STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Kappersschool van Wetten. Definitief

Transcriptie

1 STAAT VAN DE INSTELLING MBO Kappersschool van Wetten Definitief Juli 2012

2 Plaats: Beek en Donk BRIN: 26CP Onderzoeksnummer: Kenmerk: H Onderzoek uitgevoerd in: Maart 2012 Conceptrapport verzonden op: 25 juni 2012 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 17 juli 2012

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Conclusie en vervolgtoezicht Conclusie Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed Toelichting op de beoordeling Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Risico s op relevante indicatoren Opleiding Kapper (Junior kapper)...9 Bijlagen Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden Bijlage II Overzicht CP-codes Bijlage III Beoordeling indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Kapper (Junior kapper), crebo Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 3 van 17

4 Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 4 van 17

5 1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde in maart 2012 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij Kappersschool van Wetten. Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo onderwijs. Kappersschool van Wetten is een niet bekostigde instelling met 38 studenten in één erkende mbo-opleiding. De instelling heeft één onderwijslocatie in Beek en Donk. Het onderzoek heeft tot doel het bepalen van de stand van de kwaliteitsborging van de instelling en het inschatten van de risico's voor de onderwijskwaliteit. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidsonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoek op de instelling. Tijdens het onderzoek bij de instelling zijn gesprekken gevoerd met studenten en docenten, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. De volgende opleiding is onderzocht: Crebo Gebied Onderwijsproces Kapper (Junior Kapper) Gebied Examinering en diplomering n.v.t. Leerweg, niveau, locatie bol, 2, Beek en Donk De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor de instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse en resultaten van het kwaliteitsonderzoek van de opleiding vindt u in hoofdstuk 3. De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van de door de instelling aangeleverde gegevens over schooljaar Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 5 van 17

6 2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor Kappersschool van Wetten inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, het kwaliteitsonderzoek en de analyse van risico s. In hoofdstuk 3 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven wij aan in welke mate er risico s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico s, enkele risico s of veel risico s. Naar aanleiding van het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat de kwaliteitsborging bij Kappersschool van Wetten voldoende is. Voorts concluderen we dat er geen risico s in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. 2.2 Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed Het oordeel dat de kwaliteitsborging voldoende is, gecombineerd met de constatering dat er geen risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we geen vervolgtoezicht uitvoeren bij Kappersschool van Wetten. Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 6 van 17

7 3 Toelichting op de beoordeling In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de beoordeling en bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico s zijn bij de instelling. Tevens gaan we in op het oordeel over de onderzochte opleiding. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 4. Kwaliteitsborging Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspect Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied. Beschouwing De kwaliteitsborging van Kappersschool van Wetten is toereikend en sluit aan op de kleinschaligheid van het instituut. Er zijn twee vaste docenten, waaronder de directeur van het instituut en er worden momenteel 38 studenten opgeleid. De kwaliteitsborging van de opleiding gebeurt door het vastleggen van doelen en afspraken, in het meten van de tevredenheid van de studenten en in het direct oppakken en verwerken van verbeteringen in het onderwijsleerproces. Er zijn contacten met de bpv-bedrijven, maar die contacten staan in het teken van de voortgangsbespreking van de studenten. Er is geen sprake van een formele dialoog met het werkveld over de ontwikkeling van het onderwijs en de examinering en de betrokkenheid van het werkveld daarbij. Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 7 van 17

8 3.2 Risico s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Mate van risico's Geen Enkele Veel - Kwaliteit onderwijs en examinering. De kwaliteit van het onderwijs is voldoende, zo bleek uit het onderzoek en wij zien geen risico s. De examinering en diplomering moet nog plaatsvinden waarbij het de bedoeling is dat de examenproducten en diensten worden ingekocht bij een leverancier. - Opbrengsten. De instelling voldoet aan de vastgestelde minimum norm voor het rendement voor niet bekostigde instellingen. Wij zien geen risico s voor de opbrengsten. - Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers. De studenten en medewerkers zijn tevreden, zo bleek uit de verschillende gevoerde gesprekken en uit de tevredenheidsmetingen. Wij zien hier geen risico s. - Stabiliteit organisatie en management. Er is voldoende stabiliteit in organisatie en management. Bij ziekte beschikt de school over voldoende vervangingscapaciteit. Er staan geen organisatorische veranderingen op de agenda. Wij zien derhalve geen risico s op het gebied van stabiliteit van de organisatie en het management. Samenvattend Over het geheel genomen voldoet de kwaliteit van het onderwijs en zijn er geen risico s waargenomen die afbreuk zouden kunnen betekenen voor de geconstateerde kwaliteit. De opbrengsten zijn bovengemiddeld en de tevredenheid van de studenten is hoog. Het management heeft zelf goed zicht op de kwaliteit van de opleiding door de kwaliteitsborging en neemt direct maatregelen als er signalen zijn over ontevredenheid van studenten of knelpunten. Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 8 van 17

9 3.3 Opleiding Kapper (Junior kapper) In deze paragraaf vermelden we voor de onderzochte opleiding de oordelen op de vijf kwaliteitsgebieden. Het kwaliteitsonderzoek bij Kapper (Junior kapper), 95120, niveau 2, te Beek en Donk heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoe Slecht nde 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering Geen oordeel omdat examinering en diplomering nog niet heeft plaatsgevonden. 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Voldoet Voldoet niet 5. Naleving wettelijke vereisten Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebieden opgenomen. Kwaliteitsgebied Voldoende Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering Niet van toepassing i.v.m. volledige uitbesteding. Onvoldoende Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 9 van 17

10 Kwaliteitsgebied Voldoende Aspect Naleving wettelijke 5.1 vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied. Onvoldoende Beschouwing Algemeen Kappersschool van Wetten is een kleinschalig instituut en biedt kwalitatief goed onderwijs aan binnen een aangenaam leerklimaat. Het onderwijs en de begeleiding zijn geheel op maat toegesneden op de leer- en zorgbehoefte van iedere student die er een opleiding volgt. De communicatie is direct en open waardoor de studenten precies weten waar ze aan toe zijn en wat er van ze verwacht wordt. De praktijkgerichte aanpak past bij de doelgroep die juist een opleiding wil volgen bij Kappersschool van Wetten vanwege de hiervoor genoemde positieve elementen. Bovendien wordt de kwaliteit van de opleiding goed in de gaten gehouden en aangepast als daar aanleiding toe is. De examens worden ingekocht bij een leverancier en moeten nog afgenomen gaan worden. Onderwijsproces Het onderwijsprogramma kent voldoende samenhang, waarbij het oefenen en aanleren van praktische vaardigheden centraal staan. De theorie, waaronder loopbaan en burgerschap, is voldoende ondersteunend. Het onderwijs is didactisch passend bij de doelgroep. Het zijn met name jong volwassenen onder de 23 jaar. De opdrachten zijn duidelijk, de praktijkgerichtheid hoog en het zelfstandig leren wordt voldoende ondersteund door reflectie op het proces van leren en het te bereiken resultaat. De begeleiding is voldoende gericht op de voortgang en doorstroom naar beroep of vervolgopleiding. Studenten met problemen die buiten de opleiding liggen worden goed opgevangen en eventueel doorgeleid naar instanties die het probleem kunnen oplossen. De studenten zijn al vanaf de intake goed op de hoogte van de opleiding en het arbeidsmarktperspectief. Ook met de ouders wordt regelmatig een gesprek gevoerd over de voortgang van de opleiding. De beroepspraktijkvorming voldoet aan alle eisen. Het vinden van de leerplaatsen is al jaren een lastige opdracht, maar tot nog toe is Kappersschool van Wetten daar nog steeds in geslaagd. Examinering en diplomering De exameninering en diplomering heeft bij deze opleiding nog niet plaatsgevonden waardoor een oordeel niet kan worden gegeven. Kappersschool van Wetten is van plan om zowel het exameninstrumentarium als de afname en beoordeling in te kopen bij een leverancier. De kwaliteit van het exameninstrumentarium en de diensten zijn door de inspectie niet eerder onderzocht. Opbrengsten De instelling voldoet met een rendement van 78 procent voor de doelgroep tot 23 jaar aan de vastgestelde minimum norm voor het rendement voor niet bekostigde instellingen (zie bijlage I). Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 10 van 17

