Het mantelcellymfoom: een ziekte met een toekomst
|
|
- Philomena Sanders
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het mantelcellymfoom: een ziekte met een toekomst Mantle cell lymphoma: a disease with a future prof. dr. J.C. Kluin-Nelemans en dr. J.K. Doorduijn 2 Samenvatting De laatste decade is de prognose van patiënten met een mantelcellymfoom sterk verbeterd, met name dankzij het feit dat veel patiënten in klinische studies zijn behandeld. In het onderstaande artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige standaardbehandeling van jongere en oudere patiënten met dit type lymfoom. Voor jongeren geldt dat R-CHOP, al dan niet afgewisseld met of gevolgd door hoge dosis cytarabine, waarna autologe stamceltransplantatie de beste therapie lijkt te zijn. Ouderen, dat wil zeggen, patiënten die niet geschikt zijn voor autologe stamceltransplantatie, laten de beste resultaten zien na 8 R-CHOP-kuren gevolgd door onderhoudsbehandeling met rituximab. Eind 204/ begin 205 zullen nieuwe fase 3-studies starten binnen het Europese Mantelcellymfoom Netwerk voor zowel jongere als oudere patiënten. De HOVON-lymfoomgroep heeft de intentie uitgesproken met beide studies mee te doen. Aangezien mantelcellymfoom tot nu toe zeer frequent recidiveert, wordt ten slotte ruim aandacht besteed aan recidiefbehandelingen, waarbij vanzelfsprekend de nieuwere middelen zoals bendamustine en ibrutinib aandacht krijgen. (Ned Tijdschr Hematol 205;2:3-0) Summary The prognosis of patients with mantle cell lymphoma has largely improved during the last decade. The fact that many patients have been treated in multicenter trials has very much contributed to this improvement. This review gives an overview of the present standard therapy for younger and older patients with mantle cell lymphoma. Younger patients should be treated with a combination of R-CHOP and high doses of cytarabine, followed by autologous stem cell transplantation. Older patients - those not suitable to undergo autologous stem cell transplantation - benefit most from 8 R-CHOP cycles followed by rituximab maintenance. In the end of 204/beginning of 205 new phase 3 studies will be launched by the European Mantle Cell Lymphoma Network both for younger and older patients. The Dutch HOVON Lymphoma Group will participate in both trials. Because mantle cell lymphoma almost always relapses, this review will also address therapy of relapses and especially focus on new drugs such as bendamustine and ibrutinib. Inleiding De laatste decade zijn er bij de behandeling van patiënten met een mantelcellymfoom spectaculaire verbeteringen opgetreden. Ondanks de zeldzaamheid ervan (5-0% van alle non-hodgkinlymfomen) en het feit dat het een typische ouderenziekte is (mediane leeftijd jaar), is het gelukt veel patiënten in studies te behandelen, hetgeen resulteerde in belangrijke verbeteringen van de uitkomst.,2 De gegevens uit deze studies gaven veel nieuwe inzichten in het biologische gedrag van de ziekte hematoloog, afdeling Hematologie, Universitair Medisch Centrum Groningen, Universiteit van Groningen, 2 hematoloog, afdeling Hematologie, Erasmus Medisch Centrum. Correspondentie graag richten aan mw. prof. dr. J.C. Kluin-Nelemans, hematoloog, afdeling Hematologie, Universitair Medisch Centrum Groningen, Postbus 30.00, 9700 RB Groningen, tel , adres: j.c.kluin@int.umcg.nl Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: prof. dr. Kluin-Nelemans en dr. Doorduijn hebben voor de Erasmus Universiteit, afdeling Hematologie, voor de organisatie van de European Mantle cell Lymphoma Network meeting in Rotterdam op oktober 204, financiële ondersteuning ontvangen van Celgene, Janssen-Cilag, Gilead, Mundipharma, Pfizer en Roche Trefwoorden: ibrutinib, mantelcellymfoom, recidief, review, therapie Keywords: ibrutinib, mantle cell lymphoma, relapse, review, therapy 3
2 met tevens de mogelijkheid om een prognostische score (de MIPI-score) te ontwikkelen voorspellend voor de overleving. Deze score is recentelijk geüpdatet en blijft ook met de verbeterde resultaten werkzaam. 3,4 Dankzij deze studies is een solide Europees netwerk ontstaan van hematologen, pathologen, moleculair biologen en genetici dat ook binnen de European Society of Medical Oncology (ESMO) is erkend als richtlijnontwikkelaar voor de behandeling. 5 Met de komende start van een aantal nieuwe fase 3- studies binnen het European Mantle Cell Lymphoma Network, waaraan ook HOVON gaat meewerken, en de ontwikkeling van een aantal zeer veelbelovende nieuwe producten zoals ibrutinib, wordt het tijd voor een update. Het onderstaande overzicht geeft aandacht aan de recente ontwikkelingen rond de behandeling van jongere en oudere patiënten met een nieuwe diagnose mantelcellymfoom, en gaat in op de mogelijke recidiefbehandelingen en de plaats van ibrutinib. Hierbij worden de richtlijnen gevolgd die recentelijk door de HOVON-lymfoomgroep zijn ontwikkeld. Diagnostiek De grote meerderheid van de patiënten presenteert zich met een stadium IV, waarbij vrijwel steeds sprake is van beenmerg- en vaak ook bloedinfiltratie. 6 Extranodale lokalisaties zijn zeer frequent, waarbij vooral de lever en de tractus digestivus betrokken zijn, met in dit laatste geval karakteristieke polypeuze lesies in de darm. De huid, longen, mamma en weke delen zijn eveneens vaak aangedaan. CNS-betrokkenheid is er initieel daarentegen nauwelijks (<%). 7 Met de additionele immuunfenotypering, waaronder cycline-d-expressie, wordt de diagnose vrijwel steeds correct gesteld op een lymfeklierbiopt. Aangezien sommige patiënten zich presenteren met uitsluitend splenomegalie en een leukemisch bloedbeeld, moet de diagnose soms tegen alle principes in van pathologen alléén op bloed en beenmerg worden gesteld. Het leukemische bloedbeeld is zeer karakteristiek wat de immuunfenotypering betreft (sterke expressie van pan- B-celmerkers, waaronder CD20, met co-expressie van CD5, afwezige of slechts zwakke expressie van CD23 en sterke membraanexpressie van IgM en IgD), maar wordt nog steeds soms miskend en aangezien voor een chronische lymfatische leukemie (CLL). Het mantelcellymfoom heeft in alle gevallen een klassieke cytogenetische afwijking, de t(;4)(q3;q32) met een translocatie van BCL- naar de zware Ig-keten, resulterend in onder andere overexpressie van het cycline- D-gen. De translocatie kan met FISH, cytogenetica (66%), met Southern blotting (5%) en met PCR (40%) worden aangetoond. 8 Gebruikmakend van deze translocatie, al dan niet in combinatie met een IgH-multiplex PCR, kan zeer betrouwbaar op bloed en beenmerg minimale restziekte worden geanalyseerd. 9 De aanwezigheid van minimale restziekte na therapie blijkt bij patiënten die intensieve therapie hebben ondergaan, evenals bij ouderen, zeer voorspellend te zijn voor de overleving. 