STAAT VAN DE INSTELLING MBO. BLAUW - Maatwerk in Educatie

Transcriptie

1 STAAT VAN DE INSTELLING MBO BLAUW - Maatwerk in Educatie Plaats : Utrecht BRIN nummer : 30RC Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 7-18 oktober 2013 Datum vaststelling : 15 januari 2014

2 Pagina 2 van 24

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT Conclusie Vervolgtoezicht TOELICHTING OP DE BEOORDELING Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Risico's op relevante indicatoren Resultaat Particuliere Beveiliging (Beveiliger) BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Particuliere Beveiliging (Beveiliger), Pagina 3 van 24

4 Pagina 4 van 24

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in oktober 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij Blauw Maatwerk in Educatie (hierna Blauw). Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. Blauw is een niet-bekostigde instelling met ongeveer 100 studenten in drie erkende middelbare beroepsopleidingen. De instelling heeft meerdere onderwijslocaties. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het verslag van werkzaamheden, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en praktijkopleiders, ook van niet bezochte locaties. Aanvullend zijn documenten onderzocht en onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. De volgende opleiding is onderzocht: Gebied Gebied Opbrengsten Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten , Particuliere Beveiliging (Beveiliger) Gebied Examinering en diplomering 94850, Particuliere Beveiliging (Beveiliger) Leerweg, niveau, bezochte locatie leerweg bbl, niveau 2, locatie Zoetermeer en Almere De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. Pagina 5 van 24

6 De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de resultaten van de analyse en de resultaten van het kwaliteitsonderzoek van de onderzochte opleiding vindt u in hoofdstuk 3. Pagina 6 van 24

7 2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, het kwaliteitsonderzoek en de analyse van risico s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven wij aan in welke mate er risico s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico s, enkele risico s of veel risico s. In hoofdstuk 3 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen wij tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij Blauw slecht is. Voorts concluderen we dat er veel risico s in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico s komen naar voren bij de kwaliteit van het onderwijsproces, de tevredenheid van studenten en de stabiliteit van organisatie en management. Ondanks het oordeel dat de kwaliteitsborging slecht is en de constatering dat er veel risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, vindt er geen aanvullend vervolgtoezicht plaats. Wij hebben de risico s reeds voldoende in beeld waardoor aanvullend onderzoek geen nieuwe informatie op zou leveren. Het vervolgtoezicht richt zich daarom uitsluitend op de tekortkomingen binnen de onderzochte opleiding en op de kwaliteitsborging instellingsbreed. In paragraaf 2.2 wordt de aard van het vervolgtoezicht nader uitgewerkt. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we één opleiding onderzocht waarbij tekortkomingen zijn geconstateerd. Bij deze opleiding vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf. 2.2 Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij Blauw is slecht. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (art van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. Blauw krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Pagina 7 van 24

8 Het vervolgtoezicht bestaat er uit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Drie maanden na vaststelling van het rapport stuurt de instelling een verbeterplan naar de inspectie. In dit verbeterplan dient de instelling aan te geven hoe zij de geconstateerde tekortkomingen ten aanzien van de kwaliteitsborging gaat verbeteren. De inspectie zal hierop reageren. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleiding In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. Het vervolgtoezicht voeren we bij voorkeur en voor zover mogelijk gelijktijdig uit. Particuliere Beveiliging (Beveiliger), Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijsproces Aangepast toezicht Na circa een jaar onderzoek is onvoldoende. (zwak onderwijs). vanwege zwak onderwijs. naar kwaliteitsverbetering. Kwaliteitsborging is Aangepast toezicht Circa een jaar na het definitieve slecht. vanwege niet naleving van van de WEB. rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. Drie maanden na vaststelling van het rapport stuurt de instelling een verbeterplan naar de inspectie. De inspectie geeft een reactie op het verbeterplan. Bij niet naleven van Aangepast toezicht De instelling herstelt de wet- en regelgeving. vanwege niet naleving tekortkoming. van artikel en De inspectie onderzoekt het 8.1.8a van de WEB betreffende ongeoorloofd herstel tenminste 3 maanden na de vaststellingsdatum van het rapport. verzuim en voortijdig schoolverlaten. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 7.2.7, lid 4 van de WEB betreffende het in instellingstijd verzorgde onderwijsprogramma voor de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). De instelling herstelt de tekortkoming. De inspectie onderzoekt het herstel tenminste 3 maanden na de vaststellingsdatum van het rapport. Pagina 8 van 24

