Gebiedsanalyse Overkoepelende analyse. Projectnummer: H. Booi J. Slot. L. Bicknese

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebiedsanalyse Overkoepelende analyse. Projectnummer: H. Booi J. Slot. L. Bicknese"

Transcriptie

1 Gebiedsanalyse 2015 Overkoepelende analyse veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing Projectnummer: H. Booi J. Slot L. Bicknese Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon Postbus 658, 1000 AR Amsterdam Amsterdam, februari 2015

2 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Inhoud Inleiding 4 1 Buurttypologie Welgestelde woonbuurten Nieuwe stadsuitbreidingen Gezinsbuurten Aandachtsgebieden Ontwikkeling positie gezinsbuurten Stadsbuurten Opkomende stadsbuurten Gemengde stadsbuurten Gegentrificeerde stadsbuurten Ontwikkeling positie stadsbuurten Vergrijsde buurten In ontwikkeling en bedrijventerreinen Ontwikkeling positie vergrijsde woonbuurten en buurten in ontwikkeling Buurttypologie gebiedsanalyses 42 2 De 22 gebieden met elkaar vergeleken Bevolking Wonen en openbare ruimte Bedrijvigheid Gezondheid Zelfredzaamheid en participatie Jeugd en onderwijs Leefbaarheid en veiligheid 64 3 Basisbestand gebieden Amsterdam 67 2

3

4 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Inleiding Bewoners, ondernemers en (maatschappelijke) organisaties kunnen en willen vaak zelf veel doen om de stad te verbeteren. De gemeente Amsterdam wil daar graag op inspelen. Samen doen wat de stad nodig heeft. Wat er nodig is, bepaalt de gemeente samen met bewoners, ondernemers en (maatschappelijke) organisaties. Door goed naar elkaar te luisteren en door samen te werken. Wanneer duidelijk is wat een straat, buurt, wijk of stadsdeel nodig heeft, bedenken alle partijen in dat gebied gezamenlijk hoe zij zo goed mogelijk maatwerk kunnen leveren in dat gebied. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen, is de stad opgedeeld in 22 gebieden. Een hulpmiddel hierbij is de gebiedscyclus. Het doel van de gebiedsanalyses in de gebiedscyclus is te komen tot een onderlegger op basis waarvan de gebiedsagenda opgesteld kan worden. De gebiedsanalyse geeft de toestand en ontwikkelingen aan van de 22 gebieden, biedt inzicht in de problematiek die er speelt en geeft weer wat er aanwezig is aan voorzieningen en gebiedsspecifieke activiteiten in een gebied. In de gebiedsagenda worden de doelen voor het gebied geformuleerd. Deze doelen zijn gebaseerd op de opgaves die de stadsdelen en RVE s zien voor dit gebied. Deze opgaves worden vierjaarlijks opgesteld en jaarlijks bijgesteld op basis van de uitkomsten van de eveneens jaarlijkse gebiedsanalyses. In het gebiedsplan zijn de acties omschreven die de stadsdelen en RVE s ondernemen om de omschreven doelen te halen. Afhankelijk van het doel en de actie zijn dit gezamenlijke acties, of uitgevoerd door een stadsdeel of RVE. De gebiedsmonitor laat zien in welke mate de acties hebben bijgedragen aan het behalen van de gewenste doelen. Het betreft een resultaatmeting, waarbij de inspanningen en/of inzet (output) wordt afgezet tegen de bereikte resultaten (outcome). De monitor heeft hiermee een raakvlak met het gebiedsgericht begroten. Gebiedsanalyses 2015 Om gebiedsgericht te kunnen werken is het van belang de opgave van de verschillende gebieden in de stad goed in beeld te krijgen. Dat gebeurt door in te zoomen op een zeer laag schaalniveau ( wat is er nu precies aan de hand op een specifiek plein/straat of huizenblok? ). En dat gebeurt door uit te zoomen naar een hoog schaalniveau (stad, regio) om te zien welke positie een gebied inneemt in het geheel. In de afzonderlijke gebiedsanalyses ligt het accent op het lage schaalniveau, in deze rapportage wordt ingegaan op het hogere schaalniveau. De gebiedsanalyses vormen één van de bouwstenen om te komen tot een gebiedsagenda. De analyses leveren een objectieve foto van de toestand van de gebieden en de stad. 4

5 Gebiedsanalyse 2015 Voor het gebiedsgericht werken wordt een gebiedsindeling gehanteerd met 22 gebieden. De indeling biedt een schaalniveau dat voldoende groot is om complexere vragen in bijvoorbeeld het sociaal domein aan te kunnen (denk aan de omvang van de sociale wijkteams) en klein genoeg om maatwerk te kunnen bieden in de gebieden. Het Basisbestand Gebieden Amsterdam vormt de (kwantitatieve) basis van de gebiedsanalyses. Dit bestand, dat digitaal beschikbaar is via de kaartapplicatie Tableau en als Excelbestand, geeft alle beschikbare indicatoren weer naar verschillende gebiedsindelingen. De komende jaren wordt dit bestand uitgebreid met steeds de nieuwste cijfers. Dit bestand is te vinden op de site van Onderzoek Informatie en Statistiek, bij de online producten of via: In het eerste deel van deze gebiedsanalyses wordt een buurttypologie gepresenteerd. Deze buurttypologie geeft de stand en ontwikkeling weer van de stad weer op het niveau van de buurtcombinaties. In het tweede deel wordt een samenvatting gegeven van de resultaten uit de 22 afzonderlijke gebiedsanalyses, op het niveau van de 22 gebieden. De rapportage eindigt met een toelichting op het Basisbestand Gebieden Amsterdam. 5

6 1 Buurttypologie Ieder deelgebied van de stad heeft een eigen rol in het functioneren van de stad en de regio, bijvoorbeeld als plek waar starters hun eerste woning vinden of waar mensen heen gaan als zij kinderen (willen) krijgen. Hoe beter een stedelijke regio allerlei verschillende groepen mensen kan bedienen, hoe beter deze functioneert. Gebieden veranderen ook: buurten waar bijvoorbeeld voorheen vooral gezinnen woonden, kunnen vergrijzen en daarmee juist aantrekkelijk worden voor ouderen om heen te verhuizen, waarmee het gebied een andere functie inneemt dan voorheen. Bestaande indelingen die een dergelijke benadering kennen zijn de 12 woonmilieus opgesteld door WZS en De buurt als jas van de UvA. Beide proberen vanuit een eigen invalshoek de dynamiek van de stad in beeld te brengen. van de buurtcombinaties. Een buurtcombinatie waar veel alleenstaanden van buiten de stad instromen en waar ook weer veel alleenstaanden vertrekken worden start- of entreebuurten genoemd. Mensen beginnen hier hun wooncarrière in Amsterdam. Een buurt waar bovengemiddeld veel alleenstaanden instromen en bovengemiddeld veel stellen vertrekken worden scharrelbuurten genoemd. Hokbuurten hebben een bovengemiddelde instroom van nieuwe stellen en een bovengemiddelde uitstroom van nieuwe gezinnen. De opvoedbuurten worden gekenmerkt door een bovengemiddelde instroom van jonge en/of nieuwe gezinnen en een bovengemiddelde uitstroom van empty-nesters. Het laatste type dat wordt onderscheiden zijn de vluchtbuurten : buurten met een bovengemiddelde instroom van eenoudergezinnen. Deze typering laat zien dat verschillende delen van de stad in de behoefte voorzien van huishoudens in een verschillende levensfase. De typering geeft (nog) geen inzicht of deze functie verandert door de tijd. In deze typering kan een buurt in meerdere categorieën vallen. Ook zijn er buurten die in geen enkel type vallen. De woonmilieus opgesteld door de (toenmalige) Dienst Wonen zijn gebaseerd op objectieve kenmerken op buurtniveau. 1 Het betreft 17 kenmerken over bewoners en woningen waarmee via een factor- en clusteranalyse de 407 buurten ingedeeld worden in 12 woonmilieus. Door deze analyse periodiek te herhalen komen ook de veranderingen van de buurten in beeld. Het lage schaalniveau van de buurten geeft de variatie aan buurten goed weer, maar heeft beperkingen in de toepasbaarheid om ontwikkeling van buurten weer te geven, veel informatie hierover is niet op dit lage schaalniveau beschikbaar. In de De buurt als Jas wordt gekeken naar de verandering in huishoudensamenstelling bij verhuizing, deze wordt gebruikt als indicator voor de functie die een buurt vervult voor een huishouden. 2 De indeling is op het niveau 1 Bron: Dignum, K. (2009). Transformatie door nieuwbouw Amsterdamse Woonmilieus 2008, Twaalf woonmilieus, Factsheet - september 2009, Dienst Wonen, gemeente Amsterdam. 2 bron: Sako Musterd, Annalies Teernstra, Wouter van Gent, Thea Dukes (2015). De Buurt als Jas, Veranderende Huishoudens, Dynamische Buurten, en de Functie van Woonmilieus, Amsterdam University Press.

7 W oonmilieus Centrum Centrumrand Welgesteld Stedelijk Vergrijsde Tuinstad Verbinding Transitie Dorp Dignum (2009) Nb 1 Amsterdamse Suburb N b2 Transformatie N b3 W ater en Groen N b4 Moderne Stad N b5 Compacte Vernieuwing Musterd, et al. (2015)

8 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek De buurttypologie die hier gepresenteerd wordt, komt voort uit de 22 gebiedsanalyses. De typologie is opgesteld aan de hand van een aantal kenmerken die naar voren zijn gekomen in de gebiedsanalyses. De buurttypologie brengt de dynamiek van de gebieden in Amsterdam in onderlinge samenhang in beeld. Er is gekozen de gebieden te typeren op het niveau van de buurtcombinaties. Dit niveau is laag genoeg om recht te doen aan de variatie aan buurten en hoog genoeg om voldoende gegevens beschikbaar te hebben om toe te kunnen passen in analyses. Alle buurtcombinaties van de stad zijn hierin getypeerd. De buurtcombinaties zijn getypeerd vanuit de fase waarin zij verkeren. Buurtontwikkeling kent een cyclus, waarbij nieuwbouw de start vormt, waarna vervolgens vaak gezinnen instromen, deze kinderen vervolgens weer uitstromen en uiteindelijk treedt vergrijzing op. Daarna start er weer een nieuwe cyclus. Nieuwbouwbuurten zijn in het algemeen vaak aantrekkelijk voor jonge gezinnen en is de buurt vaak redelijk welvarend. Wanneer een buurt aan het einde van een eerste cyclus zijn, is het de vraag welke ontwikkeling daarna volgt. Is de buurt dan in staat weer nieuwe (welvarende) gezinnen aan te trekken, of daalt de buurt in populariteit? Hoe ouder een buurt hoe minder herkenbaar deze cyclus wordt. Andere processen worden dan belangrijker. In de afgelopen decennia heeft gentrification een bepalende rol gespeeld. Door instroom van nieuwe groepen, vaak hoger opgeleiden, zijn de buurten rond het centrum sterk van samenstelling veranderd. Sociaal-economisch zwakkere buurten rond het centrum zijn daarmee gemengder geworden van samenstelling. Hoofddimensies De twee hoofddimensies in deze typering zijn demografie (% gezinnen) en sociaaleconomische status (% minimahuishoudens). De assen snijden elkaar bij een bovengemiddeld aandeel gezinnen en een bovengemiddeld aandeel minimahuishoudens. De waardes daarvan zijn 20,4% stellen met kinderen en/of 10,9% eenoudergezinnen en 23,2% minimahuishoudens en/of een 25,0% minimajongeren. Om tot een leesbaar figuur te komen zijn beide waardes van de gezinnen opgeteld, de waardes van de minima zijn vermenigvuldigd. De buurten met een lagere sociaal-economische status vormen in de figuur één groep, waarbij het onderscheid met het aandeel gezinnen niet direct opvalt. De buurtcombinaties met een sterkere sociaal-economische positie vallen wel in twee groepen uiteen: de gezinsbuurten en de stadsbuurten, buurten waar minder gezinnen wonen. Ruimtelijk vallen de sociaal-economisch zwakkere buurten wel uiteen: de buurtcombinaties met een hoger aandeel gezinnen zijn meer buiten de ring te vinden, de buurten met een lager aandeel gezinnen meer binnen de ring. Op basis van deze hoofddimensies is de indeling verder uitgewerkt. Hierin is gekeken naar kenmerken die de ontwikkeling van een buurt typeren, bijvoorbeeld de bouwperiode van het gebied. Maar ook welke groepen bewoners het gebied aantrekken, zoals het aandeel nieuwe stedelingen. In een enkel geval is daarmee een buurtcombinatie verschoven van dimensie. Gezinsbuurten De sociaal-economische zwakkere gezinsbuurten krijgen de typering aandachtsbuurt. Binnen de sociaal-economisch sterkere gezinsbuurten worden de nieuwe stadsuitbreidingen onderscheiden, de overige buurtcombinaties krijgen de typering gezinsbuurt. Stadsbuurten De sociaal-economische zwakkere stadsbuurten (buurten met een lager aandeel gezinnen) krijgen de typering opkomende stadsbuurt. Binnen de stadsbuurten wordt een onderscheid gemaakt in gemengde stadsbuurten en gegentrificeerde stadsbuurten. De overige buurten krijgen de typering stadsbuurt. Daarnaast zijn er nog een drietal typen die om andere redenen apart worden uitgelicht: de buurten in ontwikkeling waar (nog) weinig gewoond wordt, de vergrijsde woonbuurten waar relatief veel ouderen wonen en de welgestelde woonbuurten die van oudsher een hoge status hebben en daarin weinig dynamisch zijn. In de navolgende paragrafen worden de typen nader toegelicht. 8

9 Gebiedsanalyse 2015 Aandeel minimahuishoudens * minimajongeren laag hoog Dimensies laag aandeel gezinnen, hoog aandeel minima hoog aandeel gezinnen, hoog aandeel minima laag aandeel gezinnen, laag aandeel minima hoog aandeel gezinnen, laag aandeel minima 9

10 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.1 Welgestelde woonbuurten Er zijn er een aantal buurtcombinaties in Amsterdam met een dusdanig hoge status (WOZ-waarde hoger dan 3569), dat deze status niet snel zal veranderen. Ook het hoge aandeel koopwoningbezit (meer dan 36%) draagt er aan bij dat deze buurtcombinaties hun hoge status gemakkelijker vasthouden. Dit zijn voornamelijk buurtcombinaties in Centrum en Zuid: Grachtengordel-West (A02) Grachtengordel-Zuid (A03) Weteringsschans (A07) Museumkwartier (K47) Willemsparkbuurt (K46) Apollobuurt (K49) Vondelbuurt (E22) Waterland (N73) gaan overlappen met een overwegend westerse allochtone of autochtone bevolking. Dit geldt bijvoorbeeld voor de gebieden in Zuid. Dure wijken lijken homogener te worden van samenstelling. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de dynamiek in deze buurten. De buurten worden door de hoge prijzen minder toegankelijk, maar door hun homogene samenstelling ook minder aantrekkelijk voor andere groepen bewoners. De identificatie van groepen mensen lijkt in toenemende mate langs sociaal-culturele lijnen als opleidingsniveau te lopen. Het SCP geeft aan dat dit tot gescheiden belevingswerelden leidt. 3 In enkele gebieden in Amsterdam lijkt dit ook tot gescheiden leefwerelden te leiden. De Grachtengordel en de Weteringschans zijn centrumgebieden met zowel veel winkels als bedrijvigheid. De keerzijde hiervan is de aanwezigheid van criminaliteit, de objectieve veiligheid is benedengemiddeld. De buurt wordt wel hoog gewaardeerd. Veel mensen wonen hier alleen, en gaat het vaak om nieuwe stedelingen. In de Vondelbuurt, Willemspark, Museumkwartier en Apollobuurt wonen meer gezinnen. Deze buurten liggen net buiten het drukke centrumgebied en hebben wat minder bedrijvigheid en winkels. Daartegenover staat de objectieve veiligheid hier wel groot is. Hier neemt het aandeel gezinnen de afgelopen jaren toe. De sociaal-economische positie van de bewoners in al deze buurten is hoog: er is weinig werkloosheid en weinig huishoudens moeten rondkomen van een minimuminkomen. De schoolprestaties zijn goed. Er wonen weinig mensen van niet-westerse herkomst in de buurten en ook eenoudergezinnen komen weinig voor. Een hoge sociaal-economische status van een gebied is de afgelopen jaren vaker gaan samen vallen met een meer homogene bewonerssamenstelling. In een aantal welgestelde gebieden is een hoge WOZ-waarde van de woningen meer 3 Bovens, M. P. Dekker, W. Tiemeijer (2014). Gescheiden werelden? Een verkenning van sociaalculturele tegenstellingen in Nederland., SCP, Den Haag. 10

11 Concentraties van hoge WOZ (rood) en Amsterdammers van autochtone (donkerblauw) en westerse (lichtblauw) herkomst, bron: stadsmonitor/bewerking OIS

12 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Welgestelde woonbuurten (WOZ-waarde van de woningen meer dan 3568,6 per vierkante meter en meer dan 35,8% koopwoningen óf WOZ-waarde van de woningen meer dan 3228,5 per vierkante meter en meer dan 43,0% koopwoningen) Grachten gordel-west Grachten gordel-zuid Wetering schans Vondel buurt Willems park Museum kwartier Apollo buurt Waterland aantal inwoners % 0-17 jaar 10,6 12,1 11,3 16,7 23,1 18,8 22,7 21,6 % ,9 14,0 11,4 16,8 10,8 17,8 17,5 19,1 % niet-westerse Amsterdammers 8,3 9,7 11,2 14,3 10,0 8,3 8,9 4,1 % nieuwe stedelingen 51,0 50,4 50,7 40,0 42,8 39,0 38,7 26,4 aantal huishoudens % stel met kinderen 9,3 10,9 10,0 14,7 24,3 19,1 26,2 31,4 % eenoudergezinnen 3,6 3,8 3,9 6,1 6,7 5,1 5,1 6,8 % alleenwonenden 61,7 59,3 61,0 55,4 43,9 49,7 41,2 29,7 woningvoorraad % corporatiehuur 3,1 5,2 11,3 16,2 10,2 2,6 1,6 4,7 % koopwoningen 42,1 39,7 37,3 42,1 44,7 37,8 48,7 75,4 gemiddelde WOZ-waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 7,1 6,9 7,1 7,0 7,0 7,1 7,2 5,7 aantal winkels per inwoners 37,0 41,1 18,1 13,4 5,7 21,3 9,3 0,9 aantal banen per inwoners geregistreerde werkloosheid 4,4 4,4 6,2 6,5 4,7 4,6 3,3 4,8 % minimahuishoudens % basisschooladvies pro/lwoo 0,0 0,0 3,2 5,3 4,2 1,1 0,0 3,6 % voortijdig schoolverlaters (18-22 jaar) 1,0 0,8 2,9 7,5 2,8 2,6 3,0 9,1 % minimajongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 8,5 8,2 8,4 8,2 8,4 8,5 8,4 8,6 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 7,9 7,5 7,8 7,7 8,0 7,9 7,8 7,5 objectieve veiligheidsindex *

