Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

Transcriptie

1 Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren nummer 5 juni 2012 Deze fact sheet gaat in op jeugdcriminaliteit en risicofactoren in buurten en stadsdelen in Amsterdam. Ontwikkelingen vanaf 2007 komen aan de orde, met specifieke aandacht voor de verandering tussen 2011 en het eerste kwartaal van De jeugdcriminaliteit- en de risicofactorenindex zijn tussen 2007 en het eerste kwartaal van 2012 gedaald. Ook tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 is de jeugdcriminaliteit nog afgenomen. Alleen in stadsdeel Centrum was er in deze periode geen afname van jeugdcriminaliteit. De risicofactorenindex is tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 ook afgenomen. In de stadsdelen Zuid en Noord bleef de index in deze periode wel stabiel. De jeugdcriminaliteit- en risicofactorenindex zijn in het eerste kwartaal van 2012 het hoogst in stadsdeel Zuidoost. Figuur 1 Jeugdcriminaliteitindex per buurt, eerste kwartaal 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren) Hoe groter de pijl, des te groter de daling/ stijging tussen 2011 en het eerste kwartaal In buurten die geen kleur hebben, wonen te weinig mensen om de index te kunnen bepalen. & top 10 dalers top 10 stijgers veel jeugdcriminaliteit redelijk veel jeugdcriminaliteit redelijk weinig jeugdcriminaliteit weinig jeugdcriminaliteit

2 Toelichting jeugdcriminaliteit- en risicofactorenindex 2 O+S heeft twee afzonderlijke indexen ontwikkeld om elke vier maanden te laten zien hoe het gaat met de jeugdcriminaliteit en risicofactoren in Amsterdam. 1 De jeugdcriminaliteitindex geeft het aandeel unieke verdachte jarige jongeren per buurt 2 weer, op basis van de woonplaats van de jongeren. Per buurt is het aandeel jeugdige verdachten geïndexeerd op het gemiddelde aandeel verdachten in 2007: de index is dus voor 2007 op 100 gezet. De meest actuele jeugdcriminaliteitgegevens in deze fact sheet gaan over de periode mei 2011-april 2012, het eerste kwartaal van Tot en met november 2009 zijn de gegevens over verdachte jongeren afkomstig uit Xpol, vanaf december 2009 komen de gegevens uit Basisvoorziening Handhaving (BVH). De risicofactorenindex geeft aan in hoeverre in buurten risicofactoren aanwezig zijn die de kans op jeugdcriminaliteit verhogen. Deze index is gebaseerd op de meest actueel beschikbare gegevens van negen factoren (zie tabel 2). 3 Ook deze index heeft 2007 als basisjaar. Tabel 2 Factoren die deel uit maken van de risicofactorenindex 4 Aandeel jarigen Aandeel niet-werkende werkzoekenden Aandeel voortijdig schoolverlaters Aandeel jarigen Aandeel jongeren in een minimahuishouden Aandeel jongeren in Jeugdzorg Cito-score a Aandeel jongeren in een eenoudergezin Aandeel relatief verzuim VO b a) Gecorrigeerd voor niet-deelname vanwege een advies voor LWOO (leerweg ondersteunend onderwijs) of PrO (praktijk onderwijs). b) Gecorrigeerd voor het niet geregistreerde verzuim. De indexcijfers worden per buurt gepresenteerd met de toevoeging van de kleuren rood, oranje, licht groen en donkergroen. Deze kleuren laten zien hoe de jeugdcriminaliteit of de risicofactoren in de buurt zich verhouden tot het gemiddelde in Amsterdam. Buurten met veel jeugdcriminaliteit/ risicofactoren hebben een rode kleur, buurten met juist weinig jeugdcriminaliteit/risicofactoren een donker groene kleur. Buurten die meer een middenpositie innemen, krijgen ofwel een oranje kleur toegekend (redelijk veel) ofwel een licht groene kleur (redelijk weinig). 5 Figuur 3 Risicofactorenindex per buurt, mei 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren) Hoe groter de pijl, des te groter de daling/ stijging tussen 2011 en het eerste kwartaal In buurten die geen kleur hebben, wonen te weinig mensen om de index te kunnen bepalen. top 10 dalers top 10 stijgers veel risicofactoren redelijk veel risicofactoren redelijk weinig risicofactoren weinig risicofactoren

3 Stand van zaken en ontwikkeling jeugdcriminaliteit Afname jeugdcriminaliteit, vooral in Zuidoost Tussen 2007 en april 2012 is de jeugdcriminaliteit in Amsterdam afgenomen: de jeugdcriminaliteitindex is gedaald van 100 naar 78 punten (tabel 4). In 2007 was 6,2% van de jongeren verdacht van een delict, in het eerste kwartaal van ,8% (tabel 6). Vooral het aandeel verdachten van 12 t/m 17 jaar laat een daling zien, namelijk van 7,8 naar 5,2%. Het aandeel jarige verdachten is iets minder sterk afgenomen tussen 2007 en 2011: 5,4% naar 4,7%. De jeugdcriminaliteitindex is het hoogste in stadsdeel Zuidoost (99). Van alle jongeren in Zuidoost werd in het eerste kwartaal van ,1% verdacht van het plegen van criminaliteit. In de stadsdelen Centrum en Zuid is de jeugdcriminaliteitindex juist relatief laag (50 en 54). In deze stadsdelen werd respectievelijk 3,1 en 3,4% van de jongeren verdacht van crimineel gedrag. 3 Tabel 4 Jeugdcriminaliteitindex per stadsdeel, 2007-eerste kwartaal 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren) stadsdeel a Centrum A West E Nieuw-West F Zuid K Oost M Noord N Zuidoost T Amsterdam totaal Mei 2011-april Standaarddeviatie = 22,1 bron: Xpol/BVH Tabel 5 geeft weer in welke tien Amsterdamse buurten de jeugdcriminaliteitindex het hoogste is. De Indische Buurt Oost, gelegen in stadsdeel Oost, neemt de eerste plaats in met een index van 128 (7,3% verdachte jongeren). De index van deze buurt is wel sterk afgenomen sinds 2011: 140 naar 128 punten. In vergelijking tot 2011 zijn de Van Lennepbuurt, Banne/Buiksloterham en de Dapperbuurt nieuw in de top tien. De index van de Van Lennepbuurt is tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 toegenomen van 102 naar 118 (5,8 naar 6,7% verdachten). In 2010 waren er in deze buurt nog 69 verdachte jongeren, in 2011 is dat afgenomen naar 52, om vervolgens in het eerste kwartaal van 2012 weer toe te nemen tot 60. Tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 zijn de Bijlmer Centrum en Bijlmer Oost en De Punt uit de top tien gegaan. Vooral de indexen van Bijlmer Centrum en Bijlmer Oost zijn in deze periode sterk gedaald, namelijk met 18 en 19 punten. In 2011 was nog 7,6 en 7,0% van de jongeren uit deze buurten verdacht van een delict, in het eerste kwartaal van 2012 betreft dit in beide buurten 6,5%. Tabel 5 Top tien buurten met hoogste score op jeugdcriminaliteitindex, eerste kwartaal 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren) buurt index buurt index 1 Indische Buurt Oost M Osdorp-Midden F Stadionbuurt K IJ-eiland e.o. M34/35/ Indische Buurt West M Banne/Buiksloterham N70/ Overtoomse Veld F Dapperbuurt M Van Lennepbuurt E Volewijck N Gemiddeld worden jarigen vaker verdacht van jeugdcriminaliteit dan jarigen (5,2 versus 4,7%; tabel 6). Het aandeel verdachte jarigen is in het eerste kwartaal van 2012 het hoogste in Zuidoost en Oost (6,7 en 6,1%), het aandeel verdachte jarigen in Zuidoost en Nieuw-West (5,8 en 5,9%). Tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 is de jeugdcriminaliteit in alle stadsdelen, behalve stadsdeel Centrum, afgenomen. In Oost is de jeugdcriminaliteit van jarigen het sterkst afgenomen in deze periode, namelijk van 7,1 naar 6,1%. Bij de jarigen is de afname het sterkst in stadsdeel Zuidoost: 6,4 naar 5,8%.

4 Tabel 6 Jongeren verdacht van jeugdcriminaliteit per stadsdeel en leeftijdcategorie, 2007-eerste kwartaal 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren; procenten) totaal 4 stadsdeel a a a Centrum A 6,7 6,3 5,5 3,7 3,6 3,2 3,5 3,4 3,5 3,2 2,9 3,1 4,2 4,0 3,9 3,3 3,0 3,1 West E 8,7 8,3 7,2 7,6 5,6 5,4 4,5 4,8 5,1 4,2 4,7 4,5 5,7 5,7 5,6 5,2 4,9 4,7 Nieuw-West F 7,7 7,2 6,7 5,6 5,2 4,7 6,8 6,4 7,0 6,6 6,3 5,9 7,2 6,8 6,8 6,1 5,8 5,4 Zuid K 5,5 5,1 5,3 4,3 3,5 3,4 3,9 4,2 4,3 3,5 3,6 3,3 4,3 4,4 4,6 3,7 3,6 3,4 Oost M 8,8 7,5 7,5 7,2 7,1 6,1 5,3 5,2 5,0 4,8 4,9 4,7 6,5 6,0 5,8 5,6 5,5 5,1 Noord N 8,0 7,5 6,4 6,7 6,4 6,0 6,3 6,3 6,3 6,2 5,9 5,7 7,0 6,8 6,3 6,6 6,0 5,8 Zuidoost T 7,9 7,3 8,7 7,7 6,6 6,7 7,6 7,6 7,4 7,5 6,4 5,8 7,7 7,4 7,8 7,8 6,4 6,1 Amsterdam totaal 7,8 7,2 6,9 6,3 5,6 5,2 5,4 5,4 5,5 5,1 5,0 4,7 6,2 6,0 5,9 5,5 5,1 4,8 a Mei 2011-april 2012 Tabel 7 Top tien buurten met sterkste absolute daling jeugdcriminaliteitindex tussen 2011 en eerste kwartaal 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren) 1 De Punt F Diamantbuurt K Eendracht F Volewijck N De Kolenkit E Bijlmer Centrum (D,F,H) T Staatsliedenbuurt E Transvaalbuurt M Westindische Buurt E Osdorp-Oost F a Mei 2011-april Standaarddeviatie = 41,7 Tabel 7 laat zien in welke tien buurten de jeugdcriminaliteit het sterkste is afgenomen tussen 2011 en het eerste kwartaal van De sterkste afname van de index heeft plaatsgevonden in De Punt (van 129 naar 100): in 2011 werd 7,3% van de jongeren verdacht van een delict, in het eerste kwartaal van ,7%. De afname van de jeugdcriminaliteitindex is ook sterk in de Diamantbuurt (103 naar 81) en in de buurt Eendracht (58 naar 37). In veel buurten en stadsdelen is de jeugdcriminaliteit afgenomen tussen 2011 en het eerste kwartaal van Er zijn echter ook enkele buurten die in deze periode een toename van jeugdcriminaliteit hebben meegemaakt. Tabel 8 geeft weer in welke tien buurten de jeugdcriminaliteit tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 het sterkst is toegenomen. De sterkste toename vond plaats in de Da Costabuurt, waar de index tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 is gestegen van 48 tot 66 punten. Belangrijk om op te merken, is dat een sterke stijging van de index in een buurt soms veroorzaakt wordt door een relatief kleine absolute stijging van verdachten. Zo werden er in De Dacostabuurt in het eerste kwartaal van jongeren van criminaliteit verdacht, terwijl er in verdachten waren (een toename van 6 verdachten). En in Driemond waren er in het eerste kwartaal 2012 vier verdachten, terwijl dit er in 2011 twee waren. Eén buurt waar de jeugdcriminaliteit recent sterk gestegen is, staat ook in de top tien buurten met de hoogste jeugdcriminaliteitindex: de Van Lennepbuurt (zie tabel 5).

5 Tabel 8 Top tien buurten met sterkste absolute stijging jeugdcriminaliteitindex tussen 2011 en eerste kwartaal 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren) 1 Da Costabuurt E Grachtengordel-West A Driemond T Van Lennepbuurt E Oostelijke Eilanden/Kadijken A Hoofdweg e.o. E Schinkelbuurt K Tuindorp Nieuwendam/Buiksloot N62/N Holendrecht/Reigersbos/ Amstel III/Bullewijk T92/T Westlandgracht F a Mei 2011-april 2012 Standaarddeviatie = 41,7 Stand van zaken en ontwikkeling risicofactoren Meeste risicofactoren in stadsdeel Zuidoost Stadsdeel Zuidoost scoort in 2012 het hoogste op de risicofactorenindex, namelijk 113 (tabel 9). Dit was in 2011 ook het geval. In Centrum en Zuid is het risico op jeugdcriminaliteit lager dan gemiddeld: de risicofactorenindex ligt voor deze stadsdelen op 77 en 80. Tabel 9 Risicofactorenindex per stadsdeel, 2007-mei 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren) stadsdeel a Centrum A West E Nieuw-West F Zuid K Oost M Noord N Zuidoost T Amsterdam totaal a Mei Standaarddeviatie = 19,0. De risicofactorenindexen van zijn iets gewijzigd vanwege een nieuwe registratiemethode van voortijdig schoolverlaters, één van de factoren in de risicofactorenindex. De risicofactorenindex is het hoogste in Nieuwendam-Noord (tabel 10). Naast deze buurt staan nog drie buurten uit stadsdeel Noord in de top tien. In vergelijking tot 2011 is er één nieuwe buurt in de top tien gekomen in het eerste kwartaal van 2012, namelijk Banne/Buiksloterham (stadsdeel Noord). De Kolenkit (West) is uit de top tien gegaan. Vier buurten met een hoge risicofactorenindex bevinden zich ook in de top tien van buurten met de meeste jeugdcriminaliteit. Er is dus een sterke samenhang tussen risicofactoren en jeugdcriminaliteit. Tabel 10 Top tien buurten met hoogste score op de risicofactorenindex, mei 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren) a buurt buurt 1 Nieuwendam-Noord N68 6 Holendrecht/Reigersbos/Amstel III/Bullewijk T92/T96 2 Bijlmer Centrum (D,F,H) T93 7 Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt B10/11-E12/13 3 IJplein/Vogelbuurt N61 8 Westlandgracht F87 4 Bijlmer Oost (E,G,K) T94 9 Banne/Buiksloterham N70/N71 5 Volewijck N60 10 Overtoomse Veld F86 a Schuin gedrukte buurten staan ook in de top tien buurten met hoogste jeugdcriminaliteitindex.

6 6 Lichte daling risicofactoren Tussen 2007 en het eerste kwartaal van 2012 is de risicofactorenindex afgenomen van 100 naar 95. De afname is relatief het sterkst in stadsdeel Nieuw-West, namelijk van 105 naar 97 (tabel 9). De top tien van buurten waar de risicofactoren tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 het sterkste zijn toegenomen staat in tabel 11. De toenames zijn relatief klein: tussen de 1 (Overtoomse Veld) en 5 punten (Stadionbuurt). De risicofactorenindex is in het afgelopen kwartaal relatief het sterkst toegenomen in de Stadionbuurt. Dit komt vooral door de lagere risicofactorenindex in Ook in de IJsselbuurt en de Kinkerbuurt heeft een stijging plaatsgevonden. Dit komt in deze buurten vooral door een toename van niet-werkende werkzoekenden. Tabel 11 Top tien buurten met sterkste absolute stijging risicofactoren tussen 2011 en mei 2012 (gebaseerd op woonplek jongeren) 1 Stadionbuurt K IJselbuurt K Kinkerbuurt E Nellestein T Waterland/ Nieuwendamham/dijken N73/N72/N Sloter-/Riekerpolder F Driemond T Osdorp-Oost F Van Lennepbuurt E Overtoomse Veld F a Mei 2011-april Standaarddeviatie = 25,1 Twee buurten behoren zowel qua jeugdcriminaliteit als qua risicofactoren tot de top tien sterkste stijgers (tabel 7 en 11): Driemond, Van Lennepbuurt. Een stijging van risicofactoren leidt dus soms, maar niet altijd tot een stijging van de jeugdcriminaliteit. Het is mogelijk dat een stijging van risicofactoren pas op de langere termijn tot een toename van jeugdcriminaliteit leidt. Ook kunnen externe factoren een interveniërende rol spelen, bijvoorbeeld het beleid van de gemeente, de inzet van de politie en de aangiftebereidheid. Omvang jeugdcriminaliteit In Bijlmer Oost en Bijlmer Centrum wonen de meeste verdachte jongeren Tot dusverre is in deze fact sheet ingegaan op het aandeel jongeren uit een buurt dat verdacht wordt van het plegen van een delict. Door rekening te houden met het aantal jongeren dat in een buurt woont (en daarmee met de grootte van een buurt), is gekeken naar de relatieve jeugdcriminaliteit. Tabel 12 Top tien buurten met het hoogste aantal verdachten van jeugdcriminaliteit 2007-eerste kwartaal 2012; absoluut (gebaseerd op woonplek jongeren) 1 Bijlmer Oost (E,G,K) T Bijlmer Centrum (D,F,H) T Holendrecht/Reigersbos/ Amstel III/Bullewijk T92/T IJ-eiland e.o. M34/35/ Slotermeer-Zuidwest F Osdorp-Midden F Banne/Buiksloterham N70/N Landlust / Sloterdijk E36/E Overtoomse Veld F Geuzenveld/Spieringhorn F75/ a Mei 2011-april 2012

7 Tabel 12 laat zien welke tien buurten absoluut gezien de meeste jeugdige verdachte hebben. Bijlmer Oost en Centrum nemen de eerste twee posities in, met respectievelijk 306 en 287 unieke jongeren die in het eerste kwartaal van 2012 verdacht zijn van het plegen van een delict. Bij beide buurten is dit aantal wel sterk afgenomen: in 2011 waren er in deze buurten respectievelijk nog 328 en 309 verdachten. Vooral buurten uit Zuidoost en Nieuw-West bevinden zich in deze top tien (respectievelijk drie en vier keer). Dit komt door het hoge aantal jongeren dat in de buurten in deze stadsdelen woont, in combinatie met een hoog aandeel verdachten. Vier buurten bevinden zich dan ook zowel qua omvang van de jeugdcriminaliteit (tabel 12) als qua aandeel jeugdige verdachten (tabel 5) in de top tien buurten. 7 Pleegplaats jeugdcriminaliteit Veel incidenten in Centrum gepleegd De jeugdcriminaliteitindex brengt in beeld waar de jeugdige verdachten wonen. Het is daarnaast ook interessant om te kijken waar jongeren delicten plegen. In sommige buurten of stadsdelen wonen bijvoorbeeld weinig crimineel actieve jongeren, maar wordt wel veel criminaliteit door jeugd gepleegd. De gegevens in tabel 13 laten zien dat jongeren vooral jeugdcriminaliteit in stadsdeel Centrum plegen: incidenten in het eerste kwartaal van In stadsdeel Noord doen ze dit het minst (1.306 incidenten). Het totale aantal incidenten is afgenomen tussen 2007 en het eerste kwartaal van Ook recent heeft deze afname zich doorgezet ( incidenten naar ). In stadsdeel Noord is er in deze periode wel sprake van een toename van gepleegde incidenten (1.264 naar incidenten). Tabel 13 Aantal incidenten waarvan jongeren verdacht worden per stadsdeel, 2007-eerste kwartaal 2012; absoluut (gebaseerd op pleegplaats jongeren) stadsdeel a Centrum A West E Nieuw-West F Zuid K Oost M Noord N Zuidoost T Amsterdam b totaal a Mei 2011-april 2012 b Inclusief enkele incidenten die in Amsterdam gepleegd zijn, maar waarvan onbekend is in welk stadsdeel Tabel 14 Top tien buurten met de meeste incidenten waarvan jongeren verdacht worden, 2007-eerste kwartaal 2012; absoluut (gebaseerd op pleegplaats jongeren) 1 Burgwallen-Nieuwe Zijde A De Weteringschans A Burgwallen-Oude Zijde A Holendrecht/Reigersbos/Amstel III/Bullewijk T92/T Bijlmer Centrum (D,F,H) T Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt B10/11/E12/ Grachtengordel-Zuid A Museumkwartier/Duivelseiland K47/K Buikslotermeer N Osdorp-Oost F a Mei 2011-april 2012

8 Tabel 15 Top tien buurten met sterkste absolute stijging van incidenten waarvan jongeren verdacht worden tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012; absoluut (gebaseerd op pleegplaats jongeren) 8 1 IJplein/Vogelbuurt N Helmers-/Vondelbuurt E20/E Indische Buurt West M Oosterparkbuurt M Overtoomse Veld F Grachtengordel-West A Buikslotermeer N Osdorp-Midden F Buitenveldert-West/Station Zuid/WTC e.o. K90/K Scheldebuurt K a Mei 2011-april 2012 Colofon Directie Openbare Orde en Veiligheid Amstel PN Amsterdam Telefoon Fax info@bestuursdienst.amsterdam.nl Tabel 14 geeft de tien buurten weer waar jongeren vooral delicten plegen in het eerste kwartaal van De meeste incidenten waarvan jongeren verdacht worden vinden plaats op de Burgwallen- Nieuwe Zijde. Het aantal incidenten is in deze buurt tussen 2007 en 2009 toegenomen en vervolgens weer afgenomen tot het eerste kwartaal van Bijlmer Oost is tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 uit deze top tien gegaan, Osdorp-Oost is er in gekomen. In de IJplein/Vogelbuurt is het aantal gepleegde incidenten het sterkste toegenomen tussen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 (tabel 15). Dit komt voornamelijk door het lage aantal incidenten in Tussen 2010 en 2011 nam het aantal incidenten af van 154 naar 117, om vervolgens in het eerste kwartaal van 2012 weer toe te nemen tot 159 incidenten. Ditzelfde is het geval in de Helmers-/Vondelsbuurt, de Oosterparkbuurt en de Grachtengordel-West: weinig incidenten in 2010 en 2011, terug op het niveau van in het eerste kwartaal van In de Indische Buurt en Osdorp-Midden is het aantal gepleegde incidenten in het eerste kwartaal van 2012 hoger dan in de gehele periode Oudezijds Voorburgwal GL Amsterdam Telefoon Fax algemeen@os.amsterdam.nl Weesperstraat VN Amsterdam Telefoon Fax info@dmo.amsterdam.nl Opdrachtgevers Bestuursdienst Directie Openbare Orde en Veiligheid en Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Auteurs drs. Jolijn Broekhuizen, drs. Josca Boers, drs. Merijn Heijnen Fact sheet en achterliggende cijfers jeugdcriminaliteitindex Nadere informatie j.broekhuizen@os.amsterdam.nl Noten 1 Deze fact sheet, alsmede de achterliggende informatie zijn beschikbaar op jeugdcriminaliteitindex 2 Hiermee wordt buurtcombinatie bedoeld. Amsterdam bestaat uit 97 buurtcombinaties, waarvan sommige zijn samengevoegd voor de berekening van de indexen. In deze fact sheet zal voor de duidelijkheid worden gesproken over buurt. 3 De risicofactorenindex van 2011 is daardoor gebaseerd op gegevens uit 2010-mei Zo zijn de jeugdzorggegevens bijvoorbeeld uit 2010 en de populatiegegevens uit 2012 afkomstig. De factor voortijdig schoolverlaten is in deze fact sheet aangepast naar aanleiding van een registratiewijziging van voortijdig schoolverlaters bij DMO. 4 Deze factoren komen grotendeels overeen met de criminogene factoren waarvan in een Amsterdams onderzoek van Boutellier e.a. in 2008 is gebleken dat ze met jeugdcriminaliteit samenhangen. Van de negen factoren zijn de z-scores gebruikt om de index te vormen, waardoor gecorrigeerd wordt voor verschillen in de standaarddeviaties van de factoren. Hierdoor telt elke factor evenredig mee in de risicofactorenindex. Om van de gemiddelde z-score weer tot een indexscore te komen, wordt gebruik gemaakt van de gemiddelde standaarddeviatie van de factoren (38). 5 Toekenning van kleuren vindt plaats op basis van de standaarddeviatie. De kleur oranje wordt toegekend indien de indexscore hoger is dan 100, maar de afwijking van het gemiddelde binnen één standaarddeviatie valt. De kleur rood wordt toegekend bij afwijkingen van meer dan één standaarddeviatie. Bij de kleuren licht- en donkergroen geldt hetzelfde principe, maar in dat geval is de indexscore lager dan 100.