9 3 TOELICHTING OP DE BEOORDELING In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de beoordeling. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico s zijn bij de instelling. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 4 Kwaliteitsborging Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Blauw is een jonge niet-bekostigde instelling die via samenwerkingsovereenkomsten met diverse private opleidingsinstituten beroepsopleidingen aanbiedt. Blauw is binnen het samenwerkingsverband de door de minister erkende onderwijsinstelling en draagt de eindverantwoordelijkheid. De opleidingsinstituten, ook wel onderwijslocaties genoemd, verzorgen het vakinhoudelijke onderwijs en Blauw verzorgt de generieke component van de opleiding. Via e-learning biedt Blauw de generieke vakken aan en verzorgt de examinering van deze onderdelen. Een student heeft in de praktijk alleen fysiek contact met de onderwijslocatie en via e-learning met Blauw. Blauw geeft vooraf te weinig sturing aan de onderwijslocaties en er vinden te weinig controlerende activiteiten plaats waarmee zicht wordt gehouden op de kwaliteit van de opleiding. Doordat Blauw op afstand van de onderwijslocaties staat signaleert zij zaken niet of te laat. Blauw kan hierdoor in onvoldoende mate actief sturing en richting aan het onderwijs geven. Pagina 9 van 24

10 Blauw heeft een aantal randvoorwaarden geformuleerd, waarbinnen een onderwijslocatie de ruimte heeft om het onderwijs via een eigen visie in te richten. Er zijn diverse handboeken en documenten waarin processen en werkwijzen rondom het onderwijs en de kwaliteitszorg beschreven staan. Echter in de praktijk blijkt dat niet altijd aan deze randvoorwaarden voldaan wordt en dat betrokkenen onvoldoende of niet op de hoogte zijn van de inhoud van de diverse documenten. Wij hebben bijvoorbeeld geconstateerd dat een docent lessen verzorgt waarbij onvoldoende gecheckt is of deze aan het opgestelde functieprofiel voldoet en dat een onderwijslocatie een student ingeschreven heeft zonder dit aan Blauw door te geven. In de praktijk heeft Blauw onvoldoende zicht op de uitvoering van haar eigen kwaliteitsvoorwaarden. Blauw controleert onvoldoende of en hoe het geformuleerde beleid uitgevoerd wordt door de onderwijslocaties. Ook zijn de op papier opgestelde activiteiten om de kwaliteit te borgen nog niet als zodanig uitgevoerd. Zo zijn er nog geen analyses van de uitkomsten van de diverse enquêtes uitgevoerd, is gedurende de opleiding de bekwaamheid van het personeel niet gemeten en heeft de instelling per organisatieniveau geen specifieke plannen en doelen opgesteld die afgestemd zijn op de onderwijslocaties. Concrete doelen over de onderwijskwaliteit ontbreken, waardoor de diverse onderwijslocaties niet gericht aan de kwaliteit van de opleiding werken. Doordat de beschikbare informatie over de opleiding tekortschiet, heeft Blauw een onvolledig en niet actueel beeld van de kwaliteit van de opleiding. Dit maakt dat een goede en tijdige sturing niet mogelijk is. Blauw vertrouwt te veel op de volledigheid en tijdigheid van de informatie die de onderwijslocatie verstrekt en voert zelf geen reality checks uit. Er zijn enquêtes afgenomen aan het einde van de opleiding en een audit is recent in gang gezet. Echter de resultaten hiervan zijn of nog niet beschikbaar of nog niet geanalyseerd. Doordat er geen doelen gesteld zijn waaraan men werkt, er nog geen uitkomsten van evaluaties zijn en er geen reality checks plaatsvinden heeft Blauw te weinig zicht op de kwaliteit van de opleiding. De tekortkomingen die wij geconstateerd hebben bij de onderzochte opleiding had Blauw dan ook niet in beeld. Ondanks dat wij zien dat Blauw nog niet werkt aan verbeteringen die gebaseerd zijn op uitkomsten van de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs, constateren wij wel dat wanneer Blauw op de hoogte is van een bepaald probleem, dit direct opgepakt wordt. Echter dit is vooral reactief. Pro-actief handelen en risicogericht denken zien wij slechts in beperkte mate. We zien een risico wat betreft de aansturing van de onderwijslocatie en de daarbij betrokken personen doordat Blauw beperkte middelen voorhanden heeft om te kunnen sturen op de kwaliteit. Pagina 10 van 24

11 Het gesprek dat intern plaatsvindt met studenten en tussen docenten is toegespitst op de dagelijkse gang van zaken. Er wordt niet zozeer stil gestaan bij de gehele opleiding en wat de studenten en docenten daarvan vinden. Er is een dialoog met het bedrijfsleven maar deze is niet gericht op de ontwikkeling van het onderwijs en de beoordeling van de kwaliteit daarvan. 3.2 Risico's op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: 0 Mate van risico's Geen Enkele Veel Kwaliteit onderwijsproces. Wij schatten het risico voor de kwaliteit van het onderwijsproces in als matig tot hoog. Tijdens het uitgevoerde onderzoek bij de opleiding hebben wij waargenomen dat de kwaliteit van het onderwijsproces onvoldoende is. Dit heeft te maken met een tekortschietende studieloopbaanbegeleiding en bpvbegeleiding bij sommige onderwijslocaties. Hierdoor worden bepaalde studenten onvoldoende gevolgd bij hun ontwikkeling in de opleiding en onvoldoende actief begeleid naar het succesvol afronden van de opleiding. Kwaliteit examinering. Wij schatten het risico voor de kwaliteit van de examinering en diplomering in als geen tot gering. Tijdens het uitgevoerde onderzoek bij de opleiding hebben wij geconstateerd dat de examinering en diplomering voldoende is. Opbrengsten Op dit moment zijn er slechts een beperkt aantal studenten gediplomeerd waardoor wij nog geen uitspraak kunnen doen over de opbrengsten. Een goede risicobepaling is daardoor niet mogelijk. Tot op heden is ongeveer een kwart van de studenten ongediplomeerd uitgestroomd. Dit wordt voor een deel veroorzaakt doordat studenten niet door de screening van de politie komen en daardoor geen grijs legitimatiebewijs krijgen. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Pagina 11 van 24

12 Wij schatten het risico ten aanzien van de tevredenheid van studenten in als gering tot matig. Hoewel uit de tot op heden afgenomen tevredenheidenquêtes onder studenten het beeld naar voren komt dat studenten over het algemeen tevreden zijn, hebben wij tijdens het onderzoek ook een aantal kritische geluiden gehoord. Uit de gevoerde gesprekken met studenten bleek dat zij tevreden zijn over de theorielessen maar dat zij minder te spreken zijn over bepaalde onderdelen van het onderwijs, zoals de begeleiding tijdens de generieke vakken en de beroepspraktijkvorming. Er is onvoldoende informatie beschikbaar ten aanzien van de tevredenheid van medewerkers en werkgevers om hier een uitspraak over te doen. Stabiliteit organisatie en management Het risico voor de stabiliteit van de organisatie en het management schatten we in als hoog tot zeer hoog. Doordat Blauw geen hiërarchische positie heeft ten opzichte van de onderwijslocaties, heeft zij onvoldoende middelen om te sturen op het organisatie- en personeelsbeleid. Er doet zich een probleem voor wanneer de betrokken personen ziek worden of niet naar wens functioneren. Blauw is dan voor een groot deel afhankelijk van de betreffende locatie. Indien de locatie de noodzakelijke interventie niet faciliteert of ondersteunt, heeft Blauw geen middelen hier iets tegen te doen, behalve het uiterste middel namelijk het beëindigen van de samenwerkingsovereenkomst. Hierdoor lopen studenten een groot risico in het succesvol of tijdig afronden van hun opleiding. Wij constateren dat de risico s voor de kwaliteit van het onderwijs te maken hebben met de wijze waarop het onderwijs binnen het samenwerkingsverband is georganiseerd en met de wijze waarop de directie van Blauw op onderdelen van het onderwijs sturing biedt en controle houdt. Vanwege de onvoorspelbaarheid van het aangeboden onderwijs, zowel ten aanzien van de continuïteit als van de kwaliteit, zien wij een groot risico. Dit komt omdat samenwerkingen met de onderwijslocaties vrij makkelijk opgezet en wederzijds beëindigd kunnen worden en Blauw voor een belangrijk deel afhankelijk is van het functioneren van een locatie: zij heeft hier maar beperkt zicht op en zeggenschap over. De directie gaat er vanuit dat afspraken nageleefd en uitgevoerd worden zoals ze zijn afgesproken, wat niet altijd zo blijkt te zijn. Zij staat op dit moment te veel op afstand en heeft geen zicht op de door ons geconstateerde tekortkomingen. Desondanks zien wij een grote bereidwilligheid en inzet om de kwaliteit op orde te krijgen. Pagina 12 van 24

13 3.3 Resultaat Particuliere Beveiliging (Beveiliger) Het kwaliteitsonderzoek bij Particuliere Beveiliging (Beveiliger), 94850, niveau 2, locatie Zoetermeer en Almere heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zwak onderwijs, niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging, op het gebied van verzuim en vsv en ten aanzien van de inrichtingseis die voor de bbl geldt. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vier kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Pagina 13 van 24

14 Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen Het beroepsgerichte deel van de opleiding wordt op de onderwijslocaties verzorgd door docenten met veel kennis van de beroepspraktijk. Zij zorgen dat de studenten qua theorie voldoende voorbereid zijn op het werken in de beroepspraktijk. Voor een deel van de studenten is er echter sprake van onvoldoende sturing en begeleiding tijdens de studieloopbaan en de beroepspraktijkvorming (bpv). Dit kan leiden tot studievertraging of voortijdig schoolverlaten. Doordat Blauw de uitvoering en kwaliteit van de opleiding onvoldoende monitort, heeft de instelling de tekortkomingen onvoldoende in beeld. Onderwijsproces Hoewel de kwaliteit van het onderwijsproces onvoldoende is, zien wij dat de docenten tijdens de beroepsgerichte lessen zorgen voor voldoende structurering en begeleiding van de leeractiviteiten. De docenten die de opleiding verzorgen zijn werkzaam binnen de branche en hebben veel kennis van en expertise op het vakgebied. Zij zorgen voor een duidelijke koppeling tussen theorie en de praktijk. Naast de theorielessen vinden er praktijklessen plaats. De mate waarin deze verzorgd worden, verschilt per locatie. De onderwijslocatie is vrij om dit zelf te bepalen. Bij sommige locaties worden deze lessen in het geheel niet aangeboden, waardoor studenten minder toegerust zijn om het examen succesvol te doorlopen. Verder merken wij op dat bij de generieke vakken er nauwelijks sprake is van ondersteuning en begeleiding. Vooral via zelfstudie moet de student werken Pagina 14 van 24

15 aan de generieke vakken. Dit kan een risico vormen bij de invoering van centrale examinering en het resultaat meetelt voor de zak-/slaagbeslissing. De begeleiding tijdens de studieloopbaan wordt voor het beroepsgerichte deel uitgevoerd door de onderwijslocatie. Voor het generieke deel geldt dat Blauw de voortgang monitort en eventuele achterstand hierin doorgeeft aan de locatie. De locatie heeft namelijk de fysieke contacten met de studenten en kan hen persoonlijk aanspreken op de voortgang. Opvallend is dat de visie over de invulling en intensiviteit van de begeleiding verschilt per onderwijslocatie. Wij constateren dat niet overal actief gewerkt wordt aan het voorkomen van schooluitval of bekeken wordt welke ondersteuning nodig is. Er wordt in sommige gevallen te veel uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de student in dit proces. Dit resulteert er in dat meerdere studenten waarschijnlijk zonder diploma uit zullen stromen. Instellingsbreed zien wij dat gegevens uit de intake niet gebruikt worden tijdens de studiebegeleiding, waardoor tijdens de opleiding onvoldoende rekening gehouden wordt met het instroomniveau van de student voor wat betreft de generieke vakken en eventuele andere relevante gegevens. De informatievoorziening aan studenten schiet tekort. De studiegids, het deelnemersstatuut en de onderwijs- en examenregeling zijn beschikbaar via het e-learning portaal, maar dit is nooit actief met studenten besproken. Dit zorgt ervoor dat zij onvoldoende kennis hebben van de inhoud hiervan en niet weten wie waarvoor verantwoordelijk is. Zij ervaren Blauw niet als de onderwijsinstelling en communiceren ook niet met Blauw over eventuele problemen of klachten, tenzij het de generieke vakken betreft. Dit zorgt ervoor dat er niet of te laat actie wordt ondernomen, wat voor studievertraging kan zorgen. Niet alle studenten en leerbedrijven blijken voldoende voorbereid te zijn op hetgeen studenten in de bpv gaan doen. Bij meerdere leerbedrijven is er geen contact geweest met iemand van de opleiding en zijn zij niet geïnformeerd over de wijze van begeleiding en beoordeling. Hierover zijn geen afspraken gemaakt. De opleiding volgt bij leerbedrijven, die niet gelieerd zijn aan de onderwijslocatie, in onvoldoende mate de voortgang van studenten in de bpv. Hierdoor worden knelpunten tijdens de bpv niet of te laat gesignaleerd. Examinering en diplomering De examinering en diplomering zijn zodanig vormgegeven dat deze voldoen aan de drie examenstandaarden. De examencommissie borgt in voldoende mate het gehele examenproces. Zij zet de examenresultaten af tegen de exameneisen uit Pagina 15 van 24

16 het kwalificatiedossier, checkt exameninstrumenten van de generieke vakken en voert hierbij resultatenanalyses uit waarna verbeteracties ingezet worden. Ook denkt zij na over de verdere invulling van haar rol om meer zicht te krijgen op de afname en beoordeling. Hiervoor heeft de examencommissie ideeën bedacht maar nog niet uitgewerkt naar concrete activiteiten. De wijze waarop de examencommissie hiermee bezig is biedt vooralsnog voldoende vertrouwen. Het beroepsgerichte instrumentarium wordt afgenomen bij de Stichting Vakexamens Voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties (SVPB) en is eerder als voldoende door de inspectie beoordeeld. Ook verlopen de afname en beoordeling bij de SVPB deugdelijk. Het door de instelling geconstrueerde exameninstrumentarium voor Nederlands voldoet voor de vaardigheden schrijven en gesprekken voeren aan de toetstechnische en uitstroomeisen. De vaardigheid spreken voldoet echter niet doordat zowel in de opdracht als in de beoordeling geen onderscheid gemaakt is tussen de vaardigheid spreken en luisteren. In de opdracht zijn de vaardigheden afhankelijk van elkaar en worden de afzonderlijke vaardigheden niet getoetst. Hierdoor is het niet mogelijk een apart resultaat per vaardigheid te genereren. Ten aanzien van de beoordelingswijze van Nederlands zien wij dat een onvoldoende oordeel niet altijd onderbouwd wordt. Dit vormt een aandachtspunt. Het oordeel over Nederlands telt overigens niet mee voor het eindoordeel over de examenkwaliteit van de opleiding. Opbrengsten Er is geen beoordeling van de opbrengsten mogelijk aangezien er op dit moment een te klein aantal studenten gediplomeerd is. Kwaliteitsborging De kwaliteit van de opleiding wordt bij de onderzochte locaties onvoldoende geborgd. Wij constateren dat de kwaliteitszorg niet verankerd is. Het oordeel betreffende de kwaliteitsborging van de opleiding is daarmee gelijk aan de kwaliteitsborging op instellingsniveau. Een beschrijving van de stand van de kwaliteitsborging is weergegeven in paragraaf 3.1. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan de onderzochte wettelijke eisen. Pagina 16 van 24

17 Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De instelling heeft niet inzichtelijk gemaakt dat de opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden gedurende een aaneengesloten periode van vier weken voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie (artikel 8.1.8a van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)) en aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van de verwijdering van studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie (artikel van de WEB). Door een onvoldoende sluitend systeem van registreren en aggregeren van gegevens is niet vast te stellen of een melding plaats had moeten vinden. Er vindt vanuit Blauw geen controle plaats op de registratie door de verschillende locaties. Een totaaloverzicht per student, waaruit de aanwezigheid tijdens de bpv en in de lessen blijkt, is niet aanwezig. De instelling gaat er vanuit dat zij mondeling geïnformeerd wordt door de locaties over afwezigheid. Duidelijke afspraken hierover ontbreken. Bovendien blijken niet alle locatieverantwoordelijken op de hoogte te zijn van de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht en de urgentie hiervan. Inrichtingseis beroepsbegeleide leerweg (bbl) De opleiding voldoet, voor de studenten die ingeschreven zijn na 31 juli 2013, niet aan de ureneis voor de bbl. Vanaf 1 augustus 2013 geldt voor bbl opleidingen een urennorm van tenminste 850 klokuren, waarvan minimaal 610 uur bpv en 200 uur begeleide onderwijsuren. Aan zowel de eis van de bpv als van de begeleide onderwijsuren wordt niet voldaan (artikel 7.2.7, lid 4 van de WEB). De instelling heeft het voornemen om studenten over te schrijven naar de derde leerweg, waarmee aan deze eis niet voldaan hoeft te worden. Dit neemt niet weg dat de studenten op het moment van onderzoek ingeschreven staan in de bbl en de inrichtingseis derhalve van toepassing is. Pagina 17 van 24

18 Pagina 18 van 24

19 4 BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Pagina 19 van 24

20 Voor de beoordeling van de rendementen is gebruik gemaakt van de volgende normen. Doelgroep Norm < 23 jaar 65 > 23 jaar 67 Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan. Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Pagina 20 van 24

21 Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd). Pagina 21 van 24

22 Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * Verbeteraanpak Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording Intern Extern De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Pagina 22 van 24

23 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Particuliere Beveiliging (Beveiliger), Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang Inhoud Programmering 1.2 Maatwerk Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd Benutting Werkdruk 1.5 Leeromgeving Schoolklimaat Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing Voorlichting Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* Informatievoorziening Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door leerbedrijf Begeleiding door de opleiding Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* Pagina 23 van 24

24 Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering Dekking van het kwalificatiedossier Cesuur Beoordelingswijze Transparantie 2.2 Afname en beoordeling* Authentieke afname Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* Besluitvorming diplomering Verantwoordelijkheid examencommissie Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * Verbeteraanpak Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording Intern Extern Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke vereisten Pagina 24 van 24