13 Gebiedsanalyse

14 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.2 Nieuwe stadsuitbreidingen Amsterdam kent een aantal stadsuitbreidingsgebieden (meer dan 75% van de woningvoorraad is in de buurten gebouwd na 1980). Een deel daarvan heeft inmiddels de eerste fase doorlopen: de kinderen van de gezinnen gaan of zijn inmiddels het huis uit. Dit geldt voor: De Aker (Middelveldsche Akerpolder/Sloten, F84) Nieuw-Sloten (Sloter-/Riekerpolder, F88) De Eendracht (F79) Gein (T97) De volgende buurten zijn van iets later datum en bevinden zich nog middenin de eerste fase: IJburg West (M35) IJburg Zuid (M51) Oostelijk Havengebied (M33) Centrale Markt (E15) In de stadsuitbreidingsgebieden wonen veel gezinnen. De eerste vier, Gein, De Aker, Nieuw-Sloten en De Eendracht komen in een overgangsfase terecht naar de volgende cyclus. Het aandeel gezinnen daalt hier iets, doordat kinderen het huis uit gaan. Deze wijken zijn in de jaren 80 en 90 gebouwd en hebben daarnaast gemeen dat zij een hoog aandeel eengezins(koop)woningen bevatten. Deze wijken lijken gezinswijken te blijven, maar met een wat zwakkere sociaaleconomische status dan voorheen. Gein is de oudste van deze buurten, gebouwd in de jaren 80. De eerste groep bewoners zijn inmiddels uit de kinderen, en er stromen nieuwe gezinnen de wijk in. Er kopen meer huishoudens van Surinaamse herkomst, het aandeel autochtone bewoners neemt af. De wijk vergrijsd (nog) niet. Deze wijk staat er sociaaleconomisch zwakker voor dan de andere nieuwbouwwijken. De Eendracht en De Aker hebben te maken met veranderingen op het gebied van leefbaarheid. Bewoners vinden de buurt achteruitgaan (rapportcijfers voor verwachte ontwikkeling van 5,8 in De Eendracht en 6,4 in De Aker). Men vindt de omgang tussen bewoners niet goed (5,2 en 6,0) en er is sprake van spanningen (index 107 in beide buurten). Dit kan de buurten negatieve beeldvorming opleveren, waarmee de buurten verder achteruit kunnen gaan. De buurten veranderen van samenstelling, er komen meer huishoudens van Marokkaanse herkomst in de corporatiewoningen en meer Turkse huishoudens kopen een woning. Het aandeel autochtone bewoners neemt af. De verwachting is dat deze ontwikkeling doorzet en dat naast vergrijzing ook verjonging optreedt. In Nieuw-Sloten speelt dit allemaal minder, wel is ook hier de verwachte ontwikkeling van de buurt relatief laag (rapportcijfer 6,8). Voor de vier buurtcombinaties van later datum (IJburg, Oostelijk Havengebied, Centrale Markt) is het nog te vroeg om een beeld te krijgen van de toekomstige ontwikkeling, deze zitten nog middenin en in de start van de cyclus. Sociaaleconomisch staan deze buurten er goed voor en de leefbaarheid is op peil. 14

15 Gebiedsanalyse 2015 Nieuwe stadsuitbreidingen (meer dan 75% van de woningvoorraad is in de buurten gebouwd na 1980) Middel veldsche Akerpolder/ Sloten Sloter- /Rieker polder Eendracht Gein IJburg West IJburg Zuid Oostelijk haven gebied Centrale markt aantal inwoners % 0-17 jaar 23,7 19,6 18,6 19,7 35,4 33,9 22,0 20,4 % ,3 12,9 14,3 10,0 3,3 3,4 6,3 9,3 % niet-westerse Amsterdammers 38,4 26,4 37,9 51,3 35,0 40,1 21,1 26,1 % nieuwe stedelingen 16,6 20,9 11,1 12,4 31,7 30,9 41,0 31,3 aantal huishoudens % stel met kinderen 36,6 31,0 31,2 21,1 38,3 34,5 23,0 21,4 % eenoudergezinnen 9,8 10,4 10,8 17,3 13,9 12,9 10,2 11,5 % alleenwonenden 29,7 32,4 30,4 42,3 31,2 36,6 42,6 47,5 woningvoorraad % corporatiehuur 29,3 20,6 53,5 51,5 31,8 41,1 38,4 50,1 % koopwoningen 54,5 49,9 42,9 38,3 48,5 40,5 38,6 37,8 gemiddelde WOZ-waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 6,9 6,8 5,8 6,0 7,2 7,1 7,2 7,1 aantal winkels per inwoners 0,9 1,4 0,0 0,6 2,5 2,1 2,1 6,7 aantal banen per inwoners (>500 inwoners) geregistreerde werkloosheid 7,6 6,5 9,4 14,3 8,8 9,0 8,7 10,6 % minimahuishoudens % basisschooladvies pro/lwoo 11,4 13,0. 19,4 7,0 15,1 4,3 8,1 % voortijdig schoolverlaters (18-22 jaar) 11,0 10,4 11,8 12,4 12,8 13,8 9,4 10,2 % minimajongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 7,1 7,7 6,8 7,3 7,4 7,4 8,0 7,9 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 6,4 6,8 5,8 6,8 6,9 6,9 7,5 7,7 objectieve veiligheidsindex *

16 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.3 Gezinsbuurten De gezinsbuurten kenmerken zich door een hoog aandeel gezinnen (meer dan 20,4% stellen met kinderen, of meer dan 10,9% eenoudergezinnen, of meer dan 31,3% een- en tweeoudergezinnen samen). Hierbinnen wordt nog apart onderscheid gemaakt naar de aandachtsgebieden, gezinsbuurten die sociaaleconomisch zwak staan. Deze worden beschreven in de volgende paragraaf. De gezinsbuurten zijn van eerder datum dan de nieuwe stadsuitbreidingen en zijn ook nadat de eerste bewoners uit de kinderen waren een gezinsbuurt gebleven. Het gaat om: Oostzanerwerf (N66) Geuzenveld (F78) Osdorp-Midden (F82) De Punt (F83) Slotervaart (F85) Lutkemeer/Ookmeer (F80) Driemond (T98) Middenmeer (M56) Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk (N64) In de meeste gezinsbuurten vraagt de startpositie van jongeren nog wel aandacht: de schoolprestaties zijn hier ondergemiddeld, relatief veel jongeren verlaten de school voortijdig. De verschillen met de aandachtsbuurten zijn hierin niet groot. De leefbaarheid in deze buurten is beter dan in de meeste aandachtsbuurten, maar neemt in tegenstelling tot de leefbaarheid in de aandachtsbuurten niet toe. Hierin worden de verschillen kleiner. Middenmeer en Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk zijn gezinsbuurten waar kinderen in welvaart opgroeien. De buurten zijn net wat minder welvarend dan de welgestelde woonbuurten, maar lijken daar in veel opzichten wel op. De schoolprestaties zijn goed en er is weinig armoede en werkloosheid. Het aandeel gezinnen in de stad groeit. Deels vindt deze groei plaats door toevoeging van nieuwbouw zoals IJburg. In de gezinsbuurten van eerder datum is er echter geen of nauwelijks groei. In sommige gevallen (Gein, De Aker) neemt het aandeel gezinnen juist af. De groei van gezinnen is vooral in de meer centrale delen van de stad: Zuid, Rivierenbuurt en Middenmeer. Hier ontstaan nieuwe gezinsbuurten. Terwijl voorheen gezinnen in Amsterdam vaak van niet-westerse herkomst waren, zit de groei van het aantal gezinnen in de stad in de laatste jaren juist bij de gezinnen van autochtone herkomst. 16

17 Gebiedsanalyse 2015 Concentraties van gezinnen in 2004 (blauw) en 2014 (rood omrand) Concentraties van 0-11 jarige autochtone kinderen, 2004 (blauw) en 2014 (rood omrand) bron: Stadsmonitor/bewerking OIS 17

18 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Gezinsbuurten (meer dan 20,4% stellen met kinderen, of meer dan 10,9% eenoudergezinnen) Oostzanerw erf Geuzen veld Osdorpmidden De Punt Sloter vaart Lutkemeer /Ookmeer Driemond Midden meer Nieuwen dammer dijk /Buiksloter dijk aantal inwoners % 0-17 jaar 22,0 25,1 25,0 20,6 21,6 18,2 22,0 20,9 28,0 % ,1 10,9 11,4 15,7 16,0 13,4 16,4 10,5 13,8 % niet-westerse Amsterdammers 28,7 63,0 63,2 48,7 48,3 10,8 8,8 12,3 4,2 % nieuwe stedelingen 16,0 11,7 13,1 15,6 19,1 20,7 22,3 41,1 31,1 aantal huishoudens % stel met kinderen 27,8 27,8 25,5 22,3 20,5 29,1 32,7 22,4 41,5 % eenoudergezinnen 12,1 10,8 10,3 8,2 10,4 11,1 9,4 7,1 5,6 % alleenwonenden 36,9 40,6 44,2 48,4 47,3 30,2 28,8 47,6 24,8 woningvoorraad % corporatiehuur 53, ,9 47,7 57, ,8 0,2 % koopwoningen 41,8 19,3 25,2 37,5 25,6 58,6 49,4 44,2 85,5 gemiddelde WOZ-waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 5,9 6,0 6,3 6,5 6,4. 5,5 7,3 6,9 aantal winkels per inwoners 1,5 2,0 2,2 2,7 3,0 2,4 0,7 4,2 1,8 aantal banen per inwoners geregistreerde werkloosheid 11,1 12,7 12,4 13,9 11,8 7,2 7,5 5,9 6,2 % minimahuishoudens % basisschooladvies pro/lwoo 25,8 22,7 22,6 10,3 16,5.. 5,1 0,0 % voortijdig schoolverlaters (18-22 jaar) 12,5 14,1 13,5 16,2 8,2 21,5 11,6 3,6 6,9 % minimajongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 7,0 6,2 6,5 6,8 7,0. 7,5 8,1 8,4 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 6,1 6,0 6,1 6,4 6,4. 6,7 7,8 7,9 objectieve veiligheidsindex *

19 Gebiedsanalyse

20 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.4 Aandachtsgebieden De aandachtsgebieden kenmerken zich door een hoog aandeel gezinnen en relatief veel armoede. Kinderen die hier opgroeien krijgen hebben vaker met achterstanden te maken. Zij zijn daarmee meer dan in andere buurten afhankelijk van de voorzieningen die een buurt biedt om een goede start te maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om goed onderwijs, en een aanbod aan naschoolse activiteiten. De buurten die in deze groep vallen zijn: De Kolenkit (E39) Slotermeer Noordoost (F76) Slotermeer Zuidwest (F77) Overtoomse Veld (F86) Volewijck (N60) IJplein/Vogelbuurt (N61) Nieuwendam-Noord (N68) Banne Buiksloot (N70) Bijlmer Centrum (T93) Bijlmer Oost (T94) Holendrecht/Reigersbos (T96) Deze buurten, uitgezonderd Banne Buiksloot, Overtoomse Veld en Bijlmer-Oost, vielen in de periode allen onder de Focusaanpak. Hiermee was extra geld beschikbaar om de leefbaarheid in de buurt en de sociaal-economische positie van bewoners te verbeteren. De focusaanpak is inmiddels verlengd en loopt nog door in Uit de monitoring van de focusgebieden blijkt dat de problematiek in deze buurten weerbarstig is. Bewoners merken dat er meer wordt geïnvesteerd in de buurt, maar dit vertaalt zich nog niet direct in een toename van de leefbaarheid of de sociaal-economische positie van de bewoners. Met name het schoonhouden van de openbare ruimte en de criminaliteit in de buurt blijven aandachtspunten. Daar waar grote ingrepen worden gedaan (bijv. het opknappen van de Van der Pekstraat in Volewijck of de vernieuwing rond het winkelcentrum van Holendrecht) zijn bewoners positiever over de ontwikkelingen in hun buurt. In deze aandachtsbuurten wonen veel mensen van niet-westerse herkomst en weinig nieuwe stedelingen. Op veel punten hebben deze buurten met achterstanden te maken: de sociaal-economische positie is zwak, de schoolprestaties ondergemiddeld. Bewoners zijn weinig tevreden over hun buurt en het onderhoud van de openbare ruimte. De leefbaarheid is in deze buurten wel verbeterd, met name in De Kolenkit, Overtoomse Veld en de Bijlmer was de ontwikkeling hierin groot: van (ruime) onvoldoendes voor de waardering van de buurt in 2001 naar de huidige krappe (De Kolenkit, Overtoomse Veld) en ruime (Bijlmer, Volewijck, IJplein/Vogelbuurt) voldoendes. In de andere buurten was de leefbaarheid groter en deze is niet (sterk) achteruit gegaan in de afgelopen tien jaar. De verschillen in welvaart nemen toe in de stad. Tegelijkertijd vallen sociaaleconomische achterstanden steeds vaker samen met een meer etnisch homogene samenstelling van de bevolking. Bij de welgestelde woonbuurten is al genoemd dat dit voor sociaal-economisch welvarende gebieden geldt. Dit is echter ook te zien bij de sociaal-economisch zwakkere buurten. In Geuzenveld/Slotermeer zijn de gebieden met een lage WOZ-waarde meer gaan overlappen met een bewonerssamenstelling met overwegend Marokkaanse Amsterdammers. In de Bijlmer is hetzelfde proces te zien met een bewonerssamenstelling van overwegend Amsterdammers van overig niet-westerse herkomst (bijv. Ghanees). De sociaal-economisch zwakkere plekken binnen buurten blijken meer dan voorheen één specifieke groep bewoners te bedienen. Dit kan gevolgen hebben voor de dynamiek van deze buurten wanneer deze buurten minder aantrekkelijk worden voor een diverse groepen bewoners. Tegelijkertijd is er ook een toenemende concentratie van armoede te zien. Van Gent et al.(2014, blz. 56) concluderen: Er komen steeds meer minima in gebieden wonen waar ook al veel minima woonden 4 4 Gent, Van, W., M. Musterd, E. Veldhuizen (2014). De ongedeelde stad onder druk, De veranderende geografie van armoede in Amsterdam, , In L. Michon, J. Slot (red.) Armoede in Amsterdam, een stadsbrede aanpak van hardnekkige armoede, Bureau Onderzoek en Statistiek, gemeente Amsterdam. 20

21 Tevredenheid over de buurt (totaaloordeel), ,0 rapportcijfer 6,0 4,0 2,0 0,0 De Kolen kit Sloter meer Noord west Sloter meer Zuidwest Over toomse Veld Vole wijck IJplein/ Vogel buurt Banne Buiksloot Nieuw endam- Noord Bijlmer- Centrum Bijlmer- Oost Holen drecht/ Reigers bos bron: WZS/Wonen in Amsterdam

22 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Concentraties van lage WOZ en Marokkaanse Amsterdammers, Concentraties van lage WOZ en Amsterdammers van overige niet-westerse herkomst,

23 Gebiedsanalyse 2015 Aandachtsgebieden (gezinsbuurten met meer dan 23,2% minimahuishoudens of meer dan 25,0% minimajongeren) De Kolenkit Sloter meernoord oost Sloter meer-zuid west Over toomse Veld Vole wijck IJplein/ Vogel buurt Nieuwen damnoord Banne Buik sloot aantal inwoners % 0-17 jaar 22,4 23,4 22,8 22,3 19,2 19,4 27,1 24,8 22,2 22,6 22,4 % 65+ 7,7 9,6 11,9 9,0 12,0 10,0 12,8 15,8 6,0 10,6 13,6 % niet-westerse Amsterdammers 63,7 64,5 61,6 59,8 39,4 47,1 58,6 49,7 74,5 69,8 61,3 % nieuwe stedelingen 22,7 13,6 13,4 25,6 21,5 22,5 11,5 11,8 13,8 10,9 8,6 aantal huishoudens % stel met kinderen 20,5 22,8 21,7 22,3 16,3 15,7 24,2 24,4 12,6 16,5 15,8 % eenoudergezinnen 8,8 10,8 10,1 7,8 12,4 12,0 15,5 12,4 18,1 17,4 20,3 % alleenwonenden 50,8 47,3 50,5 49,4 50,9 54,0 41,4 42,3 55,0 49,7 46,4 woningvoorraad % corporatiehuur 76,9 67,9 75,1 53,4 85,8 76,5 65,2 68,8 71,2 58,7 69,9 % koopwoningen 16,9 26,2 19,1 17,6 9,6 17,4 29,4 25,9 22,5 30,4 23,4 gemiddelde WOZ-waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 6,3 6,1 5,8 5,7 5,7 6,1 5,9 5,8 6,5 6,6 6,6 aantal winkels per inwoners 1,0 7,8 1,9 1,2 3,9 1,8 1,9 1,7 5,7 1,6 2,2 aantal banen per inwoners geregistreerde werkloosheid 12,7 16,2 15,8 10,7 18,2 17,2 14,6 15,4 18,6 18,3 18,5 % minimahuishoudens % basisschooladvies pro/lwoo 22,0 19,8 20,2 17,2 23,5 25,3 31,8 18,2 26,8 25,4 24,0 % voortijdig schoolverlaters (18-22 jaar) 9,1 13,9 12,6 9,6 14,0 16,3 13,5 16,5 9,6 13,6 14,1 % minimajongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 6,4 6,5 6,3 6,2 6,9 6,8 6,7 6,6 6,8 7,2 6,9 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 6,7 6,0 5,9 6,5 6,9 7,0 6,6 6,2 6,6 6,9 6,3 objectieve veiligheidsindex * Bijlmer centrum (d,f,h) Bijlmer oost (e,g,k) Holen drecht / Reigers bos 23

24 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.5 Ontwikkeling positie gezinsbuurten Onderstaande figuren geven de positie van de welgestelde woonbuurten en de gezinsbuurten (inclusief nieuwe uitbreidingen) weer in 2005 en 2014 op de dimensies leefbaarheid en huishoudensamenstelling. De welgestelde woonbuurten scoorden in 2005 hoog op leefbaarheid en dit is in 2014 zo gebleven. Wel is het aandeel gezinnen in deze buurten toegenomen. Hiermee is er een relatief nieuw woonmilieu ontstaan in de stad: gezinsbuurten met een hoog welvaartsniveau. De welgestelde woonbuurten clusteren in termen van leefbaarheid de afgelopen jaren meer samen met vier gezinsbuurten, namelijk Middenmeer, Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk, Centrale Markt en Oostelijk Havengebied. De aandachtsbuurten, waar relatief veel armoede is, hadden in 2005 ook een lage leefbaarheid. Dit is iets verbeterd in In de overige gezinsbuurten bleef de leefbaarheid gelijk, waarmee hierin geen verschil meer is tussen de aandachtsbuurten en gezinsbuurten. Ook in de meeste nieuwe uitbreidingsgebieden nam de leefbaarheid niet toe. 24

25 Gebiedsanalyse 2015 Positie gezinsbuurten in 2005 Positie gezinsbuurten in

26 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.6 Stadsbuurten De buurten waar niet veel gezinnen wonen, worden hier stadsbuurten genoemd. Er wordt hierbinnen nog onderscheid gemaakt naar opkomende stadsbuurten, gemengde stadsbuurten en gegentrificeerde stadsbuurten. Deze worden in de volgende paragrafen beschreven. De (overige) stadsbuurten zijn: Haarlemmerbuurt (A05) Jordaan (A06) Staatsliedenbuurt (E14) Frederik/Hendrikbuurt (E16) Nieuwmarkt/Lastage (A04) Weesperbuurt/Plantagebuurt (A08) Deze buurten hebben een wat lager aandeel nieuwe stedelingen dan de gegentrificeerde buurten, wat meer ouderen en een wat hoger aandeel corporatiehuur. Ook in deze buurten is de koopvoorraad gegroeid (behalve in de Nieuwmarktbuurt), maar de corporatiehuur houdt deze buurten toegankelijk voor lagere inkomens. Sociaal-economisch staan deze buurten er gemiddeld tot goed voor. Daarin verschillen zij niet van de gegentrificeerde buurten. 26

27 Gebiedsanalyse 2015 (overige) stadsbuurten Nieuw markt /Lastage Haarlem merbuurt Jordaan Weesper buurt/ Plantage Staats lieden buurt Frederik Hendrik buurt Rijnbuurt aantal inwoners % 0-17 jaar 10,3 14,0 10,8 10,3 14,9 12,5 12,8 % ,3 12,8 13,6 15,4 7,7 9,5 13,2 % niet-westerse Amsterdammers 13,1 15,8 11,9 14,9 24,8 20,9 19,3 % nieuwe stedelingen 44,1 41,5 44,8 45,7 44,7 45,8 43,5 aantal huishoudens % stel met kinderen 8,2 11,9 7,9 8,6 11,7 10,2 9,8 % eenoudergezinnen 5,9 6,9 6,0 4,8 7,4 6,3 8,2 % alleenwonenden 64,0 60,1 66,5 65,0 61,9 63,3 59,7 woningvoorraad % corporatiehuur 38 42,4 37,7 29,2 50,2 40,2 42 % koopwoningen 28,6 27,4 25,8 32,4 29,8 28,1 17,3 gemiddelde WOZ -waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 6,9 7,3 7,0 7,2 6,7 6,7 6,8 aantal winkels per inwoners 12,1 16,6 13,7 2,6 3,0 3,6 4,3 aantal banen per inwoners geregistreerde werkloosheid 9,1 9,7 10,6 11,7 13,3 12,0 12,3 % minima huishoudens % basisschool advies pro/lwoo 2,6 3,6 6,5 2,4 8,2 6,1 21,7 % voortijdig schoolverlaters (18-22 jaar) 3,8 9,6 5,3 3,4 9,4 8,2 5,8 % minima jongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 8,2 8,3 8,3 8,1 7,9 8,0 7,8 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 7,5 7,9 7,6 7,5 7,8 7,7 7,1 objectieve veiligheidsindex *

28 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.7 Opkomende stadsbuurten Opkomende stadsbuurten kennen nog veel armoede (meer dan 23% is een minimahuishouden), en maken een sterke ontwikkeling door. De leefbaarheid neemt sterk toe in deze buurten, tegelijkertijd blijft de sociaal-economische positie nog wel zwak. Deze buurten zijn in trek bij studenten en pas afgestudeerden. Een grote corporatiesector houdt deze buurten vaak nog toegankelijk voor lagere inkomensgroepen, waarmee de gentrification wordt afgeremd. De buurten die hier onder vallen zijn: Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt (E13) Van Lennepbuurt (E19) Van Galenbuurt (E41) Hoofdweg e.o. (E42) Diamantbuurt (K26) Dapperbuurt (M29) Transvaalbuurt (M30) Indische buurt West (M31) Indische buurt Oost (M32) Deze stadsbuurten hebben een grote huursector, ongeveer 80% van de woningen is een huurwoning. De sociale huurvoorraad (corporatie en particulier) is in al deze buurten groter dan 60%. Hiermee zijn deze buurten toegankelijk gebleven voor lage inkomens en is er daarmee relatief veel armoede. In de meeste buurten gaat het om corporatiehuur. In de Van Lennepbuurt, Van Galenbuurt en Hoofdweg e.o. is de particuliere huursector relatief groot (25%-39% van de woningvoorraad). De woningen zijn veelal klein, waarmee ze vaak wel in de sociale huursector vallen. Met de voortgaande liberalisering van de huurmarkt is het de vraag of dit in de toekomst zo blijft. Het is waarschijnlijk dat een deel van deze goedkope huurwoningen naar de vrije sector zullen worden gebracht bij nieuwe verhuur. In de meeste buurten is de samenstelling van de bewoners divers: er wonen zowel mensen met een migratie-achtergrond uit een niet-westers land, als nieuwe stedelingen. Naast alleenstaanden wonen er ook stellen met en zonder kinderen. Er zijn een aantal buurten die binnen dit type sociaal-economische zwakker staan: de Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt en Van Galenbuurt. Hier is meer werkloosheid en de jongeren die in deze buurten opgroeien hebben vaak te maken met achterstanden. Zij krijgen relatief vaak een laag schooladvies van de basisschool en verlaten vaker voortijdig de school. De buurt wordt in dit type niet altijd even hoog gewaardeerd, maar men is wel vaak positiever over de toekomstige ontwikkeling van de buurt. De waardering is dan ook sterk gestegen in de afgelopen 10 jaar in deze buurten. Voor de Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt, de Transvaalbuurt, en de Indische buurt ging het rapportcijfer voor de buurt met meer dan een punt omhoog. In de overige buurten was er een stijging van een halve tot een hele punt. 28

29 Gebiedsanalyse 2015 Opkomende stadsbuurten (meer dan 23,2% minimahuishoudens) Spaarn dammeren Zeehelden buurt Van Lennep buurt Van Galenbuurt Hoofd-weg e.o. Diamant buurt Dapper buurt Trans-vaal buurt Indische buurt west aantal inwoners % 0-17 jaar 15,4 12,0 14,1 16,3 14,6 15,6 17,7 16,9 19,5 % ,4 11,1 7,0 8,6 13,0 10,6 8,6 7,5 11,1 % niet-westerse Amsterdammers 31,6 30,2 44,8 38,4 34,6 41,4 46,5 48,4 54,5 % nieuwe stedelingen 35,2 40,6 35,7 38,2 31,8 32,1 31,3 34,6 23,4 aantal huishoudens % stel met kinderen 12,2 9,1 8,6 12,7 12,0 12,7 15,3 14,8 17,8 % eenoudergezinnen 9,5 6,7 7,6 8,1 10,9 8,8 10,1 7,8 9,5 % alleenwonenden 59,5 66,4 66,9 58,4 57,5 59,4 53,8 56,4 53,1 woningvoorraad % corporatiehuur 67,9 55,3 51,2 41,6 74,6 64,8 64,4 59,8 70 % koopwoningen 19,3 20,7 21,3 20, , ,2 18,5 gemiddelde WOZ-waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 6,7 6,7 6,4 6,4 6,6 6,5 6,3 6,4 6,2 aantal winkels per inwoners 3,4 14,1 5,2 6,8 2,9 12,6 3,6 5,7 2,3 aantal banen per inwoners geregistreerde werkloosheid 16,6 14,2 26,0 12,7 16,3 14,4 14,3 12,7 14,6 % minimahuishoudens % basisschooladvies pro/lwoo 27,9 14,3 23,7 14,7 14,9 17,0 14,3 18,8 17,8 % voortijdig schoolverlaters (18-22 jaar) 13,3 9,0 21,4 10,4 9,5 13,2 9,7 10,2 10,9 % minimajongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 7,5 7,7 6,8 6,9 7,6 7,4 7,0 7,3 6,7 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 7,7 7,4 7,1 7,0 6,8 7,2 7,3 7,5 7,2 Indische buurt oost objectieve veiligheidsindex *

30 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.8 Gemengde stadsbuurten Gemengde stadsbuurten staan er net wat beter voor dan de opkomende stadsbuurten, en hebben een bewonerssamenstelling waar geen groepen overheersen (aandeel gezinnen tussen de 19% en 29% en/of aandeel bewoners van niet-westerse herkomst tussen de 26% en 44%): Oostelijke eilanden (A09) Oosterparkbuurt (M28) Frankendael (M55) IJselbuurt (K53) Stadionbuurt (K48) Westlandgracht (F87) De Krommert (E40) Landlust (E37) De gemengde stadsbuurten bevinden zich tussen verschillende categorieën in: er is niet veel armoede, maar de buurt trekt ook niet heel veel nieuwe stedelingen. Voor een deel van deze buurten zal het om een overgangsfase gaan, deze waren arm en raken meer in trek bij hoger opgeleiden. Een uitbreiding van de koopsector heeft deze buurten vaak meer toegankelijk gemaakt voor hoger opgeleiden. Dit is bijvoorbeeld bij Landlust, De Krommert en de Oosterparkbuurt het geval. Zowel in leefbaarheid als in sociaal-economische status is er verbetering in deze buurten, maar in een langzaam tempo. 30

31 Gebiedsanalyse 2015 Gemengde stadsbuurten (aandeel Amsterdammers van niet-westerse herkomst tussen 25,9% en 43,7% en/of aandeel één- en tweeoudergezinnen tussen 19,3% en 31,3%). Oostelijke Landlust De Krommert Westland gracht Stadion buurt IJselbuurt eilanden/ Kadijken Ooster parkbuurt Franken dael aantal inwoners % 0-17 jaar 18,6 16,3 18,1 15,1 13,9 14,3 14,3 14,8 % 65+ 7,5 7,7 9,0 14,2 11,7 11,1 9,1 15,2 % niet-westerse Amsterdammers 47,2 28,0 38,3 21,9 19,6 24,3 35,7 24,2 % nieuwe stedelingen 33,0 45,4 36,7 38,9 43,4 37,3 38,5 33,8 aantal huishoudens % stel met kinderen 17,0 15,0 17,4 13,1 11,3 12,7 12,2 13,3 % eenoudergezinnen 8,3 7,7 7,1 9,7 8,1 8,1 7,9 7,7 % alleenwonenden 53,1 52,3 49,3 56,1 57,9 59,6 59,1 58,4 woningvoorraad % corporatiehuur 49,8 31,6 39,1 54,2 45,8 60, ,6 % koopwoningen 23,9 29,3 24,9 13, ,2 23,5 16,5 gemiddelde WOZ-waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 6,6 6,7 6,6 6,9 6,7 6,9 6,5 6,8 aantal winkels per inwoners 4,1 5,1 1,5 2,8 5,6 1,9 5,8 2,5 aantal banen per inwoners geregistreerde werkloosheid 13,4 10,1 9,0 11,2 12,1 13,3 12,7 11,8 % minimahuishoudens % basisschooladvies pro/lwoo 20,4 25,9 14,3 15,6 15,4 9,9 16,9 12,9 % voortijdig schoolverlaters (18-22 jaar) 11,3 8,3 8,3 7,1 7,2 8,4 7,0 7,1 % minimajongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 6,8 7,2 6,7 7,8 7,8 7,8 7,3 7,8 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 7,0 7,5 6,6 7,4 7,2 7,6 7,3 7,1 objectieve veiligheidsindex *

32 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.9 Gegentrificeerde stadsbuurten In de gentrificeerde stadsbuurten is wel sprake van een dominante groep bewoners: meer dan 46% is hier een nieuwe stedeling: Burgwallen-Oude zijde (A00) Burgwallen-Nieuwe zijde (A01) Da Costakade (E17) Kinkerbuurt (E18) Helmersbuurt (E20) Overtoomse Sluis (E21) Erasmuspark (E38) Westindische buurt (E43) Schinkelbuurt (K45) Hoofddorppleinbuurt (K44) Oude Pijp (K24) Nieuwe Pijp (K25) Duivelseiland (K50) Scheldebuurt (K52) Weesperzijde.(M27) Vaak zijn dit ook buurten met veel alleenstaanden, weinig ouderen en weinig corporatiehuur. De meeste buurten scoren dan ook gemiddeld tot gunstig op de sociaal-economische kenmerken. De woningvoorraad is in deze buurten, met uitzondering van de Burgwallen, sterk veranderd: meer koopwoningen, minder huur. Het zijn vooral particuliere huurwoningen die hier verkocht zijn. De leefbaarheid is in deze buurten sterk verbeterd en komen daarmee richting het niveau van de welgestelde woonbuurten. In inkomen is er nog wel een verschil, dit ligt lager en is minder toegenomen dan de welgestelde woonbuurten. 32

33 Gebiedsanalyse 2015 Gegentrificeerde stadsbuurten (meer dan 46,2% nieuwe stedelingen) Burg Burg wallen- wallen- Oude Nieu we Zijde Zijde Oude Pijp Nieu we Pijp Wees per zijde aantal inwoners % 0-17 jaar 7,3 6,0 10,9 10,6 14,8 12,6 16,2 15,4 13,0 13,2 14,3 11,9 11,7 11,1 16,1 % 65+ 7,6 6,7 7,2 10,3 8,0 7,5 13,9 8,6 7,6 8,5 9,2 8,2 10,5 6,7 7,1 % niet-westerse Amsterdammers 14,9 17,7 17,1 20,3 17,4 9,7 10,3 11,7 12,0 19,9 13,2 16,4 14,2 25,1 31,1 % nieuwe stedelingen 57,8 60,3 54,0 50,6 49,7 59,8 46,7 50,9 55,3 51,2 51,5 52,3 51,1 48,9 47,1 aantal huishoudens % stel met kinderen 4,9 4,3 8,3 8,9 13,7 10,4 16,3 12,7 11,7 12,9 12,7 8,8 10,4 8,3 14,4 % eenouder gezinnen 4,2 2,3 4,9 5,7 5,5 4,8 6,6 6,1 5,6 6,4 6,5 7,6 5,7 6,0 6,3 % alleen wonenden 65,6 67,8 64,7 63,1 57,3 63,4 50,0 58,6 57,6 54,2 56,8 61,3 59,5 66,2 53,4 woningvoorraad % corporatiehuur 14,4 5,6 27,4 33,1 30,8 11,5 18,7 23,4 19,5 20,6 15,2 34,6 22,3 40,1 19,3 % koopwoningen 20,4 20,5 25,6 26, ,4 25,6 35,2 34,6 27,4 35,6 27,6 29,9 22,4 40 gemiddelde WOZ -waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 6,7 6,6 6,1 6,5 6,7 6,9 6,9 7,0 6,8 6,9 6,8 6,4 6,8 6,4 6,8 aantal winkels per inwoners 43,4 124,0 21,5 7,9 2,0 6,8 6,9 6,4 6,3 1,8 6,4 11,0 17,8 14,5 4,8 aantal banen per inwoners geregistreerde werkloosheid 6,9 5,5 9,2 10,1 8,7 6,2 7,1 8,0 8,0 8,7 8,2 10,9 9,0 19,4 9,5 % minima huishoudens % basisschool advies pro/lwoo.. 13,6 13,2 7,0. 3,3 5,5 8,9 8,8 6,5. 20,0 17,2 14,7 % voortijdig schoolverlaters (18-22 jaar) 2,1 4,0 5,1 6,5 9,1 4,8 3,9 4,5 7,3 5,8 7,1 10,6 3,8 8,7 7,1 % minima jongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 7,6 7,2 7,8 7,8 7,9 8,1 8,2 8,2 8,1 7,7 8,0 7,9 8,0 7,9 7,2 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 7,0 6,7 7,2 7,4 7,7 7,6 7,7 7,9 7,7 7,6 7,7 7,1 7,6 7,9 7,6 objectieve veiligheidsindex * Dui vels eiland Schel de buurt Hel mers buurt Over toom se sluis West in dische buurt Hoofddo rp plein buurt Schin kel buurt Da Costa buurt Kinker buurt Eras mus park 33

34 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.10 Ontwikkeling positie stadsbuurten Onderstaande figuren geven de positie van de stadsbuurten weer in 2005 en 2014 op de dimensies leefbaarheid en huishoudensamenstelling. Alle stadsbuurten zijn er in leefbaarheid op vooruit gegaan: de waardering voor de buurt en/of de verwachting over de toekomst is er positiever geworden. Daarmee zijn ook de verschillen in leefbaarheid tussen de verschillende stadsbuurten kleiner geworden. Het aandeel gezinnen is in deze buurtcombinaties, per definitie, laag. In een aantal opkomende stadsbuurten is het aandeel gezinnen gedaald sinds In een aantal gemengde en gegentrificeerde buurtcombinaties is dit aandeel juist iets toegenomen. 34

35 Gebiedsanalyse 2015 Positie stadsbuurten, 2005 Positie stadsbuurten,

36 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.11 Vergrijsde buurten Amsterdam telt een aantal vergrijsde buurten (meer dan 17% van de bewoners is hier ouder dan 65 jaar). Hier komen woningen vrij door overlijden of verhuizingen naar meer passende huisvesting. Het gaat om de tuindorpen in Amsterdam: Betondorp (M57) Tuindorp Nieuwendam (N62) Tuindorp Buiksloot (N63) Tuindorp Oostzaan (N65) Om naoorlogse uitbreidingen: Osdorp-Oost (F81) Buitenveldert West (K90) Buitenveldert Oost (K91) Station Zuid WTC e.o.(k59) Nellestein (T95) Buikslotermeer (N69) En om: Kadoelen (N67) In de meeste vergrijsde woonbuurten wonen ook veel gezinnen. In Tuindorp Buiksloot, Tuindorp Oostzaan, Buikslotermeer, Osdorp-Oost en Nellestein is de verwachting dat dit toe zal nemen: de prognose is dat het aandeel 0-17 jarigen hier toe zal nemen met 2 á 3 procentpunten. Deze buurten verjongen waarna het weer meer gezinsbuurten worden. In Tuindorp Nieuwendam, Kadoelen en Waterland is de verwachting dat de vergrijzing nog doorloopt: het aandeel 65-plussers neemt hier nog met 2 á 3 procentpunten toe tot In Betondorp en in Buitenveldert/Zuidas wonen weinig gezinnen. Hier is de prognose voor 2025 dat het aandeel ouderen hoog blijft en er weinig verjonging optreedt. De nieuwbouw op de Zuidas zorgt wel voor bevolkingsgroei, waarmee vooral 30-ers en 40-ers zullen toenemen. Voor deze buurten geldt dat er ook relatief veel instroom is van oudere bewoners, waarmee het aandeel ouderen hoog blijft. De vergrijsde woonbuurten verschillen in positie ten opzichte van het Amsterdams gemiddelde. De Tuindorpen (inclusief Betondorp) hebben een ongunstige positie op sociaal-economische gebied en op het gebied van leefbaarheid en openbare ruimte. De waarde van de woningen en de bedrijvigheid liggen op het stedelijk gemiddelde. In de na-oorlogse uitbreidingen Osdorp-Oost, Buikslotermeer en in mindere mate Nellestein geldt dit ook. De buurten van Buitenveldert/Zuidas, Kadoelen en Waterland zijn sociaaleconomisch sterk en ook de leefbaarheid is op peil. 36

37 Gebiedsanalyse 2015 Vergrijsde woonbuurten (meer dan 17,14% 65-plussers) Beton-dorp Tuin-dorp Buik-sloot Tuin-dorp Oost-zaan Tuin-dorp Nieuwendam Osdorpoost Buikslo-ter meer Nel-lestein Station Zuid/-WTC e.o. Buiten veldertwest Buiten veldert-oost Ka-doelen aantal inwoners % 0-17 jaar 13,5 15,9 16,5 19,5 18,0 20,6 14,4 19,1 13,9 12,1 19,6 % ,9 24,6 18,8 18,0 21,1 20,9 19,6 23,5 25,1 32,1 17,7 % niet-westerse Amsterdammers 23,6 12,3 16,8 23,7 46,6 42,4 30,6 14,2 20,3 20,9 13,7 % nieuwe stedelingen 21,6 19,5 16,5 16,8 14,7 16,8 26,3 31,3 30,5 25,7 20,3 aantal huishoudens % stel met kinderen 8,7 16,6 16,9 22,1 16,7 17,8 10,8 18,4 13,8 11,7 30,7 % eenoudergezinnen 9,7 11,1 14,9 11,2 8,1 10,8 8,7 4,2 5,7 6,2 8,7 % alleenwonenden 60,5 47,2 42,6 43,5 52,7 50,3 57,6 53,1 56,5 57,4 29,4 woningvoorraad % corporatiehuur 86,6 83,3 86,8 71,2 61,9 62,5 20,8 0 30,3 32,2 37,2 % koopwoningen 11,1 13,7 12,3 25,7 26,3 30, ,9 35,6 34,8 55,5 gemiddelde WOZ-waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 6,4 5,7 5,3 5,7 6,5 5,9 7,1 7,5 7,0 6,9 6,6 aantal winkels per inwoners 2,5 4,9 3,2 2,0 9,7 7,8 1,0 9,1 7,4 0,7 0,0 aantal banen per inwoners (>500 inwoners) geregistreerde werkloosheid 17,2 13,7 15,2 13,3 12,5 13,8 10,1 4,1 7,0 8,9 6,9 % minimahuishoudens % basisschooladvies pro/lwoo. 14,8. 15,6 19,2 19,9 5,3. 5,7 7,3 8,0 % voortijdig schoolverlaters (18-22 jr) 13,4 19,7 16,5 15,3 12,2 8,9 11,9 3,8 6,9 8,4 8,4 % minimajongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 7,6 7,4 7,0 7,3 6,8 6,8 7,6 8,3 7,9 7,9 7,7 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 6,7 6,9 6,5 6,7 6,3 6,4 6,5 7,2 7,3 7,0 7,1 objectieve veiligheidsindex *

38 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.12 In ontwikkeling en bedrijventerreinen Hoewel de kredietcrisis een grote rem heeft gezet op de nieuwbouw in de stad, is dit niet volledig stil komen te liggen. Inmiddels is de nieuwbouw weer aangetrokken en wordt er op verschillende plekken (weer) gebouwd. Er zijn vier buurtcombinaties aan te wijzen waar de komende jaren grote veranderingen te verwachten zijn: De Omval (M58) Buiksloterham (N71) Houthavens (E12) Eiland Zeeburg (Zeeburgereiland/Nieuwe Diep, M34) In alle vier de ontwikkelingsgebieden is tijdelijke studentenhuisvesting geplaatst. In de Houthavens verdwijnt de studentenhuisvesting om plaats te maken voor woningbouw. De studentenhuisvesting zorgt voor een atypische bevolkingsopbouw: veel alleenwonenden en veel nieuwe stedelingen. In de ontwikkelingsgebieden zijn bewoners vaak nog weinig positief over de buurt en ook het onderhoud van de openbare ruimte wordt vaak nog laag beoordeeld. De verwachtingen over de toekomst zijn echter wel positief. De sociaal-economische positie van bewoners is vaak wel gunstig. De ontwikkelingsgebieden zijn vaak voormalige bedrijventerreinen. De bewonerssamenstelling op de bedrijventerreinen lijkt op de samenstelling in de ontwikkelingsgebieden. Ook hier gaat het vaak om alleenwonenden en om nieuwe stedelingen. De bedrijventerreinen zijn: Westelijk Havengebied (B10) Bedrijventerrein Sloterdijk (B11) Amstel III/Bullewijk (T92) Nieuwendammerham (N72) Daarnaast is er nog de buurtcombinatie Sloterdijk (E36) en Spieringhorn (F75), deze omvatten het dorp Sloterdijk en een groengebied. Deze buurtcombinaties zijn vanwege het beperkt aantal bewoners niet meegenomen in de typering. 38

39 Gebiedsanalyse 2015 Gebieden in ontwikkeling, bedrijventerreinen en (andere) gebieden waar weinig mensen wonen (minder dan 500 inwoners). Zeeburger Hout havens eiland/ Nieuwe Diep De Omval Buiksloter ham Nieuwen dammer ham Amstel III/ Bullewijk Westelijk haven gebied Bedrijven terrein Sloterdijk aantal inwoners % 0-17 jaar 5,9 6,0 6,6 12,0 11,2 28,4 6,8 2,1 13,7 0,0 % 65+ 5,4 2,9 4,9 7,1 16,4 3,3 7,2 4,3 16,7 0,0 % niet-westerse Amsterdammers 15,6 18,1 19,5 19,0 19,0 45,3 5,5 29,9 9,8 0,0 % nieuwe stedelingen 62,3 61,0 59,5 47,7 40,5 30,0 59,3 55,6 36,3 60,0 aantal huishoudens % stel met kinderen 4,4 3,3 5,8 10,9 14,9 8,3 9,5 4,8 17,6 0,0 % eenoudergezinnen 1,6 2,6 1,7 3,7 4,5 0,9 3,2 2,4 2,0 0,0 % alleenwonenden 76,1 77,7 76,2 63,0 55,2 73,1 66,7 70,2 43,1 33,3 woningvoorraad % corporatiehuur 34,1 0 11,2 14, ,8 0 % koopwoningen 49,6 51,9 31,3 41,6 25,8 46,2 11,1 0 31,7 0 Sloterdijk gemiddelde WOZ-waarde per m rapportcijfer onderhoud straten en stoepen 7,1 6,2 5,9 6, aantal winkels per inwoners 0,0 1,2 2,4 28,4 69,0 197,5 8,5 69,5 0,0 0,0 aantal banen per inwoners (>500 inwoners) geregistreerde werkloosheid 4,5 2,7 2,9 6,3 19,0 1,4 13,2 8,0.. % minimahuishoudens % basisschooladvies pro/lwwoo % voortijdig schoolverlaters (18-22 jaar) 0,5 0,0 3,5 3, % minimajongeren rapportcijfer voor de eigen buurt 7,6 5,9 6,2 7, rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 7,7 7,2 6,9 7, objectieve veiligheidsindex * Spiering horn 39

40 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.13 Ontwikkeling positie vergrijsde woonbuurten en buurten in ontwikkeling Onderstaande figuren geven de positie van de stadsbuurten weer in 2005 en 2014 op de dimensies leefbaarheid en huishoudensamenstelling. In een aantal vergrijsde buurten is het aandeel gezinnen gegroeid, deze buurten bewegen weer richting het type gezinsbuurt. Dit zijn vaak buurten met een wat lagere leefbaarheid (het kwadrant rechtsonder in 2014). Aan de andere kant zijn er een aantal buurtcombinaties waar de leefbaarheid verbeterde in de periode en opschoven naar het kwadrant linksboven. De buurtcombinaties in ontwikkeling zijn nog weinig stabiel in leefbaarheid. 40

41 Gebiedsanalyse 2015 Positie van vergrijsde woonbuurten en gebieden in ontwikkeling, 2005 Positie van vergrijsde woonbuurten en gebieden in ontwikkeling,

42 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1.14 Buurttypologie gebiedsanalyses De buurttypologie weerspiegelt dat de stad de afgelopen decennia aantrekkelijker is geworden. Amsterdam trekt meer studenten en hoger opgeleiden aan. De armere buurten dichterbij het centrum, waar eerst veel (migranten)gezinnen woonden, hebben daarmee een instroom gekregen van kleinere huishoudens met een sterkere sociaal-economische positie. Het verkopen van huurwoningen heeft dit proces mede mogelijk gemaakt. Het aandeel gezinnen is hier in eerste instantie afgenomen en de welvaart neemt hier langzaamaan toe. De buurtcombinaties waar dit proces zich voltrokken heeft, worden hier en daar weer aantrekkelijk voor gezinnen met een sterkere sociaal-economische positie. De buurttypen opkomende stadsbuurt gemengde stadsbuurt stadsbuurt gegentrificeerde stadsbuurt vormen de opeenvolgende stappen in dit proces. De gentrificieerde stadsbuurten komen inmiddels dicht bij de welgestelde woonbuurten te liggen in termen van leefbaarheid. In de welgestelde woonbuurten neemt het aandeel gezinnen toe en groeien meer toe naar de gezinsbuurten met een hogere sociaal-economische status als Middenmeer. Hiermee ontstaat een woonmilieu dat tot nog toe schaars was in de stad: stedelijke middenklasse gezinsbuurten. Waar voorheen de gezinnen de stad verlieten, of een woning vonden in de nieuwe wijken aan de randen van de stad, kiezen zij nu vaker voor de stad zelf. Tegelijkertijd is het daarmee de vraag voor welke groepen de oude nieuwbouwbuurten aan de randen van de stad aantrekkelijk zijn. Deze lijken in status te dalen en gezinnen aan te trekken met een modaal inkomen in plaats van hogere inkomens. In Amsterdam zijn er enkele van deze oude nieuwbouwgebieden, maar in de regio is dit type buurt veel te vinden. Voor deze buurten in de regio, bijvoorbeeld in Almere, Purmerend en de Haarlemmermeer, geldt dit evengoed. De overige gezinsbuurten en de aandachtsbuurten hebben beide te maken met een sociaal-economische zwakkere groep bewoners. Met name kinderen die hier opgroeien hebben nog vaak te maken met achterstanden. De positie van de gebieden met een relatief hoog aandeel minima (de aandachtsbuurten) en de andere stadsbuurten is daarin niet heel verschillend. Ook bij de gezinsbuurten zijn er opeenvolgende stappen in de ontwikkeling van de buurten te onderscheiden: nieuwe uitbreidingen gezinsbuurt aandachtsbuurt. Hier loopt de ontwikkeling, in tegenstelling tot de reeks stadsbuurten, van een hogere status naar een lagere status. Deze opeenvolgende gezinsbuurttypen zijn ook weer verbonden met de stadsbuurten, drie buurtcombinaties zitten op de overgang tussen aandachtsbuurt en opkomende stadsbuurt : Volewijck, IJplein/Vogelbuurt en De Kolenkit. De vergrijsde buurten vallen uiteen in twee groepen: buurtcombinaties die aantrekkelijk blijken voor nieuwe ouderen en daarmee in enige mate vergrijsd blijven zoals Buitenveldert en Betondorp en buurtcombinaties die weer gezinnen aantrekken. Dit zijn met name de vergrijsde buurten in Noord. De buurttypologie geeft de ontwikkelingen weer van de buurten, maar dit betreft geen wetmatigheid. Niet alle opkomende stadsbuurten zullen uiteindelijk gentrificeren, net zo min dat alle nieuwe uitbreidingen de toekomstige aandachtsbuurten zijn. Maar deze opeenvolgingen van buurttypen geven tot op heden wel de richting aan van de ontwikkelingen. Gentrification kent bijvoorbeeld verschillende verschijningsvormen. Hochstenbach en Van Gent onderscheiden er drie: verdringing, interne sociale mobiliteit en opvolging door vergrijzing. 5 De mate waarin sprake is van één of meer van deze vormen van gentrification zijn van invloed op de ontwikkeling van een buurt. De woningmarkt heeft een belangrijke invloed in de ontwikkeling van gebieden 6. De corporatiehuurvoorraad drukt een grote stempel op de stad, maar de rol verandert: met de nieuwe regels in de corporatiesector moeten zij zich meer gaan richten op de lagere inkomens. Dit heeft tot gevolg dat in gebieden met veel corporatiehuur, ook veel lage inkomens wonen. Vaak gaat het om huishoudens met een migratie-achtergrond. In een aantal aandachtsbuurten overlapt goedkope huisvesting ook meer met een oververtegenwoordiging van één herkomstgroep. Hetzelfde gebeurt aan de andere kant van het spectrum: in welgestelde woonbuurten waar de koopsector overheerst en het vrije huursegment groeit, overlapt dure huisvesting ook meer met één herkomstgroep. 5 Hochstenbach, C. W. van Gent (2014). An anatomy of gentrification; understanding neighbourhood upgrading beyond migration, Working Paper Series No. 10, UvA, Center for urban studies. 6 Zie ook: K. Dignum (2014). Wonen in Amsterdam 2013, Ruimtelijke ontwikkelingen, WZS, gemeente Amsterdam. 42

43 Gebiedsanalyse 2015 De stadsbuurten zijn veelal in het centrale deel van de stad te vinden, de gezinsbuurten liggen meer aan de randen van de stad. Deze gezinsbuurten zijn ook buiten Amsterdam in de nabije regio te vinden. Dit buurttype loopt dus ook buiten de stad nog door. Verder van de stad verwijdert zijn vervolgens weer een aantal milieus te vinden die weer meer te vergelijken zijn met de welgestelde milieus: in het Gooi en Zuid-Kennemerland (zie ook Ruimtelijke Ontwikkelingen ). Sinds 2008 is de toestroom naar de stad groot, groter dan voor de kredietcrisis. Ook blijven er meer mensen in de stad wonen. Dit heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de stad, bijvoorbeeld de toename aan gezinnen. Het is echter de vraag in welke mate dit proces doorzet. Het is geen vast gegeven dat de stad deze grote aantrekkingskracht in gelijke mate vasthoudt. De Staat van de Stad laat tweejaarlijks zien hoe de stad zich, onder andere, hierin ontwikkelt. 7 De meeste van de 22 gebieden bevatten meerdere buurtypen. Binnen gebieden hebben buurtcombinaties andere startposities en ontwikkelingsrichtingen. Dit heeft gevolgen voor de beleidskeuzes en de bepaling van agendapunten. Een vergrijsde buurt heeft bijvoorbeeld een grotere zorgbehoefte dan de meeste gegentrificeerde buurten waar veel jonge mensen wonen. Een aandachtsbuurt met veel kinderen die in armoede opgroeien vraagt een grotere inzet van de sociale wijkteams dan bijvoorbeeld een welgestelde woonbuurt met veel kinderen die in voorspoed opgroeien. In de meeste gebieden gaat het om ongeveer drie buurttypen. Vaak zijn het buurttypen die in elkaar verlengde liggen, bijvoorbeeld meerdere gezinsbuurten of meerdere stadsbuurten. Het gebied De Pijp/Rivierenbuurt heeft bijvoorbeeld alle type stadsbuurten in zich (opkomende stadsbuurt, stadsbuurt, gemengde stadsbuurt en gegentrificeerde stadsbuurt). In een paar gevallen gaat het om zeer verschillende buurttypen: Het gebied Indische Buurt/Oostelijk Havengebied bestaat bijvoorbeeld uit een opkomende stadsbuurt (Indische buurt West en Oost) en een nieuwe uitbreiding (Oostelijk Havengebied). Watergraafsmeer heeft een grote diversiteit aan buurtcombinaties: een gemengde stadsbuurt, gezinsbuurt, vergrijsde buurt en een buurt in ontwikkeling. 7 De laatste meting van de Staat van de Stad is gemaakt in 2013: O+S (2013). De Staat van de Stad Centrum West gegentrificeerde stadsbuurt De Pijp/ opkomende stadsbuurt stadsbuurt Rivierenbuurt gemengde stadsbuurt welgestelde woonbuurt stadsbuurt Centrum Oost gegentrificeerde stadsbuurt gegentrificeerde stadsbuurt stadsbuurt Oud-Oost opkomende stadsbuurt gemengde stadsbuurt gemengde stadsbuurt welgestelde woonbuurt gegentrificeerde stadsbuurt Westerpark nieuwe uitbreiding Indische Buurt/ opkomende stadsbuurt stadsbuurt Oost. Havengebied nieuwe uitbreiding opkomende stadsbuurt Watergraafsmeer gezinsbuurt in ontwikkeling gemengde stadsbuurt Bos en Lommer gemengde stadsbuurt vergrijsde woonbuurt gegentrificeerde stadsbuurt in ontwikkeling aandachtsbuurt IJburg/ nieuwe uitbreiding In ontwikkeling Eiland Zeeburg in ontwikkeling Oud-West/ opkomende stadsbuurt Noord-West aandachtsbuurt De Baarsjes gemengde stadsbuurt gezinsbuurt gegentrificeerde stadsbuurt vergrijsde woonbuurt welgestelde woonbuurt Oud-Noord aandachtsbuurt Slotermeer/ aandachtsbuurt gezinsbuurt Geuzenveld gezinsbuurt vergrijsde woonbuurt nieuwe uitbreiding in ontwikkeling Osdorp gezinsbuurt Noord-Oost aandachtsbuurt vergrijsde woonbuurt vergrijsde woonbuurt De Aker/ nieuwe uitbreiding welgestelde woonbuurt Nieuw Sloten Slotervaart aandachtsbuurt Bijlmer Centrum aandachtsbuurt gezinsbuurt Bijlmer Oost aandachtsbuurt gemengde stadsbuurt Gaasperdam/ aandachtsbuurt Zuid-Noord gemengde stadsbuurt Driemond gezinsbuurt gegentrificeerde stadsbuurt nieuwe uitbreiding welgestelde woonbuurt Buitenveldert/ vergrijsde woonbuurt Zuidas Amsterdam VII, Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie, gemeente Amsterdam. De 8 e meting verschijnt in de zomer van

44 Positie buurten naar buurttype, 2014 laag Aandeel minimahuishoudens * minimajongeren hoog buurttypering in ontwikkeling (nieuwe) stadsuitbreiding gezinsbuurt aandachtsbuurt opkomende stadsbuurt gemengde stadsbuurt stadsbuurt gegentrificeerde stadsbuurt welgestelde woonbuurt vergrijsde woonbuurt

45 Gebiedsanalyse 2015 Ontwikkeling van de buurten naar buurttype, 2005 en 2014 Positie van buurten in 2005 Positie van buurten in

46 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek De regio Amsterdam naar bouwperiode (rood: voor 1919, oranje: , blauw: , donkerblauw na 1990) 46

47 Gebiedsanalyse

48 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2 De 22 gebieden met elkaar vergeleken Het tweede hoofdstuk geeft een samenvattend overzicht van de gebiedsanalyses. De gebiedsanalyses beschrijven de belangrijkste kenmerken van deze gebieden. In deze overkoepelende analyse wordt gekeken naar de verschillen tússen de gebieden. Onderstaande tabel laat zien welke positie de gebieden innemen ten opzichte van elkaar en het stedelijk gemiddelde op de hoofdthema s van de gebiedsanalyses. 48

49 Gebiedsanalyse 2015 Kerncijfers 22 gebieden Wonen en OR Bedrijvigheid Inkomen Jeugd Leefbaarheid en veiligheid gemiddelde WOZ-waarde per m2 rapportcijfer onderhoud straten en stoepen aantal banen per inwoners (>500 inw.) aantal winkels per inwoners geregistreerde werkloos-heid % minimahuishoudens % minimajongeren % laag opgeleide school-verlaters (18-22 jaar) rapportcijfer voor de eigen buurt aantal misdrijven per 1000 inwoners peiljaar Centrum West , ,0 8, ,6 8, Centrum Oost , ,3 9, ,8 8, Westerpark , ,4 13, ,3 7, Bos en Lommer , ,4 12, ,1 6, Oud-West/ De Baarsjes , ,1 12, ,3 7, Slotermeer/Geuzenveld , ,2 14, ,0 6, Osdorp , ,5 12, ,6 6, De Aker/ Nieuw Sloten , ,1 7, ,4 7, Slotervaart , ,1 10, ,7 6, Zuid-Noord , ,6 7, ,6 8, Buitenveldert /Zuidas , ,2 7, ,4 8, De Pijp/ Rivierenbuurt , ,5 10, ,7 7, Oud-Oost , ,4 12, ,2 7, Indische Buurt/ Oost. Havengebied , ,2 11, ,8 7, Watergraafsmeer , ,3 8, ,9 7, IJburg/ Eiland Zeeburg , ,4 8, ,3 7, Noord-West , ,6 13, ,9 7, Oud-Noord , ,7 15, ,3 7, Noord-Oost , ,5 13, ,5 6, Bijlmer Centrum , ,7 18, ,1 6, Bijlmer Oost , ,6 18, ,3 7, Gaasperdam/ Driemond , ,5 15, ,4 7,2 73 Amsterdam , ,8 11, ,1 7,

50 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.1 Bevolking Amsterdam Centrum West Centrum Oost Westerpark Bos en Lommer Oud-West/ De Baarsjes Slotermeer /Geuzenveld Osdorp De Aker/ Nieuw-Sloten Slotervaart Noord-West/ Noord-Midden Buiten veldert / Zuidas De Pijp/ Rivieren buurt Oud-Oost Indische Buurt/ Ooste-lijk Havengeb Watergraafs meer IJburg/ Eiland Zeeburg Noord-West Oud-Noord Noord-Oost Bijlmer Centrum Bijlmer Oost Gaasper dam \ Driemond aantal inwoners bevolkingsdichtheid (inwoners / km2 land) % 0-17 jaar 18,2 10,6 11,9 14,5 19,2 14,2 23,5 21,2 21,8 21,1 17,5 13,6 13,0 15,6 19,8 17,0 33,8 22,1 18,8 23,7 22,3 22,6 20,7 % ,7 12,3 12,7 9,0 7,5 8,6 11,2 16,2 11,5 12,4 13,5 27,4 11,3 9,2 7,8 13,0 3,3 16,2 13,4 17,0 5,9 10,6 13,0 % 80+ 2,8 1,8 2,4 1,7 1,6 1,6 3,1 5,7 2,4 4,3 2,8 11,1 2,4 1,5 1,4 3,5 0,3 4,4 2,7 5,5 1,3 2,2 2,8 % niet-westerse Amsterdammers 34,8 13,0 16,2 25,6 48,9 25,6 61,4 52,9 32,8 49,9 13,1 20,1 18,9 37,4 37,7 18,0 35,9 34,0 33,2 46,9 74,2 69,8 52,9 % nieuwe stedelingen 31,3 47,9 44,1 41,9 32,6 45,7 12,7 14,3 18,6 24,7 43,4 29,0 46,5 36,5 34,7 38,3 32,6 15,0 23,2 15,1 13,9 10,9 12,0 aantal huishoudens % stel met kinderen 16,3 8,2 10,2 11,7 17,4 11,7 24,3 21,1 33,9 20,3 16,6 13,4 11,0 13,4 19,0 16,0 34,7 25,0 17,1 21,5 12,5 16,5 17,7 % eenoudergezinnen 9,0 5,2 5,8 7,7 8,0 6,8 10,5 9,0 10,1 8,9 6,8 5,8 6,9 8,3 9,2 7,0 12,8 11,7 11,4 12,6 17,9 17,4 17,7 % alleenwonenden 53,3 64,5 61,8 61,4 52,5 59,4 45,6 48,4 31,0 48,4 52,4 56,6 59,2 57,5 49,7 55,7 36,1 40,4 50,3 45,0 55,2 49,7 45,5 % bewoners van instituten 1,0 1,6 2,1 1,3 0,1 0,7 1,0 0,5 0,5 2,9 0,3 2,7 0,5 1,1 0,5 1,1 0,4 1,2 0,4 1,0 0,9 0,7 1,2 % verhuisd (binnenlandse mutatiegraad) 13,9 16,6 16,1 13,6 15,9 17,5 11,1 12,4 7,8 14,9 14,6 14,1 15,6 14,9 13,3 17,1 11,4 8,8 11, , ,6 Amsterdam heeft begin 2014 ruim inwoners. De gebieden verschillen sterk qua bevolkingsomvang. Zeven gebieden zijn relatief klein met minder dan inwoners. De drie grootste gebieden hebben er meer dan : Zuid Noord (53.631), De Pijp/Rivierenbuurt (63.950) en Oud-West/De Baarsjes (71.542). Dit laatste gebied heeft veruit de hoogste bevolkingsdichtheid van de stad. Van de Amsterdammers wordt ruim 31% gerekend tot de nieuwe stedelingen. Dit zijn personen met een Nederlandse of andere westerse herkomst die na hun 18e jaar naar Amsterdam zijn gekomen en op dit moment nog niet ouder zijn dan 55 jaar. Deze groep, waarvan een toenemende aanwezigheid vaak gezien wordt als indicator voor een opkomende buurt, is relatief sterk vertegenwoordigd in de gebieden in Centrum en de daaraan grenzende delen van West en Zuid. Ruim een op de drie Amsterdammers (35%) heeft een niet-westerse herkomst. In veel gebieden buiten de ring gaat het om ongeveer de helft van de bewoners tot een ruime meerderheid. Van alle Amsterdammers is 18% jonger dan 18 jaar. IJburg/Zeeburgereiland is verreweg het meest kinderrijke gebied (33%). Alle andere gebieden met relatief veel jongeren liggen buiten de ring in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost. Met name in Zuidoost, maar ook in Noord en op IJburg is het aandeel eenoudergezinnen hoger dan gemiddeld. Bijna de helft van de Amsterdamse jongeren is van niet-westerse herkomst (48%). In Bijlmer Centrum, Bijlmer Oost en Geuzenveld/Slotermeer geldt dit voor ongeveer driekwart van de jongeren. In de 50

51 Gebiedsanalyse 2015 gebieden in Centrum, Noord Zuid en Watergraafsmeer gaat het ongeveer om een op de vijf jongeren. Het aandeel 65-plussers in de stad is redelijk stabiel. In 2004 ging het om 11% en in 2014 om 12%. In 2014 zal dit 14% zijn. Buitenveldert/Zuidas valt op met een zeer hoog aandeel ouderen (27%) en ook over tien jaar is dit aandeel hier naar verwachting het hoogste van de stad (26%). De toename van het aandeel ouderen zal het sterkst zijn in het gebied Centrum West, gevolgd door Oostelijk Havengebied/Indische Buurt, Westerpark en De Aker/Nieuw Sloten. Wanneer verhuizingen van en naar het buitenland buiten beschouwing worden gelaten, verhuist jaarlijks 14% van alle Amsterdammers. De Aker/Nieuw Sloten valt op met een relatief lage mutatiegraad (8%). 51

52 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.2 Wonen en openbare ruimte Amsterdam Centrum West Centrum Oost Westerpark Bos en Lommer Oud-West/ De Baarsjes Slotermeer /Geuzenveld Osdorp De Aker/ Nieuw-Sloten Slotervaart Noord-West/ Noord-Midden Buiten veldert / Zuidas De Pijp/ Rivieren buurt Oud-Oost Indische Buurt/ Ooste-lijk Havengeb Watergraafs meer IJburg/ Eiland Zeeburg Noord-West Oud-Noord Noord-Oost Bijlmer Centrum Bijlmer Oost Gaasper dam \ Driemond woningvoorraad % corporatiehuur 45,6 27,9 34,3 52,7 50,9 33,9 70,5 59,6 25,1 51,9 20,6 29,3 36,3 57,7 53,2 43,9 34,7 63,6 75,7 59,7 71,1 58,7 57,6 % koopwoningen 28,5 27,6 31,7 27,1 25,1 27, ,1 52,3 23,1 32,8 37,3 22,1 24,1 29,3 28,5 45,9 31,8 17,7 32,9 22,5 30,4 30,7 % goedkope huur in woningvoorr. (0-425)* % huur tot huurtoeslaggrens (0-665)* % huur in middensegment ( )* gemiddelde WOZ-waarde per m % grote woningen (>80 m2) 35,0 28,3 35,8 21,1 15,7 16,4 28,2 38,7 82,2 44,1 42,2 46,2 21,4 22, ,1 88,6 42,9 22,6 41,1 44,4 59,5 45,5 gemiddelde woningbezetting (>100 won.) 2,04 1,63 1,81 1,82 2,06 1,88 2,32 2,19 2,58 2,35 1,91 1,72 1,77 1,95 2,07 2,18 2,78 2,31 2,07 2,32 2,42 2,28 2,23 huurquote* rapportcijfer eigen woning 7,6 8,0 8,1 7,6 7,1 7,5 7,0 7,5 8,1 7,3 8,0 7,8 7,6 7,5 7,8 7,7 7,8 7,7 7,4 7,5 7,2 7,7 7,6 verloederingsscore (0-100) rapportcijfer onderh straten en stoepen 6,6 7,0 7,0 6,7 6,6 6,7 5,9 6,4 6,8 6,2 6,9 7,0 6,6 6,5 6,8 6,9 7,1 5,9 5,9 5,9 6,5 6,6 6,3 rapportcijfer onderhoud groen 6,8 6,7 7,0 6,9 6,6 6,8 6,5 6,8 7,0 6,6 7,1 7,4 6,8 6,6 6,9 7,1 7,1 6,4 6,3 6,7 6,8 7,0 6,9 rapportcijfer schoonh. straten en stoepen 6,4 6,9 7,0 6,5 6,2 6,4 5,6 6,1 6,7 5,8 6,6 7,2 6,3 6,3 6,5 7,0 6,6 5,7 5,8 5,7 6,2 6,4 6,5 rapportcijfer parkeervoorzieningen 6,4 5,2 6,0 6,2 6,3 6,0 6,5 6,7 6,4 6,9 6,7 7,6 5,7 6,1 6,2 7,2 6,4 6,8 7,0 7,1 6,4 6,8 7,0 Wonen Amsterdammers geven hun eigen woning gemiddeld een 7,6. Voor alle gebieden geldt dat de bewoners gemiddeld genomen tevreden zijn; de rapportcijfers lopen uiteen van een 7,0 in Geuzenveld/Slotermeer tot een 8,1 in Centrum Oost en De Aker/Nieuw Sloten. Wanneer op kleiner schaalniveau wordt gekeken zijn in de meeste gebieden wel een of meerdere buurten aanwezig waar bewoners iets minder dan een 7 geven voor hun woning. Uitzondering hierop zijn de 3 gebieden in stadsdeel Zuid, De Aker/Nieuw Sloten, Indische Buurt/Oostelijk Havengebied en Noord West. In twee buurten in de stad krijgen de woningen een onvoldoende: G- buurt Noord in Zuidoost (5,6) en Medisch Centrum Slotervaart in Nieuw-West (5,5). De duurste woningen per vierkante meter staan in de gebieden Centrum West, Centrum Oost en Zuid Noord. In de nabij gelegen gebieden binnen de ring profiteren de huizenprijzen van de uitrol van de centrumfunctie en ligt de waarde over het algemeen rond of boven het stedelijk gemiddelde. In alle gebieden buiten de ring is de waarde van de woningen relatief laag, in Bijlmer Oost en Bijlmer Centrum is deze het laagst. Het aandeel corporatiewoningen in de stad nam de laatste tien jaar af van 53% naar 46%. In drie gebieden zijn ruim zeven van de tien woningen corporatiebezit: Oud Noord, Bijlmer Centrum en Geuzenveld/Slotermeer. In zes andere gebieden, die eveneens buiten de ring zijn gelegen, gaat het om ongeveer zes van de tien woningen (Osdorp, Oud Oost, Noord West, Noord Oost, Bijlmer Oost en Gaasperdam/Driemond). Hier wonen veel bewoners met een lage sociaal- 52

53 Gebiedsanalyse 2015 economische positie, waardoor deze gebieden gevoelig zijn voor probleemcumulatie. Overigens zijn er ook relatief veel woningen met een lage huur in Westerpark, Bos en Lommer en Oud-West/De Baarsjes. In deze gebieden worden relatief veel woningen particulier verhuurd. Het aandeel koopwoningen in de stad steeg de laatste tien jaar van 20% naar 29%. Dit aandeel is het hoogst in gebieden met relatief veel nieuwbouw: De Aker/Nieuw Sloten (52%) en IJburg/Zeeburgereiland (46%). Openbare ruimte Amsterdammers geven gemiddeld een 6,6 voor het onderhoud van straten en stoepen in hun buurt, voor het schoonhouden ervan geeft men gemiddeld een 6,4. De drie gebieden in Noord en Geuzenveld/Slotermeer in Nieuw-West vallen in negatieve zin op als het gaat om het onderhoud van de openbare ruimte. Bewoners geven hier een lichte onvoldoende voor het onderhoud van de straten en stoepen. Ook zijn dit de drie gebieden waar bewoners het vaakst aangeven tekenen van verloedering te zien in de buurt. Met name in de gebieden in Centrum, maar ook in De Pijp/Rivierenbuurt en het dichtbevolkte Oud-West/De Baarsjes is ruimte schaars en wordt de openbare ruimte zeer intensief gebruikt. Ondanks de drukte scoren de gebieden gemiddeld op verloederingskenmerken. Drukte leidt hier wel tot onder andere tot overlast, schaarse parkeermogelijkheden en weinig speelruimte voor kinderen. Gemiddelde WOZ-waarde woningen per m², 2014 Rapportcijfer onderhoud straten en stoepen, 2013 veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing bron: DBGA bron: WIA 53

54 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.3 Bedrijvigheid Amsterdam Centrum West Centrum Oost Westerpark Bos en Lommer Oud-West/ De Baarsjes Slotermeer /Geuzenveld Osdorp De Aker/ Nieuw-Sloten Slotervaart Noord-West/ Noord-Midden Buiten veldert / Zuidas De Pijp/ Rivieren buurt Oud-Oost Indische Buurt/ Ooste-lijk Havengeb Watergraafs meer IJburg/ Eiland Zeeburg Noord-West Oud-Noord Noord-Oost Bijlmer Centrum Bijlmer Oost Gaasper dam \ Driemond aantal (bedrijfs)vestigingen starters (% vestigingen) 10,5 8,8 8,1 10,7 16,2 12,2 17,4 13,8 10,0 12,4 8,1 8,0 10,9 11,2 10,8 9,3 10,5 12,2 10,3 11,4 10,1 16,5 14,3 ZZP'ers (% vestigingen) 53,4 44,0 48,6 66,4 67,7 64,3 59,6 49,7 57,4 50,4 47,5 34,1 61,1 64,2 63,9 56,0 61,5 62,5 46,3 55,9 31,0 59,3 65,2 creatieve industrie (% vestigingen) 29,9 31,7 35,1 44,1 37,9 39,3 13,7 11,0 17,0 20,5 26,2 13,9 36,3 40,9 39,9 30,4 28,5 17,2 31,7 20,3 12,8 14,4 15,5 toerisme (% vestigingen) 7,8 13,3 10,3 6,0 7,9 6,8 12,3 10,9 6,9 8,0 5,1 4,8 6,8 7,6 5,5 4,4 5,8 9,4 6,3 10,9 6,7 6,0 5,6 ICT (% vestigingen) 17,5 18,4 19,8 24,3 19,4 19,9 9,4 8,9 14,0 13,1 15,1 11,5 19,9 19,8 21,7 19,6 20,7 11,0 19,3 12,5 12,4 9,3 12,5 zakelijke dienstverlening (% vestigingen) 31,7 30,9 35,1 33,0 28,5 30,9 19,0 22,2 31,2 27,5 40,5 39,1 32,9 29,1 35,6 35,3 41,8 22,5 29,1 24,6 26,7 22,8 21,6 aantal winkels per inwoners 6,8 32,0 11,3 3,4 3,4 8,1 3,2 5,5 1,1 2,1 9,6 5,2 9,5 6,4 3,2 3,3 2,4 1,6 4,7 4,5 7,7 1,6 1,5 aantal banen (>12 uur per week) aantal banen per inw. (>500 inw.) Begin 2014 zijn er bijna (bedrijfs)vestigingen in Amsterdam die gezamenlijk goed zijn voor banen. Gebieden met een groot aantal vestigingen en banen (> vestigingen en > banen) zijn Centrum West, Centrum Oost en Zuid Noord. Buiten de ring zijn veelal grote bedrijven gevestigd, waardoor met een gemiddeld aantal vestigingen ook zeer veel werkgelegenheid gehuisvest is in Bijlmer Centrum en Buitenveldert/Zuidas. In Oud-West/De Baarsjes en De Pijp/Rivierenbuurt zijn veel vestigingen geregistreerd. Omdat het hier relatief vaak gaat om ZZP ers is de werkgelegenheid met circa banen hier wel omvangrijk, maar relatief klein ten opzichte van het aantal vestigingen. Zeven gebieden hebben relatief weinig bedrijvigheid (minder dan vestigingen én minder dan banen), het gaat om Geuzenveld/Slotermeer, Osdorp, IJburg/Zeeburgereiland, Noord West, Noord Oost, Bijlmer Oost en Gaasperdam/Driemond). Tussen 2010 en 2014 nam het aantal banen in Amsterdam met 5% toe. De helft van de gebieden laten eveneens een lichte stijging zien. In zes gebieden was de stijging groter dan 10%: Oud Noord, Oud Oost, Bos en Lommer, Oud-West/De Baarsjes, Bijlmer Centrum en IJburg/Zeeburgereiland. In dit laatste gebied steeg de werkgelegenheid verreweg het snelst en verdubbelde in deze periode. Met banen gaat het echter nog steeds om een relatief klein aantal. In drie gebieden nam de werkgelegenheid af: Noord Oost (-6%), de Aker/Nieuw Sloten (- 6%) en Slotervaart (-2%). De kwaliteit van de meeste winkelgebieden in Amsterdam krijgt een voldoende van het winkelend publiek dat daar het vaakst de boodschappen doet. In vier gebieden ligt dit oordeel vaak hoger: Centrum West, Zuid Noord, Buitenveldert/Zuidas en Bijlmer Centrum. In Centrum Oost is het oordeel wisselend, de Utrechtsestaart wordt zeer gewaardeerd, maar het winkelaanbod op de oostelijke eilanden krijgt een onvoldoende. In Slotervaart worden de winkelgebieden gemiddeld genomen laag beoordeeld: het August Allebéplein en het Delflandplein krijgen hier een onvoldoende en het Sierplein een 6,8. In Oud Noord krijgt het Mosplein/Hagendoornweg een onvoldoende van de bezoekers. 54

55 Gebiedsanalyse 2015 Over het algemeen zijn er voldoende winkels in Amsterdam en geven bewoners een 7,2 voor het winkelaanbod in hun eigen buurt. Er zijn echter buurtcombinaties waar men het aanbod onvoldoende vindt. In sommige gevallen gaat het om nieuw te ontwikkelen woongebieden waar het voorzieningenaanbod in zijn algemeenheid nog laag is: Houthavens, Zeeburgereiland/Nieuwe Diep, de Omval en Buiksloterham. Ook gaat het om buurtcombinaties die binnen het gebied niet in de buurt van het winkelcentrum liggen: Eendracht, Frankendael, Betondorp, Tuindorp Oostzaan, Nellestein en Driemond. In Westlandgracht en de buurtcombinaties in Oud Noord geven bewoners een onvoldoende voor zowel het aanbod als de kwaliteit van de winkels. Aantal werkzame personen en de ontwikkeling in de periode minder dan banen banen banen banen meer dan banen groei banen daling banen Bron: ARRA 55

56 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Algemeen rapportcijfer dat bezoekers geven aan het winkelgebied waar zij het vaakst boodschappen doen 7,0 tot 7,5 6,5 tot 7,0 6,0 tot 6,5 5,5 tot 6,0 buiten beschouwing Bron: Consumentenenquête 56

57 Gebiedsanalyse Gezondheid Amsterdam Centrum West Centrum Oost Westerpark Bos en Lommer Oud-West/ De Baarsjes Slotermeer /Geuzenveld Osdorp De Aker/ Nieuw-Sloten Slotervaart Noord-West/ Noord-Midden Buiten veldert / Zuidas De Pijp/ Rivieren buurt Oud-Oost Indische Buurt/ Ooste-lijk Havengeb Watergraafs meer IJburg/ Eiland Zeeburg Noord-West Oud-Noord Noord-Oost Bijlmer Centrum Bijlmer Oost Gaasper dam \ Driemond % ervaren gezondh. gaat wel - zeer slecht % belem. door chronische aandoening % OESO beperking % hoog risico angststoornis / depressie % rokers % overmatig / zwaar alcoholgebruik % overgewicht of obesitas % dat aan beweegnorm voldoet Een kwart van de Amsterdammers beoordeelt zijn of haar gezondheid als gaat wel tot zeer slecht. In zijn algemeenheid ligt dit percentage hoger in de gebieden buiten de ring en in Bos en Lommer. Uitzondering hierop vormen de meer suburbane gebieden De Aker/Nieuw Sloten en Gaasperdam/Driemond. De ervaren gezondheid hangt samen met het opleidingsniveau en de leeftijd van de bewoners. Ook op leefstijl (overgewicht, bewegen, roken) scoren de bewoners buiten de ring gemiddeld minder gunstig. Een slechte gewoonte die juist binnen de ring meer voorkomt is overmatig alcoholgebruik, met name in Centrum West, Centrum Oost, Zuid Noord en De Pijp/Rivierenbuurt. 57

58 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.5 Zelfredzaamheid en participatie Amsterdam Centrum West Centrum Oost Westerpark Bos en Lommer Oud-West/ De Baarsjes Slotermeer /Geuzenveld Osdorp De Aker/ Nieuw-Sloten Slotervaart Noord-West/ Noord-Midden Buiten veldert / Zuidas De Pijp/ Rivieren buurt Oud-Oost Indische Buurt/ Ooste-lijk Havengeb Watergraafs meer IJburg/ Eiland Zeeburg Noord-West Oud-Noord Noord-Oost Bijlmer Centrum Bijlmer Oost Gaasper dam \ Driemond potentiele beroepsbevolking (15-64) geregistreerde werkloosheid 11,8 8,5 9,8 13,3 12,5 12,7 14,5 12,6 7,0 10,9 7,2 7,4 10,5 12,9 11,4 8,6 8,5 13,0 15,7 13,5 18,4 18,3 15,8 % jarigen met bijstand 6,4 3,6 4,8 7,3 7,5 7,6 8,8 7,3 2,0 6,2 2,9 2,8 5,3 7,9 6,2 3,8 3,7 6,5 9,3 8,0 12,1 11,1 8,4 % jr in trede 1 of 2 van de bijstand 4,5 2,5 3,4 5,6 5,5 5,3 5,8 5,2 1,3 4,1 2,1 2,1 3,9 5,6 4,2 2,6 2,4 4,5 6,6 5,3 8,1 7,6 5,5 gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen % huish. laag opgeleid en laag inkomen % minimahuishoudens % 18+ in schuldhulpverlening 2,3 1,1 1,3 2,1 2,3 1,7 2,9 2,5 0,8 2,1 1,1 0,9 1,6 2,3 2,4 1,2 2,4 4,0 5,5 4,5 4,6 4,4 3,6 % (zeer) ernstig eenzaam % matig tot sterke sociale uitsluiting % geen regie over eigen leven % mantelzorgers % vrijwilligers % zet zich in voor buurt of stad % (vrijwill.)werk/mantelzorg/opl (19-64) % van huish. met regeling met 5+ regel Werk en inkomen Het gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen in Amsterdam is , waarbij 20% van de huishoudens een minimuminkomen heeft. In de helft van de 22 gebieden ligt de sociaal-economische positie van de bewoners rond het stadsgemiddelde, ook als het gaat om bijvoorbeeld de hoogte van de werkloosheid of het gebruik van de bijstand. In zes gebieden hebben bewoners het gemiddeld genomen beter (Centrum West, De Aker/Nieuw Sloten, Zuid Noord, Buitenveldert/Zuidas, Watergraafsmeer en IJburg/Zeeburgereiland). De twee gebieden waar de de sociaal-economische positie van de bewoners het zwakst is liggen beide in Zuidoost (Bijlmer Centrum en Bijlmer Oost). Daarnaast geldt dit in iets mindere mate voor Geuzenveld/Slotermeer, Oud Noord en Gaasperdam/Driemond. Met uitzondering van Geuzenveld/Slotermeer wordt in al deze gebieden relatief veel gebruik gemaakt van schuldhulpverlening. Participatie In de zes gebieden in de stad waar de participatie van de bewoners het hoogst is, hebben minstens negen van de tien bewoners tussen 19 en 65 jaar een baan, volgen een opleiding en/of verrichten vrijwilligerswerk of mantelzorg. Het gaat om alle gebieden in Centrum en Zuid en Watergraafsmeer in Oost. De participatiegraad is in zijn algemeenheid laag in Noord, Zuidoost, Nieuw-West en 58

59 Gebiedsanalyse 2015 Bos en Lommer. Uitzonderingen in deze stadsdelen vormen de twee meer suburbane gebieden Gaasperdam/Driemond (Zuidoost) en De Aker/Nieuw Sloten (Nieuw-West). Van de Amsterdammers tussen 15 en 65 jaar is 11,8% werkloos. Dit aandeel is hoger in de drie gebieden in Zuidoost, Oud Noord en Geuzenveld/Slotermeer. De werkloosheid is het laagst in De Aker/Nieuw Sloten en Zuid Noord. Maar ook in Buitenveldert/Zuidas, Watergraafsmeer, IJburg/Zeeburgereiland en Centrum Oost is deze lager dan gemiddeld. Een op de tien Amsterdammers geeft aan geen regie over zijn of haar eigen leven te ervaren. Deze kwetsbare groep is in Geuzenveld/Slotermeer het grootst (18%). Daarnaast is dit aandeel hoog in alle gebieden in Noord en Zuidoost, Westerpark, Osdorp en Oud Oost. Ruim een op de tien Amsterdammer is (zeer) ernstig eenzaam. In vier gebieden ligt dit aandeel ruim hoger: Geuzenveld/Slotermeer, Oud Noord, Bijlmer Centrum en Gaasperdam/Driemond. Aandeel minimahuishoudens, 2011 Geregistreerde werkloosheid, 2013 veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld veel hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing Bron: Armoedemonitor Bron: OIS 59

60 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.6 Jeugd en onderwijs Amsterdam Centrum West Centrum Oost Westerpark Bos en Lommer Oud-West/ De Baarsjes Slotermeer /Geuzenveld Osdorp De Aker/ Nieuw-Sloten Slotervaart Noord-West/ Noord-Midden Buiten veldert / Zuidas De Pijp/ Rivieren buurt Oud-Oost Indische Buurt/ Ooste-lijk Havengeb Watergraafs meer IJburg/ Eiland Zeeburg Noord-West Oud-Noord Noord-Oost Bijlmer Centrum Bijlmer Oost Gaasper dam \ Driemond aantal scholen basisonderwijs aantal leerlingen basisonderwijs % gewichtleerlingen (op scholen) 20,1 4,0 5,2 15,7 44,8 17,5 37,1 36,5 5,6 35,7 4,4 3,0 9,6 26,6 19,7 6,2 7,5 22,9 37,4 24,6 38,3 37,2 23,1 % (matig) verhoogde SDQ-score (10-jr) gemiddelde CITOscore (naar woonadres) 534,6 540,7 539,6 534,2 531,3 534,5 530,6 531,5 534,0 531,7 541,3 538,2 537,4 534,1 536,3 538,5 537,1 534,9 533,2 531,8 530,7 530,8 530,4 % basisschooladvies pro/lwwoo 15,4 5,1 4,8 13,7 20,4 15,4 21,2 20,1 12,0 16,5 5,3 5,6 12,3 14,2 11,6 7,6 9,1 18,8 19,5 24,7 26,8 25,4 20,4 aantal scholen speciaal onderwijs aantal leerlingen speciaal onderwijs aantal scholen voortgezet onderwijs aantal leerlingen voortgezet onderwijs % (matig) verhoogde SDQ-score (VO2) % laag opgel. schoolverlaters (18-22 jr) 9,1 3,6 3,8 8,3 10,1 7,3 14,0 13,6 10,4 10,7 5,6 7,4 4,7 9,2 8,8 3,9 9,3 13,9 14,3 11,5 9,1 14,3 13,4 aantal inwoners studentenwoningen jeugdwerkloosheid % minimajongeren % overgewicht / obesitas (10-jarigen) % lid sportvereniging (10-jarigen) recent gebr. tabak/alcohol/cannabis (VO4) behand. JGGZ ambulant per jr 8,0 8,2 9,7 9,7 5,8 8,6 6,8 6,7 7,1 7,2 7,8 8,1 9,6 8,3 8,2 8,1 7,2 9,1 8,8 8,0 8,5 6,6 8,7 traj. jeugd- en opvoedhulp p jr aanmeldingen AMK per jarigen 4,1 3,1 2,0 6,4 4,7 4,6 2,8 4,3 2,1 4,0 2,2 2,8 4,1 2,9 3,8 2,0 2,7 3,9 5,3 4,8 10,2 4,5 8,6 % jeugdige verdachtigen (12-24) 4 2,0 2,2 3,5 3,7 3,7 4,3 4,1 2,9 4,1 2,3 2,6 2,5 4,5 4,4 2,1 4,7 4,2 5,2 4,8 6,0 5,4 5,1 Onderwijs Een op de vijf leerlingen in het basisonderwijs is een zogenaamde gewichtleerling, oftewel heeft laag opgeleide ouders. In Bos en Lommer is dit aandeel verreweg het hoogst (45%). In Geuzenveld/Slotermeer, Osdorp, Oud Noord, Bijlmer Centrum en Bijlmer Oost gaat het om 38% van de leerlingen. In deze gebieden, maar ook in Noord Oost en Gaasperdam/Driemond, krijgen relatief veel leerlingen een basisschooladvies voor praktijkonderwijs of leerwegondersteuning. 60

61 Gebiedsanalyse 2015 Bijna een op de tien Amsterdammers tussen 18 en 23 jaar (9%) is gestopt met onderwijs zonder een startkwalificatie te hebben behaald. Dit zijn de zogenaamde laagopgeleide schoolverlaters. In zes gebieden gaat het om 13 a 14% van de 18 tot 23-jarigen: Geuzenveld/Slotermeer, Osdorp, Noord West, Oud Noord en Bijlmer Oost en Gaasperdam/Driemond. In de gebieden in Centrum, Zuid binnen de ring en Watergraafsmeer gaat het om minder dan 6%. De jeugdwerkloosheid in Amsterdam is 24%. In Bijlmer Centrum is deze met 51% veruit het hoogst, gevolgd door Osdorp (35%) en Bijlmer Oost (33%). In de overige gebieden in Nieuw-West en Oud Noord hebben ongeveer drie van de tien jongeren geen werk, terwijl ze wel beschikbaar zijn om minimaal 12 uur per week te werken. In Oud-West/De Baarsjes en Watergraafsmeer is de jeugdwerkloosheid met 15% het laagst. Zorg voor de jeugd Van de Amsterdamse jongeren tot 18 jaar groeit 21% op in een minimahuishouden. In de meeste gebieden in Zuidoost, Noord en Nieuw-West ligt dit aandeel hoger. In Noord Oost, Bijlmer Centrum, Bijlmer Oost en Bos en Lommer gaat het om ongeveer drie van de tien jongeren. In Geuzenveld/Slotermeer, Slotervaart, Oud Noord en Gaasperdam/Driemond betreft het een kwart van de jongeren. Bijna een op de vijf 10-jarige Amsterdammers heeft een (matig) verhoogde score op de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ), welke de kans aangeeft op sociaal-emotionele problemen. Dit aandeel is relatief hoog In Oud Noord, Bijlmer Centrum, Bijlmer Oost en Geuzenveld/Slotermeer. In de tweede klas van het voortgezet onderwijs geeft de test een ander beeld en is de score het hoogst in Centrum Oost en Oud Noord. Het aandeel jongeren dat in behandeling is (geweest) bij de JGGZ is relatief hoog in Centrum Oost, Westerpark, De Pijp/Rivierenbuurt en Noord West. Het aandeel behandelingen in Bos en Lommer, Slotervaart, Osdorp en Bijlmer Oost is juist relatief laag. Bij dit onderwerp kan ondersignalering een rol spelen in verband met taboes of onbekendheid met de hulpverlening. Per jongeren onder de 18 jaar worden in Amsterdam ruim 4 meldingen gedaan bij het meldpunt kindermishandeling (AMK). Dit aantal ligt fors hoger in Bijlmer Centrum, Gaasperdam/Driemond en Westerpark. Van Jeugd en Opvoedhulp wordt in de gebieden in Noord en Zuidoost meer gebruik gemaakt dan in de andere delen van de stad. Bijna een kwart van de 10-jarigen in Amsterdam heeft overgewicht/obesitas. Grof gesteld ligt dit aandeel hoger buiten de ring. Met name in de gebieden in Zuidoost en Nieuw-West zijn jongeren ook minder vaak lid van een sportvereniging. Van de vierdeklassers in het voortgezet onderwijs zegt 30% recent sigaretten, alcohol en/of cannabis te hebben gebruikt. Dit aandeel is hoger in de gebieden in Centrum en Zuid en Watergraafsmeer. Het aandeel jongeren tussen 12 en 24 jaar dat verdacht wordt van een misdrijf is het hoogst in Bijlmer Centrum (6%), gevolgd door Bijlmer Oost, Oud Noord en Gaasperdam/Driemond. 61

62 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Aandeel minimajongeren, 2011 Aandeel laagopgeleide schoolverlaters, 2014 veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing Bron: Armoedemonitor Bron: BLP 62

63 Gebiedsanalyse

64 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.7 Leefbaarheid en veiligheid Amsterdam Centrum West Centrum Oost Westerpark Bos en Lommer Oud-West/ De Baarsjes Slotermeer /Geuzenveld Osdorp De Aker/ Nieuw-Sloten Slotervaart Noord-West/ Noord-Midden Buiten veldert / Zuidas De Pijp/ Rivieren buurt Oud-Oost Indische Buurt/ Ooste-lijk Havengeb Watergraafs meer IJburg/ Eiland Zeeburg Noord-West Oud-Noord Noord-Oost Bijlmer Centrum Bijlmer Oost Gaasper dam \ Driemond rapportcijfer voor de eigen buurt 7,4 8,1 8,1 7,8 6,8 7,6 6,4 6,7 7,4 6,7 8,1 8,0 7,9 7,3 7,5 7,7 7,3 7,0 7,1 6,9 6,8 7,2 7,2 rapportcijfer ontwikkeling eigen buurt 7,1 7,6 7,6 7,7 7,1 7,5 5,9 6,2 6,6 6,5 7,7 7,1 7,3 7,3 7,5 7,3 7,0 6,4 7,0 6,6 6,6 6,9 6,5 % verhuisgeneigden* kengetal sociale kwaliteit (0-100) rapportcijfer betrokkenheid buurtbewoners 6,3 6,6 6,7 6,5 5,8 6,2 5,6 5,9 6,2 5,9 6,5 6,3 6,3 6,2 6,3 6,7 6,7 6,1 6,4 6,1 6,0 6,3 6,2 spanningenindex * objectieve veiligheidsindex * deelindex inbraak* deelindex overlast* deelindex drugs* subjectieve veiligheidsindex * % voelt zich wel eens onveilig in eigen brt % vaak jongerenoverlast in de buurt rapportcijfer burenoverlast 7,3 7,3 7,5 7,3 7,2 7,0 7,1 7,6 8,0 7,5 7,3 7,6 6,9 7,1 7,6 7,4 7,7 7,5 7,3 7,5 7,1 7,6 7,3 rapportcijfer overlast andere groepen 7,0 6,3 6,7 7,3 6,9 6,9 6,6 6,9 7,3 6,7 7,4 7,8 7,0 6,7 7,1 7,4 7,2 7,3 7,0 7,1 6,9 7,4 7,2 rapportcijfer horecaoverlast 7,9 6,9 7,5 7,9 8,2 7,7 7,8 8,0 8,5 8,2 7,9 8,1 7,7 7,5 8,1 8,4 8,4 8,3 8,0 8,3 7,8 8,1 8,4 Leefbaarheid Amsterdammers geven hun eigen buurt gemiddeld een 7,4. Drie gebieden in Nieuw-West onderscheiden zich negatief op het gebied van leefbaarheid, namelijk Geuzenveld/Slotermeer, Osdorp en Slotervaart. Bewoners geven hun buurt hier gemiddeld een laag cijfer en de rapportcijfers voor de ontwikkeling van de buurt liggen eveneens onder het gemiddelde van Amsterdam. Ook scoren deze gebieden relatief slecht op thema s als verhuisgeneigdheid, sociale kwaliteit en spanningen in de buurt. In minder sterke mate worden ook meerdere leefbaarheidsproblemen aangetroffen in andere meer periferere gebieden, namelijk Bos en Lommer, Noord West, Noord Oost en Bijlmer Centrum. Woongebieden buiten de ring die gemiddeld tot goed worden beoordeeld op leefbaarheid zijn De Aker/Nieuw Sloten, Bijlmer Oost en Gaasperdam/Driemond. De gebieden in stadsdeel Centrum scoren goed op onder andere buurtwaardering en spanningen onder de bevolking. Dit deel van de stad heeft echter veel te maken met overlast van groepen van buiten het gebied en horeca. De gebieden binnen de ring maar buiten het drukke centrum scoren in zijn algemeenheid het hoogst op leefbaarheid: Westerpark, Zuid Noord, Buitenveldert/Zuidas, IJburg/Zeeburgereiland en Watergraafsmeer. In de nabijheid liggen een aantal gebieden waar de bewoners het idee hebben dat hun buurt zich positief ontwikkelt en in de toekomst ook bij deze laatste categorie kunnen gaan horen: Oud-West/De Baarsjes, Oud Oost en de Indische Buurt/Oostelijk Havengebied. 64

65 Gebiedsanalyse 2015 Veiligheid Van de Amsterdammers voelt 30% zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Grofweg kan gesteld worden dat dit percentage lager is binnen de ring en daarbuiten hoger of gelijk. Het minst veilig voelt men zich in Geuzenveld/Slotermeer, Osdorp, Noord Oost en Bijlmer Centrum. Veiligheid wordt beschreven in termen van objectieve veiligheid (hoeveel criminaliteit is er in een gebied) en subjectieve veiligheid (hoe veilig voelt men zich). Deze twee hangen niet altijd met elkaar samen. De objectieve veiligheidsindex stelt op basis van politieregistraties en gerapporteerd slachtofferschap vast hoeveel criminaliteit aanwezig is in een gebied. In stadsdeel Centrum, een deel van de stad waar men zich relatief veilig voelt, is objectief gezien veel onveiligheid. Zo is er bijvoorbeeld veel overlast en drugscriminaliteit. De meeste onveiligheid is er in de buurtcombinaties Burgwallen Oude en -Nieuwe Zijde. Maar ook in een aantal aansluitende buurtcombinaties zijn er problemen met de objectieve veiligheid. In Slotermeer-Zuidwest zijn zowel de aanwezige criminaliteit en het onveiligheidsgevoel hoog. In de overige delen van Nieuw-West is de objectieve veiligheid gemiddeld of beter dan het Amsterdams gemiddelde. De stadsdelen West en Oost nemen op het gebied van veiligheid een middenpositie in. Ook hier komen wel enkele buurtcombinaties minder positief naar voren. In stadsdeel West: de Da Costabuurt, Helmersbuurt, Vondelbuurt (veel overlast), De Kolenkit, Van Galenbuurt, Hoofdweg e.o. (veel onveiligheidgevoelens en overlast). In stadsdeel Oost: de Weesperzijde (drugsproblematiek en horecaoverlast), de Dapperbuurt (veel overlast, drugsproblematiek en onveiligheidgevoelens), de Indische Buurt Oost (veel inbraak, jongerenoverlast en onveiligheidgevoelens) en Betondorp en De Omval (veel inbraak). In de stadsdelen Zuidoost en Noord zijn de verschillen tussen de gebieden groot. In Gaasperdam/Driemond is de veiligheid gemiddeld genomen goed, maar hier is in Nellestein bijvoorbeeld veel drugsproblematiek. In Bijlmer Centrum komt relatief veel geweld en overlast voor. In Noord scoort Noord West bovengemiddeld op veiligheid en Oud Noord en Noord Oost ondergemiddeld. Stadsdeel Zuid is het meest veilige stadsdeel in Amsterdam. In enkele buurtcombinaties zijn er wel bovengemiddeld veel problemen met overlast: bijvoorbeeld in de Diamantbuurt, de Hoofddorppleinbuurt en de Schinkelbuurt (van buren), in de IJsselbuurt, Rijnbuurt en de Oude Pijp (algemeen) en in Duivelseiland en de Oude Pijp (van horeca). Rapportcijfer voor de eigen buurt, 2013 Objectieve veiligheidsindex, 2013 veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing bron: WIA veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing Bron: OOV/OIS 65

66 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 66

67 3 Basisbestand gebieden Amsterdam Het Basisbestand Gebieden Amsterdam (BBGA) bevat kerncijfers in meerdere gebiedsindelingen. De gegevens zijn in te zien in het Dashboard Kerncijfers Amsterdam of te downloaden als excelbestand. In het bestand zijn de meest recente cijfers opgenomen. Deze zullen op termijn worden aangevuld met historische gegevens. Het Basisbestand Gebieden Amsterdam is te vinden op site van Onderzoek Informatie en Statistiek, bij de online producten of via: Het Dashboard Kerncijfers Amsterdam In het Dashboard Kerncijfers Amsterdam maakt u eerst een keuze tussen de volgende 2 tabbladen: - Spreiding: hier kunt u een kaart maken die laat zien hoe de waarde van de kernindicator verschilt tussen verschillende gebieden in Amsterdam. - Tijdreeks: hier kunt u een tabel en staafdiagram maken die de ontwikkeling van de indicator in één gebied laten zien, afgezet tegen het stedelijk gemiddelde. Voor het opvragen van de gegevens vult u vervolgens alle keuzevakjes in. Niet alle jaren en schaalniveaus zijn gevuld. Wanneer er niets op de kaart verschijnt, kies dan een ander jaar en/of schaalniveau. Op de volgende pagina s wordt dit met een voorbeeld toegelicht.

68 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Bijvoorbeeld: % goedkope huur: 68

69 Gebiedsanalyse 2015 Deze indicator blijkt niet gevuld voor 2014: 69

70 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Klikt u 2013 aan en % goedkope huur, dan ontstaat de volgende kaart: 70

71 Gebiedsanalyse 2015 Vervolgens kunt u nog inzoomen naar de buurtcombinaties: 71

3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw 2015 bestaande rechten

3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw 2015 bestaande rechten A. Centrum grondwaarde grondwaarde A00 Burgwallen Oude Zijde a,b,c,d,e OGA OGA OGA OGA OGA OGA A01 Burgwallen Nieuwe Zijde a,e,h,i OGA OGA OGA OGA OGA OGA b,c,d,f,g OGA OGA OGA 4.250 1.469 1.117 A02 Grachtengordel

Nadere informatie

Spanningen in Amsterdamse buurten in 2014

Spanningen in Amsterdamse buurten in 2014 1 Spanningen in Amsterdamse buurten in 2014 Fact sheet februari 201 OIS berekent jaarlijks een spanningenindex om per buurt te laten zien in hoeverre er spanningen zijn tussen bevolkingsgroepen. Deze fact

Nadere informatie

3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw, bestaande rechten

3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw, bestaande rechten 3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw, A. Centrum A00 A01 A02 A03 A04 A05 A06 A07 Burgwallen Oude Zijde a,b,c,d,e G&O G&O G&O 4.350 1.504 1.145 Burgwallen Nieuwe Zijde a,e,h G&O G&O G&O G&O G&O G&O

Nadere informatie

Leefbaarheidsindex Amsterdamse buurten Periode eerste vier maanden 2012

Leefbaarheidsindex Amsterdamse buurten Periode eerste vier maanden 2012 Leefbaarheidsindex Amsterdamse buurten Periode 2010 - eerste vier maanden 2012 Een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is draagt bij aan het verminderen van gevoelens van onveiligheid. Om deze reden

Nadere informatie

1 Kerncijfers. Kerncijfers 19. Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren

1 Kerncijfers. Kerncijfers 19. Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren Kerncijfers 9 Kerncijfers..2.3.4.5 Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren Amsterdam in cijfers 204 20 Kerncijfers Toename bevolkingsomvang

Nadere informatie

Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode

Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode Fact sheet Leefbaarheids Periode 2010-2012 nummer 3 februari 2013 Deze fact sheet gaat in op de leefbaarheid van buurten in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2010 komen aan de orde, met specifieke aandacht

Nadere informatie

Criminaliteitsbeeld. Jeugdcriminaliteit en volwassenencriminaliteit in Amsterdam. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Criminaliteitsbeeld. Jeugdcriminaliteit en volwassenencriminaliteit in Amsterdam. Onderzoek, Informatie en Statistiek Criminaliteitsbeeld Jeugdcriminaliteit en volwassenencriminaliteit in Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: OOV Projectnummer: Anne Huijzer Josca Boers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode

Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode 2010-2013-1 nummer 4 juni 2013 Deze fact sheet gaat in op de leefbaarheid van buurten in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2010 komen aan de orde, met specifieke aandacht

Nadere informatie

WOZ WAARDE WONINGEN IN AMSTERDAM GESTEGEN

WOZ WAARDE WONINGEN IN AMSTERDAM GESTEGEN WOZ WAARDE WONINGEN IN AMSTERDAM GESTEGEN Nieuwsbericht Onderzoek, Informatie en Statistiek, 24 maart 2015 Na september zijn onder invloed van de kredietcrisis de koopprijzen van woningen gedaald en daarmee

Nadere informatie

WOZ-waarde woningen weer verder gedaald

WOZ-waarde woningen weer verder gedaald WOZ-waarde woningen weer verder gedaald Na september 2008 zijn onder invloed van de kredietcrisis de koopprijzen van woningen gedaald en daarmee ook de WOZ-waarde, want die is gebaseerd op marktontwikkelingen.

Nadere informatie

1 Kerncijfers. Kerncijfers 15. Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren

1 Kerncijfers. Kerncijfers 15. Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren Kerncijfers 5 Kerncijfers..2.3.4.5 Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren Amsterdam in cijfers 200 6 Kerncijfers Toename bevolkingsomvang

Nadere informatie

Amsterdamse jongeren 'buiten beeld. jongeren die geen onderwijs volgen en niet werken nader bekeken. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Amsterdamse jongeren 'buiten beeld. jongeren die geen onderwijs volgen en niet werken nader bekeken. Onderzoek, Informatie en Statistiek Amsterdamse jongeren 'buiten beeld jongeren die geen onderwijs volgen en niet werken nader bekeken In opdracht van: WPI/OJZ/ stadsdelen West en Nieuw-West Projectnummer:./ Jong, Idske de Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Criminaliteitsbeeld. rapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Criminaliteitsbeeld. rapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek Criminaliteitsbeeld rapportage Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: OOV Projectnummer: Anne Huijzer Josca Boers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal % Postbus ), AR Amsterdam a.huijzer@amsterdam.nl

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2014

Stadsdelen in cijfers 2014 Stadsdelen in cijfers 2014 2 Colofon Verkrijgbaar bij Bureau Onderzoek en Statistiek, telefoon 020 251 0333 Samenstelling Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S) Oudezijds Voorburgwal 300 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

Fact sheet. Spanningen in Amsterdamse buurten in nummer 6 juni 2012

Fact sheet. Spanningen in Amsterdamse buurten in nummer 6 juni 2012 Fact sheet nummer 6 juni 2012 Spanningen in Amsterdamse buurten in 2011 O+S heeft een spanningenindex ontwikkeld om per buurt te laten zien in hoeverre sprake is van spanningen tussen bevolkingsgroepen.

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2012

Stadsdelen in cijfers 2012 Stadsdelen in cijfers 2012 Bezoekadres Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0333 Fax 020 251 0444 www.os.amsterdam.nl Stadsdelen in cijfers 2012 Postbus 658 1000 AR Amsterdam Stadsdelen in cijfers

Nadere informatie

Probleemwijken in Amsterdam

Probleemwijken in Amsterdam Probleemwijken in Amsterdam Project 7120 In opdracht van Dienst Wonen Lieselotte Bicknese Jeroen Slot Cor Hylkema Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon 020 527 9424

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2009

Stadsdelen in cijfers 2009 Stadsdelen in cijfers 2009 Westpoort Noord West Centrum Nieuw-West Oost Zuid Vo st lge ad n 1 sd s in m el d ei en el 20 p ing 10 er Zuidoost Stadsdelen in cijfers 2009 Westpoort Noord West Centrum Nieuw-West

Nadere informatie

Fact sheet. Spanningen in Amsterdamse buurten in nummer 3 mei 2014

Fact sheet. Spanningen in Amsterdamse buurten in nummer 3 mei 2014 Fact sheet nummer 3 mei 214 Spanningen in Amsterdamse buurten in 213 O+S heeft een index ontwikkeld om per buurt te laten zien in hoeverre sprake is van tussen bevolkingsgroepen. Deze fact sheet presenteert

Nadere informatie

Criminaliteitsbeeld. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Criminaliteitsbeeld. Onderzoek, Informatie en Statistiek Criminaliteitsbeeld In opdracht van: OOV Projectnummer: Anne Huijzer Josca Boers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal Postbus, AR Amsterdam a.huijzer@amsterdam.nl Telefoon www.ois.amsterdam.nl Amsterdam,

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2010

Stadsdelen in cijfers 2010 Stadsdelen in cijfers 2010 Stadsdelen in cijfers 2010 2 Colofon Verkrijgbaar bij Dienst Onderzoek en Statistiek, telefoon 020 251 0333 Samenstelling Dienst Onderzoek en Statistiek (O+S) Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2017 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2017 Leefbaarheid Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2017 Leefbaarheid Januari 2018 Amsterdammers waarderen hun buurt gemiddeld met een 7,5 Bewoners Centrum minder positief over toekomst buurt

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2009

Stadsdelen in cijfers 2009 Stadsdelen in cijfers 2009 Stadsdelen in cijfers 2009 2 Colofon Verkrijgbaar bij Stadsdrukkerij Amsterdam N.V., Voormalige Stadstimmertuin 4-6, telefoon 020 551 1811 Samenstelling Dienst Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2013

Stadsdelen in cijfers 2013 Stadsdelen in cijfers 2013 2 Colofon Verkrijgbaar bij Bureau Onderzoek en Statistiek, telefoon 020 251 0333 Samenstelling Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S) Oudezijds Voorburgwal 300 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

Bijlagen Amsterdamse Thermometer van de Openbare Ruimte 2019

Bijlagen Amsterdamse Thermometer van de Openbare Ruimte 2019 Bijlagen Amsterdamse Thermometer van de Openbare Ruimte 2019 De gemeente Amsterdam is op meerdere manieren ingedeeld. We maken hierbij onderscheid tussen 7 stadsdelen, 22 gebieden en 97 wijken. De namen

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2015 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2015 Leefbaarheid Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2015 Leefbaarheid Januari 2016 Amsterdammers geven hun buurt gemiddeld een 7,5 Sterkste stijgers in Oost en West; drie

Nadere informatie

De staat van de aandachtswijken

De staat van de aandachtswijken De staat van de aandachtswijken Amsterdam Project 7181 In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en Dienst Wonen Lieselotte Bicknese Jeroen Slot Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 5 juni 2012 Deze fact sheet gaat in op jeugdcriminaliteit en risicofactoren in buurten en stadsdelen in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2007 komen

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers

Stadsdelen in cijfers Stadsdelen in cijfers Stadsdelen in cijfers 2 COLOFON Verkrijgbaar bij Stadsboekwinkel Gemeentearchief, Amsteldijk 67, telefoon 020 572 0229 Stadsdrukkerij Amsterdam NV, Voormalige Stadstimmertuin 4-6,

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 6 november 2012 Deze fact sheet gaat in op jeugdcriminaliteit en risicofactoren in buurten en stadsdelen in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2007 komen

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Stedelijke erfpacht Nelisse, P.C.J. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Stedelijke erfpacht Nelisse, P.C.J. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Stedelijke erfpacht Nelisse, P.C.J. Link to publication Citation for published version (APA): Nelisse, P. C. J. (2008). Stedelijke erfpacht Doetinchem: Reed Business

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 3 november 2011 Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Deze fact sheet bespreekt de actuele stand van zaken van de jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Nadere informatie

DEFINITIEVE UITSLAG VERKIEZINGEN 2002 TWEEDE KAMER REFERENDUM GVB

DEFINITIEVE UITSLAG VERKIEZINGEN 2002 TWEEDE KAMER REFERENDUM GVB DEFINITIEVE UITSLAG VERKIEZINGEN 2002 TWEEDE KAMER REFERENDUM GVB in samenwerking met Bureau Verkiezingen Register Amsterdam INHOUD blz. VERKIEZINGEN TWEEDE KAMER 2002 LPF grote winnaar, ook in Amsterdam

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Nummer 11 I februari 2015 OIS berekent jaarlijks twee afzonderlijke indices om te laten zien hoe het in Amsterdam gaat met de jeugdcriminaliteit en de risicofactoren

Nadere informatie

[Geef tekst op] Kenmerken van groepen jongeren die niet in beeld zijn bij de gemeente Amsterdam. Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Kenmerken van groepen jongeren die niet in beeld zijn bij de gemeente Amsterdam. Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] Niet in beeld Kenmerken van groepen jongeren die niet in beeld zijn bij de gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek Niet in beeld In opdracht

Nadere informatie

Amsterdamse index veiligheidsbeleving

Amsterdamse index veiligheidsbeleving Een voorstel op basis van cijfers uit 2002 Amsterdam, 3 juli 2003 Sander Flight Met medewerking van: Bram van Dijk Onderzoek en Statistiek (0 + S) Amsterdam Inhoudsopgave Inleiding. Achtergrond.2 Herhaalde

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 1 april 2011 Deze fact sheet geeft inzicht in de actuele stand van zaken betreffende jeugdcriminaliteit en risicofactoren in Amsterdam door middel

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2015

Stadsdelen in cijfers 2015 Stadsdelen in cijfers 2015 Onderzoek, Informatie en Statistiek 2 Woord vooraf De publicatie Stadsdelen in cijfers biedt statistische basisgegevens op het niveau van de zeven stadsdelen, Westpoort en hun

Nadere informatie

Een veilig Amsterdam. Samen zorgen we ervoor. Veiligheidsindex Amsterdam

Een veilig Amsterdam. Samen zorgen we ervoor. Veiligheidsindex Amsterdam Een veilig Amsterdam. Samen zorgen we ervoor. Veiligheidsindex Amsterdam 2003-2005 Veiligheidsindex Amsterdam 2003-2005 Een beleids- en meetinstrument van de driehoek Amsterdam-Amstelland. De Veiligheidsindex

Nadere informatie

Verkiezingen 2014 Bestuurscommissies

Verkiezingen 2014 Bestuurscommissies Verkiezingen 2014 Bestuurscommissies Definitieve uitslag In samenwerking met Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen Projectnummer: 14059 Cor Hylkema Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300

Nadere informatie

de Makassarbuurt De Staat van

de Makassarbuurt De Staat van De Staat van de Makassarbuurt De Makassarbuurt ligt in de Indische Buurt tussen de de Zeeburgerdijk, Molukkenstraat, Insulindeweg en het Flevopark. De buurt beslaat 115 hectare, waarvan meer dan de helft

Nadere informatie

VERKIEZINGEN 2002 GEMEENTERAAD

VERKIEZINGEN 2002 GEMEENTERAAD VERKIEZINGEN 2002 GEMEENTERAAD in samenwerking met Bureau Verkiezingen Register Amsterdam VERKIEZINGEN GEMEENTERAAD 2002 INHOUD blz. Uitslag gemeenteraadsverkiezing Amsterdam 3 Grafiek Winst en verlies

Nadere informatie

Amsterdamse studentenwoningen in het nieuwe WWS

Amsterdamse studentenwoningen in het nieuwe WWS NOTITIE RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Amsterdamse studentenwoningen in het nieuwe WWS De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid Februari 2012 Geen enkele buurt meer onvoldoende Sterkste stijging tevredenheid in Overtoomse Veld Al

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 10 maart 2014 Deze fact sheet gaat in op jeugdcriminaliteit en risicofactoren in buurten en stadsdelen in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2007 komen

Nadere informatie

Tegengaan van segregatie in het basisonderwijs

Tegengaan van segregatie in het basisonderwijs Tegengaan van segregatie in het basisonderwijs Mogelijkheden en beperkingen van het instellen van voedingsgebieden Project 7206 In opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling drs. Jolijn Broekhuizen

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2013 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2013 Leefbaarheid Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2013 Leefbaarheid December 2013 Tevredenheid over de buurt neemt toe in Noord en Zuidoost Bosleeuw laat sterkste stijging

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Bewonersonderzoek Dienstverlening weer verbeterd

Bewonersonderzoek Dienstverlening weer verbeterd Bewonersonderzoek 2018 Dienstverlening weer verbeterd Onderwerpen Methode en respons Resultaten: Woning, buurt en overlast Bewonersonderzoek 2018 Sociale contacten en betrokkenheid Verhuizen Dienstverlening

Nadere informatie

Veerkracht in het Amsterdamse Corporatiebezit Welkom!

Veerkracht in het Amsterdamse Corporatiebezit Welkom! Veerkracht in het Amsterdamse Corporatiebezit Welkom! Programma 14:00 Welkom door Jeroen van der Veer, AFWC 14:10 Kees Leidelmeijer (RIGO) en Jeroen Frissen over het onderzoek Veerkracht van het corporatiebezit

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Fact sheets buurtcombinaties stadsdeel Zuid. Projectnummer: 9306 In opdracht van: Gebiedsmanagement, Stadsdeel Oud-Zuid

Fact sheets buurtcombinaties stadsdeel Zuid. Projectnummer: 9306 In opdracht van: Gebiedsmanagement, Stadsdeel Oud-Zuid Fact sheets buurtcombinaties stadsdeel Zuid Projectnummer: 9306 In opdracht van: Gebiedsmanagement, Stadsdeel Oud-Zuid Lonneke van Oirschot MSc Raziye Simsek MSc Drs. Jeroen Slot Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Openbare ruimte en groen

Openbare ruimte en groen Ruimtegebruik 245 Openbare ruimte en groen..2 Ruimtegebruik Woonomgeving Amsterdam in cijfers 203 246 Openbare ruimte en groen Stad wordt steeds drukker Amsterdam heeft een oppervlakte van 2.933 hectare.

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

A MSTERDAM C IJFERS. tel. (020) fax (020) Internet:

A MSTERDAM C IJFERS. tel. (020) fax (020) Internet: 1 Weesperstraat 79 Postbus 658 tel. (020) 527 9 527 fax (020) 527 9 595 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam E-mail: algemeen@onstat.amsterdam.nl Internet: www.onstat.amsterdam.nl A B C D G H J N P Q R

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2012

Amsterdamse Armoedemonitor 2012 Amsterdamse Armoedemonitor 2012 In opdracht van: Dienst Werk en Inkomen Projectnummer: 13010 Merijn Heijnen Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Nienke Nottelman Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

De precieze cijfers voor het aantal misdrijven diefstal/inbraak woning voor de gemeente Amsterdam zijn als volgt: 2008 2009 2010 2011 2012 Verschil

De precieze cijfers voor het aantal misdrijven diefstal/inbraak woning voor de gemeente Amsterdam zijn als volgt: 2008 2009 2010 2011 2012 Verschil Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Schriftelijke vragen R Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 521 Publicatiedatum 26 juni 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding Landelijk beeld: afname Steeds minder mensen in Nederland doen een beroep op de bijstand. Het aantal bijstandsontvangers van 15-64 jaar nam tussen en af van 489.170 tot 334.990, een afname van 31,5%. De

Nadere informatie

Verkoop door woningcorporaties

Verkoop door woningcorporaties 2 14 Ruim 22.000 corporatiewoningen verkocht Vanaf 199 tot en met de eerste helft van 14 hebben de woningcorporaties ruim 22.000 bestaande woningen verkocht aan particulieren. Het aantal verkopen kwam

Nadere informatie

De Gebiedsmonitor bestaat uit de Doelbereikmonitor en de Uitvoeringsmonitor.

De Gebiedsmonitor bestaat uit de Doelbereikmonitor en de Uitvoeringsmonitor. Gebiedsmonitor Gebied 18 Oud-Noord De Gebiedsmonitor bestaat uit de Doelbereikmonitor en de Uitvoeringsmonitor. Nulmeting Doelbereikmonitor In de Gebiedsagenda zijn de ontwikkelingen, opgaven en kansen

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam. Leefbaarheid. Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Stadsdelen. Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties

Wonen in Amsterdam. Leefbaarheid. Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Stadsdelen. Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2003 Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Stadsdelen Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties WIA 4 COVER def 17-08-2004 13:50 Pagina 2 bijlage 5 Colofon Omschrijving en kaart van de buurtcombinaties

Nadere informatie

Bewonersonderzoek 2017

Bewonersonderzoek 2017 Bewonersonderzoek 2017 Onderwerpen Methode en respons Woning, buurt en overlast Bewonersonderzoek 2017 Verwachte ontwikkeling van de buurt SCHOON : Wat is het belangrijkst? Verhuizen Bewonersonderzoek

Nadere informatie

Het Eigen Haard Wijkselectie & Analyse model. Pieter Masmeijer Hoofd klant, markt & wijken

Het Eigen Haard Wijkselectie & Analyse model. Pieter Masmeijer Hoofd klant, markt & wijken Het Eigen Haard Wijkselectie & Analyse model Pieter Masmeijer Hoofd klant, markt & wijken Welke kansen liggen er voor corporaties op het gebied van informatieverzameling en kennismanagement, nu kostenefficiënt

Nadere informatie

Woningtoewijzing kwetsbare groepen in wijken Onderzoek, Informatie en Statistiek

Woningtoewijzing kwetsbare groepen in wijken Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Woningtoewijzing kwetsbare groepen in wijken Onderzoek, Informatie en Statistiek 2 In opdracht van: afd. Wonen en stadsdelen Projectnummer: 17267 Hester Booi Daan Schmitz Kirsten Simhoffer

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam. Stadsdeelprofielen. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Stadsdelen Amsterdamse Woningcorporaties

Wonen in Amsterdam. Stadsdeelprofielen. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Stadsdelen Amsterdamse Woningcorporaties 2011 Wonen in Amsterdam Stadsdeelprofielen Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Stadsdelen Amsterdamse Woningcorporaties Colofon Uitgave Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Datum Augustus 2012 Auteurs Kees Dignum

Nadere informatie

Oost in 31 buurten 2011

Oost in 31 buurten 2011 Oost in 31 buurten 2011 De buurten vergeleken Samenvatting: Hoe gaat het met Oost, waar gaat het goed en waar gaat het minder? Oost groeit en bloeit Het stadsdeel neemt sterk toe in inwonertal. Er komen

Nadere informatie

Scenario's Veranderend Noord De toekomstige ontwikkeling van Amsterdam-Noord in vier scenario's

Scenario's Veranderend Noord De toekomstige ontwikkeling van Amsterdam-Noord in vier scenario's - Scenario's Veranderend Noord De toekomstige ontwikkeling van Amsterdam-Noord in vier scenario's Onderzoek, Informatie en Statistiek 1 In opdracht van: Stadsdeelorganisatie Noord; Ruimte en Duurzaamheid

Nadere informatie

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de 8 Participatie in welvaart In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de welvaartssituatie van verschillende

Nadere informatie

Amsterdam. (on)betaalbaar. amsterdam woon

Amsterdam. (on)betaalbaar. amsterdam woon Amsterdam (on)betaalbaar woon amsterdam 2 16 Amsterdam woon amsterdam 216 (on)betaalbaar Makelaarsvereniging Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woning corporaties Gemeente Amsterdam Amsterdam (on)betaalbaar

Nadere informatie

Geraadpleegde literatuur

Geraadpleegde literatuur 141 Geraadpleegde literatuur Babeliowsky, M & den Boer, R., Babeliowsky Onderwijsonderzoek. Voortgezet Onderwijs in beeld; resultaten in het Amsterdamse voortgezet onderwijs 1997/98 2002/03. Almere, augustus

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2011

Amsterdamse Armoedemonitor 2011 Amsterdamse Armoedemonitor 2011 In opdracht van Dienst Werk en Inkomen. Uitgevoerd door Bureau Onderzoek en Statistiek. Nummer 15, mei 2012 Amsterdamse Armoedemonitor 2011 Nummer 15 Projectnummer 12010

Nadere informatie

Inzicht in effectieve sociaal culturele projecten voor jongeren. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Inzicht in effectieve sociaal culturele projecten voor jongeren. Onderzoek, Informatie en Statistiek Inzicht in effectieve sociaal culturele projecten voor jongeren In opdracht van: Projectnummer: 16081 Steven Poppelaars Femke Goosens Josca Boers Lotje Cohen Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2009

Amsterdamse Armoedemonitor 2009 Amsterdamse Armoedemonitor 2009 In opdracht van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) Uitgevoerd door de Dienst Onderzoek en Statistiek Nummer 13, oktober 2010 Amsterdamse Armoedemonitor 2009 In opdracht van

Nadere informatie

De Staat van het Plan van Gool 2011

De Staat van het Plan van Gool 2011 De Staat van het Plan van Gool 211 Het Plan van Gool Het Plan van Gool grenst aan de zuidkant van het winkelcentrum Boven t IJ en ligt in de wijk Buikslotermeer. De architect Van Gool ontwierp in 196 dit

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren Nummer 2 I maart 2013 O+S heeft twee afzonderlijke indexen ontwikkeld om te laten zien hoe het gaat met de volwassenencriminaliteit en risicofactoren

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

WOZ-waarde woningen flink gestegen

WOZ-waarde woningen flink gestegen WOZ-waarde woningen flink gestegen Veel mensen krijgen een dezer dagen de aanslag voor de onroerendgoedbelasting in de brievenbus, eigenaren van woningen krijgen ook een waardebeschikking. De aanslag is

Nadere informatie

Verkiezingen 2006 Gemeenteraad Amsterdam

Verkiezingen 2006 Gemeenteraad Amsterdam Verkiezingen 2006 Gemeenteraad Amsterdam Definitieve uitslag Project: 6041 In samenwerking met: Dienst Persoonsgegevens/Bureau Verkiezingen Sdu Uitgevers Samenstelling publicatie: Cor Hylkema Wim van Zee

Nadere informatie

Staat van de aandachtswijken

Staat van de aandachtswijken Staat van de aandachtswijken 1-meting Projectnummer 9107 In opdracht van het Programmabureau Wijkaanpak drs. Lieselotte Bicknese drs. Jeroen Slot Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel Kerncijfers Ouder- Amstel SRA-Zuid SRA- Noord Amsterdam* totaal huishoudens (abs. bron: CBS/OIS).87 16.19 1.6 9.1 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS).781 16.7 1.9 17.9

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Kerncijfers SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* huishoudens (abs. bron: CBS/OIS) 8.79 43.2 4.9.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 78.33 42.93 4.347 47.9 Aantal respondenten enquête..73.77

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt, midden in de polder, een nieuwe woonwijk: de Groote Wielen. In totaal komen er ongeveer 4.350 woningen, daarvan

Nadere informatie

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren nummer 1 juni 2012 Categorieën/doelgroepen First offender: een persoon van 18 jaar of ouder die voor het eerst in aanraking is gekomen met Justitie.

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht juni 2017 Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw- Minder overgewicht Het percentage kinderen * met overgewicht (inclusief obesitas) in Nieuw- is tussen en significant

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Colofon Uitgave Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Amsterdam Datum Juli 2013 Auteurs San Yin Kan, Jan Düker en Kees Dignum Begeleidingsgroep

Nadere informatie

Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam

Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam Lage inkomens in Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam, rve Participatie Projectnummer: Laure Michon Nienke Nottelman Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres:

Nadere informatie

Definitieve uitslag Amsterdam. Project: 12213 Verkiezingen Tweede Kamer 2012 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen

Definitieve uitslag Amsterdam. Project: 12213 Verkiezingen Tweede Kamer 2012 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen Verkiezingen 2012 Tweede Kamer Definitieve uitslag Amsterdam Project: 12213 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen Samenstelling publicatie: Jeroen Slot Cor Hylkema Chris Beijer

Nadere informatie

Verkiezingen 2010 Gemeenteraad Amsterdam

Verkiezingen 2010 Gemeenteraad Amsterdam Verkiezingen 2010 Gemeenteraad Amsterdam Definitieve uitslag Project: 10057 In samenwerking met: Dienst Persoons- en Geo-informatie/Bureau Verkiezingen Samenstelling publicatie: Cor Hylkema Wim van Zee

Nadere informatie

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie