Ontwerp. Heffing op inkomen. Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerp. Heffing op inkomen. Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker!"

Transcriptie

1 Ontwerp Heffing op inkomen Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker! Naam: Judith Sprang, Msc Vak: Economie ANR: Leerjaar: Atheneum 4 jssprang@gmail.com Begeleidster: Jolanda Suijker Datum: 23 juni 2011

2 Samenvatting In dit onderzoek is de volgende ontwerphypothese opgesteld en uiteindelijk getoetst: De problemen die leerlingen hebben met het maken van opgaven over heffing op inkomen,kunnen in de toekomst geminimaliseerd worden door meer betekenis te geven aan de leerstof en het inslijpen van vaardigheden, wat zal leiden tot betere leerresultaten en positieve leerervaringen. Aan het begin van het schooljaar is het onderwerp heffing op inkomen (box 1 en box 3) al een keer aan bod gekomen in VWO 4. Uit de toetsresultaten kwam naar voren dat de leerlingen veel moeite hadden met de berekeningen betreffende box 1 en box 3. Aan de hand van een theoretische analyse bleek dat zowel te weinig betekenis geven aan de leerstof als te weinig oefenen met de leerstof ten grondslag kunnen liggen zouden aan de tegenvallende toetsresultaten. Daarom is er een lessenserie opgezet waarin enerzijds betekenis wordt gegeven aan de leerstof (door de leerstof dichterbij de belevingswereld van de leerlingen te brengen) en waarin anderzijds de leerstof beter ingeslepen wordt (door, middels een stappenplan, meer te oefenen met de leerstof). Het uiteindelijke effect van de lessenserie is in dit onderzoek gemeten door twee instrumenten; een diagnostische toets en een learner report. De diagnostische toets laat zien in hoeverre de lessenserie daadwerkelijk tot betere leerresultaten leidt. De klas waarin de lessenserie is uitgevoerd (17 leerlingen), is vergeleken met een controlegroep (16 leerlingen). De experimentklas bleek daadwerkelijk beter te scoren dan de controle groep (gemiddeld 1,3 punt hoger). Ondanks het feit dat de steekproef aan de kleine kant is, is verschil tussen de experimentklas en de controlegroep is dermate groot, dat geconcludeerd kan worden dat het ontwerp leidt tot betere leerresultaten. Naast de diagnostische toets is het effect van het ontwerp gemeten met een learner report, om zo de leerervaringen van de leerlingen te meten. Het ontwerp heeft zeker iets toegevoegd aan de leerervaringen van de leerlingen; vooral het feit dat het veelvuldig oefenen met (reken)opgaven volgens de leerlingen toch wel erg goed is, is een belangrijke positieve leerervaring. Er waren wel een paar leerlingen die van mening waren dat er teveel geoefend moest worden. Ook zouden leerlingen in de toekomst vaker een vergelijkbare lessenserie willen doen, in het geval de leerstof zich hiervoor leent. Al met al kan geconcludeerd worden dat de ontwerphypothese kan worden aangenomen. De lessenserie leidt, door middel van betekenis geven en het inslijpen van vaardigheden, zowel tot betere leerresultaten als tot betere leerervaringen.

3 Voorwoord Dit document bevat een ontwerp, geschreven aan de Universiteit van Amsterdam, welke onderdeel is van de lerarenopleiding Algemene Economie. Dit ontwerp is geschreven en uitgevoerd op de school waar ik werk, het Farel College te Amersfoort. Het ontwerp bevat een lessenserie welke als doel heeft om een bepaald probleem op te lossen. Het probleem dat aan de orde is, is de tegenvallende toetsresultaten voor Economie (VWO 4) op het onderwerp heffing op inkomen. Wat ik tijdens dit ontwerp vooral geleerd heb, is dat het erg belangrijk is om eerst een goed probleem te hebben voordat je een lessenserie gaat bedenken. Ik ben soms geneigd om eerst een leuk idee op papier te zetten en daarna er pas een probleem bij te zoeken. Dit is uiteraard de omgekeerde manier van denken. Omdat ik het probleem (tegenvallende toetsresultaten) aan het begin van het schooljaar met mijn klas heb ervaren en omdat dezelfde leerstof aan het eind van het schooljaar weer terugkomt, was dit voor mij een mooi uitgangspunt voor mijn ontwerp. Ook wil ik nog een aantal mensen bedanken. Ten eerste mijn begeleidster Jolanda Suijker, voor alle begeleiding en feedback gedurende de afgelopen maanden. Daarnaast Mariska Min, voor haar nuttige feedback tijdens het ontwerpproces. Als laatste wil ik mijn vriend Sander van Dongen bedanken, voor alle steun die hij me tijdens mijn studies heeft gegeven. Judith Sprang Juni 2011

4 Inhoudsopgave Samenvatting... 2 Voorwoord... 3 Inhoudsopgave... 4 Hoofdstuk 1 Definitiefase Probleembeschrijving Onderbouwing probleem Verklaring probleem Oplossing probleem Ontwerphypothese Eindtermen Resultaatmeting Tijdpad Hoofdstuk 2 Ontwerpfase Lesplannen Lesmateriaal Docentenhandleiding Onderzoeksmethode Hoofdstuk 3 Uitvoeringsfase Hoofdstuk 4 Evaluatiefase Uitkomsten learner report Uitkomsten diagnostische toets Toetsing ontwerphypothese Verbeterpunten Onvoorziene opbrengsten Waarde ontwerpproces voor eigen ontwikkeling Bronnen... 27

5 Bijlage I Resultaten toetsen periode Bijlage 2 Diagnostische toets Bijlage 3 Learner Report Bijlage 4 Stappenplan box 1 + box Bijlage 5 Startopgaven heffing op inkomen Bijlage 6 Lesplannen Bijlage 7 Jaaropgave Bijlage 8 - Docentenhandleiding Bijlage 9 - Opgaven les Bijlage 10 Voorbeelden van gemaakte diagnostische toetsen... 61

6 Hoofdstuk 1 Definitiefase In dit hoofdstuk zal er een beschrijving worden gegeven van het in de praktijk gevonden probleem. Dit probleem wordt vanuit de theorie verklaard, daarnaast wordt er in de theorie naar een mogelijke oplossing gezocht voor het probleem. Vervolgens wordt dit vertaald naar een praktijkoplossing en hieruit volgt de uiteindelijke ontwerphypothese. Daarna worden de eindtermen van het onderwerp gespecificeerd en zal er een omschrijving volgen van hoe het effect van het ontwerp gemeten zal gaan worden. Als laatste wordt het tijdpad beschreven. 1.1 Probleembeschrijving Aan het begin van het jaar zijn we met het vak Economie in VWO 4 bezig geweest met een hoofdstuk over de collectieve sector. In dit hoofdstuk kwam onder andere het onderwerp heffing op inkomen aan bod. Zowel box 1 en box 3 werden in het boek behandeld, box 2 werd buiten beschouwing gelaten. Toen de leerlingen later gedurende de periode een toets over onder andere dit onderwerp moesten maken, werden er veel fouten gemaakt bij het berekenen van de heffing over respectievelijk het arbeidsinkomen (box 1) en het inkomen uit vermogen (box 3). Het onderwerp heffing op inkomen wordt komende periode weer behandeld en dus is het van belang dat leerlingen bij de volgende toets niet wéér dezelfde fouten gaan maken. Ook met oog op het eindexamen is het waardevol dat leerlingen weten hoe de boxen precies in elkaar zitten en hoe ze hier de verschillende berekeningen mee kunnen maken. 1.2 Onderbouwing probleem De toetsen die aan het begin van het schooljaar zijn gemaakt, tonen aan dat de leerlingen het onderwerp nog niet helemaal beheersen. De gemaakt toetsen zijn bewaard en de vraag die gedurende de toets over heffing op inkomen werd gesteld, is geanalyseerd (zie bijlage 1). Geconcludeerd kan worden dat maar weinig leerlingen de opgaven over heffing op inkomen goed hebben gemaakt. De vraag over heffing op arbeidsinkomen (box 1) is relatief beter gemaakt dan de vraag over beide boxen samen. Desalniettemin was de procentuele goed-score bij vraag 14 ook erg laag; 18,75 procent van de leerlingen deed de vraag goed. Omdat belangrijk is om in beeld te hebben wat er dan exact is mis gegaan tijdens de toets, is er gekeken naar welke fouten er zijn gemaakt. In bijlage 1 staat een overzicht van de meeste gemaakte fouten. Er zijn verschillende momenten tijdens de berekeningen waarop de leerlingen fouten maken. Er zijn geen specifieke punten aan te wijzen waarop alle leerlingen de fout in gingen, de fouten die gemaakt worden verschillen dus tussen de

7 leerlingen. Wel kan gesteld worden dat de resultaten van de gemaakte opgaven aantonen dat de meeste leerlingen nog niet in staat zijn om opgaven over heffing op inkomen goed te maken Verklaring probleem Om een goede verklaring voor het hierboven omschreven probleem te krijgen, is er eerst naar theorie gezocht. Het is belangrijk om te achterhalen hoe het komt dat leerlingen bij opgaven over een bepaald onderwerp meer fouten maken dan bij andere opgaven. Meerdere leerlingen zijn de mist in gegaan bij de vraag over heffing op inkomen, dit wijst er dus op dat ze het nog niet onder de knie hadden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er bij het aanleren van de kennis en vaardigheden betreffende dit onderwerp dus iets is misgegaan, dit is vervolgens op de toets tot uiting gekomen. Marzano en Miedema (2008) stellen dat er twee soorten kennis zijn; inhoudelijke kennis (denken) en procedurele kennis of vaardigheden (doen). Inhoudelijk kennis is belangrijk bij het aanleren van vaardigheden. In het geval van het maken van berekeningen met de boxen betekent dit dat leerlingen eerst onder meer moet weten welke boxen er zijn en wat aftrekposten en heffingskortingen zijn, voordat ze hier vervolgens berekeningen met kunt maken. Volgens Marzano en Miedema (2008) kan het aanleren van inhoudelijke kennis in drie fasen verdeeld worden; eerst wordt betekenis opgebouwd, vervolgens wordt de kennis georganiseerd in schema s en als laatste moet de kennis onthouden worden. De nadruk bij het aanleren kennis zou vooral moeten liggen op fase 1; wanneer leerlingen geen betekenis kunnen opbouwen, kunnen de andere twee fasen ook wel vergeten worden. Het is dus de vraag of tijdens de lessen de betekenis van de leerstof wel is opgebouwd. De verschillende belastingboxen en hun inhoud staan niet dichtbij de belevingswereld van de leerlingen en wanneer ze hier geen betekenis aan kunnen geven is er dus een kleine kans dat de informatie daadwerkelijk onthouden zal worden. Ook voor het aanleren van vaardigheden is er een driefasenmodel ontwikkeld (Marzano & Miedema, 2008); allereerst moet voor de leerlingen duidelijk worden welke stappen ze moeten nemen voor het aanleren van de vaardigheden. Wanneer het stappenplan duidelijk is, gaan ze hiermee oefenen. Dit oefenen moet zo vaak herhaald worden, dat de vaardigheid op den duur min of meer automatisch 1 Er wordt verondersteld dat de toetsvraag niet te moeilijk was, in het boek staan vergelijkbare vragen en de vraag wijkt wat het niveau betreft hier niet van af. 2 Het niveau van de klas wordt als gemiddeld aangenomen. Naast deze klas geef ik ook les aan een parallelklas en beide zijn van vergelijkbaar niveau.

8 uitgevoerd kan worden. De nadruk bij het aanleren van vaardigheden moet vooral op de laatste fase liggen; het inslijpen van de vaardigheid (Marzano & Miedema, 2008). Voor het maken van berekeningen betreffende heffing op inkomen kan dit dus betekenen dat hier te weinig mee geoefend is. Leerlingen hebben hier wel een aantal sommen over gemaakt, maar of de stof daadwerkelijk is ingeslepen is dus maar de vraag. Geconcludeerd kan worden dat wanneer de driefasenmodellen voor zowel het aanleren van kennis als het aanleren van vaardigheden niet correct of onvolledig wordt toegepast, leerlingen de kennis/vaardigheden niet goed genoeg aangeleerd krijgen. Het aanleren van het maken van berekeningen met de boxen kan dus op twee momenten zijn verstoord; allereerst kan belangrijke informatie niet zijn blijven hangen doordat er te weinig betekenis aan de leerstof is gegeven, waardoor het vervolgens ook niet onthouden is. Ten tweede is het mogelijk dat er wel is uitgelegd hoe de berekeningen met de boxen gemaakt moet worden, maar dat hier te weinig mee geoefend is waardoor de leerstof niet ingeslepen is. Beide aspecten kunnen ten grondslag liggen aan de tegenvallende resultaten op de toets. 1.4 Oplossing probleem Om ervoor te zorgen dat de leerlingen tijdens de volgende toets niet dezelfde fouten maken, is het van belang dat zorgvuldig bekeken wordt, welke kennis en vaardigheden aangeleerd moeten worden om opgaven betreffende heffing op inkomen goed te kunnen maken. Vervolgens moet na worden gegaan hoe dit uiteindelijk het beste tijdens de lessen ingevuld kan worden. Voordat dit in praktijk bekeken wordt, moet eerst in de theorie na worden gegaan hoe er een invulling gegeven wordt aan het driefasenmodel voor zowel het aanleren van kennis, als het aanleren van vaardigheden Oplossing probleem - Theorie De fasen voor het aanleren van inhoudelijke kennis, welke in paragraaf 3 al kort zijn beschreven, worden in deze paragraaf verder toegelicht. Allereerst moet er betekenis worden opgebouwd, hierbij is voorkennis van essentieel belang (Marzano & Miedema, 2008). Docenten moeten in deze fase misconcepties corrigeren. Marzano en Miedema (2008) geven verschillende suggesties die waardevol kunnen zijn bij het begrijpen van nieuwe informatie, zoals een woordspin maken en de BBB-strategie. Om de informatie overzichtelijker te maken en ook meer zicht te krijgen in verbanden, moet de nieuwe informatie gedurende fase 2 in schema s georganiseerd worden (Marzano & Miedema, 2008). Ook het maken van schema s kan op verschillende manieren gebeuren; de docent kan vooraf getekende schema s geven die nog moeten worden ingevuld, een andere optie is dat leerlingen van te voren vragen krijgen welke in een schema verwerkt moeten worden. Een hoofdstuk schematisch

9 samenvatten behoort tevens tot de mogelijkheden. Wanneer de schema s zijn opgesteld moet de informatie ook nog onthouden worden (fase 3). Door elaboratie, wat betekent dat er bewust een relatie wordt gelegd tussen nieuwe en oude informatie, kan dit gerealiseerd worden (Marzano & Miedema, 2008). Om kennis goed te kunnen onthouden kunnen er bijvoorbeeld vragen worden gesteld bij de schema s, ezelsbruggetjes kunnen door de docent of leerlingen worden gemaakt en ook het maken van een visuele voorstelling van iets helpt bij het onthouden van kennis. Naast de fasen voor het aanleren van inhoudelijke kennis, worden de fasen voor het aanleren van vaardigheden hieronder iets uitgebreider omschreven. Fase 1 betreft het achterhalen van een stappenplan, welke zowel door de docent kan worden gepresenteerd of door de leerling kan worden opgesteld (Marzano & Miedema, 2008). Hierbij is het van groot belang dat er geen stappen worden overgeslagen, die kan snel gebeuren wanneer de docent een vaardigheid presenteert die voor hem/haar ingeslepen is, maar voor de leerlingen niet. Om de vaardigheid te creëren zijn verschillende mogelijkheden; er kan expliciet worden lesgegeven in het stappenplan, maar de vaardigheid kan ook gedemonstreerd worden zonder de expliciete stappen te noemen (Marzano & Miedema, 2008). Bij deze mogelijkheid schrijven leerlingen zelf de stappen op, het gevaar hiervan is echter dat hun uiteindelijke stappenplan kan verschillen. Andere mogelijkheden zijn onder andere dat de leerlingen de stappen demonstreren of dat er met de leerlingen een schematische weergaven van de vaardigheid wordt gemaakt (Marzano & Miedema, 2008). In de tweede fase wordt het stappenplan uitgeprobeerd, een gevaar hierbij is onder meer dat leerlingen stappen over gaan slaan. Wanneer de vaardigheid is uitgeprobeerd, moet deze in de derde en belangrijkste fase worden ingeslepen (Marzano & Miedema, 2008). Volgens Marzano en Miedema (2008) kan hierbij een oefenprogramma soms erg zinvol zijn. De tijd die nodig is voor het inslijpen van een vaardigheid hangt onder meer van het type vaardigheid en de individuele leerling af Oplossing probleem - Praktijk De theorie stelt dat er dus eerst aandacht uit moet gaan naar het onthouden van inhoudelijke kennis, voordat vervolgens de vaardigheden geoefend en ingeslepen kunnen worden. Voor de berekeningen betreffende heffing op inkomen betekent dit het volgende: Allereerst moet er betekenis worden gegeven aan het onderwerp. Als leerlingen weten waarvoor ze de kennis kunnen gebruiken, zullen ze hieraan dus sneller betekenis kunnen geven (Ebbens & Ettekoven, 2009). Dit betekent dat er een link met de praktijk moet worden gelegd, leerlingen moeten in deze fase leren inzien dat de leerstof zeer waardevol is voor wanneer ze zelf (later) hun belastingaangifte moeten doen. Tijdens de eerste les zal tijdens de (her)introductie van het onderwerp gestart worden met het laten zien van een Tj-biljet

10 en een inleidende uitleg omtrent de jaarlijkse belastingaangifte voor jongeren 3. Door uit te leggen waarom belastingaangifte doen belangrijk is en wat er allemaal bij komt kijken, zal het geven van betekenis vanzelf volgen. Vervolgens moet de nieuwe betekenisvolle informatie georganiseerd worden in schema s en moet deze onthouden worden. Leerlingen zullen in dit geval zelf een samenvatting van de belangrijkste informatie over heffing op inkomen maken, dit is één van de strategieën die in paragraaf is beschreven. Nu de inhoudelijke kennis voor de leerlingen geen probleem meer is, kan worden begonnen met het oefenen van de vaardigheden. Hierbij is het van belang om eerst een stappenplan te introduceren bij het maken van de berekeningen met de boxen, anders worden bepaalde berekeningen op de verkeerde manier gemaakt (denk aan aftrekposten die niet op het juist moment van het belastbaar inkomen worden afgetrokken). Omdat het belangrijk is dat alle leerlingen de verschillende stappen op je juiste volgorde uitvoeren, wordt het stappenplan geïntroduceerd door de docent. Wanneer het stappenplan duidelijk is, moet hier uiteraard ook mee geoefend worden. Het kan zijn dat door individuele verschillen, bepaalde leerlingen sommige delen van de berekeningen moeilijker vinden dan anderen. Dat er verschillen tussen de leerlingen zijn, is tijdens de analyse van de gemaakte toets al naar voren gekomen. Daarom is het belangrijk om hier als docent op te reageren. Door het toepassen van differentiatie binnen de klas, kan er op de verschillen tussen de leerlingen worden ingespeeld (Geerligs & van der Veen, 2009). Het oefenen met de berekeningen betreffende heffing op inkomen kan er hierdoor voor elke leerling anders uitzien. Dit wordt veroorzaakt door de volgende aanpak: leerlingen krijgen in eerste instantie een aantal sommen die ze allen moeten maken. Als blijkt dat een specifieke leerling moeite heeft met bepaalde berekeningen, krijgt hij/zij hier extra opgaven over, terwijl een andere leerling weer extra opgaven zal moeten maken die betrekking hebben op de som(men) die hij/zij moeilijk vond. Zo wordt er maatwerk voor iedere leerling aangeboden. Doordat de leerlingen extra oefenen met de berekeningen die ze zelf moeilijk vonden, zal de stof die ze nog niet onder de knie hadden ook worden ingeslepen. Wanneer door middel van differentiële oefening alle leerlingen het stappenplan kunnen uitvoeren, wordt er aan uiteindelijk weer een koppeling gemaakt met betekenis geven; aan het eind van de lessen is er genoeg geoefend en zal er weer naar de praktijk worden gekeken. Dit betekent dat de leerlingen de laatste les nog een Tj-Biljet invullen. Het invullen hiervan doet ze herinneren aan waarom de leerstof ook alweer zo relevant is. Het Tj-Biljet wordt ingevuld aan de hand van een voorbeeld van iemand die 3 Het invullen van het Tj-biljet volgt pas in les 3, wanneer de leerlingen in staat moeten zijn om dit te kunnen. Om ze ervoor te zorgen dat de leerlingen meer betekenis aan de leerstof kunnen geven, wordt de eerste les daarom al wel het Tj-biljet geïntroduceerd.

11 een bijbaantje bij de Albert Heijn heeft. Dit is dus erg herkenbaar en al het geleerde kan in de praktijk worden toegepast. Naast dat de stof goed geoefend is voor de toets, kunnen leerlingen voortaan dus ook hun eigen belastingaangifte doen! De hierboven beschreven oplossing zal uiteindelijk worden vertaald in specifieke lesplannen, een globale opzet van de lessen kan gevonden worden in paragraaf Effect gekozen oplossing Het effect van de hierboven beschreven aanpak is allereerst natuurlijk dat leerlingen betere resultaten op hun toets zullen behalen wanneer er een opgave over heffing op inkomen moet worden gemaakt. Dit wordt ten eerste veroorzaakt door het feit dat er meer betekenis kan worden gegeven aan de leerstof. De leerstof staat door de invulling van de lessenserie dichterbij de belevingswereld van de leerlingen. Daarnaast worden de vaardigheden op een betere manier ingeslepen. Het stappenplan helpt de leerlingen de vaardigheden aan te leren en vervolgens kan hier mee geoefend worden. Door deze gestructureerde manier van werken zijn leerlingen uiteindelijk beter in staat om een opgave over heffing op inkomen te maken. Naast de betere resultaten zullen de leerervaringen van de leerlingen de tweede (positieve) uitkomst zijn van de lessenserie. Het is belangrijk om inzicht te krijgen in de leerervaringen van de leerlingen, op deze manier kunnen conclusies worden verbonden aan het succes en het effect van het ontwerp. Hoe de leerlingen de lessen ervaren hebben is natuurlijk erg belangrijk bij het al dan niet toekomstig herhalen van de lessenserie. In het learner report (bijlage 3) worden open vragen gesteld (in plaats van gesloten vragen), hier zit een belangrijke reden achter; open vragen verschaffen veel meer informatie over de leerervaringen van de leerlingen. Ze zijn minder gestuurd en geven daardoor een helderder beeld. Hoewel gesloten vragen natuurlijk makkelijker te verwerken zijn, is vanwege bovenstaande redenen dus toch gekozen voor open vragen. Bij deze open vragen wordt gebruik gemaakt van voorbeeldzinnen, op deze manier begrijpen de leerlingen beter wat de bedoeling is van de vragenlijst. De vragen zijn dusdanig opgesteld, dat de leerlingen verplicht zijn om verklaringen/toelichtingen te geven bij hun antwoorden. Er worden onder andere vragen gesteld over hoe de leerlingen de lessen vonden en wat ze ervan geleerd hebben. Daarnaast wordt de lessenserie vergeleken met de reguliere lessen; er wordt gevraagd of de leerlingen de lessenserie leuker/minder leuk vonden dan de gewone lessen. Tevens worden er vragen gesteld waaruit geconcludeerd kan worden of de leerlingen een lessenserie als deze leerzamer vinden dan de gewone lessen. De verklaringen/toelichtingen zijn erg belangrijk bij het evalueren. Het ontwerp zal uiteindelijk geslaagd zijn als uit de antwoorden op het learner report blijkt dat de lessenserie daadwerkelijk iets heeft toegevoegd aan leerervaringen van de leerlingen.

12 1.5 Ontwerphypothese Naar aanleiding van de informatie die in de voorgaande paragrafen is gegeven, is de volgende ontwerphypothese opgesteld: De problemen die leerlingen hebben met het maken van opgaven over heffing op inkomen,kunnen in de toekomst geminimaliseerd worden door meer betekenis te geven aan de leerstof en het inslijpen van vaardigheden, wat zal leiden tot betere leerresultaten en positieve leerervaringen. 1.6 Eindtermen De eindtermen voor het vak Economie (VWO) die betrekking hebben op de lessenserie staan hieronder omschreven. Tevens kunnen deze worden teruggevonden op internetsite De eindtermen vallen onder subdomein N5 en worden als volgt gedefinieerd: Eindterm N5: Inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid beschrijven en de ontwikkeling daarvan analyseren. Het systeem van de Nederlandse inkomstenbelasting: - Belastingtraject Box 1: bruto-inkomen, aftrekposten, belastbaar inkomen (werk en woning), schijventarief, inkomensheffing, heffingskortingen; de splitsing van de eerste en de tweede schijf in inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. - Belastingtraject Box 3: vermogen, bezittingen minus schulden, vrijstelling, belastbaar inkomen uit sparen en beleggen, fictief rendement, rendementsheffing. - De loonheffing als voorheffing bij de inkomensheffing. Opmerking: bedragen, voorwaarden, beperkingen en dergelijke worden niet bekend verondersteld. Het ontwerp voor de lessenserie wordt dusdanig ingericht, dat er aan alle eindtermen voldaan zal worden. 1.7 Resultaatmeting Zoals hierboven als is vermeld wordt het effect van dit ontwerp op twee manieren gemeten. Allereerst wordt gekeken naar de leerresultaten; hiervoor wordt een diagnostische toets opgesteld 4. 4 De toets in de toetsweek wordt pas aan het eind van het schooljaar afgenomen, dit past niet binnen het programma voor ontwerpen. Daarom is er bij het meten van leerresultaten gekozen voor een diagnostische toets.

13 De diagnostische toets en de uitwerkingen hiervan staat in bijlage 2. De diagnostische toets worden afgenomen in de experimentklas en in een controle klas. De controle klas krijgt op de reguliere manier les. Zoals al eerder is vermeld, wordt aangenomen dat beide klassen van hetzelfde niveau zijn. Voor het analyseren van de leerresultaten is een criterium vastgesteld. Het criterium is dat de experimentklas gemiddeld minimaal 0,5 punt moet scoren op de diagnostische toets dan de controleklas. Wanneer dit het geval is, is het ontwerp op het gebied van leerresultaten geslaagd. Naast betere leerresultaten zal het ontwerp ook tot een betere leerervaringen leiden. Dit wordt ten eerste veroorzaakt doordat de stof dichterbij de belevingswereld van de leerlingen wordt gebracht (onder andere door het invullen van een Tj-biljet), waardoor leerlingen meer betekenis aan de leerstof kunnen geven. Dit leidt vervolgens tot positieve leerervaringen. Daarnaast krijgen de leerlingen maatwerk aangeboden. Ze hebben dus niet het gevoel dat ze zinloze opdrachten zitten te maken die ze toch al begrijpen. De leerling-specifieke aandacht leidt ook tot positievere ervaringen bij de leerlingen. Ze zien het nut van het maken van de opdrachten beter in. Hierboven is al gesteld dat het ontwerp geslaagd zal zijn, als uit de antwoorden op het learner report (bijlage 3) blijkt dat de lessenserie daadwerkelijk iets heeft toegevoegd aan leerervaringen van de leerlingen. 1.8 Tijdpad Omdat de lessen op mijn school 70 minuten duren, heb ik voor de lessenserie 3 lessen ingeroosterd. De lessen zullen er bij benadering als volgt uitzien: Les 1: - (Her)introductie van het onderwerp ; laten zien van een Tj-biljet + inleidende uitleg. - Herhaling inhoudelijke leerstof met betrekking tot heffing op inkomen. - Doornemen stappenplan voor berekeningen met box 1 + box 3. - Maken van verschillende opgaven over heffing op inkomen; deze worden aan het eind van de les ingeleverd. Les 2: - Leerlingen krijgen nagekeken opdrachten terug. - Eventueel extra uitleg wanneer bepaalde opdrachten massaal zijn fout gedaan. - Leerlingen maken extra opgaven die betrekking hebben op de stof/berekeningen die zij lastig vonden. Elke leerling maakt dus andere opgaven. De opgaven worden aan het eind van de les ingeleverd.

14 Les 3: - Leerlingen krijgen nagekeken opdrachten terug. - Uitleg over het invullen van een Tj-biljet. - Leerlingen maken opdracht Tj-biljet, deze wordt gezamenlijk nagekeken. - Maken + inleveren diagnostische toets.

15 Hoofdstuk 2 Ontwerpfase Hoofdstuk 2 geeft een kort beschrijving van de verdere inrichting van het ontwerp. Hoewel hier in hoofdstuk 1 al redelijk veel aandacht naar uit is gegaan, zal er in dit hoofdstuk op sommige punten dieper in worden gegaan. In paragraaf 2.1 komen de lesplannen aan bod; er wordt beschreven hoe deze tot stand zijn gekomen. Het specifieke lesmateriaal wordt besproken in paragraaf 2.2, vervolgens wordt in paragraaf 2.3 de docentenhandleiding belicht. In de laatste paragraaf (2.4) komt de onderzoeksmethode aan bod. 2.1 Lesplannen Voor elke les is er een lesplan ontwikkeld (zie bijlage 7), hierbij is gebruik gemaakt van het format op blackboard (ILO-UvA, 2010). Het algemene format is gebaseerd op het Model Didactische Analyse (MDA). Dit model bestaat uit verschillende onderdelen: doelen, beginsituatie, onderwijsleersituatie en evaluatie. Op blackboard is tevens een schematisch overzicht gevonden van de relaties die de onderdelen in MDA tot elkaar hebben, dit overzicht staat hieronder. Figuur 1: Model Didactische Analyse Met behulp van het bovenstaande schema zijn de lesplannen opgesteld. Voordat voor iedere les het lesplan is ingevuld, is eerst gekeken naar het hoofddoel van de les (en uiteindelijk de lessenserie). Per les zijn alle doelen gedefinieerd. Deze doelen gaan over wat de leerlingen na de les moet weten/kunnen en hoe hun attitude na de les zou moeten zijn (ILO-UvA, 2010). Bij het invullen van de lessenplannen is per les de beginsituatie van de leerlingen bekeken. In hoeverre weten de leerlingen al iets van het onderwerp? Daar is tijdens de invulling van elk lesplan rekening mee worden gehouden. Nadat de doelen en de beginsituatie in het lesplan zijn gedefinieerd, is het lesplan

16 uitgebreid en is er specifiek gekeken naar hoe de les wordt ingedeeld, welke hulpmaterialen nodig zijn en in welke werkvormen er gewerkt wordt. Ook is er gekeken naar de specifieke inhoud van de les en welke leeractiviteiten er tijdens de les aan bod komen. Al deze aspecten hebben betrekking op de onderwijsleersituatie. De lessenserie wordt uiteindelijk geëvalueerd (zie MDA) en kan daarna in de toekomst worden herzien. De evaluatie vindt plaatst door middel van een diagnostische toets en een learner report. Op basis van deze uitkomsten kan geëvalueerd worden wat er in de toekomst (eventueel) moet aangepast worden aan de lessenserie. 2.2 Lesmateriaal Tijdens de lessenserie is er lesmateriaal nodig, dit staat bij elk lesplan kort vermeld (zie bijlage 7). Hieronder staat een specificatie van welk lesmateriaal er per les nodig is. Les 1: Tj-biljet. Ik laat het Tj-biljet zien en vertel er iets bij (waarom men aangifte moet doen en hoe dat dan gaat). Op deze manier kunnen de leerlingen meer betekenis geven aan de leerstof. Stappenplan (geprint). Elke leerling krijgt een stappenplan, welke we samen even doorlopen. Dit stappenplan kan de leerling gebruiken bij het maken van de opgaven over heffing op inkomen. Startopgaven + gestreept papier. De startopgaven over het onderwerp zijn nodig om na te gaan in hoeverre leerlingen al in staat zijn de opgaven betreffende box 1 en box 3 te maken. Leerlingen maken deze opgaven individueel in stilte. De Lesbrief Welvaart. In principe is deze lesbrief niet nodig (het stappenplan in combinatie met de powerpoint moet voldoende zijn), maar leerlingen kunnen er eventueel nog even doorheen bladeren wanneer ze dit fijn vinden/ bepaalde dingen willen opzoeken. Les 2: Stappenplan (geprint). Zie boven. Gemaakte opgaven les 1. Deze opgaven zijn nagekeken en leerlingen kunnen dus kijken welke ze fout hebben gedaan. Leerling-specifieke opgaven + gestreept papier: Naar aanleiding van de gemaakte fouten bij de opgaven van les 1, krijgen de leerlingen opgaven over de onderwerpen die ze moeilijk vonden. Leerlingen maken deze opgaven individueel in stilte. De Lesbrief Welvaart. In principe is deze lesbrief niet nodig, maar leerlingen kunnen er eventueel nog even doorheen bladeren wanneer ze dit fijn vinden/bepaalde dingen willen opzoeken.

17 Les 3: Gemaakte opgaven les 2. Deze opgaven zijn nagekeken en leerlingen kunnen dus kijken wat ze fout hebben gedaan. Tj-biljet (kopie) + bijbehorende opdracht. Het geleerde wordt hiermee in praktijk gebracht. Leerlingen krijgen een voorbeeld situatie en moeten aan de hand van de gegevens een Tjbiljet gaan invullen. Diagnostische toets + gestreept papier. Deze toets wordt individueel in stilte zonder stappenplan gemaakt. Learner report. Naast de diagnostische toets moet er een learner report worden ingevuld ten behoeve van de resultaatmeting van mijn ontwerp. 2.3 Docentenhandleiding Omdat de lessenserie ook door een andere vakcollega zou moeten kunnen worden uitgevoerd, is er een docentenhandleiding geschreven, welke te vinden is in bijlage 8. De docent krijgt ook alle benodigde materialen die in paragraaf 2.2 staan omschreven. De docentenhandleiding geeft kort weer hoe elke les is ingedeeld, de lesplannen voegen hier nog wat specifieke informatie aan toe. Bij de uitwerkingen van de verschillende opgaven is elke keer duidelijk een normering aan gegeven. Zo weet de docent welke cijfers hij/zij moet toekennen. Daarnaast zijn er richtlijnen opgesteld voor de te maken opgaven tijdens les 2 (zie bijlage 9). Hierin wordt duidelijk vermeld welke opgaven een leerling tijdens les 2 moet maken, wanneer hij/zij bepaalde opgaven in les 1 fout doet. De docentenhandleiding is dus een korte omschrijving van wat de docent per les moet doen (bijlage 8). 2.4 Onderzoeksmethode In hoofdstuk 1 is duidelijk geworden dat leerlingen moeite hebben met het maken van opgaven betreffende heffing op inkomen (box 1 en box 3). In bijlage 1 worden de bevindingen bevestigd; de toetsresultaten op dit onderwerp waren niet goed. In hoofdstuk 1 is daarom eerst in de theorie gezocht naar een gedegen oplossing voor dit probleem. Uiteindelijk is op basis van de bevindingen deze lessenserie tot stand gekomen, welke ervoor moet zorgen dat het probleem geminimaliseerd wordt. Om het effect van de lessenserie te kunnen meten is er gekozen voor twee meetinstrumenten; allereerst wordt het effect gemeten door middel van een diagnostische toets. De resultaten van de experimentklas worden vergeleken met die van een controleklas. Daarnaast vult de

18 experimentklas een learner report in, zodat ook de leerervaringen van de leerlingen tijdens de lessenserie duidelijk worden. Beide meetinstrumenten zijn in hoofdstuk 1 al uitgebreid beschreven.

19 Hoofdstuk 3 Uitvoeringsfase De afgelopen drie lessen is het ontwerp met betrekking tot heffing op inkomen uitgevoerd in de experimentklas. Dit ontwerp is uitgevoerd volgens de lesplannen die in de bijlage zijn toegevoegd. Tevens is er gedurende de laatste les een learner report en een diagnostische toets afgenomen om het effect van het ontwerp te meten. De controlegroep heeft twee gewone lessen over het onderwerp heffing op inkomen gehad, vervolgens is bij deze groep ook een diagnostische toets afgenomen. De resultaten van het learner report en de diagnostische toets worden in het volgende hoofdstuk beschreven.

20 Hoofdstuk 4 Evaluatiefase De uiteindelijke waarde van het ontwerp zal in dit hoofdstuk geanalyseerd worden. In hoofdstuk 1 zijn twee pijlers hiervoor genoemd: de leerervaringen van de leerlingen, welke gemeten worden door het learner report, en de leerresultaten, welke gemeten worden door de diagnostische toets. Aan de hand van deze pijlers wordt de ontwerphypothese getoetst waaruit vervolgens een aantal conclusies kunnen worden getrokken. Aan het eind van dit hoofdstuk komen de verbeterpunten en onvoorziene opbrengsten van het ontwerp aan bod, evenals de waarde van het ontwerpproces voor mijn eigen ontwikkeling. 4.1 Uitkomsten learner report Tijdens de laatste les van de lessenserie heb ik de leerlingen gevraagd om naast de opdrachten de vragenlijst in te vullen. Ik had de tijd die de leerlingen nodig hadden voor de opdrachten goed ingeschat; zo was er nog voldoende tijd over voor het invullen van het learner report. Per vraag staan hieronder de belangrijkste/meest gegeven antwoorden opgesomd. Tevens staat achter elk antwoord vermeld hoe vaak dit antwoord is gegeven Welke drie dingen heb jij geleerd met betrekking tot heffing op inkomen (box 1 en box 3). Maak de volgende zin af: Ik heb geleerd dat Om box 1 en 3 makkelijk te berekenen en het door het op die manier te berekenen te snappen. (6x) - Mensen een andere heffingskorting kunnen krijgen. (3x) - Om de schijven te berekenen. (7x) - Dat je pas aan het einde de kortingen eraf moet halen. (2x) - Hoe hoger je inkomen, hoe meer belasting je moet betalen. (3x) - Welke kortingen er zijn, bijv. als je alleenstaande ouder bent. (4x) - Je een best groot percentage van je inkomen aan belasting moet betalen. (2x) - Aftrekposten eerst van het loon afgaan voordat je het belastbaar inkomen berekent. (5x) 5 Wanneer bepaalde antwoorden tot dezelfde antwoordcategorie worden gerekend, betekent dit niet dat de antwoorden die leerlingen gegeven hebben altijd letterlijk hetzelfde waren. Een aantal antwoorden komen wel op hetzelfde neer, daarom worden deze antwoorden wel tot een dezelfde antwoordcategorie gerekend.

21 2. Welke dingen over de opdrachten die je moest maken m.b.t. heffing op inkomen verrasten/verbaasden je? Maak één van de volgende zinnen af: Ik heb ontdekt dat of: Ik heb geleerd dat het niet waar is dat. - Iedereen dezelfde heffingskorting krijgt. (4x) - De schijven niet even groot zijn. (6x) - Gecumuleerde heffingen makkelijker is dan als je de heffing zelf moet uitrekenen. (2x) - Een lening ook invloed op je vermogen (box 3) heeft. (3x) - Veel oefenen helpt begrijpen. (4x) - Je heel goed naar de gegevens moet kijken die in de vraag staan. (3x) 3. Welke dingen heb je over jezelf geleerd gedurende de afgelopen lessen? Maak de volgende zin af: Ik heb geleerd dat ik omdat (Bijv. Ik heb geleerd dat ik... best lastig vind, omdat... ). - Dat ik goed moet blijven opletten, omdat ik snel rekenfouten maak. (2x) - Dat ik het in het begin lastig vond, maar nu niet meer want veel oefenen baart kunst. (5x) - Ik kan leren met cijfers om te gaan. (2x) - Ik toch wel kan rekenen. (4x) - Ik het berekenen van box 3 best lastig vind wanneer je veel gegevens hebt. (3x) 4. Naast deze leerervaringen wil ik graag nog weten wat jullie leuker/minder leuk vonden aan de afgelopen lessen ten opzichte van de gewone lessen die jullie de rest van het jaar hebben. - Ik vond het fijn om een paar lessen aan één onderwerp te besteden zodat je het echt goed snapt. (4x) - Hier heb ik meer van geleerd en ik vond het ook nog eens leuk om te doen. (6x) - Het was veel van het hetzelfde. (4x) - Het heeft me echt heel erg geholpen. (2x) - Ik vond het minder leuk omdat we erg veel moesten werken. (4x) 5. Leer je van deze manier van les geven meer of minder in vergelijking tot de gewone lessen die jullie de rest van het jaar hebben? (Is deze manier van lesgeven nuttig of juist minder nuttig?) Leg uit waarom je hier meer of minder van leert. - Meer, want je leert om het op allerlei manieren en met verschillende gegevens te berekenen. (2x) - Op het gebied van inkomensheffingen heb ik meer geleerd van het onderwerp, dan in de boeken. (2x) - Minder algemeen, meer specifiek. (4x)

22 - Meer, door veel oefenen leer ik beter. (6x) 6. Zou een vergelijkbare manier van lesgeven vaker moeten worden toegepast (bijvoorbeeld bij een ander onderwerp)? Waarom wel/niet? - Ja, want het was me goed bevallen. (3x) - Alleen bij lastige onderwerpen. (5x) - Ja, het helpt echt en het is leuk. (3x) - Vooral bij rekenwerk. (4x) - Nee, teveel werken. (3x) 7. Zijn er nog andere opmerkingen die je graag kwijt wilt? - Het stappenplan was erg handig, dit geldt ook voor de uitleg. (1x) Aan de hand van de uitkomsten van het learner report kan geanalyseerd worden in welke mate het ontwerp geslaagd is voor wat betreft de leerervaringen. In hoofdstuk 1 was al gesteld dat het ontwerp geslaagd is, als het daadwerkelijk wat heeft toegevoegd aan de leerervaringen van de leerlingen. Voor de meeste leerlingen blijkt dit zeker het geval te zijn, dit zal door middel van een aantal voorbeelden verduidelijkt worden. Allereerst hebben de leerlingen een aantal dingen geleerd over box 1 en box 3, die ze blijkbaar niet meer wisten van het begin van het schooljaar (zie vraag 1 en 2). Ook zijn de leerlingen ten aanzien van zichzelf erachter gekomen dat ze toch wel kunnen rekenen/met cijfers om kunnen gaan (zie vraag 3). Ze hebben dus een ontdekking over zichzelf gedaan. Daarnaast vonden veel leerlingen het fijn om veel te oefenen omdat ze op deze manier echt het trucje doorkregen (zie vraag 4 en 5). Andere leerlingen gaven echter wel als feedback dat ze het oefenen soms teveel vonden worden (zie vraag 4). Veel leerlingen willen dat deze manier van werken ook bij een ander onderwerp wordt toegepast, een aantal leerlingen voegde hier echter wel aan toe dat ze het alleen willen als het een lastig onderwerp betreft of als het veel rekenwerk betreft (zie vraag 6). Naast de ervaringen die de leerlingen op papier hebben gezet, is mij opgevallen dat de leerlingen veel fanatieker aan het werk gingen. Doordat ze de opgaven aan het eind van de les moesten inleveren, hadden ze blijkbaar een drive om harder door te werken omdat ik vervolgens het gemaakte werk ook ging nakijken. Tevens hing er een erg rustige sfeer in de klas.

23 Al met al heeft het ontwerp zeker een bijdrage geleverd aan de leerervaringen van de leerlingen. Sommige leerlingen vonden het rekenwerk wel iets teveel, maar de algemene tendens in de uitkomsten van de vragenlijst was dat de leerlingen het wel fijn vonden dat er veel geoefend werd, omdat ze op deze manier echt de stof onder de knie kregen. Uit de feedback bleek tevens dat een groot deel van de leerlingen een vergelijkbare lessenserie bij een ander onderwerp zou willen terug zien, zolang de leerstof zich hier wel voor leent. 4.2 Uitkomsten diagnostische toets Het tweede instrument voor het meten van het effect van dit ontwerp is de diagnostische toets. In hoofdstuk 1 is al vermeld dat er gebruikt wordt gemaakt van een controlegroep, zodat de resultaten van de experimentklas hiertegen afgezet kunnen worden 6. De verwachting is dat de experimentklas significant hoger scoort (minimaal 0,5 punt) voor de diagnostische toets dan de controlegroep, wat dus een resultaat zou moeten zijn van het ontwerp. In bijlage 10 staan twee gemaakte ingescande diagnostische toetsen als voorbeeld. Één exemplaar is gemaakt door een leerling uit de experimentklas, het andere exemplaar is gemaakt door iemand uit de controlegroep. De toetsen van beide groepen zijn nagekeken, vervolgens zijn de resultaten hiervan verwerkt in Excel. Per vraag is de gemiddelde score per klas berekend, de resultaten staan in de tabel hieronder. Maximaal aantal punten Experimentklas (gemiddelde score) Controlegroep (gemiddelde score) Opgave 1a 2 1,3 1 Opgave 1b 2 1 0,8 Opgave 1c 2 1,7 1,4 Opgave 2a 2 1,8 1,8 Opgave 2b 2 0,8 0,9 Opgave 2c 4 2,8 1,7 Opgave 2d 3 2,0 1,2 Opgave 2e 2 1,4 1,3 Totaal 19 12,8 10,1 Cijfer 10 7,1 5,8 Tabel 1: Resultaten diagnostische toets 6 Er wordt aangenomen dat beide klassen ongeveer van hetzelfde niveau zijn, gezien de cijfers die ze gedurende dit schooljaar voor het vak economie gehaald hebben.

24 Over de resultaten kan het volgende worden gesteld: de experimentklas scoort op 6 van de 8 vragen hoger dan de controlegroep. De scores op de twee beredeneer-vragen (opgave 2a, 2b) liggen erg dicht bij elkaar. De grote verschillen tussen de groepen ontstaan vooral wanneer er veel gerekend moet worden. Het uiteindelijke verschil tussen de twee groepen is uiteindelijk 1,3 punt. In hoofdstuk 1 was gesteld dat dit minimaal 0,5 punt moest zijn. Er wordt dus voldaan aan het criterium dat de experimentklas minimaal 0,5 punt hoger zou moeten scoren voor de diagnostische toets dan de controlegroep. Gezien het feit dat beide klassen van hetzelfde niveau zijn, kan dit verschil wel degelijk aan de lessenserie worden toegeschreven. Wel moet dit met enige voorzichtigheid gedaan worden, aangezien de klassen die de diagnostische toets gemaakt hebben uit respectievelijk 16 en 17 leerlingen bestaan. Het gaat hier om een kleine steekproef, wat minder representatief is dan wanneer de toets door twee groepen van bijvoorbeeld 100 leerlingen gemaakt zou worden. Toeval kan dus een invloed hebben op verschillen tussen de twee groepen. Het verschil tussen de klassen is echter dermate groot, dat uiteindelijk gesteld kan worden dat het ontwerp hier wel degelijk aan ten grondslag ligt. 4.3 Toetsing ontwerphypothese Aan de hand van de resultaten voor de diagnostische toets en de uitkomsten van het learner report kan de ontwerphypothese getoetst worden. Deze hypothese, opgesteld in hoofdstuk 1, luidt: De problemen die leerlingen hebben met het maken van opgaven over heffing op inkomen,kunnen in de toekomst geminimaliseerd worden door meer betekenis te geven aan de leerstof en het inslijpen van vaardigheden, wat zal leiden tot betere leerresultaten en positieve leerervaringen. Tijdens het ontwerp wordt betekenis gegeven aan de leerstof, door dit aan de praktijk te koppelen. In les 1 kwam het Tj-biljet al een keer naar voren en in les 3 hebben de leerlingen deze ingevuld. Ook is geprobeerd om gedurende de lessenserie de vaardigheden in te slijpen, door het meermaals oefenen met opgaven over box 1 en box 3. In paragraaf 4.1 zijn, op basis van de ingevulde vragenlijsten, de leerervaringen geanalyseerd. Het ontwerp heeft wel degelijk iets toegevoegd aan de leerervaringen van de leerlingen; vooral het feit dat het oefenen met opgaven volgens de leerlingen toch wel erg goed is, is een belangrijke positieve leerervaring. Een paar leerlingen vonden het oefenen echter minder leuk. Daarnaast gaven veel leerlingen als respons dat ze best vaker een vergelijkbare lessenserie zouden willen doen, mits de stof zich ervoor leent. Naast de (met name positieve) leerervaringen, is het effect van het ontwerp gemeten door de diagnostische toets. Ondanks het feit dat de steekproef aan de kleine kant is, kan gesteld worden dat

25 het verschil tussen de experimentklas en de controlegroep is dermate groot is, dat geconcludeerd kan worden dat het ontwerp leidt tot betere leerresultaten. De ontwerphypothese kan uiteindelijk dus worden aangenomen; de lessenserie heeft wel degelijk betere leerervaringen en betere leerresultaten als gevolg. De uitkomsten van beide graadmeters zijn dusdanig overtuigend, dat er geen twijfel bestaat over het aannemen van de hypothese. 4.4 Verbeterpunten Naast de positieve uitkomsten van het ontwerp (goede leerresultaten en positieve leerervaringen), is er altijd ruimte voor verbetering. Hieronder staan een aantal suggesties van hoe het ontwerp verbeterd zou kunnen worden: - Meer tijd nemen voor het nabespreken van de opgaven. Voor het nabespreken van de opgaven was niet altijd genoeg tijd ingelast. Dit is lastig wanneer leerlingen dezelfde les weer verder moeten met het maken van nieuwe opgaven. - Het aantal opgaven reduceren. Leerlingen vonden het aantal opgaven die ze gedurende de lessen moesten maken soms wat teveel. Uiteindelijk leren ze natuurlijk wel van veel oefenen (zoals uit het learner report naar voren kwam), maar het aantal opgaven kan misschien iets gereduceerd worden zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het ontwerp. - Leerlingen eigen/elkaars opgaven laten nakijken. Leerlingen moesten aan het eind van de les telkens hun gemaakte werk inleveren. Deze opgaven keek ik vervolgens thuis na. Dit kostte me best veel tijd en daarom zou het bijvoorbeeld handig zijn wanneer leerlingen een deel van de opgaven kunnen nakijken. 4.5 Onvoorziene opbrengsten In paragraaf 4.1 en 4.2 zijn al twee belangrijke opbrengsten van het ontwerp besproken, maar er zijn ook nog een paar onvoorziene opbrengsten van het ontwerp: - Leerlingen zorgden ervoor dat ze hun werk netjes aan het eind van de les af hadden. Normaal gesproken willen sommige leerlingen niet zo hard werken wanneer ze huiswerk hebben, omdat dit immers ook thuis kan. Omdat de leerlingen aan het eind van elke les iets moesten inleveren gingen ze harder werken. Ze wisten dat ze de opgaven dezelfde les nog moesten inleveren, dus ze deden meer in de les. - Doordat leerlingen moesten doorwerken waren ze ook rustiger. Dit zorgde ervoor dat ik minder aan klassenmanagement hoefde te doen, omdat de klas uit zichzelf wel aan het werk was.

26 4.6 Waarde ontwerpproces voor eigen ontwikkeling Het is voor mij de tweede keer dat ik een lessenserie ontwerp (ik heb dit ook al voor M&O gedaan), dus ontwerpen was voor mij niet helemaal nieuw. Natuurlijk ging dit ontwerp over een heel ander onderwerp dan mijn vorige lessenserie, maar de essentie van het onderzoeksmatig ontwikkelen van een lessenserie blijft natuurlijk hetzelfde. Het maken van het ontwerp heeft desalniettemin een waarde gehad voor mijn eigen ontwikkeling. Ik heb geleerd hoe ik voor het vak economie de leerstof meer levendig voor de leerlingen kan maken. Daarnaast ben ik meer gaan inzien dat wanneer je leerlingen echte doelen stelt per les (dus wanneer ze bepaalde dingen die les moeten volbrengen), je de klas beter kan laten werken. Dit zal ik dus ook vaker toe gaan passen bij andere lessen, want het werkt goed. Daarnaast heb ik tijdens het vorige ontwerp al wel geleerd om dieper na te denken over mijn lesideeën, maar soms schiet dit er in de dagelijkse praktijk dan toch weer bij in. Door weer een ontwerp te maken word je er weer aan herinnerd dat het belangrijk is om goed na te denken over wat je precies met je lessen wilt bereiken, wat nou eigenlijk het uiteindelijke leerdoel is. Eigenlijk zou het goed zijn om als docent ieder jaar een lessenserie te ontwikkelen, omdat uiteindelijk toch wel veel resultaat heeft (zowel voor de leerlingen als voor de docent).

27 Bronnen Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2009). Effectief leren Basisboek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Examenblad (2010). Syllabus 2010 Economie, VWO. Gevonden op 12 februari 2011 op Geerligs, T. & van der Veen, T. (2009). Lesgeven en zelfstandig leren. Assen: Van Gorcum. ILO-UvA (2010). Blackboard: MDA-model lesvoorbereidingsformulier. Amsterdam. Auteur onbekend. ILO-UvA (2010). Hoorcollege lesvoorbereiding - Model didactische analyse. Amsterdam. van Duin, G. ILO-UvA (2010). Hoorcollege: het learner report als onderzoeksinstrument - Domeinen van leerervaringen. Amsterdam. Janssen, T. Marzano, R. & Miedema, W. (2008). Leren in vijf dimensies Moderne didactiek voor het voortgezet onderwijs. Assen: Van Gorcum. Sprang, J. (2011). Ontwerp hypotheekvormen. Universiteit van Amsterdam.

28 Bijlage I Resultaten toetsen periode 1 Hieronder staat de opgave betreffende heffing op inkomen die aan het begin van het jaar op de toets werd gesteld. Opgave IV Voor 2009 zijn de tarieven voor de inkomensheffing in box 1 de volgende: Schijf omvang schijf in Inkomensheffing in % ,- 32, ,- 37, , rest van het inkomen 52 Heffingskortingen: algemene heffingskorting 1.647,- arbeidskorting 949,- De heer Taksman heeft in 2009 een inkomen van ,-. Hij woont samen met zijn vrouw en samen hebben zij een hypotheek van ,- waarover ze 5% rente moeten betalen. Verder heeft de heer Taksman nog 1.000,- aan andere aftrekposten. Op 1 januari 2009 had de heer Taksman een vermogen van en op 31 december 2009 was zijn vermogen gegroeid tot Het heffingsvrije vermogen is voor alleenstaanden en het dubbele voor samenwonenden. De vermogensrendementsheffing bedraagt 30% van het denkbeeldige rendement van 4%. 14. Bereken de heffing op arbeidsinkomen die Taksman in 2009 moet betalen. 15. Bereken het totale heffingsbedrag (box 1 + box 3) die de heer Taksman in 2009 moet betalen. Het gemaakte werk is bewaard gebleven en er is nagegaan hoeveel leerlingen de opgave goed, gedeeltelijk goed, of helemaal fout hadden gemaakt. Er zitten zestien leerlingen in de klas. In de volgende tabel staan de resultaten: Opgave Goed Gedeeltelijk goed Fout 14 3 leerlingen (18,75 %) 6 leerlingen (37,50 %) 7 leerlingen (43,75%) 15 2 leerlingen (12,50 %) 3 leerlingen (18,75%) 11 leerlingen (67,75%) Tabel 2: Resultaten opgaven heffing op inkomen Er zijn dus maar weinig leerlingen die de opgaven helemaal goed hebben gemaakt. Daarom is er gekeken naar wat de leerlingen exact fout hebben gedaan tijdens het maken van de opgaven. Na aanleiding van deze analyse is er een lijst met veel gemaakte fouten opgesteld.

29 Veel gemaakte fouten bij opgave 14: De berekeningen over schijf 1 en 2 worden goed gedaan, bij de berekening van de inkomensheffing over schijf 3 wordt het percentage over het verkeerde bedrag berekend. Voordat de inkomensheffing wordt berekend, worden eerst de heffingskortingen er al afgehaald. Dit wordt dus op de verkeerde volgorde gedaan. Niet alle aftrekposten worden van het belastbaar inkomen afgehaald voordat de inkomensheffing berekend wordt. Soms worden er geen aftrekposten afgehaald, soms wordt de hypotheekaftrek vergeten. De aftrekposten, worden net als de heffingskortingen, na de berekening van de heffing op arbeidsinkomen, hier van afgehaald. De aftrekposten moeten echter van het inkomen worden afgehaald voordat de heffing berekend wordt. Veel gemaakte fouten bij opgave 15: Er wordt een verkeerd percentage vermogensrendementsheffing gebruikt, bijvoorbeeld 30% of 4%. Voordat de vermogensrendementsheffing wordt berekend, wordt eerst de algemene heffingskorting er al afgehaald. Dit wordt dus op de verkeerde volgorde gedaan. Er worden berekeningen gemaakt op basis van het eindvermogen in Er moet echter een gemiddeld vermogen genomen worden voor het maken van de berekeningen van de vermogensrendementsheffing. Algemene fout: Leerlingen passen zowel bij vraag 14 als bij vraag 15 de heffingskortingen toe. Deze worden dus dubbel verrekend, terwijl dit niet mogelijk is. Geconcludeerd kan worden dat er bij de opgaven verschillende soorten fouten worden gemaakt. Er is niet een specifieke fouten-tendens die door alle leerlingen wordt ingezet. De fouten variëren tussen de leerlingen.

30 Bijlage 2 Diagnostische toets Opgave I Paula Fiscussie heeft een inkomen van ,- in Paula woont in een huis waarop een hypotheek rust. De hypotheeklening bedroeg in ,- tegen een rente van 6% per jaar. Op het eind van elk jaar lost zij 4.000,- af op de lening. Paula werkt bij een accountantsbureau, ze is ongehuwd, woont niet samen en heeft geen kinderen. In 2001 geldt het volgende schijvenstelsel voor de inkomensheffing Lengte schijf percentage Gecumuleerde heffing Eerste schijf ,- 32,9% 4.725,- Tweede schijf ,- 36,85% 8.442,- Derde schijf ,- 42% ,- Vierde schijf 52% De heffingskortingen bedragen in 2001: Algemene korting 1.507,- Aanvullende arbeidskorting voor werkenden 697,- Aanvullende alleenstaande ouderkorting 1.206,- ouderenkorting 171,- a. Bereken de inkomensheffing die zij in 2001 moet betalen. b. Bereken het belastingvoordeel dat zij heeft als gevolg van de hypotheeklening. Paula had op 1 januari 2001 een vermogen van ,- in de loop van het jaar ontving ze een erfenis van ,-. Op 31 december 2001 bedroeg het vermogen ,-. Het fictieve rendement over het gemiddeld vermogen stelt de overheid op 4% per jaar. Paula had in 2001 een rendement van 7%. Over het fictieve rendement moet Paula een vermogensredementsheffing betalen van 30% van het vermogen is vrijgesteld. c. Bereken de vermogensredementsheffing die zij moet betalen.

31 Opgave II Gemma Kooiman heeft de volgende gegevens verzameld voor haar belastingaangifte over Bruto looninkomen Geschatte waarde eigen woning Hypotheek op de eigen woning Hypotheekrente in % van het hypotheekbedrag Belegd vermogen op : Belegd vermogen op : % banklening ivm aanschaf auto op % banklening ivm aanschaf auto op Geboortedatum: Burgerlijke staat: alleenstaand, geen kinderen Lees voor het beantwoorden van de vragen de gegevens in bron 1. a. Verklaar waarom bij de arbeidsinkomensheffing voor personen ouder dan 65 een ander tarief geldt dan voor personen jonger dan 65 jaar. b. Verklaar waarom het percentage bij de arbeidskorting oploopt in de leeftijd jaar. c. Bereken op basis van de gegevens het bedrag aan arbeidsinkomensheffing dat G.Kooiman over 2004 is verschuldigd. d. Bereken de het totale bedrag dat G.Kooiman op basis van de gegevens over 2004 zal moeten afdragen aan belastingen. Veronderstel dat Kooiman in 2005 een bruto salarisverhoging zou krijgen van e. Beredeneer (dus niet berekenen) hoeveel procent ze van deze verhoging zou moeten afdragen, er vanuit gaande dat het belastingsysteem niet verandert.

32 Bron 1: De heffingen op arbeidsinkomen en op vermogensrendement in 2004 box 1: het belastbaar inkomen uit werk en woning Belastbaar inkomen Schijventarief tot jaar en ouder*) jaar*) 1 Tot en met ,55% 15,65% 2 Van t/m ,50% 22,60% 3 Van t/m % 42% 4 Vanaf % 52% *) Bedragen per schijf afronden op hele euro s in uw eigen voordeel. algemene heffingskorting Iedere belastingplichtige heeft recht op de algemene heffingskorting. Bent u jonger dan 65 jaar, dan is de algemene heffingskorting maximaal Als u 65 jaar of ouder bent, dan is de heffingskorting maximaal 852. arbeidskorting Hoe berekent u de arbeidskorting? U telt uw inkomen uit arbeid bij elkaar op. Voor een inkomen tot en met is de arbeidskorting 1,753% met een maximum van 142. Bent u 65 jaar of ouder dan is de arbeidskorting 0,818% over dit inkomen, met een maximum van 68. Als uw inkomen uit werk hoger is dan 8.101, dan krijgt u over het meerdere bedrag een hoger percentage aan arbeidskorting. Dit percentage is afhankelijk van uw leeftijd op 31 december De percentages ziet u in de tabel hierna. Voor het totaal aan arbeidskorting geldt een maximumbedrag. Als uw inkomen uit tegenwoordige arbeid hoger is, dan heeft u recht op het maximumbedrag aan arbeidskorting dat bij uw leeftijd hoort. Leeftijd op 1 januari Arbeidskorting*) Maximumbedrag jonger dan 57 jaar 11,213% van het bedrag boven , 58 of 59 jaar 13,737% van het bedrag boven of 61 jaar 16,250% van het bedrag boven , 63 of 64 jaar 18,773% van het bedrag boven jaar of ouder 08,757% van het bedrag boven *) Bedragen zonodig afronden op hele euro s in uw eigen voordeel. box 3: tarief voor belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Voor het vaststellen van het inkomen in box 3 gaat de Belastingdienst uit van een vast percentage. Voor het bepalen van de gemiddelde waarde gaat de Belastingdienst uit van de waarde van uw bezittingen min uw schulden op 1 januari en 31 december. Heffingvrij vermogen Voor iedereen geldt in box 3 een heffingvrij vermogen. Is de gemiddelde rendementsgrondslag niet hoger dan dan is het helemaal belastingvrij. Berekening van de belasting in box 3 U neemt de gemiddelde waarde van uw bezittingen min uw schulden en vermindert die met uw heffingvrij vermogen. Dit is de grondslag voor de berekening van het inkomen uit sparen en beleggen. Over dit bedrag wordt een vast rendement van 4% berekend: het inkomen uit sparen en beleggen. Over het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen bent u 30% belasting verschuldigd.

33 Antwoordmodel diagnostische toets Opgave I a. (2 punten) Belastbaar inkomen = = belasting over schijf ,9% = belasting over schijf ,85% = belasting over schijf % = af: belastingkortingen = verschuldigd b. (2 punten) Je kunt opnieuw een berekening opzetten als bij de vorige vraag. De aftrekpost van vervalt waardoor het belastbaar inkomen hoger wordt. De verschuldigde belasting blijkt dan Dit is hoger. Of: Je kunt ook nagaan tegen welk tarief die extra inkomen wordt belast. Het inkomen reikt nu tot in schijf 4. De belasting van het deel dat nog in schijf 3 komt = 42% van (= ) =3.415 De belasting van het deel dat in schijf 4 komt = 52% van = De totale belastingtoename bedraagt =5.426 c. (2 punten) ( )/2 = = % 30% = 636,-

34 Opgave 2 a. (2 punten) Op 65 jarige leeftijd ontstaat recht op de uitkering van AOW en daarmee vervalt de verplichting om premie te betalen. b. (2 punten) Om ouderen financieel te prikkelen langer aan het werk te blijven. Door ze minder belasting te laten betalen blijft aantrekkelijk een inkomen te verwerven uit arbeid en zullen ze minder gauw vervroegd met pensioen gaan. c. (4 punten) Bruto-inkomen aftrek hypotheekrente % van Belastbaar arbeidsinkomen eerste schijf (afgerond) 33,55% = tweede schijf = ,5% = = derde schijf % = Totaal van de schijven Kortingen: Algemene heffingskorting Arbeidskortingen: 142 Leeftijdskorting 57 jarigen {13,737 % van ( ) = 4381 > maximum} Totale kortingen Verschuldigde heffing = = d. (3 punten) Beginvermogen = = Eindvermogen = = Gemiddelde vermogen = ( ) / 2 = vrijstelling = Vermogensheffing = % 30% = Totaal verschuldigd = e. (2 punten) Ze blijft met het belastbaar arbeidsinkomen in de derde schijf, dus 42%. Totaal: 19 punten Cijfer: Score x 9 /

35 Bijlage 3 Learner Report Beste leerling, De afgelopen lessen hebben we het onderwerp heffing op inkomen op een nieuwe manier behandeld. We hebben geleerd hoe een Tj-biljet moet worden ingevuld, wat natuurlijk erg makkelijk is wanneer je later zelf belastingaangifte gaat doen. Ook hebben we geoefend met het stappenplan betreffende berekeningen met box 1 en box 3. Omdat ik graag wil weten wat jullie van de afgelopen lessen vinden, heb ik een korte vragenlijst opgesteld. Er zijn geen goede/foute antwoorden, probeer de vragen zo compleet mogelijk in te vullen daarmee help je mij het meest! De vragenlijst is anoniem, sla geen vragen over s.v.p. Bedankt voor je medewerking!

36 Vragenlijst 1. Welke drie dingen heb jij geleerd met betrekking tot heffing op inkomen (box 1 en box 3). Maak de volgende zin af: Ik heb geleerd dat Welke dingen over de opdrachten die je moest maken m.b.t. heffing op inkomen verrasten/verbaasden je? Maak één van de volgende zinnen af: Ik heb ontdekt dat of: Ik heb geleerd dat het niet waar is dat Welke dingen heb je over jezelf geleerd gedurende de afgelopen lessen? Maak de volgende zin af: Ik heb geleerd dat ik omdat (Bijv. Ik heb geleerd dat ik... best lastig vind, omdat... )

37 4. Naast deze leerervaringen wil ik graag nog weten wat jullie leuker/minder leuk vonden aan de afgelopen lessen ten opzichte van de gewone lessen die jullie de rest van het jaar hebben Leer je van deze manier van les geven meer of minder in vergelijking tot de gewone lessen die jullie de rest van het jaar hebben? (Is deze manier van lesgeven nuttig of juist minder nuttig?) Leg uit waarom je hier meer of minder van leert. 6. Zou een vergelijkbare manier van lesgeven vaker moeten worden toegepast (bijvoorbeeld bij een ander onderwerp)? Waarom wel/niet? 8. Zijn er nog andere opmerkingen die je graag kwijt wilt?

38 Bijlage 4 Stappenplan box 1 + box 3 Voor het berekenen van heffing op inkomen moeten verschillende stappen 7 worden gezet. Start met de eerste stap en doorloop de rest van de stappen rustig. 1. Bepaal of de gegeven situatie box 1 (inkomen uit arbeid), box 3 (inkomen uit vermogen), of beide boxen betreft. Alleen box 1: 2. Bereken het belastbaar inkomen uit arbeid (= bruto inkomen aftrekposten). 3. Bereken de heffing op inkomen uit arbeid (schijventarieven). 4. Bereken de verschuldigde heffing door het bedrag bij (3) te verminderen met de kortingen. Alleen box 3: 2. Bereken het belastbaar vermogen (= gemiddeld vermogen vrijgesteld vermogen). 3. Bereken de vermogensrendementsheffing. 4. Bereken de verschuldigde heffing door het bedrag bij (3) te verminderen met de kortingen. Beide boxen: 2. Bereken het belastbaar inkomen uit arbeid (= bruto inkomen aftrekposten). 3. Bereken de heffing op inkomen uit arbeid (schijventarieven). 4. Bereken het belastbaar vermogen (= gemiddeld vermogen vrijgesteld vermogen). 5. Bereken de vermogensrendementsheffing. 6. Tel de heffing op inkomen uit arbeid en de vermogensrendementsheffing op. 7. Bereken de verschuldigde heffing door het bedrag bij (6) te verminderen met de kortingen. 7 Wanneer je moeite hebt met het maken van de berekeningen bij de verschillende stappen, kijk dan naar het uitgewerkte schema op de volgende pagina s. Dit voorbeeld is een hulpmiddel bij het nemen van de verschillende stappen.

39 Uitgewerkt schema Box 1 Bruto inkomen uit arbeid Aftrekposten (1) Belastbaar inkomen Schijventarieven (2) Heffing op inkomen uit arbeid Box 3 Gemiddelde vermogen (3) Vrijgesteld vermogen (4) Belastbaar vermogen 4% x 30% (= 1,2%) Vermogens rendements heffing (5) Totale heffingsbedrag Heffingskorting (6) Verschuldigde heffing (7)

40 Toelichting schema: (1) Aftrekposten: het belastbaar inkomen kan verlaagd worden door verschillende aftrekposten. Denk aan studiekosten, kosten voor kinderopvang en de hypotheekaftrek. (2) In Nederland gelden de volgende belastingschijven: Stel Peter de Groot (30 jaar) heeft in 2011 een inkomen Peter heeft voor aan aftrekposten. Zijn heffing op inkomen uit arbeid bedraagt: Belastbaar inkomen: = Schijf 1: x 33% = 6.147,24 Schijf 2: ( ) x 41,95% = 6.211,96 Schijf 3: ( ) x 42% = 4.354,56 + Totale heffing op het arbeidsinkomen: ,76 (3) Dit betreft opbrengsten uit vermogen, zoals renten op spaargeld, winstuitkeringen op aandelen, huuropbrengsten en pacht. De waarde van de eigen woning telt niet mee. Het gemiddeld vermogen wordt als volgt berekend: (Vermogen begin van het jaar + vermogen eind van het jaar) / 2 = gemiddeld vermogen (4) Een deel van het vermogen wordt niet belast, dit wordt het heffingsvrij vermogen genoemd. In 2011 bedraagt het heffingsvrij vermogen een bedrag van (5) Hoeveel iemand uiteindelijk aan vermogensrendementsheffing moet betalen wordt met een kort voorbeeldje toegelicht:

41 Stel dat Peter aan het begin van 2011 een vermogen heeft van Het vermogen groeit en is aan het eind van het jaar Zijn gemiddeld vermogen bedraagt: ( ) / 2 = Het belastbaar vermogen bedraagt: = De vermogensrendementsheffing bedraagt: x 1,2% = 362,58 (6) In 2011 geldt voor iedereen een algemene heffingskorting van Daarnaast krijgen mensen die werken nog een inkomens- en leeftijdsafhankelijke arbeidskorting. Ook zijn er nog andere kortingen, bijvoorbeeld de jonggehandicaptenkorting. (7) Stel dat Peter in 2011 een algemene heffingskorting heeft van Tevens heeft hij nog recht op een arbeidskorting van Zijn uiteindelijke inkomensheffing wordt als volgt berekend: Heffing op inkomen uit arbeid: ,76 Vermogensrendementsheffing: 362,58 + Totale heffingsbedrag: ,34 Heffingskorting : Verschuldigde inkomensheffing: ,34

42 Bijlage 5 Startopgaven heffing op inkomen Opgave I a. John heeft in 2010 een belastbaar inkomen van Bereken met behulp van onderstaande tabel het heffingsbedrag. b. Steven had in 2010 een bruto looninkomen van en had in totaal voor aan aftrekposten. Bereken het heffingsbedrag op zijn arbeidsinkomen. c. Bereken het belastbaar inkomen van Karlijn in 2010 als het heffingsbedrag over haar arbeidsinkomen bedraagt en zij voor aan aftrekposten heeft. Opgave II De waarde van het huis van Timo de Waal in 2010 wordt geschat op Verder bezit hij een pakket van aandelen, de waarde hiervan stijgt in de loop van het jaar van naar De vermogensrendementsheffing bedraagt 30% van het denkbeeldige rendement van 4%. Het heffingsvrije vermogen is en Timo is alleenstaand. Bereken de vermogensrendementsheffing over 2010 voor Timo. Opgave III Tess heeft in 2010 een brutosalaris van Ze woont in een huis met een hypotheek van met 5% rente per jaar. Tess heeft aan het begin van op de bank staan. Gedurende het jaar ontvangt ze een erfenis van Aan het eind van het jaar heeft ze op de bank staan. De algemene heffingskorting bedraagt 1.987, de arbeidskorting is a. Bereken de heffing over het arbeidsinkomen van Tess over 2010 (gebruik tabel hierboven). De vermogensrendementsheffing bedraagt 30% van het denkbeeldige rendement van 4%. Het heffingsvrije vermogen is en Tess is alleenstaand. b. Bereken het totaalbedrag dat zij over 2010 moet betalen aan de belastingdienst.

43 Opgave IV Ruud Slot heeft een aardig bruto looninkomen van in Ruud woont samen met zijn vrouw Nicole in Dordrecht. In 2010 heeft Ruud voor aan rente over zijn hypotheek betaald. Ook had hij nog een aftrekpost van Aan het begin van het jaar had Ruud op de bank staan, door wat grote uitgaven was zijn banksaldo eind 2010 nog (maar) Tevens geldt voor 2010 het volgende: De vermogensrendementsheffing bedraagt 30% van het denkbeeldige rendement van 4%. De algemene heffingskorting bedraagt 1.987, de arbeidskorting is Het heffingsvrije vermogen is voor alleenstaanden en voor samenwonenden. De tarieven voor de verschillende boxen kunnen uit de tabel hierboven worden gehaald. a. Waarom wordt er in het belastingsysteem gewerkt met verschillende heffingspercentages? b. Bereken de heffing over het arbeidsinkomen van Ruud over c. Bereken het totaalbedrag dat hij over 2010 moet betalen aan de belastingdienst. d. Stel dat de hypotheekrente in 2010 afneemt met 500. Beredeneer (dus niet alles opnieuw uitrekenen) met welk bedrag daardoor de heffing voor hem toe- of afneemt.

44 Antwoorden Startopgaven Heffing op inkomen Opgave I a. Schijf 1: x 0,3345 = 6.093,92 Schijf 2: ( ) x 0,4195 = 2.845,05 Heffingsbedrag = 6.093, ,05 = 8.938,97 b. Belastbaar loon: = Schijf 1: x 0,3345 = 6.093,92 Schijf 2: ( ) x 0,4195 = 6.091,14 Schijf 3: ( ) x 0,42 = 9.084,18 Schijf 4: ( ) x 0,52 = 2.409,16 Heffingsbedrag: 6.093, , , ,16 = ,40 c. Als het heffingsbedrag bedraagt, ligt het belastbaar inkomen in de eerste schijf en deels in de tweede schijf (de heffing over de eerste twee schijven samen bedraagt namelijk 6.093, ,14 = ,06). Het heffingsgedeelte over de tweede schijf bedraagt ,92 = 4.906,08. Dit bedrag is 41,95% van het inkomen in de tweede schijf, dus het inkomen in de tweede schijf bedraagt: 4.906,08 / 0,4195 = ,07. Het belastbaar inkomen bedraagt: (schijf 1) ,07 (schijf 2) = ,07. Opgave II Het gemiddelde vermogen bedraagt ( ) / 2 = (waarde eigen woning telt niet mee, Timo woont er immers zelf in). De vrijstelling is , dus het belastbaar vermogen bedraagt = De vermogensrendementsheffing bedraagt 1,2% (30% van 4%) van = 1.264,07. Opgave III a. Belastbaar inkomen: ( x 0,05) = Schijf 1: x 0,3345 = 6.093,92 Schijf 2: ( ) x 0,4195 = 5.571,80 Heffing op arbeidsinkomen: 6.093, ,80 = ,72 b. Gemiddelde vermogen = ( ) / 2 = De vrijstelling is , dus het belastbaar vermogen bedraagt: = Vermogensrendementsheffing: x 1,2% = 250,07. Heffing op arbeidsinkomen + vermogensrendementsheffing: , ,07 = ,79. Af: belastingkortingen Verschuldigd: , = 8.439,79

45 Opgave IV a. Progressief stelsel; overheid vindt dat hogere inkomens relatief meer belasting moeten betalen dan de lage inkomens. b. Belastbaar loon: = Schijf 1: x 0,3345 = 6.093,92 Schijf 2: ( ) x 0,4195 = 6.091,14 Schijf 3: ( ) x 0,42 = 9.084,18 Schijf 4: ( ) x 0,52 = 8.649,16 Heffingsbedrag: 6.093, , , ,16 = ,40 c. Het gemiddelde vermogen bedraagt ( ) / 2 = De vrijstelling is (samenwonend), dus het belastbaar vermogen bedraagt = De vermogensrendementsheffing bedraagt 1,2% (30% van 4%) van = 1004,14. Heffing op arbeidsinkomen + vermogensrendementsheffing: , ,14 = ,54. Af: belastingkortingen Verschuldigd: , = ,54 d. Het belastbaar inkomen van Ruud stijgt met 500 (in de hoogste schijf van 52%). De heffing stijgt daardoor met 52% x 500 = 260.

46 Bijlage 6 Lesplannen Les 1 Docent: Judith Sprang Datum: 29 april 2011 Tijd: Klas: A4 Ec6 Aantal lln: 17 Lesonderwerp Heffing op inkomen; Box 1 + Box 3 Beginsituatie Leskern (lesdoelen) Docentdoelen Boek (+ blz.) Media, spullen, hulp De leerstof is aan het begin van het schooljaar al kort behandeld. De verschillende boxen en berekeningen zouden de leerlingen dus bekend voor moeten komen. Het kan wel zijn dat bepaalde onderdelen inmiddels wat zijn weggezakt. Leerlingen kunnen de belangrijkste kenmerken van box 1 en box 3 opnoemen en ze kunnen de stappen die gemaakt moeten worden voor berekeningen met box 1 + box 3 beschrijven. Daarnaast kunnen de leerlingen uitleggen wat een Tj- Biljet is. Het bijbrengen van (nieuwe) kennis en vaardigheden aan de leerlingen en ervoor zorgen dat de leerlingen betekenis kunnen geven aan de leerstof door het Tj-biljet de revue te laten passeren. LWEO Lesbrief Welvaart H4 Atheneum Tj-biljet, geprinte stappenplannen en opgaven. Tijd Fase Lesdoel Wat ik doe en (letterlijk) zeg Wat zij doen (werkvorm) Leeractiviteit 5 min 1 Aandacht richten op de doelen van de les en aansluiten bij voorkennis door de introductie van het Tjbiltjet. Ik vertel de leerlingen kort hoe deze les eruit komt te zien en vertel ze dat ze komende lessen uitgebreid zullen gaan werken aan het onderwerp heffing op inkomen. Ik vraag de leerlingen of ze zelf wel eens belastingaangifte hebben gedaan en of ze weten hoe dit werkt. Vervolgens laat ik een Tj-biljet zien en leg uit wat hiervan precies de bedoeling is wanneer je een bijbaantje hebt. Onderwijsleergesprek Luisteren, uitleg krijgen, benoemen, beschrijven, opzeggen. 20 min 2/3 Leerlingen kunnen de belangrijkste kenmerken Ik ga m.b.v. een onderwijsleergesprek samen de leerlingen door de leerstof. Ik vraag leerlingen Directe instructie, onderwijsleergesprek. Luisteren, benoemen, beschrijven, opzeggen, in eigen

47 van box 1 en box 3 opnoemen en ze kunnen de stappen die gemaakt moeten worden voor berekeningen met box 1 + box 3 beschrijven. dingen over box 1 en box 3, zodat ik een beeld krijg van wat ze nog weten. Vervolgens deel ik het stappenplan uit welke we samen doornemen. Ik vraag de leerlingen of ze alles hebben begrepen en of ze nog vragen hebben. Vervolgens deel ik de opgaven uit die ze aan het eind van de les af moeten hebben. woorden weergeven, uitleggen, uitleg krijgen, onderscheiden, vergelijken, berekenen, stappen aangeven. 40 min 4/5 Leerlingen kunnen de belangrijkste kenmerken van box 1 en box 3 opnoemen en ze kunnen de stappen die gemaakt moeten worden voor berekeningen met box 1 + box 3 beschrijven. Leerlingen gaan in toetsopstelling zelfstandig aan het werk met de opgaven over heffing op inkomen. Ze mogen niet overleggen en ook mogen ze niet om mijn hulp vragen (tenzij ze een vraag hebben over iets wat bijv. onduidelijk geformuleerd is in de opgave). Het gaat er om dat de gemaakt opgaven een zo zuiver mogelijk beeld geven van de kennis en vaardigheden van de leerlingen. Opdrachten maken. Luisteren, benoemen, beschrijven, uitleggen, vergelijken, verklaren, berekenen, lezen. 5 min 6 Leerlingen hebben de opgaven betreffende heffing op inkomen gemaakt en ingeleverd. De laatste 5 minuten gebruik ik voor de afronding van de les. Ik neem het gemaakte werk van de leerlingen in en leg uit wat ik hiermee ga doen. Daarnaast bespreek ik met de leerlingen kort de essentie van de les van vandaag. Als laatste wens ik de leerlingen nog een fijne dag. Onderwijsleergesprek. Luisteren, uitleg krijgen, benoemen, beschrijven, in eigen woorden weergeven.

48 Les 2 Docent: Judith Sprang Datum: 9 mei 2011 Tijd: Klas: A4 Ec6 Aantal lln: 17 Lesonderwerp Heffing op inkomen; Box 1 + Box 3 Beginsituatie Leskern (lesdoelen) Docentdoelen Boek (+ blz.) Media, spullen, hulp In de vorige les zijn box 1 en box 3 (her)geïntroduceerd. Leerlingen weten hoe het stappenplan eruit ziet voor het maken van berekeningen betreffende heffing op inkomen. Daarnaast hebben ze verschillende opdrachten gemaakt die betrekking hebben op box 1 en box 3 en het hierbij behorende stappenplan. Leerlingen zien in wat ze goed en fout heb ben gedaan bij het maken van de opgaven uit de vorige les. Opdrachten die door veel leerlingen fout zijn gedaan worden klassikaal besproken. Daarnaast krijgen de leerlingen een antwoordenmodel van de gemaakte sommen, zodat ze na kunnen gaan wat er fout is gegaan en hoe het anders zou moeten. Vervolgens oefenen de leerlingen extra met de stof/berekeningen die zij lastig vonden. Elke leerling oefent dus met andere opgaven. Het bijbrengen van kennis en vaardigheden aan de leerlingen en ervoor zorgen dat de leerlingen inzien wat ze goed en fout hebben gedaan. Aan de fouten evt. extra aandacht besteden. LWEO Lesbrief Welvaart H4 Atheneum Stappenplan, gemaakte opgaven, nieuwe opgaven. Tijd Fase Lesdoel Wat ik doe en (letterlijk) zeg Wat zij doen (werkvorm) Leeractiviteit 8 min 1 Aandacht richten op de doelen van de les en aansluiten bij voorkennis. Ik vertel de leerlingen hoe deze les eruit komt te zien en begin met het kort opfrissen van het geheugen van de leerlingen door de leerstof (stappenplan) van vorige les kort te herhalen. Onderwijsleergesprek Luisteren, uitleg krijgen, benoemen, beschrijven, opzeggen, stappen aangeven. 20 min 2/3 Leerlingen zien in wat ze goed en fout heb ben gedaan bij het maken van de opgaven uit de vorige les. Opdrachten die door veel leerlingen fout zijn gedaan worden klassikaal Ik deel de gemaakte opgaven uit en behandel (eventueel) één of meerdere gemaakte opgaven. Leerlingen bekijken hun werk met behulp van het nakijkvel en schrijven op wat ze fout hebben gedaan en hoe dit de volgende keer anders moet. Onderwijsleergesprek, opdrachten nakijken. Luisteren, benoemen, beschrijven, opzeggen, in eigen woorden weergeven, uitleggen, uitleg krijgen, onderscheiden, vergelijken, berekenen, stappen aangeven.

49 besproken. 40 min 4/5 Leerlingen oefenen extra met de stof/berekenin gen die zij lastig vonden. Elke leerling oefent dus met andere opgaven. Leerlingen gaan in toetsopstelling zelfstandig aan het werk met de opgaven over heffing op inkomen. Ze mogen niet overleggen, wel mogen ze mijn hulp eventueel inschakelen als ze écht ergens niet uitkomen. Dit is immers geen nulmeting meer zoals in les 1 wel het geval was. Opdrachten maken. Luisteren, benoemen, beschrijven, uitleggen, vergelijken, verklaren, berekenen, lezen. 5 min 6 Leerlingen hebben de opgaven betreffende heffing op inkomen gemaakt en ingeleverd. De laatste 5 minuten gebruik ik voor de afronding van de les. Ik neem het gemaakte werk van de leerlingen in en leg uit wat ik hiermee ga doen. Daarnaast bespreek ik met de leerlingen kort de essentie van de les van vandaag. Als laatste wens ik de leerlingen nog een fijne dag. Onderwijsleergesprek. Luisteren, uitleg krijgen, benoemen, beschrijven, in eigen woorden weergeven.

50 Les 3 Docent: Judith Sprang Datum: 13 mei 2011 Tijd: Lesonderwerp Heffing op inkomen; Box 1 + Box 3 Klas: A4 Ec6 Aantal lln: 17 Beginsituatie Leskern (lesdoelen) Docentdoelen Boek (+ blz.) Media, spullen, hulp In de vorige lessen zijn box 1 en box 3 (her)geïntroduceerd. Leerlingen weten hoe het stappenplan eruit ziet voor het maken van berekeningen betreffende heffing op inkomen. In de vorige lessen is veelvuldig geoefend met het maken van opgaven betreffende heffing op inkomen. Leerlingen kunnen opgaven betreffende heffing op inkomen volgens het stappenplan voldoende maken. Daarnaast kunnen leerlingen een Tj-biljet invullen. Ervoor zorgen dat de kennis en vaardigheden betreffende heffing op inkomen bij de leerlingen worden ingeslepen. Ervoor zorgen dat alle leerlingen (wanneer ze een bijbaantje hebben) zelf hun Tj-biljet kunnen invullen. LWEO Lesbrief Welvaart H4 Atheneum Gemaakte opgaven + antwoorden. Tj-biljet (gekopieerd) + bijbehorende opdracht, diagnostische toets, learner report. Tijd Fase Lesdoel Wat ik doe en (letterlijk) zeg Wat zij doen (werkvorm) Leeractiviteit 5 min 1 Aandacht richten op de doelen van de les. Ik vertel de leerlingen kort hoe deze les eruit komt te zien. Vervolgens deel ik de gemaakte opgaven en antwoorden uit. Leerlingen kijken zelf naar wat ze goed/fout hebben gedaan. We gaan de opgaven niet nabespreken, elke leerling heeft immers andere opgaven gemaakt. Wel kunnen leerlingen hier aan het eind van de les nog vragen over stellen. Onderwijsleergesprek, opdrachten nakijken. Luisteren, uitleg krijgen, berekenen, vergelijken, aanwijzen. 20 min 2/3/ 4/5 Leerlingen kunnen een Tjbiljet invullen Ik deel de opdracht uit (invullen Tj-biljet) en vertel wat de bedoeling van opdracht is. Hierbij refereer naar de eerste les, waar het Tj-biljet al aan bod is geweest. Vervolgens kunnen de leerlingen zelf aan tien minuten met de opdracht Directe instructie, opdracht maken, onderwijsleergesprek. Luisteren, benoemen, beschrijven, opzeggen, in eigen woorden weergeven, uitleggen, uitleg krijgen, onderscheiden,

51 aan het werk. Daarna bespreken we de opdracht gezamenlijk. vergelijken, berekenen. 40 min 2/3 4/5 Leerlingen kunnen (bijna foutloos) berekeningen met box 1 + box 3 maken. Leerlingen gaan in toetsopstelling zelfstandig aan het werk met de diagnostische over heffing op inkomen. Ze mogen niet overleggen en ook mogen ze niet om mijn hulp vragen (tenzij ze een vraag hebben over iets wat bijv. onduidelijk geformuleerd is in de opgave). De gemaakte opgaven leveren ze aan het eind van de les in. Naast de toets vullen de leerlingen individueel het learner report in. Opdrachten maken. Luisteren, benoemen, beschrijven, uitleggen, vergelijken, verklaren, berekenen, lezen. 5 min 6 Leerlingen hebben de opgaven betreffende heffing op inkomen gemaakt en ingeleverd. De laatste 5 minuten gebruik ik voor de afronding van de les. Ik neem het gemaakte werk van de leerlingen in en leg uit wat ik hiermee ga doen. Daarnaast bespreek ik met de leerlingen kort de essentie van de les van vandaag. Als laatste wens ik de leerlingen nog een fijne dag. Onderwijsleergesprek. Luisteren, uitleg krijgen, benoemen, beschrijven, in eigen woorden weergeven.

52 Bijlage 7 Jaaropgave Teun Janssen had in 2009 verschillende bijbaantjes. In de zomervakantie heeft hij als schoonmaker gewerkt bij het ziekenhuis in de buurt. Hieronder staan de belangrijkste gegevens van de jaaropgave, die hij in januari 2010 ontvangen heeft. Jaaropgaaf 2009 Schoonmaakbedrijf Naam: Teun Janssen Sofi-nummer: Loon: 766 euro Ingehouden loonheffing / premie volksverzekeringen: 94 euro Verrekende arbeidskorting: 30 euro Loonheffingskorting code: 1 Premie ziekenfonds / premie ziektekostenverzekering: 61 euro WAO verzekerd: Ja ZFW verzekerd: Ja Nadat hij met zijn bijbaantje aan het eind van de zomer gestopt was, is hij per 6 september 2009 in dienst gegaan bij de Albert Heijn. Teun werkt daar nu nog steeds als vakkenvuller. Hieronder staan de belangrijkste gegevens van de jaaropgave van de Albert Heijn, die hij in januari 2010 ontvangen heeft. Jaaropgaaf 2009 Albert Heijn Naam: Teun Janssen Sofi-nummer: Loon: 556 euro Ingehouden loonheffing / premie volksverzekeringen: 0 euro Verrekende arbeidskorting: 10 euro Loonheffingskorting code: 1 Premie ziekenfonds / premie ziektekostenverzekering: 44 euro WAO verzekerd: Ja ZFW verzekerd: Ja Invullen Jaaropgave Vul de jaaropgave in op het formulier van de Belastingdienst. Lees bij het invullen van alle onderdelen van tevoren telkens goed de toelichting. Als je alle stappen doorlopen hebt, zie je of Teun uiteindelijk geld moet bijbetalen of dat hij geld terug krijgt. Zo simpel is het terugvragen van je belastinggeld dus, niet vergeten he!!

53 Bijlage 8 - Docentenhandleiding Hoe zien de lessen er uit en wat zijn de taken van de docent? Les #1 Thuis Les #2 Thuis Les #3 (Her)introduceren van het onderwerp ; laten zien wat een Tj-biljet is en leg uit waarom deze van waarde is tijdens de lessenserie. Samen met de leerlingen de leerstof betreffende heffing op inkomen kort herhalen (m.b.v. powerpoint). Uitdelen stappenplan en samen met de leerlingen doornemen. Check of er onduidelijkheden zijn. Uitdelen startopgaven; leerlingen moeten deze individueel maken en leveren deze aan het eind van de les in. De startopgaven worden door de docent nagekeken. De docent gaat per leerling na welke opgaven hij/zij in les 2 moet gaan maken (op basis van de gemaakte fouten). Hiervoor kan het overzicht in bijlage 9 worden gebruikt. Uitdelen nagekeken startopgaven. Eventueel extra uitleg geven wanneer bepaalde opdrachten massaal zijn fout gedaan. Uitdelen leerling-specifieke opgaven; leerlingen moeten deze individueel maken en leveren deze aan het eind van de les in. De leerling-specifieke opgaven worden door de docent nagekeken. Docent maakt notities van extreme gevallen (leerlingen die nog steeds heel veel fouten maken). Deze extreme gevallen krijgen tijdens de laatste les nog extra aandacht en kunnen eventueel naar de helpdesk 8 op school gaan. Leerlingen krijgen nagekeken opdrachten terug, deze worden verder niet meer besproken (niet iedereen heeft immers dezelfde opgaven gemaakt). Docent deelt het Tj-biljet en de bijbehorende opdracht uit en vertelt wat de bedoeling is. Leerlingen vullen het Tj-biljet in, deze wordt vervolgens gezamenlijk nagekeken. Leerlingen maken diagnostische toets en leveren deze in. 9 8 Helpdesk is een vakspecifiek bijles-uur waar leerlingen heen kunnen wanneer ze moeite hebben met een vak. 9 Het learner report hoort niet in de docentenhandleiding. Dit is specifiek voor dit ontwerp.

54 Bijlage 9 - Opgaven les 2 Hieronder staat een overzicht van de opgaven die de leerlingen moeten maken, welke afhankelijk zijn van de opgaven die de leerlingen (deels) fout hebben gedaan. (Deels) fout gemaakte opgave(n) Te maken nieuwe opgave(n) Opgave Ia Opgave 1a,b Opgave Ib Opgave 2a,b Opgave Ic Opgave 3a,b Opgave II Opgave 4 Opgave IIIa Opgave 5a, 6a Opgave IIIb Opgave 5b, 6b Opgave IVa Opgave 8 Opgave IVb Opgave 5a, 6a Opgave IVc Opgave 5b, 6b Opgave IVd Opgave 6c, 7 Opgave I a. Petra heeft in 2010 een belastbaar inkomen van Bereken met behulp van onderstaande tabel het heffingsbedrag. b. Gert heeft in 2010 een belastbaar inkomen van Bereken met behulp van onderstaande tabel het heffingsbedrag. Opgave 2 a. Ted had in 2010 een bruto looninkomen van en had in totaal voor aan aftrekposten. Bereken het heffingsbedrag op zijn arbeidsinkomen m.b.v. bovenstaande tabel. b. Bereken hoeveel euro Ted meer aan belasting zou moeten betalen wanneer hij geen aftrekposten zou hebben.

55 Opgave 3 a. Bereken het belastbaar inkomen van Lisa in 2010 als het heffingsbedrag over haar arbeidsinkomen bedraagt en zij voor aan aftrekposten heeft (Zie tabel hierboven). b. Bereken het totale arbeidsinkomen van Fenne in 2010 als het heffingsbedrag over haar Arbeidsinkomen bedraagt en zij voor aan aftrekposten heeft (Zie tabel boven). Opgave 4 Vermogensrendementsheffing Jan Smit heeft op 1 januari 2007 een vermogen van In 2007 is dit vermogen, o.a. door het slechte beursklimaat, gedaald met 20%. De belastingdienst rekent een fictief rendement van 4% waarover een vermogensrendementsheffing (VRH) van 30% wordt geheven. Er is een vermogensvrijstelling van a. Bereken de vermogensrendementsheffing over b. Noem een reden waarom een fictief rendement van 4% nadelig is voor Jan Smit. Broer Piet Smit heeft een VRH van c. Bereken hoe groot zijn gemiddelde vermogen over 2007 is. Rond af op hele euro s. Veel bedrijven betalen hun rekeningen aan de belastingdienst zo laat mogelijk om over dit geld te kunnen blijven beschikken. Eind december 2007 betaalden met name eenmanszaken hun belasting aan de belastingdienst. Door een vergissing tussen de belastingdienst en de banken werd het bedrag pas op 4 januari afgeschreven. d. Is het voordelig of nadelig voor de bedrijven dat de overmaking op 4 januari werd afgeschreven of maakt het niets uit? Licht het antwoord toe. Opgave 5 Voor 2009 zijn de tarieven voor de inkomensheffing in box 1 de volgende: Schijf omvang schijf in Inkomensheffing in % ,- 32, ,- 37, , rest van het inkomen 52 Heffingskortingen: algemene heffingskorting 1.647,- arbeidskorting 949,- De heer Taksman heeft in 2009 een inkomen van ,-. Hij woont samen met zijn vrouw en samen hebben zij een hypotheek van ,- waarover ze 5% rente moeten betalen. Verder heeft de heer Taksman nog 1.000,- aan andere aftrekposten. Op 1 januari 2009 had de heer Taksman een vermogen van en op 31 december 2009 was zijn vermogen gegroeid tot Het heffingsvrije vermogen is voor alleenstaanden en het dubbele voor samenwonenden. De vermogensrendementsheffing bedraagt 30% van het denkbeeldige rendement van 4%.

56 a. Bereken de heffing op arbeidsinkomen die Taksman in 2009 moet betalen. b. Bereken het totale heffingsbedrag (box 1 + box 3) die de heer Taksman in 2009 moet betalen. Opgave 6 George Verbaan (Geboren , alleenstaand, geen kinderen) heeft de volgende gegevens verzameld voor zijn belastingaangifte over Zijn bruto looninkomen bedraagt Als aftrekposten heeft hij een naast een bedrag van de hypotheekrente op zijn eigen woning van Op had hij een bedrag van op een spaarrekening staan die over dat jaar een rente opleverde van 4%. Die rente wordt in december bijgeschreven op zijn rekening. a. Bereken op basis van de gegevens het bedrag aan arbeidsinkomensheffing dat G.Verbaan over 2004 is verschuldigd. (zie bijlage) b. Bereken de het totale bedrag dat G.Verbaan op basis van de gegevens over 2004 zal moeten afdragen aan belastingen. Bereken zowel het bedrag van box 1 als dat van box 3 Stel dat de hypotheekrente in 2005 stijgt met c. Beredeneer (dus niet opnieuw alles uitrekenen) met welk bedrag daardoor de heffing voor hem toe- of afneemt. Opgave 7 Ton van Leeuwen heeft een belastbaar arbeidsinkomen van Gemiddeld betaalt hij 51% inkomensheffing. Met een groot deel van zijn inkomen van Ton in de inkomensschijf met het hoogste tarief (60%). De belastingadviseur van Ton vindt nog enkele aftrekposten t.w.v Met hoeveel euro zal de belastingafdracht van Ton dalen? Opgave 8 In Nederland hebben we een belastingsysteem met verschillende belastingschijven en percentages. Hoe heet het stelsel dat wij in Nederland kennen en leg uit dat waarom de overheid voor verschillende percentages heeft gekozen.

57 Bijlage De heffingen op arbeidsinkomen en op vermogensrendement in 2004 box 1: het belastbaar inkomen uit werk en woning Belastbaar inkomen Schijventarief tot jaar en ouder*) jaar*) 1 Tot en met ,55% 15,65% 2 Van t/m ,50% 22,60% 3 Van t/m % 42% 4 Vanaf % 52% *) Bedragen per schijf afronden op hele euro s in uw eigen voordeel. algemene heffingskorting Iedere belastingplichtige heeft recht op de algemene heffingskorting. Bent u jonger dan 65 jaar, dan is de algemene heffingskorting maximaal Als u 65 jaar of ouder bent, dan is de heffingskorting maximaal 852. arbeidskorting Hoe berekent u de arbeidskorting? U telt uw inkomen uit arbeid bij elkaar op. Voor een inkomen tot en met is de arbeidskorting 1,753% met een maximum van 142. Bent u 65 jaar of ouder dan is de arbeidskorting 0,818% over dit inkomen, met een maximum van 68. Als uw inkomen uit werk hoger is dan 8.101, dan krijgt u over het meerdere bedrag een hoger percentage aan arbeidskorting. Dit percentage is afhankelijk van uw leeftijd op 31 december De percentages ziet u in de tabel hierna. Voor het totaal aan arbeidskorting geldt een maximumbedrag. Als uw inkomen uit tegenwoordige arbeid hoger is, dan heeft u recht op het maximumbedrag aan arbeidskorting dat bij uw leeftijd hoort. Leeftijd Arbeidskorting*) Maximumbedrag jonger dan 57 jaar 11,213% van het bedrag boven , 58 of 59 jaar 13,737% van het bedrag boven of 61 jaar 16,250% van het bedrag boven , 63 of 64 jaar 18,773% van het bedrag boven jaar of ouder 08,757% van het bedrag boven *) Bedragen zonodig afronden op hele euro s in uw eigen voordeel. box 3: tarief voor belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Voor het vaststellen van het inkomen in box 3 gaat de Belastingdienst uit van een vast percentage. Voor het bepalen van de gemiddelde waarde gaat de Belastingdienst uit van de waarde van uw bezittingen min uw schulden op 1 januari en 31 december. Heffingvrij vermogen Voor iedereen geldt in box 3 een heffingvrij vermogen. Is de gemiddelde rendementsgrondslag niet hoger dan dan is het helemaal belastingvrij. Berekening van de belasting in box 3 U neemt de gemiddelde waarde van uw bezittingen min uw schulden en vermindert die met uw heffingvrij vermogen. Dit is de grondslag voor de berekening van het inkomen uit sparen en beleggen. Over dit bedrag wordt een vast rendement van 4% berekend: het inkomen uit sparen en beleggen. Over het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen bent u 30% belasting verschuldigd.

58 Antwoorden Opgaven Les 2 Opgave I a. Schijf 1: x 0,3345 = 6.093,92 Schijf 2: ( ) x 0,4195 = 6.091,14 Schijf 3: ( ) x 0,42 = 1,00 Heffingsbedrag = 6.093, ,14 + 1,00 = ,06 b. Schijf 1: x 0,3345 = 6.093,92 Schijf 2: ( ) x 0,4195 = 6.091,14 Schijf 3: ( ) x 0,42 = 9.084,18 Schijf 4: ( ) x 0,52 = 2.929,16 Heffingsbedrag = 6.093, , , ,16 = ,40 Opgave 2 a. Belastbaar loon: = Schijf 1: x 0,3345 = 6.093,92 Schijf 2: ( ) x 0,4195 = 6.091,14 Schijf 3: ( ) x 0,42 = 5.570,04 Heffingsbedrag: 6.093, , ,04 = ,10 b. Belastbaar loon zonder aftrekposten: Schijf 1: x 0,3345 = 6.093,92 Schijf 2: ( ) x 0,4195 = 6.091,14 Schijf 3: ( ) x 0,42 = 9.084,18 Schijf 4: ( ) x 0,52 = 1.369,16 Heffingsbedrag: 6.093, , , ,16 = ,40 Verschil: , ,10 = 4.883,30, dit had Ted anders extra moeten betalen. Opgave 3 a. Als het heffingsbedrag bedraagt, ligt het belastbaar inkomen in de eerste schijf en deels in de tweede schijf (de heffing over de eerste twee schijven samen bedraagt namelijk 6.093, ,14 = ,06). Het heffingsgedeelte over de tweede schijf bedraagt ,92 = 5.906,08. Dit bedrag is 41,95% van het inkomen in de tweede schijf, dus het inkomen in de tweede schijf bedraagt: 5.906,08 / 0,4195 = ,86. Het belastbaar inkomen bedraagt: (schijf 1) ,86 (schijf 2) = ,86.

59 b. Als het heffingsbedrag bedraagt, ligt het belastbaar inkomen in de eerste, tweede en derde Schijf en deels in de vierde schijf (de heffing over de eerste drie schijven samen bedraagt namelijk 6.093, , ,18 = ,24). Het heffingsgedeelte over de vierde schijf bedraagt ,24 = 730,76. Dit bedrag is 52% van het inkomen in de vierde schijf, dus het inkomen in de vierde schijf bedraagt: 730,76 / 0,52 = 1.405,31. Het belastbaar inkomen bedraagt: ,31 = ,31. Het arbeidsinkomen is het belastbaar inkomen + aftrekposten = , = ,31. Opgave 4 a. Gemiddeld vermogen = ( ,8 x )/2 = Belast wordt = Fictief rendement = 4% x = VRH = 30% x 8200 = 2560 (= 1,2% x ). b. Jan Smit heeft zijn vermogen met 20% zien dalen (een negatief rendement) maar wordt aangeslagen alsof zijn inkomen 4% rendement heeft gehad. c. Gemiddeld vermogen = 5.750/0, = d. Nadelig. Doordat het bedrag pas in januari is afgeschreven telt het nog mee voor het vermogen op 31 december Het gemiddeld vermogen is hoger en de VRH dus ook. Opgave 5 a ,05 x = belastbaar inkomen = e schijf ,3235 = 4.959,58 over e schijf ,3785 = 4.737,31 over ,42 = 4.684, ,14 b = x = = Opgave 6 a. Bruto-inkomen aftrekposten Belastbaar arbeidsinkomen eerste schijf ,55% = (afgerond) tweede schijf = = ,5% = 5.377

60 derde schijf % = % = Kortingen: Algemene heffingskorting Arbeidskortingen: 142 Leeftijdskorting 63 jarigen Maximum Totale kortingen Verschuldigde heffing = = b. Gemiddelde vermogen = ( ) / 2 = vrijstelling = Vermogensheffing = % 30% = 13,77 Totaal verschuldigd ,77 = ,77 c. Neemt af met 52% van 100 = 520 euro. De aftrek verkleint het belastbaar inkomen. Dit blijft in de hoogste schijf, dus 52%. Opgave 7 Eerste betaalde Ton: 0,51 x = aan inkomensheffing. De aftrekpost verlaagt zijn inkomen in de hoogste schijf, een groot deel van het inkomen van Ton valt immers in de schijf met het hoogste tarief (en daarom sowieso deze laatste 2.600). Omdat hij over deze geen belasting hoeft te betalen, zal zijn afdracht dalen met x 60% = (dus niet met x 51%). Opgave 8 Progressief stelsel; de overheid vindt dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten betalen. Mensen die meer verdienen betalen daarom een hoger percentage van hun inkomen aan belasting ten opzichte van mensen met een lager inkomen.

61 Bijlage 10 Voorbeelden van gemaakte diagnostische toetsen Leerling experimentklas

62 Leerling controlegroep

63

Titel In drie fasen de inkomstenbelastingen berekenen: P2. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Titel In drie fasen de inkomstenbelastingen berekenen: P2. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Auteur: Hofstee, Rémon (R.H.) Vakgebied Algemene Economie Titel In drie fasen de inkomstenbelastingen berekenen: P2. Onderwerp Opleiding Loon- en inkomstenbelasting Doelgroep VMBO- GTL, leerjaar 4 Sleuteltermen

Nadere informatie

Grafieken, samenwerkend leren, hardop denken, stappenplan

Grafieken, samenwerkend leren, hardop denken, stappenplan PAPER 3 ONTWERPRAPPORT Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie Marlinda van Rooijen Steltenpool, drs Economie Grafieken en betekenis Marktvraag

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan

Nadere informatie

1 Onderzoeksinstrument A en B 2 A. Resultaten diagnostiche toets 3 B. Gesloten vragenlijst - uitkomsten 4 Leerling 5 Ik weet wat inkomstenbelasting

1 Onderzoeksinstrument A en B 2 A. Resultaten diagnostiche toets 3 B. Gesloten vragenlijst - uitkomsten 4 Leerling 5 Ik weet wat inkomstenbelasting 1 Onderzoeksinstrument A en B 2 A. Resultaten diagnostiche toets 3 B. Gesloten vragenlijst - uitkomsten 4 Leerling H S R W A T E J M 5 Ik weet wat inkomstenbelasting is 4 3 4 4 3 4 4 4 4 4 3 4 4 2 4 4

Nadere informatie

Titel Stap voor stap de inkomstenbelasting berekenen. P1. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Titel Stap voor stap de inkomstenbelasting berekenen. P1. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Auteur: Hofstee, Rémon (R.H.) Vakgebied Algemene Economie Titel Stap voor stap de inkomstenbelasting berekenen. P1. Onderwerp Opleiding Loon- en inkomstenbelasting Doelgroep VMBO- GTL, leerjaar 4 Sleuteltermen

Nadere informatie

Ontwerp Hypotheekvormen

Ontwerp Hypotheekvormen Ontwerp Hypotheekvormen Naam: Judith Sprang, Msc Vak: Management en Organisatie ANR: 6210961 Leerjaar: Havo 4 E-mail: jssprang@gmail.com Begeleider: Mevr. Ir. Jolanda Suijker Datum: 04 januari 2011 Woorden:

Nadere informatie

Ontwerponderzoek Paper 3: Onderzoeksplan

Ontwerponderzoek Paper 3: Onderzoeksplan Ontwerponderzoek Paper 3: Onderzoeksplan Naam auteur(s) Vakgebied Titel A. Sturm, drs. Management & Organisatie Stappenplan als oplossingsstrategie voor vraagstukken hypothecaire leningen Onderwerp Probleem

Nadere informatie

Paper 3: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie

Paper 3: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie Paper 3: Uitvoeringsfase Naam auteur L. A. Molijn MSc. Vakgebied Management & Organisatie Titel Geld & Rente Onderwerp Enkelvoudige & Samengestelde interest Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming PAPER 5 Evaluatie Naam: Luuk Schoenmakers Vakgebied: Management & Organisatie Titel: Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen

Nadere informatie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Paper 4: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie

Paper 4: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie Paper 4: Uitvoeringsfase Naam auteur L. A. Molijn MSc. Vakgebied Management & Organisatie Titel Geld & Rente Onderwerp Enkelvoudige & Samengestelde interest Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Paper 1: Ontwerprapport. Management & Organisatie

Paper 1: Ontwerprapport. Management & Organisatie Paper 1: Ontwerprapport Naam auteur L. A. Molijn MSc. Vakgebied Management & Organisatie Titel Geld & Rente Onderwerp Enkelvoudige & Samengestelde interest Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten. Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten. Leraren Opleiding. Management & Organisatie Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Leraren Opleiding Management & Organisatie Naam auteur(s) Vakgebied Bart Deelen M&O Student nr 10761799 Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Procent rekenen

Nadere informatie

INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING

INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING ECONOMIE VMBO 3 VMBO TL 1 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1: Box 1 berekenen Hoofdstuk 2: Box 3 berekenen Hoofdstuk 3: Alles bij elkaar Hoofdstuk 4: Handleiding

Nadere informatie

Omschrijven, formules, natuurkunde, stappenplan, begripspracticum

Omschrijven, formules, natuurkunde, stappenplan, begripspracticum ONTWERP ONDERZOEK FORMULES OMSCHRIJVEN BIJ NATUURKUNDE IN 3 VWO Naam auteur Margriet van der Laan, Msc Vakgebied Natuurkunde Titel & onderwerp Formules omschrijven bij natuurkunde Opleiding Interfacultaire

Nadere informatie

Probleembeschrijving

Probleembeschrijving Naam auteur(s) Ir. N.C.Veerman Vakgebied Wiskunde Titel Motivatieproblemen in het volwassenonderwijs Onderwerp Het verhogen van de motivatie van leerlingen door eigen materiaal in te zetten. Opleiding

Nadere informatie

ONTWERPRAPPORT PAPER 3

ONTWERPRAPPORT PAPER 3 ONTWERPRAPPORT PAPER 3 VRAGEN BEANTWOORDEN AAN DE HAND VAN EEN STAPPENPLAN Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Anneloes Leijenhorst, MSc. M&O Vragen beantwoorden

Nadere informatie

Leren & Instructie 3 ONTWERPOPDRACHT: HERONTWERPEN

Leren & Instructie 3 ONTWERPOPDRACHT: HERONTWERPEN Leren & Instructie 3 ONTWERPOPDRACHT: HERONTWERPEN Context In L&I 1 en 2 heb je je bekwaamd in het model didactische analyse voor je lesvoorbereidingen; in de praktijk heb je flink wat ervaring opgedaan

Nadere informatie

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Student: Vincent van der Maaden, MSc Studentnummer: 5783070 Opleiding: Interfacultaire lerarenopleiding, UvA Vakgebied: Aardrijkskunde

Nadere informatie

Ontwerp onderzoek. Probleem beschrijving. Probleemanalyse. Karen Werter, Lesonderwerp: Sparen en lenen

Ontwerp onderzoek. Probleem beschrijving. Probleemanalyse. Karen Werter, Lesonderwerp: Sparen en lenen Ontwerp onderzoek Lesonderwerp: Sparen en lenen Probleem beschrijving In de eerste economie les die de leerlingen in de derde klas hadden heb ik het woord economie op het bord geschreven en door middel

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Ontwerponderzoek Naam auteur Mariëlle Kruithof Vakgebied Wiskunde Titel Onderwerp Opleiding Het toewijzingsprobleem, een kijkje in de wiskunde buiten de middelbare school. Het behandelen van de Hongaarse

Nadere informatie

Van Doelstelling, naar leeractiviteit naar werkvorm

Van Doelstelling, naar leeractiviteit naar werkvorm wwwexpertisecentrum-kunsttheorienl Van Doelstelling, naar leeractiviteit naar werkvorm Dit collegevoorbeeld/lesvoorbeeld laat twee verschillende werkvormen zien, een werkvorm die gericht is op lagere orde

Nadere informatie

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Verwachting, waardering en leerwinst van de Workshop Nieuws Laura Gil Castillo en Eva Mulder, januari 2009 Universiteit

Nadere informatie

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Bonaventuracollege Leiden Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Advies voor docenten Sanne Macleane 2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 De opbouwende leerlijn van het zelfstandig

Nadere informatie

Leuker kunnen we het niet maken

Leuker kunnen we het niet maken Leuker kunnen we het niet maken Belastingen: blij met een blauwe envelop? De beruchte blauwe envelop belastingaangifte! De overheid heeft het recht om heffingen aan burgers op te leggen om inkomsten te

Nadere informatie

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1) Lesplan les 1 Seksualiteit: Grenzen en Wensen Tijd: 8:30 Klas: 3HVc Aantal lln: 15 Introductie van de lessenserie: grenzen en wensen Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad

Nadere informatie

Motivatie verhogen door activerende leertaken en het vergroten van de leerlingbetrokkenheid

Motivatie verhogen door activerende leertaken en het vergroten van de leerlingbetrokkenheid Motivatie verhogen door activerende leertaken en het vergroten van de leerlingbetrokkenheid Sleuteltermen: Motivatie, activerend, betrokkenheid, Ontwerponderzoek Paper 1+2+3 24 maart 2015 Vakgebied Natuurkunde

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam PAPER 1 Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Ontwerprapport Daniëlle Griep Algemene Economie Werken zal je! Context-concept Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw Nectar 5e editie onderbouw is een heldere, motiverende methode biologie die opvalt door de gestructureerde behandeling van

Nadere informatie

Wiskunde Lesperiode 1

Wiskunde Lesperiode 1 Wiskunde Lesperiode 1 Proefwerk analyse & Voorbereiding op de herkansing of hoe je je wiskunde materiaal ook kunt gebruiken. Wat gaan we doen? Overzicht creëren. Planning maken. Fouten opsporen en verbeteren.

Nadere informatie

Hoe werkt u met Moderne Wiskunde 12 e editie onderbouw?

Hoe werkt u met Moderne Wiskunde 12 e editie onderbouw? Hoe werkt u met Moderne Wiskunde 12 e editie onderbouw? Inhoud 1 In vogelvlucht p. 2 2 Hoe wilt u werken? p. 3 3 Hoe maken de leerlingen kennis met Moderne Wiskunde online? p. 5 4 Meer dan lesstof in het

Nadere informatie

Les 1 Inkomstenbelasting

Les 1 Inkomstenbelasting Les 1 Inkomstenbelasting Docent: Rémon Hofstee Datum: 23-4- 13 Tijd: 9.25 10.15 Lesonderwerp Directe belasting, belasting op inkomen, belastbaar inkomen Beginsituatie Leskern 1 Leerdoelen Docentdoelen

Nadere informatie

PROFIELPRODUCT - VERANTWOORDING

PROFIELPRODUCT - VERANTWOORDING PROFIELPRODUCT - VERANTWOORDING Naam auteur(s) Hofstee, R.H. MSc of Economics Vakgebied Algemene Economie Titel Vakgroepwerkplan Open Schoolgemeenschap Bijlmer Economie (3 H/V) Onderwerp Leerplan Profiel

Nadere informatie

Modelleren en visualiseren

Modelleren en visualiseren Modelleren en visualiseren Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Dr. W. Weymiens (Wolf) Natuurkunde Modelleren en visualiseren Modelleren en voorkennis Interfacultaire

Nadere informatie

0. LESVOORBEREIDING. Bij kennis verwerven en integreren

0. LESVOORBEREIDING. Bij kennis verwerven en integreren LESMODEL DIRECTE INSTRUCTIE Gebaseerd op: Ebbens e.a., Effectief leren in de les; R.J. Marzano, W. Miedema, Leren in vijf dimensies. Zie ook: www.histopia.nl docenten lesmodel (Bas van der Meijden). 0.

Nadere informatie

DIDACTISCH GROEPSPLAN

DIDACTISCH GROEPSPLAN SBO De Boei DIDACTISCH GROEPSPLAN GROEP: Kof LEERKRACHT(EN): Anke Heijs/Margriet Wouda VAKGEBIED: Rekenen PERIODE: Jan.-juni Samenstelling van de groep: Stimulerende factoren: Belemmerde factoren: Beginsituatie:

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Schrijven, herschrijven, schrijfonderwijs, feedback geven, feedback ontvangen

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Schrijven, herschrijven, schrijfonderwijs, feedback geven, feedback ontvangen Naam auteur Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Inge van de Wiel Nederlands Peerfeedback in het schrijfproces Schrijfonderwijs Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Doelgroep Gymnasium

Nadere informatie

Hoe werkt u met Moderne Wiskunde 12 e editie onderbouw?

Hoe werkt u met Moderne Wiskunde 12 e editie onderbouw? Hoe werkt u met Moderne Wiskunde 12 e editie onderbouw? Inhoud 1 In vogelvlucht p. 2 2 Hoe wilt u werken? p. 3 3 Hoe maken de leerlingen kennis met Moderne Wiskunde online? p. 5 4 Meer dan lesstof in het

Nadere informatie

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak M&O havo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Van der Molen, W.L. (2015). Inkomstenbelasting in concept-maps Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleiding (ILO) UvA. Studentnummer

Van der Molen, W.L. (2015). Inkomstenbelasting in concept-maps Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleiding (ILO) UvA. Studentnummer Meer weten? Belastingdienst.nl Paper 4 UITVOERING - ONTWERPONDERZOEK Naam auteur Woudi van der Molen Vakgebied Algemene economie Titel Inkomen en belasting in concept-maps Onderwerp Inzicht en samenhang

Nadere informatie

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE Netwerkthermometer DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE Wat is De Netwerkthermometer De Netwerkthermometer is een test. Een test om een gedegen beeld te krijgen van hoe je zelf aan kijkt tegen je

Nadere informatie

OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN

OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN BESCHRIJVING OPDRACHT In deze opdracht leer je hoe je door meer en beter formatief te evalueren toetsen onderdeel van het leerproces kan maken,

Nadere informatie

Workshop Differentiatie. Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom.

Workshop Differentiatie. Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom. Workshop Differentiatie Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom. Voorstelrondje Wat kom je halen? Wat versta je onder differentiëren? Wat is het programma Doel: aantal voorbeelden van

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Literatuur, leeservaring, dialogisch leren, kwestie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Literatuur, leeservaring, dialogisch leren, kwestie Iris Hoogendoorn 5617596 Schoolvak Nederlands Ontwerponderzoek paper 3: onderzoeksopzet Ontwerprapport Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie

Nadere informatie

Praktijkgericht onderwijs.

Praktijkgericht onderwijs. Praktijkgericht onderwijs. Paper 1 - Ontwerpplan Naam: Alexandra van Bon Studentnummer: 10409335 Vak: Management & Organisatie Titel: Praktijkgericht onderwijs. Onderwerp: Door contextgericht onderwijs

Nadere informatie

Hoe werkt u met Pincode 6 e editie Tweede Fase

Hoe werkt u met Pincode 6 e editie Tweede Fase Hoe werkt u met Pincode 6 e editie Tweede Fase Inhoud 1 In vogelvlucht p. 2 2 Hoe wilt u werken? p. 3 3 Meer dan lesstof in het boek p. 5 4 Leerroutes p. 7 5 Oefentoets met studieadvies op maat p. 8 6

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Sterkte-Zwakte Analyse

Sterkte-Zwakte Analyse Sterkte-Zwakte Analyse Naam en klas student: Dirkje Martens PEH16DA Stagegroep: Groep 5 en 6. Naam SLB: Frank Verwater Datum: Februari 2017 t/m april 2017 Naam Werkplekbegeleider: Stageschool: Taal stellen

Nadere informatie

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren Leerwerktaak: oplossen aanleren Titel Gekoppeld aan beroepstaak OWE ILS-wi 614 Gekoppeld aan de volgende competenties(s) Niveau Geschikt voor de volgende vakken Ontwerper/ ontwerpgroep/ sectie/ school

Nadere informatie

Docentenhandleiding, Leren Modelleren. Amsterdam, 27 maart Inleiding

Docentenhandleiding, Leren Modelleren. Amsterdam, 27 maart Inleiding Docentenhandleiding, Leren Modelleren Amsterdam, 27 maart 2014 Inleiding Deze docentenhandleidng behoort bij mijn ontwerpopdracht Leren Modelleren die ik eind 2013, begin 2014 scheef in het kader van mijn

Nadere informatie

Leeromgeving en organisatie

Leeromgeving en organisatie Leeromgeving en organisatie Lesdoel Ik kan een les voorbereiden a.d.h.v. het lesplanformulier van Geerligs. Hoe word ik een goede leraar? Kunst of kunde? Kun je het leren: Ja/Nee Wat doe je hier dan nog?

Nadere informatie

Opdracht Inhoud Hoe uitvoeren? Inleveren? Becijfering 1. Onthouden Leswijsopdrachten

Opdracht Inhoud Hoe uitvoeren? Inleveren? Becijfering 1. Onthouden Leswijsopdrachten Geschiedenis Klas 2 Havo/Vwo H1 Leswijs Tijd van Ontdekkers & Hervormers Leerdoel Je kunt op basis van een zelf gemaakte tijdbalk (bestaande uit bronnen) de continuïteit en verandering tijdens de Tijd

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Opstellen van economische oorzaakgevolg relaties. Verbeteren van vaardigheden met betrekking tot het oplossen van oorzaakgevolg vragen

Opstellen van economische oorzaakgevolg relaties. Verbeteren van vaardigheden met betrekking tot het oplossen van oorzaakgevolg vragen Naam auteur Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie V.M.F. de Haan, MSc Algemene Economie Opstellen van economische oorzaakgevolg relaties Verbeteren van

Nadere informatie

J. Bruin, MSc. in Marketing ( ) Management & Organisatie Havo 4, Lyceum aan Zee te Den Helder

J. Bruin, MSc. in Marketing ( ) Management & Organisatie Havo 4, Lyceum aan Zee te Den Helder J. Bruin, MSc. in Marketing (10201653) Management & Organisatie Havo 4, Lyceum aan Zee te Den Helder Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Begeleiders: 1 dhr. drs. W.A.M. van Kleef

Nadere informatie

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden VOORWOORD Angerenstein SB (Sport en Bewegen) is een complete serie leermiddelen voor het kwalificatiedossier Sport en Bewegen. Angerenstein SB bestaat uit boeken met theorie en opdrachten, online verdiepingsstof

Nadere informatie

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn 2015-2016 Stageopdracht Effectief leren 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Werken aan competenties... 3 Praktijkopdracht Effectief leren... 3 Bijlage 1: Beoordelingsformulier...

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica Leerwerktaak Bouwen aan grammatica Titel Bouwen aan grammatica! Onderwijstype Niveau Competenties(s) Beroepstaak VO MBO 1 propedeusefase 2 hoofdfase 3 eindfase (lio) 1 interpersoonlijk 2 pedagogisch 3

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan

Nadere informatie

Huiswerkprotocol Mattheusschool

Huiswerkprotocol Mattheusschool Huiswerkprotocol Mattheusschool De Mattheusschool geeft huiswerk aan onze leerlingen vanaf groep 3. Dit huiswerk past in onze visie dat de omgeving steeds meer eisen aan de kinderen stelt naarmate ze ouder

Nadere informatie

Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen

Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen Ontwikkelaar School Vak Groep Genre Gianna Troiani & Henri Boer Cartesius Lyceum, Amsterdam Maatschappijwetenschappen 5 havo/ 6 vwo argumenteren,

Nadere informatie

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig.

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig. Paper 1 Ontwerpplan Criterium Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Excellent Probleembeschrijving Paper maakt niet duidelijk welk probleem (welke wens) centraal staat en om welke reden. Paper beschrijft

Nadere informatie

Ontwerponderzoek Janneke Metselaar Vak: Aardrijkskunde ILO - Universiteit van Amsterdam 4 april 2013

Ontwerponderzoek Janneke Metselaar Vak: Aardrijkskunde ILO - Universiteit van Amsterdam 4 april 2013 Ontwerponderzoek Janneke Metselaar - 10367705 Paper 2 Vak: Aardrijkskunde ILO - Universiteit van Amsterdam 4 april 2013 Gebruik van de laptop tijdens de Aardrijkskundeles Inhoud pagina Inleiding... 1 Onderzoeksmethodiek:

Nadere informatie

Whitepaper Pincode 6 e editie tweede fase

Whitepaper Pincode 6 e editie tweede fase Whitepaper Pincode 6 e editie tweede fase Nieuwe editie Pincode 6 e editie Tweede Fase Met de nieuwe editie van Pincode voor de tweede fase worden leerlingen optimaal voorbereid op het nieuwe examenprogramma,

Nadere informatie

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Samenwerkend leren

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Samenwerkend leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn 015-016 Stageopdracht Samenwerkend leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn - Stageopdracht leerjaar 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Werken aan competenties...

Nadere informatie

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen volgende Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen Eindrapportage onderzoek Toekomstgericht Onderwijs Inhoud Onderzoek Toekomstgericht Onderwijs door Kohnstamm Instituut Schoolportret Herbert Vissers

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming PAPER 1 - ONTWERPPLAN Naam: Luuk Schoenmakers Vakgebied: Management & Organisatie Titel: Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen

Nadere informatie

Leerwerktaak Voor alles is een woord

Leerwerktaak Voor alles is een woord Leerwerktaak Voor alles is een woord Titel Niveau Voor alles is een woord Hoofdfase WPL2B Competenties 3 vakinhoudelijk/vakdidactisch 4 organisatorisch 7 reflectie en ontwikkeling Beroepstaak 1 lesgeven

Nadere informatie

Laan, van der E.J.C. (2012), Nominaal en reëel? Dat is al snel teveel., Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Laan, van der E.J.C. (2012), Nominaal en reëel? Dat is al snel teveel., Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur E.J.C. van der Laan Vakgebied Algemene Economie Titel Nominaal en reëel? Dat is al snel teveel. Meer grip op abstracte economische begrippen met behulp van taalgericht vakonderwijs. Ontwerpen

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

Leerlingvragenlijst januari 2019

Leerlingvragenlijst januari 2019 Leerlingvragenlijst januari 2019 Uitslagen Vragenlijst Inleiding In dit rapport worden de resultaten beschreven van de Leerlingvragenlijst januari 2019 van. De gebruikte vragenlijst is afkomstig van het

Nadere informatie

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. Het Kindgesprek. Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. 1 Inleiding. Door gesprekken met kinderen te voeren willen we de betrokkenheid

Nadere informatie

Onderzoek Tijdsbesteding vmbo-docenten

Onderzoek Tijdsbesteding vmbo-docenten Onderzoek Tijdsbesteding vmbo-docenten In het onderzoek Tijdsbesteding vmbo-docenten staat de vraag centraal hoe vmbo-docenten in het groen onderwijs hun werktijd zouden indelen als ze dat zelf kunnen

Nadere informatie

ONTWERP ONDERZOEK PAPER 3

ONTWERP ONDERZOEK PAPER 3 ONTWERP ONDERZOEK PAPER 3 Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Gerwin Grolleman Algemene Economie Een eerste stap naar zelfstandig leren motivatie Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

Leerwerktaak Samenwerkend lezen

Leerwerktaak Samenwerkend lezen Leerwerktaak Samenwerkend lezen Titel Niveau Samenwerkend lezen Hoofdfase WPL 2B Competenties 3 vakinhoudelijk/vakdidactisch 4 organisatorisch 7 reflectie en ontwikkeling Beroepstaak 1 lesgeven 2 begeleiden

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

Economie 1. Doelgroep Economie 1. Omschrijving Economie 1

Economie 1. Doelgroep Economie 1. Omschrijving Economie 1 Economie 1 Economie 1 is geschikt voor alle vmbo-niveaus en voor de onderbouw van havo/vwo. De module is zeer geschikt voor handel en administratie maar kan ook uitstekend voor andere richtingen gebruikt

Nadere informatie

Toets 5.3 Procenten. Deze toets hoort bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Toets 5.3 Procenten. Deze toets hoort bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2 Toets 5.3 Procenten Deze toets hoort bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2 Joep van Vugt Anneke Wösten ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011 1 Aanwijzingen

Nadere informatie

UIT inkomstenbelasting

UIT inkomstenbelasting De inkomstenbelasting, box 1. De inkomstenbelasting box 1, is het systeem van belasten van inkomen uit arbeid. Ook het huis waar men woont wordt in dit systeem belast. Box 1 bestaat uit drie onderdelen:

Nadere informatie

Inleiding... 3 1. Toetsen... 4 2. Toetsbespreking, correctie, normering, inzage... 8 3. Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9

Inleiding... 3 1. Toetsen... 4 2. Toetsbespreking, correctie, normering, inzage... 8 3. Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9 Augustus 2015 Inhoud Inleiding... 3 1. Toetsen... 4 2. Toetsbespreking, correctie, normering, inzage... 8 3. Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Over de regels en afspraken

Nadere informatie

Kwartet Hofcultuur. Willemien Cuijpers en Marie Thérèse van de Kamp, Interfacultaire Lerarenopleiding, UvA

Kwartet Hofcultuur. Willemien Cuijpers en Marie Thérèse van de Kamp, Interfacultaire Lerarenopleiding, UvA Expertisecentrum Kunsttheorie www.expertisecentrum-kunsttheorie.nl. Kwartet Hofcultuur Middels deze opdracht vatten de leerlingen eerst voor henzelf een aantal belangrijke aspecten omtrent de kunst en

Nadere informatie

inhoudsopgave juni 2005 handleiding haakjes 2

inhoudsopgave juni 2005 handleiding haakjes 2 handleiding haakjes inhoudsopgave inhoudsopgave 2 de opzet van haakjes 3 bespreking per paragraaf 5 rekenen trek-af-van tegengestelde tweetermen merkwaardige producten tijdpad 6 materialen voor een klassengesprek

Nadere informatie

Nakijkwerk in uitvoering

Nakijkwerk in uitvoering Feedback Evaluatie Correctie Nakijkwerk in uitvoering 2 FEED de BACK Een grote stapel schriften ligt te wachten op uw rode pen. Elke dag weer. i n Team klas Voelt u zich wel eens schuldig, als u werk van

Nadere informatie

Tekstbegrip bij 4 havo. Interfacultaire Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam

Tekstbegrip bij 4 havo. Interfacultaire Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Links Bibliografische referentie Annette van Baalen Biologie Kun je lezen leren? Een onderzoek naar het effect van vraaggestuurd

Nadere informatie

Hoe leer ik voor Biologie

Hoe leer ik voor Biologie Hoe leer ik voor Biologie Bestuderen van basisstof Lees de leerstof Bekijk de bijbehorende afbeeldingen/tekeningen Begrijp je waar het om gaat? Nee, maak aantekeningen en vraag in de les Maak een samenvatting

Nadere informatie

Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-kgt deel 1

Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-kgt deel 1 Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-kgt deel 1 Twaalfde editie, 2018 Noordhoff Uitgevers Groningen Auteurs C. J. Admiraal J. H. Dijkhuis J. A. Verbeek G. de Jong H. J. Houwing J. D. Kuis F. ten Klooster S.

Nadere informatie

Datum: Les in reeks (nr1): Beginsituatie: wat is de aanpak van de kandidaten bij het beantwoorden van examenvragen

Datum: Les in reeks (nr1): Beginsituatie: wat is de aanpak van de kandidaten bij het beantwoorden van examenvragen LESPLANNEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN EXAMENTRAINING2 HAVO/VWO Leerdoelen les 1: Kandidaten reflecteren op: o welke strategie ze gebruiken om een examenvraag te kunnen beantwoorden o hoe ze met bronnen

Nadere informatie

Ontwerponderzoek Paper 4: Uitvoering

Ontwerponderzoek Paper 4: Uitvoering Ontwerponderzoek Paper 4: Uitvoering Naam auteur(s) A. Sturm, drs Vakgebied Management & Organisatie Titel Stappenplan als oplossingsstrategie voor vraagstukken hypothecaire leningen Onderwerp Probleem

Nadere informatie

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de lesbrieven van het thema Aan het werk hebben jullie

Nadere informatie