11 Kwaliteitsborging Kappersschool van Wetten beschikt over een kwaliteitshandboek waarin alle procedures en werkwijzen en verantwoordelijkheden beschreven staan. Dit garandeert uniformiteit en is een waarborg voor continuïteit bij het eventueel wegvallen van de directie en/of docenten. Verder zijn de lijnen kort en docenten en studenten weten elkaar snel te vinden. Er wordt regelmatig in de oudergesprekken, waar de studenten bij aanwezig mogen zijn, nagegaan wat de studenten van de kwaliteit van de opleiding vinden. Als er iets verbeterd kan worden dan gebeurt dat ook direct. Conform de wettelijke verplichting wordt een verslag van werkzaamheden gemaakt dat wordt ieder jaar wordt bijgewerkt waar nodig. De bpv-coördinator heeft regelmatig contact met de bpv-bedrijven, de tevredenheid van deze bedrijven over Kappersschool van Wetten wordt echter niet actief onderzocht en er is geen geformaliseerde dialoog met het bedrijfsleven. In juli 2011 is er een audit uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen afkomstig van andere kappersopleidingen. Het eindoordeel van die audit was positief, maar we maken de aantekening dat uit de auditrapportage onvoldoende blijkt waarop het oordeel gebaseerd is. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen wat betreft de bpv- en onderwijsovereenkomst. Ook de controle op de onderwijstijd heeft uitgewezen dat er voldoende contacturen zijn. Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 11 van 17

12 Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 12 van 17

13 Bijlagen Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2.Een normering per aspect. 3.Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. Normering onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan; Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan; Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan; Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan; Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Voor de beoordeling van de rendementen is gebruik gemaakt van de volgende normen. Doelgroep Norm <23 jaar 65% >23 jaar 67% Bij de examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering examinering en diplomering Goed Aan alle standaarden is voldaan; De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle standaarden is voldaan; Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 13 van 17

14 de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan. Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan. Voor de normering van kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd (zie *). Deze moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering dient voldoende te zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan; Aan alle indicatoren is voldaan; De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan; Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan; Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan; Slecht Aan drie of vier kernaspecten is niet voldaan; Normering naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd). Afwijkingen Voor alle beoordelingen geldt dat in bijzondere omstandigheden de inspectie onderbouwd van de normering af kan wijken. Bijlage II Overzicht CP-codes Hieronder is per onderzochte CP-code aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Overzicht CP-codes CPcode: koc02 Niveau: 2 Crebo: Opleiding: Kapper (Junior kapper) Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 14 van 17

15 Bijlage III Beoordeling indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoen de Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbetering en Verbeteraanpak verankering * Deskundigheidsbevorde ring Verankering 4.3 Dialoog en Intern verantwoording Extern De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied. Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 15 van 17

16 Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Kapper (Junior kapper), crebo Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoen de Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang Inhoud Programmering 1.2 Maatwerk Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch Interactie handelen* Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd Benutting Werkdruk 1.5 Leeromgeving Schoolklimaat Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & Voorlichting plaatsing Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaan Informatievoorziening begeleiding* Studieloopbaanbegeleid ing 1.8 Zorg Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk Voorbereiding -vorming* studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door de opleiding Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 16 van 17

17 Gebied 2: Examinering en diplomering Niet van toepassing in verband met volledige uitbesteding. Voldoende Onvoldoen de Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoen de Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoen de Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbeteringen Verbeteraanpak verankering * Deskundigheidsbevorde ring Verankering 4.4 Dialoog en Intern verantwoording Extern Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke vereisten Rapport Staat van de instelling mbo - Kappersschool van Wetten pagina 17 van 17