1 Onderzoeksinstrument A en B 2 A. Resultaten diagnostiche toets 3 B. Gesloten vragenlijst - uitkomsten 4 Leerling 5 Ik weet wat inkomstenbelasting

Transcriptie

1 1 Onderzoeksinstrument A en B 2 A. Resultaten diagnostiche toets 3 B. Gesloten vragenlijst - uitkomsten 4 Leerling H S R W A T E J M 5 Ik weet wat inkomstenbelasting is Ik weet wat aftrekposten zijn Ik kan aftrekposten berekenen Ik weet wat bijtellingen zijn Ik kan bijtellingen berekenen Ik weet wat het belastbaar inkomen is Ik kan het belastbaar inkomen berekenen Ik weet wat het schijventarief is Ik kan de belasting uitrekenen met het schijventarief Ik weet wat heffingskortingen zijn Ik kan heffingskortingen berekenen Ik weet hoe de te betalen belasting uit te rekenen Ik kan de te betalen belasting uitrekenen Leeropbrengst per leerling 1,4 2,5 1,2 2,3 1,6 2,3 1,8 1,5 19 Leeropbrengst in procenten 46% 85% 38% 77% 54% 77% 62% 51% 20 Omgerekende cijferverwachting leerling Cijfers diagnostische toets Overeenkomst? NEE JA NEE JA JA JA JA JA Statistiek diagnostische toets 25 Gemiddelde 7,75 26 # voldoendes % voldoendes 12 71% 27 # onvoldoendes % onvoldoendes 5 29% 28 Verwachting leerling eigen presteren 29 # correct % correct 14 82% 30 # incorrect % incorrect 3 18%

2 Leeropbrengst per onderdeel M S P M T N M D ,1-4% ,4 79% ,5 83% ,6 52% ,3 77% ,9 63% ,3 75% ,2 73% ,2 73% ,8 58% ,2 73% ,9 63% ,9 65% 2,2 2,1 0,7 2,5 2,5 0,7 2,7 2,5 1,9 74% 69% 23% 82% 85% 23% 90% 85% 1,9 CHEC 64% JA JA JA JA JA JA NEE JA

3 a) Diagnostische Toets

4 b) Gesloten vragenlijst (I. voormeting / II. nameting) (op basis van: Workshop Vragenlijst, Jantina Huizinga) Vragenlijst n.a.v. lessenserie over het berekenen van de inkomstenbelasting Zou je zo eerlijk mogelijk de onderstaande vragenlijst kunnen invullen. De vragenlijst gaat over jezelf en je eigen leren. NEE Helemaal niet JA Helemaal wel Ik weet wat inkomstenbelasting is Ik weet wat aftrekposten zijn Ik kan aftrekposten berekenen Ik weet wat bijtellingen zijn Ik kan bijtellingen berekenen Ik weet wat het belastbaar inkomen is Ik kan het belastbaar inkomen berekenen Ik weet wat het schijventarief is Ik kan de belasting uitrekenen met het schijventarief Ik weet wat heffingskortingen zijn Ik kan heffingskortingen berekenen Ik weet hoe de te betalen belasting uit te rekenen Ik kan de te betalen belasting uitrekenen

5 c) Gestuurd Learner Report (aangepast op basis van: Seatter, A. (2012). A Scaffolded Process to Writing Success. Universiteit van Amsterdam) (gemaakt in samenwerking met: M. Sienders, vakdidacticus ILO & onderzoeksdocent Open Schoolgemeenschap Bijlmer) Learner report Je hebt in de afgelopen 4 lessen op een bepaalde manier les gekregen bij het leren over de loon-en inkomstenbelasting. In dit learner report schrijf je op wat je van deze lessen vond, wat je hebt geleerd, wat je gedachten daarbij waren en hoe je je daarbij voelde. Het is belangrijk dat je de vragen rustig leest en daarna de tijd neemt om de vraag te beantwoorden. Beantwoord de vragen zo eerlijk mogelijk op basis van je eigen ideeën, gedachten en gevoelens. Het learner report laat je ook zelf nog eens terugkijken op je leren in de klas en thuis. 1) Wat heb je in de afgelopen 4 lessen allemaal geleerd? Maak de zinnen af: Ik heb geleerd dat 1. Ik het makkelijk vind om 2. Ik het moeilijk vind om Ik het leuk vind om 4. Ik het vervelend vind om 2) Wanneer heb je voor je eigen gevoel het meest geleerd in de afgelopen vier lessen? Maak de zinnen af: 1. Ik heb in de klas het meest geleerd toen 2. Omdat 3. Ik heb tijdens het maken van mijn huiswerk het meest geleerd van 4. Omdat 3) Iedere les begonnen we de les in de kring en iedere les hebben we het in de kring op verschillende manieren gehad over het nut van het leren over de loon- en inkomstenbelasting. Wat is de reden dat jij hebt geleerd in de les en thuis over dit onderwerp? Maak de volgende zinnen af:

6 1. Voor mij was de belangrijkste reden om te leren over de loon-en inkomstenbelasting dat 2. Want 3. Voor mij was de minst belangrijke reden om te leren over de loon-en inkomstenbelasting dat. 4. Want 4) Tijdens de afgelopen vier lessen moest je steeds een aantal opgaven maken om te oefenen met de uitgelegde lesstof. Hoe voelde je je bij het maken van de opgaven en waarom voelde je je zo? 1. Ik voelde me bij het maken van de opgaven die we als klas samen met de docent deden 2. Omdat 3. Ik voelde me bij het maken van de opgaven die ik zelf moest doen 4. Omdat