9,0 Gezien de complexiteit van deze technieken zal dit vooralsnog geen standaard controletest in Nederland zijn, maar de verwachting is dat in de toekomst monitoren op minimale restziekte gevolgd door pre-emptieve therapie met rituximab een serieuze mogelijkheid zal worden (zie verderop bij de resultaten van de Nordic Lymphoma Group onder Mantelcellymfoom: inductiebehandeling van patiënten <65 jaar ). De patholoog herkent een klassieke vorm van het mantelcellymfoom, maar ook in ongeveer 5-0% een meer blastaire of anaplastic centrocytic variant. 2 Daarnaast wordt recentelijk als tegenpool ook een indolente vorm van mantelcellymfoom onderkend. Deze entiteit is in eerste instantie beschreven, nadat een subset van 2 patiënten retrospectief is verzameld, van wie bekend was dat zij soms jarenlang zonder therapie in leven waren gebleven. Zij werden vergeleken met 5 gematchte controles. Veel van deze patiënten waren aanvankelijk verkeerd gediagnostiseerd als CLL. Bij deze 2 kwamen karakteristieke moleculair biologische en klinische kenmerken naar voren. Met IgHV-genonderzoek bleek deze groep vaker gehypermuteerd te zijn (70% versus 20% bij de controles). In een genexpressieonderzoek bleek het SOX-eiwit onderscheidend, omdat het minder vaak voorkwam bij de indolente vorm. Dit extrapolerend suggereert dat het mogelijk zal gaan om ongeveer 5-0% van de patiënten met een mantelcellymfoom, voor het merendeel een groep die zich presenteert met uitsluitend een leukemisch bloedbeeld, minimale beenmerginfiltratie, weinig of geen lymfadenopathie en bij immuunhistochemie dus nogal eens het ontbreken van SOX-expressie. -4 Aangezien dit ook jongere patiënten kunnen zijn en het indolente beloop pas in de loop der jaren bekend wordt, is het een groot dilemma in hoeverre deze groep up-front wel of niet kan worden herkend, laat staan een wait-and-see -beleid rechtvaardigt. Een nog zeldzamere groep is de groep patiënten bij wie bij toeval een geringe hoeveelheid mantelcellymfoom (mantelcellymfoom in situ) wordt ontdekt in een lymfeklier die om een andere reden (stadiëring bij een solide 4
3 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR HEMATOLOGIE maligniteit bijvoorbeeld) is verwijderd. Een afwachtend beleid lijkt vooralsnog gerechtvaardigd. 5 De laatste jaren is de prognose van patiënten met een mantelcellymfoom sterk verbeterd, waarbij de mediane overleving van mediaan slechts 3 jaar is toegenomen naar 5-7 jaar, met uitschieters naar boven van inmiddels zeer lange overlevers. De oorspronkelijk zeer slechte overleving werd enerzijds veroorzaakt door het uitblijven van complete remissies op inductietherapie en anderzijds door het optreden van vele recidieven. Gelukkig blijken een aantal nieuwe ontwikkelingen de sombere prognose van het mantelcellymfoom te keren, niet alleen voor jongere patiënten, maar ook voor de categorie. Mantelcellymfoom: inductiebehandeling van patiënten <65 jaar Belangrijke pijlers bij de behandeling van mantelcellymfoom hierbij zijn allereerst de inmiddels vanzelfsprekende toevoeging van rituximab (anti-cd20 monoklonale antistof) aan elke vorm van chemotherapie. 6 De meeste gegevens komen van CHOP-combinaties. De resultaten van R-CHOP- like -schema s alléén als inductie zijn echter suboptimaal. Complete remissiepercentages komen niet boven 40%, ook niet bij jongeren. 7 Nog belangrijker blijkt dan ook allereerst de toevoeging van hoge doses cytarabine bij de inductiebehandeling, zoals ook onderdeel is geweest van de HOVON 45- en 75-studie, en vervolgens het standaard incorporeren van autologe stamceltransplantatie aan het eind van de inductiechemotherapie, nauwgezet gecontroleerd door middel van minimale residuale ziekte PCR-metingen op bloed en beenmerg. 9,8-20 De cytarabine kan bij de inductie in verschillende vormen worden gegeven. 2 Het R-HyperCVAD + Mtx/AraC-schema van het MD Anderson Center leek spectaculair met 87% complete remissies, maar deze resultaten konden niet worden bevestigd in een multicentrumsetting (slechts 58% complete remissies). 7,22 Recentelijk is binnen het Europese mantelcellymfoomnetwerk een fase 3-studie uitgevoerd voor jongere patiënten, waarbij R-CHOPinductie is vergeleken met R-CHOP afgewisseld met R-DHAP (dexamethason, hoge dosis cytarabine en cisplatine) tot een totaal van 6 kuren; beide inducties werden gevolgd door autologe stamceltransplantatie. Er werd een significant verschil gezien in het voordeel van de CHOP-DHAP-combinatie. Uitsluitend hoge doses cytarabine geven blijkt overigens inferieur te zijn; kennelijk blijft de R-CHOP-combinatie een belangrijk onderdeel van de inductie. 23 De mooiste resultaten tot nu toe zijn behaald door de Nordic-groep met 70% overleving op 6 jaar (fase 2-studie met 60 patiënten), waarbij 3 giften hooggedoseerd cytarabine onderdeel waren van het inductieschema. 24,25 De Nordicgroep heeft ook overtuigend laten zien dat het mogelijk is de ziekte nadien te monitoren met PCR-testen op bloed en/of beenmerg. Door na de autologe stamceltransplantatie op geleide van de PCR pre-emptieve therapie aan te bieden met rituximab bij een beginnend moleculair recidief, kon alsnog weer een conversie richting moleculaire remissie worden bereikt. 24 Overigens laten alle bovengenoemde fase 2- en fase 3-studies zien dat er geen plateau kan worden bereikt met bovengenoemde schema s. De uitstekende resultaten bij deze jongere groep (ook al is er nog geen genezing) heeft de plaats van autologe stamceltransplantatie met het risico op late toxiciteit inmiddels ter discussie gesteld. 26 De vraag is of in de toekomst combinaties met de nieuwe middelen een stamceltransplantatie zouden kunnen vervangen of zouden kunnen uitstellen. Ibrutinib is hierbij vanzelfsprekend de meest in het oog springende kandidaat. 27,28 Na zeer veel discussie binnen het Europese mantelcellymfoomnetwerk is dan ook de knoop doorgehakt. Er gaat een drie-armige studie starten die gebruik gaat maken van ibrutinib, waarbij één van de mogelijkheden inderdaad een groep zonder autologe stamceltransplantatie wordt. Deze studie, de TRIANGLE-studie, wordt een gerandomiseerde, open label, multicentrum fase 3-studie waarin 6 alternerende kuren van R-CHOP/ R-DHAP (groep A; de nieuwe gouden standaard van de vorige fase 3-studie) gevolgd door autologe stamceltransplantatie (BEAM of een radiotherapie-gebaseerde conditionering; keuze is vrij) wordt vergeleken met deze combinatie waaraan ibrutinib wordt toegevoegd (groep A + I), en een derde experimentele groep eveneens met ibrutinib bij de inductie zonder autologe stamceltransplantatie. In de groepen met ibrutinib wordt ibrutinib post-inductie gecontinueerd als onderhoudsbehandeling gedurende 2 jaar, in de verwachting dat dit even goed zal zijn als autologe stamceltransplantatie. Het zal een zeer grote investigator-initiated studie worden (870 patiënten) met een te verwachten inclusie van 5 jaar waaraan zeer veel landen, waaronder nu ook Nederland (HOVON), mee gaan doen (zie Figuur, pagina 6). Mantelcellymfoom: behandeling van patiënten >65 jaar Het Europese mantelcellymfoomnetwerk heeft onlangs 5
4 Triangle: mantelcellymfoom <65 jaar HOVON 9: mantelcellymfoom >60 jaar en geen auto-sct R R2 * Figuur. Opzet van de twee nieuwe fase 3-studies voor nieuwe patiënten met een mantelcellymfoom (boven <65 jaar; onder ouder en niet geschikt voor autologe stamceltransplantatie) onder verantwoordelijkheid van het Europese Netwerk voor Mantelcellymfoom. HOVON gaat in beide studies participeren. een intergroup trial uitgevoerd, waarin HOVON in de vorm van de HOVON 55 heeft geparticipeerd. 29 In deze studie werd een inductieschema van 8 R-CHOP-kuren (gouden standaard) vergeleken met 6 R-FC (rituximab, fludarabine en cyclofosfamide)-kuren in de hoop dat R-FC effectiever zou zijn. Beide inducties werden voor 6
5 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR HEMATOLOGIE de patiënten in complete of partiële remissie gevolgd door een onderhoudsbehandeling bestaande uit interferon-alfa dagelijks (gouden standaard) of rituximab, gift per 2 maanden. De onderhoudsbehandeling werd protocollair gecontinueerd tot progressie of recidief. In de studie zijn 560 (!) patiënten geïncludeerd. R-CHOP gaf betere resultaten qua overleving, met name doordat R-FC meer early failures liet zien. Ook zijn er in de groep behandeld met R-FC meer patiënten overleden in remissie, door toxiciteit van de behandeling. Onderhoudsbehandeling met rituximab liet, zoals te verwachten is, een belangrijke winst zien. Uiteindelijk bleek zelfs dat van de patiënten die de combinatie R-CHOP gevolgd door rituximab hadden ontvangen, na 4 jaar 87% nog in leven was; een verrassend goed resultaat. 29 Dit betekent dat buiten studie, of als controlegroep voor een volgende studie, dit schema de nieuwe gouden standaard zou moeten zijn: 8 R-CHOP-kuren gevolgd door rituximab dosis per 2 maanden tot aan progressie. We zullen nooit meer kunnen en gaan uitzoeken of 6 in plaats van 8 R-CHOP-kuren ook voldoende zouden zijn. Het belangrijkste argument om toch voor 8 kuren te kiezen is, dat het percentage complete remissies na 8 kuren hoger was (CR + CR unconfirmed 46%) dan bij de jongere groep die 6 kuren kreeg (CR + CR unconfirmed 39%) gevolgd door autologe stamceltransplantatie. Toch is ook met deze behandeling geen plateau zichtbaar en blijft er veel te verbeteren voor deze vaak kwetsbare groep ouderen. Daarom wordt in nieuwe studies ingezet op zowel verbetering van de inductieresultaten, als ook op een nog betere onderhoudstherapie. Hoewel hoge doses cytarabine en autologe stamceltransplantatie geen behandelmogelijkheden leken te zijn voor oudere patiënten, gaat er nu toch een protocol van start om voor fitte ouderen een schema met aangepaste doses cytarabine mogelijk te maken (R-HAD-schema: rituximab, cytarabine en dexamethason), overigens wel zonder autologe stamceltransplantatie. HOVON gaat hierin participeren (HOVON 9-studie; zie Figuur ), waarbij een afwisselend schema R-CHOP/R-HAD wordt vergeleken met R-CHOP alleen. De onderhoudsgroep (rituximab alleen) wordt potentieel verbeterd door toevoeging van lenalidomide in de experimentele groep. Overigens is in de onlangs gesloten SHINE-studie (waarin ook ibrutinib is geïntroduceerd) niet R-CHOP maar rituximab-bendamustine (plus/min ibrutinib) bij de inductie als controlegroep toegepast, opnieuw daarmee benadrukkend dat het mooi zou zijn als er voor met name frail elderly patiënten met een mantelcellymfoom een goed alternatief voor R-CHOP beschikbaar komt. Behandeling van primair refractaire ziekte en recidief Ondanks de verbeteringen in de eerstelijnsbehandeling zullen uiteindelijk vrijwel alle patiënten vroeg of laat progressie dan wel recidief van de ziekte ontwikkelen. Wanneer dit in het kader van monitoring op minimale restziekte een moleculair recidief betreft, is monotherapie met rituximab meestal in staat tot conversie van een moleculair recidief tot moleculaire remissie. Wanneer patiënten alleen CHOP- like -therapie hebben gehad, dient waar mogelijk jongere patiënten alsnog een salvageschema met hoge dosis cytarabine, al dan niet in combinatie met dexamethason en autologe stamceltransplantatie, te worden aangeboden. Is nog geen R- CHOP gegeven, dan is dit vanzelfsprekend een goede mogelijkheid als onderdeel van een salvageschema. Allogene stamceltransplantatie na reduced intensity conditionering is een serieus te overwegen behandeling voor alle jongere patiënten die na autologe stamceltransplantatie recidiveren en na re-inductie een (partiële) remissie bereiken. 30,3 Een zeer recente analyse laat zien dat chemosensitieve recidiefpatiënten die vroeg worden getransplanteerd, dat wil zeggen na niet meer dan twee eerdere therapielijnen te hebben ontvangen, een uitstekende prognose hebben met een vijfjaarsoverleving van 62%, waarbij de overlevingscurve op dat niveau ook een plateau laat zien. 32 Voor palliatie zijn meerdere schema s in gebruik. De keuze hangt vanzelfsprekend af van de eerstelijnsbehandeling. Indien nog geen R-CHOP is gegeven is dit een goede mogelijkheid. Aangezien in een vergelijkende studie tussen R-CHOP en rituximab-bendamustine deze laatste combinatie minder toxiciteit liet zien en even effectief was, zullen velen voor deze laatste combinatie kiezen, gezien de zeer goede tolerantie en effectiviteit in de recidiefsetting (in een subsetanalyse 75% algehele respons en 50% complete remissie). 33 Ook de toxiciteit van rituximab-bendamustine (mits in een dosering van maximaal 90 mg/m 2 ) laat een gunstig profiel zien met voornamelijk granulocytopenie en opvallend weinig trombocytopenieën. 34,35 De combinatie rituximab, fludarabine en cyclofosfamide (R-FC) is een andere goede mogelijkheid, waarbij rekening moet worden gehouden met soms langdurige ernstige hematotoxiciteit en bijkomende infectieproblematiek. Het voordeel daarentegen van deze combinatie is dat de FC-component oraal kan worden gegeven en door patiënten over het algemeen goed wordt verdragen. De combinatie rituximab-cytarabine-dexamethason (R- HAD, zie eerder) voor de oudere fitte patiënten die nog 7
