Wonen in Amsterdam. Leefbaarheid. Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Stadsdelen. Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wonen in Amsterdam. Leefbaarheid. Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Stadsdelen. Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties"

Transcriptie

1 Wonen in Amsterdam 2003 Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Stadsdelen Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties

2 WIA 4 COVER def :50 Pagina 2 bijlage 5 Colofon Omschrijving en kaart van de buurtcombinaties en stadsdelen Uitgave Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Datum 20 juni 2004 Plaats Amsterdam Auteurs Jeroen van der Veer, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Hoofdstuk 4: Rogier Noyon en Ruud van Trijp, Woningbouwvereniging Het Oosten, afd. Markt en Innovatie Begeleidingsgroep André v/d Berg (stadsdeel Oud-Zuid), Kees Dignum (Dienst Wonen), Ineke Jeurissen, (Dienst Wonen), Minke Kolstein (De Dageraad), Eric Kurpershoek (Rochdale), Willy de Looper (stadsdeel Centrum), Rogier Noyon (Het Oosten), Carla Schröder (stadsdeel Noord), Willem Teune (Dienst Wonen), Laura Uittenbogaard (Dienst Wonen), Jeroen van der Veer (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties) en Hans de Waal (Dienst O+S) Grafische vormgeving Jan de Wringer en Sandy Bakmeijer (Artvark Design) Stadsdelen A Centrum B Westpoort C Westerpark D Oud-West G Zeeburg H Bos en Lommer J De Baarsjes N Amsterdam-Noord P Geuzenveld/Slotermeer Q Osdorp R Slotervaart T Zuidoost U Oost/Watergraafsmeer V Amsterdam Oud-Zuid W Zuideramstel Foto s omslag Katrien Mulder Foto s binnenwerk Jeroen van der Veer op pagina: 6, 38 rechtsboven, 39 rechtsboven, 40, 43 rechtsboven, 45 linksboven, 48, 50, 51, 54, 56, 61 en 102 Maarten Stuurman op pagina: 15, 38 linksonder, 38 linksboven, 39 linksboven, 43 linksboven, 45 rechtsboven, 59 en 64 van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Kaarten hoofdstukken 1 t/m 3: Jeroen van der Veer, hoofdstuk 4: Ruud van Trijp, figuur 4.13: Kees Dignum, ondergrond kaart bijlage 5: Geostreets 2002 In opdracht van Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de volgende stadsdelen: Amsterdam-Centrum, Westerpark, Oud-West, Zeeburg, Bos en Lommer, Amsterdam-Noord, Geuzenveld/Slotermeer, Slotervaart/Overtoomse Veld, Zuidoost, Oost/Watergraafsmeer, Amsterdam Oud-Zuid, Zuideramstel Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Delflandlaan 4 Postbus AR Amsterdam Telefoon info@afwc.nl Website Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Jodenbreestraat 25 Postbus BX Amsterdam Telefoon documentatie@wonen.amsterdam.nl Website Buurtcombinaties A00 Burgwallen-Oude Zijde A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde A02 Grachtengordel-West A03 Grachtengordel-Zuid A04 Nieuwmarkt/Lastage A05 Haarlemmerbuurt A06 Jordaan A07 De Weteringschans A08 Weesperbuurt/Plantage A09 Oostelijke Eilanden/Kadijken B10 Westelijk Havengebied B11 Bedrijventerrein Sloterdijk C12 Houthavens C13 Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt C14 Staatsliedenbuurt C15 Centrale Markt C16 Frederik Hendrikbuurt D17 Da Costabuurt D18 Kinkerbuurt D19 Van Lennepbuurt D20 Helmersbuurt D21 Overtoomse Sluis D22 Vondelbuurt G31 Indische Buurt West G32 Indische Buurt Oost G33 Oostelijk Havengebied G34 IJ-eiland e.o. buurtcombinaties N64 en N73 worden in het rapport aangeduid als Landelijk Noord ) N65 Tuindorp Oostzaan N66 Oostzanerwerf N67 Kadoelen N68 Nieuwendam-Noord N69 Buikslotermeer N70 Banne Buiksloot N71 Buiksloterham N72 Nieuwendammerham N73 Waterland (de samengevoegde buurtcombinaties N64 en N73 worden in het rapport aangeduid als Landelijk Noord ) Q80 Lutkemeer/Ookmeer Q81 Osdorp-Oost Q82 Osdorp-Midden Q83 De Punt Q84 Middelveldsche Akerpolder/Sloten U27 Weesperzijde U28 Oosterparkbuurt U29 Dapperbuurt U30 Transvaalbuurt U55 Frankendael U56 Middenmeer U57 Betondorp U58 De Omval J40 De Krommert J41 Van Galenbuurt J42 Hoofdweg e.o. J43 Westindische Buurt N60 Volewijck N61 IJplein/Vogelbuurt N62 Tuindorp Nieuwendam N63 Tuindorp Buiksloot N64 Nieuwendammerdijk/ Buiksloterdijk (de samengevoegde W52 Scheldebuurt W53 IJselbuurt W54 Rijnbuurt W59 Station Zuid/WTC e.o. W90 Buitenveldert-West W91 Buitenveldert-Oost R85 Slotervaart R86 Overtoomse Veld R87 Westlandgracht R88 Sloter-/Riekerpolder T92 Amstel III/Bullewijk T93 Bijlmer Centrum (D,F,H) T94 Bijlmer Oost (E,G,K) T95 Nellestein T96 Holendrecht/Reigersbos T97 Gein T98 Driemond P75 Spieringhorn P76 Slotermeer-Noordoost P77 Slotermeer-Zuidwest P78 Geuzenveld P79 Eendracht V24 Oude Pijp V25 Nieuwe Pijp V26 Diamantbuurt V44 Hoofddorppleinbuurt V45 Schinkelbuurt V46 Willemspark V47 Museumkwartier V48 Stadionbuurt V49 Apollobuurt V50 Duivelseiland H36 Sloterdijk H37 Landlust H38 Erasmuspark H39 De Kolenkit

3 Stand van zaken Deel 4 1

4 Inhoudsopgave Belangrijkste conclusies 5 hoofdstuk 1 Inleiding Het onderzoek: combinatie Wonen in Amsterdam (WIA) en Lemon-leefbaarheidsmonitor Overige onderzoeksrapporten op basis van Steekproef: gewogen en ongewogen rapporteren Relatie met andere leefbaarheidsonderzoeken Opbouw van de rapportage Het gaat om de mening van de bewoners Hoe verder? 11 hoofdstuk 2 sresultaten per stadsdeel Algemeen: totaaloordeel buurt en buurtontwikkeling Spreiding rond het gemiddelde rapportcijfer Oordeel over de woning Voorzieningen Inrichting woonomgeving, straten en groenvoorzieningen Prettig samenleven Overlast Veiligheid Wat kan er verbeteren? en kenmerken respondenten (On)veiligheidsgevoelens naar leeftijd en etniciteit Typologie van stadsdelen 34 hoofdstuk 3 sresultaten per buurtcombinatie Totaaloordeel buurt Buurtontwikkeling Kwaliteit, onderhoud, schoonhouden en schoonheid wonen Buurtvoorzieningen Parkeren Openbaar vervoer Inrichting woonomgeving Groenvoorziening Onderhoud en schoonhouden straten, stoepen en groen Prettig samenleven Overlastaspecten Waar zijn de leefbaarheidsproblemen het grootst? Hoogste en laagste scores per leefbaarheidsdimensie Ontwikkeling tussen 2001 en , dynamiek en woonmilieus 70 2

5 3.16 Typologie van buurtcombinaties Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven het gemiddelde Type 4: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde 77 hoofdstuk 4 Wat is het aantrekkelijkste van de buurt Verwerking van het materiaal Kwaliteiten van de stadsdelen Verschillen tussen buurten Parken en pleinen Groen en water Woonmilieus Buurten met lage score voor totaaloordeel buurt Noties over meten Hoe nu verder 92 hoofdstuk 5 Hoe leefbaar is Amsterdam? Samenvatting en slotbeschouwing Het onderzoek Resultaten per stadsdeel Resultaten per buurtcombinatie , dynamiek en woonmilieus en achtergrondkenmerken Typologie van buurtcombinaties Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven gemiddelde Type 4: rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde Wat is het aantrekkelijkste van de buurt Slotbeschouwing 106 Bijlagen 1 Gegevens per (samengevoegde) buurtcombinatie uit Gegevens per samengevoegde buurtcombinatie uit Wonen in Amsterdam Enquête Samenvoeging en toedeling van gebieden, respons (beoogd en gerealiseerd) Omschrijving en kaart van de buurtcombinaties en stadsdelen uitvouwbare achterflap 3

6 4

7 Belangrijkste conclusies Conclusies van / Lemon op het gebied van leefbaarheid (de rapportcijfers op een schaal van 1 10 staan steeds tussen haakjes): Op de vraag: Hoe tevreden bent u met uw buurt? (totaaloordeel buurt) geven de Amsterdammers gemiddeld een rapportcijfer van 7,0 tegen 6,9 in De meeste stadsdelen krijgen een ruime voldoende. Bewoners van het Centrum (7,9) Oud-Zuid (7,9) en Zuideramstel (7,8) blijken het meest tevreden. In Bos en Lommer (5,7) geven bewoners gemiddeld het laagste cijfer als totaaloordeel voor de buurt, evenals in In het laatste stadsdeel is de tevredenheid wel toegenomen ten opzichte van 2001 (zie onder). Amsterdammers zijn gemiddeld iets tevredener over de eigen woning (7,2) dan over de buurt (7,0). Beschouwen wij de ontwikkeling van de rapportcijfers voor de buurt tussen 2001 en 2003 dan laten vrijwel alle leefbaarheidsaspecten een verbetering zien van enkele tienden. De tevredenheid over de buurt is (in absolute zin) er het sterkst op vooruitgegaan in Bos en Lommer, Oud-Zuid, De Baarsjes en Oud-West. De enige stadsdelen waar de tevredenheid over de buurt is afgenomen, zijn Amsterdam- Noord en Geuzenveld/Slotermeer. In Zuidoost is de tevredenheid van de bewoners over de buurt toegenomen van 6,5 in 2001 naar 6,7 in Dat is een stijging boven het Amsterdamse gemiddelde. De stedelijke vernieuwing in de Bijlmermeer in combinatie met de aanpak van leefbaarheidsproblemen werpt duidelijk vruchten af. Van alle overlastaspecten ergeren Amsterdammers zich het meest aan vervuiling (6,0, tegen 5,7 in 2001). Vooral in Bos en Lommer (5,2), Zeeburg (5,5) en Geuzenveld/Slotermeer (5,5) zijn bewoners ontevreden over de mate van vervuiling. De overlast van vervuiling is sterk afgenomen in Oud-West en Zuidoost en toegenomen in Geuzenveld/Slotermeer en Zeeburg. Het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen wordt het vaakst genoemd als verbeteraspect, gevolgd door de veiligheid op straat. In alle stadsdelen behalve Osdorp is het onderhoud en schoonhouden van de openbare ruimte het belangrijkste verbeterpunt, terwijl in Osdorp de verbetering van de veiligheid op straat bovenaan staat. Het algemene beeld over de tevredenheid over de buurt per buurtcombinatie lijkt sterk op Zo is de top drie nog steeds hetzelfde, namelijk Apollobuurt, Museumkwartier en Grachtengordel-West. Toch zijn er wel degelijk verschuivingen. We zien een bovengemiddelde toename van de tevredenheid in de vooroorlogse delen van de stad, met name aan de westkant (delen van Oud-West, Westerpark, De Baarsjes en Bos en Lommer). Ook in de Bijlmermeer is de tevredenheid toegenomen. In delen van de Westelijke Tuinsteden, Noord, Gein, 5

8 Spaarndammerbuurt, Indische Buurt en op de Wallen is de tevredenheid juist afgenomen, terwijl ook het rapportcijfer onder het Amsterdamse gemiddelde ligt. In deze buurten ondervinden bewoners toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit. Zorgwekkend is dat in deze gebieden niet alleen de leefbaarheid negatief wordt beoordeeld, maar dat deze er, in de beleving van bewoners, ook nog eens sterker op achteruit gaat dan in andere delen van de stad. Activiteiten gericht op verbetering van de leefbaarheid van bewoners zouden zich vooral op deze gebieden moeten richten. Vier buurtcombinaties verdienen bijzondere aandacht, omdat het de enige buurtcombinaties zijn die een onvoldoende als totaaloordeel voor de buurt (rapportcijfer < 6) combineren met een afname van tevredenheid. Het betreft de Indische Buurt West, Indische Buurt Oost, IJplein/Vogelbuurt en Geuzenveld. In Zuidoost is de tevredenheid over de buurt toegenomen,mede dankzij de stedelijke vernieuwing. 6

9 hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Wonen is meer dan een dak boven je hoofd. De tevredenheid van bewoners over het wonen in hun buurt wordt niet alleen bepaald door de kwaliteit van de woning zelf. Ook de inrichting van de woonomgeving, de veiligheid op straat, de aanwezigheid van voorzieningen en de manier waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, spelen een belangrijke rol in het oordeel van bewoners over het wonen. In de Beleidsovereenkomst Volkshuisvesting Amsterdam (die momenteel wordt geactualiseerd) hebben de partijen van het Amsterdams Volkshuisvestingsoverleg (Centrale Stad, Stadsdelen, Huurdersvereniging Amsterdam en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties) afgesproken om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op de aanpak van leefbaarheid. Volgens deze gezamenlijke visie, die in februari 2002 werd gepubliceerd, is een leefbare buurt van grote betekenis voor de kwaliteit van het wonen in de grote stad. De kwaliteit van de woon- en leefomgeving telt sterk mee als factor die het woongenot van de Amsterdammer bepaalt. In de aanpak en inzet voor de leefbaarheid op straatniveau ligt de sleutel tot het bereiken van een aantrekkelijke woon- en leefomgeving. De leefbaarheid hoort daarom hoog op de agenda te staan van partijen zowel op stadsdeelniveau als op stedelijk niveau; iedere partij moet aanspreekbaar zijn op zijn rol. (Een stedelijke visie op de leefbaarheid in Amsterdam, AVO, 2002, p.10) Het begrip leefbaarheid is uitgegroeid tot containerbegrip dat al gauw het totale menselijk geluk lijkt te omvatten. Wij zullen hier niet proberen een definitie te geven van leefbaarheid, maar sluiten aan bij de begripsafbakening zoals die wordt gegeven in de stedelijke visie op de leefbaarheid(aanpak) in Amsterdam. De AVO-partijen zijn het er over eens: dat de volgende aspecten en activiteiten tot leefbaarheid worden gerekend: schoon: alle activiteiten die gericht zijn op het schoonhouden van de stad, met name woongebouwen en woonomgeving; heel: alle activiteiten die gericht zijn op een goed functionerend gebruik en onderhoud van objecten in de stad, met name in de gebouwde omgeving en de buitenruimte; veilig: alle activiteiten die gericht zijn op een vergroting van de veiligheid van bewoners, met name op het terrein van criminaliteit en verkeer; prettig samenleven: alle activiteiten die ten doel hebben om de kwaliteit van het samenleven van bewoners te verbeteren, met name op straat, -buurt en wijkniveau. Daarnaast zijn er nog andere aspecten die bijdragen aan de leefbaarheid van buurten. Zo blijkt dat in buurten waar de bewoners de woonomgeving mooi vinden, ook vaak de tevredenheid over de buurt hoog is. Ook de aanwezigheid van voorzieningen wordt door de bewoners op prijs gesteld. Zo vormt functiemenging van wonen, werken en voorzieningen een belangrijke pullfactor van stedelijke woonmilieus. In onze benadering van leefbaarheid spelen dus de volgende aspecten een rol: schoon, heel, mooi, veilig, prettig samenleven en de 7

10 aanwezigheid van voorzieningen. Het rapport De Amsterdamse leefbaarheidsaanpak gewogen van Van Soomeren en Tops (2000) laat een veelvormigheid aan leefbaarheidsprojecten zien. Een stedelijk beeld van de leefbaarheid in buurten kan partijen helpen om hun keuzes in de aanpak te toetsen 1.2 Het onderzoek: combinatie Wonen in Amsterdam (WIA) en Lemon-leefbaarheidsmonitor Snds 1995 wordt tweejaarlijks het grootschalige onderzoek Wonen in Amsterdam gehouden. Het veldwerk voor dit onderzoek wordt uitgevoerd door O+S Amsterdam. In 2003 traden de Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en 12 van de 14 stadsdelen op als gezamenlijk opdrachtgever van Wonen in Amsterdam. In 2001 werd het onderzoek uitgebreid met leefbaarheidsvragen. De vragen zijn afkomstig uit een door de Amsterdamse woningcorporaties aangepaste versie van de Lemon-leefbaarheidsmonitor van Aedes. Lemon meet het subjectieve oordeel van bewoners over de buurt(ontwikkeling) als geheel, de kwaliteit van de woningvoorraad, de inrichting, het onderhoud en het schoonhouden van de woonomgeving, veiligheid, groenvoorzieningen, aanwezigheid van scholen, winkels, sociale en medische voorzieningen, sociale relaties in de buurt, burenoverlast, overlast van ongewenste activiteiten en verkeersoverlast. Centraal staat daarbij de vraag hoe de bewoners zelf denken over de leefbaarheid van hun buurt. Het AVO ziet het onderzoek Wonen in Amsterdam als de belangrijkste informatiebron voor een aantal subjectieve indicatoren van leefbaarheid. De scores op de leefbaarheidsvragen van Wonen in Amsterdam 2001 moeten worden beschouwd als nulmeting. Elke twee jaar wordt dit onderzoek herhaald, zodat buurten in de tijd kunnen worden gevolgd. In 2003 is het onderzoek Wonen in Amsterdam opnieuw uitgevoerd Hierdoor is het mogelijk om een vergelijking te maken tussen 2001 en De combinatie van de Lemon-leefbaarheidsmonitor met Wonen in Amsterdam biedt een aantal belangrijke voordelen: Grote steekproef Het onderzoek is uitgevoerd door middel van schriftelijke en mondelinge enquêtes, die in het voorjaar van 2003 zijn afgenomen onder zelfstandig wonende huishoudens. Er zijn bijna enquêtes ingevuld. Amsterdam is ingedeeld in 15 stadsdelen (inclusief Westpoort), 94 buurtcombinaties (zie kaart achterin) en 355 buurten. Alle buurten doen mee Het onderzoek strekt zich uit over de gehele stad en beperkt zich niet tot buurten die in het kader van het grotestedenbeleid of de stedelijke vernieuwing zijn genoemd. Zowel de Bijlmermeer als de Apollobuurt zijn in het onderzoek vertegenwoordigd. De 'probleembuurt' van gisteren is immers niet noodzakelijkerwijze de 'probleembuurt' van vandaag en omgekeerd. Zeker voor het volgen van ontwikkelingen over langere periodes is het wenselijk als onderzoeken zich niet beperken tot die wijken die in het kader van een bepaald beleid zijn aangewezen. Alle buurten doen dus mee, met uitzondering van een aantal bedrijfs- en haventerreinen. Vanwege de betrouwbaarheid is een aantal buurtcombinaties samengevoegd (zie bijlage 4). Uiteindelijk resteren 76 gebieden waarvoor betrouwbare uitspraken mogelijk zijn. Per buurtcombinatie is gestreefd naar zo n 200 ingevulde enquêtes. 8

11 Gebruikersvriendelijk computerpakket De resultaten van de leefbaarheidsvragen worden beschikbaar gesteld in het gebruikersvriendelijke computerpakket Lemon dat door Aedes is ontwikkeld en dat door het onderzoeksbureau RIGO wordt bijgehouden. Met ingang van september 2004 is het voor iedereen mogelijk Lemon en de Amsterdamse leefbaarheidsresultaten van te raadplegen via internet (zie Combinatie met andere variabelen Het onderzoek Wonen in Amsterdam bevat veel vragen over achtergrondkenmerken als inkomen, opleiding, etniciteit, leeftijd en woonsituatie. Hierdoor is het mogelijk de antwoorden op leefbaarheidsvragen te relateren aan andere kenmerken van respondenten. Eenduidige cijfers door onderlinge samenwerking Het onderzoek Wonen in Amsterdam in combinatie met Lemon is tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen woningcorporaties, Dienst Wonen en stadsdelen. Voordeel hiervan is dat iedereen dezelfde leefbaarheidsgegevens hanteert. Er is een begeleidingscommissie gevormd waarin deze partijen zitting hebben. Namens de stadsdelen zijn André van den Berg (Oud-Zuid), Willy de Looper (Centrum) en Carla Schröder (Noord) vertegenwoordigd, namens de Dienst Wonen Kees Dignum, Ineke Jeurissen, Willem Teune en Laura Uittenbogaard en namens de woningcorporaties Minke Kolstein (de Dageraad), Eric Kurpershoek (Rochdale), Rogier Noyon (Het Oosten) en Jeroen van der Veer (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties). 1.3 Overige onderzoeksrapporten op basis van De leefbaarheidsrapportage is het vierde rapport op basis van Wonen in Amsterdam De andere delen zijn: Deel 1: Stand van zaken. Dit deel gaat vooral in op de ontwikkeling van de inkomens en de woningvoorraad. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de woonsituatie en de mening van bewoners over de kwaliteit van de woning. Deel 1 is verschenen in april Deel 2: Stadsdeelprofielen bevat analyses en tabellen op buurtcombinatieniveau met de resultaten per stadsdeel en verschijnt ook in de zomer van Deel 3: Woonwensen van Amsterdamse huishoudens geeft een beeld van woonwensen en verhuisgeneigdheid per stadsdeel en verschijnt in het najaar. Deze leefbaarheidsrapportage (Deel 4) besteedt vooral aandacht aan de woonomgeving. Maar ook de mening over de kwaliteit van de woning komt aan de orde. Bovendien wordt een relatie gelegd met andere gegevens in Wonen in Amsterdam, zoals inkomen, opleiding en etniciteit. De rapportage zoomt in op het schaalniveau van de buurtcombinaties, waarbij met behulp van kaarten een overzicht wordt gegeven van de verschillende leefbaarheidsdimensies. Voor een uitgebreidere analyse van de tevredenheid over de woning naar verschillende deelaspecten verwijzen wij naar Deel 1: Stand van zaken. 9

12 1.4 Steekproef: gewogen en ongewogen rapporteren Wonen in Amsterdam is een steekproefonderzoek. Je hebt dus altijd te maken met bepaalde betrouwbaarheidsmarges. Op stadsdeelniveau liggen die tussen de 2,2% en 3,5% afhankelijk van de omvang van de respons. Het gaat er in deze rapportage dan ook niet om het exacte rapportcijfer vast te stellen dat door bewoners in een bepaald stadsdeel of buurtcombinatie wordt gegeven. Veeleer gaat het erom algemene patronen op te sporen en te bepalen welke wijken en buurten ruim boven het Amsterdamse gemiddelde scoren en welke eronder. Om uitspraken te kunnen doen over de woonsituatie en de kenmerken van de bevolking is in Deel 1 van gebruik gemaakt van zogenaamde gewogen cijfers. Met behulp van een weging is de steekproef vertaald naar de Amsterdamse bevolking en woningvoorraad. Daarbij is gewogen met etniciteit, bewoningstype, eigendom van de woning en opleidingsniveau. In tegenstelling tot de gegevens over woningen en bewoners zijn de rapportcijfers in deze rapportage en in Deel 1 gebaseerd op ongewogen cijfers. Bij de leefbaarheidsvragen bleek namelijk het verschil tussen gewogen en ongewogen rapportcijfers zeer gering te zijn. Bovendien worden in het landelijke benchmarkbestand van Lemon de gegevens ook niet gewogen. Vanuit het streven naar eenduidigheid is er daarom voor gekozen om voor de leefbaarheidsdimensies uit te gaan van ongewogen cijfers. 1.5 Relatie met andere leefbaarheidsonderzoeken De combinatie van Wonen in Amsterdam met Lemon is niet het enige leefbaarheidsonderzoek dat in Amsterdam wordt uitgevoerd. Vanaf september 2003 wordt het veldwerk voor de monitor leefbaarheid en veiligheid maandelijks uitgevoerd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een aangepaste versie van de standaard GSB-vragenlijst, zoals die door Intomart is ontwikkeld. Maandelijks wordt bij dat onderzoek gestreefd naar ongeveer 600 respondenten. Dat betekent dus op jaarbasis. Voor bedroeg de netto-respons In overleg met de Directie Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amsterdam wordt getracht overlap tussen beide onderzoeken zoveel mogelijk te voorkomen. Het zwaartepunt van de monitor leefbaarheid en veiligheid komt daarbij te liggen bij veiligheid, terwijl in het deel woonomgeving van Wonen in Amsterdam de leefbaarheid centraal staat. Voor informatie over de veiligheidssituatie in Amsterdam verwijzen wij naar de Veiligheidsrapportage Amsterdam 2004 van de Directie Openbare Orde en Veiligheid. De combinatie van Lemon met Wonen in Amsterdam moet vooral worden gezien als een soort Quick Scan, een signaleringsinstrument voor de gehele stad met alle buurtcombinaties Tot slot is nog een verwijzing op zijn plaats naar De Staat van de Stad Amsterdam II. De tweede versie van deze monitor is verschenen in 2003 in het kader van het Sociaal Structuurplan. De Staat van de Stad geeft een beeld van de ontwikkelingen in participatie en leefsituatie. Daarbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de stadsmonitor Amsterdam. De Stadsmonitor Amsterdam (een samenwerkingsproductie van O+S met de Universiteit van Amsterdam, afdeling Geografie en Planologie) geeft op een laag ruimtelijk schaalniveau (6-positie-postcode) een beeld van de ruimtelijke spreiding van verschijnselen, als werkloosheid en 10

13 bevolkingsgroepen (o.a. naar leeftijd, huishoudenstype en etniciteit). Uit de leefbaarheidsrapportage 2001 is gebleken dat leefbaarheidsproblemen vaak optreden in die buurten die te maken hebben met ruimtelijke concentraties van sociaal-economische problemen. 1.6 Opbouw van de rapportage Allereerst geven we in hoofdstuk twee een overzicht van de leefbaarheidsresultaten per stadsdeel. De scores worden daarbij zoveel mogelijk in tabellen weergegeven. In hoofdstuk drie dalen we vervolgens af naar het schaalniveau van de (samengevoegde) buurtcombinaties. De gegevens worden in hoofdstuk drie vooral met behulp van kaarten gepresenteerd. De kaarten geven snel een overzicht van de scores van de buurtcombinaties, waarbij rood staat voor een onvoldoende (rapportcijfer < 6) en donkergroen voor een hoog rapportcijfer. Voor wie echt het naadje van de kous wil weten, is in bijlage 1 een tabel toegevoegd met de scores van per buurtcombinatie. Hoofdstuk vier gaat helemaal in op de open vraag: Geef in maximaal drie trefwoorden aan wat u het aantrekkelijkst vindt van uw buurt? Dit hoofdstuk is geschreven door Rogier Noyon en Ruud van Trijp van de afdeling Markt en Innovatie van woningcorporatie Het Oosten op basis van een eigen analyse van het bestand van Wonen in Amsterdam In hoofdstuk vijf, tenslotte, komen de samenvatting en conclusies aan de orde. 1.7 Het gaat om de mening van de bewoners Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om met deze rapportage buurten te stigmatiseren. Wel vinden wij het wenselijk dat de mening van bewoners over de leefbaarheid in de buurt helder voor het voetlicht komt. Als bewoners tevreden of ontevreden zijn over de leefbaarheid in een bepaalde buurt zal dat in deze rapportage duidelijk worden weergegeven. Tevens zal worden aangegeven, waarover ze dan tevreden of ontevreden zijn. De mate van leefbaarheid wordt in deze leefbaarheidsrapportage niet bepaald door een toevallige selectie van statistische indicatoren of de mening van professionals. In dit onderzoek zijn het de bewoners zelf die bepalen of hun buurt wel of niet leefbaar is. 1.8 Hoe verder? Deze rapportage geeft een gedetailleerd beeld van de wijze waarop bewoners de leefbaarheid in hun buurt beoordelen en de ontwikkeling tussen 2001 en De rapportage vervult dan ook een signaalfunctie voor partijen op buurt- en stadsdeelniveau. Op basis van deze rapportage kunnen de betrokkenen (bewoners, stadsdeel, woningcorporaties, centrale stad, politie etc.) de discussie voeren en met elkaar beslissen welke maatregelen nodig zijn. De gegevens uit dit onderzoek kunnen daarbij worden gecombineerd met de kennis en ervaringen van de betrokkenen in specifieke buurten. Naar aanleiding van de vorige leefbaarheidsrapportage is in 2003 een conferentie georganiseerd met gemeenteraadsleden, stadsdeelportefeuillehouders, vertegenwoordigers van woningcorporaties en bewonersorganisaties. Tijdens die conferentie bleek dat de conclusies en analyse van de leefbaarheidsrapportage 2001 door vrijwel alle betrokkenen werden gedeeld. Iedereen was het er over eens dat de aanpak van schoon, heel, veilig en prettig samenleven in de zogenaamde rode 11

14 gebieden de hoogste prioriteit zou moeten krijgen. Een aantal stadsdeelportefeuillehouders beloofde destijds alles in het werk te stellen om te streven naar een voldoende van de bewoners in Deze leefbaarheidsrapportage wijst uit of dat is gelukt. Tegelijkertijd hopen wij dat deze rapportage opnieuw een stimulans is voor alle partijen om te werken aan verbetering van de leefbaarheid van Amsterdam. 12

15 hoofdstuk 2 sresultaten per stadsdeel 2.1 Algemeen: totaaloordeel buurt en buurtontwikkeling Uit een recent internationaal onderzoek blijkt dat Amsterdam, evenals vorig jaar, op de tiende plek van wereldsteden staat als het gaat om leefbaarheid. Mercer Human Resource Consulting stelt jaarlijks een rangorde op van 215 wereldsteden ten behoeve van expats, mensen die in het buitenland werken en wonen. Zürich staat bovenaan en Bagdad bungelt onder aan de lijst vanwege de dramatische veiligheidssituatie. Amsterdammers staan bekend als notoire kankeraars, maar gemiddeld gesproken zijn ze redelijk tevreden over hun buurt. Op de vraag: Hoe tevreden bent u met uw buurt? (totaaloordeel) geven de Amsterdammers in 2003 gemiddeld een 7,0. In 2001 was dat nog een 6,9. De tevredenheid over de buurt is dus iets toegenomen. De meeste stadsdelen krijgen een ruime voldoende. Bewoners van het Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid waarderen (evenals in 2001) hun buurt met een 7,5 of hoger. Bewoners van Bos en Lommer geven gemiddeld het laagste cijfer voor hun buurt (5,7). Bij dit laatste stadsdeel valt wel op dat de tevredenheid over de buurt is toegenomen van 5,4 naar 5,7. Hetzelfde geldt voor Oud-Zuid, De Baarsjes en Oud-West. Opmerkelijk is de sterke daling van de tevredenheid over de buurt in Geuzenveld/Slotermeer. Samen met Amsterdam-Noord is dit het enige stadsdeel waar de tevredenheid over de buurt is gedaald ten opzichte van Tabel 2.1: Totaaloordeel buurt en buurtontwikkeling per stadsdeel totaaloordeel buurt verschil oordeel buurtontwikkeling in afgelopen jaar Centrum 7,9 7,7 0,2 6,3 Westerpark 6,8 6,6 0,2 6,2 Oud West 7,4 7,1 0,3 6,5 Zeeburg 6,3 6,3 0,0 5,8 Bos en Lommer 5,7 5,4 0,3 5,4 De Baarsjes 6,5 6,2 0,3 6,2 Amsterdam-Noord 7,0 7,1 0,1 5,6 Geuzenveld/Slotermeer 6,1 6,5 0,4 5,3 Osdorp 6,6 6,6 0,0 5,7 Slotervaart 6,5 6,5 0,0 5,5 Zuidoost 6,7 6,5 0,2 5,7 Oost/Watergraafsmeer 7,1 7,0 0,1 6,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,9 7,6 0,3 6,4 Zuideramstel 7,8 7,6 0,2 6,3 Amsterdam-Totaal 7,0 6,9 0,1 6,0 13

16 Figuur 2.1: Totaaloordeel buurt gemiddeld rapportcijfer 5,6 tot 6,0 6,0 tot 6,8 6,8 tot 7,4 7,4 tot 8,0 Er is de bewoners niet alleen gevraagd hoe ze de buurt op dit moment beoordelen, maar ook hoe de buurt zich het laatste jaar heeft ontwikkeld. Amsterdammers geven gemiddeld een rapportcijfer van 6,0 aan de buurtontwikkeling (tegen 5,9 in 2001). Bewoners van Oud-West en Oud-Zuid geven een relatief hoog cijfer voor de ontwikkeling van hun buurt (respectievelijk 6,5 en 6,4), terwijl bewoners van Geuzenveld/Slotermeer een relatief laag cijfer geven (5,3). Deze cijfers sluiten (bij bovengenoemde stadsdelen) goed aan bij de ontwikkeling van het totaaloordeel tussen 2001 en In Bos en Lommer en Zuidoost is evenwel het oordeel van de bewoners over de ontwikkeling in het afgelopen jaar benedengemiddeld, terwijl het totaaloordeel over de buurt tussen 2001 en 2003 juist wel bovengemiddeld is toegenomen. In de tabellen in dit hoofdstuk staat steeds met groen aangegeven welke drie stadsdelen het hoogst scoren en in rood welke drie stadsdelen het laagst. Rood staat hier dus niet voor onvoldoende, want er zijn ook leefbaarheidsdimensies waarop geen enkel stadsdeel onvoldoende scoort. Indien de nummer drie en vier dezelfde score hebben, worden alleen de eerste (of laatste) twee in groen (of rood) weergegeven. 14

17 In Bos en Lommer is de tevredenheid over de buurt toegenomen. In Geuzenveld/ Slotermeer is de tevredenheid over de buurt tussen 2001 en 2003 afgenomen van 6,5 naar 6,1. 15

18 2.2 Spreiding rond het gemiddelde rapportcijfer De spreiding rond het gemiddelde rapportcijfer is groot. Zo zijn er in elk stadsdeel wel bewoners die de buurt met een rapportcijfer van 10 beoordelen. Omgekeerd zijn er ook in elk stadsdeel bewoners die de buurt met een 1 beoordelen. In de onderstaande figuur zijn de stadsdelen gerangschikt naar het percentage respondenten dat de buurt met een 5 of lager beoordeelt. Dit aandeel ligt het hoogst in Bos en Lommer (40%) en het laagst in stadsdeel Zuideramstel (4%). Ten opzichte van 2001 is het aandeel onvoldoendes (5 of lager) in alle stadsdelen afgenomen met uitzondering van Geuzenveld/Slotermeer (van 27% naar 30%). Het aandeel respondenten dat een rapportcijfer van 10 geeft, ligt het hoogst in Centrum en het aandeel respondenten dat een 1 geeft ligt het hoogst in Zeeburg. Figuur 2.2: Totaaloordeel buurt (1 = zeer ontevreden, 10 = zeer tevereden) Zuideramstel Amsterdam Oud-Zuid Centrum Oud West Oost/Watergraafsmeer Amsterdam Totaal Amsterdam Noord Westerpark Zuidoost Osdorp De Baarsjes Slotervaart Zeeburg Geuzenveld/Slotermeer Bos en Lommer 16

19 De spreiding rond het gemiddelde is weliswaar groot, maar de gegevens in de figuur over de spreiding rond het totaaloordeel wijzen toch in dezelfde richting als de gemiddelde rapportcijfers. In de stadsdelen Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid geeft bijna 70% van de respondenten de buurt een rapportcijfer van een 8 of hoger. In Bos en Lommer is dat slechts 16%. Een lage score op het gemiddelde rapportcijfer gaat dus samen met een groot aandeel ontevreden bewoners. Hetzelfde geldt voor de cijfers over de buurtontwikkeling. In Geuzenveld/Slotermeer geeft 47% van de respondenten een rapportcijfer van 5 of lager voor de ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar. Aangezien de cijfers over de spreiding rond het gemiddelde ruwweg hetzelfde beeld opleveren als het gemiddelde rapportcijfer zelf, worden de andere resultaten van het onderzoek grotendeels gepresenteerd op basis van de gemiddelde rapportcijfers. Figuur 2.3: Buurtontwikkeling (1 = zeer ontevreden, 10 = zeer tevereden) Oud West Zuideramstel Amsterdam Oud-Zuid Centrum De Baarsjes Oost/Watergraafsmeer Westerpark Amsterdam Totaal Zeeburg Osdorp Zuidoost Amsterdam Noord Slotervaart Bos en Lommer Geuzenveld/Slotermeer 17

20 2.3 Oordeel over de woning Amsterdammers zijn gemiddeld tevredener over hun eigen woning (7,2) dan over de buurt (7,0). Net zoals de beoordeling van de buurt is de beoordeling van de eigen woning er ten opzichte van 2001 met 0,1 op vooruit gegaan. De schoonheid van de woningen in de buurt (mooi of lelijk) wordt met een 6,6 beoordeeld, de staat van onderhoud van de eigen woning met een 6,8 en van de woningen in de buurt met een 6,6. Voor het eerst is er in 2003 gevraagd naar het schoonhouden van de woningen in de buurt. Daarvoor geven Amsterdammers gemiddeld een 6,4. Over de ontwikkeling van de kwaliteit van de woningen in het laatste jaar is de Amsterdammer minder tevreden (6,1). We zien hier hetzelfde verschijnsel als bij de tevredenheid over de buurt in die zin dat voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar een lager rapportcijfer wordt gegeven dan voor het totaaloordeel. Beschouwen wij de resultaten per stadsdeel dan blijkt dat, evenals bij de tevredenheid over de buurt, het stadsdeel Bos en Lommer het laagste rapportcijfer krijgt voor wat betreft de tevredenheid over de eigen woning, de woningen in de buurt, alsmede het onderhoud en het schoonhouden daarvan. In de meeste stadsdelen geven de bewoners een hoger rapportcijfer aan de eigen woning dan aan de buurt. In de stadsdelen Centrum, Oud-West, Oud-Zuid en Zuideramstel is het omgekeerde het geval. Dat laatste wordt niet veroorzaakt door de slechte kwaliteit van de woning, maar door de hogere waardering van de bewoners voor de buurt. De ontwikkeling van de kwaliteit van de woningen wordt vooral in Bos en Lommer (5,5) en Geuzenveld/Slotermeer (5,6) met een relatief laag rapportcijfer beoordeeld. Opmerkelijk is dat de beoordeling van de schoonheid van de woningen nergens zo sterk is gestegen als in Zuidoost (van 6,3 naar 6,6). De stedelijke vernieuwing lijkt hier duidelijk vruchten af te werpen. Voor de Westelijke Tuinsteden (met uitzondering van Bos en Lommer) en Noord geldt het omgekeerde. De waardering voor de schoonheid van de woningen in de buurt is hier juist gedaald. Tabel 2.2: Tevredenheid over de eigen (huur- of koop)woning woning staat van onderhoud Centrum 7,6 7,5 7,1 6,9 Westerpark 6,8 6,8 6,6 6,5 Oud West 7,1 6,8 6,5 6,1 Zeeburg 7,1 6,8 7,0 6,6 Bos en Lommer 6,4 6,2 6,1 6 De Baarsjes 6,8 6,6 6,4 6,1 Amsterdam-Noord 7,4 7,4 6,8 6,9 Geuzenveld/Slotermeer 6,9 6,8 6,7 6,6 Osdorp 7,3 7,3 7,1 7,2 Slotervaart 7,5 7,5 7,3 7,3 Zuidoost 7,4 7,1 7,0 6,8 Oost/Watergraafsmeer 7,2 7 6,6 6,6 Amsterdam Oud-Zuid 7,4 7,3 6,7 6,6 Zuideramstel 7,5 7,5 7,3 7,0 6,7 Amsterdam totaal 7,2 7,1 6,8 6,6 18

21 Tabel 2.3: Tevredenheid over de woningen in de buurt beoordeling woningen buurt (mooi of lelijk) staat onderhoud woningen buurt schoonhouden van de woningen in de buurt ontwikkeling kwaliteit woningen Centrum 7,6 7,5 7,2 6,9 7,0 6,5 Westerpark 6,2 6 6,3 6,1 6,1 6,3 Oud West 6,5 6,4 6,3 6,1 6,3 6,4 Zeeburg 6,3 6,2 6,3 6 6,1 6,1 Bos en Lommer 5,5 5,4 5,7 5,5 5,5 5,5 De Baarsjes 6,3 6,1 6,3 6 6,2 6,1 Amsterdam-Noord 6,7 6,8 6,6 6,6 6,4 6 Geuzenveld/Slotermeer 5,8 6,1 5,9 6,1 5,7 5,6 Osdorp 6,2 6,3 6,4 6,3 6,3 6 Slotervaart 6,1 6,2 6,5 6,3 6,3 5,8 Zuidoost 6,6 6,3 6,7 6,2 6,4 6,2 Oost/Watergraafsmeer 6,6 6,5 6,6 6,4 6,4 6,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,3 7,1 7,1 6,7 6,8 6,4 Zuideramstel 7, ,9 6,9 6,4 Amsterdam totaal 6,6 6,5 6,6 6,4 6,4 6,1 2.4 Voorzieningen Amsterdammers geven in 2003 aan het aanbod van buurtvoorzieningen, zoals winkels, scholen, sportgelegenheden een voldoende (6,8). Maar het aanbod van parkeervoorzieningen krijgt een rapportcijfer van 5,8. Over het aanbod van openbaar vervoer zijn de Amsterdammers redelijk tevreden (7,3). Deze cijfers zijn weinig veranderd ten opzichte van Beschouwen wij de resultaten per stadsdeel dan blijken evenals in 2001 vooral bewoners van Oud-Zuid, Zuideramstel en Oud-West tevreden te zijn over de buurtvoorzieningen. In Oud-West (4,7), Zeeburg (5,0) en De Baarsjes (5,0) zijn bewoners ontevreden over de parkeervoorzieningen. In deze stadsdelen is duidelijk sprake van een schaarste aan parkeerplaatsen en lange wachttijden voor een parkeervergunning. De waardering voor de parkeervoorzieningen in De Baarsjes is overigens tussen 2001 en 2003 wel met 0,6 punt toegenomen. Opmerkelijk is dat ook de waardering voor het parkeren in het Centrum is toegenomen (van 5,0 naar 5,2). Het oordeel over de parkeervoorzieningen levert een ander beeld op dan het rapportcijfer voor de buurt. Waar de centraal gelegen stadsdelen hoog scoren op de buurt als totaal, scoren ze laag op parkeren. In de naoorlogse stadsdelen zijn de bewoners iets tevredener over het aanbod aan parkeervoorzieningen. Stadsdeel Zuidoost scoort het hoogst wat betreft de waardering voor het aanbod van parkeervoorzieningen (6,6). Wellicht heeft dat te maken met het feit dat in veel buurten in Zuidoost nog geen betaald parkeren is ingevoerd. 19

22 Tabel 2.4: Tevredenheid over voorzieningen aanbod aanbod aanbod buurtvoorzieningen parkeervoorzieningen openbaar vervoer Centrum 6,8 6,9 5,2 5 7,5 7,4 Westerpark 6,4 6,5 5,5 5,4 6,8 6,7 Oud West 7,3 7,5 4,7 5 7,4 7,5 Zeeburg 6,3 6,6 5,0 5,4 7,1 7 Bos en Lommer 6,6 6,6 5,5 5,2 7,2 7,2 De Baarsjes 6,9 6,8 5,0 4,4 7,4 7,3 Amsterdam-Noord 6,6 6,7 6,5 6,8 7,1 7 Geuzenveld/Slotermeer 6,5 6,5 6,4 6,5 7,3 6,9 Osdorp 7,1 6,9 6,5 6,5 7,2 6,6 Slotervaart 6,7 6,6 6,3 6,1 7,4 7,3 Zuidoost 6,5 6,3 6,6 6,4 7,1 7 Oost/Watergraafsmeer 6,6 6,5 6,0 6,2 7,4 7,3 Amsterdam Oud-Zuid 7,5 7,4 5,6 5,4 7,6 7,5 Zuideramstel 7,4 7,4 6,1 6 7,2 7,1 Amsterdam totaal 6,8 6,8 5,8 5,8 7,3 7,2 Tabel 2.5: Tevredenheid over ontwikkeling voorzieningen in het afgelopen jaar ontwikkeling buurtvoorz. ontwikkeling parkeervoorz. ontwikk. openbaar vervoer Centrum 5,7 4,9 6,0 Westerpark 5,7 5,1 5,9 Oud West 5,9 4,6 5,9 Zeeburg 5,7 4,7 6,2 Bos en Lommer 5,5 5,1 6,1 De Baarsjes 5,9 4,8 6,2 Amsterdam-Noord 5,6 5,6 6,0 Geuzenveld/Slotermeer 5,6 5,7 6,4 Osdorp 5,8 5,7 6,6 Slotervaart 5,6 5,4 6,3 Zuidoost 5,7 5,7 6,0 Oost/Watergraafsmeer 5,8 5,2 6,2 Amsterdam Oud-Zuid 6,0 5,1 6,1 Zuideramstel 6,1 5,2 6,1 Amsterdam totaal 5,8 5,2 6,1 2.5 Inrichting woonomgeving, straten en groenvoorzieningen In Wonen in Amsterdam is een aantal vragen gewijd aan de inrichting en het onderhoud van de woonomgeving en de groenvoorziening. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen het oordeel over de inrichting (mooi of lelijk), het onderhoud en het schoonhouden van de woonomgeving. Voor de inrichting van de woonomgeving (mooi of lelijk) geven Amsterdammers gemiddeld een 6,5. Evenals bij het totaaloordeel is Bos en Lommer het enige stadsdeel dat onder een 6 scoort (5,7) terwijl Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel 20

23 boven een 7 scoren. Bos en Lommer is weliswaar het stadsdeel dat het laagst scoort, maar de woonomgeving is er volgens de bewoners tussen 2001 en 2003 wel mooier op geworden (van 5,4 naar 5,7). Ook in Oud-West (van 6,2 naar 6,5) en Zuidoost is de waardering voor de woonomgeving met 0,3 punten toegenomen. Geuzenveld/Slotermeer (van 6,5 naar 6,2) en Noord (van 6,9 naar 6,7) zijn de enige stadsdelen waar volgens de bewoners de woonomgeving lelijker is geworden. De groenvoorziening (mooi of lelijk) wordt in Zeeburg het laagst beoordeeld (gemiddeld 5,7) en in stadsdeel Zuidoost het hoogst (7,3). Beide stadsdelen laten een toename zien van de tevredenheid over de groenvoorziening. Voor het eerst wordt in onderscheid gemaakt tussen onderhoud van de woonomgeving enerzijds en schoonhouden anderzijds. Dit onderscheid is gemaakt vanwege de grote ontevredenheid in de stad over de mate van vervuiling. Over het schoonhouden van straten, stoepen en groenvoorziening zijn de Amsterdammers minder tevreden dan over het onderhoud. Het minst tevreden over het schoonhouden van straten en stoepen zijn de bewoners van Bos en Lommer (5,4) en Geuzenveld/Slotermeer (5,4), terwijl bewoners van Zuideramstel daarover het meest tevreden zijn (6,5). Ook bij het schoonhouden van groenvoorzieningen scoort Bos en Lommer laag en Zuideramstel hoog. Beschouwen wij het oordeel over de ontwikkeling van straten, pleinen en groen, dan blijken Amsterdam-Noord (5,6) en Geuzenveld/Slotermeer (5,7) het laagst te scoren. Ook in 2001 werd de ontwikkeling van de openbare ruimte in Amsterdam- Noord al het laagst beoordeeld. Tabel 2.6: Tevredenheid over schoonheid inrichting woonomgeving (mooi of lelijk) beoordeling inrichting woonomgeving beoordeling groenvoorziening Centrum 7,1 7,0 5,9 5,8 Westerpark 6,2 6,1 6,0 5,8 Oud West 6,5 6,2 6,0 5,8 Zeeburg 6,2 6,0 5,7 5,3 Bos en Lommer 5,7 5,4 6,0 5,8 De Baarsjes 6,2 6,0 6,1 5,9 Amsterdam-Noord 6,7 6,9 6,9 7,1 Geuzenveld/Slotermeer 6,2 6,5 6,7 6,9 Osdorp 6,4 6,4 6,7 6,8 Slotervaart 6,5 6,4 6,9 6,8 Zuidoost 6,8 6,5 7,3 7,37,0 Oost/Watergraafsmeer 6,6 6,4 6,7 6,5 Amsterdam Oud-Zuid 7,1 7,0 6,7 6,7 Zuideramstel 7,2 7,0 7,1 7,1 Amsterdam totaal 6,6 6,5 6,5 6,4 21

24 Tabel 2.7: Tevredenheid over onderhoud, schoonhouden en ontwikkeling openbare ruimte in 2003 beoordeling staat van onderhoud straten en stoepen beoordeling staat van onderhoud groenvoorziening beoordeling schoonhouden straten en stoepen beoordeling schoonhouden groenvoorzieningen ontwikkeling: straten, pleinen, groen Centrum 6,5 5,9 6,3 6,0 5,9 Westerpark 6,1 6,1 5,9 6,0 6,0 Oud West 6,3 6,0 6,0 6,0 6,1 Zeeburg 6,1 5,9 5,7 5,8 6,0 Bos en Lommer 5,8 6,0 5,4 5,7 5,8 De Baarsjes 6,2 6,1 5,5 5,9 6,1 Amsterdam-Noord 5,8 6,5 5,8 6,1 5,6 Geuzenveld/Slotermeer 5,7 6,3 5,4 5,9 5,7 Osdorp 6,3 6,7 6,2 6,5 6,0 Slotervaart 6,3 6,8 5,9 6,4 5,8 Zuidoost 6,2 6,8 6,1 6,4 5,9 Oost/Watergraafsmeer 6,3 6,5 6,0 6,3 6,1 Amsterdam Oud-Zuid 6,6 6,6 6,2 6,3 6,1 Zuideramstel 6,7 6,9 6,5 6,7 6,3 Amsterdam totaal 6,2 6,4 6,0 6,1 6,0 2.6 Prettig samenleven In de rapportage De Amsterdamse leefbaarheidsaanpak gewogen van Van Soomeren en Tops cs (2000) wordt gesteld dat het begrip leefbaarheid aan revisie toe is. Naast de instrumentele invulling op de terreinen schoon, heel en veilig is uitbreiding met de dimensie prettig samenleven gewenst. In Een stedelijke visie op de leefbaarheidsaanpak (2002) wordt daar het volgende over gezegd: Stadsdelen, corporaties en andere instellingen in de buurt realiseren zich dat de kwaliteit van het samenleven voor bewoners net zo hard meetelt in het uiteindelijke oordeel over de leefbaarheid van een buurt. In buurten waar bewoners elkaar kennen, waar men elkaar durft aan te spreken, kortom waar men zich thuis voelt, oordeelt men ook vaak positiever over de onderhoudstaat. (p.11) De mate waarin bewoners prettig samenleven valt bijvoorbeeld af te meten aan de waardering voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, de betrokkenheid bij de buurt en de mate van overlast die bewoners ondervinden van buren en andere groepen bewoners. 22

25 Tabel 2.8: Tevredenheid over aspecten prettig samenleven betrokkenheid buurtbewoners beoordeling omgang verschillende groepen ontwikkeling omgang bewoners Centrum 7,0 6,9 6,2 6,1 6,1 Westerpark 6,4 6,3 5,7 5,7 5,8 Oud West 6,7 6,6 5,8 5,5 5,9 Zeeburg 6,1 6,0 5,4 5,2 5,7 Bos en Lommer 5,8 5,6 4,8 4,5 5,3 De Baarsjes 6,2 6,0 5,3 4,9 5,8 Amsterdam-Noord 6,7 6,8 6,0 6,1 6,0 Geuzenveld/Slotermeer 6,1 6,2 5,3 5,3 5,6 Osdorp 6,3 6,2 5,7 5,5 5,9 Slotervaart 6,2 6,3 5,5 5,4 5,7 Zuidoost 6,5 6,2 5,7 5,5 5,8 Oost/Watergraafsmeer 6,6 6,5 6,0 5,8 6,0 Amsterdam Oud-Zuid 7,0 6,8 6,1 5,9 6,1 Zuideramstel 7,0 6,9 6,2 6,0 6,3 Amsterdam totaal 6,6 6,4 5,8 5,6 5,9 De wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan wordt door Amsterdammers in 2003 met een 6,6 beoordeeld (6,4 in 2001). In de stadsdelen Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel zijn de bewoners redelijk tevreden over de omgang van verschillende groepen (7,0), terwijl ze in stadsdeel Bos en Lommer een rapportcijfer van 5,8 geven. Vergelijken wij de cijfers van 2001 en 2003 dan zijn alle stadsdelen er op vooruitgegaan met uitzondering van Amsterdam-Noord, Geuzenveld/ Slotermeer en Slotervaart. Hoopgevend is dat nergens het oordeel over het samenleven van verschillende groepen er zo op is vooruitgegaan als in Zuidoost (van 6,2 naar 6,5). De betrokkenheid van buurtbewoners bij de buurt wordt gemiddeld met een 5,8 beoordeeld (5,6 in 2001). Bewoners van het Centrum en Zuideramstel geven het hoogste rapportcijfer aan de betrokkenheid van buurtbewoners (6,2). In Bos en Lommer (4,8), de Baarsjes (5,3) en Geuzenveld/Slotermeer (5,3) is volgens de bewoners weinig betrokkenheid bij de buurt. Vergelijken wij het oordeel over de betrokkenheid van de buurtbewoners tussen 2001 en 2003 dan blijken Westerpark, Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer de enige stadsdelen te zijn waar de rapportcijfers niet zijn toegenomen. In de Baarsjes is volgens de bewoners zelf de betrokkenheid van de buurtbewoners tussen 2001 en 2003 het sterkst toegenomen (van 4,9 naar 5,3). Voor de ontwikkeling van de omgang met buurtbewoners in het afgelopen jaar geven Amsterdammers een gemiddeld rapportcijfer van 5,9. De verschillen tussen de stadsdelen met betrekking tot het oordeel over de ontwikkeling zijn klein, maar 23

26 laten wel ruwweg dezelfde rangorde zien als de eerste twee vragen. In zijn algemeenheid kunnen wij dus concluderen dat bewoners van de stadsdelen Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel redelijk tevreden zijn, terwijl de bewoners van Bos en Lommer minder tevreden zijn over de dimensie prettig samenleven. 2.7 Overlast Als we kijken naar de verschillende vormen van overlast die bewoners kunnen ondervinden, dan blijken Amsterdammers zich het meest te ergeren aan vervuiling. Gemiddeld wordt namelijk het laagste rapportcijfer gegeven aan dit overlastaspect (6,0). Wel is de overlast van vervuiling volgens de bewoners afgenomen, want in 2001 werd nog een rapportcijfer van 5,7 gegeven. Opnieuw zijn het de bewoners van Bos en Lommer die het laagste cijfer geven voor de mate van vervuiling (5,2), maar ook Zeeburg en Geuzenveld/Slotermeer scoren laag (5,5). Beschouwen wij de ontwikkeling tussen 2001 en 2003, dan blijkt volgens de bewoners de overlast van vervuiling het sterkst te zijn afgenomen in Oud-West. In 2001 gaven de bewoners daar nog een rapportcijfer van 5,3, terwijl dat in 2003 gestegen is naar 5,9. Deze stijging heeft waarschijnlijk veel te maken met de introductie van ondergrondse afvalcontainers in Oud-West. Ook in Zuidoost is de waardering van bewoners aanzienlijk toegenomen (van 5,6 naar 6,1). Geuzenveld/Slotermeer (van 5,7 naar 5,5) en Zeeburg (van 5,6 naar 5,5) zijn de enige stadsdelen waar de overlast van vervuiling volgens de bewoners is toegenomen. Amsterdammers beoordelen de mate van overlast van criminaliteit gemiddeld met een 6,3. Dit cijfer is nauwelijks gewijzigd ten opzichte van Bewoners van Zuideramstel blijken evenals in 2001 de minste overlast te ondervinden van criminaliteit (7,4) gevolgd door Oud-Zuid (7,0). In Bos en Lommer (5,6), Geuzenveld/Slotermeer en Zeeburg (5,7) ondervinden bewoners naar eigen zeggen juist relatief veel overlast van criminaliteit. Zeeburg, Noord en Geuzenveld/ Slotermeer zijn de enige stadsdelen waar volgens de bewoners de overlast van criminaliteit is toegenomen. Amsterdammers ergeren zich het meest aan vervuiling en criminaliteit. Voor burenoverlast wordt gemiddeld een 7,0 gegeven (was 6,8), voor overlast van andere groepen bewoners ook een 7,0 (was 6,8), voor overlast van verkeer een 6,6 (was 6,3) en voor overlast van activiteiten als prostitutie, horeca en coffeeshops een 7,9 (was 7,7). Voor dit laatste overlastaspect is het niet verwonderlijk dat stadsdeel Centrum het laagst scoort, gegeven de concentratie van horeca en coffeeshops in het centrum. Maar bewoners van het Centrum geven hiervoor nog altijd een ruime voldoende (7,1). Het laatste overlastaspect is overigens zeer locatiegebonden. Mensen die naast of boven een café wonen hebben zeer veel overlast, terwijl de rest van de buurt geen overlast heeft. 24

27 Tabel 2.9: Overlast van vervuiling en criminaliteit (1 = ernstige overlast, 10 = geen overlast) overlast van vervuiling overlast van criminaliteit Centrum 6,1 5,7 0,4 6,3 6,1 0,2 Westerpark 5,9 5,7 0,2 6,3 6,2 0,1 Oud West 5,9 5,3 0,6 6,7 6,3 0,4 Zeeburg 5,5 5,6 0,1 5,7 5,9 0,2 Bos en Lommer 5,2 4,8 0,4 5,6 5,3 0,3 De Baarsjes 5,6 5,3 0,3 6,3 5,9 0,4 Amsterdam-Noord 6,1 6,1 0,0 6,7 6,8 0,1 Geuzenveld/Slotermeer 5,5 5,7 0,2 5,7 5,8 0,1 Osdorp 6,2 6 0,2 5,9 5,7 0,2 Slotervaart 5,9 5,8 0,1 5,8 5,6 0,2 Zuidoost 6,1 5,6 0,5 6,1 5,8 0,3 Oost/Watergraafsmeer 6,0 6 0,0 6,2 6,2 0,0 Amsterdam Oud-Zuid 6,2 5,8 0,4 7,0 6,9 0,1 Zuideramstel 6,8 6,5 0,3 7,4 7,2 0,2 Amsterdam totaal 6,0 5,7 0,3 6,3 6,2 0,1 Tabel 2.10: Overlastaspecten in 2003 (1 = ernstige overlast, 10 = geen overlast) overlast van overlast van overlast van overlast va: buren andere groepen verkeer activiteiten als prostitutie, bewoners horeca en koffieshops Centrum 7,2 7,4 6,4 7,1 Westerpark 6,5 6,6 6,4 7,5 Oud West 6,7 7,2 6,3 7,8 Zeeburg 6,9 6,6 6,6 7,4 Bos en Lommer 6,2 6,3 6,3 7,7 De Baarsjes 6,6 6,8 6,5 7,6 Amsterdam-Noord 7,3 7,0 6,7 8,5 Geuzenveld/Slotermeer 6,9 6,5 6,4 7,9 Osdorp 7,0 6,7 6,7 8,4 Slotervaart 7,2 6,7 6,5 8,5 Zuidoost 7,0 6,8 7,2 8,1 Oost/Watergraafsmeer 7,1 7,0 6,5 7,9 Amsterdam Oud-Zuid 6,9 7,4 6,6 8,2 Zuideramstel 7,2 7,6 6,8 8,7 Amsterdam totaal 7,0 7,0 6,6 7,9 2.8 Veiligheid Uit tabel 2.11 blijkt dat Amsterdammers zich redelijk veilig voelen. Voor de veiligheid overdag geven bewoners een gemiddeld rapportcijfer van 7,9 en voor de veiligheid s avonds een 6,7. Evenals bij de criminaliteit zijn deze cijfers nauwelijks gewijzigd ten opzichte van Maar er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de stadsdelen. Bewoners van Oud- Zuid voelen zich s avonds het veiligst (gemiddeld rapportcijfer van 7,4), maar 25

28 bewoners van Bos en Lommer en Geuzenveld/Slotermeer waarderen de veiligheid in de avonduren met een rapportcijfer van lager dan een 6. Deze stadsdelen ondervinden bovendien volgens de bewoners veel overlast van criminaliteit. Bovendien scoren Bos en Lommer, de Westelijke Tuinsteden en Zeeburg een 5,5 of lager voor wat betreft het oordeel over de ontwikkeling van de veiligheid in het afgelopen jaar. Tabel 2.11: Veiligheid (1 = zeer onveilig, 10 = zeer veilig) ontwikkeling: veiligheid veilig voelen overdag veilig voelen avond op straat Centrum 8,3 8,3 7,1 7,2 5,7 Westerpark 8,0 8,0 6,8 6,9 5,7 Oud West 8,2 8,2 7,2 7,0 5,8 Zeeburg 7,7 7,8 6,2 6,4 5,2 Bos en Lommer 7,3 7,1 5,8 5,5 5,2 De Baarsjes 7,8 7,8 6,6 6,4 5,7 Amsterdam-Noord 7,9 8,0 6,8 6,9 5,7 Geuzenveld/Slotermeer 7,3 7,5 5,9 6,1 5,3 Osdorp 7,6 7,6 6,0 5,9 5,3 Slotervaart 7,6 7,5 6,1 5,9 5,3 Zuidoost 7,5 7,4 6,0 5,8 5,5 Oost/Watergraafsmeer 8,0 8,0 6,7 6,7 5,6 Amsterdam Oud-Zuid 8,4 8,4 7,4 7,4 5,9 Zuideramstel 8,4 8,3 7,4 7,2 6,1 Amsterdam totaal 7,9 7,9 6,7 6,6 5,6 2.9 Wat kan er verbeteren? Er is de bewoners gevraagd op welke aspecten de buurt kan worden verbeterd. Figuur 2.4 laat het percentage genoemde verbeteraspecten zien: het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen wordt door 46% van de mensen genoemd, daarna volgen veiligheid (31%) en meer parkeergelegenheid (30%). Omdat meerdere antwoorden konden worden ingevuld, tellen de percentages niet op tot 100 procent. 26

29 Figuur 2.4: percentage genoemde verbeteraspecten buurt onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen veiligheid meer parkeergelegenheid onderhoud/verbeteren bestaande woningen meer/betere buurtvoorzieningen andere inrichting straten, pleinen, groen meer nieuwbouw (sloop oude woningen) meer/beter openbaar vervoer % De volgende pagina geeft een overzicht van de drie meest genoemde verbeteraspecten van de buurt per stadsdeel. Het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen is in alle stadsdelen behalve Osdorp het meest genoemde verbeteraspect. In de Westelijke Tuinsteden, Bos en Lommer en Zuidoost wordt veiligheid door meer dan 40% van de respondenten als verbeteraspect genoemd; in Osdorp is veiligheid zelfs het meest genoemde verbeteraspect. De vooroorlogse stadsdelen binnen de ring vallen op doordat veel bewoners vinden dat de parkeergelegenheid moet verbeteren. Vooral in Oud-West wordt dit vaak genoemd, 44% noemt dit hier als verbeterpunt van de buurt. 27

30 Tabel 2.12: drie meest genoemde verbeteraspecten van de buurt per stadsdeel, gerangschikt naar mate van belangrijkheid Geuzenveld/Slotermeer onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 52% veiligheid 46% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 30% De Baarsjes onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 52% meer parkeergelegenheid 39% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 31% Bos en Lommer onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 51% veiligheid 44% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 43% Amsterdam-Noord onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 50% veiligheid 28% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 21% Oud-Zuid onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 50% meer parkeergelegenheid 36% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 22% Oud-West onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 49% meer parkeergelegenheid 44% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 35% Zuidoost onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 45% veiligheid 41% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 20% Slotervaart onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 45% veiligheid 44% meer parkeergelegenheid 27% Oost/Watergraafsmeer onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 45% veiligheid 30% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 30% Zeeburg onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 44% meer parkeergelegenheid 39% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 27% Westerpark onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 43% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 36% meer parkeergelegenheid 29% Centrum onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 42% meer parkeergelegenheid 33% anders 23% Osdorp veiligheid 45% onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 38% meer parkeergelegenheid 24% Zuideramstelonderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 38% meer parkeergelegenheid 31% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 16% Van de respondenten noemt 25% van de bewoners het onderhoud en de verbetering van bestaande woningen als verbeterpunt en 12% pleit voor meer nieuwbouw. Vooral in Bos en Lommer (43%) vinden de bewoners dat de bestaande woningvoorraad kan worden verbeterd. Ook meer nieuwbouw wordt het vaakst genoemd in Bos en Lommer (26%), en Geuzenveld/Slotermeer (26%). 28

31 Als we de wens van de meerderheid van de bewoners zouden volgen, zou in alle stadsdelen behalve Osdorp de hoogste prioriteit moeten worden gegeven aan de verbetering van het onderhoud en het schoonhouden van straten, pleinen en groen. Bewoners van Osdorp vinden vooral dat de veiligheid op straat moet worden verbeterd en kenmerken respondenten Gedeeltelijk wordt het oordeel van bewoners over de leefbaarheid van de buurt verklaard door achtergrondkenmerken van de respondenten. Zo blijken bewoners met een hoger inkomen gemiddeld een iets hoger cijfer aan de buurt te geven dan bewoners die deel uitmaken van de primaire doelgroep van lagere inkomens (zie voor de afbakening van de inkomensgroepen tabel 2.13). Tabel 2.13: inkomensgrenzen in (netto inkomens per maand) alleenstaanden meerpersoonshuishouden primaire doelgroep t/m t/m secundaire doelgroep tot zfg t/m t/m zfg. tot hogere inkomens t/m t/m hogere inkomens en meer en meer Ook hoger opgeleiden geven een relatief hoger cijfer aan de buurt dan mensen met een lagere opleiding en ouderen zijn gemiddeld tevredener over de buurt dan jongeren. Eenoudergezinnen zijn gemiddeld minder tevreden over de buurt dan alleenstaanden en stellen met kinderen. Beschouwen wij de tevredenheid over de buurt per etnische groep, dan blijken Nederlanders en buitenlanders uit geïndustrialiseerde landen gemiddeld het meest tevreden (respectievelijk 7,0 en 7,3), terwijl Turken, Marokkanen en Zuideuropeanen het laagste cijfer geven (6,3). Ook als we rekening houden met verschillen in bevolkingskenmerken blijven de verschillen tussen de stadsdelen bestaan. Het Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid scoren bijvoorbeeld bij alle inkomensgroepen hoog, terwijl stadsdeel Bos en Lommer bij alle inkomensgroepen laag scoort op het totaaloordeel voor de buurt. Bovendien zijn de verschillen tussen de bevolkingscategorieën binnen een stadsdeel kleiner dan de verschillen tussen stadsdelen. Hoger opgeleiden en hogere inkomensgroepen in Bos en Lommer enerzijds zijn bijvoorbeeld ontevredener dan lager opgeleiden en lagere inkomensgroepen in stadsdeel Centrum anderzijds. Bij alle etnische groepen zien we een grote tevredenheid in Oud-Zuid en Zuideramstel. Turken en Marokkanen zijn het meest tevreden in Zuideramstel en niet in Bos en Lommer of Geuzenveld/Slotermeer waar ze met meer personen uit de eigen groep samenwonen. Gezinnen met kinderen zijn het meest tevreden in Centrum en het minst in Bos en Lommer. Opmerkelijk is dat er nauwelijks een relatie is tussen de tevredenheid over de buurt naar huishoudenstype en het woonmilieu. Stadsdelen als Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel bezitten blijkbaar universele kwaliteiten die door alle huishoudencategorieën worden gewaardeerd. Voor zover er dus, op het niveau van Amsterdam als totaal, verschillen bestaan tussen bevolkingscategorieën, worden ze vooral veroorzaakt door de ruimtelijke spreiding over de stad. Met andere woorden, hogere inkomensgroepen zijn niet 29

32 tevredener over de buurt, omdat ze in het algemeen gelukkiger in het leven staan, maar omdat ze relatief oververtegenwoordigd zijn in gebieden waar de buurt positief wordt beoordeeld. Dat geldt uiteraard ook binnen stadsdelen. De kleine verschillen die er binnen stadsdelen bestaan in de rapportcijfers van verschillende groepen bewoners, zullen dus eerder worden verklaard doordat de ruimtelijke spreiding van de bevolkingscategorieën over de buurten verschilt, dan door achtergrondkenmerken van de respondenten zelf. Voor dit onderzoek is deze conclusie belangrijk. De in deze rapportage gepresenteerde rapportcijfers geven dus wel degelijk een beeld van het oordeel van bewoners over hun omgeving. We meten dus wat we willen meten. Tabel: 2.14: Totaaloordeel buurt naar inkomensgroep in 2003 primaire secundaire doelgroep ziekenfondsgrens >= totaal doelgroep tot ziekenfondsgrens tot 2430 Centrum 7,6 7,8 8,0 8,1 7,9 Westerpark 6,6 6,9 7,0 6,8 6,8 Oud West 7,3 7,4 7,5 7,4 7,4 Zeeburg 5,7 5,9 7,0 7,0 6,3 Bos en Lommer 5,8 5,6 5,7 5,5 5,7 De Baarsjes 6,4 6,5 6,5 6,5 6,5 Amsterdam-Noord 6,7 6,9 6,8 7,3 7 Geuzenveld/Slotermeer 6,1 6,3 6,4 6,0 6,1 Osdorp 6,6 6,6 6,6 6,7 6,6 Slotervaart 6,2 6,4 6,2 6,8 6,5 Zuidoost 6,2 6,6 6,7 7,0 6,7 Oost/Watergraafsmeer 6,9 6,9 7,1 7,4 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,7 7,9 7,9 8,1 7,9 Zuideramstel 7,6 8,0 7,8 7,9 7,8 Amsterdam totaal 6,7 7,0 7,1 7,4 7 Tabel 2.15: Totaaloordeel buurt naar huishoudtype in 2003 alleenstaande stel éénouder- stel met totaal gezin kinderen Centrum 7,8 8,1 7,8 8,0 7,9 Westerpark 6,9 6,9 6,6 6,5 6,8 Oud West 7,4 7,5 7,5 7,2 7,4 Zeeburg 6,0 6,7 6,1 6,6 6,3 Bos en Lommer 5,6 5,8 5,3 5,7 5,7 De Baarsjes 6,5 6,5 6,0 6,4 6,5 Amsterdam-Noord 6,9 7,1 6,5 7,2 7,0 Geuzenveld/Slotermeer 6,4 6,1 5,4 6,0 6,1 Osdorp 6,5 6,6 6,2 6,8 6,6 Slotervaart 6,3 6,6 5,9 6,6 6,5 Zuidoost 6,6 6,7 6,3 6,9 6,7 Oost/Watergraafsmeer 7,0 7,3 6,8 7,2 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,9 8,0 7,7 7,9 7,9 Zuideramstel 7,8 7,8 7,7 7,9 7,8 Amsterdam totaal 7,1 7,1 6,6 7,0 7,0 30

33 Tabel 2.16: Totaaloordeel buurt naar opleiding in 2003 geen/lo lbo/mavo mbo/havo/ hbo/wo totaal vwo Centrum 6,9 7,9 8,0 8,0 7,9 Westerpark 6,6 6,4 6,7 6,9 6,8 Oud West 7,3 7,2 7,4 7,5 7,4 Zeeburg 5,8 5,7 6,1 6,7 6,3 Bos en Lommer 5,9 5,7 5,4 5,7 5,7 De Baarsjes 6,4 6,5 6,6 6,5 6,5 Amsterdam-Noord 6,9 7,0 6,9 7,0 7,0 Geuzenveld/Slotermeer 6,4 6,3 6,0 6,1 6,1 Osdorp 6,9 6,5 6,5 6,5 6,6 Slotervaart 6,1 6,4 6,4 6,5 6,5 Zuidoost 6,9 6,7 6,7 6,8 6,7 Oost/Watergraafsmeer 6,8 7,1 7,1 7,2 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,4 7,4 7,9 8,0 7,9 Zuideramstel 7,7 7,8 7,8 7,9 7,8 Amsterdam totaal 6,7 6,8 7,0 7,3 7,0 Tabel 2.17: Totaaloordeel buurt naar leeftijdsklasse in totaal Centrum 7,8 7,9 8,1 8,0 7,9 Westerpark 6,9 6,7 6,7 7,2 6,8 Oud West 7,6 7,2 7,4 7,3 7,4 Zeeburg 6,1 6,4 6,6 6,0 6,3 Bos en Lommer 5,6 5,5 6,0 5,8 5,7 De Baarsjes 6,5 6,4 6,4 6,7 6,5 Amsterdam-Noord 6,5 7,0 7,1 7,2 7,0 Geuzenveld/Slotermeer 5,9 5,9 6,3 6,6 6,1 Osdorp 6,3 6,7 6,3 6,8 6,6 Slotervaart 6,0 6,6 6,5 6,7 6,5 Zuidoost 6,0 6,7 6,8 7,1 6,7 Oost/Watergraafsmeer 6,9 7,0 7,3 7,5 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,9 7,9 7,9 8,1 7,9 Zuideramstel 7,8 7,7 7,8 8,0 7,8 Amsterdam totaal 6,9 7,0 7,2 7,2 7,0 31

34 Tabel 2.18: Totaaloordeel buurt naar etniciteit en stadsdeel in 2003 gerangschikt van links naar rechts op rapportcijfer buurt Turken Zuideuropeanen Marokkanen Surinamers overige buitenlanders uit nietgeïndustrialiseerde landen Antillianen Nederlanders overige buitenlanders uit geïndustrialiseerde landen Centrum * 7,2 6,8 7,7 7,9 8,0 7,9 8,1 Westerpark 6,6 5,8 5,6 6,8 6,4 7,0 6,8 7,1 Oud West 6,9 7,4 6,7 6,9 6,9 7,8 7,4 7,5 Zeeburg 6,1 5,3 6,2 6,3 6,0 5,0 6,4 6,1 Bos en Lommer 5,9 4,9 5,9 5,2 5,3 6,3 5,7 5,6 De Baarsjes 6,0 5,8 6,7 6,9 6,4 6,2 6,5 6,5 Amsterdam-Noord 6,8 6,4 6,6 6,7 6,4 6,6 7,0 7,0 Geuzenveld/Slotermeer 6,2 5,1 5,7 6,0 6,2 5,2 6,2 6,4 Osdorp 6,7 5,8 6,5 6,4 6,9 6,2 6,6 6,7 Slotervaart 5,9 6,0 5,8 6,6 5,9 6,7 6,6 6,3 Zuidoost * 5,5 5,9 6,4 6,4 6,5 6,9 6,8 Oost/Watergraafsmeer 5,9 6,1 6,8 6,7 6,8 6,2 7,3 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,4 7,5 7,0 7,7 7,9 7,7 7,9 8,1 Zuideramstel 7,6 8,0 7,7 7,9 7,6 7,9 7,9 7,7 Amsterdam totaal 6,3 6,3 6,3 6,6 6,7 6,7 7,1 7,3 * minder dan 5 respondenten 2.11 (On)veiligheidsgevoelens naar leeftijd en etniciteit Uit tabel 2.17 blijkt dat ouderen over het algemeen tevredener zijn over de buurt dan jongeren. Dat geldt echter niet voor de tevredenheid over veiligheid. Ouderen voelen zich relatief onveiliger dan andere leeftijdscategorieën. Vooral in Zeeburg is dit verschil groot. Jongeren onder de 35 jaar voelen zich in Zuidoost en Slotervaart relatief het onveiligst en ouderen in Bos en Lommer. Er bestaan dus verschillen tussen de stadsdelen, maar het algemene beeld blijft overeind. Zowel ouderen als jongeren geven de laagste rapportcijfers aan veiligheid in de Westelijke Tuinsteden, Bos en Lommer, Zuidoost en Zeeburg. 32

35 Tabel 2.19: Rapportcijfer veilig voelen s avonds naar leeftijdsklasse en stadsdeel in totaal Centrum 7,3 7,2 6,9 6,9 7,1 Westerpark 7,0 6,8 6,2 6,2 6,8 Oud West 7,5 7,2 7,0 6,2 7,2 Zeeburg 6,1 6,5 6,3 5,2 6,2 Bos en Lommer 6,1 5,8 5,8 5,1 5,8 De Baarsjes 6,8 6,4 6,3 6,1 6,6 Amsterdam-Noord 6,6 7,1 6,8 6,4 6,8 Geuzenveld/Slotermeer 6,1 5,9 6,1 5,8 5,9 Osdorp 6,1 6,3 5,4 5,6 6,0 Slotervaart 5,9 6,5 5,9 5,7 6,1 Zuidoost 5,9 6,2 6,2 5,8 6,0 Oost/Watergraafsmeer 6,7 6,9 6,6 6,3 6,7 Amsterdam Oud-Zuid 7,5 7,5 7,3 7,1 7,4 Zuideramstel 7,8 7,7 7,3 6,7 7,4 Amsterdam totaal 6,8 6,8 6,6 6,2 6,7 Tabel 2.20: Rapportcijfer veilig voelen s avonds naar etniciteit en stadsdeel in 2003 gesorteerd op rapportcijfer van links naar rechts Turken Marokkanen Zuid-europeanen overige nietgeindustriali-seerde landen Surinamers Antililianen Nederlanders overige geindustrialiseerde landen Centrum * 6 5,9 6,9 7,1 7,3 7,2 7,2 Westerpark 5,1 5,1 6,6 6, ,9 6,8 Oud West 6,3 6,4 7,6 7,1 7,4 8,5 7,2 7,2 Zeeburg 5,1 5,6 4,8 5,5 6,6 7,1 6,4 6,2 Bos en Lommer 5,4 6 5, ,7 5,9 5,9 De Baarsjes 4,9 6,2 5,9 6,3 6,9 7,2 6,7 6,8 Amsterdam-Noord 6,1 6,7 6,6 6,5 6,9 7,1 6,8 6,9 Geuzenveld/Slotermeer 5,4 6,3 5,9 6,1 6,6 5,3 5,9 6 Osdorp 5,4 5,9 5,6 6,5 7 7,2 5,9 6,5 Slotervaart 5,8 6 6,2 5,1 6,6 6,9 6,1 6 Zuidoost * 4,4 5,8 5,5 6,2 5,8 6,1 6,2 Oost/Watergraafsmeer 5,3 6,1 4,7 6,5 6,2 6,6 6,8 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 6 5,8 7,3 7,5 7,1 7,5 7,4 7,6 Zuideramstel 7,5 6,9 8,3 6,9 7,7 8,6 7,4 7,3 Totaal5,5 6 6,2 6,4 6,6 6,8 6,8 6,9 * minder dan 5 respondenten Opmerkelijk is dat de Turken zich s avonds aanzienlijk onveiliger voelen dan de andere etnische groepen. Marokkanen voelen zich het onveiligst in Zuidoost, maar daar wonen er relatief weinig. 33

36 2.12 Typologie van stadsdelen Combineren wij het totaaloordeel over de buurt in 2003 met de ontwikkeling van het totaaloordeel tussen 2001 en 2003, dan is het mogelijk een typologie te construeren, waarbij de stadsdelen zijn afgezet tegen het Amsterdamse gemiddelde. Op figuur 2.5 kaart staan deze typen aangegeven. Het eerste type bestaat uit stadsdelen waar zowel het totaaloordeel over de buurt als de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 onder het Amsterdamse gemiddelde ligt. Het betreft de stadsdelen in de Westelijke Tuinsteden en Zeeburg. Noord is het enige stadsdeel dat tot type 2 behoort. De buurt wordt hier precies op het Amsterdamse gemiddelde beoordeeld, maar de ontwikkeling negatief. Type 3 bestaat uit stadsdelen waar juist de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 ten opzichte van het gemiddelde positief wordt gewaardeerd, terwijl het totaaloordeel onder het gemiddelde ligt. Het betreft de stadsdelen De Baarsjes, Bos en Lommer, Westerpark en Zuidoost. De stadsdelen Centrum, Oud-West, Oud-Zuid, Zuideramstel en Oost/Watergraafsmeer behoren tot type 4. Deze stadsdelen scoren zowel wat betreft het oordeel over de buurt als wat betreft ontwikkeling op of boven het gemiddelde. Beschouwen wij de overige leefbaarheidsaspecten, dan valt over de verschillende typen het volgende te concluderen. Figuur 2.5: Typologie stadsdelen totaaloordeel buurt ( ) Type 1: Oordeel buurt en ontwikkeling onder gemiddelde Type 2: Oordeel buurt op gemiddelde en ontwikkeling eronder Type 3: Oordeel buurt op gemiddelde en ontwikkeling erboven Type 4: Oordeel buurt boven en ontwikkeling op of boven gemiddelde 34

37 Type 1: Geuzenveld/Slotermeer, Slotervaart, Osdorp en Zeeburg Zorgwekkend is dat deze stadsdelen worden gekenmerkt door de combinatie van een relatief laag rapportcijfer voor de buurt als totaal enerzijds met een benedengemiddelde stijging (of daling) voor de ontwikkeling van de buurt tussen 2001 en 2003 anderzijds. Daarnaast wordt in deze stadsdelen veel overlast ondervonden van criminaliteit en vervuiling. Het rapportcijfer voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, ligt onder het Amsterdamse gemiddelde. Vooral voor Geuzenveld/Slotermeer valt op dat op vrijwel alle leefbaarheidsaspecten dit stadsdeel lager scoort in 2003 dan in Ook Zeeburg laat op een aantal aspecten (vervuiling, criminaliteit) een negatieve ontwikkeling zien. Type 2: Amsterdam-Noord De bewoners van Amsterdam-Noord beoordelen hun buurt in 2003 met een gemiddeld rapportcijfer van 7,0 (tegen een 7,1 in 2001). Dat is precies gelijk aan het Amsterdamse gemiddelde in Evenals in 2001 wordt in Noord de ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar negatief beoordeeld. Ook voor Amsterdam als geheel geldt overigens dat de ontwikkeling veel negatiever wordt beoordeeld dan de stand van zaken op dit moment. Maar in geen enkel ander stadsdeel is het verschil tussen de beoordeling van de buurt en de buurtontwikkeling zo groot als in Amsterdam-Noord. Tegenover een 7,0 als totaaloordeel voor de buurt staat een 5,6 voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar. Samen met Geuzenveld/Slotermeer is Noord het enige stadsdeel waar het rapportcijfer voor de buurt als totaal tussen 2001 en 2003 is afgenomen. Het onderhoud en schoonhouden van straten pleinen en groen wordt in Noord het vaakst als verbeteraspect genoemd (50%), gevolgd door de veiligheid op straat (28%) Type 3: De Baarsjes, Bos en Lommer, Westerpark en Zuidoost De ontwikkeling van het totaaloordeel tussen 2001 en 2003 ligt in deze stadsdelen boven het Amsterdamse gemiddelde, terwijl het rapportcijfer voor het totaaloordeel onder het gemiddelde ligt. De waardering voor het wonen in deze stadsdelen is de afgelopen twee jaren toegenomen. Bos en Lommer laat van alle Amsterdamse stadsdelen weliswaar de laagste rapportcijfers zien op veel leefbaarheidsdimensies, waaronder vervuiling en criminaliteit. Maar op een aantal dimensies zijn de rapportcijfers sterker gestegen dan het Amsterdamse gemiddelde. Je zou kunnen concluderen dat het gehele westelijke deel van vooroorlogs Amsterdam wat betreft leefbaarheid in de lift zit. Ook Zuidoost doet het op veel leefbaarheidsaspecten aanzienlijk beter dan in 2001, met dank aan de stedelijke vernieuwing, die in Zuidoost in een verdere fase is dan in de Westelijke Tuinsteden. Type 4: Centrum, Oud-West, Oud-Zuid, Zuideramstel en Oost/Watergraafsmeer Bewoners van deze stadsdelen geven zowel aan de buurt als aan de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 een cijfer op of boven het Amsterdamse gemiddelde. Deze stadsdelen voeren al gedurende een langere periode de Amsterdamse woningmarkthiërarchie aan. Blijkbaar valt een sterke woningmarktpositie hier samen met een positief oordeel over de buurt. De verkoopprijzen per vierkante meter liggen het hoogst in deze stadsdelen. Bovendien wordt er veel gereageerd op sociale huurwoningen in de stadsdelen nabij het centrum. Dat wil overigens niet zeggen dat er in deze stadsdelen geen problemen zijn. Vooral in Oud-West wordt bijvoorbeeld het aanbod en de ontwikkeling van parkeervoorzieningen zeer negatief beoordeeld. Opmerkelijk is de toegenomen tevredenheid van de bewoners van Oud-West over de mate van vervuiling. Het rapportcijfer daarvoor is gestegen van 35

38 een 5,3 in 2001 naar een 5,9 in Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met de plaatsing van ondergrondse afvalcontainers. Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer scoort in heel veel opzichten net boven het Amsterdamse gemiddelde. Maar dat wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de verschillen tussen Oost enerzijds en Watergraafsmeer anderzijds. De hoge cijfers van de Watergraafsmeer worden daarbij gemiddeld met de relatief lage cijfers van Oost. In het volgende hoofdstuk gaan we dieper in op de verschillen binnen stadsdelen en kan een nauwkeuriger beeld worden geschetst. 36

39 hoofdstuk 3 sresultaten per buurtcombinatie Binnen stadsdelen kunnen grote verschillen bestaan voor wat betreft de bevolkingssamenstelling en de beoordeling van leefbaarheid door de bewoners. In het vorige hoofdstuk is al gewezen op de verschillen tussen Oost enerzijds en Watergraafsmeer anderzijds. Dergelijke verschillen doen zich ook voor binnen andere stadsdelen, zoals in Zeeburg tussen de Indische buurt en het Oostelijk Havengebied. Bovendien verschillen nieuwbouwgebieden vaak sterk van de bestaande woongebieden. De Westelijke Tuinsteden vormen daarvan een duidelijk voorbeeld. Mede op aandringen van de woningcorporaties is bij Wonen in Amsterdam gestreefd naar een dusdanige omvang van de steekproef dat voor alle buurtcombinaties betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan. Dat wil zeggen ongeveer 200 ingevulde enquêtes per buurtcombinatie. Een aantal buurtcombinaties bestaat uit industriegebieden en bedrijfsterreinen. Die zijn hier buiten beschouwing gelaten. In een aantal andere buurtcombinaties woont bovendien een gering aantal mensen. Vanuit overwegingen van betrouwbaarheid is een aantal buurtcombinaties samengevoegd. Aldus resteert een lijst met 76 (samengevoegde) buurtcombinaties waarvoor betrouwbare representatieve uitspraken mogelijk zijn. kan uiteindelijk het beste worden aangepakt op het schaalniveau van de buurt. In dit hoofdstuk zullen we de leefbaarheidsresultaten presenteren met behulp van kaarten op buurtcombinatieniveau. De kaarten laten steeds een indeling in vier klassen zien, waarbij donkergroen staat voor een hoog rapportcijfer en rood voor een laag rapportcijfer. De buurtcombinaties die rood zijn gekleurd, scoren gemiddeld onvoldoende op de betreffende leefbaarheidsdimensie. De grens wordt daarbij precies gelegd bij een rapportcijfer van zes (zonder afronding). De kleurindeling op de kaarten wijkt dus af van de leefbaarheidsrapportage over Wonen in Amsterdam 2001, waar de laagste klasse altijd rood werd gekleurd, ook als geen sprake was van een onvoldoende. De namen van de buurtcombinaties die het hoogst en het laagst scoren, staan op de kaarten afgebeeld. Wonen in Amsterdam 2001 was de nulmeting voor de leefbaarheidsresultaten. Nu het onderzoek voor de tweede maal is gehouden, is het mogelijk de verandering in waardering tussen 2001 en 2003 in beeld te brengen. De rapportcijfers per buurtcombinatie van zijn te zien in bijlage 1 en de rapportcijfers van Wonen in Amsterdam 2001 in bijlage 2. In de tekst zullen wij vooral ingaan op de buurtcombinaties die tussen 2001 en 2003 een sterke stijging of daling in de waardering voor de leefbaarheid hebben doorgemaakt. Daarnaast gaan we in op het rapportcijfer dat bewoners in 2003 geven aan de ontwikkeling in het afgelopen jaar. 3.1 Totaaloordeel buurt De Apollobuurt in Oud-Zuid blijkt, evenals in 2001 met gemiddeld een 8,53 als totaaloordeel over de buurt het meest gewaardeerd te worden door de bewoners, gevolgd door het Museumkwartier/Duivelseiland (8,51) en de Grachtengordel- West (8,49). Deze topdrie is ten opzichte van 2001 niet gewijzigd. Het minst 37

40 >De Apollobuurt wordt het meest gewaardeerd door de bewoners. >>De Indische Buurt West krijgt van de bewoners het laagste rapportcijfer van Amsterdam. In De Kolenkit is de waardering voor de buurt toegenomen van 5,0 naar 5,4. tevreden over de buurt zijn de bewoners van de Indische Buurt West (5,30), gevolgd door Overtoomse Veld (5,33) en De Kolenkit (5,4). Meer in zijn algemeenheid ontstaat een beeld waarbij de grachtengordel, Amsterdam-Zuid, Buitenveldert, Watergraafsmeer, nieuwbouwwijken en de landelijke gebieden aan de rand van de stad een hoog rapportcijfer krijgen van de bewoners. In Bos en Lommer, Overtoomse Veld, Geuzenveld, Osdorp-Midden, Bijlmer Centrum, IJplein/Vogelbuurt, de Indische Buurt en de Transvaalbuurt wordt de buurt met een onvoldoende beoordeeld. Dit algemene beeld is ten opzichte van 2001 weinig gewijzigd. Voor Amsterdam als geheel is het rapportcijfer voor de buurt toegenomen van 6,9 naar 7,0. De meeste buurtcombinaties laten een soortgelijke verbetering zien, maar er zijn uitzonderingen, zowel in positieve als in negatieve zin. Wat vooral opvalt is de sterke daling van de buurtwaardering in een aantal buurtcombinaties in Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer. In het eerste stadsdeel zijn het vooral IJplein/Vogelbuurt (van 6,5 naar 5,8) en het aangrenzende Volewijck (van 7,0 naar 6,3) die een sterke daling laten zien. Geuzenveld/Slotermeer is het enige stadsdeel waar het totaaloordeel voor de buurt in alle buurtcombinaties is afgenomen. De afname is binnen dit stadsdeel overigens het sterkst in de buurtcombinatie met het hoogste rapportcijfer, namelijk in de nieuwbouwwijk Eendracht (van 7,4 naar 6,7). De waardering voor de buurt is het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (van 6,1 naar 6,8), maar ook in de Haarlemmerbuurt (van 7,7 naar 8,2), Nieuwe Pijp (van 7,2 naar 7,8) en Willemspark (van 7,9 naar 8,3) is in absolute zin de waardering sterk toegenomen. Hoopgevend is dat ook in De Kolenkitbuurt de waardering voor de buurt is toegenomen (van 5,0 naar 5,4). De buurt scoort weliswaar nog steeds onvoldoende, maar staat niet meer onder aan de Amsterdamse rangorde. Wellicht speelt de opknapbeurt van het, binnen De Kolenkit gelegen, Bos en Lommerplein een rol. Ook Bijlmer Centrum (van 5,4 naar 5,8) en Bijlmer Oost (van 5,9 naar 6,2) laten een toenemende waardering zien. De stedelijke vernieuwing van de Bijlmermeer blijkt wat dat betreft duidelijk vruchten af te werpen. 3.2 Buurtontwikkeling Bij de vraag over buurtontwikkeling in het afgelopen jaar staat een 1 voor zeer op achteruitgegaan en een 10 voor zeer op vooruitgegaan. Een 5,5 ligt in het midden van de schaal, dus je zou kunnen concluderen dat bij een 5,5 de bewoners vinden dat er niets is veranderd. Om die reden beschouwen wij hier niet een 6 als onvoldoende, maar een 5. Gemiddeld scoort Amsterdam een 6,0 op buurtontwikkeling tegen een 5,9 in In de Helmersbuurt/Vondelbuurt zijn bewoners 38

41 >In de Eendracht (Geuzenveld) is de tevredenheid over de buurt tussen 2001 en 2003 sterk afgenomen >>De tevredenheid over de buurt is tussen 2001 en 2003 het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (Oud-West) het meest tevreden over de ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar (rapportcijfer 7,1). De Kolenkit in Bos en Lommer scoort, evenals in 2001, het laagst op buurtontwikkeling in het afgelopen jaar (4,8), gevolgd door Overtoomse Veld (4,9). Figuur 3.1: Totaaloordeel buurt 1 = zeer ontevreden 10 = zeer tevreden Indische buurt west 5,3 tot 6 6 tot 7,23 Apollobuurt 7,23 tot 7,86 7,86 tot 8,53 Opmerkelijk is dat er weinig samenhang is tussen de verandering in het totaaloordeel over de buurt tussen 2001 en 2003 en het rapportcijfer voor de buurtontwikkeling. Zo geven de bewoners van De Kolenkitbuurt een hoger rapportcijfer voor de buurt dan in 2001, maar waarderen zij toch in 2003 de buurtontwikkeling 39

42 over het afgelopen jaar het laagst van heel Amsterdam. Een laag rapportcijfer voor de buurt op dit moment gaat vaak samen met een laag rapportcijfer voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar. Figuur 3.2: Tevredenheid ontwikkeling buurt in het afgelopen jaar De Kolenkit 1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan 4,83 tot 5 5 tot 6 Helmersbuurt/Vondelbuurt 6 tot 7 7 tot 7,13 Het rapportcijfer voor de eigen woning is het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (foto Agatha Dekenstraat). 3.3 Kwaliteit, onderhoud, schoonhouden en schoonheid woningen De kwaliteit van de eigen woning wordt gemiddeld hoger gewaardeerd (7,2 tegen 7,1 in 2001) dan de tevredenheid over de buurt (7,0 tegen 6,9 in 2001). Op de dimensie kwaliteit eigen woning zijn er geen buurtcombinaties die een onvoldoende (< 6) scoren. Landelijk Noord (Waterland en Nieuwendammerdijk/ Buiksloterdijk) scoort hier, evenals in 2001 het hoogst met een 8,4 en De Kolenkit scoort opnieuw het laagst met een 6,3. Ook de buurtcombinaties rond De Kolenkit in Bos en Lommer en de rest van de Westelijke Tuinsteden scoren relatief laag op de kwaliteit van de woning. Het rapportcijfer over de eigen woning is het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (van 6,1 naar 6,7), Nieuwendam-Noord (van 6,5 naar 7,0), Bijlmer Centrum (van 6,1 naar 6,7) en Bijlmer Oost (van 6,9 naar 7,5). Behalve de Kinkerbuurt betreft het hier allemaal stedelijke vernieuwingsgebieden. De activiteiten werpen blijkbaar duidelijk vruchten af. Ook in de Kinkerbuurt wordt gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van de woningvoorraad (zie foto). 40

43 Figuur 3.3: Tevredenheid eigen woning De Kolenkit Landelijk Noord 1 = zeer ontevreden 10 = zeer tevreden 6,3 tot 7 7 tot 7,5 7,5 tot 8 8 tot 8,5 Figuur 3.4: Tevredenheid onderhoud woningen in de buurt 1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende Indische buurt west 5,01 tot 6 6 tot 7 Grachtengordel west 7 tot 7,5 7,5 tot 7,94 41

44 In Wonen in Amsterdam is zowel gevraagd naar de staat van onderhoud van de eigen woning als de staat van onderhoud van woningen in de buurt. Over de staat van onderhoud van de eigen woning zijn Amsterdammers meer tevreden (6,8) dan over de staat van onderhoud van woningen in de buurt (6,6). Alleen van de laatste hebben we een kaartje gemaakt. De staat van onderhoud van woningen in de buurt wordt met een onvoldoende beoordeeld in delen van de oude Westelijke Tuinsteden, Bos en Lommer, Transvaalbuurt en Indische Buurt. Het schoonhouden van de woningen in de buurt wordt door de bewoners lager gewaardeerd (6,4) dan het onderhoud. De Indische Buurt West scoort met een 4,9 het laagst op het schoonhouden van de woningen en de Apollobuurt met een 7,6 het hoogst. Figuur 3.5: Schoonhouden van de woningen in de buurt 1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende Indische buurt west 4,92 tot 6 6 tot 6,5 Apollobuurt 6,5 tot 7 7 tot 7,64 Er is de bewoners ook gevraagd of ze de woningen in de buurt mooi of lelijk vinden. Gemiddeld scoort Amsterdam hierop een 6,6. De Kolenkit (5,23), Indische Buurt West (5,24) en Overtoomse Veld (5,4) scoren lager dan een 5,5 op de schoonheid van de woningen. In het westelijke deel van de grachtengordel vinden de bewoners de woningen in de buurt het mooist (gemiddeld een 8,6). Vooral in Bijlmer Oost vinden de bewoners de woningen er een stuk mooier op geworden (van 6,0 naar 6,5). De ontwikkeling van de woningkwaliteit in het afgelopen jaar wordt het meest gewaardeerd in de Helmersbuurt/Vondelbuurt en het minst in De Kolenkit. 42

45 >In De Kolenkitbuurt (Bos en Lommer) vinden de bewoners de woningen het lelijkst. >>In de Grachtengordel-West vinden de bewoners de woningen het mooist. Figuur 3.6: Schoonheid woningen in de buurt De Kolenkit 1 = zeer lelijk 10 = zeer mooi 5,22 tot 6 6 tot 7 Grachtengordel west 7 tot 8 8 tot 8,59 43

46 Figuur 3.7: Ontwikkeling kwaliteit woningen De Kolenkit 1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan 4,98 tot 5 5 tot 6 Helmersbuurt/Vondelbuurt 6 tot 7 7 tot 7, Buurtvoorzieningen De kaart met het oordeel van bewoners over buurtvoorzieningen, zoals winkels, scholen, sportgelegenheid etc. verschilt van de kaart waarin het totaaloordeel over de buurt wordt weergegeven. Nieuwbouwgebieden en landelijke gebieden (Landelijk Noord, Driemond) scoren bijvoorbeeld laag op de aanwezigheid van buurtvoorzienigen, terwijl ze juist hoog scoren op het totaaloordeel over de buurt. De buurtcombinatie Oostelijke Eilanden/Kadijken krijgt het laagste cijfer voor buurtvoorzieningen. Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met het matige aanbod aan winkels voor de dagelijkse boodschappen. Bovendien is de waardering voor de buurtvoorzieningen nergens zo sterk gedaald als op de Oostelijke Eilanden (van 5,9 in 2001 naar 5,0 in 2003). Een aantal zaken voor de dagelijkse boodschappen is recentelijk uit dit gebied verdwenen. Zo heeft de Dirk van den Broek Wittenburg verlaten en heeft ook de opvolger (de Ideaalmarkt) (na minder dan een jaar) de deuren moeten sluiten (zie foto). Momenteel wordt gezocht naar nieuwe exploitanten. De Apollobuurt krijgt het hoogste cijfer voor de buurtvoorzieningen. In de Beethovenstraat is dan ook een ruim aanbod aan detailhandel aanwezig. 44

47 >De buurtcombinatie Oostelijke Eilanden/ Kadijken (Centrum) krijgt van de bewoners het laagste cijfer voor de aanwezigheid van buurtvoorzieningen als winkels, scholen en sportgelegenheden. >>In de Apollobuurt zijn de bewoners erg tevreden over de aanwezigheid van Figuur 3.8: Aanbod buurtvoorzieningen buurtvoorzieningen. 1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende 5 tot 6 Oostelijke Eilanden/Kadijken 6 tot 7 Apollobuurt 7 tot 7,5 7,5 tot 7,93 45

48 Figuur 3.9: Ontwikkeling buurtvoorzieningen Oostelijk Havengebied 1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan Oostelijke Eilanden/Kadijken 4,88 tot 5 5 tot 6 6 tot 6,25 6,25 tot 6,5 Beschouwen wij het oordeel over de ontwikkeling van buurtvoorzieningen in het afgelopen jaar dan blijkt opnieuw de Oostelijke Eilanden/Kadijken het laagst te scoren van heel Amsterdam (4,9). Het aangrenzende Oostelijk Havengebied scoort weliswaar laag op de aanwezigheid van voorzieningen als zodanig (6,0), maar scoort wel het hoogst van Amsterdam op de ontwikkeling van buurtvoorzieningen in het afgelopen jaar (6,4). In dit nieuwbouwgebied zien we inderdaad een toename van gespecialiseerde winkels, horeca en andere voorzieningen. Het is overigens goed mogelijk dat de detailhandel op de Oostelijke Eilanden concurrentie ondervindt van het winkelcentrum Brazilië in het Oostelijk Havengebied. 46

49 Figuur 3.10: Aanbod parkeervoorzieningen Buikslotermeer 1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende 3,46 tot 6 Overtoomse sluis 6 tot 7 7 tot 7,5 7,5 tot 7,64 Figuur 3.11: Ontwikkeling parkeervoorzieningen Nieuwendam noord 1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan 3,67 tot 5 Overtoomse sluis 5 tot 5,5 5,5 tot 6 6 tot 6,42 47

50 In de buurtcombinatie Overtoomse Sluis (Oud- West) is het volgens de bewoners droevig gesteld met het aanbod aan parkeervoorzieningen. 3.5 Parkeren De aanwezigheid van parkeervoorzieningen wordt door de Amsterdammers aanzienlijk slechter beoordeeld dan de aanwezigheid van buurtvoorzieningen. Maar liefst 40 van de 76 (samengestelde) buurtcombinaties scoren op deze dimensie een onvoldoende (minder dan een 6). Vooral in grote delen van het Centrum, Oud-West, De Pijp, De Baarsjes, Bos en Lommer, Oost en de Rivierenbuurt wordt het aanbod aan parkeervoorzieningen met een laag rapportcijfer beoordeeld. Amsterdam-Noord scoort redelijk op deze dimensie. Buikslotermeer voert (evenals in 2001) de lijst aan met een rapportcijfer van 7,6. In deze buurt is blijkbaar voldoende parkeerplek, bovendien is het parkeren in Noord nog gratis. In de buurtcombinatie Overtoomse Sluis (Oud-West) is het volgens de bewoners droevig gesteld met het aanbod aan parkeervoorzieningen (3,5). Bovendien is de waardering voor het aanbod aan parkeerplaatsen nergens zo sterk gedaald als hier (van 4,4 in 2001 naar 3,5 in 2003). Bewoners van deze buurt geven ook nog eens het laagste cijfer van heel Amsterdam voor de ontwikkeling van de parkeervoorzieningen in het afgelopen jaar. De parkeerdruk in deze buurt is al jaren hoog. Door een aantal herprofileringen in deze buurt is het aantal parkeerplaatsen de afgelopen jaren afgenomen. Daarnaast geldt dat het een buurt in opkomst is. Het autobezit onder de mensen die er nu nieuw komen te wonen, ligt over het algemeen hoger dan van de bestaande bewoners. Als laatste punt kan nog worden gemeld dat ten tijde van het houden van de enquête van Wonen in Amsterdam 2003 ondergrondse afvalcontainers zijn geplaatst. Dit heeft tijdelijk voor minder parkeerplaatsen gezorgd. Opmerkelijk is de sterke stijging van het rapportcijfer voor parkeren in Hoofdweg e.o in De Baarsjes (van 4,5 naar 5,2) en de Burgwallen-Oude Zijde (van 3,5 naar 4,4). Als mensen een laag rapportcijfer geven voor het aanbod aan parkeervoorzieningen wil dat overigens niet zeggen dat ze de buurt daardoor niet waarderen. Centraal gelegen buurten combineren een hoog rapportcijfer voor de buurt met een laag rapportcijfer voor parkeervoorzieningen. 3.6 Openbaar Vervoer Het aanbod aan openbaar vervoer wordt door de bewoners aanzienlijk positiever beoordeeld dan de aanwezigheid van parkeervoorzieningen. Er zijn dan ook nauwelijks buurten die onvoldoende scoren op deze dimensie. Alleen de landelijke gebieden aan de rand van de stad en Buitenveldert-Oost scoren hier onder een 6. Bewoners van Driemond vinden het openbaar vervoer echt onder de maat (gemiddeld een 4,6). De buurtcombinatie Burgwallen Nieuwe Zijde scoort hier het hoogst (8,5), maar dat is ook niet zo verwonderlijk aangezien het Centraal Station binnen deze buurt valt. 48

51 Figuur 3.12: Aanbod openbaar vervoer Burgwallen NZ 1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende 4,62 tot 6 6 tot 7 7 tot 8 8 tot 8,5 Driemond Figuur 3.13: Ontwikkeling openbaar vervoer 1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan 4,47 tot 5 5 tot 6 Middelveldse Akerpolder/ Lutkemeer 6 tot 7 7 tot 7,12 Ontwikkeling openbaar vervoer 1 =zeer op achteruitgegaan,10 =zeer op vooruitgegaan 4,47 tot 5 5 tot 6 6 tot 7 7tot712 Driemond 49

52 De Grachtengordel-West: volgens de bewoners de mooiste woonomgeving van Amsterdam. 3.7 Inrichting woonomgeving De inrichting van de woonomgeving (mooi of lelijk) wordt gemiddeld met een 6,6 beoordeeld (6,5 in 2001). Vooral in de Grachtengordel-West (7,9) en de Apollobuurt (7,9) vinden de bewoners de inrichting van de woonomgeving mooi. Dertien buurten scoren een onvoldoende (lager dan een 6), namelijk geheel Bos en Lommer, Overtoomse Veld, Geuzenveld, Osdorp-Midden, Indische Buurt West, Transvaalbuurt, Spaarndammerbuurt, De Krommert, De Kinkerbuurt, IJplein/Vogelbuurt en Bijlmer Centrum. De waardering voor de schoonheid van de woonomgeving is er tussen 2001 en 2003 het sterkst op vooruitgegaan in Bijlmer Oost (van 6 naar 6,7) en het sterkst op achteruitgegaan in IJplein/Vogelbuurt (van 6,6 naar 5,8). Figuur 3.14: Schoonheid inrichting woonomgeving 1 = zeer lelijk 10 = zeer mooi Indische buurt west 5,15 tot 6 6 tot 7 Grachtengordel-west 7 tot 7,5 7,5 tot 8 50

53 >De waardering voor de schoonheid van de woonomgeving is er het sterkst op vooruitgegaan in Bijlmer Oost. >>De waardering voor de schoonheid van de woonomgeving is er het sterkst op achteruit gegaan in IJplein/Vogelbuurt. >Het groen begint op te komen in het Oostelijk Havengebied. 3.8 Groenvoorziening Het rapportcijfer voor de groenvoorziening (mooi of lelijk) lijkt samen te hangen met de mate van stedelijkheid. Hoe dichter bij het centrum, hoe lager de waardering voor de groenvoorziening, terwijl naar de rand van de stad toe de waardering juist toeneemt. De bewoners van Burgwallen-Oude Zijde geven de groenvoorziening gemiddeld een 4,1. De groenvoorziening in Zuid, Noord, grote delen van de Westelijke Tuinsteden en Zuidoost (m.u.v. Bijlmer Centrum) scoort goed. De buurt Nellestein in Zuidoost scoort, evenals in 2001 het hoogst op groenvoorziening, namelijk een 8,3. Beschouwen wij de verandering in de waardering van de groenvoorziening tussen 2001 en 2003, dan blijkt de waardering het meest te zijn toegenomen in Bijlmer Oost (van 6,0 naar 6,6) en Het Oostelijk Havengebied (van 5,0 naar 5,6). De nieuwbouw in het laatste gebied is inmiddels afgerond en het groen begint inmiddels ook een beetje op te komen. In IJplein/ Vogelbuurt is de waardering voor de groenvoorziening het sterkst achteruitgegaan (van 6,6 naar 5,8.) 51

54 Figuur 3.15: Schoonheid groenvoorziening 1 = zeer lelijk 10 = zeer mooi 4,06 tot 6 Nellestein 6 tot 7 Burgwallen OZ 7 tot 8 8 tot 8,3 Figuur 3.16: Onderhoud van straten en stoepen 1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende Indische buurt west 5,11 tot 6 6 tot 6,5 Apollobuurt 6,5 tot 7 7 tot 7,29 52

55 3.9 Onderhoud en schoonhouden straten, stoepen en groen Het onderhoud van straten en stoepen krijgt in 2003 het hoogste rapportcijfer van bewoners van de Apollobuurt 7,3 en het laagste rapportcijfer van bewoners van de Indische Buurt West (5,1). Over het schoonhouden van straten, stoepen en groenvoorziening zijn de Amsterdammers minder tevreden dan over het onderhoud. Het minst tevreden over het schoonhouden van straten en stoepen zijn de bewoners van Indische Buurt West (4,6), terwijl net zo als bij het onderhoud bewoners van de Apollobuurt daarover het meest tevreden zijn (6,9). Een groot aantal buurten scoort hierop onvoldoende. Het gaat om (delen van) Bos en Lommer, Geuzenveld/Slotermeer, Overtoomse Veld, Osdorp-Midden, De Baarsjes, Amsterdam-Oost, Indische Buurt, de Wallen, grote delen van Amsterdam-Noord, delen van Oud-West en Westerpark, de Schinkelbuurt en Bijlmer Centrum. Figuur 3.17: Schoonhouden van straten en stoepen 1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende Indische buurt west 4,85 tot 6 Apollobuurt 6 tot 6,5 6,5 tot 6,87 De tevredenheid van Amsterdammers over het onderhoud van groenvoorzieningen wijkt eigenlijk weinig af van de tevredenheid over de schoonheid van de groenvoorziening. Het schoonhouden van het groen wordt het meest gewaardeerd in Nellestein (7,2) en het minst op de Burgwallen-Oude Zijde (4,6). Maar in de laatste buurtcombinatie is ook weinig groen. Beschouwen wij het oordeel over de ontwikkeling van straten, pleinen en groen, 53

56 Helmersbuurt/Vondelbuurt: De opknapbeurt van de Overtoom is gereedgekomen. dan blijkt IJplein/Vogelbuurt het laagst te scoren (5,2) en de Helmersbuurt/Vondelbuurt het hoogst (6,6). In de laatste buurt is de openbare ruimte op het WG-terrein opgeknapt; de opknapbeurt van de Overtoom is gereed gekomen en er zijn in heel Oud-West ondergrondse afvalcontainers geplaatst. Ook in het Oostelijk Havengebied wordt de ontwikkeling van straten, pleinen en groen positief gewaardeerd (6,5) (zie boven). Figuur 3.18: Schoonhouden groen 1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende 4,62 tot 6 Burgwallen OZ Nellestein 6 tot 6,5 6,5 tot 7 7 tot 7,15 54

57 Figuur 3.19: Ontwikkeling straten, pleinen en groen IJplein/Vogelbuurt 1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan 5,15 tot 6 6 tot 6,25 Helmersbuurt/Vondelbuurt 6,25 tot 6,5 6,5 tot 6, Prettig samenleven De mate waarin bewoners prettig samenleven valt onder andere af te meten aan de waardering voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, de betrokkenheid bij de buurt en de mate van overlast die bewoners ondervinden van buren en andere groepen bewoners. In de vorige leefbaarheidsrapportage hebben we gezien dat de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan van alle leefbaarheidsaspecten het meest samenhangt met het totaaloordeel over de buurt. De wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, krijgt evenals in 2001 het hoogste rapportcijfer van de bewoners van Landelijk Noord (7,7). De Indische Buurt West scoort hier het laagste (5,4), gevolgd door Overtoomse Veld (5,6), De Kolenkit (5,6) en Landlust (5,8). Stuk voor stuk betreft het hier wijken met een heterogene bevolkingssamenstelling die de afgelopen jaren gekenmerkt werden door een relatief sterke bevolkingsdynamiek. Lage rapportcijfers voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, worden vooral gegeven in de oude delen van de Westelijke Tuinsteden, Transvaalbuurt, Bijlmer Centrum en IJplein/Vogelbuurt. Bewoners zijn het meest positief over het samenleven van verschillende groepen in die buurten waar weinig verschillende etnische groepen wonen. Meestal betreft het hier ook buurten met een relatief hoge sociaaleconomische status. Landelijk Noord, de grachtengordel, Oud-Zuid, Middenmeer en Driemond vormen duidelijke voorbeelden. 55

58 >In Landelijk Noord gaan verschillende groepen prettig met elkaar om (foto Nieuwendammerdijk). >>In Bijlmer Oost is de tevredenheid over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan het sterkst toegenomen. Figuur 3.20: Omgang verschillende groepen Landelijk Noord 1 = zeer onprettig 10 = zeer prettig Indische buurt west 5,4 tot 6 6 tot 7 7 tot 7,5 7,5 tot 7,73 Beschouwen wij de ontwikkeling in het oordeel over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, dan blijken de drie buurten waar de tevredenheid hierover tussen 2001 en 2003 het sterkst is toegenomen in stadsdeel Zuidoost te liggen. Het betreft Bijlmer Oost (van 5,8 naar 6,3), Bijlmer Centrum (van 5,5 naar 5,9) en Holendrecht/Reigersbos (van 6,2 naar 6,6). Wat de eerste twee buurtcombinaties betreft blijkt de stedelijke vernieuwing van de Bijlmermeer duidelijk effect te hebben. Dat de tevredenheid over het samenleven er ook in Holendrecht/ Reigersbos sterk op vooruit is gegaan is hoopgevend, omdat in deze buurt de laatste jaren veel werd geklaagd over de instroom van bewoners uit de Bijlmer hoogbouw met andere normen en waarden. De achteruitgang van de tevredenheid over de wijze waarop verschillende 56

59 groepen met elkaar omgaan is het sterkst in IJplein/Vogelbuurt (van 6,4 naar 6) en Volewijck (van 6,7 naar 6,4), beide gelegen in Amsterdam-Noord. Beschouwen wij de wijze waarop bewoners de ontwikkeling in de omgang met buurtbewoners in het afgelopen jaar waarderen, dan zijn bewoners van de Indische Buurt West hier het minst tevreden over (5,1) en bewoners van Driemond het meest (7). Figuur 3.21: Ontwikkeling omgang met buurtbewoners 1 = zeer op achteruitgegaan 10 = op vooruitgegaan Indische buurt west 5,12 tot 6 6 tot 6,5 Driemond 6,5 tot 7 Aan de mate van betrokkenheid bij de buurt geven Amsterdammers gemiddeld een 5,8. Vooral in de landelijke gebieden zijn de bewoners naar eigen zeggen betrokken bij de buurt. Landelijk Noord scoort evenals in 2001 het hoogst (7,6), gevolgd door Driemond (7,0). Ook de Jordaan, delen van Zuid, Watergraafsmeer en de tuindorpen Nieuwendam en Buiksloot scoren hoog op de betrokkenheid van buurtbewoners. In de Indische Buurt West zijn de bewoners naar eigen zeggen nauwelijks betrokken bij de buurt (4,4). Behalve de Indische Buurt West, scoren ook De Kolenkit, Overtoomse Veld, Landlust en Erasmuspark lager dan een 5 op betrokkenheid bij de buurt. De betrokkenheid van buurtbewoners is het sterkst afgenomen in IJplein/Vogelbuurt (van 5,6 naar 5,1) en het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (van 5,0 naar 5,7). Betrokkenheid van bewoners bij de buurt is overigens geen must. Zo geven de bewoners van de Grachtengordel Zuid een 5,9 voor de betrokkenheid van buurtbewoners, terwijl ze zeer tevreden zijn over de buurt als totaal (8,2). Ook de zeer gewaardeerde Apollobuurt (totaaloordeel 8,5) scoort slechts een 6,5 voor de betrokkenheid van buurtbewoners. 57

60 Figuur 3.22: Betrokkenheid buurtbwoners Landelijk Noord 1 = geen betrokkenheid 10 = grote betrokkenheid 4,42 tot 6 Indische buurt west 6 tot 6,5 6,5 tot 7 7 tot 7,59 Figuur 3.23: Overlast buren De Kolenkit Landelijk Noord 1 = ernstige overlast 10 = geen overlast 5,91 tot 6 6 tot 7 7 tot 8 8 tot 8,28 58

61 De overlast van groepen bewoners is het sterkst afgenomen in De Krommert (De Baarsjes) Overlastaspecten Overlast buren en andere groepen bewoners Gemiddeld wordt aan de mate van burenoverlast een rapportcijfer van 7,0 gegeven (tegen 6,8 in 2001) en er is maar één buurtcombinatie die lager dan een 6 scoort, namelijk De Kolenkit. In deze buurt wonen veel gezinnen met kinderen in kleine gehorige huizen. In Landelijk Noord ondervinden bewoners evenals in 2001 de minste overlast van buren (gemiddeld een 8,3). Dat de mate van burenoverlast gemiddeld meevalt, wil niet zeggen dat dit geen probleem is. In individuele gevallen kan burenoverlast ernstige vormen aannemen. De mate waarin bewoners overlast ondervinden van andere groepen bewoners wordt in Amsterdam ook gemiddeld met een 7 beoordeeld. De Indische Buurt West en Overtoomse Veld zijn de enige buurtcombinaties die op dit aspect onder een 6 scoren, terwijl de Apollobuurt het hoogst scoort met een 8,2. De overlast van groepen bewoners is het sterkst afgenomen in De Krommert in de Baarsjes. het rapportcijfer is hier gestegen van 6,0 in 2001 naar 6,7 in

62 Figuur 3.24: Overlast andere groepen bewoners 1 = ernstige overlast 10 = geen overlast Indische buurt west 5,9 tot 6 6 tot 7 Apollobuurt 7 tot 8 8 tot 8,18 Figuur 3.25: Overlast verkeer 1 = ernstige overlast 10 = geen overlast Burgwallen OZ 5,68 tot 6 6 tot 6,5 6,5 tot 7 7 tot 7,53 Gein 60

63 >De Indische Buurt West: Volgens de bewoners veel overlast van vervuiling. >>De overlast van vervuiling is het sterkst toegenomen in IJplein/Vogelbuurt. Overlast Verkeer Er zijn 6 buurtcombinaties die op verkeersoverlast onvoldoende scoren. Dat zijn Burgwallen-Oude Zijde (5,9), Burgwallen Nieuwe Zijde (5,9), Overtoomse Veld (5,8), Kinkerbuurt (5,9), Dapperbuurt (5,9) en Kolenkit (5,96). In Zuidoost ondervinden bewoners weinig overlast van verkeer. De buurtcombinatie Gein ondervindt volgens bewoners de minste verkeersoverlast (7,5). Overlast vervuiling Van alle overlastaspecten geven Amsterdammers het laagste rapportcijfer aan vervuiling (6, tegen 5,7 in 2001). Maar liefst 36 buurtcombinaties scoren op dit punt onvoldoende (lager dan een 6). Bewoners van de Indische Buurt West ondervinden de meeste overlast van vervuiling (4,1), gevolgd door De Kolenkitbuurt (4,8). Figuur 3.26: Overlast vervuiling 1 = ernstige overlast 10 = geen overlast Indische buurt west 4,13 tot 6 6 tot 6,5 6,5 tot 7 Driemond 7 tot 7,28 61

64 In de Indische Buurt West is de overlast van vervuiling nog verder toegenomen ten opzichte van 2001 (toen nog een 4,5 werd gescoord). In De Kolenkitbuurt geldt juist het omgekeerde. Hier is de overlast van vervuiling juist afgenomen, want in 2001 gaven de bewoners een rapportcijfer van 4,2. Stadsdeel Bos en Lommer heeft er veel aan gedaan om de vervuiling in deze buurt aan te pakken. Twee andere buurten die wat betreft vervuiling onder een vijf scoren zijn Burgwallen-Oude Zijde en Overtoomse Veld. Maar ook delen van Oud-West en De Pijp scoren lager dan een 6. In deze buurten zijn bewoners wel redelijk tevreden over de buurt als totaal, maar niet over de mate van vervuiling. De schoonste buurt van Amsterdam is volgens de bewoners Driemond (7,3, tegen 6,9 in 2001) gevolgd door Buitenveldert-Oost (7,3) en Buitenveldert-West. (7,2). De overlast van vervuiling is tussen 2001 en 2003 het sterkst toegenomen in IJplein/Vogelbuurt (van 6,0 naar 5,4), De Eendracht in Geuzenveld/Slotermeer (van 6,9 naar 6,4) en Volewijck (van 6,2 naar 5,7). De sterkste afname van de overlast van vervuiling zien we in de Helmersbuurt/Vondelbuurt (van 5,4 naar 6,3) en de Bijlmer Oost (van 5,0 naar 5,8). Overlast prostitutie, horeca en coffeeshops De mate van overlast van activiteiten als prostitutie, horeca en coffeeshops wordt in Amsterdam gemiddeld beoordeeld met een 7,9 (was 7,7 in 2001). Bewoners ondervinden naar eigen zeggen relatief weinig overlast van deze activiteiten. De enige buurtcombinaties die hier onvoldoende scoren, zijn de Burgwallen-Oude Zijde (4,5, tegen 4,7 in 2001) en de Burgwallen Nieuwe Zijde (5,4 tegen 4,6 in 2001). Op de Burgwallen-Oude Zijde is de overlast van prostitutie, horeca en coffeeshops dus toegenomen, terwijl deze op de Burgwallen Nieuwe Zijde is afgenomen tussen 2001 en Dat de wallen het laagst scoren is op zich niet zo verwonderlijk gegeven de concentratie van dergelijke activiteiten aldaar. Bewoners van deze buurten ondervinden aanzienlijk meer overlast van prostitutie, horeca en coffeeshops dan andere Amsterdamse buurten. Na de wallen ondervindt de Indische Buurt West (6,3) het meeste overlast van bovengenoemde activiteiten. 62

65 Figuur 3.27: Overlast van o.a. prostitutie, horeca en coffeshops 1 = ernstige overlast 10 = geen overlast Burgwallen OZ 4,52 tot 6 Nieuw Sloten 6 tot 7 7 tot 8 8 tot 9,16 Overlast criminaliteit Amsterdammers ondervinden aanzienlijk meer overlast van criminaliteit in het algemeen dan van de bovengenoemde activiteiten. Gemiddeld wordt een rapportcijfer gegeven van 6,3 (tegen 6,2 in 2001). Maar er zijn grote verschillen tussen de buurtcombinaties. Op de Burgwallen-Oude Zijde ondervinden de bewoners zeer veel overlast van criminaliteit. Bovendien is het rapportcijfer sterk gedaald ten opzichte van 2001 (van 4,7 naar 4,1). De overlast op en rond de Zeedijk is volgens de bewoners in 2003 weer toegenomen. De Veiligheidsrapportage 2004 constateert voor het wallengebied een toename van APV-drugsincidenten en gevallen van drugshandel. De Veiligheidsrapportage verklaart de toename van geregistreerde incidenten mede door een grotere gerichte inzet van de politie op de Wallen. Behalve de Burgwallen-Oude Zijde ondervinden volgens de bewoners ook Overtoomse Veld (4,5) en de Indische Buurt West (4,7) veel overlast van criminaliteit. In grote delen van Amsterdam Zuid ondervinden bewoners relatief weinig overlast van criminaliteit. Het feit dat een aantal afrekeningen in het criminele milieu in dit deel van de stad heeft plaatsgevonden, leidt blijkbaar niet tot lage rapportcijfers voor criminaliteit. Buitenveldert-Oost krijgt hiervoor het hoogste rapportcijfer (7,7), gevolgd door de Scheldebuurt (7,6). Volgens de bewoners is er een zeer sterke toename van de overlast van criminaliteit in IJplein/Vogelbuurt (daling rapportcijfer van 6,9 naar 5,9) en Volewijck (van 6,8 naar 5,9). Ook in de Eendracht is de overlast van criminaliteit toegenomen (van 7,1 naar 6,3). De laatstgenoemde drie buurten vertonen dus volgens de bewoners zowel de sterkste toename van vervuiling als van criminaliteit. 63

66 Figuur 3.28: Overlast criminaliteit Burgwallen OZ 1 = ernstige overlast 10 = geen overlast 4,09 tot 6 6 tot 6,5 Buitenveldert oost 6,5 tot 7 7 tot 7,67 In Overtoomse Veld voelen bewoners zich het onveiligst. (On)veiligheidsgevoelens Aan de bewoners is gevraagd hoe veilig ze zich in hun buurt voelen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de veiligheid overdag en s avonds. Deze vraag verschilt dus van de vraag over criminaliteit in die zin dat het hier gaat over (on)veiligheidsgevoelens en niet over overlast. De veiligheid overdag wordt door Amsterdammers positief beoordeeld. Gemiddeld geven Amsterdammers hiervoor een rapportcijfer van 7,9 evenals in De veiligheid s avonds wordt evenwel aanzienlijk minder positief gewaardeerd (gemiddeld rapportcijfer van 6,7). In een aantal buurtcombinaties voelen bewoners zich s avonds onveilig. Overtoomse Veld (van 4,5 in 2001 naar 4,8 in 2003), Indische Buurt West (van 5,4 in 2001 naar 5,1 in 2003), Bijlmer Centrum (D,F,H) (5,3 in 2001 en 2003) en Indische Buurt Oost (van 5,8 in 2001 naar 5,4 in 2003) scoren op veiligheid s avonds lager dan een 5,5. De veiligste buurten zijn volgens de bewoners Museumkwartier/Duivelseiland (van 7,6 in 2001 naar 8,0 in 2003), Driemond (van 8,2 naar 8,0) en Landelijk Noord (van 8,2 naar 8,0). Vergelijken wij de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 dan zijn de gevoelens van onveiligheid het sterkst toegenomen in Burgwallen-Oude Zijde (van 6,7 naar 5,8), De Eendracht (van 7,2 naar 6,6) en de Spaarndammerbuurt (van 7,0 naar 6,5). Bewoners voelen zich ten opzichte van 2001 juist veiliger in de Kinkerbuurt (van 6,3 naar 6,8) en Bijlmer Oost (van 5,0 naar 5,5). 64

67 Figuur 3.29: Veilig voelen overdag Overtoomse veld Landelijk Noord 1 = zeer onveilig 10 = zeer veilig 6,72 tot 7 7 tot 7,5 7,5 tot 8 8 tot 8,77 Figuur 3.30: Veilig voelen s avonds Overtoomse veld 1 = zeer onveilig 10 = zeer veilig 4,79 tot 6 6 tot 7 Museumkwartier/Duivelseiland 7 tot 7,5 7,5 tot 8,04 65

68 Figuur 3.31: Ontwikkeling veiligheid op straat 1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan Indische buurt west 4,54 tot 5 5 tot 6 6 tot 6,5 Driemond 6,5 tot 6,81 Er is de bewoners ook gevraagd naar de ontwikkeling van de veiligheid op straat in het afgelopen jaar. Aan de ontwikkeling van de veiligheid wordt gemiddeld een rapportcijfer van 5,6 gegeven. De Indische Buurt West scoort het laagst (4,5), gevolgd door Burgwallen-Oude Zijde (4,6) en Overtoomse Veld (4,7). 66

69 3.12 Waar zijn de leefbaarheidsproblemen het grootst? Tabel 3.1: Buurtcombinaties met een onvoldoende Tabel 3.1 laat de buurtcombinaties zien die onvoldoende scoren op het totaaloordeel voor de buurt. In deze elf buurtcombinaties krijgt niet alleen de buurt als totaal een laag rapportcijfer, maar ook de mate van overlast van vervuiling en criminaliteit. Bovendien is de betrokkenheid van bewoners bij de buurt gering. sproblemen lijken zich in sterke mate in deze buurten te concentreren. betrokkentotaaloordeel buurt heid buurt verschil vervuiling criminaliteit bewoners 1 Indische Buurt West 5,3 5,4 0,1 4,1 4,7 4,4 2 Overtoomse veld 5,3 5,3 0 4,9 4,5 4,9 3 De Kolenkit 5,4 5 0,4 4,8 5,3 4,7 4 Landlust 5,7 5,5 0,2 5,3 5,8 4,9 5 Indische Buurt Oost 5,7 5,9 0,2 5,1 5 5,1 6 Bijlmer Centrum 5,8 5,4 0,4 5 5,5 5 7 IJplein/Vogelbuurt 5,8 6,5 0,7 5,4 5,9 5,1 8 Osdorp-midden 5,8 5,8 0 5,6 5,8 5,1 9 Erasmuspark 5,9 5,8 0,1 5,5 5,6 4,9 10 Transvaalbuurt 5,9 5,7 0,2 5,2 5,3 5,1 11 Geuzenveld 5,9 6,1 0,2 5,4 6 5,2 Amsterdam totaal 7 6,9 0,1 6 6,3 5, Hoogste en laagste scores per leefbaarheidsdimensie Tabel 3.2 geeft een beeld van de hoogst en laagst scorende buurtcombinatie voor de leefbaarheidsdimensies schoon, mooi, heel, veilig, prettig samenleven, de aanwezigheid van voorzieningen en parkeren. In de tabel valt vooral de lage score van Indische Buurt West op. De buurt scoort het laagst van Amsterdam op schoon, heel mooi en prettig samenleven. Beschouwen wij de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 dan blijkt IJplein/Vogelbuurt op een groot aantal dimensies de sterkste achteruitgang te vertonen. Positieve ontwikkelingen op het gebied van de dimensies mooi en prettig samenleven zien we in Bijlmer Oost. 67

70 Tabel 3.2: Hoogste en laagst scorende buurtcombinaties per leefbaarheidsdimensie laagste score hoogste score grootste achteruitgang grootste vooruitgang Totaaloordeel Indische Buurt West Apollobuurt IJplein/Vogelbuurt Kinkerbuurt (5,3) (8,5) (van 6,5 naar 5,8) (van 6,1 naar 6,8) Schoon vervuiling Indische Buurt West Driemond IJplein/Vogelbuurt Helmersbuurt/Vondel- (4,1) (7,3) (van 6,0 naar 5,4) buurt (van 5,4 naar 6,3) schoonhouden straten Indische Buurt West Apollobuurt in 2003 voor het eerst in 2003 voor het eerst en stoepen (4,6) (6,9) apart gevraagd apart gevraagd Heel onderhoud woningen Indische Buurt West Grachtengordel-West idem idem in de buurt (5,0) (7,9) onderhoud straten Indische Buurt West Apollobuurt idem idem en stoepen (5,1) (7,3) Mooi schoonheid woningen Kolenkit Grachtengordel-West IJplein/Vogelbuurt Bijlmer Oost in de buurt (5,2) (8,6) (van 6,8 naar 6,2) (van 6,0 naar 6,5) schoonheid inrichting Indische Buurt West Grachtengordel-West IJplein/Vogelbuurt Bijlmer Oost woonomgeving (5,2) (8,0) (van 6,6 naar 5,8) (van 6,0 naar 6,7) Veilig overlast criminaliteit Burgwallen Oude Zijde Buitenveldert Oost IJplein Vogelbuurt De Punt (4,1) (7,7) (van 6,9 naar 5,9) (van 4,8 naar 5,5) veiligheid s avonds Overtoomse Veld Museumkwartier Burgwallen Oude Zijde Kinkerbuurt (4,8) (8,0) (van 6,7 naar 5,8) (van 6,3 naar 6,8) Prettig samenleven betrokkenheid bij de buurt Indische Buurt West Landelijk Noord IJplein/Vogelbuurt Kinkerbuurt (4,4) (7,6) (van 5,6 naar 5,1) (van 5,0 naar 5,7) omgang tussen Indische Buurt West Landelijk Noord IJplein/Vogelbuurt Bijlmer Oost verschillende groepen (5,4) (7,7) (van 6,4 naar 6,0) (van 5,8 naar 6,3) overlast groepen Indische Buurt West Apollobuurt IJplein/Vogelbuurt De Krommert (5,9) (8,2) (van 7,6 naar 6,5) (van 6,0 naar 6,7) Buurtvoorzieningen Oostelijke Eilanden/ Apollobuurt Oostelijke Eilanden/ De Aker Kadijken (5,0) (7,9) Kadijken (van 6,3 naar 6,7) (van 5,9 naar 5,0) Parkeren Overtoomse Sluis Buikslotermeer Overtoomse Sluis Westindische Buurt (3,5) (7,6) (van 4,4 naar 3,5) (van 4,3 naar 5,4) 68

71 3.14 Ontwikkeling tussen 2001 en 2003 Over de gehele stad gezien, lijkt de tevredenheid over de buurt vooral in de vooroorlogse stadsdelen binnen de ring te zijn toegenomen. Ook stadsdeel Zuidoost laat (met uitzondering van Gein) een bovengemiddelde stijging van de tevredenheid over de buurt zien. De stedelijke vernieuwing werpt duidelijk zijn vruchten af. Aan de andere kant zien we een toename van leefbaarheidsproblemen in delen van de Westelijke Tuinsteden, Amsterdam-Noord, Spaarndammerbuurt, Burgwallen- Oude Zijde, Oostelijke Eilanden/Kadijken en de Indische Buurt. In deze gebieden ondervinden bewoners toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit. Opmerkelijk is dat ook delen van de Watergraafsmeer een daling van de tevredenheid tussen 2001 en 2003 laten zien, maar het rapportcijfer voor de buurt ligt hier nog wel boven de 7. Verder valt op dat de tevredenheid in het laagst scorende stadsdeel Bos en Lommer is toegenomen, terwijl tegelijkertijd de tevredenheid over de buurt in het aangrenzende Geuzenveld/Slotermeer is afgenomen. Bovendien is volgens het onderzoek de Staat van de Stad Amsterdam II de score op de leefsituatie-index in Geuzenveld/Slotermeer de afgelopen jaren het snelst gedaald van alle stadsdelen. We zien dus een relatie tussen de leefbaarheid en sociaal-economische ontwikkelingen. Figuur 3.32: Ontwikkeling rapportcijfer buurt ( ) IJplein/Vogelbuurt daling tevredenheid (> 0,73 < 0) stijging tevredenheid onder Amsterdams gemiddelde (< 0,14) Kinkerbuurt stijging tevredenheid (> 0,14 < 0,3) stijging tevredenheid (> 0,3 < 0,73) 69

72 3.15, dynamiek en woonmilieus De rapportage de Westelijke Tuinsteden in kaart (SWD en AFWC, 1998) sluit af met een typologie van buurtcombinaties. In deze typologie wordt een centrale rol toegekend aan processen van vergrijzing en ontgrijzing. Vergrijzing hangt in de Westelijke Tuinsteden dan ook samen met de bouwperiode van de buurt. Veel ouderen wonen nog steeds in de woning die ze in de naoorlogse periode met hun gezin hebben betrokken. Ook nadat de kinderen eenmaal uit huis zijn, blijven ze veelal in dezelfde woning wonen. In de oudere buurten van de Westelijke Tuinsteden, zoals Geuzenveld, is dit vergrijzingsproces al een aantal jaren over zijn hoogtepunt heen en treedt ontgrijzing op. Vooral in deze buurten is sprake van een sterke dynamiek. Een deel van de ouderen verhuist naar een verzorgingstehuis in een andere buurt of in de woonplaats van de kinderen, terwijl een ander deel overlijdt. Dit proces van ontgrijzing gaat gepaard met de instroom van nieuwe bevolkingscategorieën, waaronder veel gezinnen met kinderen. De bevolking wordt daardoor heterogener en er is sprake van botsende leefstijlen tussen de autochtone ouderen enerzijds en etnische gezinnen anderzijds. Het oordeel van de bewoners over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, kan hierdoor worden beïnvloed. Er bestaat dus een relatie tussen het oordeel over leefbaarheid en de dynamiek op de woningmarkt. Deze relatie wordt ook duidelijk aangetoond in het rapport Doorstroming of Verstopping van O+S Amsterdam (Dignum, 2002). Dignum heeft een indeling gemaakt in tien verschillende woonmilieus, waarbij gebruik gemaakt is van statistische gegevens op het niveau van de 355 buurten. In het rapport Amsterdamse Woonmilieus 2003 (2004, nog te verschijnen) is deze exercitie herhaald op basis van de meest recente gegevens. Ook Deel 1 van, Stand van Zaken, bevat een overzicht van de 10 woonmilieus. De woonmilieus staan aangegeven op figuur 4.13 in hoofdstuk 4 van deze rapportage. Een belangrijke determinant van de woonmilieu-indeling 2003 is het sociaaleconomisch niveau. Vooral het zogenaamde transitiemilieu wordt gekenmerkt door een combinatie van hoge dynamiek met lage status. De sociale huursector is sterk aanwezig en er is een sterke concentratie van allochtone gezinnen. Het transitiemilieu beslaat onder andere de Bijlmermeer, delen van de Westelijke Tuinsteden, delen van Noord en de Indische Buurt. Uit blijkt dat vooral de bewoners van transitiemilieus een laag cijfer geven aan de buurt. Dynamiek kan vooral een probleem zijn in het transitiemilieu. In het proces van invasie en successie ontstaat onder de oude bevolking vaak ontevredenheid over de komst van nieuwe bewoners met een ander profiel en waarschijnlijk is die ontevredenheid groter als het proces sneller gaat. (Dignum, 2002, p.72) Typologie van buurtcombinaties Analoog aan een typologie van stadsdelen is een typologie van buurtcombinaties te construeren aan de hand van de antwoorden van de respondenten op de vragen over het totaaloordeel over de buurt in 2003 en de verandering van het totaaloordeel tussen 2001 en In de vorige leefbaarheidsrapportage was de typologie gebaseerd op het rapportcijfer in 2001 en het cijfer voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar. Het onderzoek wijst uit dat het rapportcijfer dat bewoners geven voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar 70

73 sterke samenhang vertoont met het rapportcijfer voor de situatie op dit moment en niet met de verandering van het rapportcijfer tussen 2001 en Met andere woorden, een buurt die onvoldoende scoort in 2003 scoort ook laag op de ontwikkeling in het afgelopen jaar. Dat geldt ook als het rapportcijfer in de betreffende buurt tussen 2001 en 2003 sterk is toegenomen. Om die reden beschouwen wij de verandering van het rapportcijfer tussen 2001 en 2003 als betere indicator van de verandering in het oordeel van de bewoners dan hun eigen rapportcijfer over de ontwikkeling in het afgelopen jaar. Bij de indeling van buurtcombinaties in verschillende typen moeten we beseffen dat we te maken hebben met dynamische processen. De indeling van een buurtcombinatie in een bepaald type is een momentopname van de situatie in Pas als het leefbaarheidsonderzoek in Wonen in Amsterdam een aantal malen is herhaald, kunnen we een goed beeld geven van de ontwikkelingen die er optreden in de subjectieve beleving van leefbaarheid door de Amsterdammers. Ontwikkelingen in de tijd zorgen ervoor dat buurtcombinaties verschuiven van het ene type naar het andere. Figuur 3.33 laat de indeling van de buurtcombinaties in vier typen zien. Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven het gemiddelde Type 4: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde Figuur 3.33: Typologie buurtcombinaties totaaloordeel buurt ( ) Geuzenveld IJplein/Vogelbuurt Indische buurt oost Type 1: Oordeel buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Indische buurt west Type 2: Oordeel buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling eronder Type 3: Oordeel buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling erboven Type 4: Oordeel buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde 71

74 3.17 Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Het eerste type bestaat uit buurtcombinaties waar zowel het totaaloordeel over de buurt in 2003 als de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 onder het Amsterdamse gemiddelde liggen. Het betreft de gehele oude Westelijke Tuinsteden (met uitzondering van De Kolenkit), Erasmuspark, Indische buurten Oost en West, IJplein/ Vogelbuurt, Volewijck, Banne Buiksloot, Geuzenveld, Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt, Burgwallen-Oude Zijde, Westindische Buurt en Gein. In deze buurten ondervinden de bewoners vaak toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit en de betrokkenheid van buurtbewoners ligt onder het Amsterdamse gemiddelde. De meerderheid van deze buurten behoort in de woonmilieutypologie tot het zogenaamde transitiemilieu of het overgangsmilieu. Deze buurten combineren een benedengemiddeld sociaal-economisch niveau, aan een oververtegenwoordiging van etnische minderheden en gezinnen in vergelijking met Amsterdam als geheel. Tabel 3.3 geeft een beeld van de buurtcombinaties in type 1 waar de tevredenheid is afgenomen. Tabel 3.3: Buurtcombinaties in type 1 waar het rapportcijfer voor de buurt is gedaald tussen 2001 en Gerangschikt op totaaloordeel buurt, van laag rapportcijfer naar hoog rapportcijfer rapportcijfer verschil overlast overlast betrokkenbuurt vervuiling criminaliteit heid buurtbewoners Indische Buurt West 5,3 5,4 0,1 4,1 4,7 4,4 Indische Buurt Oost 5,7 5,9 0,2 5,1 5,0 5,1 IJplein/Vogelbuurt 5,8 6,5 0,7 5,4 5,9 5,1 Geuzenveld 5,9 6,1 0,2 5,4 6,0 5,2 Westlandgracht 6,1 6,4 0,3 5,7 5,4 5,1 Slotermeer-Zuidwest 6,1 6,5 0,4 5,3 5,4 5,3 Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt 6,2 6,4 0,2 5,6 6,3 5,7 Slotermeer-Noordoost 6,2 6,5 0,2 5,6 5,5 5,4 Volewijck 6,3 7,0 0,7 5,7 5,9 5,5 Burgwallen-Oude Zijde 6,6 6,8 0,2 4,9 4,1 5,9 Eendracht 6,7 7,4 0,7 6,4 6,3 5,8 Osdorp-Oost 6,7 7,0 0,2 6,4 5,9 5,8 Gein 6,8 7,0 0,2 6,1 6,5 5,7 Banne Buiksloot 6,8 6,9 0,1 5,9 6,9 5,8 Binnen dit type verdienen Geuzenveld, IJplein/Vogelbuurt, Indische Buurt Oost en Indische Buurt West extra aandacht, omdat het de enige buurtcombinaties zijn die een onvoldoende voor de buurt combineren met een afname van tevredenheid tussen 2001 en Tabel 3.4 laat voor deze buurtcombinaties zien wat er volgens de bewoners aan de buurt zou moeten verbeteren. Het onderhoud en schoonhouden van de openbare ruimte wordt in drie van deze vier buurten het meest genoemd. In de Indische Buurt West noemt zelfs 62% van de respondenten dit verbeteraspect. In geen enkele andere Amsterdamse buurtcombinatie vinden zoveel bewoners dat het onderhoud en het schoonhouden van de openbare ruimte moeten verbeteren. Ook de veiligheid op straat wordt veel 72

75 genoemd. In de Indische Buurt Oost is dit het meest genoemde verbeteraspect (52%), maar in de Indische Buurt West wordt dit door 58% van de respondenten genoemd. Tabel 3.4: Gewenste verbeteraspecten per buurtcombinatie in procenten Indische Indische IJplein/ Geuzenveld Amsterdam Buurt West Buurt Oost Vogelbuurt totaal onderhoud/verbeteren bestaande woningen meer nieuwbouw onderhoud en schoonhouden openbare ruimte andere inrichting openbare ruimte meer/betere buurtvoorzieningen meer/beter openbaar vervoer meer parkeergelegenheid veiligheid Een aantal respondenten heeft ook zelf een extra verbeteraspect ingevuld. We hebben deze verbeteraspecten op een rijtje gezet voor de vier bovengenoemde buurtcombinaties. Daarbij zijn de antwoorden van de bewoners ongecensureerd overgenomen zonder de spelfouten te corrigeren. De antwoorden zijn heel divers, maar ook hier komt vervuiling bovendrijven als ergernis nummer 1. Verder valt op dat in alle vier de buurten een aantal bewoners pleit voor een meer gemengde bevolkingsopbouw en het tegengaan van gettovorming. 73

76 Wat moet er volgens de bewoners verbeteren in Indische Buurt West grotere diversiteit winkels children playing parkeerbeleid opheffen sociale contacten meer nederlanders wilt horeca terrassen meer tram moet zachter schotels naar het dak en lappen naar achteren haal die stinkende onder- eenrichtingsverkeer om + om meer horeca uitgaans en recreatie gelegenheden behouden mooie oude panelen schoonmaken, mevrouw grondse stort plaats weg nieuwbouw maakt politiehouding!/vuil naast spreiding bevolking ghetto amsterdamse sfeer kapot! containers vorming dealers en junks weg grotere verscheidenheid goedkope supermarkt/ minder ghettovorming winkels. teveel belhuizen leukere, levendigere en cult. geen rotzooi op straat, meer parkeer gelegenheid meer gemengde voorz. schoonmaak vuilnisdienst stoep ligt onder de (winkels, café s) ruimt 1x/week goed op hondenpoep buurtbewoners heropvoeden nachtcafé weg minder punken, dealers en naar de gebruiken zoals die in leegstand tegengaan criminelen ons land gelden controle auto in braak doorbreken van allochtone mooiere nieuwbouw zwerfvuil woonwijken (als nieuwbouw) meer fietsenstallingen meer schoen en kleding- minder reclameborden luidruchtige en lastige winkels goedkope winkels jongeren + dealers geen service zeer slecht boekenwinkel verlichting sfeer meer politie op straat verkeers opstopingen gemelleerde bevolkings- verschillende sociale controle oplossen samenstelling door buurtgenoten (grof) vuil controle variatie in winkelaanbod speelplein meer koopwoningen zodat minder allochtonen muiderpoort station staat het meer gemengd wordt, renoveren, woningen met soms veel jeugd koop en huur meer uitstraling (i.p.v. beton)/ junken verslaafde uit de meer informatie naar regels t.a.v. winkeluitstraling straat en trapportalen halen bewoners over schoon- huizen weer in originele staat bewoners opvoeden houden van de wijk teruggebracht minder overlast café s en te weinig toezicht door junks milieupolitie veel betere gemengde samen- rondzwervend vuil!!!! stelling v.d. bevolking Wat moet er volgens de bewoners verbeteren in IJplein/Vogelbuurt buurtcontact speelgelegenheid glas en papierbakken dichtbij meer groen, bomen meer winkels, café s schoon- bloembakken in de straten (groen) fietsrekken/vuilnisbakken brommers - s nachts lawaai meer groen meer winkels speelweide meer winkels en sportgelegenheden onderhoud fietspaden houden buurt door bepaalde postkantoor weer open getto bewoners minder allochtonen in zwerfvuil door bewoners meer groen leegstaande huizen brederocollege isoleren meer een mix van allochtonen toezicht toezicht vuilnis en autochtonen meer groen nu teveel een zwarte buurt beter spreiden van gedifferentieerde bevolkings- gemengden bevolkings allochtonen samenstelling (armoe!) opbouw ondergrondse afvalbakken zwerfvuil 74

77 Wat moet er volgens de bewoners verbeteren in Indische Buurt Oost school (bijna leeg), voetbalplek voor kinderen vervuiling aanpakken hangjongeren betaald parkeren op geen bebouwing op laatste groene gebied minder allochtonen buurtpreventie minder verkeer door drukke verlichting opknappen sporthal meer groen bv geveltuinen bewoners leren omgaan met vuilophaal bepaalde uren verminderen straaten meer kleine winkels minder marokkanen meer fietspaden. duivenpoep winkel meer blauw, coffeeshop dicht overlast. hondenpoep meer politie veel meer groen en bloemen overlast vertrek middenstand grotere woningen/ goedkope supermarkten voorkomen gevarieerder woningaanbod meer winkels, meer sport- een supermarkt parkeren als vroeger gelegenheden, geen zwerfvuil meer winkels met gevarieerd minder coffeeshops meer supermarkten aanbod zoals bijv. schoenen meer groen betere winkels? en kledingzaken enz. gezelligheid meer verscheidenheid in goedkope supermarkt terug parkeren en veiligheid zeer soort winkels: tekort aan verkeersveiligheid belangrijk in deze buurt supermarkten, café s, boek- winkels dagelijks paar auto s ingebroken en bloemwinkels meer auto vrije gebieden meer winkels winkels kindervriendelijkheid meer kledingwinkels drugs uitbannen beboeten vuil op straat. verlichting geluids overlast fietsen op opruimen hondenpoep (of de supermarkt in de buurt trottoirs vernielingen toezicht eigenaars v.d. hond opruimen) meer afvalbakken speeltoestellen meer woningen waar je met plein bij kramatweg mag winkels een gezin kunt wonen verwijderd worden buurt gaat erg achteruit! meer groen manier van vuilophaal gedrag bewoners integrale aanpak van nog steeds hondepoep bovenstaande punten Wat moet er volgens de bewoners verbeteren in Geuzenveld? meer huurwoningen gezinswoningen grooter kamers en meer meer speelplaatsen voetbalveldje speeltuinen beter winkelaanbod meer voor jeugd van 12 t/m 18 jaar er moet een stoplicht komen te hoge bomen winkels winkels algemeen schoon houden van de gehele buurt en woning meer sociaal woningen straat en buurtvervuiling door meer supermarkten bijna alles meer mogelijkheden komst nieuwe allochtone i.p.v. huisvuil dagelijks gedumpt voor kinderen. activiteiten + autochtone bewoners integratie, meer verbeteren speeltuinen/ speelruimte voor grotere nederlanders, geen getto. bioscoop-theater jongeren dus hogere kwaliteit beteren en vriendelijke buren meer groen woningen met hogere prijs gewenst minder criminaliteit meer toezicht in avond/nacht schoonmaak winkels/sportgelegenheden vernielzucht neemt toe! politiesurveillance dirk van voor vrouwen meer winkels, meer den broek erbij speeltuin uitgaansgelegenheden meer buurtvoorzieningen buurtwinkels (horeca) meer speelruimte bij aanpak leegstand oude afvalbakken ophangen appartementen winkels minder eenzijdige speelgelegenheden, culturen geen gettovorming bevolkingssamenstelling mixen verdeling allochtonen meer sociale bouw levend maken buurt is dood 75

78 3.18 Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde In de buurtcombinaties die tot type 2 behoren, wordt de buurt positief beoordeeld, maar blijft de ontwikkeling wel achter tussen 2001 en Een aantal buurtcombinaties heeft zo n hoog rapportcijfer als totaaloordeel voor de buurt dat een achterblijvende ontwikkeling niet als problematisch kan worden getypeerd, zoals de Apollobuurt en Landelijk Noord. Opmerkelijk is dat in een aantal nieuwbouwwijken een lichte afname optreedt van de tevredenheid (o.a. Nieuw Sloten en de Aker). Deze wijken behoren in de woonmilieutypering tot het zogenaamde stadsrandmilieu (zie figuur 4.13). In Deel 1 Stand van Zaken wordt geconstateerd dat in het stadsrandmilieu op een aantal kenmerken tegelijk negatieve trends aan het licht komen, ook al steekt het milieu nog altijd ruim boven de middelmaat uit. Blijkbaar is er toch een gevoel van onvrede over de ontwikkelingen die optreden in de buurt. Vooralsnog moeten we evenwel concluderen dat de leefbaarheidsproblemen in buurten die behoren tot type 2 van een andere orde zijn dan bij type 1. Als er al sprake is van een afname van tevredenheid is deze betrekkelijk gering Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven het gemiddelde Type 3 bestaat uit buurtcombinaties waar juist de ontwikkeling van tevredenheid tussen 2001 en 2003 boven het gemiddelde ligt, terwijl het totaaloordeel (nog) onder het gemiddelde ligt. Een aantal van deze buurtcombinaties ligt in de vooroorlogse wijken, maar ook in Zuidoost en Nieuwendam Noord zien we een bovengemiddelde toename van tevredenheid. In de vooroorlogse gebieden is één van de oorzaken voor de toenemende tevredenheid gelegen in de herwaardering van het stedelijk wonen. In de naoorlogse wijken, in het bijzonder Zuidoost speelt de stedelijke vernieuwing een belangrijke rol. De herwaardering voor het wonen in de zogenaamde oude wijken bij huishoudens met een stedelijke woonvoorkeur is al enige decennia aan de gang. De Oude Pijp is misschien nog wel het duidelijkste voorbeeld van deze ontwikkeling. Van een wijk waar de leefbaarheid zeer negatief werd gewaardeerd, heeft De Oude Pijp zich inmiddels ontwikkeld tot een gewaardeerd woonmilieu waar bewoners een hoog rapportcijfer geven aan de buurt en waar de marktprijzen voor koopwoningen een stormachtige ontwikkeling hebben doorgemaakt. Je zou kunnen zeggen dat de Oude Pijp in de loop der jaren is opgeschoven van type 1 in onze typologie naar type 4. Een aantal buurtcombinaties dat tot type 3 behoort lijkt een zelfde ontwikkeling door te maken als de Pijp, al ligt het rapportcijfer voor de woonomgeving hier nog onder het Amsterdamse gemiddelde. Vooral de Kinkerbuurt valt op door de sterke stijging van het rapportcijfer tussen 2001 en 2003 (van 6,1 naar 6,8). Ook in de Staatsliedenbuurt is de tevredenheid toegenomen van 6,5 naar 6,9. In deze buurt is recentelijk veel nieuwbouw tot stand gekomen (o.a. Meander) en zijn woningen gerenoveerd in de Fannius Scholtenbuurt. Het proces van herwaardering van de oude woonwijken waaiert steeds verder uit naar wijken als de Baarsjes, Bos en Lommer en Amsterdam-Oost. Een toenemende waardering van bewoners voor de wijk is wel degelijk te beïnvloeden door beleid. In de naoorlogse wijken is de stijging van tevredenheid het sterkst in Zuidoost. De stedelijke vernieuwing heeft hier duidelijk vruchten afgeworpen. In de Westelijke Tuinsteden ligt de ontwikkeling van de tevredenheid over de buurt nog onder het Amsterdamse gemiddelde (met uitzondering van De 76

79 Kolenkit). Maar de stedelijke vernieuwingsoperatie in de Westelijke Tuinsteden moet nog goed op gang komen en loopt door tot Pas daarna kunnen we de effecten van stedelijke vernieuwing pas echt goed beoordelen. Het voorbeeld van de Bijlmermeer toont aan dat stenen stapelen helpt, maar dat is zeker niet voldoende. Juist in de periode voor en tijdens de stedelijke vernieuwing staat de leefbaarheid onder druk. Het onderhoud van de openbare ruimte en de bestrijding van onveiligheid en vervuiling verdienen juist in die periode aandacht Type 4: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde In de grachtengordel, delen van Oud-Zuid en Zuideramstel, het Oostelijk Havengebied, Weesperzijdestrook, Driemond, delen van Oud-West en Westerpark gaat een bovengemiddeld rapportcijfer voor de buurt gepaard met een bovengemiddelde toename van de tevredenheid tussen 2001 en Een groot deel van deze buurten hoort in de woonmilieutypologie tot de typen centrum, centrumrand, inbreiding en welgesteld stedelijk. Het aandeel hogere inkomensgroepen en hoger opgeleiden ligt in deze woonmilieus (met uitzondering van centrumrand) relatief hoog en het aandeel etnische minderheden relatief laag. Dat de buurtcombinaties die behoren tot type 4 hoog scoren op de buurt en de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 wil niet zeggen dat er geen aspecten zijn waar de bewoners ontevreden over zijn. Vooral bewoners van de 19e-eeuwse gordel ergeren zich bijvoorbeeld aan het tekort aan parkeerplaatsen en de overlast van verkeer. De groenvoorziening wordt negatief gewaardeerd in het Centrum en het Oostelijk Havengebied. Bewoners van De Pijp en Oud-West zijn ontevreden over het schoonhouden van straten en stoepen. Vervuiling vormt hier een grote bron van ergernis. Er is echter één belangrijk verschil met de overige buurtcombinaties in die zin dat zowel de buurt in zijn algemeenheid als de ontwikkeling van de buurt tussen 2001 en 2003 positief worden gewaardeerd. De hier geschetste overlastaspecten zijn dan ook vaak gerelateerd aan stedelijkheid, functiemenging en hoge dichtheden. Juist centraal-stedelijke wijken worden gewaardeerd door de bewoners en de toename van de tevredenheid is hier groter dan elders. Huishoudens met een stedelijke woonvoorkeur nemen de genoemde overlastaspecten op de koop toe. De ontevredenheid van bewoners over deze deelaspecten staat een positieve beoordeling van de buurt niet in de weg. De buurt zorgt als het ware voor voldoende compensatie. Bovendien is men in buurtcombinaties die behoren tot type 4 redelijk tevreden over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan en ondervindt men relatief weinig overlast van criminaliteit. 77

80 78

81 hoofdstuk 4 Wat is het aantrekkelijkste van de buurt? Rust is de belangrijkste kwaliteit van Amsterdam Wat waarderen de inwoners van Nederlands enige metropool het meest in de buurt waar ze wonen? Rust! Dat is zeker het geval in stille stadsdelen als Slotervaart of Noord. Maar zelfs in de binnenstad staat rust op de tweede plaats als het gaat om de aantrekkelijkste punten van de eigen woonbuurt. In het onderzoek loopt tradioneel een open slotvraag mee. Dit jaar luidde die: Wat vindt u het aantrekkelijkste van de buurt waar u woont? Geen voorgedrukte antwoordhokjes, maar ruimte om in drie woorden zelf iets op te schrijven. In dit hoofdstuk bespreken we de rijke oogst van deze vraag, die door ruim mensen werd beantwoord. Niet alleen staan er verrassende dingen bovenin de lijst van aantrekkelijke dingen, er komen ook interessante verschillen tussen de stadsdelen, tussen buurten en tussen woonmilieus naar boven. 4.1 Verwerking van het materiaal Het invullen van de vragenlijst van Wonen in Amsterdam vergt nogal wat tijd en aandacht van de respondenten. Het was daarom maar de vraag of we veel antwoorden zouden krijgen op de laatste, open, vraag. Maar dat viel enorm mee. De respons op de vraag was bijzonder hoog: 91% vulde één of meerdere antwoorden in. Sommige mensen gaven maar één antwoord, anderen kwamen met wel zes antwoorden. In totaal werden verschillende teksten gevonden in antwoorden. Vervolgens is gestart met het nacoderen, waarbij kleine nuanceverschillen en zegswijzen zijn gelijkgetrokken. We hebben daarbij zoveel mogelijk de oorspronkelijke teksten in stand gehouden. Bij twijfel hebben we teksten ook niet samengevoegd in één categorie. Zo werden uiteindelijk antwoorden (87% van de respons) gehercodeerd en ondergebracht in totaal 115 antwoordcategorieën. De rest van het materiaal bleef ongebruikt. Alle nagecodeerde open antwoorden zijn in een nieuw databestand ingelezen in zes nieuwe variabelen. Vervolgens zijn die zes variabelen gecombineerd (multiple respons). Daarmee tellen alle antwoorden even zwaar, ongeacht het aantal antwoorden dat een respondent heeft gegeven. Omdat de antwoorden zich niet laten optellen, hebben we ze in rangordes gezet. Het meestgenoemde kenmerk krijgt rangorde 1, en zo verder aflopend. Links in tabel 4.1 staat het totaal over de stad, daarna volgen de stadsdelen. Als de rangorde in een stadsdeel sterk afwijkt kleurt hij op (rood = opvallend weinig genoemd, groen = opvallend vaak genoemd). Hoe lager een kenmerk staat in de stedelijke rangorde, hoe groter de benodigde afwijking om te worden gekleurd. Er is gewerkt met ongewogen aantallen, zoals voor alle leefbaarheidsanalyses gebruikelijk is. Gelet op de vraagstelling (het gaat over uw buurt) moeten de analyses zich richten op gebieden. Verschillen tussen doelgroepen hebben geen betekenis meer zodra het over heel Amsterdam gaat. Laten we eerst eens kijken hoe de stadsdelen het doen. 79

82 Tabel 4.1: Top 30 rangordes van meest genoemde aantrekkelijke punten per stadsdeel totaal Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld/Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost/Watergraafsmeer Amsterdam Oud-Zuid Zuideramstel rust/rustig/stil/stilte winkels groen/groenvoorziening openbaar vervoer centraal/centraal gelegen centrum/centrum dichtbij ruim/ruimte bereikbaar/bereikbaarheid gezellig/gezelligh./gemoedel park/parken ligging/locatie voorzieningen veilig/veiligheid parkeren/parkeergelegenh sfeer/sfeervol uitzicht water/aan water netjes/netheid/schoon woning/woongenot mooi/mooie buurt buren A10/ringweg dichtbij levend/levendig architectuur horeca/uitgaan/cultuur multi-culti dorp/dorps/dorp in de stad markt/markten woningen omgeving/woonomgeving Kwaliteiten van de stadsdelen Waarom is Amsterdam zo n leuke stad om te wonen, wat is er zo aantrekkelijk aan de eigen buurt? Het hangt er maar van af wie je het vraagt, en over welk gebied het gaat. Zoals gezegd: rust scoort over de hele stad het hoogst. Zelfs in compacte stadsdelen zoals Oud-West en Bos en Lommer staat rust in de top 5. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de eerste 30 (van de in totaal 115) antwoordcategorieën. Hoog op de lijst aantrekkelijke punten staan verder winkels, groen en openbaar vervoer. Parkeren scoort hoog in stadsdelen waar het overwegend gratis is. Waar ze voor- 80

83 handen zijn, zijn parken een belangrijke kwaliteit. Sfeer komt als belangrijke kwaliteit naar voren in het centrum en de stadsdelen die beneden het IJ aan het centrumgrenzen, daarbuiten staat het opvallend veel lager in de rangorde. Iets vergelijkbaars geldt voor levendigheid, maar daar is de kwaliteit grofweg te vinden binnen de ring. De binnenstad is het enige stadsdeel waar de kwaliteit mooi hoog scoort, op ruime afstand gevolgd door Oud Zuid. Opvallend is ook dat twee kwaliteiten die in de binnenstad ruim voorhanden zijn, winkels en openbaar vervoer, door de bewoners van dat stadsdeel relatief weinig worden genoemd. Kennelijk worden die eerder beschouwd als voorzieningen voor bezoekers. Bovendien heeft de binnenstad een aantal andere kwaliteiten die om de voorrang strijden: naast rust de centrale ligging en de gezelligheid bijvoorbeeld. In onderstaande tabel wordt een aantal accenten genoemd per stadsdeel. Tabel 4.2: Belangrijkste accenten per stadsdeel stadsdeel relatief vaak genoemd relatief weinig genoemd Centrum centraal; gezellig; mooi winkels; groen; openbaar vervoer Westerpark centrum dichtbij; parken; divers groen; openbaar vervoer; ruimte Oud-west parken; levendig ; markten rust; groen; ruimte Zeeburg water; architectuur; multi-culti groen; gezelligheid; veiligheid Bos en Lommer ringweg dichtbij; betaalbaar; thuis centraal gelegen; gezellig; veilig De Baarsjes parken; architectuur; betaalbaar centraal gelegen; ruimte; sfeer Noord parkeren; dorps; kindvriendelijk centraal gelegen; parken; voorzieningen Geuzenveld/Slotermeer parkeren; uitzicht; woning; centrum dichtbij; gezellig; sfeer Osdorp parkeren; woning; kindvriendelijk centraal gelegen; parken; sfeer Slotervaart parkeren; woning; a10 dichtbij centraal gelegen; gezellig; sfeer Zuidoost parkeren; woning; multi-culti centraal gelegen; centrum dichtbij; gezellig Oost/Watergraafsmeer markt; woningen; multi-culti centraal gelegen; parkeren; sfeer Oud-Zuid gezellig; parken; veilig groen; openbaar vervoer; centrum dichtbij Zuideramstel veilig; netjes; architectuur centraal gelegen; gezellig; parken 4.3 Verschillen tussen buurten Stadsdelen zijn groot en vaak ook heel divers. Dat maakt een analyse op stadsdeelniveau nogal grof. Daarom moeten we een stapje verder afdalen in de stad. Op het niveau van buurtcombinaties [1] ontstaat dan een gevarieerder beeld, dat zich ook goed laat verklaren. Onderstaande figuur laat de voorbeelden uit de top-10 zien. Uit de plaatjes kan goed worden afgeleid wat de achtergrond van de rangordes is, en in een aantal gevallen zelf een precisering over wat er met de gebruikte termen is bedoeld. [1] Hier is geanalyseerd op alle buurtcombinaties, dus er zijn geen buurtcombinaties samengevoegd omwille van representativiteit (zoals in andere analyses wel is gebeurd). 81

84 Figuur 4.1: rust/rustig Figuur 4.2: winkels tot tot 5 4 tot 5 6 tot 15 6 tot tot 46 Figuur 4.3: groen/groenvoorziening Figuur 4.4: openbaar vervoer 1 1 tot tot 5 3 tot 5 6 tot 9 6 tot tot tot tot 46 Figuur 4.5: centraal/centraal gelegen Figuur 4.6: centrum/centrum dichtbij 1 tot 3 1 tot 3 4 tot 9 4 tot 7 8 tot 14 8 tot tot tot tot tot 64 82

85 Figuur 4.7: ruim/ruimte Figuur 4.8: bereikbaar/bereikbaarheid 1 tot 4 2 tot 5 5 tot 7 6 tot 7 8 tot 15 8 tot tot tot tot tot 46 Figuur 4.9: gezellig/gezelligheid/gemoedelijkheid Figuur 4.10: park/parken 1 tot 6 1 tot 7 7 tot 10 8 tot tot tot tot tot tot tot 69 Rust scoort laag in gebieden van hoge woningdichtheid gecombineerd met drukke verkeersassen: A10 west, Kinkerstraat/Bilderdijkstraat, Ceintuurbaan, Wijttenbachstraat/Insulindeweg, Rokin/Damrak. Het heeft dus te maken met veel mensen èn met geluid en verkeer. Winkels zijn vooral een kwaliteit in de 19e eeuwse ring en in Buikslotermeer. Die gebieden hebben ook een compleet en concurrerend aanbod. In het centrum, waar de grootste concentratie is, scoort het winkelaanbod veel lager. In het centrum en de 19e eeuwse gordel scoort groen laag als kwaliteit, in de buurten met een ruimer opgezet stedenbouwkundig plan staat het op rang 5 of hoger. Voor het centrum is openbaar vervoer geen kwaliteit, maar wel in de ring daaromheen; juist daar zorgt openbaar vervoer ervoor dat je pijlsnel in de binnenstad bent, of op een belangrijk trein/metro punt. Centraal gelegen heeft echt betrekking op de binnenstad, en het gebied daar direct omheen. Centrum/centrum dichtbij geeft de actieradius van het centrum weer, die doordringt tot ver in west, oost en noord. Ruim/ruimte is geen kwaliteit in het centrum, maar wel aan de randen van de stad: een minder compacte bebouwing en grotere 83

86 plattegronden. Bereikbaarheid scoort hoger in de gebieden in de zone langs de ringweg, en scoort in het centrum bijzonder laag. Het centrum springt er uit op het punt van gezelligheid/gemoedelijkheid, maar opvallend zijn ook Transvaal en Osdorp-Midden. Ook in stadsdeel Noord is gezelligheid een belangrijke kwaliteit, maar in IJplein/Vogelbuurt, Nieuwendam-Noord en Buikslotermeer geldt dat niet. We vermoeden dat in noord vooral gemoedelijkheid een rol speelt, terwijl in het centrum meer de sfeer telt. 4.4 Parken en pleinen Parken staan op nummer 10 van aantrekkelijke dingen. Ze zijn dus een wezenlijke kwaliteit. Om park te mogen heten, moet een park voldoende omvang en kwaliteit hebben. Amsterdam heeft goede voorbeelden van echte stadsparken. De Amsterdammers weten ze te vinden en waarderen ze hoog. Pleinen vervullen net zoals parken de rol van rustpunt en levendige plek tegelijk, en vergen minder ruimte. Amsterdam heeft veel meer pleinen dan parken, maar pleinen verschijnen pas als nummer 77 in de rangorde. Nederlanders zijn van huis uit geen pleinenbouwers zoals Italianen, Spanjaarden en Fransen. De pleinen in de wijken in Amsterdam functioneren als open plekken waar wat meer ruimte is dan in de straat, en waarop bij feestelijke gelegenheden een podium kan staan. De meeste pleinen zijn ook niet strikt als plein ontworpen. Ze markeren soms slechts open ruimte bij een belangrijk gebouw, zoals een kerk. 4.5 Groen en water Gemiddeld wordt water als zeventiende kwaliteit genoemd van de Amsterdamse buurten. Niet erg hoog voor het Venetië van het Noorden. Er is één stadsdeel waar water wel nadrukkelijk als kwaliteit genoemd wordt: stadsdeel Zeeburg. Na rust en winkels staat water daar op de derde plaats. Wanneer we stadsdeel Zeeburg overeenkomstig de indeling in woonmilieus (tabel 4.3) verdelen in transitie-, stadsdsvernieuwings- en inbreidingsgebieden zien we dat de winkels zo hoog gekomen zijn dankzij het oude gedeelte van het stadsdeel (transitie- en stadsvernieuwingsgebieden) terwijl water overduidelijk door de bewoners van de nieuwbouw in het oostelijk havengebied naar voren is geschoven. Kennelijk heeft de stedenbouwkundige opzet van de nieuwbouw, waarbij ervan is afgezien om groen aan te leggen, en het water voor de nodige kwaliteit moet zorgen, goed gewerkt. Als kwaliteit lijken groen en water, mits goed toegepast, dus uitwisselbaar te zijn. 84

87 Figuur 4.11: water Figuur 4.12: grachten 1 tot 13 6 tot tot tot tot tot tot tot tot tot 77 In Osdorp, dat zoals bekend aan de Sloterplas grenst, wordt het water pas op nummer 24 genoemd. En zelfs in de binnenstad, in de hele wereld beroemd om zijn huizen aan het water, komt water pas op de 20ste plaats. Hoe zit dat? Gedeeltelijk kan de oorzaak worden gezocht in het feit dat het een open vraag met niet voorgecodeerde antwoorden betrof. In de binnenstad spreken ze liever van grachten, en die kwaliteit staat daar op de 13de plaats. Ook in Oud West spreken de bewoners dikwijls van grachten. Dat is duidelijk niet de benaming van het water in Zeeburg of andere nieuwere stadsdelen. Verder denken we dat water zo n vanzelfsprekend onderdeel van Amsterdam vormt dat het zelden als een bijzonder aantrekkelijk punt wordt gezien. Het verschil tussen de benamingen water en grachten zien we ook terug bij groen en parken. Groen staat stedelijk gezien op de derde plaats. In Geuzenveld/Slotermeer en Zuidoost neemt groen zelfs de koppositie in. Parken staan op nummer 10, maar in de stadsdelen Oude West (nummer 3!), Zeeburg, Westerpark, De Baarsjes en Oud Zuid prijst men liever zijn parken dan zijn groen. Een subtiel verschil in benaming dat waarschijnlijk wel duidt op een belangrijk verschil in beleving en gebruik. 4.6 Woonmilieus De kwaliteiten van stadsdelen zijn divers, in elk stadsdeel zijn verschillende woonmilieus voorhanden. In een oordeel over Zuideramstel zitten bijvoorbeeld zowel de Rivierenbuurt (architectuur?) als Buitenveldert (netjes?), twee heel verschillende gebieden. Daarom is een volgende analyse gemaakt naar de Amsterdamse woonmilieus die zijn opgesteld door de Dienst Wonen [2]. Op de kaart op de volgende pagina is te zien waar die woonmilieus te vinden zijn. [2] Dignum, Teune en Uittenboogaard (2004, nog te verschijnen) Amsterdamse woonmilieus Gemeente Amsterdam, Dienst Wonen 85

88 Figuur 4.13: Amsterdam in tien woonmilieus, 2003 centrumrand dorp stadsvernieuwing transitie welgesteld stedelijk overgang aansluiting inbreiding stadsrand centrum 86

89 In tabel 4.3 zijn de dertig meest genoemde kwaliteiten nogmaals weergegeven, maar nu met de rangordes die gelden voor de Amsterdamse woonmilieus. Tabel 4.3: Top 30 rangordes van meest genoemde aantrekkelijke punten per woonmilieu totaal centrum stadsrand inbreiding aansluiting overgang welgesteld stedelijk transitie stadsvernieuwing e.a. dorp centrumrand rust/rustig/stil/stilte winkels groen/groenvoorziening openbaar vervoer centraal/centraal gelegen centrum/centrum dichtbij ruim/ruimte bereikbaar/bereikbaarheid gezellig/gezelligheid/gemoedelijk park/parken ligging/locatie voorzieningen veilig/veiligheid parkeren/parkeergelegenheid sfeer/sfeervol uitzicht water/aan water netjes/netheid/schoon woning/woongenot mooi/mooie buurt buren A10/ringweg dichtbij levend/levendig architectuur horeca/uitgaan/cultuur multi-culti dorp/dorps/dorp in de stad markt/markten woningen omgeving/woonomgeving Rust, dat meest gewaardeerde kenmerk van de Amsterdamse buurten, is het minst te vinden in de transitiegebieden: daar waar gesloopt en gebouwd wordt. Ook een aantal 19de eeuwse wijken en de Jordaan blinken niet uit in rust. Het valt op dat die laatste gebieden globaal om dezelfde punten worden gewaardeerd als het centrum: centraal gelegen, gezellig, sfeervol, levendig en horeca. Op een paar 87

90 punten is er een duidelijk verschil: het centrum wordt mooi gevonden, terwijl in de centrumrand de parken en de markten worden gewaardeerd. Parken zijn inderdaad niet in de binnenstad te vinden. Maar markten? De binnenstad kent een bloemenmarkt, een antiekmarkt en zelfs een postzegelmarkt. Maar de bewoners herkennen die niet als duidelijk pluspunt van de buurt. In tabel 4.4 worden de opvallendste verschillen tussen de woonmilieus genoemd. Tabel 4.4: Belangrijkste accenten per woonmilieu milieu relatief vaak genoemd relatief weinig genoemd centrum centraal gelegen; gezellig; mooi ruimte; parken; parkeren stadsrand ruimte; bereikbaarheid; woning gezellig; parken; sfeer inbreiding water; ruimte; uitzicht gezellig; parken; levendig aansluiting netjes centraal; gezellig; levendig overgang parkeren sfeer; water; mooi welgesteld stedelijk ruimte; veiligheid; netjes uitzicht; water; levendig transitie parkeren; woning; multi-culti veiligheid; sfeer; water stadsvernieuwing e.a. markten; water; multi-culti veilig; netjes; architectuur dorp dorps; uitzicht; water winkels; openbaar vervoer; parken centrumrand gezellig; parken; levendig ruimte; parkeren; netjes 4.7 Buurten met lage score voor totaaloordeel buurt Voor de buurten die in deze leefbaarheidsrapportage een lage score (< 6) voor totaal oordeel over de buurt hebben, is hieronder apart de rangorde weergegeven. Een onvoldoende voor de buurt wil niet zeggen dat de bewoners niets aantrekkelijk vinden. Kwaliteiten die in deze buurten relatief vaak worden genoemd zijn: parken, parkeren, woning/woongenot, buren en multi-culti. Relatief laag scoren: centrale ligging, sfeer, water en horeca. Het samenleven van verschillende culturen wordt in probleembuurten dikwijls als een centraal probleem gezien. Opvallend is het daarom dat in een aantal van de elf buurten (Transvaalbuurt, Indische buurt, Bijlmer) het multiculturele karakter juist als een belangrijke kwaliteit wordt gezien. Centrale ligging is iets anders dan centrum dichtbij. De rangordes van de buurten binnen de ring laten dat goed zien: de buurt ligt zelf niet centraal, maar het centrum is wel binnen handbereik. Prominent voorbeeld is de IJplein/Vogelbuurt. 88

91 Tabel 4.5: Top 30 rangordes van buurten met lage leefbaarheidsscore totaal Amsterdam Transvaalbuurt Indische buurt west Indische buurt oost Landlust Erasmuspark De Kolenkit IJplein/Vogelbuurt Geuzenveld Osdorp-midden Overtoomse veld Bijlmer-centrum rust/rustig/stil/stilte winkels groen/groenvoorziening openbaar vervoer centraal/centraal gelegen centrum/centrum dichtbij ruim/ruimte bereikbaar/bereikbaarheid gezellig/gezelligheid/gemoedelijk park/parken ligging/locatie voorzieningen veilig/veiligheid parkeren/parkeergelegenheid sfeer/sfeervol uitzicht water/aan water netjes/netheid/schoon woning/woongenot mooi/mooie buurt buren A10/ringweg dichtbij levend/levendig architectuur horeca/uitgaan/cultuur multi-culti dorp/dorps/dorp in de stad markt/markten woningen omgeving/woonomgeving

92 In onderstaande tabel worden de opvallende termen voor de 11 buurten samengevat. Tabel 4.6: Belangrijkste accenten binnen buurten met lage leefbaarheidsscore buurtcombinatie relatief vaak genoemd relatief weinig genoemd Transvaalbuurt gezellig; buurten; multi-culti groen; centraal gelegen;ruimte Indische buurt west parken; levendig; mutli-culti rust; groen; centraal gelegen Indische buurt oost parken; woning; a10 dichtbij rust; centraal gelegen; gezelligheid Landlust multi-culti; betaalbaar; werk dichtbij gezellig; parken; sfeer Erasmuspark parken; a10 dichtbij; alles bij de hand centraal gelegen; ruimte; gezelligheid De Kolenkit woning; buren; markten centraal gelegen; ruimte; parken IJplein/Vogelbuurt centrum dichtbij; parkeren; uitzicht centraal gelegen; ruimte; gezellig Geuzenveld parkeren; uitzicht; woning winkels; centraal gelegen; parken Osdorp-midden parkeren; uitzicht; netheid centraal gelegen; parken; sfeer Overtoomse veld bereikbaarheid; parken; parkeren rust; centraal gelegen; gezellig Bijlmer-centrum woning; multi-culti; omgeving rust; centraal gelegen; parken 4.8 Noties over meten Elders in de enquête is mensen gevraagd om een groot aantal kenmerken van hun woonsituatie met een rapportcijfer te beoordelen. Dat leidt tot rekenkundige uitslagen zoals gemiddelden en verschillen tussen gebieden. Het leidt ook tot lijstjes van sterke en zwakke punten (hoge en lage rapportcijfers). In de open vraag naar de aantrekkelijkste punten van de buurt hebben mensen alleen die zaken genoemd die zij als aantrekkelijk ervaren. Onbevangen, en zonder daar een onderling gewicht aan toe te kennen. Dat materiaal is niet rekenkundig, er kunnen geen gemiddeldes over worden berekend, maar er zit wel een schat aan kennis en ervaring in verborgen. Wat dat betreft vullen beide methoden van meten elkaar goed aan. Kenmerken van een woonsituatie zijn voor iemand aantrekkelijk als ze er niet alleen zijn, maar voor die persoon ook positieve waarde hebben. Kenmerken die ontbreken of die een negatieve waarde hebben, zijn door de vraagstelling nadrukkelijk buiten beeld gehouden. Dingen die er niet zijn, worden nu eenmaal niet als kwaliteit aangemerkt. Daarvoor in de plaats noemen mensen andere zaken die hun buurt wèl te bieden heeft, en die voor hen belangrijk zijn. Dat lijkt eenzijdig, maar de rangordes laten evengoed zien welke dingen er meer en minder toe doen. Deze open vraag meet iets anders dan de rapportcijfers. Ook in buurten waar geen openbaar vervoer is, hebben mensen er een rapportcijfer voor gegeven. Hetzelfde geldt voor mensen die het nooit en te nimmer gebruiken. Bij het aangeven van selling points gaan mensen bewust voorbij aan kwaliteiten die er voor hen minder toe doen. In extremo zou het kunnen zijn dat ze hun eigen situatie, hoe slecht die ook bevalt, tegen heug en meug hebben goedgepraat met kwaliteiten. Niemand verwacht in de binnenstad riante groene plekken, parkeermogelijkheden en doodse stilte, want het is er druk en vol en levendig. En dus spelen daar andere kwaliteiten de hoofdrol in de rangorde (gezelligheid, sfeer, mooi, horeca). 90

93 Voor de kwaliteiten openbaar vervoer en groen hebben we de resultaten van beide meetmethodes naast elkaar gelegd. Voor openbaar vervoer blijkt in het algemeen het gemiddelde rapportcijfer wel af te nemen in gebieden waar het laag in de rangorde staat. Maar als we naar de buurten kijken, zijn er talloze uitzonderingen op die algemene regel. Ook al is er goed openbaar vervoer, dan nog kan het zijn dat mensen vooral andere kwaliteiten in hun buurt waarderen, gewoonweg omdat ze belangrijker voor hen zijn. Dat geldt ook voor groen: in de binnenstad wordt in sommige buurten het groen gewaardeerd met een 6,3, maar het scoort laag in de rangorde. De binnenstadbewoners waarderen ook een heel ander soort groen (de bomen langs de grachten, de plantsoenen langs de singelgracht) dan de mensen in Tuindorp Oostzaan; parkachtige pleinen, grasvelden, lommerrijke watergangen. En in Geuzenveld staat het wel hoog in de rangorde. 91

94 Figuur 4.14: groen, rangordes en gemiddelde rapportcijfers 6, 8 6,9 6,5 6,9 7,3 5,8 6,4 6,2 5, 8 7,6 7,6 7 8,1 1 7,2 6,9 6,7 6,5 6,4 6,4 7, , 2 6,7 5,6 5,9 6,2 4,3 6,7 4,2 5,9 6,4 6,2 5,8 5,6 6,3 6,2 4,1 5,7 5,6 6 6,2 5,3 5,5 6,7 5,5 6,7 6,2 6,8 7,8 6,4 6,6 6,2 6,4 4,9 6,2 7,6 6,9 6,7 6,8 6 5,7 5,5 6, 6 6,1 7,6 5,9 6,2 6,4 7,6 6,7 7,6 7,1 7,3 7 6,5 7,5 2 7,6 7,6 6 7,2 3 6,6 8,3 7,1 4 tot ,3 15 tot 65 Figuur 4.15: openbaar vervoer, rangorde en gemiddeld rapportcijfer 7, 2 7,2 7,1 7,4 7,8 6,5 7,1 7,2 6,4 7,6 7,1 7,2 4,8 1 tot 3 7 2,9 7,2 7,3 6,9 7,1 7,6 7,5 7,5 7,3 7,5 6,9 7 6,4 7,2 6,6 7 8,3 7,4 7,3 7 7,7 6,6 7,4 8,1 7,6 7,4 6,5 7,3 7,7 7,9 7,1 7,5 7,3 7,9 7,7 7,7 7,5 7,6 6,7 7,9 8 7,7 8 7,7 7,5 7,5 7,6 7,5 6,8 7,5 7,5 7,2 7,1 7,8 7,7 7,5 7,6 7,7 7,6 6,8 7,5 7,2 7,2 7,3 5,9 7,7 4 tot 5 6, 8 7,1 4,6 6 tot 9 7,3 10 tot 14 7,4 7,4 16 tot 46 92

95 4.9 Hoe nu verder Er zijn nog veel meer analyses mogelijk met het materiaal, maar dat voert voor nu te ver. Belangrijk is hoe zulke analyses hun weg kunnen vinden in het werk van de partijen in de stad. De uitkomsten zijn zeer bruikbaar in de vorm van selling-points: per gebied in Amsterdam heeft een grote groep bewoners aangegeven wat hen in dat gebied bijzonder aanspreekt. Die informatie is van groot nut bij de marketing van een gebied, en wel op twee manieren. Ten eerste door die indrukken door te geven aan woningzoekers: zodra een woning in dat gebied te koop of te huur komt, kunnen die indrukken helpen bij het vormen van een oordeel. Verkoopargumenten van bewoners zelf zijn altijd geldig, we krijgen ze bovendien op een presenteerblaadje aangeboden. Ten tweede door die kenmerken te koesteren en desgewenst te versterken, want op ervaren kwaliteit moeten we zuinig zijn. Ruimte, groen, stilte en schone lucht zijn in een stad schaars, en daar staan andere kwaliteiten tegenover zoals voorzieningen, bereikbaarheid, levendigheid. Zelfs een schijnbaar schaars goed als rust wordt herkend in Amsterdam, en dat is wel een compliment waard. Toch moeten we blijven zoeken naar kwaliteiten die in de stad een goed alternatief bieden. Parken zijn een belangrijke kwaliteit, maar ze zijn niet overal aanwezig of realiseerbaar. Als blauw een kwaliteit is die zich kan meten met groen, dient zich een goed alternatief aan. Bij het transformeren of ontwikkelen van woonmilieus kunnen selling points helpen om de cruciale kwaliteiten van een geslaagde wijk hoog op de agenda te zetten. Deze eindvraag was een positieve afsluiter met veel vrijheid voor de deelnemers aan het onderzoek. Net zoals in WIA 2001 (Wat vindt u de aantrekkelijkste buurt van Amsterdam?) levert dat bijzonder rijk materiaal op, dat ook bruikbaar is. Voor WIA 2005 willen we ervoor pleiten om de traditie voort te zetten, en we hebben ook al een eerste suggestie: Aan welke drie zaken in uw buurt ergert u zich het meest? 93

96 94

97 hoofdstuk 5 Hoe leefbaar is Amsterdam? Samenvatting en slotbeschouwing 5.1 Het onderzoek Sinds 1995 wordt tweejaarlijks het grootschalige onderzoek Wonen in Amsterdam gehouden. Het veldwerk voor dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam. In 2003 traden de Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en 12 van de 14 stadsdelen op als gezamenlijk opdrachtgever van Wonen in Amsterdam. In 2001 werd het onderzoek uitgebreid met leefbaarheidsvragen. De vragen zijn afkomstig uit een door de Amsterdamse woningcorporaties aangepaste versie van de Lemonleefbaarheidsmonitor van Aedes. Lemon meet het subjectieve oordeel van bewoners over de buurt(ontwikkeling) als geheel, de kwaliteit van de woningvoorraad, de inrichting, het onderhoud en het schoonhouden van de woonomgeving, veiligheid, groenvoorzieningen, aanwezigheid van scholen, winkels, sociale en medische voorzieningen, sociale relaties in de buurt, burenoverlast, overlast van ongewenste activiteiten en verkeersoverlast. Centraal staat daarbij de vraag hoe de bewoners zelf denken over de leefbaarheid van hun buurt. De scores op de leefbaarheidsvragen van Wonen in Amsterdam 2001 moeten worden beschouwd als nulmeting. Elke twee jaar wordt dit onderzoek herhaald, zodat buurten in de tijd kunnen worden gevolgd. In 2003 is het onderzoek Wonen in Amsterdam opnieuw uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om een vergelijking te maken tussen 2001 en Met bijna teruggestuurde enquêtes in 2003 is Wonen in Amsterdam het grootste leefbaarheidsonderzoek in Amsterdam. Het onderzoek is tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen woningcorporaties, Dienst Wonen en stadsdelen. Er is een begeleidingscommissie gevormd waarin alledrie de partijen zitting hebben. Voordeel hiervan is dat iedereen dezelfde leefbaarheidsgegevens hanteert. 5.2 Resultaten per stadsdeel Alle resultaten van WIA/Lemon worden uitgedrukt in een rapportcijfer op een schaal van 1 tot en met 10. Amsterdammers staan bekend als notoire kankeraars, maar gemiddeld gesproken zijn ze redelijk tevreden over hun buurt. Op de vraag: Hoe tevreden bent u met uw buurt? (totaaloordeel) geven de Amsterdammers in 2003 gemiddeld een 7,0. In 2001 was dat nog een 6,9. De tevredenheid over de buurt is dus iets toegenomen. De meeste stadsdelen krijgen een ruime voldoende. Bewoners van het Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid waarderen (evenals in 2001) hun buurt hoger dan een 7,5. Bewoners van Bos en Lommer geven gemiddeld het laagste cijfer voor hun buurt (5,7). Bij het laatste stadsdeel valt wel op dat de tevredenheid over de buurt is toegenomen met 0,3 punt. Hetzelfde geldt voor Oud-Zuid, De Baarsjes en Oud-West. Opmerkelijk is de sterke daling van de tevredenheid in Geuzenveld/Slotermeer. Samen met Amsterdam Noord is dit het enige stadsdeel waar de tevredenheid over de buurt is gedaald ten opzichte van Positief is de bovengemiddelde stijging van de tevredenheid over de buurt in Zuidoost (van 6,5 naar 6,7). 95

98 Overlast : Amsterdammers ergeren zich het meest aan vervuiling Als we kijken naar de verschillende vormen van overlast die bewoners kunnen ondervinden, dan blijken Amsterdammers zich het meest te ergeren aan vervuiling (gemiddeld een 6,0). Wel is de overlast van vervuiling volgens de bewoners afgenomen, want in 2001 werd nog een rapportcijfer van 5,7 gegeven. (Een hoog rapportcijfer staat hier voor weinig overlast.) Opnieuw zijn het de bewoners van Bos en Lommer die het laagste cijfer geven voor de mate van vervuiling (5,2), maar ook Zeeburg en Geuzenveld/Slotermeer scoren laag (5,5). Beschouwen wij de ontwikkeling tussen 2001 en 2003, dan blijkt volgens de bewoners de overlast van vervuiling het sterkst te zijn afgenomen in Oud-West. In 2001 gaven de bewoners daar nog een rapportcijfer van 5,3, terwijl dat in 2003 gestegen is naar 5,9. Deze stijging heeft waarschijnlijk veel te maken met de introductie van ondergrondse afvalcontainers in dit stadsdeel. Ook in Zuidoost is de overlast van vervuiling aanzienlijk afgenomen (van 5,6 naar 6,1). Geuzenveld/Slotermeer (van 5,7 naar 5,5) en Zeeburg (van 5,6 naar 5,5) zijn de enige stadsdelen waar de overlast van vervuiling volgens de bewoners is toegenomen. Na vervuiling ergeren Amsterdammers zich het meest aan criminaliteit. Amsterdammers beoordelen de mate van overlast van criminaliteit gemiddeld met een 6,3. Dit cijfer is nauwelijks gewijzigd ten opzichte van Bewoners van Zuideramstel blijken evenals in 2001 de minste overlast te ondervinden van criminaliteit (7,4) gevolgd door Oud-Zuid (7,0). In Bos en Lommer (5,6), Geuzenveld/Slotermeer en Zeeburg (5,7) ondervinden bewoners naar eigen zeggen relatief veel overlast van criminaliteit. Zeeburg, Noord en Geuzenveld/Slotermeer zijn de enige stadsdelen waar volgens de bewoners de overlast van criminaliteit is toegenomen. Voorzieningen en parkeren Amsterdammers geven in 2003 aan het aanbod van buurtvoorzieningen, zoals winkels, scholen, sportgelegenheden een voldoende (6,8). Maar het aanbod van parkeervoorzieningen krijgt een rapportcijfer van 5,8. Over het aanbod van openbaar vervoer zijn de Amsterdammers redelijk tevreden (7,3). Deze cijfers zijn weinig veranderd ten opzichte van Evenals in 2001 blijken vooral bewoners van Oud-Zuid, Zuideramstel en Oud-West tevreden te zijn over de buurtvoorzieningen. In Oud-West (4,7), Zeeburg (5,0) en De Baarsjes (5,0) zijn bewoners ontevreden over de parkeervoorzieningen. In deze stadsdelen is duidelijk sprake van een schaarste aan parkeerplaatsen en lange wachttijden voor een parkeervergunning. De waardering voor de parkeervoorzieningen in De Baarsjes is overigens tussen 2001 en 2003 wel met 0,6 punt toegenomen. Het oordeel over de parkeervoorzieningen levert een ander beeld op dan het rapportcijfer voor de buurt. Waar de centraal gelegen stadsdelen hoog scoren op de buurt als totaal, scoren ze laag op parkeren. In de naoorlogse stadsdelen zijn de bewoners iets tevredener over het aanbod aan parkeervoorzieningen. Stadsdeel Zuidoost scoort het hoogst wat betreft de waardering voor het aanbod van parkeervoorzieningen (6,6). Inrichting woonomgeving, straten en groenvoorzieningen Voor de inrichting van de woonomgeving (mooi of lelijk) geven Amsterdammers gemiddeld een rapportcijfer van 6,5. Evenals bij het totaaloordeel is Bos en Lommer het enige stadsdeel dat onder een 6 scoort (5,7) terwijl Centrum, Oud- Zuid en Zuideramstel boven een 7 scoren. Bos en Lommer is weliswaar het stadsdeel dat het laagst scoort, maar de woonomgeving is er volgens de bewoners 96

99 tussen 2001 en 2003 wel mooier op geworden (van 5,4 naar 5,7). Ook in Oud-West (van 6,2 naar 6,5) en Zuidoost is de waardering voor de woonomgeving met 0,3 punt toegenomen. Geuzenveld/Slotermeer (van 6,5 naar 6,2) en Noord (van 6,9 naar 6,7) zijn de enige stadsdelen waar volgens de bewoners de woonomgeving lelijker is geworden. De groenvoorziening (mooi of lelijk) wordt in Zeeburg het laagst beoordeeld (gemiddeld 5,7) en in stadsdeel Zuidoost het hoogst (7,3). Beide stadsdelen laten een toename zien van de tevredenheid over de groenvoorziening. Voor het eerst wordt in onderscheid gemaakt tussen onderhoud van de woonomgeving enerzijds en schoonhouden anderzijds. Dit onderscheid is gemaakt vanwege de grote ontevredenheid in de stad over de mate van vervuiling. Over het schoonhouden van straten, stoepen en groenvoorziening zijn de Amsterdammers minder tevreden dan over het onderhoud. Het minst tevreden over het schoonhouden van straten en stoepen zijn de bewoners van Bos en Lommer (5,4) en Geuzenveld/Slotermeer (5,4), terwijl bewoners van Zuideramstel daarover het meest tevreden zijn (6,5). Ook bij het schoonhouden van groenvoorzieningen scoort Bos en Lommer laag en Zuideramstel hoog. Prettig samenleven De mate waarin bewoners prettig samenleven valt bijvoorbeeld af te meten aan de waardering voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan en de betrokkenheid bij de buurt. De wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan wordt door Amsterdammers in 2003 met een 6,6 beoordeeld (6,4 in 2001). In de stadsdelen Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel zijn de bewoners redelijk tevreden over de omgang van verschillende groepen (7,0), terwijl ze in stadsdeel Bos en Lommer een rapportcijfer van 5,8 geven. Vergelijken wij de cijfers van 2001 en 2003 dan zijn alle stadsdelen er op vooruitgegaan met uitzondering van Amsterdam-Noord, Geuzenveld/ Slotermeer en Slotervaart. Hoopgevend is dat nergens het oordeel over het samenleven van verschillende groepen er zo op is vooruitgegaan als in Zuidoost (van 6,2 naar 6,5). De betrokkenheid van buurtbewoners bij de buurt wordt gemiddeld met een 5,8 beoordeeld (5,6 in 2001). Bewoners van het Centrum en Zuideramstel geven het hoogste rapportcijfer aan de betrokkenheid van buurtbewoners (6,2). In Bos en Lommer (4,8), de Baarsjes (5,3) en Geuzenveld/Slotermeer (5,3) is volgens de bewoners weinig betrokkenheid bij de buurt. Vergelijken wij het oordeel over de betrokkenheid van de buurtbewoners tussen 2001 en 2003 dan blijken Westerpark, Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer de enige stadsdelen te zijn waar de rapportcijfers niet zijn toegenomen. In de Baarsjes is volgens de bewoners zelf de betrokkenheid van de buurtbewoners tussen 2001 en 2003 het sterkst toegenomen (van 4,9 naar 5,3). Veiligheid Voor de veiligheid overdag geven bewoners een gemiddeld rapportcijfer van 7,9 en voor de veiligheid s avonds een 6,7. Evenals bij de criminaliteit zijn deze cijfers nauwelijks gewijzigd ten opzichte van Maar er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de stadsdelen. Bewoners van Oud-Zuid voelen zich s avonds het veiligst (gemiddeld rapportcijfer van 7,4), maar bewoners van Bos en Lommer en Geuzenveld/Slotermeer waarderen de veiligheid in de avonduren met een rapportcijfer van lager dan een 6. Deze stadsdelen ondervinden bovendien volgens de bewoners veel overlast van criminaliteit. Bovendien scoren Bos en Lommer, de 97

100 Westelijke Tuinsteden en Zeeburg een 5,5 of lager voor wat betreft het oordeel over de ontwikkeling van de veiligheid in het afgelopen jaar. Wat kan er verbeteren? Er is de bewoners gevraagd op welke aspecten de buurt kan worden verbeterd. Het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen wordt door 46% van de mensen genoemd, daarna volgen veiligheid (31%) en meer parkeergelegenheid (30%). Het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen is in alle stadsdelen behalve Osdorp het meest genoemde verbeteraspect. In de Westelijke Tuinsteden, Bos en Lommer en Zuidoost wordt veiligheid door meer dan 40% van de respondenten als verbeteraspect genoemd; in Osdorp is veiligheid zelfs het meest genoemde verbeteraspect. De vooroorlogse stadsdelen binnen de ring vallen op doordat veel bewoners vinden dat de parkeergelegenheid moet verbeteren. Vooral in Oud-West wordt dit vaak genoemd, 44% noemt dit hier als verbeterpunt van de buurt. 5.3 Resultaten per buurtcombinatie De Apollobuurt in Oud-Zuid blijkt, evenals in 2001, met gemiddeld een 8,53 als totaaloordeel over de buurt het meest gewaardeerd te worden door de bewoners, gevolgd door het Museumkwartier/Duivelseiland (8,51) en de Grachtengordel-West (8,4). Deze topdrie is ten opzichte van 2001 niet gewijzigd. Het minst tevreden over de buurt zijn de bewoners van de Indische Buurt West (5,30), gevolgd door Overtoomse Veld (5,33) en de Kolenkit (5,4). Figuur 5.1: Totaaloordeel buurt 1 = zeer ontevreden 10 = zeer tevreden Indische buurt west 5,3 tot 6 6 tot 7,23 Apollobuurt 7,23 tot 7,86 7,86 tot 8,53 98

101 De Indische Buurt West lijkt de buurt te zijn met de grootste concentratie van leefbaarheidsproblematiek. Niet alleen het totaaloordeel ligt het laagst van heel Amsterdam, maar ook het rapportcijfer voor vervuiling (4,1), de manier waarop verschillende groepen met elkaar omgaan (5,4) en de betrokkenheid van bewoners bij de buurt (4,4). Over het algemeen krijgen buurten in de grachtengordel, Amsterdam-Zuid, Buitenveldert, Watergraafsmeer, nieuwbouwwijken, de tuindorpen in Noord en de landelijke gebieden aan de rand van de stad een hoog rapportcijfer van de bewoners. In Bos en Lommer, Overtoomse Veld, Geuzenveld, Osdorp-Midden, Bijlmer Centrum, IJplein-vogelbuurt, de Indische Buurt en de Transvaalbuurt wordt de buurt met een onvoldoende beoordeeld. Negatieve en positieve tendensen Voor Amsterdam als geheel is het rapportcijfer voor de buurt toegenomen van 6,9 naar 7,0. De meeste buurtcombinaties laten een soortgelijke verbetering zien, maar er zijn uitzonderingen, zowel in positieve als in negatieve zin. Wat vooral opvalt is de sterke daling van de buurtwaardering in een aantal buurtcombinaties in Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer. In het eerste stadsdeel zijn het vooral IJplein-Vogelbuurt (van 6,5 naar 5,8) en het aangrenzende Volewijck (van 7,0 naar 6,3) die een sterke daling laten zien. Geuzenveld/Slotermeer is het enige stadsdeel waar het totaaloordeel voor de buurt in alle buurtcombinaties is afgenomen. De afname is binnen dit stadsdeel overigens het sterkst in de buurtcombinatie met het hoogste rapportcijfer, namelijk in de nieuwbouwwijk Eendracht (van 7,4 naar 6,7). Figuur 5.2: Ontwikkeling rapportcijfer buurt ( ) IJplein/Vogelbuurt daling tevredenheid (> 0,73 < 0) stijging tevredenheid onder Amsterdams gemiddelde (< 0,14) Kinkerbuurt stijging tevredenheid (> 0,14 < 0,3) stijging tevredenheid (> 0,3 < 0,73) 99

102 De waardering voor de buurt is het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (van 6,1 naar 6,8), maar ook de Haarlemmerbuurt (van 7,7 naar 8,2), Nieuwe Pijp (van 7,2 naar 7,8) en Willemspark (van 7,9 naar 8,3) is de waardering sterk toegenomen. Hoopgevend is dat ook in De Kolenkitbuurt de waardering voor de woonomgeving is toegenomen (van 5,0 naar 5,4). De buurt scoort weliswaar nog steeds onvoldoende, maar staat niet meer onder aan de Amsterdamse rangorde (zoals in 2001). Ook Bijlmer Centrum (van 5,4 naar 5,8) en Bijlmer Oost (van 5,9 naar 6,2) laten een toenemende waardering zien. Over de gehele stad gezien lijkt de leefbaarheid vooral in de vooroorlogse stadsdelen binnen de ring te zijn toegenomen. Ook stadsdeel Zuidoost laat (met uitzondering van Gein) een bovengemiddelde stijging van de tevredenheid over de buurt zien. De stedelijke vernieuwing werpt duidelijk zijn vruchten af. Aan de andere kant zien we een toename van leefbaarheidsproblemen in delen van de Westelijke Tuinsteden, Amsterdam-Noord en de Indische Buurt. In deze gebieden ondervinden bewoners toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit. 5.4, dynamiek en woonmilieus Er bestaat een relatie tussen de dynamiek op de woningmarkt en de tevredenheid over de buurt. Volgens het rapport Doorstroming of Verstopping van O+S Amsterdam (Dignum, 2002) is een hoge dynamiek als zodanig geen probleem. Hoge dynamiek wordt pas problematisch als deze gerelateerd is aan een laag sociaaleconomisch niveau. Een wijk met een dalende status is minder aantrekkelijk om te blijven of om zich te vestigen. Daardoor ontstaat een ontwikkeling met bijeffecten op de leefbaarheid. Dignum heeft een indeling gemaakt in tien verschillende woonmilieus, waarbij gebruik gemaakt is van statistische gegevens op het niveau van de 355 buurten. In het rapport Amsterdamse Woonmilieus 2003 (2004, nog te verschijnen) van de Dienst Wonen is deze exercitie herhaald op basis van de meest recente gegevens. Ook Deel1 van, Stand van Zaken, bevat een overzicht van de tien woonmilieus. De woonmilieus staan aangegeven op figuur 5.3. Een belangrijke determinant van de woonmilieu-indeling 2003 is het sociaal-economisch niveau. Vooral het zogenaamde transitiemilieu wordt gekenmerkt door een combinatie van hoge dynamiek met lage status. De sociale huursector is sterk aanwezig en er is een sterke concentratie van allochtone gezinnen. Het transitiemilieu beslaat onder andere de Bijlmermeer, delen van de Westelijke Tuinsteden, delen van Noord en de Indische Buurt. Uit blijkt dat vooral de bewoners van het transitiemilieu een laag cijfer geven aan de buurt. 100

103 Figuur 5.3: Amsterdam in tien woonmilieus centrumrand dorp stadsvernieuwing transitie welgesteld stedelijk overgang aansluiting inbreiding stadsrand centrum Bij dit alles moeten we er rekening mee houden dat buurten een ontwikkeling doormaken. De leefbaarheidsproblematiek in bepaalde buurten is nadrukkelijk gerelateerd aan de positie op de Amsterdamse woningmarkthiërarchie. Een buurt als De Pijp vormt daarvan een goed voorbeeld. Van een wijk waar de leefbaarheid zeer negatief werd gewaardeerd, heeft De Pijp zich inmiddels ontwikkeld tot een gewaardeerd woonmilieu waar bewoners een hoog rapportcijfer geven aan de buurt(ontwikkeling) en waar de marktprijzen voor koopwoningen een stormachtige ontwikkeling hebben doorgemaakt. De herwaardering van het wonen in een aantal wijken nabij het Centrum is gepaard gegaan met een daling op de woningmarkthiërarchie van een aantal naoorlogse wijken, zoals de Westelijke Tuinsteden en vooroorlogse wijken als de Indische Buurt. Maar ook voor deze buurten geldt dat de indeling in het zogenaamde transitiemilieu geen permanent gegeven is. Een succesvolle stedelijke vernieuwing kan er wel degelijk toe leiden dat het tij wordt gekeerd. 101

104 De Indische Buurt West: stedelijke vernieuwing kan er wel degelijk toe leiden dat het tij wordt gekeerd. De stedelijke vernieuwing in de Indische Buurt is pas echt goed op gang gekomen na de enquête van Wonen in Amsterdam Het onderzoek Wonen in Amsterdam 2005 zal moeten uitwijzen hoe de tevredenheid van de bewoners zich sindsdien heeft ontwikkeld. 5.5 en achtergrondkenmerken De achtergrondkenmerken van de respondenten (inkomen, etniciteit, leeftijd, huishoudenscategorie) spelen nauwelijks een rol bij het rapportcijfer dat bewoners geven aan hun buurt. Het stadsdeel waar men woont is daarvoor veel bepalender. Ook als we rekening houden met verschillen in bevolkingskenmerken, blijven de verschillen tussen de stadsdelen bestaan. Bij alle etnische groepen zien we bijvoorbeeld een grote tevredenheid in Oud-Zuid en Zuideramstel. Turken en Marokkanen zijn het meest tevreden in Zuideramstel en niet in Bos en Lommer of Geuzenveld/Slotermeer waar ze met meer personen uit de eigen groep samenwonen. De antwoorden worden dus wel degelijk veroorzaakt door verschillen in woonomgeving. Deze constatering neemt echter niet weg dat (bevolkings)kenmerken van de buurtcombinatie in zijn algemeenheid (dus niet van de respondent zelf) een rol kunnen spelen bij het oordeel van de bewoners over leefbaarheid. Zo blijken de buurten die onvoldoende scoren op leefbaarheid vaak te worden gekenmerkt door concentraties sociaal-economische problematiek. In deze gebieden vallen werkloosheid, een hoog aandeel bijstandsgerechtigden en schoolverzuim samen. In het rapport De Staat van de Stad Amsterdam II wordt er op gewezen dat de leefsituatie-index de afgelopen jaren van alle stadsdelen het snelst is gedaald in Geuzenveld/Slotermeer. Dat wil zeggen dat het slechter gaat met de bewoners van dit stadsdeel op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en welvaart. Tegelijkertijd zien we dat Geuzenveld/Slotermeer ook op het gebied van leefbaarheid de sterkste daling vertoont. Een sociaal-economische achteruitgang blijkt hier samen te gaan met een afnemende waardering van de bewoners voor de buurt. 102

105 5.6 Typologie van buurtcombinaties Aan de hand van de antwoorden van de respondenten op de vragen over het totaaloordeel over de buurt in 2003 en de verandering van het totaaloordeel tussen 2001 en 2003 is een typologie van buurtcombinaties te construeren. Bij de indeling van buurtcombinaties in verschillende typen moeten we beseffen dat we te maken hebben met dynamische processen. De indeling van een buurtcombinatie in een bepaald type is een momentopname van de situatie in Pas als het leefbaarheidsonderzoek in Wonen in Amsterdam een aantal malen is herhaald, kunnen we een goed beeld geven van de ontwikkelingen die er optreden in de subjectieve beleving van leefbaarheid door de Amsterdammers. Ontwikkelingen in de tijd zorgen ervoor dat buurtcombinaties verschuiven van het ene type naar het andere. Figuur 5.4 laat de indeling van de buurtcombinaties in vier typen zien. Type 1: Type 2: Type 3: Type 4: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven het gemiddelde Rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde Figuur 5.4: Typologie buurtcombinaties totaaloordeel buurt ( ) Geuzenveld IJplein/Vogelbuurt Indische buurt west Indische buurt oost Type 1: Oordeel buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 2: Oordeel buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling eronder Type 3: Oordeel buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling erboven Type 4: Oordeel buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde 103

106 5.7 Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Het eerste type bestaat uit buurtcombinaties waar zowel het totaaloordeel over de buurt in 2003 als de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 onder het Amsterdamse gemiddelde liggen. Het betreft de gehele oude Westelijke Tuinsteden (met uitzondering van De Kolenkit), Erasmuspark, Indische buurten Oost en West, IJplein/ Vogelbuurt, Volewijck, Banne Buiksloot, Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt, Burgwallen-Oude Zijde, Westindische Buurt en Gein. In deze buurten ondervinden de bewoners vaak toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit en de betrokkenheid van buurtbewoners ligt onder het Amsterdamse gemiddelde. De meerderheid van deze buurten behoort in de woonmilieutypologie tot het zogenaamde transitiemilieu of het overgangsmilieu. Deze buurten combineren een benedengemiddeld sociaal-economisch niveau, aan een oververtegenwoordiging van etnische minderheden en gezinnen in vergelijking met Amsterdam als geheel. Binnen dit type verdienen Geuzenveld, IJplein/Vogelbuurt, Indische Buurt Oost en Indische Buurt West extra aandacht, omdat het de enige buurtcombinaties zijn die een onvoldoende voor de buurt combineren met een afname van tevredenheid tussen 2001 en Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde In de buurtcombinaties die tot type 2 behoren, wordt de buurt positief beoordeeld, maar blijft de ontwikkeling wel achter tussen 2001 en Een aantal buurtcombinaties heeft zo n hoog rapportcijfer als totaaloordeel voor de buurt dat een achterblijvende ontwikkeling niet als problematisch kan worden getypeerd, zoals de Apollobuurt en Landelijk Noord. Opmerkelijk is dat in een aantal nieuwbouwwijken een lichte afname optreedt van de tevredenheid (o.a. Nieuw Sloten en de Aker). Deze wijken behoren in de woonmilieutypologie tot het zogenaamde stadsrandmilieu (zie figuur 5.3). In Deel1 Stand van Zaken wordt geconstateerd dat in het stadsrandmilieu op een aantal kenmerken tegelijk negatieve trends aan het licht komen, ook al steekt het milieu nog altijd ruim boven de middelmaat uit. Blijkbaar is er toch een gevoel van onvrede over de ontwikkelingen die optreden in de buurt. Vooralsnog moeten we evenwel concluderen dat de leefbaarheidsproblemen in buurten die behoren tot type 2 van een andere orde zijn dan bij type 1. Als er al sprake is van een afname van tevredenheid is deze betrekkelijk gering. 5.9 Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven gemiddelde Type 3 bestaat uit buurtcombinaties waar juist de ontwikkeling van tevredenheid tussen 2001 en 2003 boven het gemiddelde ligt, terwijl het totaaloordeel (nog) onder het gemiddelde ligt. Een aantal van deze buurtcombinaties ligt in de vooroorlogse wijken, maar ook in Zuidoost en Nieuwendam Noord zien we een bovengemiddelde toename van de tevredenheid. In de vooroorlogse gebieden is één van de oorzaken voor de toenemende tevredenheid gelegen in de herwaardering van het stedelijk wonen. In de naoorlogse wijken, in het bijzonder Zuidoost speelt de stedelijke vernieuwing een belangrijke rol. 104

107 5.10 Type 4: rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde In de grachtengordel, delen van Oud-Zuid en Zuideramstel, het Oostelijk Havengebied, Weesperzijdestrook, Driemond, delen van Oud-West en Westerpark gaat een bovengemiddeld rapportcijfer voor de buurt gepaard met een bovengemiddelde toename van de tevredenheid tussen 2001 en Dat de buurtcombinaties die behoren tot type 4 hoog scoren op de buurt en de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 wil niet zeggen dat er geen aspecten zijn waar de bewoners ontevreden over zijn. Vooral bewoners van de 19e eeuwse gordel ergeren zich bijvoorbeeld aan het tekort aan parkeerplaatsen en de overlast van verkeer. De groenvoorziening wordt negatief gewaardeerd in het Centrum en het Oostelijk Havengebied. Bewoners van De Pijp en Oud-West zijn ontevreden over het schoonhouden van straten en stoepen. Vervuiling vormt hier een grote bron van ergernis. Er is echter één belangrijk verschil met de overige buurtcombinaties in die zin dat zowel de buurt in zijn algemeenheid als de ontwikkeling van de buurt tussen 2001 en 2003 positief worden gewaardeerd. De hier geschetste overlastaspecten zijn dan ook vaak gerelateerd aan stedelijkheid, functiemenging en hoge dichtheden. Juist centraal-stedelijke wijken worden gewaardeerd door de bewoners en de toename van de tevredenheid is hier groter dan elders. Huishoudens met een stedelijke woonvoorkeur nemen de genoemde overlastaspecten op de koop toe. De ontevredenheid van bewoners over deze deelaspecten staat een positieve beoordeling van de buurt niet in de weg. De buurt zorgt als het ware voor voldoende compensatie. Bovendien is men in buurtcombinaties die behoren tot type 4 redelijk tevreden over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan en ondervindt men relatief weinig overlast van criminaliteit Wat is het aantrekkelijkste van de buurt Wat waarderen Amsterdammers het meest in de buurt waar ze wonen? Rust! Dat is zeker het geval in stille stadsdelen als Slotervaart of Noord. Maar zelfs in de binnenstad staat rust op de tweede plaats als het gaat om de aantrekkelijkste punten van de eigen woonbuurt. In Wonen in Amsterdam loopt traditioneel een open slotvraag mee. Dit jaar luidde die: Wat vindt u het aantrekkelijkste van de buurt waar u woont? Geen voorgedrukte antwoordhokjes, maar ruimte om in drie woorden zelf iets op te schrijven. Niet alleen staan er verrassende dingen bovenin de lijst van aantrekkelijke dingen, er komen ook interessante verschillen tussen de stadsdelen, tussen buurten en tussen woonmilieus naar boven. Waarom is Amsterdam zo n leuke stad om te wonen, wat is er zo aantrekkelijk aan de eigen buurt? Het hangt er maar van af wie je het vraagt, en over welk gebied het gaat. Zoals gezegd: rust scoort over de hele stad het hoogst. Zelfs in compacte stadsdelen zoals Oud-West en Bos en Lommer staat rust in de top vijf. Hoog op de lijst aantrekkelijke punten staan verder winkels, groen en openbaar vervoer. Parkeren scoort hoog in stadsdelen waar het overwegend gratis is. Waar ze voorhanden zijn, zijn parken een belangrijke kwaliteit. Sfeer komt als belangrijke kwaliteit naar voren in het centrum en de stadsdelen die beneden het IJ aan het centrumgrenzen, daarbuiten staat het opvallend veel lager in de rangorde. 105

108 Iets vergelijkbaars geldt voor levendigheid, maar daar is de kwaliteit grofweg te vinden binnen de ring. Het Centrum is het enige stadsdeel waar de kwaliteit mooi hoog scoort, op ruime afstand gevolgd door Oud Zuid. Opvallend is ook dat twee kwaliteiten die in de binnenstad ruim voorhanden zijn, winkels en openbaar vervoer, door de bewoners van dat stadsdeel relatief weinig worden genoemd. Kennelijk worden die eerder beschouwd als voorzieningen voor bezoekers. Bovendien heeft de binnenstad een aantal andere kwaliteiten die om de voorrang strijden: naast rust de centrale ligging en de gezelligheid bijvoorbeeld Slotbeschouwing Stenen stapelen helpt toch, maar is niet voldoende Een toenemende waardering van bewoners voor de wijk is wel degelijk te beïnvloeden door beleid. In de naoorlogse wijken is de stijging van tevredenheid het sterkst in de Bijlmermeer. De stedelijke vernieuwing heeft hier duidelijk vruchten afgeworpen. In de Westelijke Tuinsteden ligt de ontwikkeling van de tevredenheid over de buurt nog onder het Amsterdamse gemiddelde (met uitzondering van De Kolenkit). Maar de stedelijke vernieuwingsoperatie in de Westelijke Tuinsteden moet nog goed op gang komen en loopt door tot Pas daarna kunnen we de effecten van stedelijke vernieuwing in de Westelijke Tuinsteden pas echt goed beoordelen. Het voorbeeld van de Bijlmermeer toont aan dat stenen stapelen helpt. In de Bijlmermeer is niet alleen de tevredenheid over de woning en de woonomgeving toegenomen, maar ook over andere leefbaarheidsaspecten. Zo is nergens de waardering voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan er zo op vooruitgegaan als in Bijlmer-Oost (Het gebied dat het verst is gevorderd met de stedelijke vernieuwing). Stedelijke vernieuwing moet uiteraard gepaard gaan met beleid op andere terreinen. Een aantal zaken moet daarbij hoge prioriteit krijgen: de aanpak van vervuiling en onveiligheid, verbetering van het onderhoud en schoonhouden van de openbare ruimte, de bestrijding van overlast en het scheppen van voorwaarden waardoor mensen prettig met elkaar samen kunnen leven. Juist in periodes van stedelijke vernieuwing staat de leefbaarheid onder druk en moet er alles aan worden gedaan om de leefbaarheid op peil te houden. Hoe verder? Deze rapportage geeft een gedetailleerd beeld van de wijze waarop bewoners de leefbaarheid in hun buurt beoordelen. De rapportage vervult dan ook een signaalfunctie voor partijen op buurt- en stadsdeelniveau. Op basis van deze rapportage kunnen de betrokkenen (bewoners, stadsdeel, woningcorporaties, centrale stad, politie etc.) de discussie voeren en met elkaar beslissen welke maatregelen nodig zijn. De gegevens in deze rapportage kunnen daarbij worden gecombineerd met de kennis en ervaringen van de betrokkenen in specifieke buurten. De hoogste prioriteit dient daarbij te worden gegeven aan de aanpak van leefbaarheidsproblemen in de zogenaamde rode gebieden op de kaarten in dit rapport. 106

109 bijlage 1 Gegevens per (samengevoegde) buurtcombinatie uit 107

110 108

111 Tabel B1.1: Gemiddelde rapportcijfers voor totaaloordeel, rapportcijfer woning, rapportcijfer woonomgeving (WiA, 2003) 76 (samengestelde) buurtcombinaties 6.1 Hoe tevreden bent u met uw buurt? (totaaloordeel) 2.8 Bent u tevreden over uw woning? (totaaloordeel) 2.9 Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van uw woning? 6.2a Beoordeling woningen in de buurt 6.2b Beoordeling van de inrichting van de woonomgeving 6.2c Beoordeling van de groenvoorziening 6.3a Beoordeling staat van onderhoud woningen in de buurt 6.3b Beoordeling staat van onderhoud straten en stoepen 6.3c Beoordeling staat van onderhoud groenvoorziening 6.4a Beoordeling schoonhouden woningen in de buurt 6.4b Beoordeling schoonhouden straten en stoepen 6.4c Beoordeling schoonhouden groenvoorzieningen A00 6,58 7,26 6,71 7,31 6,38 4,06 6,59 6,15 4,19 6,36 5,72 4,62 A01 7,09 7,41 6,89 7,21 6,57 4,24 6,53 5,90 4,57 6,36 5,84 4,94 A02 8,49 8,05 7,42 8,58 7,92 6,35 7,93 6,68 6,25 7,61 6,51 6,25 A03 8,17 8,08 7,53 8,29 7,41 6,22 7,71 5,95 5,79 7,24 6,10 5,95 A04 7,88 7,63 7,07 7,50 7,07 5,66 7,28 6,59 5,69 7,02 6,07 5,82 A05 8,24 7,58 7,03 7,59 7,29 6,19 7,18 6,67 6,03 6,94 6,51 6,29 A06 8,22 7,22 6,88 7,43 7,31 5,76 7,22 6,46 5,78 6,97 6,44 6,01 A07 8,14 7,72 6,92 7,61 7,15 6,20 7,17 6,59 6,27 7,12 6,63 6,39 A08 8,05 7,58 6,97 7,51 7,10 6,81 7,29 6,54 6,66 7,05 6,61 6,45 A09 7,08 7,25 7,04 6,53 6,36 6,00 6,48 6,30 6,13 6,54 6,29 6,27 C13(B10/B11/C12) 6,23 6,54 6,34 5,92 5,74 5,79 5,83 5,52 5,79 5,82 5,45 5,70 C14 6,90 6,88 6,68 6,21 6,12 5,93 6,29 6,08 6,01 6,04 5,94 6,01 C16/C15 7,23 7,01 6,80 6,40 6,59 6,27 6,65 6,56 6,36 6,59 6,46 6,34 D17 7,45 7,29 6,66 6,58 6,42 5,55 6,20 6,00 5,64 6,34 5,90 5,87 D18 6,84 6,70 6,09 5,96 5,91 5,26 5,76 5,74 5,34 5,78 5,64 5,44 D19 7,29 6,84 6,43 6,04 6,37 5,52 6,04 6,21 5,75 6,08 5,90 5,93 D20/D22 7,86 7,55 6,71 7,26 7,11 6,86 6,99 6,90 6,75 6,85 6,29 6,53 D21 7,52 7,19 6,72 6,63 6,57 6,57 6,64 6,57 6,52 6,46 6,12 6,35 G31 5,30 6,34 5,89 5,24 5,16 4,94 5,02 5,12 5,06 4,93 4,58 4,89 G32(G34) 5,71 6,67 6,60 5,86 6,04 6,52 5,91 6,01 6,43 5,72 5,72 6,12 G33 7,61 8,14 8,23 7,49 7,16 5,62 7,83 7,08 6,11 7,34 6,73 6,33 H37(H36) 5,71 6,32 6,12 5,53 5,56 5,57 5,79 5,80 5,70 5,58 5,42 5,48 H38 5,87 6,68 6,16 5,71 5,89 6,44 5,73 6,06 6,43 5,70 5,62 6,02 H39 5,39 6,31 5,93 5,23 5,49 5,89 5,45 5,54 5,72 5,10 5,08 5,42 J40 6,30 6,92 6,49 6,08 5,97 5,58 6,10 6,11 5,73 6,01 5,51 5,62 J41 6,36 6,73 6,49 6,41 6,27 6,21 6,30 6,08 6,10 6,07 5,23 5,88 J42 6,34 6,42 6,21 6,09 6,01 6,23 6,11 6,22 6,21 6,02 5,47 5,80 J43 6,91 7,09 6,57 6,55 6,45 6,37 6,56 6,32 6,26 6,55 5,97 6,14 N60 6,35 6,50 5,96 6,35 6,25 6,41 6,28 5,83 6,06 6,02 5,55 5,82 N61 5,82 6,70 6,50 6,15 5,84 5,77 6,17 5,66 5,65 5,76 5,39 5,48 N62/N63 7,52 7,12 6,50 7,28 7,20 7,15 6,86 5,82 6,71 6,49 6,03 6,41 N65 7,27 7,23 6,90 6,88 6,72 6,55 6,70 5,64 6,22 6,43 5,78 5,94 N66/N67 7,11 7,80 7,23 6,80 6,72 6,80 6,83 5,76 6,45 6,56 5,76 5,98 N68 6,38 7,07 6,73 6,00 6,45 7,04 6,30 5,87 6,72 6,08 5,91 6,40 N69 7,09 7,66 7,07 6,19 6,81 7,35 6,51 6,10 6,91 6,27 5,93 6,39 N70(N71) 6,80 7,54 7,04 6,41 6,44 6,88 6,46 5,74 6,41 6,06 5,34 5,86 N73/N72/N64 8,15 8,45 7,59 7,82 7,62 7,67 7,52 5,79 6,88 7,46 6,23 6,41 P76 6,25 6,76 6,61 5,88 6,25 6,66 5,90 5,88 6,24 5,82 5,61 5,77 P77 6,11 6,95 6,77 5,82 6,07 7,01 5,90 5,56 6,53 5,73 5,20 5,86 P78(P75) 5,93 6,63 6,36 5,49 5,95 6,36 5,44 5,31 6,03 5,29 5,19 5,76 P79 6,69 8,13 7,82 6,81 6,93 7,23 7,01 6,66 6,87 6,83 6,41 6,42 Q81 6,74 7,15 7,03 6,14 6,52 7,15 6,34 6,52 6,97 6,35 6,33 6,79 Q82 5,83 6,57 6,37 5,52 5,78 6,45 5,72 6,03 6,40 5,62 5,92 6,12 Q83 6,52 7,16 6,85 6,05 6,22 6,67 6,12 5,98 6,56 6,09 6,20 6,34 Q84/Q80 7,18 8,26 8,15 7,21 6,84 6,55 7,40 6,70 6,80 7,13 6,51 6,65 R85 6,84 7,58 7,23 6,21 6,73 7,18 6,71 6,64 7,07 6,55 6,28 6,61 R86 5,33 6,98 6,51 5,38 5,88 6,74 5,59 5,58 6,48 5,45 5,16 6,02 R87 6,08 7,28 7,04 5,75 6,02 6,58 6,14 6,03 6,56 6,06 5,77 6,28 R88 7,53 8,34 8,21 7,17 7,21 7,04 7,44 6,80 6,89 7,18 6,38 6,53 T93 5,78 6,70 6,48 5,87 5,91 6,56 6,20 5,86 6,24 5,70 5,48 5,94 T94 6,21 7,46 7,22 6,48 6,67 7,22 6,55 6,28 6,77 6,11 6,16 6,47 T95 7,60 7,81 7,13 7,16 7,55 8,29 7,42 6,81 7,69 7,22 6,75 7,14 T96(T92) 6,76 7,47 7,06 6,61 6,84 7,00 6,78 6,17 6,62 6,63 6,19 6,42 T97 6,77 7,66 7,25 6,65 6,78 7,27 6,68 5,78 6,67 6,32 5,84 6,20 T98 7,89 7,47 7,19 7,09 7,25 7,08 7,15 6,10 6,96 7,17 6,12 6,83 U27 7,09 7,13 6,28 6,38 6,03 5,73 6,29 5,91 5,70 6,02 5,58 5,64 U28 6,59 6,79 6,20 6,01 6,08 6,44 6,16 5,93 6,28 5,86 5,39 6,00 U29 6,67 7,12 6,64 6,22 6,17 6,16 6,34 6,28 5,94 6,00 5,55 5,73 U30 5,89 6,40 5,89 5,89 5,77 5,51 5,68 5,81 5,41 5,43 5,35 5,23 U55/U58 7,79 7,61 7,01 6,91 7,18 7,40 7,00 6,87 7,16 6,94 6,62 6,90 U56 7,88 7,80 7,21 7,34 7,45 7,51 7,39 6,88 7,29 7,26 6,63 6,94 U57 7,34 6,98 6,52 6,94 6,93 7,26 6,59 6,14 6,97 6,54 6,39 6,74 V24 7,86 7,03 6,04 6,74 6,59 5,97 6,43 6,00 5,90 6,36 5,65 5,79 V25 7,76 6,85 6,18 6,66 6,56 5,91 6,37 6,07 5,92 6,24 5,56 5,61 V26 7,13 6,91 6,58 6,87 6,74 6,16 6,68 6,43 6,18 6,52 6,11 6,09 V44 7,84 7,29 6,55 7,04 7,13 6,92 6,89 6,78 6,84 6,71 6,24 6,51 V45 7,55 7,07 6,57 6,78 6,61 6,12 6,91 6,49 6,15 6,56 5,87 5,99 V46 8,34 8,02 7,18 8,01 7,69 7,48 7,62 6,94 7,07 7,31 6,16 6,49 V47/V50 8,51 8,07 7,37 8,03 7,66 7,53 7,79 6,91 7,21 7,43 6,41 6,77 V48 7,58 7,00 6,51 7,08 7,03 6,75 6,96 6,68 6,61 6,70 6,34 6,46 V49 8,53 8,09 7,36 8,25 7,90 7,64 7,93 7,29 7,29 7,64 6,87 6,95 W52 8,22 7,81 6,88 7,41 7,46 7,08 7,04 6,90 6,88 6,96 6,64 6,65 W53 7,28 6,84 6,42 7,11 6,87 6,45 6,77 6,22 6,16 6,64 6,05 6,13 W54 7,81 7,18 6,57 7,15 7,14 6,97 7,00 7,00 6,91 6,86 6,60 6,65 W90/W59 7,95 7,77 7,34 6,91 7,24 7,56 7,24 6,79 7,33 7,11 6,76 6,97 W91 7,85 7,81 7,51 6,77 7,15 7,55 7,04 6,41 7,16 7,06 6,61 6,95 Amsterdam totaal 7,03 7,23 6,79 6,62 6,61 6,49 6,58 6,23 6,35 6,40 5,98 6,15 109

112 Tabel B1.2: Gemiddelde rapportcijfers voor voorzieningen, omgang tussen groepen en betrokkenheid bij de buurt (WiA, 2003) 76 (samengestelde) buurtcombinaties 6.5a Beoordeling aanbod van parkeervoorzieningen 6.5b Beoordeling aanbod van openbaar vervoer A00 4,38 8,14 6,64 6,08 5,92 A01 4,10 8,28 7,10 6,27 5,14 A02 4,76 7,70 7,30 7,29 6,24 A03 4,52 7,93 7,02 7,14 5,93 A04 5,04 7,63 6,85 7,11 6,40 A05 4,99 6,96 7,37 7,19 6,50 A06 5,04 7,03 7,24 7,06 6,50 A07 5,35 7,86 7,21 7,10 6,22 A08 6,35 7,66 6,36 7,05 6,50 A09 6,47 6,47 5,01 6,51 6,18 C13(B10/B11/C12) 5,80 6,49 5,80 6,02 5,70 C14 5,20 6,59 6,51 6,43 5,82 C16/C15 5,57 7,19 6,96 6,62 5,67 D17 5,52 7,87 7,59 6,72 5,79 D18 5,24 7,71 7,40 6,43 5,71 D19 4,98 7,52 7,56 6,48 5,50 D20/D22 4,52 7,36 7,24 7,09 6,19 D21 3,46 6,71 6,91 6,90 5,86 G31 4,91 7,51 6,57 5,40 4,43 G32(G34) 5,65 7,20 6,35 5,90 5,09 G33 4,54 6,58 6,01 6,98 6,42 H37(H36) 5,48 7,20 6,49 5,83 4,86 H38 5,36 7,35 6,90 5,88 4,89 H39 5,54 6,95 6,46 5,64 4,66 J40 4,63 7,41 6,85 6,03 5,18 J41 4,63 7,39 7,16 6,09 5,09 J42 5,25 7,34 7,12 6,05 5,14 J43 5,41 7,58 6,58 6,50 5,61 N60 6,47 7,12 5,95 6,44 5,50 N61 6,16 6,40 6,03 5,96 5,06 N62/N63 6,21 7,11 6,89 6,99 6,53 N65 6,44 7,09 5,98 6,88 6,29 N66/N67 5,61 7,22 6,97 6,80 6,17 N68 7,50 7,55 7,45 6,14 5,28 N69 7,63 7,77 7,80 6,63 5,82 N70(N71) 6,67 7,35 6,86 6,42 5,75 N73/N72/N64 6,28 5,97 5,44 7,73 7,58 P76 5,95 7,45 6,99 5,95 5,35 P77 6,70 7,50 6,83 6,03 5,28 P78(P75) 6,46 7,10 6,02 5,95 5,20 P79 6,16 6,98 5,72 6,81 5,80 Q81 7,08 7,64 7,49 6,36 5,76 Q82 6,55 6,88 6,79 5,96 5,15 Q83 6,82 7,20 7,17 6,22 5,66 Q84/Q80 5,67 7,10 6,75 6,76 6,17 R85 6,77 7,27 6,67 6,41 5,62 R86 6,18 7,10 6,10 5,64 4,87 R87 5,80 7,54 6,54 5,89 5,08 R88 6,32 7,53 7,38 6,98 6,28 T93 6,15 7,14 6,65 5,93 5,02 T94 6,57 6,78 6,30 6,28 5,66 T95 6,35 7,29 5,73 6,94 6,31 T96(T92) 7,32 7,38 7,10 6,56 5,63 T97 6,63 7,42 7,05 6,69 5,70 T98 6,35 4,63 5,33 7,17 7,04 U27 5,67 7,55 6,62 6,71 6,05 U28 5,24 7,73 7,27 6,26 5,56 U29 5,67 8,02 7,64 6,31 5,23 U30 5,44 6,75 6,83 5,90 5,06 U55/U58 6,55 7,56 6,16 6,99 6,54 U56 6,41 7,16 7,08 7,20 6,90 U57 6,79 6,84 5,14 6,81 6,51 V24 4,40 7,70 7,72 7,02 6,02 V25 4,79 7,46 7,73 6,59 5,67 V26 6,37 7,24 7,47 6,37 5,55 V44 4,79 7,45 7,25 7,00 6,16 V45 4,94 7,14 7,31 6,76 5,68 V46 5,75 7,57 7,27 7,20 6,42 V47/V50 5,63 7,99 7,66 7,36 6,68 V48 6,67 7,60 7,10 6,75 5,98 V49 6,55 7,83 7,92 7,48 6,46 W52 5,45 7,58 7,47 7,04 6,29 W53 6,21 7,74 7,54 6,55 5,68 W54 5,17 7,53 7,33 6,93 6,02 W90/W59 6,69 7,36 7,13 7,19 6,48 W91 6,80 5,90 7,33 7,10 6,35 Amsterdam totaal 5,78 7,29 6,84 6,56 5,80 6.5c Beoordeling aanbod van buurtvoorzieningen 6.7 Omgang verschillende groepen mensen in buurt 6.8 De betrokkenheid van de buurtbewoners bij de buurt? 110

113 Tabel B1.3: Gemiddelde rapportcijfers voor overlastaspecten en veiligheid (WiA, 2003) 76 (samengestelde) buurtcombinaties 6.9a Overlast van: buren 6.9b Overlast van: andere groepen bewoners 6.9c Overlast van: verkeer A00 7,34 6,98 5,68 4,86 4,52 4,10 7,50 5,85 A01 6,76 7,00 5,69 5,26 5,38 5,50 7,73 6,11 A02 7,45 7,64 6,69 6,24 6,95 6,17 8,57 7,29 A03 7,56 7,52 6,38 6,08 6,88 6,59 8,29 7,46 A04 7,35 7,43 6,15 5,90 6,76 6,23 8,22 6,98 A05 7,28 7,50 6,55 6,37 7,37 6,50 8,32 7,19 A06 6,70 7,30 6,73 6,37 7,40 6,88 8,45 7,74 A07 7,39 7,56 6,46 6,32 7,58 6,64 8,41 7,45 A08 7,31 7,60 6,26 6,53 8,12 6,54 8,39 7,27 A09 6,89 6,87 6,73 6,21 8,10 6,21 8,06 6,91 C13(B10/B11/C12) 6,20 6,27 6,18 5,57 7,45 6,27 7,71 6,48 C14 6,45 6,42 6,50 5,85 7,28 6,09 7,97 6,65 C16/C15 6,73 7,10 6,54 6,37 7,82 6,47 8,20 7,22 D17 6,60 7,38 6,08 5,89 7,88 6,44 8,06 7,03 D18 6,49 6,72 5,90 5,40 7,33 6,23 7,90 6,82 D19 6,65 6,82 6,42 5,95 7,57 6,56 7,98 6,87 D20/D22 7,13 7,41 6,31 6,27 8,10 6,97 8,54 7,71 D21 6,76 7,49 6,68 6,06 7,94 7,08 8,38 7,60 G31 6,11 5,91 6,00 4,13 6,32 4,72 7,06 5,10 G32(G34) 6,74 6,28 6,35 5,13 6,76 5,03 7,19 5,41 G33 7,69 7,35 7,23 6,84 8,67 7,07 8,56 7,78 H37(H36) 6,10 6,36 6,26 5,26 7,58 5,84 7,27 5,91 H38 6,56 6,42 6,66 5,54 7,92 5,63 7,65 5,96 H39 5,91 6,18 5,96 4,76 7,38 5,32 6,91 5,59 J40 6,67 6,73 6,37 5,73 7,71 6,27 7,95 6,67 J41 6,57 6,72 6,36 5,31 7,26 6,01 7,54 6,12 J42 6,64 6,80 6,51 5,33 7,34 5,96 7,82 6,43 J43 6,56 7,07 6,89 6,20 8,20 7,04 8,07 7,07 N60 6,93 6,55 6,43 5,69 7,82 5,88 7,64 6,35 N61 6,54 6,53 6,30 5,38 7,73 5,85 7,65 6,27 N62/N63 7,47 7,18 6,80 6,53 8,86 6,70 7,89 6,76 N65 7,42 7,37 6,80 6,47 8,65 7,17 8,16 7,26 N66/N67 7,55 7,08 6,67 6,22 9,11 6,96 7,99 7,00 N68 6,90 6,40 6,86 5,84 7,99 5,91 7,43 5,88 N69 7,28 6,95 7,10 5,91 8,53 6,98 7,94 6,78 N70(N71) 7,20 6,78 7,20 5,86 8,42 6,90 7,84 6,63 N73/N72/N64 8,28 7,88 6,10 7,09 8,90 7,40 8,76 8,01 P76 6,88 6,58 6,24 5,63 7,76 5,49 7,16 5,92 P77 6,82 6,52 6,33 5,28 7,78 5,35 7,34 5,77 P78(P75) 6,69 6,27 6,53 5,40 7,86 5,98 7,22 5,93 P79 7,61 6,72 6,74 6,37 8,73 6,34 7,89 6,60 Q81 7,04 6,80 6,50 6,43 8,32 5,88 7,69 6,06 Q82 6,58 6,44 6,49 5,65 8,06 5,76 7,32 5,55 Q83 6,99 6,54 6,66 6,10 8,12 5,54 7,27 5,46 Q84/Q80 7,54 6,97 7,03 6,63 9,09 6,22 8,12 7,04 R85 7,26 6,82 6,71 6,30 8,58 6,02 7,51 6,15 R86 6,76 5,94 5,76 4,86 7,91 4,50 6,73 4,80 R87 6,85 6,50 6,26 5,69 8,41 5,44 7,49 5,77 R88 7,92 7,45 7,26 6,65 9,16 7,20 8,48 7,54 T93 6,53 6,24 6,88 5,02 7,20 5,46 6,96 5,35 T94 6,98 6,53 7,02 5,78 7,38 5,33 7,02 5,50 T95 7,62 7,46 7,21 6,93 8,75 6,23 7,86 6,11 T96(T92) 6,89 6,79 7,24 6,30 8,27 6,45 7,70 6,35 T97 6,99 6,62 7,52 6,12 8,52 6,48 7,87 6,22 T98 7,31 7,68 7,10 7,27 8,85 7,32 8,40 8,02 U27 6,91 6,78 6,12 5,73 7,71 5,90 7,88 6,65 U28 6,73 6,77 6,06 5,25 7,26 6,09 7,78 6,58 U29 6,88 6,58 5,91 5,25 6,73 5,09 7,69 5,78 U30 6,52 6,23 6,25 5,21 6,95 5,29 7,39 5,82 U55/U58 7,51 7,50 6,90 6,75 8,72 6,89 8,36 7,16 U56 7,54 7,62 6,93 6,87 9,00 6,96 8,35 7,48 U57 7,34 7,36 6,70 6,70 8,61 6,85 7,98 7,07 V24 6,77 7,27 6,09 5,56 6,98 6,61 8,41 7,14 V25 6,41 6,83 6,10 5,49 7,69 6,48 8,14 7,20 V26 6,32 6,65 6,65 6,07 8,08 6,11 7,78 6,58 V44 7,22 7,47 6,91 6,31 8,14 7,03 8,40 7,28 V45 6,33 7,05 6,28 5,96 8,13 7,18 8,52 7,57 V46 7,37 7,92 6,45 6,43 8,56 7,50 8,62 7,87 V47/V50 7,65 8,06 6,71 6,64 8,66 7,49 8,76 8,03 V48 6,63 7,18 6,46 6,40 8,44 7,16 8,24 7,32 V49 7,66 8,17 7,33 7,08 9,14 7,47 8,63 7,70 W52 6,99 7,57 6,76 6,95 8,71 7,58 8,49 7,65 W53 6,64 6,79 6,68 6,27 8,29 7,06 8,27 7,28 W54 6,80 7,45 6,65 6,52 8,29 7,35 8,42 7,58 W90/W59 7,77 8,07 6,74 7,20 9,04 7,45 8,34 7,29 W91 7,65 8,02 7,07 7,27 8,94 7,66 8,30 7,16 Amsterdam totaal 6,96 6,98 6,55 6,00 7,93 6,34 7,93 6,70 6.9d Overlast van: vervuiling 6.9e Overlast van: activiteiten als prostitutie, horeca en koffieshops 6.9f Overlast van: criminaliteit 6.10a Hoe veilig voelt u zich in uw buurt overdag? 6.10b Hoe veilig voelt u zich in uw buurt s avonds? 111

114 Tabel B1.4: Gemiddelde rapportcijfers voor ontwikkeling buurt in het afgelopen jaar, totaal en per aspect (WiA, 2003) 76 (samengestelde) buurtcombinaties 6.11 Ontwikkeling: van de buurt (totaaloordeel) 6.12a Ontwikkeling: kwaliteit woningen 6.12b Ontwikkeling: straten, pleinen, groen 6.12c Ontwikkeling: buurtvoorzieningen 6.12d Ontwikkeling: parkeergelegenheid 6.12e Ontwikkeling: openbaar vervoer 6.12f Ontwikkeling: veiligheid op straat 6.12g Ontwikkeling: omgang met buurtbewoners A00 5,23 6,14 5,40 5,27 4,43 5,86 4,62 5,64 A01 5,91 6,12 5,60 5,64 4,80 6,27 5,46 5,84 A02 6,57 6,76 6,26 6,01 4,78 6,34 5,79 6,30 A03 6,19 6,64 5,67 5,75 4,81 6,40 5,90 6,15 A04 6,48 6,62 5,96 5,77 4,67 6,00 5,70 6,16 A05 6,63 6,45 6,23 5,94 4,67 6,07 5,75 6,25 A06 6,55 6,66 6,03 5,93 4,81 6,12 6,02 6,16 A07 6,31 6,46 5,88 5,76 4,85 5,93 5,83 6,11 A08 6,46 6,46 5,80 5,77 5,30 5,67 5,79 6,05 A09 6,06 6,30 5,84 4,88 5,38 5,57 5,59 6,01 C13(B10/B11/C12) 5,42 5,52 5,52 5,38 5,29 5,70 5,54 5,52 C14 6,77 6,85 6,25 5,80 4,95 5,75 5,83 5,94 C16/C15 6,34 6,33 6,11 5,91 5,11 6,16 5,80 6,07 D17 6,24 6,17 5,88 5,98 5,21 6,31 5,75 6,03 D18 5,91 5,83 5,64 5,58 4,92 5,95 5,53 5,53 D19 6,27 6,11 5,97 5,82 4,86 6,22 5,70 5,77 D20/D22 7,12 7,01 6,58 6,12 4,27 5,69 5,97 6,15 D21 6,97 6,87 6,53 5,91 3,67 5,28 5,88 6,04 G31 5,19 5,65 5,39 5,15 4,53 6,20 4,55 5,13 G32(G34) 5,35 5,89 6,08 5,39 5,20 6,00 4,79 5,54 G33 6,79 6,80 6,53 6,39 4,58 6,40 6,23 6,36 H37(H36) 5,61 5,72 5,78 5,48 5,14 6,08 5,25 5,28 H38 5,84 5,76 6,22 5,68 4,87 6,09 5,35 5,42 H39 4,84 4,99 5,30 5,34 5,32 6,21 5,11 5,22 J40 6,04 5,96 6,02 5,61 4,69 6,18 5,55 5,72 J41 6,36 6,56 6,46 6,12 4,62 6,33 5,64 5,77 J42 6,19 5,96 6,16 6,08 5,16 6,35 5,76 5,89 J43 6,07 6,01 5,89 5,75 4,94 6,06 5,78 5,84 N60 5,19 5,52 5,55 5,41 5,55 5,92 5,43 5,65 N61 5,12 5,57 5,15 5,30 5,20 5,76 5,20 5,72 N62/N63 5,85 6,11 5,94 5,83 5,46 6,11 5,82 6,23 N65 6,12 6,50 5,81 5,49 6,01 6,15 6,19 6,33 N66/N67 5,67 6,14 5,48 5,73 4,92 6,17 5,74 6,05 N68 5,10 5,69 5,77 5,78 6,42 6,46 5,26 5,53 N69 5,69 5,97 5,98 6,02 6,40 6,42 5,79 6,00 N70(N71) 5,20 5,79 5,36 5,62 5,52 6,13 5,67 5,92 N73/N72/N64 6,48 6,90 5,58 5,55 5,00 5,08 5,99 6,54 P76 5,23 5,61 5,74 5,76 5,56 6,43 5,14 5,62 P77 5,03 5,32 5,40 5,52 5,72 6,33 5,08 5,45 P78(P75) 5,35 5,53 5,66 5,51 5,80 6,51 5,34 5,57 P79 5,77 6,65 6,19 6,00 5,54 6,65 5,77 6,40 Q81 5,61 5,83 6,01 5,82 5,95 6,63 5,43 5,99 Q82 5,16 5,58 5,88 5,49 5,59 6,40 5,08 5,50 Q83 5,57 5,90 5,87 5,93 5,89 6,23 5,10 5,69 Q84/Q80 6,26 6,74 6,28 6,12 5,33 7,11 5,69 6,35 R85 5,72 6,14 6,23 5,92 5,72 6,27 5,47 5,77 R86 4,87 5,33 5,48 5,03 5,26 6,24 4,72 5,38 R87 5,19 5,56 5,56 5,36 5,15 6,21 5,20 5,43 R88 6,23 6,32 5,93 6,05 5,54 6,46 5,81 6,23 T93 5,52 6,01 5,86 5,71 5,57 6,17 5,36 5,62 T94 5,84 6,41 6,07 5,80 5,87 6,34 5,31 5,72 T95 5,85 6,52 6,21 5,74 5,39 5,85 5,48 5,94 T96(T92) 5,67 5,96 5,94 5,81 6,24 6,16 5,69 5,87 T97 5,54 6,01 5,57 5,64 5,38 6,02 5,30 5,76 T98 6,66 6,44 6,05 5,51 5,40 4,48 6,80 7,00 U27 6,35 6,36 5,49 5,58 5,02 6,02 5,64 6,07 U28 6,16 6,06 6,16 5,87 4,87 6,35 5,72 5,80 U29 5,80 6,19 5,81 5,72 5,07 6,31 4,96 5,66 U30 5,56 5,72 5,91 5,80 4,99 5,97 5,15 5,51 U55/U58 6,13 6,06 6,27 5,75 5,41 6,27 5,86 6,18 U56 6,40 6,51 6,33 5,97 5,35 6,04 5,87 6,24 U57 5,88 6,03 6,28 5,69 6,02 6,23 6,15 6,36 V24 6,76 6,40 5,88 6,02 4,60 6,12 5,91 5,98 V25 6,45 6,26 5,90 5,94 4,86 6,04 5,80 5,91 V26 5,77 5,90 5,81 5,73 5,44 6,01 5,37 5,58 V44 6,52 6,35 6,28 6,09 4,70 6,13 5,94 6,10 V45 6,62 6,62 6,21 5,99 4,72 5,86 6,02 5,97 V46 6,52 6,66 6,43 6,12 4,94 6,05 6,06 6,26 V47/V50 6,67 6,98 6,43 6,21 5,24 6,51 6,32 6,49 V48 5,94 6,05 6,04 5,92 5,66 6,18 5,90 6,00 V49 6,46 6,53 6,22 6,15 5,23 6,26 6,11 6,35 W52 6,49 6,39 6,34 6,21 4,89 6,36 6,14 6,39 W53 6,20 6,26 6,02 5,92 5,37 6,41 5,87 5,90 W54 6,22 6,36 6,38 6,03 4,48 6,23 6,09 6,06 W90/W59 6,29 6,40 6,30 6,21 5,58 6,24 6,16 6,53 W91 6,29 6,50 6,21 6,20 5,67 5,30 5,98 6,43 Amsterdam totaal 5,98 6,15 5,95 5,77 5,18 6,13 5,62 5,90 112

115 Tabel B1.5: Verbeteraspecten per buurtcombinatie (als percentage van het aantal respondenten). Telt niet op tot 100 procent, omdat meerdere antwoorden mogelijk zijn (WiA, 2003) 6.6a Verbeteringen m.b.t. onderhoud/ verbeteren bestaande woningen 6.6b Verbeteringen m.b.t. meer nieuwbouw (sloop oude woningen) 6.6c Verbeteringen m.b.t. onderhoud en schoonhouden openbare ruimte 6.6d Verbeteringen m.b.t. andere inrichting openbare ruimte 6.6e Verbeteringen m.b.t. meer/betere buurtvoorzieningen 6.6f Verbeteringen m.b.t. meer/beter openbaar vervoer 6.6g Verbeteringen m.b.t. meer parkeergelegenheid 6.6h Verbeteringen m.b.t. veiligheid A00 23,4 5,6 51,4 23,4 13,1 1,9 34,6 60,7 A01 23,4 3,9 47,7 22,7 13,3 3,1 41,4 39,1 A02 7,7 2,0 43,3 10,9 5,3 4,9 40,9 23,9 A03 7,4 0,8 50,8 19,7 9,0 0,8 42,6 23,0 A04 9,5 2,0 43,7 20,6 12,7 5,6 38,9 28,2 A05 16,4 3,5 38,1 15,0 9,3 10,2 36,7 24,8 A06 19,1 5,9 47,9 12,3 6,4 11,9 36,0 12,7 A07 15,7 2,1 38,8 16,9 7,9 4,1 31,8 16,9 A08 14,7 2,6 35,3 20,3 23,7 9,9 18,1 19,8 A09 24,6 8,5 31,7 20,1 42,9 20,5 15,2 27,7 C13(B10/B11/C12) 44,8 17,5 49,7 28,2 21,8 25,5 21,5 30,4 C14 35,9 14,0 43,1 23,5 17,4 19,6 33,9 28,9 C16/C15 26,3 11,9 36,7 16,2 12,5 8,6 30,9 24,2 D17 36,4 12,0 56,9 17,8 5,3 3,1 31,6 25,8 D18 51,8 18,9 49,8 32,1 11,6 2,8 33,3 27,3 D19 39,8 11,3 47,2 18,6 7,4 3,9 39,8 21,2 D20/D22 20,6 2,1 45,5 15,0 7,3 9,0 51,9 13,7 D21 27,4 3,5 46,1 18,7 10,4 17,4 63,9 13,5 G31 49,6 25,8 62,2 23,2 20,2 5,0 34,3 58,1 G32(G34) 31,7 24,4 41,6 14,5 24,8 8,9 24,1 52,1 G33 3,6 0,8 30,2 19,3 26,8 22,7 54,7 14,3 H37(H36) 40,5 23,9 51,0 19,6 19,9 5,6 23,9 41,2 H38 46,2 20,2 51,6 13,4 12,8 3,0 35,0 43,4 H39 41,1 35,9 50,9 19,0 19,3 8,6 22,1 47,5 J40 37,4 14,2 50,7 18,5 14,7 3,8 48,3 29,9 J41 27,3 15,6 54,6 6,8 8,3 3,9 44,4 35,1 J42 36,6 20,0 52,7 13,2 11,7 3,9 28,3 32,2 J43 23,9 8,3 49,3 12,2 14,6 5,4 35,6 22,0 N60 30,1 13,0 39,4 9,7 26,9 9,7 16,2 28,7 N61 21,3 12,0 53,2 19,9 25,9 23,1 21,8 37,0 N62/N63 18,2 2,3 35,0 10,5 10,9 12,3 21,8 26,8 N65 19,9 9,2 50,0 15,0 23,3 11,7 18,9 21,4 N66/N67 13,5 4,1 54,1 11,5 10,2 9,0 33,2 23,0 N68 27,1 23,2 49,8 13,3 11,8 6,9 5,4 40,9 N69 30,3 6,3 56,6 11,3 10,9 7,7 6,3 31,2 N70(N71) 22,8 14,9 58,9 9,4 17,3 8,9 22,8 32,7 N73/N72/N64 7,0 2,6 50,2 10,6 11,9 33,0 28,6 13,2 P76 25,6 25,6 54,2 11,8 15,8 7,4 22,7 53,7 P77 35,3 25,6 55,0 12,5 15,6 7,8 13,8 47,5 P78(P75) 35,0 33,1 53,0 17,4 23,7 10,1 18,6 44,2 P79 7,7 8,7 35,6 13,5 26,9 19,2 33,7 34,6 Q81 26,0 26,0 34,7 11,4 11,9 7,8 10,0 41,1 Q82 28,6 32,5 40,3 12,6 20,9 16,0 21,4 41,7 Q83 25,4 22,3 40,6 21,3 11,2 14,7 22,8 53,8 Q84/Q80 5,3 1,9 36,8 17,2 17,2 13,9 43,1 45,0 R85 19,4 15,1 35,3 5,8 15,1 13,7 21,2 42,1 R86 33,2 29,2 53,4 13,4 24,5 9,9 25,3 63,6 R87 22,8 22,8 46,3 14,9 17,1 5,0 30,6 46,6 R88 4,6 0,4 44,5 8,7 14,4 8,4 31,9 25,9 T93 28,5 22,0 50,5 19,0 23,5 15,5 22,5 56,5 T94 18,6 14,9 42,3 9,3 20,1 15,5 17,0 42,8 T95 14,4 0,6 34,3 6,6 32,0 18,2 37,6 40,9 T96(T92) 21,2 6,9 42,4 13,3 13,8 14,8 11,8 34,5 T97 18,5 4,0 52,4 16,7 17,6 8,4 26,4 40,5 T98 17,9 21,4 39,3 12,5 23,2 73,2 26,8 12,5 U27 38,4 13,3 55,9 29,9 17,5 4,3 28,4 32,2 U28 38,4 16,7 57,1 18,4 11,0 3,7 33,1 31,4 U29 26,1 14,9 53,2 17,6 10,4 4,5 29,3 44,6 U30 40,5 19,4 48,5 17,2 11,9 10,1 23,8 43,2 U55/U58 24,6 10,3 33,3 10,8 21,8 8,0 21,8 22,3 U56 13,0 1,3 39,8 13,0 11,7 16,0 25,1 19,5 U57 33,0 5,6 35,5 10,7 40,1 19,8 13,7 23,4 V24 31,9 5,9 55,9 16,7 4,4 3,0 43,7 17,0 V25 39,5 10,0 60,5 17,5 3,0 6,0 41,5 21,5 V26 26,3 8,8 47,0 10,1 14,7 8,3 18,9 35,5 V44 24,7 5,7 48,9 12,3 7,5 6,2 54,2 18,9 V45 26,2 1,2 54,8 22,6 6,5 13,1 46,4 16,7 V46 8,5 0,5 51,3 10,1 3,7 7,4 36,5 11,6 V47/V50 6,8 1,4 50,2 17,2 4,5 2,3 38,5 10,0 V48 26,3 5,4 39,7 15,1 17,0 7,1 18,9 19,9 V49 4,1 0,4 44,6 5,9 4,8 7,7 29,5 12,9 W52 15,7 4,3 37,0 9,6 4,8 8,3 47,0 11,7 W53 26,3 8,8 51,2 16,1 9,2 4,1 25,3 23,0 W54 16,7 5,7 32,9 11,4 8,3 3,9 45,2 15,4 W90/W59 12,2 3,3 36,2 5,2 8,5 13,3 24,0 14,4 W91 10,1 5,0 35,3 7,8 6,0 45,0 15,1 17,4 Amsterdam totaal 25,2 11,9 46,0 15,3 15,0 10,4 29,7 30,7 113

116 114

117 bijlage 2 Gegevens per (samengevoegde) buurtcombinatie uit Wonen in Amsterdam

118 116

119 Tabel B2.1: Gemiddelde rapportcijfers voor totaaloordeel, rapportcijfer woning, rapportcijfer woonomgeving (WiA, 2001) 77 (samengestelde) buurtcombinaties 6.1 Totaaloordeel woonomgeving 2.7 Tevredenheid over woning totaal 2.8 Beoordeling staat van onderhoud woning 6.2/1 Beoordeling woningen buurt 6.2/2 Beoordeling inrichting woonomg. 6.2/3 Beoordeling groenvoorziening 6.3/1 Staat van onderhoud en het schoonhouden van woningen 6.3/2 Staat van onderhoud en het schoonhouden van straten en stoepen 6.3/3 Staat van onderhoud en het schoonhouden van groenvoorzieningen A00 6,78 7,47 6,89 7,51 6,59 4,41 6,45 5,22 4,55 A01 6,98 7,45 6,78 7,30 6,58 4,32 6,43 5,49 4,62 A02 8,26 7,79 6,92 8,58 7,73 6,35 7,73 6,31 6,34 A03 7,85 7,93 6,92 8,15 7,38 5,99 7,47 5,93 5,92 A04 7,72 7,71 6,89 7,39 6,87 5,52 6,73 5,69 5,51 A05 7,72 7,42 6,89 7,38 7,07 5,89 6,85 6,17 5,91 A06 7,92 7,09 6,41 7,35 6,85 5,37 6,67 6,01 5,48 A07 7,88 7,62 6,86 7,52 7,04 6,03 6,88 6,10 5,98 A08 8,00 7,45 6,89 7,34 6,90 6,69 7,02 6,61 6,46 A09 7,27 7,25 7,14 6,60 6,67 6,36 6,55 6,24 6,30 C13(B10/B11/C12) 6,43 6,59 6,18 6,02 6,01 5,83 5,89 5,50 5,70 C14 6,50 6,72 6,56 5,85 5,86 5,73 5,95 5,64 5,79 C16/C15 6,85 6,98 6,77 6,24 6,36 5,94 6,33 5,97 6,07 D17 7,18 7,02 6,17 6,69 6,36 5,54 6,28 5,50 5,55 D18 6,11 6,09 5,38 5,59 5,55 4,74 5,58 5,25 5,01 D19 7,19 6,75 6,32 6,19 6,15 5,67 5,97 5,28 5,65 D20/D22 7,56 7,31 6,60 6,99 6,61 6,41 6,48 5,49 6,26 D21 7,40 6,86 6,25 6,58 6,47 6,64 6,27 5,39 6,15 G31 5,44 5,89 5,43 5,29 5,12 4,72 5,05 4,62 4,81 G32(G34) 5,94 6,28 5,96 5,51 5,83 6,29 5,45 5,18 5,99 G33 7,28 8,00 8,28 7,55 6,86 4,98 7,43 6,49 5,79 H37(H36) 5,52 6,39 6,08 5,49 5,49 5,63 5,70 5,37 5,62 H38 5,78 6,49 5,95 5,63 5,65 6,12 5,62 5,18 5,64 H39 5,00 5,84 5,88 5,17 5,09 5,71 5,05 4,71 5,40 J400/401 6,53 6,97 6,33 6,29 6,13 6,00 6,19 5,92 5,96 J402/403 5,48 6,21 5,83 5,40 5,15 4,67 5,10 4,62 4,72 J41 6,09 6,47 6,11 6,25 6,12 5,95 6,20 5,36 5,88 J42 6,11 6,28 6,14 5,88 6,00 6,01 5,92 5,56 5,92 J43 6,80 6,84 6,29 6,44 6,57 6,63 6,43 6,22 6,50 N60 7,00 6,83 6,33 6,70 6,75 6,90 6,43 5,95 6,29 N61 6,55 6,92 6,59 6,80 6,65 6,65 6,59 6,04 6,35 N62/N63 7,51 7,10 6,59 7,34 7,26 7,15 6,68 5,83 6,18 N65 7,32 7,30 6,71 7,01 7,03 6,82 6,55 5,94 6,35 N66/N67 7,68 8,04 7,59 7,00 7,08 7,17 6,81 5,98 6,44 N68 6,02 6,50 6,38 5,63 6,05 6,95 5,75 5,62 6,38 N69 7,22 7,62 7,16 6,62 6,89 7,57 6,48 6,05 6,92 N70(N71) 6,90 7,64 7,24 6,78 6,90 7,35 6,30 6,04 6,54 N73/N72/N64 8,25 8,39 7,48 7,71 7,64 7,66 7,41 5,97 6,58 P76 6,46 6,77 6,91 6,17 6,39 6,85 6,28 6,11 6,51 P77 6,51 6,74 6,52 5,96 6,46 7,04 6,02 5,81 6,46 P78(P75) 6,13 6,28 5,78 5,83 6,17 6,62 5,51 5,73 6,23 P79 7,39 8,19 8,15 7,38 7,45 7,44 7,39 7,09 7,34 Q81 6,95 7,29 7,02 6,28 6,67 7,16 6,29 6,29 6,86 Q82 5,81 6,58 6,40 5,64 5,83 6,74 5,55 5,58 6,60 Q83 6,47 7,39 7,09 6,21 6,41 6,77 6,19 5,89 6,29 Q84/Q80 7,24 8,10 8,14 7,05 6,70 6,41 7,27 6,66 6,52 R85 6,74 7,52 7,22 6,49 6,73 7,22 6,69 6,06 6,67 R86 5,29 6,77 6,55 5,10 5,39 6,55 5,28 5,12 6,14 R87 6,36 7,40 7,16 5,92 6,20 6,63 6,07 5,62 6,34 R88 7,65 8,09 8,03 7,22 7,17 6,95 7,17 6,36 6,75 T93 5,43 6,14 5,94 5,55 5,64 5,96 5,23 5,04 5,63 T94 5,94 6,87 6,55 5,95 6,05 6,75 5,67 5,28 6,07 T95 7,48 7,60 6,94 7,16 7,44 8,21 7,11 6,85 7,38 T96(T92) 6,52 7,53 7,20 6,32 6,35 6,95 6,35 5,75 6,28 T97 6,95 7,52 7,15 6,61 6,88 7,32 6,53 5,68 6,44 T98 7,67 7,90 7,44 7,18 7,15 7,00 6,92 6,28 6,96 U27 6,69 6,78 5,91 6,23 5,88 5,61 5,78 5,54 5,47 U28 6,26 6,84 6,39 5,93 5,84 6,01 5,81 5,11 5,68 U29 6,52 6,61 6,47 6,07 5,93 5,86 6,05 5,62 5,77 U30 5,65 6,60 6,36 5,85 5,57 5,57 5,77 5,07 5,28 U55 7,69 7,39 6,92 6,86 7,09 7,40 6,94 6,70 7,05 U56 8,01 7,53 6,83 7,35 7,35 7,57 7,14 6,52 7,04 U57/U58 7,60 7,24 6,68 6,94 6,95 6,81 6,71 6,20 6,55 V24 7,43 6,78 5,92 6,69 6,53 5,97 6,05 5,30 5,84 V25 7,25 6,77 6,01 6,33 6,40 5,53 6,02 5,38 5,59 V26 7,00 6,84 6,25 7,05 6,69 6,34 6,69 6,03 6,12 V44 7,57 7,29 6,59 6,94 6,98 6,69 6,65 6,15 6,43 V45 7,48 6,97 6,77 6,60 6,45 6,35 6,49 5,40 5,89 V46 7,88 7,89 6,97 7,65 7,32 7,37 7,14 6,18 6,72 V47/V50 8,27 7,87 7,24 7,94 7,47 7,28 7,42 6,51 6,74 V48 7,31 6,92 6,41 7,07 7,00 6,93 6,74 6,19 6,44 V49 8,40 8,22 7,37 8,10 7,86 7,56 7,64 6,69 7,01 W52 7,89 7,31 6,56 7,33 7,25 7,03 6,97 6,46 6,76 W53 7,17 6,80 5,94 6,86 6,80 6,55 6,42 5,90 6,32 W54 7,68 6,93 6,32 7,03 6,94 7,04 6,87 6,52 6,74 W90/W59 7,78 7,74 7,34 7,04 7,25 7,62 7,09 6,22 6,77 W91 7,68 7,81 7,48 6,88 7,01 7,43 7,10 6,46 7,02 Amsterdam totaal 6,89 7,08 6,65 6,55 6,51 6,43 6,36 5,83 6,16 117

120 Tabel B2.2: Gemiddelde rapportcijfers voor voorzieningen, omgang tussen groepen en betrokkenheid bij de buurt (WiA, 2001) 77 (samengestelde) buurtcombinaties 6.4/1 Aanbod parkeervoorzieningen 6.4/2 Aanbod openbaar vervoer 6.4/3 Aanbod buurtvoorzieningen 6.6 Beoordeling omgang verschillende groepen 6.7 Beoordeling betrokkenheid buurt A00 3,51 8,05 6,83 6,37 6,16 A01 4,06 8,55 6,86 6,36 5,46 A02 4,12 7,59 7,18 7,22 6,06 A03 4,06 7,58 6,98 6,97 5,84 A04 4,78 7,49 7,19 6,93 6,31 A05 5,17 6,93 7,57 6,97 6,32 A06 4,76 7,05 7,25 6,87 6,26 A07 4,81 7,88 7,24 7,00 6,21 A08 5,99 7,71 6,06 6,85 6,00 A09 6,85 6,52 5,94 6,65 5,98 C13(B10/B11/C12) 5,77 6,64 6,07 6,25 5,60 C14 5,05 6,39 6,50 6,38 5,96 C16/C15 5,45 7,10 6,84 6,33 5,52 D17 5,43 7,81 7,57 6,61 5,72 D18 5,18 7,44 7,43 6,19 5,02 D19 5,15 7,53 7,76 6,50 5,55 D20/D22 4,81 7,40 7,46 6,88 5,81 D21 4,36 7,34 7,03 6,62 5,43 G31 5,40 7,45 6,87 5,51 4,52 G32(G34) 5,53 7,46 6,86 5,61 4,47 G33 5,28 6,19 6,01 6,94 6,45 H37(H36) 5,02 7,16 6,54 5,65 4,52 H38 5,05 7,41 6,96 5,66 4,61 H39 5,58 6,95 6,37 5,41 4,38 J400/401 4,17 7,41 7,09 6,34 5,23 J402/403 4,46 7,26 6,56 5,44 4,51 J41 4,74 7,44 7,12 6,00 4,85 J42 4,47 7,08 6,89 5,83 4,87 J43 4,28 7,12 6,28 6,41 5,21 N60 6,79 7,26 6,39 6,73 5,73 N61 6,83 6,86 6,64 6,36 5,57 N62/N63 6,61 6,95 6,91 7,15 6,59 N65 6,99 7,12 5,97 6,87 6,38 N66/N67 5,62 7,41 6,79 7,05 6,16 N68 7,38 7,24 7,39 5,94 4,83 N69 7,70 7,56 7,86 6,62 5,89 N70(N71) 7,06 7,50 7,08 6,68 5,97 N73/N72/N64 6,56 5,41 5,46 7,71 7,43 P76 6,59 7,36 7,11 6,16 5,33 P77 6,70 7,08 6,72 6,15 5,26 P78(P75) 6,23 6,60 6,13 5,94 4,92 P79 6,25 6,56 5,47 6,89 6,13 Q81 7,26 7,45 7,59 6,36 5,50 Q82 6,91 6,56 6,67 5,62 4,86 Q83 6,74 7,07 7,10 6,17 5,63 Q84/Q80 5,26 5,29 6,31 6,77 6,15 R85 6,67 7,37 6,72 6,52 5,63 R86 6,34 6,96 5,76 5,52 4,74 R87 5,63 7,57 6,61 6,03 5,21 R88 5,81 7,28 7,08 6,98 6,12 T93 6,39 7,17 6,63 5,53 4,60 T94 6,30 6,82 5,99 5,83 5,42 T95 6,01 7,03 5,41 6,85 6,27 T96(T92) 6,74 7,30 6,81 6,19 5,24 T97 6,64 7,28 6,88 6,42 5,55 T98 5,73 3,89 5,37 7,38 6,94 U27 5,89 7,57 6,37 6,35 5,73 U28 4,90 7,63 7,02 6,14 5,06 U29 5,82 7,73 7,49 6,22 5,23 U30 5,43 6,60 6,51 5,63 4,80 U55 6,95 7,59 5,85 7,00 6,49 U56 7,24 7,17 7,55 7,26 6,62 U57/U58 6,73 6,86 5,21 6,86 6,20 V24 4,15 7,64 7,76 6,80 5,88 V25 4,73 7,42 7,79 6,45 5,27 V26 6,11 7,15 7,40 6,33 5,37 V44 4,68 7,33 6,96 6,89 5,91 V45 4,86 7,28 7,45 6,50 5,74 V46 5,90 7,53 7,43 7,05 6,13 V47/V50 5,48 7,89 7,58 7,10 6,58 V48 6,53 7,30 6,98 6,48 5,77 V49 6,34 7,44 7,62 7,25 6,16 W52 5,07 7,27 7,27 7,01 5,94 W53 5,72 7,72 7,53 6,40 5,55 W54 5,86 7,45 7,55 6,77 5,77 W90/W59 6,76 7,15 7,32 7,17 6,28 W91 6,88 5,67 7,38 6,97 6,30 Amsterdam totaal 5,77 7,17 6,82 6,44 5,61 118

121 Tabel B2.3: Gemiddelde rapportcijfers voor overlastaspecten en veiligheid (WiA, 2001) 77 (samengestelde) buurtcombinaties 6.8/1 Overlast buren 6.8/2 Overlast anderen 6.8/3 Overlast verkeer 6.8/4 Overlast vervuiling 6.8/5 Overlast horeca etc. 6.8/6 Overlast criminaliteit 6.9/1 Veilig voelen overdag 6.9/2 Veilig voelen s avond A00 7,45 6,75 5,52 4,70 4,71 4,67 7,87 6,70 A01 6,66 6,69 4,95 4,79 4,62 5,16 8,15 6,53 A02 7,39 7,51 6,34 6,12 6,88 6,18 8,47 7,38 A03 7,34 7,42 5,93 5,75 6,40 6,00 8,31 6,98 A04 7,02 7,12 6,03 5,59 6,59 5,83 8,11 6,98 A05 6,85 7,12 6,07 5,61 6,90 6,17 8,28 7,09 A06 6,66 7,03 5,98 5,61 7,10 6,51 8,39 7,36 A07 6,90 6,96 6,13 5,74 7,06 6,46 8,55 7,49 A08 7,07 7,49 6,16 6,11 7,99 6,67 8,52 7,48 A09 6,72 6,65 6,75 6,00 7,71 6,36 8,32 7,16 C13(B10/B11/C12) 6,16 6,34 6,19 5,61 7,24 6,43 8,10 7,03 C14 6,47 6,36 6,14 5,62 7,35 6,01 7,96 6,80 C16/C15 6,44 6,82 6,40 5,95 7,60 6,28 7,88 6,92 D17 6,20 7,14 6,05 5,37 7,15 6,27 8,03 6,92 D18 6,18 6,12 5,48 4,92 6,80 5,81 7,84 6,30 D19 6,64 6,77 6,12 5,48 7,71 6,13 8,13 6,99 D20/D22 6,62 7,07 5,95 5,36 7,49 6,49 8,38 7,45 D21 6,26 6,81 6,04 5,34 7,55 6,76 8,49 7,32 G31 5,94 5,71 5,45 4,51 6,41 4,93 7,09 5,41 G32(G34) 6,14 6,18 6,45 5,10 7,15 5,43 7,27 5,78 G33 7,70 7,41 6,95 6,83 8,85 7,24 8,80 7,84 H37(H36) 6,20 6,12 6,02 5,22 7,47 5,33 7,31 5,81 H38 6,65 6,19 6,20 4,99 7,22 5,22 7,20 5,56 H39 6,06 6,03 5,68 4,21 6,90 5,29 6,90 5,19 J400/401 6,01 6,37 5,84 5,54 7,26 6,04 8,20 6,98 J402/403 5,98 5,67 5,03 4,53 6,68 5,33 7,31 5,81 J41 6,47 6,38 5,87 5,19 7,25 6,06 7,69 6,25 J42 6,12 6,25 5,90 5,12 7,11 5,80 7,62 6,25 J43 6,63 6,81 6,68 6,01 7,58 6,41 8,10 6,86 N60 7,41 7,42 6,97 6,17 8,48 6,79 7,76 6,68 N61 7,59 7,62 7,40 6,05 8,77 6,87 7,61 6,46 N62/N63 7,28 7,11 6,77 6,57 8,41 6,83 8,15 7,22 N65 7,44 6,92 6,41 5,73 8,34 7,02 8,10 7,19 N66/N67 7,60 7,31 6,72 6,34 8,84 7,03 8,22 7,27 N68 6,19 5,92 6,54 5,50 7,28 6,11 7,55 6,06 N69 6,77 6,53 6,73 5,84 7,88 6,62 8,10 6,69 N70(N71) 6,34 6,45 6,34 5,54 7,38 6,35 7,77 6,47 N73/N72/N64 7,97 7,84 6,68 7,09 8,57 7,49 8,89 8,19 P76 6,46 6,18 6,25 5,93 7,40 5,89 7,63 6,11 P77 6,42 6,02 5,85 5,38 7,04 5,58 7,50 5,89 P78(P75) 6,44 5,87 5,86 5,26 7,03 5,59 7,20 5,88 P79 7,11 6,96 6,77 6,95 8,24 7,07 8,28 7,23 Q81 6,87 6,15 6,06 5,93 7,64 5,88 7,67 6,07 Q82 5,95 5,96 6,25 5,46 7,78 5,29 7,26 5,42 Q83 7,17 6,40 7,13 6,23 8,51 4,83 7,22 5,07 Q84/Q80 7,77 7,12 6,86 6,52 8,73 6,79 8,19 6,99 R85 7,06 6,37 6,43 6,02 7,68 5,39 7,37 5,65 R86 6,92 6,02 5,71 4,90 7,75 4,39 6,60 4,53 R87 6,83 6,24 6,06 5,70 8,02 5,18 7,50 5,63 R88 7,33 7,05 6,58 6,51 8,57 7,16 8,47 7,64 T93 6,10 5,92 6,40 4,65 7,50 5,07 6,99 5,29 T94 6,57 6,25 6,97 4,97 7,55 4,97 6,54 4,98 T95 7,80 7,87 7,42 6,87 8,84 6,20 7,82 5,88 T96(T92) 7,01 6,29 6,85 5,62 8,34 6,24 7,68 5,86 T97 6,87 6,59 7,32 5,71 8,13 6,45 7,90 6,45 T98 7,22 7,14 6,84 6,89 8,31 7,33 8,76 8,23 U27 6,75 7,03 6,22 5,56 7,35 5,60 7,94 6,42 U28 6,73 6,79 5,91 5,01 7,37 6,06 7,69 6,48 U29 6,54 6,27 5,78 5,22 6,79 5,54 7,78 6,11 U30 6,34 5,99 6,05 4,95 7,36 5,20 7,42 6,01 U55 7,30 7,55 6,77 6,83 8,92 6,98 8,30 7,11 U56 7,63 7,97 6,93 6,93 8,82 6,88 8,54 7,63 U57/U58 7,24 6,97 6,80 6,83 8,21 6,33 8,14 6,98 V24 6,40 6,98 5,76 5,05 6,95 6,43 8,43 7,34 V25 6,43 6,84 6,44 5,27 7,64 6,52 8,22 7,18 V26 6,18 6,51 6,44 5,60 7,88 6,38 8,08 6,88 V44 6,89 7,29 6,18 5,95 7,97 6,87 8,39 7,52 V45 6,21 6,67 6,06 5,33 7,64 6,70 8,21 7,41 V46 6,82 7,53 5,93 6,01 8,02 7,26 8,41 7,60 V47/V50 7,57 8,10 6,52 6,44 8,67 7,47 8,51 7,58 V48 6,56 6,98 6,50 6,40 8,21 7,07 8,32 7,40 V49 6,90 7,55 6,52 6,57 8,36 7,23 8,67 7,81 W52 6,81 7,66 6,82 6,90 8,42 7,48 8,38 7,51 W53 6,76 7,02 6,51 5,76 7,96 6,81 8,14 7,31 W54 6,93 7,39 6,98 6,61 8,14 7,18 8,35 7,42 W90/W59 7,66 8,02 6,44 6,52 8,95 7,09 8,24 6,77 W91 7,75 7,80 6,91 6,85 8,84 7,34 8,23 7,15 Amsterdam totaal 6,77 6,75 6,32 5,74 7,67 6,18 7,91 6,63 119

122 Tabel B2.4: Gemiddelde rapportcijfers voor ontwikkeling buurt in het afgelopen jaar, totaal en per aspect (WiA, 2001) 77 (samengestelde) buurtcombinaties 6.10 Oordeel buurtontwikkeling 6.11/1 Ontwikkeling kwaliteit woningen 6.11/2 Ontwikkeling openbare ruimte 6.11/3 Ontwikkeling buurtvoorziening 6.11/4 Ontwikkeling parkeervoorziening 6.11/5 Ontwikkeling openbaar vervoer 6.11/6 Ontwikkeling veiligheid straat 6.11/7 Ontwikkeling omgang bewoners A00 6,02 6,32 5,75 5,61 4,01 5,98 5,34 6,00 A01 5,74 6,17 5,83 5,30 4,32 6,05 5,20 5,70 A02 6,44 6,71 6,03 5,80 4,20 6,03 5,59 6,09 A03 6,40 6,70 5,83 5,65 4,22 5,90 5,59 6,08 A04 6,53 6,55 6,04 5,93 4,68 5,98 5,73 5,93 A05 6,85 6,61 6,14 5,98 4,71 6,02 5,76 6,03 A06 6,27 6,32 5,82 5,77 4,54 6,03 5,51 5,86 A07 6,33 6,43 5,83 5,79 4,48 6,12 5,75 6,13 A08 6,60 6,61 5,90 5,72 5,42 5,79 5,83 6,06 A09 6,32 6,19 5,79 5,71 5,38 5,48 5,54 5,97 C13(B10/B11/C12) 5,64 5,52 5,58 5,38 5,18 5,71 5,73 5,63 C14 6,89 6,79 6,19 5,83 4,85 5,55 5,77 5,93 C16/C15 6,32 6,35 5,97 5,80 5,18 5,95 5,67 5,95 D17 6,08 6,15 5,74 5,80 4,87 6,22 5,69 5,98 D18 5,78 5,60 5,60 5,58 4,72 5,83 5,18 5,56 D19 6,13 6,27 5,87 6,07 5,13 6,12 5,61 5,72 D20/D22 6,66 6,57 5,89 5,79 4,55 5,82 5,83 6,02 D21 6,58 6,53 5,85 5,74 4,05 5,72 5,75 5,92 G31 5,26 5,25 5,22 5,18 4,83 6,11 4,88 5,24 G32(G34) 5,28 5,91 5,55 5,39 4,97 6,32 5,00 5,20 G33 7,11 7,03 6,45 6,27 5,13 6,13 6,17 6,33 H37(H36) 5,10 5,48 5,62 5,46 4,64 5,96 4,97 5,27 H38 5,48 5,49 5,76 5,59 4,65 5,92 4,95 5,24 H39 4,38 4,89 4,94 5,09 5,30 6,05 4,73 4,96 J400/401 6,09 6,22 6,01 5,79 4,13 5,99 5,67 5,78 J402/403 5,24 5,56 5,34 5,27 4,41 5,80 5,02 5,21 J41 6,44 6,40 6,49 6,20 4,76 6,06 5,76 5,79 J42 6,44 5,93 6,21 5,95 4,44 5,95 5,57 5,63 J43 6,12 5,92 5,91 5,66 4,12 5,91 5,62 5,80 N60 5,15 5,18 5,04 5,05 5,07 5,27 5,09 5,13 N61 4,77 5,12 4,92 5,06 5,12 5,18 4,73 4,88 N62/N63 5,84 5,82 5,52 5,73 5,47 5,68 5,69 5,93 N65 5,81 6,07 5,66 5,54 5,88 5,99 5,84 6,02 N66/N67 5,65 6,12 5,60 5,72 4,85 6,09 5,82 6,05 N68 4,59 5,25 5,35 5,58 6,28 6,06 5,10 5,14 N69 5,42 5,99 5,92 5,76 6,36 6,12 5,63 5,84 N70(N71) 4,95 5,67 5,43 5,44 5,66 5,82 5,32 5,56 N73/N72/N64 6,62 6,92 5,76 5,60 5,50 4,77 6,09 6,47 P76 5,56 5,85 5,86 5,86 5,61 6,08 5,30 5,75 P77 5,10 5,42 5,54 5,59 5,46 5,86 5,03 5,66 P78(P75) 4,89 5,00 5,09 5,23 5,40 5,63 5,05 5,61 P79 6,57 6,56 6,33 5,93 5,63 5,73 6,12 6,51 Q81 5,48 5,77 5,88 6,01 5,95 6,23 5,33 6,01 Q82 4,65 5,18 5,46 5,17 5,99 5,70 4,71 5,23 Q83 4,90 6,04 5,78 5,82 5,76 5,71 4,61 5,94 Q84/Q80 6,41 6,72 6,16 6,29 5,10 5,78 5,79 6,48 R85 5,45 6,18 5,84 5,83 5,55 6,39 5,02 5,88 R86 4,51 5,26 5,12 5,03 5,27 5,98 4,30 5,21 R87 5,07 5,93 5,64 5,67 4,84 6,41 4,94 5,52 R88 6,30 6,38 6,00 6,07 5,05 6,16 5,87 6,26 T93 5,27 5,53 5,19 5,37 5,38 6,09 4,76 5,05 T94 5,33 5,80 5,46 5,35 5,62 5,93 4,62 5,49 T95 5,84 5,88 5,99 5,78 5,32 5,78 5,22 5,93 T96(T92) 5,26 5,99 5,44 5,46 5,75 6,13 5,11 5,57 T97 5,35 6,04 5,49 5,52 5,63 5,95 5,38 5,72 T98 6,51 6,46 5,92 5,49 4,88 4,22 6,61 6,76 U27 6,05 5,95 5,43 5,36 5,17 5,90 5,58 5,93 U28 6,06 6,12 5,70 5,52 4,33 5,82 5,33 5,62 U29 5,93 6,15 5,88 5,92 5,16 6,31 5,35 5,60 U30 5,63 6,13 5,77 5,64 5,16 5,71 5,10 5,26 U55 6,17 6,13 6,04 5,65 5,70 6,27 5,91 6,25 U56 6,28 6,23 5,94 5,82 5,67 5,84 5,62 6,30 U57/U58 6,15 6,13 5,83 5,74 5,89 6,01 5,96 6,45 V24 6,67 6,39 5,92 6,00 4,37 5,97 5,77 5,87 V25 6,32 6,23 5,80 5,99 4,55 5,94 5,71 5,83 V26 5,72 5,86 5,72 5,94 5,46 5,98 5,51 5,79 V44 6,61 6,38 6,06 5,81 4,40 5,89 5,72 6,10 V45 6,62 6,74 6,29 6,13 4,25 5,84 5,91 5,81 V46 6,39 6,44 6,23 6,02 4,97 6,06 5,86 5,96 V47/V50 6,82 6,96 6,35 6,13 5,24 6,39 6,16 6,46 V48 5,87 5,95 5,81 5,85 5,39 6,03 5,61 5,87 V49 6,45 6,47 6,12 6,01 4,99 5,82 5,82 6,19 W52 6,22 6,22 6,07 5,82 4,44 6,03 5,87 6,08 W53 5,84 6,02 5,76 5,95 4,97 6,32 5,98 5,70 W54 6,39 6,47 6,12 6,10 5,17 6,27 5,90 6,17 W90/W59 6,13 6,46 6,02 5,99 5,14 5,78 5,91 6,39 W91 6,19 6,33 6,04 5,99 5,63 4,88 6,06 6,40 Amsterdam totaal 5,85 6,04 5,77 5,69 5,09 5,92 5,46 5,79 120

123 bijlage Enquête 121

124 122

125 Wonen in Amsterdam De Dienst Wonen wil graag weten hoe Amsterdammers denken over hun woning en over de kosten van wonen in Amsterdam. Ook wil zij graag weten hoe Amsterdammers denken over hun woonomgeving en de leefbaarheid in hun buurt.vandaar deze enquête. De enquête is bedoeld voor hoofdbewoners. U bent steekproefgewijs gekozen. De vragenlijst mag ook worden ingevuld door de eventuele andere hoofdbewoner. Wij vragen u het juiste antwoord in te vullen of het juiste cijfer te omcirkelen. Laat deze unieke kans om uw mening te geven niet voorbij gaan. De gegevens van deze enquête worden vertrouwelijk en anoniem behandeld. Het onderzoeksbureau O+S, dat het onderzoek voor de Dienst Wonen uitvoert, draagt de uiteindelijke onderzoeksresultaten zonder naam en adres over aan de Dienst Wonen. Wij verzoeken u de vragenlijst in bijgaande portvrije antwoordenvelop terug te zenden. Stuurt u de lijst liefst zo snel mogelijk op, graag binnen 14 dagen. 1Woongeschiedenis 1.1 Sinds welk jaar woont u in deze woning? Sinds 1.2 Waar woonde u 1 in dezelfde buurt voordat u deze 2 in hetzelfde stadsdeel, woning betrok? andere buurt 3 in Amsterdam, ander stadsdeel 4 in de omgeving van Amsterdam 5 elders in Nederland 6 buitenland 1.3 Wat was uw vorige 1 op kamers/studentenflat woonsituatie? 2 inwonend bij ouders 3 zelfstandige huurwoning van particulier 4 zelfstandige huurwoning van woningbouwvereniging 5 koopwoning 6 anders, nl. 2Uw woning 2.1 In wat voor 1 eengezinswoning soort woning 2 etagewoning woont u? 3 maisonnette 4 seniorenwoning 5 WIBO 6 groepswoning 7 HAT, jongerenwoning 8 woonboot 9 anders, nl. 2.2 Hoeveel woon- en slaapkamers heeft uw woning in totaal?.... kamers 2.3 Welke overige ruimten 1 keuken/open keuken komen in uw woning 2 badkamer/doucheruimte voor? (U kunt hier 3 tuin/patio/binnenplaats/ meer dan één ant- dakterras woord omcirkelen) 4 balkon 5 zolder/berging 2.4 Is de voordeur van uw 1 ja woonruimte/woning 2 nee te bereiken zonder trappen te hoeven lopen?

126 2.5 Zijn in uw woonruimte/ 1 ja woning alle vertrekken 2 nee op dezelfde verdieping gelegen? 2.6 Wat voor soort 1 gaskachel verwarming heeft 2 centrale verwarming uw woning? met een eigen cv-ketel/ moederhaard 3 collectieve centrale verwarming met individuele meter 4 collectieve centrale verwarming zonder individuele meter 5 stadsverwarming 6 anders, nl. 2.7 Heeft u dubbele 1 ja beglazing in uw 2 ja, gedeeltelijk woning? 3 nee Bij sommige onderstaande vragen kunt u de rapportcijfers 1 t/m 10 aankruisen. Een hoog rapportcijfer betekent dat u tevreden bent en een laag cijfer betekent dat u ontevreden bent. 2.8 Wilt u aangeven in welke mate u tevreden bent over uw woning? (totaaloordeel) zeer on zeer tevreden tevreden 2.9 Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van uw woning? zeer zeer slecht goed 2.10 Kunt u, indien van toepassing, aangeven in hoeverre u tevreden bent met de onderstaande onderdelen van uw woning? zeer zeer ontevreden tevreden het aantal kamers grootte van de woning indeling van de woning balkon berging trappenhuis/galerij keuken/keukenblok toilet badkamer/douche verwarming/isolatie vochtwering geluidsisolatie ventilatiemogelijkheden beveiliging tegen inbraak 2.11 Op welke aspecten 1 gevel, dak, dakgoot zou uw woning moeten 2 fundering worden verbeterd? 3 buitenschilderwerk, (U kunt hier meer buitenkozijnen dan één antwoord 4 indeling van de woning omcirkelen) 5 balkon 6 plafonds, binnenmuren 7 lift en andere gemeenschappelijke installaties 8 trappenhuis/galerij 9 keuken/keukenblok 10 toilet 11 badkamer, douche 12 verwarming/isolatie 13 vochtwering 14 geluidsisolatie 15 ventilatiemogelijkheden 16 beveiliging tegen inbraak 17 overig, nl. 18 woning is goed naar Als uw woning op 1 ja deze punten wordt 2 nee verbeterd, voldoet uw woning dan aan uw woonwensen? 2.13 Heeft u wel eens 1 ja naar 2.14 klachten over uw 2 nee naar 2.15 huidige woning 3 niet van toegemeld aan de passing naar 3.1 beheerder/verhuurder/vve? 2.14 Zijn de klachten uit- 1 ja, volledig eindelijk naar tevreden- 2 ja, gedeeltelijk heid verholpen? 3 nee 2.15 Heeft u wel eens huur- 1 ja naar 2.16 verhoging geweigerd 2 nee naar 3.1 in verband met achter- 3 niet van toestallig onderhoud of passing naar 3.1 klachten? 2.16 Is uw weigering tot 1 ja huurverhoging uit- 2 nee, maar de klachten eindelijk geaccepteerd? zijn verholpen 3 nee, en de klachten zijn niet verholpen

127 3Uw huishouden en het huishoudeninkomen Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden?(alleen personen meetellen die in deze woning wonen) personen 3.2 Wilt u hieronder aangeven hoe uw huishouden precies is samengesteld? personen leeftijd M V uzelf jaar partner/echtgeno(o)t(e) jaar kind 1 jaar kind 2 jaar kind 3 jaar kind 4 jaar aantal overige thuiswonende kinderen aantal overige personen (familie/kostganger e.d.) Hoeveel personen in uw huishouden hebben een eigen (regulier) inkomen? (bijvoorbeeld kinderen met alleen een zaterdag- of vakantiebaantje buiten beschouwing laten) 3.6 Hoeveel bedraagt het totale netto maandinkomen van deze personen bij elkaar? (niet meetellen: vakantiegeld, reis- en onkostenvergoedingen) per maand personen 3.7 Kunt u in onderstaand schema voor de verschillende personen in uw huishouden (maximaal drie) aankruisen welke bronnen van inkomsten zij hebben? (per persoon zijn meer antwoorden mogelijk) 3.3 Wilt u hieronder aankruisen wat het hoogst behaalde diploma is van u en van uw eventuele partner/echtgeno(o)t(e)? uzelf partn./ echtg. geen diploma of enkele jaren lagere school basisonderwijs/lagere school VSO (voortgezet speciaal onderwijs) VBO/LBO (huishoud-, ambacht-, technische school of interne bedrijfsopleiding), MBO-kort leerlingwezen, ULO MAVO, MULO, VMBO MBO-lang, of interne bedrijfsopleiding op MBO-niveau HAVO, VWO, gymnasium, HBS, MMS HBO of interne bedrijfsopleiding op HBO-niveau WO, universiteit anders, nl. anders, nl. 3.4 Wilt u hieronder aankruisen wat de voornaamste bezigheid is van u en uw eventuele partner/echtgeno(o)t(e)? uzelf partn./ echtg. werkend voor loon (mee)werkend in eigen bedrijf (ook freelance) werkzaam in eigen huishouden werkzaam als vrijwilliger werkzoekend/werkloos schoolgaand/studerend/cursussen vrijetijdsbesteding/hobby s anders, nl. bron van inkomsten uzelf part- 3e perner soon betaalde arbeid (werkgever) eigen onderneming freelance arbeid uitkering van sociale dienst (ABW/ IOAW/IOAZ/WIK/bijzondere bijstand) uitkering van uitvoeringsinstantie (WAO/Wajong/WAZ/WW/ZW) I/D banen/wiw/wsw uitkering van de Sociale Verzekeringsbank (AOW/ANW) kinderbijslag pensioenfonds(en) lijfrente VUT/FPU of andere uittredingsregeling alimentatie voor uzelf of uw kinderen studiefinanciering/bijdrage van ouders 3.8 Rekening houdend met 1 ruim voldoende } sla 3.9 over de huidige omstandig- 2 voldoende heden van mijn/ons 3 niet voldoende huishouden vind ik 4 ruim onvoldoende het inkomen van mijn/ ons huishouden 3.9 Wat zou voor u/uw huishouden wel een voldoende inkomen zijn? ongeveer per maand

128 Bent u eigenaar of huurder van de woning? 1 huurder naar eigenaar naar 5.1 4Woonlasten voor huurders Elk jaar in april/mei krijgt u van uw verhuurder een aankondiging van de huurverhoging. Als u het formulier dat u in april/mei 2002 kreeg erbij pakt, kunt u de volgende vragen gemakkelijker beantwoorden. 4.1 Wat is het totaal aantal 1 punten punten van uw woning 2 weet niet volgens het woningwaarderingsstelsel? 4.2 Krijgt u individuele 1 ja naar 4.3 huursubsidie? 2 nee naar weet niet naar 4.5 Wordt er huursubsidie 1 krijg huursubsidie op op uw eigen rekening rekening gestort door gestort of in mindering gemeente of rijk gebracht op de huur? 2 huursubsidie wordt door de verhuurder op de huur in mindering gebracht 3 weet niet 4.4 Hoeveel bedraagt de huursubsidie per maand? 1 2 weet niet 4.5 Welk totaalbedrag betaalt u maandelijks voor uw woning aan de verhuurder? per maand 4.6 Wat is de kale huur (ook wel nettohuur genoemd) van uw woning? Dit is de huur exclusief watergeld, exclusief servicekosten en exclusief kosten voor verwarming/gas. per maand per maand 4.7 Wordt er door de verhuurder watergeld in rekening gebracht? Zo ja, hoeveel? 1 ja, per maand 4.8 Wordt er door de verhuurder een bedrag in rekening gebracht voor verwarming/gas (bijvoorbeeld bij collectieve verwarming)? Zo ja, hoeveel? 1 ja, 2 nee 3 weet niet 4.9 Worden er door de verhuurder nog overige kosten (servicekosten) voor uw woning in rekening gebracht? Naast de kale huur, watergeld en eventuele verwarmings/gaskosten? 1 ja, in totaal 2 nee 4.10 Hoeveel bedroeg uw laatste rekening van het energiebedrijf? 1 2 weet niet Naast huursubsidie bestaan er aanvullende regelingen: het woonlastenfonds van de Dienst Wonen, de woonkostentoeslag van de Sociale Dienst en de Vangnet Regeling Huursubsidie (VRH) van de gemeentelijke afdeling huursubsidie. Deze regelingen zijn bedoeld voor mensen die een sterke inkomensdaling hebben gehad of een huur moeten betalen die boven de huursubsidiegrens ligt. Ook kunnen deze regelingen de huursubsidie tijdelijk vervangen Ontvangt u een bijdrage uit deze regelingen? 1 ja, woonlastenfonds (Dienst Wonen), dit bedrag is: per maand per jaar 2 ja, woonkostentoeslag (Sociale Dienst), per maand per maand per maand per maand 2 nee 3 weet niet 3 ja, VRH (Dienst Wonen), 4 nee, geen van drieën per kwartaal

129 Iedereen die in een woning woont waarvan de waarde boven een bepaalde grens ligt, moet Onroerende Zaakbelasting (OZB) betalen. Rond mei van ieder jaar worden de aanslagen voor de OZB verstuurd Hoeveel bedroeg de 1 OZB-aanslag van aanslag is kwijtgescholden voor uw woning? 3 geen aanslag gehad 4 weet niet } naar 6.1 5Woonlasten voor huiseigenaren 5.1 Kunt u aangeven tot welke categorie woningbezitter u behoort? 1 lid van coöperatieve flatexploitatievereniging 2 lid van vereniging van eigenaren (VVE/ appartementsrecht) 3 bezitter van eengezinswoning 4 eigenaar-bewoner/verhuurder 5 anders, nl. 5.2 Uit hoeveel leden 1 2 leden bestaat de VVE/ leden coöperatieve leden vereniging? leden 5 meer dan 30 leden 5.3 Hoe vaak komt de 1 niet van toepassing vereniging van 2 weet niet eigenaren jaarlijks 3 nooit bij elkaar? 4 één keer per jaar 5 twee of meer keren per jaar 5.4 Betalen de leden van de 1 ja vereniging een regel- 2 nee matige bijdrage in het 3 weet niet onderhoudsfonds? 5.5 Is het onderhoudsfonds 1 ja voldoende om het 2 nee benodigde onderhoud 3 weet niet uit te voeren? 5.6 Wat zijn uw bruto 1 hypotheek(woon)- per jaar lasten per jaar? 2 niet van toepassing 3 weet niet 5.7 Wat zijn uw netto 1 hypotheek(woon)- per jaar lasten per jaar? 2 niet van toepassing 3 weet niet } naar Betaalt u erfpacht? 1 ja, per half jaar 2 ja, per jaar 3 nee, erfpacht is afgekocht 4 nee, betaalt geen erfpacht 5 weet niet Iedereen die in een woning woont waarvan de waarde boven een bepaalde grens ligt, moet Onroerende Zaakbelasting (OZB) betalen. Rond mei van ieder jaar worden de aanslagen voor de OZB verstuurd. 5.9 Hoeveel bedroeg de 1 OZB-aanslag van aanslag is kwijtgescholden voor uw woning? 3 geen aanslag gehad 4 weet niet 5.10 Hoeveel bedroeg uw 1 laatste rekening van 2 weet niet het energiebedrijf? 5.11 Welk bedrag besteedt 1 u gemiddeld per jaar gem. per jaar aan onderhoud aan 2 weet niet uw woning? 5.12 Hoe hoog schat u de huidige marktwaarde van uw woning? per maand

130 6Uw woonomgeving Bij onderstaande vragen kunt u de rapportcijfers 1 t/m 10 aankruisen. Een zeer hoog rapportcijfer betekent dat u zeer tevreden bent en een zeer laag rapportcijfer dat u zeer ontevreden bent. 6.1 Hoe tevreden bent u met uw buurt? (totaaloordeel) zeer on zeer tevreden tevreden 6.2 Kunt u aangeven hoe u de onderstaande aspecten van uw buurt beoordeelt? zeer lelijk zeer mooi de woningen in de buurt de inrichting van de woonomgeving de groenvoorziening 6.3 Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de onderstaande aspecten in uw buurt? ruim onvoldoende ruim voldoende de woningen in de buurt straten en stoepen de groenvoorziening 6.4 Hoe beoordeelt u het schoonhouden van de onderstaande aspecten in uw buurt? ruim onvoldoende ruim voldoende de woningen in de buurt straten en stoepen de groenvoorziening 6.5 Wat vindt u van het aanbod van onderstaande voorzieningen? parkeervoorzieningen openbaar vervoer buurtvoorzieningen als winkels, scholen, sportgelegenheden etc. ruim ruim onvoldoende voldoende Op welke aspecten zou de woonomgeving volgens u verbeterd kunnen worden?(u mag hier meer dan één antwoord omcirkelen) 1 onderhoud/verbeteren bestaande woningen 2 meer nieuwbouw (sloop oude woningen) 3 onderhoud en schoon houden straten, pleinen, groen 4 andere inrichting straten, pleinen en groen 5 meer/betere buurtvoorzieningen 6 meer/beter openbaar vervoer 7 meer parkeergelegenheid 8 veiligheid 9 anders, nl. 10 weet niet 6.7 Hoe gaan verschillende groepen mensen in uw buurt met elkaar om? zeer zeer onprettig prettig 6.8 Hoe beoordeelt u de betrokkenheid van de buurtbewoners bij de buurt? geen be grote betrokkenheid trokkenheid 6.9 Kunt u met 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt bij de onderstaande categorieën. Een laag cijfer betekent dat u veel overlast ondervindt en een hoog cijfer dat u weinig overlast ondervindt. buren andere groepen bewoners verkeer vervuiling activiteiten als prostitutie, horeca en coffeeshops criminaliteit ernstige geen overlast overlast

131 6.10 Hoe veilig voelt u zich in uw buurt? zeer zeer onveilig veilig overdag s avonds 6.11 Hoe heeft de buurt zich volgens u het laatste jaar ontwikkeld? (totaaloordeel) 7Woonwensen 7.1 Zou u de woning die u 1 ja naar 7.2 nu huurt willen kopen? 2 eventueel naar nee naar weet niet naar niet van toepassing (voor huiseigenaren) naar Indien u uw huidige huurwoning zou kunnen kopen, wat voor een koopprijs zou u bereid zijn te betalen? 7.3 Wilt u binnen twee jaar 1 beslist niet naar 7.4 verhuizen? 2 eventueel wel, misschien naar zou wel willen, kan niets vinden naar beslist wel naar heb al andere huisvesting gevonden naar Denkt u binnen twee 1 ja naar 7.5 jaar te moeten 2 nee naar 7.19 verhuizen? 7.5 Op welke termijn 1 binnen 6 maanden denkt u te verhuizen? 2 over 6 tot 12 maanden 3 over 12 tot 24 maanden 6.12 Hoe hebben de onderstaande aspecten zich volgens u het laatste jaar in uw buurt ontwikkeld? kwaliteit woningen straten, pleinen, groen buurtvoorzieningen parkeergelegenheid openbaar vervoer veiligheid op straat omgang met buurtbewoners zeer op voor- uitgegaan zeer op achteruitgegaan zeer op zeer op achteruit- vooruitgegaan gegaan Wilt u buiten Amster- 1 in Amsterdam naar 7.7 dam gaan wonen of in 2 binnen 20 km Amsterdam blijven? van Amsterdam naar elders in Nederland naar elders buiten Nederland naar heb geen voorkeur naar weet niet naar Wilt u liever in uw 1 bij voorkeur in eigen eigen stadsdeel blijven stadsdeel blijven naar 7.9 of naar een ander 2 bij voorkeur naar stadsdeel verhuizen? ander stadsdeel naar heb geen voorkeur naar weet niet naar Heeft u voorkeur voor 1 nee een bepaald stadsdeel? 2 ja (maximaal 2): Amsterdam-Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld/Slotermeer Osdorp Slotervaart/Overtoomse Veld Zuidoost Oost/Watergraafsmeer Amsterdam Oud-Zuid Zuideramstel

132 7.9 Wilt u die toekomstige 1 uitsluitend woning kopen of huren? kopen naar uitsluitend huren 3 liever kopen, eventueel huren 4 liever huren, eventueel kopen 5 geen voorkeur 6 weet niet 7.10 Indien u zou huren, wat voor een huurprijs zou u bereid zijn maandelijks te betalen, exclusief service- en stookkosten? 7.11 Indien u zou kopen, wat voor een koopprijs zou u bereid zijn te betalen? 7.12 Als u zou verhuizen, heeft dat te maken met? (U mag hier meer dan één antwoord omcirkelen) 1 te grote woning 2 te kleine woning 3 woningtype 4 woning niet gelijkvloers/te veel trappen 5 sloop 6 slechte kwaliteit woning 7 de prijs van de woning 8 overlast buren 9 lawaai, stank, verkeersdrukte, vervuiling 10 voorzieningen, winkels, scholen, etc. 11 sfeer in de buurt (criminaliteit, asociaal gedrag, het soort mensen) 12 onvoldoende parkeervoorzieningen 13 omstandigheden in mijn huishouden (gezinsuitbreiding, scheiding, overlijden) 14 omstandigheden in werk of studie 15 Amsterdam bevalt niet meer 16 anders, nl Kunt u uit de voorgaande vraag het nummer opschrijven van de belangrijkste verhuisreden? per maand 7.14 Als u buiten Amsterdam 1 aanbod van woningen wilt gaan wonen, wat 2 meer waar voor je geld zijn hiervoor de belang- 3 dichtbij werk/studie/ rijkste redenen? familie (meer dan één 4 aantrekkelijke woonantwoord mogelijk) omgeving 5 anders, nl Wat voor een soort 1 eengezinswoning woning heeft uw 2 etagewoning voorkeur? 3 maisonnette 4 seniorenwoning 5 WIBO 6 groepswoning 7 HAT, jongerenwoning 8 woonboot 9 verzorgingstehuis 10 anders, nl Wilt u nieuwbouw of 1 uitsluitend bestaande bouw bestaande bouw? 2 uitsluitend nieuwbouw 3 liever bestaande bouw, eventueel nieuwbouw 4 liever nieuwbouw, eventueel bestaande bouw 5 geen voorkeur 6 weet niet 7.17 Hoeveel kamers zou die nieuwe woning moeten hebben? (alleen woon- en slaapkamers meetellen) 7.18 Zoekt u actief naar 1 ja, geabonneerd op een andere woning? woonkrant(en)/woningnet (meer dan één 2 ja, makelaar ingeschakeld antwoord mogelijk) 3 ja, zelf actief op zoek 4 nee, zoek niet actief 7.19 Geef in maximaal 1 drie trefwoorden aan wat u het aantrekke- 2 lijkst vindt van uw buurt 3 kamers Hartelijk bedankt voor uw medewerking

133 bijlage 4 Samenvoeging en toedeling van gebieden, respons (beoogd en gerealiseerd) 131

134 gebied buurt- doel- respons combinaties respons gebied buurt- doel- respons combinaties respons Amsterdam-Centrum 1 A A A A A A A A A A totaal A Westerpark/Westpoort 11 C13(B10/B11/C12) C C16/C totaal C De Baarsjes 25 J J J J totaal J Amsterdam-Noord 30 N N N62/N N N66/N N N N70(N71) N73/N72/N totaal N Oud-West 14 D D D D20/D D totaal D Geuzenveld/Slotermeer 39 P P P78(P75) P totaal P Zeeburg 19 G G32(G34) G totaal G Osdorp 43 Q Q Q Q84/Q totaal Q Bos en Lommer 22 H37(H36) H H totaal H Slotervaart/Overtoomse Veld 47 R R R R totaal R

135 gebied buurt- doel- respons combinaties respons gebied buurt- doel- respons combinaties respons Zuidoost 51 T T T T96(T92) T T totaal T Oost/Watergraafsmeer 57 U U U U U55/U U U totaal U Amsterdam Oud-Zuid 64 V V V V V V V47/V V V totaal V Zuideramstel 73 W W W W90/W W totaal W totaal Amsterdam Deze tabel is overgenomen uit, Gegevensbestand voor 76 gebieden, Hans de Waal, Dienst Onderzoek en Statistiek. Samenvoegingen van buurtcombinaties zijn genoteerd als V47/V50. Uitspraken op basis van de respons gaan over het gebied van de samengevoegde buurtcombinaties. 133

136 134

137 135

138 136

139 WIA 4 COVER def :50 Pagina 2 bijlage 5 Colofon Omschrijving en kaart van de buurtcombinaties en stadsdelen Uitgave Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Datum 20 juni 2004 Plaats Amsterdam Auteurs Jeroen van der Veer, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Hoofdstuk 4: Rogier Noyon en Ruud van Trijp, Woningbouwvereniging Het Oosten, afd. Markt en Innovatie Begeleidingsgroep André v/d Berg (stadsdeel Oud-Zuid), Kees Dignum (Dienst Wonen), Ineke Jeurissen, (Dienst Wonen), Minke Kolstein (De Dageraad), Eric Kurpershoek (Rochdale), Willy de Looper (stadsdeel Centrum), Rogier Noyon (Het Oosten), Carla Schröder (stadsdeel Noord), Willem Teune (Dienst Wonen), Laura Uittenbogaard (Dienst Wonen), Jeroen van der Veer (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties) en Hans de Waal (Dienst O+S) Grafische vormgeving Jan de Wringer en Sandy Bakmeijer (Artvark Design) Stadsdelen A Centrum B Westpoort C Westerpark D Oud-West G Zeeburg H Bos en Lommer J De Baarsjes N Amsterdam-Noord P Geuzenveld/Slotermeer Q Osdorp R Slotervaart T Zuidoost U Oost/Watergraafsmeer V Amsterdam Oud-Zuid W Zuideramstel Foto s omslag Katrien Mulder Foto s binnenwerk Jeroen van der Veer op pagina: 6, 38 rechtsboven, 39 rechtsboven, 40, 43 rechtsboven, 45 linksboven, 48, 50, 51, 54, 56, 61 en 102 Maarten Stuurman op pagina: 15, 38 linksonder, 38 linksboven, 39 linksboven, 43 linksboven, 45 rechtsboven, 59 en 64 van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Kaarten hoofdstukken 1 t/m 3: Jeroen van der Veer, hoofdstuk 4: Ruud van Trijp, figuur 4.13: Kees Dignum, ondergrond kaart bijlage 5: Geostreets 2002 In opdracht van Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de volgende stadsdelen: Amsterdam-Centrum, Westerpark, Oud-West, Zeeburg, Bos en Lommer, Amsterdam-Noord, Geuzenveld/Slotermeer, Slotervaart/Overtoomse Veld, Zuidoost, Oost/Watergraafsmeer, Amsterdam Oud-Zuid, Zuideramstel Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Delflandlaan 4 Postbus AR Amsterdam Telefoon info@afwc.nl Website Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Jodenbreestraat 25 Postbus BX Amsterdam Telefoon documentatie@wonen.amsterdam.nl Website Buurtcombinaties A00 Burgwallen-Oude Zijde A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde A02 Grachtengordel-West A03 Grachtengordel-Zuid A04 Nieuwmarkt/Lastage A05 Haarlemmerbuurt A06 Jordaan A07 De Weteringschans A08 Weesperbuurt/Plantage A09 Oostelijke Eilanden/Kadijken B10 Westelijk Havengebied B11 Bedrijventerrein Sloterdijk C12 Houthavens C13 Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt C14 Staatsliedenbuurt C15 Centrale Markt C16 Frederik Hendrikbuurt D17 Da Costabuurt D18 Kinkerbuurt D19 Van Lennepbuurt D20 Helmersbuurt D21 Overtoomse Sluis D22 Vondelbuurt G31 Indische Buurt West G32 Indische Buurt Oost G33 Oostelijk Havengebied G34 IJ-eiland e.o. buurtcombinaties N64 en N73 worden in het rapport aangeduid als Landelijk Noord ) N65 Tuindorp Oostzaan N66 Oostzanerwerf N67 Kadoelen N68 Nieuwendam-Noord N69 Buikslotermeer N70 Banne Buiksloot N71 Buiksloterham N72 Nieuwendammerham N73 Waterland (de samengevoegde buurtcombinaties N64 en N73 worden in het rapport aangeduid als Landelijk Noord ) Q80 Lutkemeer/Ookmeer Q81 Osdorp-Oost Q82 Osdorp-Midden Q83 De Punt Q84 Middelveldsche Akerpolder/Sloten U27 Weesperzijde U28 Oosterparkbuurt U29 Dapperbuurt U30 Transvaalbuurt U55 Frankendael U56 Middenmeer U57 Betondorp U58 De Omval J40 De Krommert J41 Van Galenbuurt J42 Hoofdweg e.o. J43 Westindische Buurt N60 Volewijck N61 IJplein/Vogelbuurt N62 Tuindorp Nieuwendam N63 Tuindorp Buiksloot N64 Nieuwendammerdijk/ Buiksloterdijk (de samengevoegde W52 Scheldebuurt W53 IJselbuurt W54 Rijnbuurt W59 Station Zuid/WTC e.o. W90 Buitenveldert-West W91 Buitenveldert-Oost R85 Slotervaart R86 Overtoomse Veld R87 Westlandgracht R88 Sloter-/Riekerpolder T92 Amstel III/Bullewijk T93 Bijlmer Centrum (D,F,H) T94 Bijlmer Oost (E,G,K) T95 Nellestein T96 Holendrecht/Reigersbos T97 Gein T98 Driemond P75 Spieringhorn P76 Slotermeer-Noordoost P77 Slotermeer-Zuidwest P78 Geuzenveld P79 Eendracht V24 Oude Pijp V25 Nieuwe Pijp V26 Diamantbuurt V44 Hoofddorppleinbuurt V45 Schinkelbuurt V46 Willemspark V47 Museumkwartier V48 Stadionbuurt V49 Apollobuurt V50 Duivelseiland H36 Sloterdijk H37 Landlust H38 Erasmuspark H39 De Kolenkit

140 WIA 4 COVER def :50 Pagina 2 bijlage 5 Colofon Omschrijving en kaart van de buurtcombinaties en stadsdelen Uitgave Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Datum 20 juni 2004 Plaats Amsterdam Auteurs Jeroen van der Veer, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Hoofdstuk 4: Rogier Noyon en Ruud van Trijp, Woningbouwvereniging Het Oosten, afd. Markt en Innovatie Begeleidingsgroep André v/d Berg (stadsdeel Oud-Zuid), Kees Dignum (Dienst Wonen), Ineke Jeurissen, (Dienst Wonen), Minke Kolstein (De Dageraad), Eric Kurpershoek (Rochdale), Willy de Looper (stadsdeel Centrum), Rogier Noyon (Het Oosten), Carla Schröder (stadsdeel Noord), Willem Teune (Dienst Wonen), Laura Uittenbogaard (Dienst Wonen), Jeroen van der Veer (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties) en Hans de Waal (Dienst O+S) Grafische vormgeving Jan de Wringer en Sandy Bakmeijer (Artvark Design) Stadsdelen A Centrum B Westpoort C Westerpark D Oud-West G Zeeburg H Bos en Lommer J De Baarsjes N Amsterdam-Noord P Geuzenveld/Slotermeer Q Osdorp R Slotervaart T Zuidoost U Oost/Watergraafsmeer V Amsterdam Oud-Zuid W Zuideramstel Foto s omslag Katrien Mulder Foto s binnenwerk Jeroen van der Veer op pagina: 6, 38 rechtsboven, 39 rechtsboven, 40, 43 rechtsboven, 45 linksboven, 48, 50, 51, 54, 56, 61 en 102 Maarten Stuurman op pagina: 15, 38 linksonder, 38 linksboven, 39 linksboven, 43 linksboven, 45 rechtsboven, 59 en 64 van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Kaarten hoofdstukken 1 t/m 3: Jeroen van der Veer, hoofdstuk 4: Ruud van Trijp, figuur 4.13: Kees Dignum, ondergrond kaart bijlage 5: Geostreets 2002 In opdracht van Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de volgende stadsdelen: Amsterdam-Centrum, Westerpark, Oud-West, Zeeburg, Bos en Lommer, Amsterdam-Noord, Geuzenveld/Slotermeer, Slotervaart/Overtoomse Veld, Zuidoost, Oost/Watergraafsmeer, Amsterdam Oud-Zuid, Zuideramstel Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Delflandlaan 4 Postbus AR Amsterdam Telefoon info@afwc.nl Website Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Jodenbreestraat 25 Postbus BX Amsterdam Telefoon documentatie@wonen.amsterdam.nl Website Buurtcombinaties A00 Burgwallen-Oude Zijde A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde A02 Grachtengordel-West A03 Grachtengordel-Zuid A04 Nieuwmarkt/Lastage A05 Haarlemmerbuurt A06 Jordaan A07 De Weteringschans A08 Weesperbuurt/Plantage A09 Oostelijke Eilanden/Kadijken B10 Westelijk Havengebied B11 Bedrijventerrein Sloterdijk C12 Houthavens C13 Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt C14 Staatsliedenbuurt C15 Centrale Markt C16 Frederik Hendrikbuurt D17 Da Costabuurt D18 Kinkerbuurt D19 Van Lennepbuurt D20 Helmersbuurt D21 Overtoomse Sluis D22 Vondelbuurt G31 Indische Buurt West G32 Indische Buurt Oost G33 Oostelijk Havengebied G34 IJ-eiland e.o. buurtcombinaties N64 en N73 worden in het rapport aangeduid als Landelijk Noord ) N65 Tuindorp Oostzaan N66 Oostzanerwerf N67 Kadoelen N68 Nieuwendam-Noord N69 Buikslotermeer N70 Banne Buiksloot N71 Buiksloterham N72 Nieuwendammerham N73 Waterland (de samengevoegde buurtcombinaties N64 en N73 worden in het rapport aangeduid als Landelijk Noord ) Q80 Lutkemeer/Ookmeer Q81 Osdorp-Oost Q82 Osdorp-Midden Q83 De Punt Q84 Middelveldsche Akerpolder/Sloten U27 Weesperzijde U28 Oosterparkbuurt U29 Dapperbuurt U30 Transvaalbuurt U55 Frankendael U56 Middenmeer U57 Betondorp U58 De Omval J40 De Krommert J41 Van Galenbuurt J42 Hoofdweg e.o. J43 Westindische Buurt N60 Volewijck N61 IJplein/Vogelbuurt N62 Tuindorp Nieuwendam N63 Tuindorp Buiksloot N64 Nieuwendammerdijk/ Buiksloterdijk (de samengevoegde W52 Scheldebuurt W53 IJselbuurt W54 Rijnbuurt W59 Station Zuid/WTC e.o. W90 Buitenveldert-West W91 Buitenveldert-Oost R85 Slotervaart R86 Overtoomse Veld R87 Westlandgracht R88 Sloter-/Riekerpolder T92 Amstel III/Bullewijk T93 Bijlmer Centrum (D,F,H) T94 Bijlmer Oost (E,G,K) T95 Nellestein T96 Holendrecht/Reigersbos T97 Gein T98 Driemond P75 Spieringhorn P76 Slotermeer-Noordoost P77 Slotermeer-Zuidwest P78 Geuzenveld P79 Eendracht V24 Oude Pijp V25 Nieuwe Pijp V26 Diamantbuurt V44 Hoofddorppleinbuurt V45 Schinkelbuurt V46 Willemspark V47 Museumkwartier V48 Stadionbuurt V49 Apollobuurt V50 Duivelseiland H36 Sloterdijk H37 Landlust H38 Erasmuspark H39 De Kolenkit

3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw 2015 bestaande rechten

3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw 2015 bestaande rechten A. Centrum grondwaarde grondwaarde A00 Burgwallen Oude Zijde a,b,c,d,e OGA OGA OGA OGA OGA OGA A01 Burgwallen Nieuwe Zijde a,e,h,i OGA OGA OGA OGA OGA OGA b,c,d,f,g OGA OGA OGA 4.250 1.469 1.117 A02 Grachtengordel

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2005 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2005 Leefbaarheid bevat ook de uitgaven: Stand van zaken Stadsdeelprofielen Wonen in Amsterdam 2005 Wonen in Amsterdam 2005 Deelnemers aan het onderzoek Wonen in Amsterdam 2005: Gemeente Amsterdam Dienst Wonen Gemeente

Nadere informatie

3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw, bestaande rechten

3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw, bestaande rechten 3 Marktwaarden en Grondprijzen woningbouw, A. Centrum A00 A01 A02 A03 A04 A05 A06 A07 Burgwallen Oude Zijde a,b,c,d,e G&O G&O G&O 4.350 1.504 1.145 Burgwallen Nieuwe Zijde a,e,h G&O G&O G&O G&O G&O G&O

Nadere informatie

Spanningen in Amsterdamse buurten in 2014

Spanningen in Amsterdamse buurten in 2014 1 Spanningen in Amsterdamse buurten in 2014 Fact sheet februari 201 OIS berekent jaarlijks een spanningenindex om per buurt te laten zien in hoeverre er spanningen zijn tussen bevolkingsgroepen. Deze fact

Nadere informatie

Leefbaarheidsindex Amsterdamse buurten Periode eerste vier maanden 2012

Leefbaarheidsindex Amsterdamse buurten Periode eerste vier maanden 2012 Leefbaarheidsindex Amsterdamse buurten Periode 2010 - eerste vier maanden 2012 Een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is draagt bij aan het verminderen van gevoelens van onveiligheid. Om deze reden

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid Februari 2012 Geen enkele buurt meer onvoldoende Sterkste stijging tevredenheid in Overtoomse Veld Al

Nadere informatie

Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode

Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode Fact sheet Leefbaarheids Periode 2010-2012 nummer 3 februari 2013 Deze fact sheet gaat in op de leefbaarheid van buurten in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2010 komen aan de orde, met specifieke aandacht

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2017 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2017 Leefbaarheid Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2017 Leefbaarheid Januari 2018 Amsterdammers waarderen hun buurt gemiddeld met een 7,5 Bewoners Centrum minder positief over toekomst buurt

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2015 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2015 Leefbaarheid Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2015 Leefbaarheid Januari 2016 Amsterdammers geven hun buurt gemiddeld een 7,5 Sterkste stijgers in Oost en West; drie

Nadere informatie

Criminaliteitsbeeld. Jeugdcriminaliteit en volwassenencriminaliteit in Amsterdam. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Criminaliteitsbeeld. Jeugdcriminaliteit en volwassenencriminaliteit in Amsterdam. Onderzoek, Informatie en Statistiek Criminaliteitsbeeld Jeugdcriminaliteit en volwassenencriminaliteit in Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: OOV Projectnummer: Anne Huijzer Josca Boers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode

Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode Fact sheet Leefbaarheidsindex Periode 2010-2013-1 nummer 4 juni 2013 Deze fact sheet gaat in op de leefbaarheid van buurten in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2010 komen aan de orde, met specifieke aandacht

Nadere informatie

Fact sheet. Spanningen in Amsterdamse buurten in nummer 6 juni 2012

Fact sheet. Spanningen in Amsterdamse buurten in nummer 6 juni 2012 Fact sheet nummer 6 juni 2012 Spanningen in Amsterdamse buurten in 2011 O+S heeft een spanningenindex ontwikkeld om per buurt te laten zien in hoeverre sprake is van spanningen tussen bevolkingsgroepen.

Nadere informatie

Criminaliteitsbeeld. rapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Criminaliteitsbeeld. rapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek Criminaliteitsbeeld rapportage Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: OOV Projectnummer: Anne Huijzer Josca Boers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal % Postbus ), AR Amsterdam a.huijzer@amsterdam.nl

Nadere informatie

1 Kerncijfers. Kerncijfers 19. Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren

1 Kerncijfers. Kerncijfers 19. Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren Kerncijfers 9 Kerncijfers..2.3.4.5 Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren Amsterdam in cijfers 204 20 Kerncijfers Toename bevolkingsomvang

Nadere informatie

Probleemwijken in Amsterdam

Probleemwijken in Amsterdam Probleemwijken in Amsterdam Project 7120 In opdracht van Dienst Wonen Lieselotte Bicknese Jeroen Slot Cor Hylkema Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon 020 527 9424

Nadere informatie

Criminaliteitsbeeld. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Criminaliteitsbeeld. Onderzoek, Informatie en Statistiek Criminaliteitsbeeld In opdracht van: OOV Projectnummer: Anne Huijzer Josca Boers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal Postbus, AR Amsterdam a.huijzer@amsterdam.nl Telefoon www.ois.amsterdam.nl Amsterdam,

Nadere informatie

Fact sheet. Spanningen in Amsterdamse buurten in nummer 3 mei 2014

Fact sheet. Spanningen in Amsterdamse buurten in nummer 3 mei 2014 Fact sheet nummer 3 mei 214 Spanningen in Amsterdamse buurten in 213 O+S heeft een index ontwikkeld om per buurt te laten zien in hoeverre sprake is van tussen bevolkingsgroepen. Deze fact sheet presenteert

Nadere informatie

1 Kerncijfers. Kerncijfers 15. Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren

1 Kerncijfers. Kerncijfers 15. Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren Kerncijfers 5 Kerncijfers..2.3.4.5 Kerncijfers Amsterdam Kerncijfers stadsdelen Kerncijfers buurtcombinaties Kerncijfers ouderen Kerncijfers jongeren Amsterdam in cijfers 200 6 Kerncijfers Toename bevolkingsomvang

Nadere informatie

WOZ-waarde woningen weer verder gedaald

WOZ-waarde woningen weer verder gedaald WOZ-waarde woningen weer verder gedaald Na september 2008 zijn onder invloed van de kredietcrisis de koopprijzen van woningen gedaald en daarmee ook de WOZ-waarde, want die is gebaseerd op marktontwikkelingen.

Nadere informatie

WOZ WAARDE WONINGEN IN AMSTERDAM GESTEGEN

WOZ WAARDE WONINGEN IN AMSTERDAM GESTEGEN WOZ WAARDE WONINGEN IN AMSTERDAM GESTEGEN Nieuwsbericht Onderzoek, Informatie en Statistiek, 24 maart 2015 Na september zijn onder invloed van de kredietcrisis de koopprijzen van woningen gedaald en daarmee

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2009

Stadsdelen in cijfers 2009 Stadsdelen in cijfers 2009 Stadsdelen in cijfers 2009 2 Colofon Verkrijgbaar bij Stadsdrukkerij Amsterdam N.V., Voormalige Stadstimmertuin 4-6, telefoon 020 551 1811 Samenstelling Dienst Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2012

Stadsdelen in cijfers 2012 Stadsdelen in cijfers 2012 Bezoekadres Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0333 Fax 020 251 0444 www.os.amsterdam.nl Stadsdelen in cijfers 2012 Postbus 658 1000 AR Amsterdam Stadsdelen in cijfers

Nadere informatie

DEFINITIEVE UITSLAG VERKIEZINGEN 2002 TWEEDE KAMER REFERENDUM GVB

DEFINITIEVE UITSLAG VERKIEZINGEN 2002 TWEEDE KAMER REFERENDUM GVB DEFINITIEVE UITSLAG VERKIEZINGEN 2002 TWEEDE KAMER REFERENDUM GVB in samenwerking met Bureau Verkiezingen Register Amsterdam INHOUD blz. VERKIEZINGEN TWEEDE KAMER 2002 LPF grote winnaar, ook in Amsterdam

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2014

Stadsdelen in cijfers 2014 Stadsdelen in cijfers 2014 2 Colofon Verkrijgbaar bij Bureau Onderzoek en Statistiek, telefoon 020 251 0333 Samenstelling Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S) Oudezijds Voorburgwal 300 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

Amsterdamse index veiligheidsbeleving

Amsterdamse index veiligheidsbeleving Een voorstel op basis van cijfers uit 2002 Amsterdam, 3 juli 2003 Sander Flight Met medewerking van: Bram van Dijk Onderzoek en Statistiek (0 + S) Amsterdam Inhoudsopgave Inleiding. Achtergrond.2 Herhaalde

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2011 Leefbaarheid Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Colofon Uitgave Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Amsterdam Datum Juli 2013 Auteurs San Yin Kan, Jan Düker en Kees Dignum Begeleidingsgroep

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 6 november 2012 Deze fact sheet gaat in op jeugdcriminaliteit en risicofactoren in buurten en stadsdelen in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2007 komen

Nadere informatie

Amsterdamse jongeren 'buiten beeld. jongeren die geen onderwijs volgen en niet werken nader bekeken. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Amsterdamse jongeren 'buiten beeld. jongeren die geen onderwijs volgen en niet werken nader bekeken. Onderzoek, Informatie en Statistiek Amsterdamse jongeren 'buiten beeld jongeren die geen onderwijs volgen en niet werken nader bekeken In opdracht van: WPI/OJZ/ stadsdelen West en Nieuw-West Projectnummer:./ Jong, Idske de Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2009

Stadsdelen in cijfers 2009 Stadsdelen in cijfers 2009 Westpoort Noord West Centrum Nieuw-West Oost Zuid Vo st lge ad n 1 sd s in m el d ei en el 20 p ing 10 er Zuidoost Stadsdelen in cijfers 2009 Westpoort Noord West Centrum Nieuw-West

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2010

Stadsdelen in cijfers 2010 Stadsdelen in cijfers 2010 Stadsdelen in cijfers 2010 2 Colofon Verkrijgbaar bij Dienst Onderzoek en Statistiek, telefoon 020 251 0333 Samenstelling Dienst Onderzoek en Statistiek (O+S) Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 5 juni 2012 Deze fact sheet gaat in op jeugdcriminaliteit en risicofactoren in buurten en stadsdelen in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2007 komen

Nadere informatie

Bijlagen Amsterdamse Thermometer van de Openbare Ruimte 2019

Bijlagen Amsterdamse Thermometer van de Openbare Ruimte 2019 Bijlagen Amsterdamse Thermometer van de Openbare Ruimte 2019 De gemeente Amsterdam is op meerdere manieren ingedeeld. We maken hierbij onderscheid tussen 7 stadsdelen, 22 gebieden en 97 wijken. De namen

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 3 november 2011 Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Deze fact sheet bespreekt de actuele stand van zaken van de jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Nadere informatie

VERKIEZINGEN 2002 GEMEENTERAAD

VERKIEZINGEN 2002 GEMEENTERAAD VERKIEZINGEN 2002 GEMEENTERAAD in samenwerking met Bureau Verkiezingen Register Amsterdam VERKIEZINGEN GEMEENTERAAD 2002 INHOUD blz. Uitslag gemeenteraadsverkiezing Amsterdam 3 Grafiek Winst en verlies

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers

Stadsdelen in cijfers Stadsdelen in cijfers Stadsdelen in cijfers 2 COLOFON Verkrijgbaar bij Stadsboekwinkel Gemeentearchief, Amsteldijk 67, telefoon 020 572 0229 Stadsdrukkerij Amsterdam NV, Voormalige Stadstimmertuin 4-6,

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2013 Leefbaarheid

Wonen in Amsterdam 2013 Leefbaarheid Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Wonen in Amsterdam 2013 Leefbaarheid December 2013 Tevredenheid over de buurt neemt toe in Noord en Zuidoost Bosleeuw laat sterkste stijging

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Nummer 11 I februari 2015 OIS berekent jaarlijks twee afzonderlijke indices om te laten zien hoe het in Amsterdam gaat met de jeugdcriminaliteit en de risicofactoren

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2015

Stadsdelen in cijfers 2015 Stadsdelen in cijfers 2015 Onderzoek, Informatie en Statistiek 2 Woord vooraf De publicatie Stadsdelen in cijfers biedt statistische basisgegevens op het niveau van de zeven stadsdelen, Westpoort en hun

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 1 april 2011 Deze fact sheet geeft inzicht in de actuele stand van zaken betreffende jeugdcriminaliteit en risicofactoren in Amsterdam door middel

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Stedelijke erfpacht Nelisse, P.C.J. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Stedelijke erfpacht Nelisse, P.C.J. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Stedelijke erfpacht Nelisse, P.C.J. Link to publication Citation for published version (APA): Nelisse, P. C. J. (2008). Stedelijke erfpacht Doetinchem: Reed Business

Nadere informatie

Stadsdelen in cijfers 2013

Stadsdelen in cijfers 2013 Stadsdelen in cijfers 2013 2 Colofon Verkrijgbaar bij Bureau Onderzoek en Statistiek, telefoon 020 251 0333 Samenstelling Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S) Oudezijds Voorburgwal 300 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

Tegengaan van segregatie in het basisonderwijs

Tegengaan van segregatie in het basisonderwijs Tegengaan van segregatie in het basisonderwijs Mogelijkheden en beperkingen van het instellen van voedingsgebieden Project 7206 In opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling drs. Jolijn Broekhuizen

Nadere informatie

Een veilig Amsterdam. Samen zorgen we ervoor. Veiligheidsindex Amsterdam

Een veilig Amsterdam. Samen zorgen we ervoor. Veiligheidsindex Amsterdam Een veilig Amsterdam. Samen zorgen we ervoor. Veiligheidsindex Amsterdam 2003-2005 Veiligheidsindex Amsterdam 2003-2005 Een beleids- en meetinstrument van de driehoek Amsterdam-Amstelland. De Veiligheidsindex

Nadere informatie

Verkiezingen 2014 Bestuurscommissies

Verkiezingen 2014 Bestuurscommissies Verkiezingen 2014 Bestuurscommissies Definitieve uitslag In samenwerking met Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen Projectnummer: 14059 Cor Hylkema Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300

Nadere informatie

[Geef tekst op] Kenmerken van groepen jongeren die niet in beeld zijn bij de gemeente Amsterdam. Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Kenmerken van groepen jongeren die niet in beeld zijn bij de gemeente Amsterdam. Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] Niet in beeld Kenmerken van groepen jongeren die niet in beeld zijn bij de gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek Niet in beeld In opdracht

Nadere informatie

Kwetsbare bewoners in de stadsdelen. Analyse kwetsbaarheidsscore (2016)

Kwetsbare bewoners in de stadsdelen. Analyse kwetsbaarheidsscore (2016) Kwetsbare bewoners in de stadsdelen Analyse kwetsbaarheidsscore (2016) Roland Oude Ophuis (Nieuw-West) en Ingrid van Zelm (Noord), juni 2019 Inhoudsopgave Toelichting op de kwetsbaarheidsscore 3 Samenvatting

Nadere informatie

Amsterdamse studentenwoningen in het nieuwe WWS

Amsterdamse studentenwoningen in het nieuwe WWS NOTITIE RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Amsterdamse studentenwoningen in het nieuwe WWS De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam. Stadsdeelprofielen. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Stadsdelen Amsterdamse Woningcorporaties

Wonen in Amsterdam. Stadsdeelprofielen. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Stadsdelen Amsterdamse Woningcorporaties 2011 Wonen in Amsterdam Stadsdeelprofielen Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Stadsdelen Amsterdamse Woningcorporaties Colofon Uitgave Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Datum Augustus 2012 Auteurs Kees Dignum

Nadere informatie

Bewonersonderzoek Dienstverlening weer verbeterd

Bewonersonderzoek Dienstverlening weer verbeterd Bewonersonderzoek 2018 Dienstverlening weer verbeterd Onderwerpen Methode en respons Resultaten: Woning, buurt en overlast Bewonersonderzoek 2018 Sociale contacten en betrokkenheid Verhuizen Dienstverlening

Nadere informatie

A MSTERDAM C IJFERS. tel. (020) fax (020) Internet:

A MSTERDAM C IJFERS. tel. (020) fax (020) Internet: 1 Weesperstraat 79 Postbus 658 tel. (020) 527 9 527 fax (020) 527 9 595 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam E-mail: algemeen@onstat.amsterdam.nl Internet: www.onstat.amsterdam.nl A B C D G H J N P Q R

Nadere informatie

Openbare ruimte en groen

Openbare ruimte en groen Ruimtegebruik 245 Openbare ruimte en groen..2 Ruimtegebruik Woonomgeving Amsterdam in cijfers 203 246 Openbare ruimte en groen Stad wordt steeds drukker Amsterdam heeft een oppervlakte van 2.933 hectare.

Nadere informatie

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 10 maart 2014 Deze fact sheet gaat in op jeugdcriminaliteit en risicofactoren in buurten en stadsdelen in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2007 komen

Nadere informatie

Geraadpleegde literatuur

Geraadpleegde literatuur 141 Geraadpleegde literatuur Babeliowsky, M & den Boer, R., Babeliowsky Onderwijsonderzoek. Voortgezet Onderwijs in beeld; resultaten in het Amsterdamse voortgezet onderwijs 1997/98 2002/03. Almere, augustus

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

De staat van de aandachtswijken

De staat van de aandachtswijken De staat van de aandachtswijken Amsterdam Project 7181 In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en Dienst Wonen Lieselotte Bicknese Jeroen Slot Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding Landelijk beeld: afname Steeds minder mensen in Nederland doen een beroep op de bijstand. Het aantal bijstandsontvangers van 15-64 jaar nam tussen en af van 489.170 tot 334.990, een afname van 31,5%. De

Nadere informatie

Verkiezingen 2006 Gemeenteraad Amsterdam

Verkiezingen 2006 Gemeenteraad Amsterdam Verkiezingen 2006 Gemeenteraad Amsterdam Definitieve uitslag Project: 6041 In samenwerking met: Dienst Persoonsgegevens/Bureau Verkiezingen Sdu Uitgevers Samenstelling publicatie: Cor Hylkema Wim van Zee

Nadere informatie

Evaluatie nota Grootschalige detailhandel in balans

Evaluatie nota Grootschalige detailhandel in balans Evaluatie nota Grootschalige detailhandel in balans 2006-2010 Projectnummer: 10241 In opdracht van: Economische Zaken Drs. P van Hinte Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam

Nadere informatie

De precieze cijfers voor het aantal misdrijven diefstal/inbraak woning voor de gemeente Amsterdam zijn als volgt: 2008 2009 2010 2011 2012 Verschil

De precieze cijfers voor het aantal misdrijven diefstal/inbraak woning voor de gemeente Amsterdam zijn als volgt: 2008 2009 2010 2011 2012 Verschil Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Schriftelijke vragen R Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 521 Publicatiedatum 26 juni 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen

Nadere informatie

Bewonersonderzoek 2017

Bewonersonderzoek 2017 Bewonersonderzoek 2017 Onderwerpen Methode en respons Woning, buurt en overlast Bewonersonderzoek 2017 Verwachte ontwikkeling van de buurt SCHOON : Wat is het belangrijkst? Verhuizen Bewonersonderzoek

Nadere informatie

Openbare ruimte en groen

Openbare ruimte en groen Ruimtegebruik 259 Openbare ruimte en groen. Ruimtegebruik.2 Woonomgeving Amsterdam in cijfers 200 260 Openbare ruimte en groen Woningdichtheid per hectare bebouwd terrein, 200 veel meer dan gemiddeld (>

Nadere informatie

Verkiezingen 2009 Europees Parlement

Verkiezingen 2009 Europees Parlement Verkiezingen 2009 Europees Parlement Definitieve uitslag Amsterdam Project: 9140 In samenwerking met: Dienst Persoons- en Geo-informatie Samenstelling publicatie: Cor Hylkema Jeroen Slot Wim van Zee Oudezijds

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie In dit hoofdstuk komen de interesse en participatie van Amsterdammers in de politiek aan bod. 2014 was in dat opzicht een boeiend jaar, met drie verkiezingen en belangrijke verschuivingen

Nadere informatie

WOZ-waarde woningen flink gestegen

WOZ-waarde woningen flink gestegen WOZ-waarde woningen flink gestegen Veel mensen krijgen een dezer dagen de aanslag voor de onroerendgoedbelasting in de brievenbus, eigenaren van woningen krijgen ook een waardebeschikking. De aanslag is

Nadere informatie

Gebiedsanalyse Overkoepelende analyse. Projectnummer: H. Booi J. Slot. L. Bicknese

Gebiedsanalyse Overkoepelende analyse. Projectnummer: H. Booi J. Slot. L. Bicknese Gebiedsanalyse 2015 Overkoepelende analyse veel hoger dan gemiddeld hoger dan gemiddeld rond het gemiddelde lager dan gemiddeld veel lager dan gemiddeld buiten beschouwing veel hoger dan gemiddeld hoger

Nadere informatie

Bijdrage van woningcorporaties aan leefbare buurten in Amsterdam

Bijdrage van woningcorporaties aan leefbare buurten in Amsterdam Pagina 1 / 6 Bijdrage van woningcorporaties aan leefbare buurten in Amsterdam Veel gehoord en gelezen is dat inzet op leefbaarheid geen verantwoordelijkheid en kerntaak meer is van woningcorporaties. Handen

Nadere informatie

Veerkracht in het Amsterdamse Corporatiebezit Welkom!

Veerkracht in het Amsterdamse Corporatiebezit Welkom! Veerkracht in het Amsterdamse Corporatiebezit Welkom! Programma 14:00 Welkom door Jeroen van der Veer, AFWC 14:10 Kees Leidelmeijer (RIGO) en Jeroen Frissen over het onderzoek Veerkracht van het corporatiebezit

Nadere informatie

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren Nummer 2 I maart 2013 O+S heeft twee afzonderlijke indexen ontwikkeld om te laten zien hoe het gaat met de volwassenencriminaliteit en risicofactoren

Nadere informatie

Samenvatting onderzoeksresultaten

Samenvatting onderzoeksresultaten SAMENVATTING ONDERZOEKSRESULTATEN 9 2 Samenvatting onderzoeksresultaten 2.1 Inleiding In 2007 hebben de gemeente Tilburg en de woningcorporaties Tiwos Tilburgse Woonstichting, WonenBreburg, t Heem (voorheen

Nadere informatie

Wonen in Amsterdam 2013 Stadsdeelprofielen

Wonen in Amsterdam 2013 Stadsdeelprofielen Stadsdeelprofielen Gemeente Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Colofon Uitgave Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Amsterdam Datum Juni 2014 Auteurs Kees Dignum en Hester Booi Grafische

Nadere informatie

Beoordeling schoonheid in Oud-West

Beoordeling schoonheid in Oud-West Beoordeling schoonheid in Oud-West Van 12 tot en met 18 februari 2009 kon u vragen beantwoorden over hoe schoon Oud- West en in het bijzonder uw buurt vindt. Net als bij de metingen in 2007 en 2008 kreeg

Nadere informatie

Het Eigen Haard Wijkselectie & Analyse model. Pieter Masmeijer Hoofd klant, markt & wijken

Het Eigen Haard Wijkselectie & Analyse model. Pieter Masmeijer Hoofd klant, markt & wijken Het Eigen Haard Wijkselectie & Analyse model Pieter Masmeijer Hoofd klant, markt & wijken Welke kansen liggen er voor corporaties op het gebied van informatieverzameling en kennismanagement, nu kostenefficiënt

Nadere informatie

Leefbaarheidsmonitor 1999 Amsterdam

Leefbaarheidsmonitor 1999 Amsterdam Leefbaarheidsmonitor 1999 Amsterdam Amsterdam, maart 2000 Hette Tulner Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Leefbaarheidsonderzoek Amsterdam 2.1 Woonsituatie 2.2 Voorzieningenniveau 2.3 Fysieke kwaliteit woonomgeving

Nadere informatie

Definitieve uitslag Amsterdam. Project: 12213 Verkiezingen Tweede Kamer 2012 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen

Definitieve uitslag Amsterdam. Project: 12213 Verkiezingen Tweede Kamer 2012 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen Verkiezingen 2012 Tweede Kamer Definitieve uitslag Amsterdam Project: 12213 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen Samenstelling publicatie: Jeroen Slot Cor Hylkema Chris Beijer

Nadere informatie

Verkiezingen 2010 Tweede Kamer

Verkiezingen 2010 Tweede Kamer Verkiezingen 2010 Tweede Kamer Definitieve uitslag Amsterdam Project: 10057 In samenwerking met: Dienst Persoons- en Geo-informatie/Bureau Verkiezingen Samenstelling publicatie: Jeroen Slot Chris Beijer

Nadere informatie

Verkiezingen 2010 Gemeenteraad Amsterdam

Verkiezingen 2010 Gemeenteraad Amsterdam Verkiezingen 2010 Gemeenteraad Amsterdam Definitieve uitslag Project: 10057 In samenwerking met: Dienst Persoons- en Geo-informatie/Bureau Verkiezingen Samenstelling publicatie: Cor Hylkema Wim van Zee

Nadere informatie

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Amsterdam. (on)betaalbaar. amsterdam woon

Amsterdam. (on)betaalbaar. amsterdam woon Amsterdam (on)betaalbaar woon amsterdam 2 16 Amsterdam woon amsterdam 216 (on)betaalbaar Makelaarsvereniging Amsterdam Amsterdamse Federatie van Woning corporaties Gemeente Amsterdam Amsterdam (on)betaalbaar

Nadere informatie

Criminogeniteitsbeeld Amsterdam 2008

Criminogeniteitsbeeld Amsterdam 2008 Criminogeniteitsbeeld Amsterdam 28 prof. dr. J.C.J. Boutellier mr. drs. R.D. Scholte drs. M. Heijnen Vrije Universiteit Amsterdam Dynamics of Governance, Veiligheid & Burgerschap Gemeente Amsterdam, Dienst

Nadere informatie

Verkiezingen 2007 Provinciale Staten

Verkiezingen 2007 Provinciale Staten Verkiezingen 2007 Provinciale Staten Definitieve uitslag Amsterdam Project: 7041 In samenwerking met: Dienst Persoonsgegevens Samenstelling publicatie: Jeroen Slot Cor Hylkema Wim van Zee Weesperstraat

Nadere informatie

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt Inlogcode/ buurtnummer Enquête leefbaarheid in uw buurt Bij het onderzoeken van de leefbaarheid van de buurt, is het waardevol om te weten of er verschillen bestaan in beoordeling van de leefbaarheid naar

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren nummer 1 juni 2012 Categorieën/doelgroepen First offender: een persoon van 18 jaar of ouder die voor het eerst in aanraking is gekomen met Justitie.

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Waardering van opstallen op in erfpacht uitgegeven grond 26 mei 2015

Waardering van opstallen op in erfpacht uitgegeven grond 26 mei 2015 Waardering van opstallen op in erfpacht uitgegeven grond 26 mei 2015 Prof. dr. Marc Francke Bram Broekmeulen 2 Waardering opstallen op in erfpacht uitgegeven grond Prof.dr. Marc Francke 1,2 en Bram Broekmeulen

Nadere informatie

B&W-besluit 9 juni Wijziging statistische buurtindeling van Amsterdam per 1 januari Burgemeester en wethouders van Amsterdam

B&W-besluit 9 juni Wijziging statistische buurtindeling van Amsterdam per 1 januari Burgemeester en wethouders van Amsterdam B&W Gemeenteblad B&W-besluit 9 juni 2015 B&W Jaar 2015 Afdeling 3B Nummer 134 Publicatiedatum 23 juni 2015 Onderwerp Wijziging statistische buurtindeling van Amsterdam per 1 januari 2015 Burgemeester en

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder

Nadere informatie

Woningtoewijzing kwetsbare groepen in wijken Onderzoek, Informatie en Statistiek

Woningtoewijzing kwetsbare groepen in wijken Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Woningtoewijzing kwetsbare groepen in wijken Onderzoek, Informatie en Statistiek 2 In opdracht van: afd. Wonen en stadsdelen Projectnummer: 17267 Hester Booi Daan Schmitz Kirsten Simhoffer

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Leefbaarheid in Hoorn

Leefbaarheid in Hoorn Leefbaarheid in Hoorn Lemon meting 2008 5e meting In opdracht van Gemeente Hoorn en Intermaris Hoeksteen Nynke den Herder Annika Janse Januari 2009 Rapportnummer: 99850 RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade

Nadere informatie

AFSTUDEERONDERZOEK 3 NOVEMBER 2009 DE DOORVERKOOP EN PRIJSONTWIKKELING VAN SOCIALE HUURWONINGEN NA DE VERKOOP DOOR DE AMSTERDAMSE WONINGCORPORATIES

AFSTUDEERONDERZOEK 3 NOVEMBER 2009 DE DOORVERKOOP EN PRIJSONTWIKKELING VAN SOCIALE HUURWONINGEN NA DE VERKOOP DOOR DE AMSTERDAMSE WONINGCORPORATIES AFSTUDEERONDERZOEK 3 NOVEMBER 2009 DE DOORVERKOOP EN PRIJSONTWIKKELING VAN SOCIALE HUURWONINGEN NA DE VERKOOP DOOR DE AMSTERDAMSE WONINGCORPORATIES DANIELLE BREURE OPLEIDING HOOFDMENTOR TWEEDE MENTOR GECOMMITTEERDE

Nadere informatie

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt Enquête leefbaarheid in uw buurt Buurtnummer: Met deze enquête stellen wij u een aantal vragen over de leefbaarheid in uw buurt. U kunt steeds een rapportcijfer geven van 1 (zeer negatief) tot 10 (zeer

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt Enquête leefbaarheid in uw buurt Buurtnr: Met deze vragenlijst stellen wij u een aantal vragen over de leefbaarheid in uw buurt. U kunt steeds een rapportcijfer geven. Daarbij geldt: een hoger cijfer (10)

Nadere informatie