI, Leiden leerweg bol, niveau 4, NTI, Leiden leerweg bol, niveau 3, NTI, Leiden leerweg bbl, niveau 2, NTI, Leiden De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico's en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4. Rapport Staat van de instelling mbo - NTI pagina 1 van 18

6 Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 2 van 18

7 2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico's. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven we aan in welke mate er risico's zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico's, enkele risico's of veel risico's. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen we tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij NTI onvoldoende is. Voorts concluderen we dat er een enkel risico in de zin van het toezichtkader is voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit risico komt naar voren bij de kwaliteit van de examinering. Het oordeel dat de kwaliteitsborging onvoldoende is, gecombineerd met de constatering dat er een enkel risico is voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we geen aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij NTI. Naar aanleiding van de geconstateerde tekortkomingen bij examinering en diplomering en bij kwaliteitsborging, is er sprake van vervolgtoezicht. Dit vervolgtoezicht is tevens adequaat om toe te zien op beperking van het geconstateerde risico. Daarnaast is er sprake van voldoende centrale sturing; plannen zijn voldoende ontwikkeld en de verbeteraanpak van de instelling functioneert adequaat. Door de combinatie van het vervolgtoezicht en de centrale sturing en verbeteraanpak is aanvullend toezicht niet nodig. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vier opleidingen onderzocht. Bij deze opleidingen zijn het onderwijsproces en de naleving van wettelijke vereisten als voldoende beoordeeld. Bij alle opleidingen zijn bij examinering en diplomering en kwaliteitsborging tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf. 2.2 Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij NTI is onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB, art ) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. NTI krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de vier onderzochte opleidingen In onderstaand schema is het vervolgtoezicht van alle opleidingen gezamenlijk te lezen. De opleidingen die het NTI aanbiedt, worden door één organisatieonderdeel Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 3 van 18

8 op dezelfde wijze verzorgd. Wij hebben daarbij geen onderscheid geconstateerd in de oordelen over de verschillende opleidingen. Sociaal juridisch medewerker - Sociale zekerheid, crebo Onderwijsassistent, crebo Pedagogisch werk (Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang), crebo Helpende zorg en welzijn, crebo Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit examinering is onvoldoende. Kwaliteitsborging is onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van van de WEB. De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Tijdens het onderzoek naar kwaliteitsverbetering vanwege onvoldoende examenkwaliteit zal ook de kwaliteitsborging opnieuw worden beoordeeld. Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 4 van 18

9 3 Instellingsbrede resultaten In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico's zijn bij de instelling. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende 4. Kwaliteitsborging Slecht Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspect Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing De kwaliteitsborging is onvoldoende omdat er geen betrokkenheid is van onafhankelijke deskundigen bij de eigen beoordeling van de kwaliteit; wel is er periodiek een ISO-audit, welke een oordeel geeft over het kwaliteitszorgsysteem en niet over de kwaliteit van het onderwijs en de examinering. Hierdoor ontbreekt een wettelijke waarborg in het stelsel van checks en balances rondom de beoordeling van kwaliteit en is het oordeel over onderwijs- en examenkwaliteit eenzijdig. Daarnaast is de verankering van de kwaliteitsborging onvoldoende. De reden hiervoor is dat de relatie van de examencommissie met het NTI MBO-College - als onderdeel van het totaal van de kwaliteitsborging - niet adequaat is uitgewerkt. Hierdoor ontbreekt zicht op de totale examenkwaliteit en is er geen afstemming en verbinding tussen onderwijs- en examenkwaliteit. Dit is mede het gevolg van de eenzijdige en beperkte taakopvatting van de examencommissie. De kwaliteitsborging als geheel heeft een centrale positie binnen het NTI. Zowel op NTI-niveau als op het niveau van het MBO-College zijn concrete doelen geformuleerd en uitgewerkt in een activiteitenplan. Dit plan is onder andere gebaseerd op het interne Jaarverslag Kwaliteitszorg. Hierdoor is een duidelijk cyclisch karakter zichtbaar. Daarnaast is dit jaarverslag ook de basis voor het verbeterplan van het NTI MBO-College, dat wordt opgesteld op basis van de systematisch verzamelde en geanalyseerde informatie over onder andere de uitvoering van het afstandsonderwijs. Hierbij merken we op dat de respons op verschillende evaluaties bij enkele onderzochte opleidingen soms zodanig laag is dat de resultaten niet meegenomen worden in de analyse voor mogelijke verbeteringen voor de opleiding. Op het niveau het MBO-College daarentegen is de totale respons wel voldoende en zijn wel uitspraken gedaan die voor alle opleidingen integraal leiden tot verbeteracties. Hierbij merken we op dat er nog Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 5 van 18

10 geen maatregelen zijn die tot doel hebben de respons op evaluaties van individuele opleidingen te verhogen. 3.2 Risico's op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico's in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Mate van risico's Geen Enkele Veel Kwaliteit onderwijs Het risico voor de kwaliteit van onderwijs is te kwalificeren als geen tot gering. Bij alle onderzochte opleidingen is het onderwijsproces als voldoende beoordeeld. Door de centrale inrichting van het mbo-onderwijs binnen het NTI MBO-College gaan wij ervan uit dat de resultaten van dit onderzoek karakteristiek zijn voor alle mboopleidingen. Dat betekent dat er geen andere tekortkomingen worden verwacht bij andere opleidingen. Kwaliteit examinering Het risico voor de kwaliteit van examinering wordt als matig tot hoog ingeschat. De inrichting en eenduidige werkwijze van het NTI met betrekking tot examinering maakt duidelijk dat we de geconstateerde tekortkoming ook bij alle andere opleidingen aan zullen treffen. Er is één examencommissie met een beperkte taakopvatting voor het gehele NTI MBO-College. Daardoor zal ook bij de andere opleidingen geen sprake zijn van zicht op de uitvoering van het praktijkexamen. Daarentegen biedt deze organisatievorm wel de mogelijkheid het risico snel en effectief te beperken. Opbrengsten De inspectie weegt bij afstandsonderwijs het rendement niet mee bij de risicoanalyse. We spreken nog geen oordeel uit over de hoogte van het rendement. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers De risico's als gevolg van ontevredenheid van studenten, docenten en werkveld kwalificeren wij als geen tot gering. Uit het tevredenheidsonderzoek van het NTI blijkt dat studenten gemiddeld een 6,5 scoren op een schaal van 1 tot 10. Daarbij wordt de inhoud van de opleiding met een 6,8, de studiebegeleiding met een 6,4 en toetsing en beoordeling met een 6,3 gewaardeerd. De kwaliteit van docenten wordt minder gewaardeerd (5,8). Hiervoor heeft NTI verbetermaatregelen geformuleerd. De tevredenheid van docenten laat een score 7 zien. Het werkveld (leerbedrijven) is met een 6,5 ook tevreden. Stabiliteit organisatie en management Voor wat betreft het risico van de stabiliteit van de organisatie en management schat de inspectie in dat dit gering is. Hoewel er sprake is van een docentenbestand waarbij de docenten en stageadviseurs op freelancebasis aan het NTI zijn gelieerd, is er voldoende zekerheid gecreëerd om de continuïteit te waarborgen. De omvang van de organisatie en de snelheid waarmee vacatures zijn vervuld, in samenhang met het feit dat er geen grote veranderingen te verwachten Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 6 van 18

11 zijn in organisatie en visie, dragen hier eveneens aan bij. We komen hiermee tot de conclusie dat er betreffende de examinering een belangrijke tekortkoming en daarmee een risico is voor de onderwijskwaliteit. Door de stabiliteit van de organisatie, de kwaliteit van het onderwijsproces en de tevredenheid van betrokkenen is er slechts sprake is van een enkel risico. Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 7 van 18

12 Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 8 van 18

13 4 Resultaten op opleidingsniveau In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden op opleidingsniveau. Het betreft de volgende onderzochte opleidingen: Sociaal juridisch medewerker - Sociale zekerheid, crebo 10025, niveau 4 Onderwijsassistent, crebo 10710, niveau 4 Pedagogisch werk (Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang), crebo 92620, niveau 3 Helpende zorg en welzijn, crebo 92640, niveau 2 NTI biedt deze opleidingen aan als afstandsonderwijs. De essentie van afstandsonderwijs is dat de student zelfstandig en in eigen tempo de leerstof eigen kan maken. Hierdoor is de beoordeling van didactisch handelen van een andere aard dan bij het reguliere mbo-onderwijs. Dit betekent dat wij in dit geval beoordelen of het opleidingsmateriaal zodanig is opgesteld dat de student zelfstandig kan studeren. Daarnaast beoordelen wij of de student voor studiebegeleiding en inhoudelijke ondersteuning de beschikking heeft over voldoende mogelijkheden om contact te hebben met de opleider, zodat zijn studievoortgang niet belemmerd wordt. De aspecten leertijd en zorg worden, gelet op de kenmerken van afstandsonderwijs en de studentenpopulatie, door de inspectie hierbij niet beoordeeld. Hierbij geven wij één oordeel dat van toepassing is op alle vier afzonderlijk onderzochte opleidingen. Dit omdat de opleidingen die het NTI aanbiedt door één organisatieonderdeel op dezelfde wijze worden verzorgd. Daarbij hebben wij geen onderscheid geconstateerd in de oordelen over de verschillende opleidingen. Het kwaliteitsonderzoek bij de opleidingen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten Kwaliteitsborging Voldoet Voldoet niet 5.Naleving wettelijke vereisten De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 9 van 18

14 Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg - - Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement - - Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen Het NTI biedt binnen een compacte organisatie diverse mbo-opleidingen aan. Alle mbo-opleidingen worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de businessunit MBO-College. Daarmee verschillen de opzet en uitvoering van onderwijs, examinering en diplomering en de kwaliteitsborging van de onderzochte opleidingen niet van elkaar. Vandaar dat in deze paragraaf de bevindingen van alle onderzochte opleidingen zijn opgenomen. Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende. Het NTI MBO-College biedt inhoudelijk samenhangende opleidingen aan die invulling geven aan de vereisten zoals die in het kwalificatiedossier respectievelijk het eindtermendocument zijn verwoord. Hierbij is sprake van verzorgd en compleet studiemateriaal. Daarbij is sprake van een proactieve studiebegeleiding zowel tijdens de theorie als tijdens de beroepspraktijkvorming. Bij de studiebegeleiding maken mentoren afspraken met de student over de intensiteit van studiebegeleiding en de voortgang van de opleiding. Dit draagt er toe bij dat studenten gericht worden begeleid tot het behalen van hun diploma. De inhoudelijke ondersteuning en begeleiding van leeractiviteiten is passend. Hierbij is de student aangewezen op de digitale leeromgeving van het NTI. Via deze leeromgeving ontvangt de student feedback op leeractiviteiten. Vanwege het Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 10 van 18

15 belang van het op afstand kunnen faciliteren van het leren zijn de systemen zo ingericht dat het management weet dat de studenten worden geholpen. Ook een klachtenregistratie en - volgsysteem maken het mogelijk de begeleiding van de student bij te sturen. Hierdoor worden studenten - op afstand - tijdig en adequaat geholpen bij hun opleiding. In het studiemateriaal worden casussen aangeboden die bedoeld zijn voor gerichte feedback op studievorderingen. Van deze casussen maakt de student, weinig gebruik. Het management heeft geen maatregelen genomen om deze faciliteit effectiever te laten zijn. Voor de studiebegeleiding tijdens de stage zijn stageadviseurs het eerste aanspreekpunt voor student en bpv-bedrijf. De stageadviseurs zijn de schakel met het stagebureau van het NTI MBO-college. Hierdoor is er kennis is over de voortgang van de student in de beroepspraktijkvorming en zicht op de kwaliteit van de begeleiding door bpv-bedrijf. Studenten kiezen veelal bewust voor afstandsonderwijs. Bij intake en plaatsing is er geen speciale aandacht voor eventueel benodigde zorg, en/of wordt niet systematisch de geschiktheid voor de gekozen opleiding besproken. In voorkomend geval schrijven studieadviseurs studenten wel in op aparte trajecten (verkort of basis). Examinering en diplomering De kwaliteit van examinering en diplomering is onvoldoende. De examencommissie heeft onvoldoende zicht op de kwaliteit van de uitvoering van de examinering en daarbij heeft zij een eenzijdig beeld van haar taken en verantwoordelijkheden. Dit beeld is namelijk alleen gericht op de theorie-examens en richt zich niet op de examinering in de praktijk en op EVC-procedures. Voor het praktijkexamen heeft de examencommissie geen informatie om te oordelen over de betrouwbaarheid van afname en beoordeling. Ook heeft zij geen zicht op de deskundigheid van beoordelaars. Over de theorie-examens wordt de examencommissie daarentegen wel systematisch geïnformeerd en is er de mogelijkheid om op basis van analyses van toetsresultaten en interne rapportages, beslissingen te nemen. Voor het zicht op de afname en beoordeling heeft het MBO-College een werkwijze ingesteld die voorziet in een steekproefsgewijze controle van een klein aantal examenopdrachten van 50 procent van de studenten per opleiding. De wijze waarop deze controle wordt uitgevoerd heeft hiaten en bereikt haar doel niet. Ten eerste blijkt dat verschillende hoofddocenten hier op hun eigen manier invulling aan geven. Ten tweede merken we op dat deze controle van enkele opdrachten geen betrouwbaar beeld geeft over de beoordeling van de student. Indien bij deze controle blijkt dat opdrachten onvoldoende zijn uitgevoerd of beoordeeld, moet de student alleen deze opdrachten opnieuw doen. Hierdoor bestaat er geen zekerheid over de prestatie van de student met betrekking tot het gehele examen. In positieve zin hebben we gezien dat bij de beroepsgerichte opleidingen een beoordelaar van het NTI de student mede beoordeelt bij een van de kerntaken. Tot slot constateren we dat deze werkwijze als controlemiddel onvoldoende functioneert, omdat er geen informatieoverdracht aan de examencommissie is over de resultaten van de controle. De zelfevaluatie die de examencommissie heeft opgesteld is niet kritisch en heeft alleen betrekking op de theorie-examens. Verbeterpunten die zij heeft voorgesteld worden gepresenteerd als voornemens, waarbij het ontbreekt aan een concreet Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 11 van 18

16 verbeterplan met meer SMART-geformuleerde doelen. De examencommissie heeft nu geen zicht op de realisatie van de voornemens uit de zelfevaluatie. Het exameninstrumentarium heeft het NTI zelf ontwikkeld. De examens voor het beroepsgerichte deel zijn, na mogelijkheid tot beperkt herstel (zie bijlage IV), voldoende beoordeeld. Voor Nederlands (2F) laat het instrumentarium echter tekortkomingen zien. Hierbij is sprake van een groepsopdracht voor de vaardigheden spreken, gesprekken voeren en luisteren. Er wordt gesproken door een student (spreekopdracht), waarbij dit voor de overige twee studenten de luisteropdracht vormt. Dit geldt ook voor de opdracht gesprekken voeren. Bij deze werkvorm hangt de kwaliteit van de toets af van de kwaliteit (vaardigheid) van de kandidaten. Daardoor kan onvoldoende worden bepaald of de student de vaardigheden op het vereiste niveau beheerst. Het oordeel over Nederlands weegt overigens niet mee in ons eindoordeel over de examenkwaliteit Opbrengsten We geven voor afstandsonderwijs dit jaar nog geen oordeel over het rendement. Kwaliteitsboring De kwaliteitsborging van de opleidingen is gelijk aan de kwaliteitsborging op instellingsniveau, zoals in paragraaf 3.1 is beschreven. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van de melding en registratie van ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten. De opleiding registreert het verzuim. Als gevolg van afstandsonderwijs is er geen sprake geweest van verzuim zonder geldige reden waarvan melding gemaakt moest worden. De werkwijze van het NTI betreffende VSV is wel zodanig ingericht, dat in voorkomend geval tijdig kan worden gemeld. Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 12 van 18

17 Bijlagen Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Voor de beoordeling van de rendementen is gebruik gemaakt van de volgende normen. Doelgroep Norm < 23 jaar 65 > 23 jaar 67 Afstandsonderwijs Nog niet bepaald Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan. Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 13 van 18

18 Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd). Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 14 van 18

19 Bijlage II Beoordeling indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbeteringen Verbeteraanpak verankering * Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en Intern verantwoording Extern De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied. Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 15 van 18

20 Bijlage III Beoordeling indicatoren opleidingen Sociaal juridisch medewerker - Sociale zekerheid, crebo Onderwijsassistent, crebo Pedagogisch werk (Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang), crebo Helpende zorg en welzijn, crebo Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang Inhoud Programmering 1.2 Maatwerk Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch Interactie handelen* Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd Benutting Werkdruk Leeromgeving Schoolklimaat Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & Voorlichting plaatsing Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaan Informatievoorziening begeleiding* Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg Eerste- en - - tweedelijnszorg Derdelijnszorg - - Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door het bedrijf Begeleiding door de opleiding Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 2.1 Examen Onderscheid tussen instrumentarium* ontwikkelgerichte toetsen en examinering Dekking van het kwalificatiedossier Cesuur Beoordelingswijze Transparantie Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 16 van 18

21 2.2 Afname en Authentieke afname beoordeling* Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* Besluitvorming diplomering Verantwoordelijkheid examencommissie Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement Rendement - - Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbeteringen Verbeteraanpak verankering * Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en Intern verantwoording Extern Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke vereisten Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 17 van 18

22 Bijlage IV Oordeel voorafgaand aan herstel De inspectie heeft tijdens het onderzoek een wezenlijke maar relatief eenvoudig te herstellen tekortkoming geconstateerd. In deze bijlage is de bevinding en het oordeel voorafgaand aan herstel weergegeven. Het in deze bijlage opgenomen oordeel wordt betrokken bij het in het onderwijsverslag gegeven landelijke beeld over de kwaliteit. Sociaal juridisch medewerker - Sociale zekerheid, crebo Aspect 2.1 Het exameninstrumentarium voor deze opleiding was Indicator onvoldoende. Het uitgevoerde herstel had betrekking op de inhoudelijke dekking van de schriftelijke toets behorende bij deelkwalificatie Openbaar bestuur. Het merendeel van de vragen had inhoudelijk niet voldoende betrekking op de eindtermen. De toets is voldoende hersteld. Rapport Staat van de instelling mbo NTI pagina 18 van 18