6 geen cytarabine hebben gehad, rituximab-bortezomib, of combinaties met lenalidomide of temsirolimus zijn alle ook tijdelijk effectief gebleken. 30 Responsen variëren van 6 tot 80%, afhankelijk van de voorgeschiedenis, het type recidief en type patiënt. 36 Voor lokale palliatie is 2 x 2 Gy radiotherapie zinvol. De positionering van ibrutinib De orale Bruton tyrosinekinaseremmer ibrutinib is gezien de zeer fraaie resultaten in een fase 2-studie bij recidief mantelcellymfoom veelbelovend. 27 Bij patiënten met -5 voorbehandelingen (mediaan 3) werd een responspercentage van 68% bereikt en een mediane duur tot progressie van 7 maanden. Er is wel een aantal vraagtekens en aandachtspunten omtrent de behandeling met ibrutinib. De behandeling moet worden gecontinueerd tot progressie. Bij staken tijdens respons treedt direct een snelle progressie op. Het is op dit moment niet duidelijk wat de beste behandeling is na de ontwikkeling van resistentie. Ten slotte is de verwachting dat het middel erg duur zal zijn. Deze gegevens hebben ertoe geleid dat de HOVON-lymfoomgroep een uitspraak heeft gedaan over de positionering van ibrutinib bij mantelcellymfoom. Overwegingen voor het gebruik van ibrutinib (hierbij de richtlijnen volgend van de HOVON-lymfoomgroep) zijn de volgende:. Recidief mantelcellymfoom heeft een slechte prognose. 2. Ibrutinib is ook geen curatieve therapie. Behandeling met ibrutinib moet worden gecontinueerd tot progressie (dit in tegenstelling tot klassieke chemotherapie). Bij staken van de behandeling treedt zeer snelle progressie op. 3. Er zijn nog weinig gegevens over veiligheid op de lange termijn (per maart 203 informatie over 505 patiënten met ibrutinib-monotherapie). 4. Het responspercentage op ibrutinib bij relapsed/ refractory mantelcellymfoom was 68%, progressievrije overleving (PFS) 7 maanden. 27 De mediane follow-up was 5 maanden. 5. Ongeveer eenzelfde responspercentage, 75%, met een PFS van 8 maanden wordt behaald met R-bendamustine. 37 Ook met (R)-FC wordt eenzelfde responspercentage van 75% behaald, met time to treatment failure van maanden. 38 Naar de mening van de HOVON-lymfoomgroep is het dan ook vooralsnog ongewenst om alle relapsed/refractory mantelcellymfoompatiënten vanaf nu met ibrutinib te behandelen, maar het gebruik vooralsnog te beperken tot de derdelijns- of meerderelijnstherapie. Daarnaast worden de volgende indicaties geadviseerd: Recidief of progressie tijdens of kort (binnen 6 maanden) na optimale therapie (autologe transplantatie of immuunchemotherapie). Deze patiënten zijn rituximab- en/of chemotherapie-refractair. Reïnductie na autologe transplantatie, ter voorbereiding voor allogene transplantatie, indien snel na autologe transplantatie recidief of progressie is opgetreden (chemo-refractair). Reïnductie bij recidief na allogene transplantatie, ter voorbereiding naar donorlymfocyteninfusie (DLI). Behandeling met ibrutinib dient in een academisch centrum plaats te vinden zo lang het nog niet is geregistreerd (fase van named patient -programma). Daardoor is het ook mogelijk voor die centra om meer ervaring op te doen met een middel dat ook initieel ernstige bijwerkingen kan geven. Na registratie dient de indicatie te worden gesteld in een academisch ziekenhuis. Het is vervolgens niet noodzakelijk dat de behandeling daarna beperkt blijft tot academische ziekenhuizen. Conclusie De laatste 0 jaar is de prognose van het mantelcellymfoom sterk verbeterd van een mediane overleving van 3 jaar naar inmiddels meer dan 7 jaar bij jongere patiënten. Dit is grotendeels bereikt dankzij de bereidheid van velen om patiënten met een mantelcellymfoom in studieverband te behandelen. Zolang de overlevingscurves nog geen plateau laten zien, moet er nog veel verbeteren om het uiteindelijke doel genezing te bereiken. Referenties. Lenz G, Dreyling M, Hiddemann W. Mantle cell lymphoma: established therapeutic options and future directions. Ann Hematol 2004;83(2): Swerdlow SH, Campo E, Seto M, et al. Mantle cell lymphoma. In: Swerdlow SH, Campo E, Harris NL, Jaffe ES, Pileri SA, Stein H et al., editors. WHO classification of tumours of haematopoietic and lymphoid tissues. Lyon: International Agency for Research on Cancer (IARC); 2008: Hoster E, Dreyling M, Klapper W, et al. A new prognostic index (MIPI) for patients with advanced stage mantle cell lymphoma. Blood 2008;: Hoster E, Klapper W, Hermine O, et al. Confirmation of the Mantle-Cell Lymphoma International Prognostic Index in Randomized Trials of the European Mantle-Cell Lymphoma Network. J Clin Oncol 204;32(3): Dreyling M, Thieblemont C, Gallamini A, et al. ESMO Consensus conferences: guidelines on malignant lymphoma. part 2: marginal zone lymphoma, mantle cell lymphoma, peripheral T-cell lymphoma. Ann Oncol 203;24: Velders GA, Kluin-Nelemans JC, Hermans J, et al. Mantle cell lymphoma: a population-based clinical study. J Clin Oncol 996;4: Cheah CY, George A, Gine E, et al. Central nervous system involvement in 8
7 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR HEMATOLOGIE Aanwijzingen voor de praktijk. De prognose van alle patiënten met een mantelcellymfoom, jong en oud, is gedurende de laatste 0 jaar sterk verbeterd dankzij het feit dat velen in klinische studies zijn behandeld. 2. Met de huidige inzichten dienen jongere patiënten te worden behandeld met een combinatie van R-CHOP en hoge dosis cytarabine, gevolgd door autologe stamceltransplantatie. 3. Met de huidige inzichten dienen oudere patiënten (diegenen die geen kandidaat zijn voor autologe stamceltranspantatie) te worden behandeld met R-CHOP-kuren gevolgd door rituximab-onderhoudstherapie. 4. Ibrutinib wordt onderdeel van een nieuwe fase 3-studie voor jongere patiënten. De plaats van dit zeer dure middel voor patiënten met een recidief is nog niet uitgekristalliseerd, maar zal in Nederland vooralsnog beperkt blijven tot de derde- of verderelijnsbehandeling. mantle cell lymphoma: clinical features, prognostic factors and outcomes from the European Mantle Cell Lymphoma Network. Ann Oncol 203;24(8): De Boer CJ, Van Krieken JH, Schuuring E, et al. BCL-/cyclin D in malignant lymphoma. Ann Oncol 997;8 (suppl 2):S Pott C, Hoster E, Delfau-Larue MH, et al. Molecular remission is an independent predictor of clinical outcome in patients with mantle cell lymphoma after combined immunochemotherapy: a European MCL intergroup study. Blood 2009;5: Metzner B, Muller TH, Gebauer W, et al. Long-term clinical and molecular remissions in patients with mantle cell lymphoma following high-dose therapy and autologous stem cell transplantation. Ann Hematol 203;93(4): Fernandez V, Salamero O, Espinet B, et al. Genomic and gene expression profiling defines indolent forms of mantle cell lymphoma. Cancer Res 200;70(4): Navarro A, Clot G, Royo C, et al. Molecular subsets of mantle cell lymphoma defined by the IGHV mutational status and SOX expression have distinct biological and clinical features. Cancer Res 202;72(20): Nygren L, Baumgartner WS, Klimkowska M, et al. Prognostic role of SOX in a population-based cohort of mantle cell lymphoma. Blood 202;9(8): Ondrejka SL, Lai R, Smith SD, et al. Indolent mantle cell leukemia: a clinicopathological variant characterized by isolated lymphocytosis, interstitial bone marrow involvement, kappa light chain restriction, and good prognosis. Haematol 20;96(8): Carvajal-Cuenca A, Sua LF, Silva NM, et al. In situ mantle cell lymphoma: clinical implications of an incidental finding with indolent clinical behavior. Haematol 202;97(2): Lenz G, Dreyling M, Hoster E, et al. Immunochemotherapy with rituximab and cyclophosphamide, doxorubicin, vincristine, and prednisone significantly improves response and time to treatment failure, but not long-term outcome in patients with previously untreated mantle cell lymphoma: results of a prospective randomized trial of the German Low Grade Lymphoma Study Group (GLSG). J Clin Oncol 2005;23(9): Geisler CH. Front-line treatment of mantle cell lymphoma. Haematol 200;95(8): Van t Veer MB, De Jong D, MacKenzie M, et al. High-dose Ara-C and beam with autograft rescue in R-CHOP responsive mantle cell lymphoma patients. Br J Haematol 2009;44(4): Dreyling M, Lenz G, Hoster E, et al. Early consolidation by myeloablative radiochemotherapy followed by autologous stem cell transplantation in first remission significantly prolongs progression-free survival in mantle cell lymphoma - results of a prospective randomized trial of the European MCL network. Blood 2005;05: Pott C, Schrader C, Gesk S, et al. Quantitative assessment of molecular remission following high-dose therapy with autologous stem cell transplantation predicts long term remission in mantle cell lymphoma. Blood 2006;07(6): Ghielmini M, Zucca E. How I treat mantle cell lymphoma. Blood 2009;4(8): Romaguera JE, Fayad L, Rodriguez MA et al. High rate of durable remissions after treatment of newly diagnosed aggressive mantle-cell lymphoma with rituximab plus hyper-cvad alternating with rituximab plus high-dose methotrexate and cytarabine. J Clin Oncol 2005;23: Laurell A, Kolstad A, Jerkeman M, et al. High dose cytarabine with rituximab is not enough in first- line treatment of mantle cell lymphoma with high proliferation - early closure of the Nordic Lymphoma Group MCL5 Trial. Leuk Lymphoma 204;55(5): Geisler CH, Kolstad A, Laurell A, et al. Long-term progression-free survival of mantle cell lymphoma after intensive front-line immunochemotherapy with in vivo-purged stem cell rescue: a nonrandomized phase 2 multicenter study by the Nordic Lymphoma Group. Blood 2008;2(7): Geisler CH, Kolstad A, Laurell A, et al. Nordic MCL2 trial update: six-year follow-up after intensive immunochemotherapy for untreated mantle cell lymphoma followed by BEAM or BEAC + autologous stem-cell support: still very long survival but late relapses do occur. Br J Haematol 202;58(3): Williams ME. Transplantation for mantle cell lymphoma: is it the right thing to do? Hematology Am Soc Hematol Educ Program 203;203: Wang ML, Rule S, Martin P, et al. Targeting BTK with ibrutinib in relapsed 9
8 or refractory mantle-cell lymphoma. N Engl J Med 203;369(6): Zhang L, Newberry KJ, Wang M. Ibrutinib: a strong candidate for the future of mantle cell lymphoma treatment. Expert Rev Clin Immunol 203;9(6): Kluin-Nelemans HC, Hoster E, Hermine O, et al. Treatment of older patients with mantle-cell lymphoma. N Engl J Med 202;367(6): Dreyling M, Hiddemann W. Current treatment standards and emerging strategies in mantle cell lymphoma. Hematology Am Soc Hematol Educ Program 2009; Robinson S, Dreger P, Caballero D, et al. The EBMT/EMCL consensus project on the role of autologous and allogeneic stem cell transplantation in mantle cell lymphoma. Leukemia Fenske TS, Zhang MJ, Carreras J, et al. Autologous or reduced-intensity conditioning allogeneic hematopoietic cell transplantation for chemotherapysensitive mantle-cell lymphoma: analysis of transplantation timing and modality. J Clin Oncol 204;32(4): Rummel MJ, Niederle N, Maschmeyer G, et al. Bendamustine plus rituximab versus CHOP plus rituximab as first-line treatment for patients with indolent and mantle-cell lymphomas: an open-label, multicentre, randomised, phase 3 noninferiority trial. Lancet 203;38: Gafter-Gvili A, Gurion R, Raanani P, et al. Bendamustine is not associated with an increase in infections - systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Blood 203;22(2): Horn J, Kleber M, Hieke S, et al. Treatment option of bendamustine in combination with rituximab in elderly and frail patients with aggressive B-non-Hodgkin lymphoma: rational, efficacy, and tolerance. Ann Hematol 202;9(0): Doorduijn JK, Kluin-Nelemans HC. Management of mantle cell lymphoma in the elderly patient. Clin Interv Aging 203;8: Rummel MJ, Al Batran SE, Kim SZ, et al. Bendamustine plus rituximab is effective and has a favorable toxicity profile in the treatment of mantle cell and low-grade non-hodgkin s lymphoma. J Clin Oncol 2005;23(5): Thomas DW, Owen RG, Johnson SA, et al. Superior quality and duration of responses among patients with mantle-cell lymphoma treated with fludarabine and cyclophosphamide with or without rituximab compared with prior responses to CHOP. Leuk Lymphoma 2005;46(4): Ontvangen september 204, geaccepteerd 27 november 204. MEDEDELINGEN HOVON-NVVH Conceptrichtlijnen HOVON voortaan voorgelegd aan NVvH-leden In afstemming met de besturen van HOVON en NVvH worden NVvH-leden sinds november 204 in de gelegenheid gesteld om gedurende een maand commentaar te leveren op nieuw te verschijnen conceptrichtlijnen opgesteld door de betreffende HOVON-werkgroepen. De conceptrichtlijnen worden per onder de NVvH-leden verspreid. Reacties zullen door de NVvH worden gebundeld en aan de HOVON-werkgroep worden aangeboden. Deze werkgroep adviseert de besturen van HOVON en NVvH over de eventuele aanpassingen die naar aanleiding van de commentaarfase werden doorgevoerd, waarna beide besturen tot autorisatie van de richtlijn kunnen overgaan. Het doel is te komen tot uniformering van richtlijnen en maximalisering van het draagvlak voor en de implementatie van de nieuwe richtlijnen. De NVvH-procedure voor de autorisatie van richtlijnen door NVvH-werkgroepen en multidisciplinaire richtlijnen blijft onveranderd ( Prof. dr. Nicole M.A. Blijlevens, namens bestuur Stichting HOVON en bestuur NVvH 0
Mantelcellymfoom Versie 18 augustus
Mantelcellymfoom Versie 18 augustus 2016 -------------------------------------------------------------------------------- HOVON studies HOVON 119: 1e lijn 65 jaar (of > 60 jaar en ineligible voor SCT),
Nadere informatieBehandeling Mantelcellymfoom anno 2019
Behandeling Mantelcellymfoom anno 2019 Tom van Meerten Internist-hematoloog Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) Naam: Tom van Meerten Organisatie
Nadere informatieWelkom in Meander Medisch Centrum. Informatieavond non-hodgkinlymfoom en stamceltransplantatie 25 november 2014
Welkom in Meander Medisch Centrum Informatieavond non-hodgkinlymfoom en stamceltransplantatie 25 november 2014 Indolent non Hodgkin lymfoom en chronischlymfatischeleukemie Van oorzaaktot (nieuwe ontwikkelingen
Nadere informatiePresentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal.
CASUS 2 Presentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal. Lichamelijk onderzoek Bleek, veel hematomen, veel bloed
Nadere informatieDe achilleshiel van CLL
De achilleshiel van CLL Dr. S.H. Tonino 22 november 2012 Afdeling Hematologie AMC, Amsterdam Chronische lymfatische leukemie 1. wat is chronische lymfatische leukemie (CLL?) 2. behandeling anno 2012 3.
Nadere informatiePersisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML. wat nu?
Persisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML wat nu? J.H.F Falkenburg Afdeling Hematologie Leids Universitair Medisch Centrum Geen conflicts of interest
Nadere informatieHOVON 119 (Mantelcel lymfoom, MCL) / Lymfomen & Reticuloendotheliale Tumoren, non-hodgkinlymfoom
HOVON 119 (Mantelcel lymfoom, MCL) / Lymfomen & Reticuloendotheliale Tumoren, non-hodgkinlymfoom Onderzoek naar een nieuwe behandeling voor oudere patiënten met mantelcel lymfoom (MCL). Onderzocht wordt
Nadere informatieChronische lymfatische leukemie Arnon Kater
Chronische lymfatische leukemie Arnon Kater http://www.lymmcare.nl/ CLL Epidemiologie Prognostische factoren Biologie en targeted therapy Huidige behandeling en studies CLL: epidemiologie CLL is de meest
Nadere informatieAcute myeloïde leukemie. Annoek Broers 7e nascholing hematologie 20-03-2014
Acute myeloïde leukemie Annoek Broers 7e nascholing hematologie 20-03-2014 Bloedcelvorming - hematopoiese selfrenewal Multilineage differentiation Acute myeloïde leukemie - AML Normaal beenmerg Bloedarmoede
Nadere informatieChronische lymfatische leukemie 2018
Chronische lymfatische leukemie 2018 Arnon Kater Afd. Hematologie Academisch Medisch Centrum, Amsterdam beenmerg plaatjes witte bloedcellen rode bloedcellen antistof producerende cel milt en lymfekier
Nadere informatieNieuwe middelen in acute lymfatische leukemie. Anita W Rijneveld Erasmus MC, Rotterdam
Nieuwe middelen in acute lymfatische leukemie Anita W Rijneveld Erasmus MC, Rotterdam EFS bij volwassenen 100% 80% 1989-1994 1995-2000 2001-2006 2007-2012 RSR 60% 40% 2007-2012 20% 0% 1989-1994 0 1 2 3
Nadere informatieHOVON EDUCATIONAL MYELOOM. Case 2
HOVON EDUCATIONAL MYELOOM Case 2 NIELS VAN DE DONK SONJA ZWEEGMAN Department of Hematology, Amsterdam, Netherlands Amsterdam, Netherlands Clinical case: presentation 54-year-old patient with a diagnosis
Nadere informatieIntensivering deel IIA en IIB (duur circa 50 dagen)
HOVON 70 Samenvatting + Checklist Geheugensteun HOVON 70 studie opbergen in polistatus, kopie klinische status Naam patiënt.. AZG nummer.. Geboortedatum.. -.. 19.. Datum Dag 0: Pre-fase (duur 1 week) Dag
Nadere informatieNut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk
Nut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk Moderator P.J. Lugtenburg speaker Jeanette Doorduijn Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg
Nadere informatieChronische Lymfatische Leukemie. anno 2015
Chronische Lymfatische Leukemie anno 2015 Marten R. Nijziel, internist-hematoloog Máxima Medisch Centrum Eindhoven/Veldhoven Hematon Leukemiedag Soesterberg, 3 oktober 2015 Wat is CLL? Wat is nodig voor
Nadere informatieHOVON 93 (Leukemie, AML) / acute myeloïde leukemie
HOVON 93 (Leukemie, AML) / acute myeloïde leukemie Onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met acute leukemie (acute myeloïde leukemie (AML) of myelodysplasie (MDS) type RAEB of RAEB-t) die
Nadere informatieMultipel myeloom 2012
Multipel myeloom 2012 Op weg naar genezing? Prof. Dr. R Schots MYELOOMKLINIEK UZ Brussel Mijlpalen in de geschiedenis 1969 2008 1996 Mijlpalen in de behandeling van multipel myeloom Autologe stamceltransplantatie
Nadere informatieHOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015
HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015 Josée Zijlstra VUMC www.hematologie.nl/ j.zijlstra@vumc.nl Thomas Hodgkin 1798-1866 Hodgkin lymfoom Diagnostiek Pathologie Epidemiologie Symptomen Beeldvorming
Nadere informatiebelangrijke cijfers over hematologische kankersoorten
belangrijke cijfers over hematologische kankersoorten Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van hematologische kankersoorten gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie
Nadere informatieHodgkin lymfoom. Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018
Hodgkin lymfoom Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018 11 de nascholing Hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018 Disclosure belangen: PJ Lugtenburg Voor bijeenkomst
Nadere informatieRichtlijn Hairy Cell Leukemie (HCL)
Richtlijn Hairy Cell Leukemie (HCL) [HCL maakte voorheen deel uit van de Richtlijnen Diagnostiek en Behandeling Chronische Lymfatische Leukemie/Small Lymphocytic Lymphoma (CLL/SLL). Op 7 september 2016
Nadere informatieOligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut
Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)
Nadere informatieNieuwe. behandelingen. bij inhl/cll. Ann Janssens, MD, PhD Hematology, Leuven 14 oct 2016
Nieuwe behandelingen bij inhl/cll Ann Janssens, MD, PhD Hematology, Leuven 14 oct 2016 Indicaties voor behandeling CLL/iNHL Diagnose Behandeling Uitgebreide ziekte aantal en grootte klieren Grootte milt,
Nadere informatieNon-Hodgkin lymfoom. Jeanette Doorduijn hematoloog Erasmus MC
Non-Hodgkin lymfoom Jeanette Doorduijn hematoloog Erasmus MC Disclosures I received honoraria from Celgene and Roche: Presentaties: ASH review, Dutch hematology day. Sponsoring van congresbezoek: ASH,
Nadere informatieUitkomstenonderzoek in non-hodgkin lymphoma. Hedwig Blommestein
Uitkomstenonderzoek in non-hodgkin lymphoma ~Kansen en uitdagingen~ Hedwig Blommestein Inleiding Inhoud presentatie Uitkomstenonderzoek Casus rituximab maintenance Achtergrond Resultaten t Conclusie Uitkomstenonderzoek
Nadere informatieHOVON 114 MM (Multiple Myeloom) / multipel myeloom
HOVON 114 MM (Multiple Myeloom) / multipel myeloom Onderzoek voor patiënten met teruggekeerde of verslechterde multipel myeloom (ziekte van Kahler). Onderzocht wordt of een nieuw medicijn veilig en werkzaam
Nadere informatieSignificante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus?
Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus? Dr. L. Dirix Medische Oncologie Behandeling van vaste tumoren Adjuverende therapie Uitgezaaide ziekte Gerandomizeerd onderzoek
Nadere informatieChronische Lymfatische Leukemie / Small Lymphocytic Lymphoma
Richtlijnen Diagnostiek en Behandeling Chronische Lymfatische Leukemie/Small Lymphocytic Lymphoma (CLL/SLL) en Hairy Cell Leukemie (HCL) 6 januari 2015 Namens de HOVON CLL werkgroep Chronische Lymfatische
Nadere informatieStaat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)
Nadere informatieLeven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017
Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker Judith Herder 2017 Deze presentatie Enkele feiten over kanker Wat is longkanker nou eigenlijk? Behandeling bij uitgezaaid longkanker
Nadere informatieOntwikkelingen voor de behandeling van AL amyloïdose
Ontwikkelingen voor de behandeling van AL amyloïdose Reinier Raymakers, internist-hematoloog Patientendag 17 feb 2018 Plasmacellen in Multipel Myeloom, MGUS en AL amyloidose (voorloper) kwaadaardige plasmacellen
Nadere informatieWait and See. Hematon, 29 maart 2014 Nieuwegein. Rien van Oers. Afdeling Hematologie AMC Amsterdam
Wait and See Hematon, 29 maart 2014 Nieuwegein Rien van Oers Afdeling Hematologie AMC Amsterdam Keuze menu voor uw vragen Wait and See beleid Algemene aspecten non-hodgkin lymfomen Indeling lymfomen Klachten
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen bij aggressief lymfoom en Hodgkin lymfoom in 15 minuten
Nieuwe ontwikkelingen bij aggressief lymfoom en Hodgkin lymfoom in 15 minuten Gregor Verhoef, KU Leuven Symposium Lymfklierkanker UZ Leuven, BOPP, 15 oktober 2016 Wat is een lymfoom! Kanker of kwaadaardige
Nadere informatieMorbus Waldenström en de nieuwste ontwikkelingen
Morbus Waldenström en de nieuwste ontwikkelingen Landelijke patienten contactdag 2015 Monique Minnema, internist-hematoloog Inhoud 1. Hoe zit deze ziekte in elkaar? 2. Behandelingen 3. Polyneuropathie
Nadere informatieRondzending Beenmerg Morfologie. Hodgkin. 16 juni 2016
Rondzending Beenmerg Morfologie Hodgkin 16 juni 2016 Dr. C. Siemes, Hematoloog Inhoud 1. Inleiding 2. Epidemiologie & Etiologie 3. Symptomen 4. Diagnostiek 5. Criteria 6. Prognose 7. Behandeling 8. Follow
Nadere informatieBehandeling van volwassenen met precursor B- of T- ALL en B- of T-lymfoblastair lymfoom (LBL)
CONCEPT RICHTLIJN ALL bij volwassenen 13-05-2017 Behandeling van volwassenen met precursor B- of T- ALL en B- of T-lymfoblastair lymfoom (LBL) Inleiding Aangezien de resultaten van behandeling van adolescenten
Nadere informatieModerator. Speaker Drs. A.M.P. Demandt Internist-hematoloog MUMC
MYELOFIBROSE: DILEMMA VAN TRANSPLANTEREN Moderator Dr. B.J. Biemond Speaker Drs. A.M.P. Demandt Internist-hematoloog MUMC Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg
Nadere informatieChronische lymfatische leukemie. Mark-David Levin Afd. Interne geneeskunde Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht
Chronische lymfatische leukemie Mark-David Levin Afd. Interne geneeskunde Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Chronische lymfatische leukemie 1. Wat is CLL? 2. Biologie nieuwe inzichten 3. Prognostische
Nadere informatieOLIJFdag 3 oktober 2015
OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening
Nadere informatieHematologische tumoren hoever is IO therapie? Monique Minnema, hematoloog UMC Utrecht Cancer Center 2 de multidisciplinair IO symposium
Hematologische tumoren hoever is IO therapie? Monique Minnema, hematoloog UMC Utrecht Cancer Center 2 de multidisciplinair IO symposium Vraag 1: Behandelt u patiënten met Morbus Hodgkin? 1. ja 2. nee Vraag
Nadere informatieAcute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen
Acute myeloïde leukemie Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen Normale bloedcelvorming Acute myeloïde leukemie (AML) Klonale proliferatie van immature hematopoëtische
Nadere informatieB-Cel lymfomen en hun behandeling. K. Van Eygen Symposium LVV 14 oktober 2017
B-Cel lymfomen en hun behandeling K. Van Eygen Symposium LVV 14 oktober 2017 B-cel lymfomen Inleiding B-cel lymfomen: waarover praten we? De belangrijkste wapens in de strijd tegen lymfomen: enkele begrippen
Nadere informatieOverbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens
Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie
Nadere informatieHooggradige B-cellymfomen met MYC-, BCL2- en/of BCL6- afwijkingen. dr. Lianne Koens Patholoog AMC, Amsterdam
Hooggradige B-cellymfomen met MYC-, BCL2- en/of BCL6- afwijkingen dr. Lianne Koens Patholoog AMC, Amsterdam l.koens@amc.uva.nl Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst
Nadere informatieLage tractus digestivus. Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum
Lage tractus digestivus Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieVU University Medical Center Amsterdam The Netherlands
VU University Medical Center Hematon openingscongres shared decision making P.C.Huijgens 29 maart 2014 VU University Medical Center VU University Medical Center VU University Medical Center VU University
Nadere informatieFolliculair lymfoom Diagnostiek en Behandeling. Rondzending beenmerg morfologie Marie Jose Claessen
Folliculair lymfoom Diagnostiek en Behandeling Rondzending beenmerg morfologie 07 01 2014 Marie Jose Claessen Casus I 45 jarige vrouw (1968). Verwijsbrief: Palpabele zwelling hals. Uitslag punctie: Cytologie:
Nadere informatieAutologe stamceltransplantatie bij hematologische aandoeningen,
ONDERZOEK Onderzoek Autologe stamceltransplantatie bij hematologische aandoeningen, 1980-2002 Mariëlle M.J. Beckers, Leo F. Verdonck, Jan J. Cornelissen, A.V.M.B. (Ton) Schattenberg, Jeroen J.W.M. Janssen,
Nadere informatieUpdate sarcomen inclusief GIST Jan Keizer symposium 2017
Update sarcomen inclusief GIST Jan Keizer symposium 2017 Hans Gelderblom 1 Jan Keizer symposium 2017 Conflict of interest Geen persoonlijke financiële banden LUMC ontvangt wel onderzoeksgeld van diverse
Nadere informatieMoleculaire markers en prognosticering van het DLBCL, M. Chamuleau
Moleculaire markers en prognosticering van het DLBCL, consequenties voor het beleid? M. Chamuleau Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) Naam:
Nadere informatieLandelijk Diabetes Congres 2016
Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder
Nadere informatieSymposium Lymfklierkanker Vereniging Vlaanderen vzw
Symposium Lymfklierkanker Vereniging Vlaanderen vzw 14-10-2017 T cel lymfomen: zeldzamere types van lymfomen en hun behandeling Dr. Snauwaert Sylvia AZ Sint-Jan Brugge Wat is een T cel lymfoom? 10-15%
Nadere informatieHOVON 143 MM (Plasmaceltumoren) / multipel myeloom
HOVON 143 MM (Plasmaceltumoren) / multipel myeloom Onderzoek naar een nieuwe behandeling voor niet fitte en kwetsbare patiënten met multipel myeloom. Onderzocht wordt of een behandeling met nieuwe middelen
Nadere informatieILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie
ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen
Nadere informatiePacman eats everything... Marie-José Claessen UMCU
Pacman eats everything... Marie-José Claessen UMCU Casus - presentatie I Casus presentatie I 58- jarige man Voorgeschiedenis o.a.: Oktober - november 2011 Sint Elsewhere : kortademigheid, lymfadenopathie,
Nadere informatieHOVON 133 MCL TRIANGLE Aanvulling op de informatie voor de proefpersoon
HOVON 133 MCL TRIANGLE Aanvulling op de informatie voor de proefpersoon NL56406.078.16 Aanvulling op informatie voor de proefpersoon behorende bij het onderzoek: HOVON 133 MCL TRIANGLE: Autologe stamceltransplantatie
Nadere informatieMultipel myeloom: van molecuul tot medicijn. Marie José Kersten Afdeling Hematologie, AMC
Multipel myeloom: van molecuul tot medicijn Marie José Kersten Afdeling Hematologie, AMC Multipel myeloom: ziekte van Kahler Otto Kahler Sarah Newbury, 1844 Rajkumar & Kyle, Blood 2008 Multipel myeloom
Nadere informatieStamceltransplantatie
Autologe en allogene Stamceltransplantatie -een wereld van verschil - Dr. S.K. Klein internist-hematoloog 41 Geschiedenis 1950 eerste beenmergtransplantatie 1990 Edward DonnallThomas & Joseph Edward Murray
Nadere informatieBloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Nadere informatieChemotherapie en stolling
Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,
Nadere informatieOntwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog
Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Doelgerichte therapie bij het lokaal gevorderd en gemetastaseerd
Nadere informatieHodgkin lymfoom 2014. Dr. A. Van Hoof, hematologie Brugge
Hodgkin lymfoom 2014 Dr. A. Van Hoof, hematologie Brugge Wat is Hodgkin lymfoom? Waarom bij mij? Diagnose en stadiumbepaling Behandeling Laattijdige verwikkelingen Lymfomen Ziekte van Hodgkin of Hodgkin
Nadere informatieNon-Hodgkin Lymfomen: naar therapie op maat?
Non-Hodgkin Lymfomen: naar therapie op maat? LYMMCARE Patiëntensymposium 13 november 2014 Rien van Oers non-hodgkin lymfomen Inleiding: indeling non-hodgkin lymfomen Behandeling anno 2014 Nieuwe ontwikkelingen
Nadere informatieWel of Niet starten?
Chemotherapie in de palliatieve setting van het pancreascarcinoom Wel of Niet starten? Dick Richel AMC / MST 3 e Verpleegkundig Congres 10 januari 2014 Pancreascarcinoom feiten Incidentie in Nederland
Nadere informatieMarlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieToegespitste benadering voor de individuele patiënt met acute myeloïde leukemie
Toegespitste benadering voor de individuele patiënt met acute myeloïde leukemie 4 oktober 2018 Jurjen Versluis j.versluis.1@erasmusmc.nl Klinische Dag NVvH 04 oktober 2018 Disclosure belangen Jurjen Versluis
Nadere informatieHOVON 130 (Non-Hodgkin lymfoom) / non-hodgkinlymfoom
HOVON 130 (Non-Hodgkin lymfoom) / non-hodgkinlymfoom Onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met een specifieke vorm van Non-Hodgkinlymfoom. Onderzocht wordt of het toevoegen van een extra
Nadere informatieZin of onzin van moleculaire onco-hematologie in een perifeer labo
Zin of onzin van moleculaire onco-hematologie in een perifeer labo een kwestie van service! 06 januari 2004 Pieter De Schouwer 1 periferie??? Waar is het centrum? 06 januari 2004 Pieter De Schouwer 2 Leuven?
Nadere informatieVoor patiënten die buiten studieverband worden behandeld gelden de volgende aanbevelingen:
Addendum bij richtlijn 2015 ADVIES VAN DE Myeloom Werkgroep (MWG) VOOR DE BEHANDELING MULTIPEL MYELOOM 2016 S. Zweegman, H.M. Lokhorst, M-D. Levin, E. de Waal, G.M.J. Bos, M.J. Kersten, A. Croockewit,
Nadere informatieCLL in de praktijk. Moderator Prof. Dr. J.H. Veelken. 1st author / speaker Arnon Kater
CLL in de praktijk Moderator Prof. Dr. J.H. Veelken 1st author / speaker Arnon Kater Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) Naam: Organisatie:
Nadere informatieNederlandse samenvatting voor medisch niet-ingewijden
Chapter 9 Beeldvorming rond transformatie: diagnose en behandeling van getransformeerd folliculair lymfoom. Nederlandse samenvatting voor medisch niet-ingewijden Het getransformeerd folliculair lymfoom
Nadere informatieM.J. Kersten, J.K. Doorduijn, D. de Jong, J.M. Zijlstra-Baalbergen, W. Ghidey, M. Spiering, M. Steijaert, I. Meulendijks en A.
Trends in trials HOVON 110: ReBeL-studie: een gerandomiseerde fase I/II-studie naar de effectiviteit en veiligheid van behandeling met lenalidomide en rituximab, met of zonder bendamustine, bij volwassen
Nadere informatieKlinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Claudia Ootjers
Dhr O., 60 jaar Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Claudia Ootjers Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen Claudia Ootjers Geen (potentiële) belangenverstrengeling Klinische Dag NVvH 2 Relevante
Nadere informatieWait and See. Arnon Kater. Afdeling Hematologie AMC Amsterdam
Wait and See Arnon Kater Afdeling Hematologie AMC Amsterdam Onderwerpen Algemene aspecten CLL en non-hodgkin lymfomen Wait and See beleid Therapie CLL en indolente lymfomen anno 2015 Nieuwe ontwikkelingen..?
Nadere informatieAzool resistentie in Aspergillus fumigatus in Nederland
Azool resistentie in Aspergillus fumigatus in Nederland - Het totaal aantal aspergillose patiënten in Nederland Het totaal aantal gevallen van invasieve aspergillose in Nederland is niet goed bekend. Mijn
Nadere informatieTitel: HOVON 105. Rituximab bij het primair centraal zenuwstelsel lymfoom. Een gerandomiseerd HOVON / ALLG onderzoek
Titel:. Rituximab bij het primair centraal zenuwstelsel lymfoom. Een gerandomiseerd HOVON / ALLG onderzoek Officiële titel: Rituximab in Primary Central Nervous system Lymphoma. A randomized HOVON / ALLG
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieBloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Nadere informatieHOVON 105: rituximab bij de behandeling van het primair centraal zenuwstelsel lymfoom - een gerandomiseerde fase IIIintergroupstudie
HOVON 105: rituximab bij de behandeling van het primair centraal zenuwstelsel lymfoom - een gerandomiseerde fase IIIintergroupstudie HOVON 105: rituximab in primary central nervous system lymphoma - a
Nadere informatieCAR-T THERAPIE VOOR ACUTE LEUKEMIE: SUCCESSEN, UITDAGINGEN, OPEN VRAGEN
DIENST HEMATOLOGIE UZ GENT CAR-T THERAPIE VOOR ACUTE LEUKEMIE: SUCCESSEN, UITDAGINGEN, OPEN VRAGEN PENTALFA 15 NOVEMBER 2018 Prof. Dr. Tessa Kerre UZG ACUTE LEUKEMIE: ALL VS AML VS MPAL 2 ALL VS AML Hematopoëse
Nadere informatieOntwikkelingen immuuntherapie. C. Steendam C. van der Leest
Ontwikkelingen immuuntherapie C. Steendam C. van der Leest Inhoud Het immuunsysteem De kanker immuniteit cyclus Checkpoint remmers Niet-kleincellige longkanker Kleincellige longkanker (SCLC) Longvlieskanker
Nadere informatieRadiotherapie bij restziekte van agressief non-hodgkinlymfoom
Radiotherapie bij restziekte van agressief non-hodgkinlymfoom Auteurs Trefwoorden E.C. Moser, J.C. Kluin-Nelemans en E.M. Noordijk agressief non-hodgkinlymfoom, partiële remissie, radiotherapie, restziekte
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Het multipel myeloom of de ziekte van Kahler is een kwaadaardige celwoekering van plasmacellen in het beenmerg die een monoklonale zware of lichte keten immunoglobuline produceren.
Nadere informatieMultimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom
Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij
Nadere informatiePORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017
PORTEC 4a studie Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017 L Opzet presentatie Studie design In- en exclusie criteria Randomisatie Moleculair profiel bepaling Logistiek 2 Randomized phase III trial
Nadere informatieSystemische intensieve immunochemotherapie, behandeling, bij oudere patiënten met een centraalzenuwstelsellokalisatie van een agressief B-cellymfoom
OVERZICHTSARTIKELEN Systemische intensieve immunochemotherapie, zonder lokale behandeling, bij oudere patiënten met een centraalzenuwstelsellokalisatie van een agressief B-cellymfoom Systemic intensive
Nadere informatieMRD als prognostische merker in CLL
MRD als prognostische merker in CLL Jan Philippé 2011 Universitair Ziekenhuis Gent 1 Behandelingsstrategieën bij CLL Cramer & Hallek Nat Rev Clin Oncol 2010 2 2 Hoe kan men CLL opvolgen? Watch and wait
Nadere informatieSymposium Borstkanker bij jong en oud. Chemotherapie bij jonge patiënten K. Punie
Symposium Borstkanker bij jong en oud 15-10-2016 K. Punie Algemene Medische Oncologie Multidisciplinair Borstcentrum UZ Leuven - Gasthuisberg Mortality rate reduction in breast cancer EBCTCG, Lancet 2012;
Nadere informatiePost-ASCO 2014 Nieuwe geneesmiddelen. Hans Gelderblom
Post-ASCO 2014 Nieuwe geneesmiddelen Hans Gelderblom Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld
Nadere informatieDisclosure belangen spreker
Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder
Nadere informatiePatiënteninformatie HOVON 55, versie Universitair Medisch Centrum Groningen
Patiënteninformatie HOVON 55, versie Universitair Medisch Centrum Groningen Een gerandomiseerde fase III studie naar het effect van onderhoudsbehandeling met Rituximab na inductie chemotherapie (R-CHOP
Nadere informatieONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM. 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken
ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken GEEN DISCLOSURES NEOADJUVANT CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUS [TEKST] [tekst] 5y OS 33% vs 47%
Nadere informatieMinder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?
Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Frederieke van Duijnhoven, chirurg-oncoloog Marie-Jeanne Vrancken Peeters, principal investigator MICRA studie 1 GEEN DISCLOSURES 2 NEOADJUVANTE SYSTEMISCHE
Nadere informatieHet non-hodgkinlymfoom
Fazil Baboe, Elly Lugtenburg Nascholing Het non-hodgkinlymfoom HEpidemiologie en pathogenese Het non-hodgkinlymfoom (NHL) is een verzamelnaam voor ongeveer vijftig verschillende klinisch-pathologische
Nadere informatieC.A. Uyl-de Groot 1 S.Y. Okhuijsen 1 F.F.H. Rutten 1. 1) Institute for Medical Technology Assessment, Erasmus University Rotterdam.
Cost analysis and substitution of conventional treatment by autologous bone marrow transplantation for patients with (non) Hodgkin's lymphoma or acute myeloid leukemia C.A. Uyl-de Groot 1 S.Y. Okhuijsen
Nadere informatieBehandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel
Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:
Nadere informatieSUPPLEMENTARY FIGURES AND TABLES
Altered RECQL5 expression in urothelial bladder carcinoma increases cellular proliferation and makes RECQL5 helicase activity a novel target for chemotherapy SUPPLEMENTARY FIGURES AND TABLES Supplementary
Nadere informatieHOVON 132 AML/SAKK 30/13
Patiënteninformatie ten behoeve van het verzamelen van beenmerg, bloed en speeksel voor wetenschappelijk onderzoek Informatie behorende bij het hoofdonderzoek HOVON 132 AML/SAKK 30/13: Onderzoek naar de
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatie