gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 5 juni 2012, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang uur, einde 23:30 uur.

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Inboeknummer Bladnummer 1 Aanwezig 41 leden 15 augustus 2012 Verslagvoor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 5 juni 2012, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang uur, einde 23:30 uur. Uitnodiging aan Aanw. Uitnodiging aan Aanw. R. van Gijzel voorzitter X drs. J. Verheugt griffier X drs. W.G.F. Aarts D66 F.A.M. Noldus OAE X mw. A.M.J. van den Berkvan TROTS X M.F. Oosterveer VVD X Bragt dr. B. Bonsen D66 X drs. M.G. Punte VVD X M. Bouassria GL X mw. drs. E. Quanten D66 X H. Bouteibi PvdA A.W.C.M. Raaijmakers PvdA X F. van den Broek VVD X R.G.J. Reker LPF X F.J.A.G. Depla PvdA X A.J.A. Rennenberg OAE X M. van Dorst D66 X mw. drs. R.J.A. Richters GL X J.A.A.M. van Erp SP X K.M. Rijnders LE X mw. J.W.H.M. Heesterbeek- Senders Mw. H.J.M.C. van Herk-de Zeeuw SP X mw. M.J.S. de Rooij- D66 X Driessen CDA X ir. J. Rozendaal VVD X E. Isik PvdA X Mw. A.J.M. Schoots PvdA X mw. H.M.E. Jacobs-van VVD mw. P. Sodenkamp FPS X Nisselrooij J.J.M. de Jong VVD X N.H. Stoevelaar CDA X mw. B.G.M.W. van Kaathoven SP X C.M. Stroek LPF X mr. P.P.H.A. Leenders CDA X ir. E. Thewissen VVD X ing. J.R. Legrom VVD X Y. Torunoglu MA PvdA X mw L.H. Lioe-Anjie PvdA X mw drs. W.C.F.M. Verhees PvdA X E.R. Maas SP X R. Verkroost D66 X A. Meulensteen PvdA X mw. drs. K. Wagt CDA X ing. P.A. Mulder OAE C.H.B. Weijs CDA X ing. T.J.H. van den GL X A.J.O. Wijbenga CDA X Nieuwenhuijzen J.F.A. van Zijl GL X

2 Wethouders: ir. G.C.S.M. Depla X mw drs. M.C.T.M. List-de X Roos mw. drs. M.C.T. Fiers X mw. drs. H.T.M. Scholten X ir. J.B. Helms X mw. drs. M.-A. Schreurs X mw. drs. P. Pistor gem.secr. X Afwezig met kennisgeving: dhr. drs. W.G.F. Aarts, dhr. H. Bouteibi, mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij en dhr. ing. P.A. Mulder. 2

3 Verslag van het gesprokene 1. Opening en mededelingen. Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Ik hoop dat het u allemaal gesmaakt heeft en dat u even heeft kunnen genieten van het mooie weer buiten. Ondertussen is de aanwezigheid gewijzigd. Mevrouw Sodenkamp is aanwezig en ook de heer Torunoglu. Afwezig zijn de heer Aarts, mevrouw Jacobs, de heer Mulder en de heer Bouteibi. Is dat correct? Geen verdere afmeldingen. 2. Vaststellen van de volgorde van de agenda. Voorzitter: Ik stel u voor - hoewel het niet in het presidium is besproken om twee agendapunten van hoofdstuk 5, te weten 5.3 (Raadsvoorstel vaststellen begrotingwijzigingen 2012) en 5.4 (Raadsvoorstel Werken Zuid-Willemsvaart- Wilhelminakanaal) onder te brengen bij hoofdstuk 6, te weten 6.4 en 6.5, omdat er moties c.q. amendementen zijn ingediend op beide voorstellen. Kunt u daarmee instemmen? 3. Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering d.d.10 april Voorzitter: Er zijn geen opmerkingen ontvangen. Kunt u instemmen met de notulen van die datum? Dat is het geval. Dan zijn ze onder dankzegging aan de notulist vastgesteld. 4. Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. Voorzitter: Er zijn geen punten binnengekomen met betrekking tot het vragenhalfuurtje. 5. Onderwerpen waarover geen amendementen en/of moties zijn aangekondigd. Raadsvoorstel tot wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2012 (eerste wijziging). 3

4 Voorzitter: Er zijn geen woordmeldingen over. Is er iemand die er stemming over wenst? Dat is niet het geval. Dan is het voorstel aangenomen Raadsvoorstel trouwen op zondag. Voorzitter: Daar zijn ook geen woordmeldingen over gekomen. Is er iemand die een stemverklaring wenst af te leggen? De heer Weijs. De heer Weijs: Dank u wel, voorzitter. Het zal u niet verbazen als het CDA hiertegen zal stemmen, omdat wij niet overtuigd zijn van de noodzaak en tegelijkertijd de zondag toch als een aparte dag in stand willen houden. Dank u wel. Voorzitter: De heer Reker. De heer Reker: Ja, dank u wel, voorzitter. Ook wij vinden het onnodig om op zondag te trouwen en zullen tegenstemmen. Voorzitter: Dan gaan we over tot stemming. Wie is vóór dit voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de stemmen van de fractie van het CDA en Lijst Pim Fortuyn tegen, is het voorstel aangenomen. 6. Onderwerpen waarover wel amendementen en/of moties zijn aangekondigd Raadsvoorstel Bestuurlijke Integriteit. Voorzitter: Daar zou ik allereerst de heer Van Dorst het woord willen geven als voorzitter van de commissie. De heer Van Dorst: Voorzitter, dank u wel. Het raadsvoorstel Bestuurlijke integriteit is besproken in de vergadering van de commissie Financiën en Bestuur van 29 mei Het voorstel gaat over het vaststellen van een gedragscode voor politiek ambtsdragers van de gemeente Eindhoven, het protocol Vermoedens integriteitsschendingen politiek ambtsdragers gemeente Eindhoven. Tijdens de behandeling in de commissie bleek er enige onduidelijkheid over de rol van de griffier. In een nadere toelichting is dit onderdeel nader beschreven. Het ontwerpbesluit is overeenkomstig aangepast. U heeft allen een nieuw voorstel mogen ontvangen. De fractie van de Partij van de Arbeid heeft een motie aangekondigd met betrekking tot transparantie over de herkomst van de financiële middelen van politieke partijen. Er lag nog een punt van het CDA, maar dat lijkt opgelost te zijn door een nadere toelichting van het college. De overige fracties 4

5 waren akkoord met het voorstel. Daarom, voorzitter, hoeft de discussie vandaag alleen maar te gaan over de aangekondigde motie van de Partij van de Arbeid. Voorzitter: Ik dank u wel. Ik geef het woord aan de Partij van de Arbeid-fractie. Mevrouw Verhees: Dank u wel, voorzitter. Gezien de volle agenda die we vanavond nog voor ons hebben, zal ik heel kort zijn. Ik denk dat de motie ook erg voor zich spreekt. Bestuurlijke integriteit, het voorstel zoals het er ligt, gaat over de individuele politieke ambtsdragers. Wij willen dit voorstel eigenlijk alleen maar completeren door ook de politieke partijen op te roepen om transparantie over de herkomst van de middelen te vragen en wij verzoeken met onze motie het college om hiertoe een voorstel aan de raad te doen over de mogelijkheden die er zijn. Voorzitter: De heer Rozendaal. De heer Rozendaal: Ik heb even een verhelderende vraag aan mevrouw Verhees. U zegt in de motie uit te zoeken op welke wijze bindend kan worden opgelegd. Zou daar ook de mogelijkheid uit kunnen komen dat het niet mogelijk is om het bindend op te leggen? Dat zie ik er niet in zitten. Mevrouw Verhees: Ik denk dat die mogelijkheden er wel zijn, dus ik verwacht dat niet. Maar als u denkt dat het een mogelijkheid zou kunnen zijn [dat het niet bindend kan worden opgelegd], moeten we dat zien. Ik denk dat het wel kan. De heer Rozendaal: Ik heb het nog niet uitgezocht, dus ik weet het niet, maar ik wilde even weten of u daar rekening mee had gehouden. Dank u wel. Voorzitter: Zijn er nog anderen? Mevrouw Verhees: Excuses, de motie is mede ingediend door de SP en GroenLinks. Dank u wel. Voorzitter: De heer Leenders. De heer Leenders: Voorzitter, met de nadere toelichting en het aangepast voorstel zijn wij content. De rol van de griffie en van de voorzitter van de raad is wat ons betreft prima opgenomen en dat vonden wij ook noodzakelijk. Wij zullen dus instemmen met het voorstel. De PvdA wil dat het college uitzoekt op welke wijze bindend aan de Eindhovense partijen opgelegd kan worden dat zij de herkomst van hun financiële middelen openbaar maken. Een landelijk voorstel hiertoe van de PvdA is recentelijk door de Kamer verworpen. De Kamer nam wel een amendement van het CDA aan, waarin 5

6 politieke partijen en afdelingen van politieke partijen verplicht worden een giftenreglement op te stellen. In dit reglement staat hoe de partij en de lokale afdeling omgaan met bijdragen en de openbaarmaking daarvan. Wij vinden dat ver genoeg gaan. Partijen nemen zelf de verantwoordelijkheid hiervoor. Het voorstel van de Partij van de Arbeid, ongetwijfeld met een goede intentie, vinden wij toch wat te betuttelend op dit moment. Of (en dat is een vraag aan de Partij van de Arbeid) zijn er nu al lokale politieke partijen waarbij zaken spelen die het daglicht niet kunnen verdragen? Overigens denken wij dat het college of de gemeenteraad niet bevoegd zijn hieromtrent een regeling te treffen. Het behoort niet tot de huishouding van de gemeente, zoals de Gemeentewet vereist. Voorzitter, we denken dat we het eerst maar eens moeten proberen met het nieuwe instrument. Tot zover. Voorzitter: De heer Reker. De heer Reker: Ja, dank u wel voorzitter. Met het voorstel kunnen wij dadelijk akkoord gaan. Dat is geen probleem. Alleen wij kunnen niet akkoord gaan met die motie. Kijk, als lokale politieke partij moeten we zelf onze centen bij elkaar zien te schrapen, terwijl de landelijke partijen miljoenen euro s beuren vanuit de overheid. Die moeten dan inderdaad weer over de politieke partijen in het land verdeeld worden. Ik weet het wel van toen wij als Lijst Pim Fortuyn ook landelijk waren, en ik heb de bedragen ook gezien en ze zien verdwijnen. Dus nee, wij zullen niet instemmen. Voorzitter: Mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Ja, als ik even op beiden mag reageren, als indiener. Als ik miljoenen euro s zou kunnen verdienen door een landelijke partij te zijn, dan zou ik heel snel landelijk gaan, mijnheer Reker. Maar om even antwoord te geven op de vraag van het CDA dat was een concrete vraag: denken wij dat hier al zaken spelen met partijen, waarom wij de motie indienen? Nee, absoluut niet, maar het raadsvoorstel Bestuurlijke integriteit ligt er ook zonder dat wij het gevoel hebben dat er bij individuen al iets speelt. Het is om een protocol op te stellen voor de toekomst. De heer Leenders: Mag ik daarop reageren, voorzitter? Ik snap het, maar volgens mij hebben wij de verplichting in ieder geval om iets te regelen qua bestuurlijke integriteit en daar zijn ook landelijk protocollen voor aangedragen. Ik vind het dus logisch dat we dat doen. Ik vind het voorstel dat u doet eigenlijk een stap te ver, op dit moment. Voorzitter: De heer Verkroost. 6

7 De heer Verkroost: Ik ben ook benieuwd in hoeverre het mogelijk is om daar openheid over te geven, maar op zich ben ik er niet op tegen. Mensen kunnen nu al onze penningmeester bellen en vragen hoe de financiën van D66 Eindhoven eruit zien. Wij zullen gewoon voorstemmen. De heer Van Gijzel: Met betrekking tot de richtlijnen inzake bestuurlijke integriteit zoals we die hebben vastgesteld, u heeft daar net een opmerking over gemaakt, regardeert dat uw eigen handelen zoals u dat met elkaar hebt, ten opzichte van het college en ook ten opzichte van de gemeenteraad. Dat treft deze motie niet. Deze motie treft niet de fracties die er aanwezig zijn, maar de politieke partijen. Het is maar helemaal de vraag of het inderdaad, zoals sommigen hier zeggen, mogelijk is om hier bindend richtlijnen voor te geven of vast te leggen. Het is, denk ik, een zaak voor de Tweede Kamer om dat in eerste instantie te doen, door daar eventueel nationale wetgeving voor neer te leggen. Ik ben overigens wel bereid gelet op de transparantie die we met elkaar willen nastreven om te inventariseren en misschien te kijken hoe anderen dat doen. Het is niet aan ons om daar een concreet voorstel voor te doen. Dat zal uit de raad moeten komen, c.q. uit de politieke partij. Ik denk niet dat u in de gelegenheid bent om daar straks een definitief oordeel over te geven, maar dat het een binding zal zijn tussen de politieke partijen zelf. Maar het kan, denk ik, geen kwaad om gelet op de integriteitdiscussie die we met elkaar hebben om ook daar een inventarisatie voor te maken. Dus als ik hem zo mag uitvoeren, dan is dat prima en zullen we u daarover rapporteren hoe dat eventueel in andere steden gaat en wat de mogelijkheden zijn. U moet zich wel realiseren dat het de vraag is of u daar instrumenteel heel veel mee kunt, dan wel of u er straks een initiatief voor kunt nemen, met andere politieke partijen die hier aanwezig zijn, om daar afspraken over te maken. Ik wil u er overigens op wijzen dat er ook politieke partijen zijn die hier niet in de raad vertegenwoordigd zijn. Die kunnen sowieso niet gehouden worden aan afspraken die de raad daarover maakt op dit onderwerp, omdat de dictie van deze raad zover niet gaat. Als ik hem zo mag uitvoeren, vind ik hem prima en maken wij een inventarisatie voor u hoe dat elders gaat en wat de mogelijkheden zijn, en moet verder bekeken worden wat de politieke partijen gezamenlijk daarvan voor acties willen ondernemen. Waarnemend voorzitter: Mevrouw Verhees, dat is naar genoegen beantwoord? Mevrouw Verhees: Ja, met de uitleg van de burgemeester kan ik leven. Waarnemend voorzitter: Oké, dank u vriendelijk. Voorzitter: Is er behoefte aan een stemverklaring? Is er iemand die over deze motie een stemming wenst? Ja? Dan gaan we stemmen. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Tegen deze 7

8 motie hebben gestemd: de heer Leenders, de heer Stoevelaar, de fractie van de LPF en Trots op Nederland. Daarmee is de motie aangenomen. Het voorstel zoals het er ligt ja, die had ik eigenlijk eerder moeten doen. De heer Leenders: Voorzitter, een punt van orde. Dat vind ik wel vervelend, want wij dachten dat eerst het voorstel besloten zou worden en nou hebben wij niet kunnen overleggen wat wij met de motie doen. We hadden in ieder geval een stemverklaring af willen leggen. Voorzitter: Daar vroeg ik net naar. Ik snap dat ik zelf deze wanorde gecreëerd heb, maar dat heeft ook een beetje met de rollen te maken. Het is zeer ongebruikelijk, maar ik ga u vragen of het mogelijk is om de gehele stemming opnieuw te doen. Kunt u daarmee instemmen? Is er niemand die daar bezwaar tegen heeft, want ik moet het uitdrukkelijk weten. Niemand. Oké. Dan gaan we de hele stemming opnieuw doen. Allereerst het voorstel zoals het er ligt. Wenst iemand een stemverklaring over het voorstel af te leggen? Dat is niet het geval. Is er iemand die stemming over het voorstel wenst? Dat is ook niet het geval. Dan is het voorstel aangenomen. Dan komen we nu bij de motie. Is er iemand die een stemverklaring wenst af te leggen? De heer Leenders. De heer Leenders: Voorzitter, wij kunnen met de uitleg die u eraan geeft leven, maar wij verwachten er eigenlijk niets van. Wij denken dat de rijkswetgever hier aan zet is en niet wij. Dan kan je een convenant sluiten met elkaar en daar voelen wij op dit moment niet voor. Als u vindt dat u dat nu moet doen, dan kunnen wij ons daar bij neerleggen. Voorzitter: Oké. Anderen nog een stemverklaring vooraf? Dat is niet het geval. Dan gaan we stemmen over de motie. Wie is voor deze motie? [Stemmen bij handopsteken] Wie is ertegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de stemmen van de heer Stoevelaar en de LPF tegen, is de motie aangenomen. Met excuus van uw voorzitter voor de wanordelijkheid Raadsvoorstel Ambtelijke huisvesting en Het Nieuwe Werken. Voorzitter: Daarvoor zou ik graag de heer Oosterveer het woord willen geven, als voorzitter van de commissie. De heer Oosterveer: Dank u wel, voorzitter. Wij hebben in de commissie Ruimte en Vastgoed op 15 mei 2012 gesproken over de ambtelijke huisvesting. We hebben 8

9 afgesproken dat we een korte middellange en uiteindelijk een lange termijn gaan bespreken en ter bediscussiëring lag een kortere termijn voor. In het voorstel staat dat we in 2014 uit het KBC-gebouw gaan; we gaan in 2014 en 2015 uit het MOgebouw. We hebben opgenomen in het voorstel het NRE-gebouw zo in te richten dat wij daar onze eigen organisatie kunnen huisvesten. Daarnaast is in de commissie nog gediscussieerd. Er is nog gevraagd naar wat nadere informatie. Die is gegeven. Met name is het ontwerpraadsbesluit aangepast op beslispunt 5 ten aanzien van het procesvoorstel. Commissiebreed hebben, met een positieve grondhouding, allen wel gezegd: we nemen het terug naar onze fractie. Zo zijn we uit elkaar gegaan. Dus, voorzitter, het lijkt mij dat wij nog wel over het TDgebouw kunnen discussiëren. De fracties CDA, PvdA, VVD en Trots op Nederland hebben een motie dan wel een amendement aangekondigd. Voorzitter: Dank u wel. Dan is in ieder geval het woord aan de CDA-fractie die hier een voorstel over heeft ingediend. Wie mag ik hierover het woord geven? Mevrouw Wagt. Mevrouw Wagt: We hebben samen met PvdA, VVD en Trots op Nederland een amendement gemaakt, omdat de aanvulling, waaronder het TD-gebouw, in feite overbodig is, omdat in het raadsvoorstel voorgesteld wordt om te kijken naar hergebruik van alle bestaande gebouwen. Deze zinsnede maakt het overbodig alle mogelijke gebouwen die al dan niet in eigendom van de gemeente zijn, te noemen. Daarom wordt met dit amendement de specifieke vermelding van TD-gebouw uit het voorstel gehaald. Dat is de gezamenlijke verklaring voor het amendement. Dan heb ik als CDA-fractie ook nog een opmerking, want het ging niet alleen om het TD-gebouw, maar de accountantscommissie zou nog een keer kijken naar het voorstel van de financiering om geld uit de reserves van het Parktheater en dergelijke te halen. Uit de terugkoppeling is gebleken dat daar toch risico s aan zitten, omdat niet 100% zeker is dat het geleende bedrag teruggestort kan worden. Dan willen wij toch aan de wethouder vragen om ons te overtuigen of dit een verstandige beslissing is. Ten tweede: er is op basis van dit dossier een schatting gemaakt van het verloop van de reserve. Wij willen graag een terugkoppeling [over de vraag] of de reserve ook verloopt zoals deze is ingeschat het is immers op basis van een inschatting en hoe die informatievoorziening daarover zal gaan. Voorzitter: Ja? Zijn er nog anderen die hierover het woord wensen te voeren? De heer Van Zijl. De heer Van Zijl: Het is eigenlijk een vraag aan de indieners van het amendement: is dit nu een stuk tekstexegese of zit daar nou een daadwerkelijke inhoudelijke 9

10 motivatie achter? U zegt: het TD-gebouw zit al in de verzameling van alle gemeentelijke gebouwen. U zegt daarna: we willen het toch specifiek uit de tekst hebben. Is daar nou een specifieke bedoeling mee? Dan blijft het TD-gebouw dus punt van discussie, ook voor de ambtelijke huisvesting. Voorzitter: De heer Van Erp. De heer Van Erp: Mijn vraag komt ongeveer op hetzelfde neer. De achtergrond ervan is ook dat we vorig jaar besloten hebben (kort gezegd) in ieder geval voorlopig niet naar het TD-gebouw te verhuizen. Een van de afwegingen die zaten besloten in de second opinion die toen is gegeven, de financiële afwegingen die erbij horen, zijn niet helemaal gedaan zoals wij dat eigenlijk wilden en het goede van het voorstel wat nu voorligt, is dat die afwegingen in ieder geval opnieuw in de loop van volgend jaar gemaakt kunnen worden. In die zin hebben we eigenlijk precies dezelfde vraag, of misschien nog explicieter: willen het CDA en de PvdA (de VVD is al duidelijk geweest) het TD-gebouw als optie voor ambtelijke huisvesting nu wel of niet meenemen in de afwegingen die volgend jaar gaan plaatsvinden? Voorzitter: Ik beschouw dit als interruptie en ik geef mevrouw Wagt het woord om daarop te antwoorden. Mevrouw Wagt: Daar kunnen wij ook heel kort en heel duidelijk over zijn, want volgens ons zijn die beraadslagingen vorig jaar heel goed geweest en is heel duidelijk geworden dat het TD-gebouw niet geschikt is als ambtenarenhuisvesting. Een tweede punt is dat als je al een gebouw noemt, dat je dan alle gebouwen moet noemen, dus het zijn twee dingen. Het belangrijkste is voor ons is dat het TD-gebouw gewoon niet in aanmerking meer hoeft te komen voor ambtenarenhuisvesting. Voorzitter: Oké. Uw antwoord is duidelijk. Ik kijk naar de wethouder. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik neem aan dat niemand meer iets heeft toe te voegen? Voorzitter: Nee. Mevrouw Schreurs: Oké. Zo kort. [Lacht] Bij huisvesting ben je dat niet gewend. Wat betreft het amendement: ja, u heeft zuiver tekstueel gewoon gelijk, dus ik zou zeggen (maar daar beslist u zelf over): gewoon erop stemmen. Wat betreft het geld: uiteindelijk is het gewoon een investering die we moeten doen omdat het altijd veel meer geld oplevert. De echte vraag is dan of je het geheel terug kan verdienen in de tijd. Uiteindelijk hebben we met zijn allen de lat heel erg hoog 10

11 gelegd. Dus ook hiervoor geldt dat het een samenhang is tussen en ervoor kunnen zorgen dat we 1,5 miljoen structureel bezuinigen en zorgen dat we het nieuwe werken introduceren. En kunnen we zorgen dat het hele bedrag feitelijk wordt terugbetaald in de reserves? Wij hebben geen indicatie dat het niet gaat lukken. U heeft natuurlijk wel gelijk dat u het gaat volgen. Dus aan de voorkant proberen we de opgave ook zo sober mogelijk te realiseren. Dat is ook logisch, want het gaat om een tijdelijke huisvesting. Het is daar dus niet de bedoeling dat je heel veel dingen doet die structurele lasten opleveren die eigenlijk niet zijn terug te verdienen. Dat is ook de reden dat we voor dit moment even heel voorzichtig omgaan met de investering rond duurzaamheid. Daar zit echt een businessmodel onder, anders gaat het niet gebeuren of het gaat gebeuren in de mate dat er een businessmodel onder zit. Ik denk dat het hiervoor het makkelijkst is om u gewoon vanaf nu een voortgangsreportage te geven, zowel van de investeringen die daadwerkelijk gedaan worden dus de uitgaven - (want die zijn natuurlijk ook alleen maar geprognosticeerd, zo goed en zo kwaad als dat gaat) en aan de andere kant ook de terugkomsten die er zijn. Voorzitter: Ik begrijp dat u kunt leven met het amendement. Mevrouw Schreurs: Het amendement had ik al ja tegen gezegd, maar er was ook nog een expliciete vraag gesteld over hoe het nou ging met het geld dat eventjes tijdelijk uit een reserve wordt gehaald. Het is de bedoeling dat die gewoon weer terugkomt, want anders krijg je daar een gat in. Dus we zullen u naadloos op de hoogte houden. Ik denk dat het meest logisch is om dat in ieder geval al elke keer tijdens de tussentijdse rapportage (turap) te doen en aan het eind van het jaar natuurlijk gewoon bij de jaarrekening. Dat is het logische moment. Voorzitter: Goed. Er is dus een amendement, waarvan de wethouder zegt dat ze daarmee uit de voeten kan; en een toezegging van de wethouder om u daarover nader te rapporteren met betrekking tot de ontwikkelingen. We komen uit bij de stemming, met uw welnemen. Mijnheer Depla. De heer F. Depla: Ik heb nog een stemverklaring, voorzitter. Voorzitter: Ja, dat kan. De heer Depla. De heer F. Depla: Voorzitter, het moge duidelijk zijn dat wij met gepaste trots hier zitten met dit voorstel. We weten allemaal de voorgeschiedenis van dit verhaal en waarom het zover is gekomen. We hebben daar in de commissievergadering niet zo expliciet de nadruk op gelegd omdat het wat ons betreft op dat moment ging om de inhoud van het voorstel. Nu willen we toch wel even in onze stemverklaring van de gelegenheid gebruikmaken om onszelf als raad de complimenten te geven 11

12 Voorzitter: Nee, daar gaan we de stemverklaring niet voor gebruiken. Dan had u gewoon een termijn kunnen melden. Nee, ik ben daar wel streng in, want het wordt een heel betoog over waarom u in het verleden dingen gedaan hebt en De heer F. Depla: Nee, ik wilde onszelf alleen maar complimenteren dat Voorzitter: Nee, ik heb nog nooit meegemaakt dat een stemverklaring bedoeld is om iedereen te gaan complimenteren. Dat kunt u na afloop van de stemming doen, lijkt me. Dus u kunt de verklaring afleggen waarom u stemt zoals u mogelijkerwijs gaat stemmen Oké. De heer F. Depla: Ik had het al drie keer kunnen vertellen. Kortom: nu ligt er een veel duurzamer en goedkoper verhaal en daar is iedereen uiteindelijk hartstikke blij mee, de mensen in de stad en wij hier in de raad. Voorzitter: Goed. We gaan over tot de stemming. Zijn er anderen die een stemverklaring wensen af te leggen? De heer Van Erp. De heer Van Erp: Heel kort. We zullen tegen het amendement stemmen omdat de intentie nog steeds niet duidelijk is - van de VVD wel, maar van de andere partijen niet. We zijn overigens wel voor het voorstel op zich. Voorzitter: Oké. We gaan stemmen over het amendement. Wie is voor het amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de stemmen van de SP-fractie tegen, is het amendement aangenomen. Dan ligt er nu een nader gewijzigd voorstel: het voorstel zoals het er lag, met het amendement zoals dat erin verwerkt wordt. Wie is voor dat voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is het voorstel met algemene stemmen aangenomen Raadsvoorstel Uitgangspunten Sporttarieven seizoen 2012/2013. Voorzitter: Wie was commissievoorzitter? De heer Torunoglu. De heer Torunoglu: Dank u wel, voorzitter. Het college stelt voor om het komend seizoen vast te houden aan het oorspronkelijk raadsvoorstel van tariefsverhoging uit De wethouder streeft ernaar om samen met de ESR een totaalvoorstel aan de raad voor te leggen voor tarifering en kostendekkendheid vanaf seizoen Beslispunten 1 en 2 worden in principe door de meerderheid van de raad gesteund. 12

13 Beslispunt 1 is een stijging van 2,5% voor gebruik sporthallen en gymzalen door onderwijsinstellingen. Beslispunt 2 is een stijging van 5% voor de recreatietarieven van het Ir. Ottenbad, het gebruiken van de sportvelden, sporthallen en zwembaden door verenigingen, exclusief ijsbaan, voor de zwem- en bewegingslessen en tarieven van passe-partouts en abonnementen van zwembaden en IJssportcentrum. Ik hoop dat jullie het allemaal nog volgen. De discussie spitst zich toe op beslispunt 3. Daar had de commissie moeite mee. Door de commissie wordt met name betreurd dat de mogelijkheid voor alternatieve inkomsten en/of exploitatieverbeteringen onvoldoende onderzocht zijn, maar dat wel gevraagd wordt in te stemmen met een tariefsverhoging voor de recreatietarieven voor de ijsbaan en de Tongelreep van 14%. Naar de mening van de commissie zou een strategie bepaald moeten worden en de PvdA heeft hierover een amendement aangekondigd tijdens de commissievergadering. Als het goed is, zal de discussie zich dus toespitsen op beslispunt 3 over de tariefsverhoging van 14%. Tot zover, voorzitter. Voorzitter: Dan is allereerst het woord aan de Partij van de Arbeid-fractie. Wie mag ik daar het woord voor geven? Mijnheer Depla. De heer F. Depla: Dank u wel, voorzitter. Ik zou haast zeggen: van een zwabberijsschaatsbaan naar een levensvatbare klapijs-, kunstijs- of ijshockeyschaatsbaan, want daarover gaat het hier eigenlijk. We moeten na vorige week toch concluderen dat de wethouder nog steeds niet heeft uitgevoerd wat wij in december met elkaar hebben afgesproken. We hadden toen drie dingen gevraagd. De betrokkenheid van de gebruikers. Gebruik hun inzicht, zodat we inderdaad kunnen kijken in hoeverre deze 14% gerechtvaardigd is. Dat is niet gebeurd. Ten tweede: kijk naar de mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden. Wij kennen de wethouder als een ondernemende wethouder, een positieve wethouder. En eigenlijk heeft hij alleen maar gekeken naar de onmogelijkheden. Ik ben deze week nog door iemand aangesproken die zei: waarom zou je van de zomer van die ijsbaan geen stadscamping kunnen maken? Nee, we krijgen alleen maar een papiertje met wat er allemaal niet mogelijk is. Ten derde, wat er ook niet is gebeurd en wat nog niet klaar is, is het onderzoek naar de verzelfstandiging. Daar hebben wij als raad om gevraagd. We hebben er nog geen informatie over hoe dat nou precies eruit gaat zien. Dan concludeer je eigenlijk dat er niet voldaan is aan hetgeen wij een halfjaar geleden hebben gevraagd. Dan moeten wij als raad de 14% gewoon maar slikken eigenlijk wij niet zozeer, maar de verenigingen, gebruikers, recreanten moeten 14% meer betalen, terwijl eigenlijk niet goed door u is onderbouwd of dit nu het juiste percentage is. Nogmaals: we sluiten niet uit of we daar ooit op uitkomen, maar niet op dit moment. 13

14 Wat ons betreft dat zei ik net al een beetje hebben we een beetje een zwabberende wethouder op de schaats, die al zwabberend in het looprekje alleen eigenlijk de tarievenknop feilloos weet te vinden, en die, nadat wij ruim een jaar geleden hebben besloten om de ijsbaan open te houden, eigenlijk nog geen enkele goede rondetijd heeft weten neer te zetten voor een toekomstbestendige ijsbaan waar niet alleen maar de mensen met genoeg financiën de ijsbaan kunnen bezoeken, maar dat ook iedere Eindhovenaar dat kan. Goed. U krijgt van ons een herkansing. Een nieuwe kwalificatiekans noemen ze dat in de wedstrijdsport, ook in de ijssport, maar wel vanuit serieuze interesse, wethouder, door het aanbinden van echte schaatsen in plaats van een zwabberschaats of dat looprekje. Wij vragen met dit amendement om voor 1 oktober te komen met 1) een plan (een stip op de horizon, ook al door de VVD ingebracht); 2) een duidelijk raadsvoorstel waarbij de raad de keuze heeft welke beheersvorm daarbij past (daar hebben we het ook al uitgebreid over gesproken). Dat willen we kwalitatief en kwantitatief goed onderbouwd zien; 3) overleg met de gebruikers; want dat is niet goed gegaan. Ga dat opnieuw aan. Ik begrijp dat er alweer initiatieven op gang komen. Pak die handschoen en ga ermee aan de gang; en 4) kijk als ondernemende wethouder naar de mogelijkheden in plaats van naar de onmogelijkheden. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer u die toptijd gaat neerzetten, wij onderbouwd het besluit kunnen nemen voor 1 oktober, want daar gaat het ons om. Het gaat er niet zozeer om dat wij principieel tegen een prijsverhoging zijn, maar hij moet onderbouwd worden. We hebben daartoe een amendement ingediend, samen met het OuderenAppèl, het CDA en wijzelf natuurlijk Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven wil u graag een vraag stellen. Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel, voorzitter. U geeft aan in het amendement dat de tarieven van de ijsbaan vooralsnog niet naar die 14% gaan, maar waarom kiest u er dan niet voor om de Tongelreep daarbij te betrekken? De heer F. Depla: Ja, ik moet u eerlijk zeggen: dat hebben wij een lastige discussie gevonden. We hebben uiteindelijk een jaar geleden gekozen om te proberen de verenigingen, en de actieve sporters met name, uit de wind te houden. We vinden het belangrijk dat zij blijven sporten. Het zwembad ik gun het iedereen om daar iedere week naartoe te gaan, maar ik moet eerlijk zeggen: de Tongelreep is toch een recreatiebad, een pretpark noem ik het maar. Als je dan keuzes moet maken in deze stad, kiezen wij liever voor de verenigingen, voor de recreanten die baantjes 14

15 zwemmen, die schaatsen, dan voor de mensen die feitelijk in de turbotol hun rondes willen maken. Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven. Mevrouw Van Kaathoven: Maar denkt u niet, zeker als het gaat om jonge kinderen en wanneer zij voor het eerst in aanraking komen met ijs of met het zwembad, dat zij gemotiveerd raken om dan mee te gaan doen en dat u daar nu wel voor zorgt dat dit bij de ijsbaan gebeurt, maar niet bij het zwemmen? De heer F. Depla: Kleine kinderen kunnen op zwemles en die kunnen wel gewoon naar het zwembad. Dat is het punt niet. Alleen, wat u zegt, we hebben met u de discussie gehad: het blijft altijd toegankelijk. We hebben ook een dalurentarief wat we samen in de vorige periode hebben [bepleit]. Dat is overeind gebleven. In dat opzicht blijft het zwembad toegankelijk. Maar ik ben het met u eens: tot op zekere hoogte zou ik ook liever hebben dat het zwembad uiteindelijk minder dan 14% omhoog zou gaan. Ik moet eerlijk zeggen: als je keuzes moet maken, dan kiezen wij voor de verenigingen en voor de recreanten, vooral die baantjes zwemmen. Voorzitter: Ik stel voor dat u dit uw laatste vraag wordt, mevrouw Van Kaathoven. Mevrouw Van Kaathoven: Dat is de laatste, dank u wel. Het dalurentarief is een goed iets, maar dat is niet bereikbaar in de vakantie. Daarmee wordt het zwemmen voor een recreant, voor een gezin met bijvoorbeeld een bijstandsuitkering of met iemand die het minimumloon verdient, wel erg prijzig als je 50,- moet betalen voor een dagje zwemmen. De heer F. Depla: U heeft een punt, maar we hebben ons uiteindelijk ook gecommitteerd aan een bezuinigingstaakstelling in dezen. Dan moet je de keuzes maken en dan zie je dat ergens pijn wordt geleden. Dat is dan bijvoorbeeld in het geval dat u noemt. Dan kun je wel zeggen: dan kun je buiten de vakantietijd, maar dat vind ik geen juist antwoord. Het is waar, daar zit een leemte. Dat ben ik met u eens. Voorzitter: Ja? De heer Van den Broek, namens de VVD-fractie. U heeft ook twee moties hè? Of heeft u een interruptie? De heer Van den Broek: Ik heb een interruptie voor mijnheer Depla. Ik ben benieuwd, voorzitter, of mijnheer Depla voorstander is van een proces wat zorgvuldig en gedegen wordt gevoerd. Ik geloof niet dat als uw amendement wordt aangenomen, wij vóór 1 oktober (de start van het ijssportseizoen) een besluit kunnen nemen, als ik zie dat daar een vakantie overheen gaat en het procesmatig door onze organisatie 15

16 heen moet. Ik geloof niet dat er een goed rapport kan liggen, op basis waarvan wij uiteindelijk vóór 1 oktober kunnen besluiten of die 14% doorgaat of niet. De heer F. Depla: Dat is maar net hoe hard je gaat schaatsen, hoe hard je eraan gaat trekken. Kijk, er is in een jaar gewoon heel weinig gebeurd en nu zou je kunnen zeggen dat we met een inhaalrace kunnen beginnen. Dan kan het wel. Het is een kwestie van willen, denken wij. Ik bedoel: half augustus is hier de vakantieperiode voorbij. Er zijn ongetwijfeld mensen die niet op vakantie gaan of op een ander moment op vakantie gaan. De wethouder heeft het een beetje laten liggen, om het zo maar eens te zeggen. Een jaar lang. Nu vragen wij: doe een inhaalactie. Dan wil ik niet meteen zeggen: dat is niet mogelijk, het is een te hoge ambitie. Nee, ik zou zeggen: ga er maar aan staan! Totdat het tegendeel bewezen is. Voorzitter: Oké. Ja. De heer Van den Broek heeft zelf ook nog twee moties en ik wil hem de gelegenheid geven die toe te lichten. De heer Van den Broek. Uw pasje De heer Van den Broek: Voorzitter, ik ga niet in schaatstermen praten. We zijn hier in een politieke arena en ik ga het in politieke termen houden. Politiek betekent ook verantwoordelijkheid nemen voor keuzes die in het verleden gemaakt zijn. De keuze, dat wij in het verleden besloten hebben om de ijsbaan open te houden, is inherent met dat wij nu worden geconfronteerd met een tariefsverhoging voor de ijsbaan van 14%. Ik erken daarbij ook na contact met de verenigingen dat het proces daar naartoe niet goed verlopen is. Daar baal ik stevig van. Ik ben ook heel erg benieuwd hoe de wethouder daar tegenaan kijkt. Ik denk dat het heel belangrijk is, als wij de stad juist meer willen betrekken bij onze ideeën, om dit ten volste te benutten. Ik had het net over verantwoordelijkheid dragen. Dat betekent dat de VVD akkoord gaat met de 14%. Wij willen wel een periode afsluiten en een nieuwe periode beginnen. Die nieuwe periode leidt ons naar een stipje aan de horizon, zoals u in onze motie kunt lezen. Dat stipje is een integraal verhaal over alles wat de ijsbaan straks aangaat. Voorzitter: De heer Depla. De heer F. Depla: Toch aan u de vraag: wij hameren hier op een onderbouwing. Niet meer en niet minder. Ik bedoel, die 14%... dat komt uit de lucht vallen. De eerste 14% is ook helemaal niet doorgegaan, zoals u in uw motie heeft benoemd. Er is helemaal geen 14% verhoogd het afgelopen seizoen. Het komt zo uit de lucht vallen. Ook het raadsvoorstel een jaar geleden (toen stond er nog wel drie keer 14%). Wij kunnen in ieder geval niet traceren waarom nu die 14% wel blijft staan en die andere twee keer 14% eraf is gehaald. Ik wil gewoon een goede onderbouwing van dit verhaal en dat mis ik. Als het goed onderbouwd is, wil ik best met 14% omhoog akkoord gaan, maar nu op dit moment zeker niet. 16

17 De heer Van den Broek: Dan wil ik de Partij van de Arbeid uitnodigen, voorzitter, om ons amendement te ondersteunen waarin we een stipje aan de horizon beschrijven, waarin de commissie Beheersvormen (zoals ik het maar heb genoemd) met mogelijkheden zou komen over hoe je de ijsbaan kan inrichten, de ijssportverenigingen nadrukkelijk worden betrokken. Ik zal er de aankomende tijd ook zelf op blijven toezien. Maar dat staat los van het feit dat wij in het verleden keuzes hebben gemaakt, voorzitter. Dat was niet alleen een keuze van de VVD, het was een keuze van meerdere partijen in deze raad. Het houdt in dat wij voorstander zullen zijn van die 14% verhoging. Die onderbouwing willen wij heel graag zien. Voorzitter: De heer Leenders. De heer Leenders: Voorzitter, ik snap toch het verhaal niet helemaal. We hebben gezamenlijk weliswaar besloten om die ijsbaan open te houden en daarvoor zouden tariefvoorstellen moeten komen, maar er is toch op dat moment niet gezegd: ijsbaan openhouden kost zonder meer 14%? Er is toch vanuit de raad al tig keer het signaal gegeven dat we moeten kijken naar de exploitatie? Naar de ideeën van de ijssportverenigingen? Dan zou daar een tarief uit moeten rollen. Je moet het toch niet omdraaien? De heer Van den Broek: Dat is precies wat wij nu wel met deze moties beogen, voorzitter. Wij willen niet in het verleden blijven kijken, dat er een patstelling komt en mensen gaan wijzen: we hebben daar niet goed contact gehad, er is niet goed naar ons geluisterd met dit idee Uiteindelijk moeten we wel vooruit, ook met de ijsbaan. Daar zijn wij voor en die onderbouwing komt. Ik durf naar de ijsbaanverenigingen te gaan. Sterker nog, ik ben er gisteravond geweest. Ik heb dit daar ook verteld. Het is heel lastig om het daar zonder een echte gedegen onderbouwing zoals u dat beschrijft, te verkopen, maar ik krijg wel het begrip. De ijsbaanverenigingen zeggen wel: hier op deze plek, zijn wij bereid om bij te dragen; de wethouder heeft nadrukkelijk aangegeven dat er een aanzienlijk deel uit de tarieven zal moeten worden gehaald. En dan durf ik naar de ijsbaanverenigingen te gaan en dit verhaal te verkopen en ik krijg er nog begrip voor ook. Voorzitter: De heer Leenders. De heer Leenders: Maar het probleem zit hem er nou juist in dat wij al heel vroegtijdig hebben gezegd: je moet gezamenlijk optrekken en dat u nu de tarieven voor 14% omhoog schroeft, terwijl we eerst die voorstellen zouden hebben willen beoordelen. Dat is niet terugkijken. We nemen nu, vanavond, een besluit over die 14%. Als u zegt: dat kan wel en dan kijken we wel wat eruit komt, dan kan dat volgend jaar wel weer gebeuren. 17

18 Voorzitter: Mijnheer Van den Broek. De heer Van den Broek: Dat kan niet als onze andere motie wordt aangenomen, want daarin spreken we uit dat voor het volgende sporttarievendossier, het uitgangspunt voor de tariefsverhoging voor de ijsbaan niet automatisch 14% zal zijn. Ik nodig u uit om die mee te ondertekenen. Voorzitter: Mijnheer Rennenberg. De heer Rennenberg: Voorzitter, misschien begrijp ik mijnheer Van den Broek verkeerd, maar hij spreekt steeds over 14%. In motie 2 zie ik het niet staan en in motie nummer 3 staat: niet automatisch uitgaan van een tariefsverhoging van 14% De heer Van den Broek: Dat klopt. Motie 2 gaat ook niet zozeer over het percentage. Motie 2 gaat om het stipje aan de horizon voor de verenigingen, dat integrale verhaal rondom de ijsbaan. De commissie Beheersvormen, waar eerder al in een commissievergadering onduidelijkheid over was, willen we hiermee status geven. Dat heeft niets te maken met de percentages. Dat verhaal moet er gewoon komen. In motie 3 spreken wij inderdaad uit dat wij als VVD er vanuit gaan dat het voorstel wordt aangenomen, maar dat dit niet het uitgangspunt hoeft te zijn, om volgend jaar weer automatisch een voorstel te krijgen met daarin 14%. Voorzitter: De heer Rennenberg. De heer Rennenberg: U zult er wel een bedoeling mee hebben, maar hier staat eigenlijk: als ik niet automatisch zeg van niet : niet uitgaan van een tariefsverhoging van 14%. De heer Van den Broek: Dan praten we over het volgend seizoen. Dit tarievendossier ronden we dadelijk af, voorzitter, en dan komt er volgend jaar een nieuw tarievendossier en daar geldt het voor. Zoals ik net al zei, de VVD gaat akkoord met de verhoging zoals die nu voorligt. Voorzitter: De heer Leenders. De heer Leenders: Ik kan me wel in het verhaal van het OuderenAppèl vinden, want niet automatisch 14% kan ook betekenen dat het 20% wordt. U zet gewoon de deur open voor nog heel andere voorstellen. De heer Van den Broek: Voorzitter, gisteren hebben de ijssportverenigingen een werkgroep geformeerd, die zelf gaat nadenken over ideeën om de ijsbaan beter exploitabel te maken. Als ik hoor wat voor ideeën dat zijn; en als er op dit moment al 18

19 een commissie aan de slag is; en als ik zie hoe hard de sector Sport en Bewegen aan het werk is, dan heb ik er alle vertrouwen in dat het niet die 14% zal zijn. Voorzitter: Oké. De heer Depla als laatste dan. De heer F. Depla: Maar dat is wel twee minuten voor twaalf! Voordat wij hier vanavond een besluit moeten nemen, moeten wij in een keer horen dat er van alles in beweging is, maar we missen uiteindelijk de onderbouwing. Het is allemaal prachtig dat het in beweging is en daarmee eigenlijk nog eens het vertrouwen dat het 1 oktober wel lukt, maar er is geen onderbouwing. Dat is meteen de vraag aan u (er wordt zelfs geroepen 20% ik ben het met de heer Leenders eens dat alles inderdaad open is). Ook in uw verhaal: ik mis de onderbouwing. Hoe komt u Voorzitter: Ja, maar dat heeft u net ook gezegd. Het is dus een herhaling van zetten. De heer F. Depla: Nee, nee, ik vraag om de onderbouwing voor de komende jaren, want die heeft hij ook niet! Voorzitter: De heer Van den Broek. De heer Van den Broek: De onderbouwing voor de komende jaren, voorzitter, daar gaan wij in het nieuwe tarievendossier over praten. Daarom dienen wij de motie in over de stippen aan de horizon, om een integraal verhaal rond de ijsbaan te krijgen, waarbij de commissie nadrukkelijk betrokken is en de sportverenigingen nadrukkelijk betrokken worden. Voorzitter: Oké. Zijn er nog anderen die het woord wensen te voeren? De heer Leenders. De heer F. Depla: Ik heb nog één vraag, ter verduidelijking van de motie. Voorzitter: Als het een technische vraag is De heer F. Depla: Het is een technische vraag: bedoelt hij in zijn motie 2 ( maakt de kennis die aanwezig is in de commissie beheersvormen ) ook dat die beheersvormen straks worden voorgelegd aan de raad zodat wij er iets over kunnen vinden? De heer Van den Broek: Ik heb er geen probleem mee als daar een advies komt te liggen wat een aantal verschillende scenario s schetst. Ik vind dat een stukje uitvoering en dit is het kader dat ik wil meegeven aan de wethouder. 19

20 Dan wil ik nog even zeggen, voorzitter, motie 2 wordt ingediend mede namens de LPF, Trots op Nederland en GroenLinks. Motie 3 mede namens de LPF en Trots op Nederland. Dank u wel. Voorzitter: De heer Leenders. De heer Leenders: Ja, voorzitter, dank u wel. We hebben in de commissie reeds aangegeven dat we tegen dit voorstel zijn. Ik noem de redenen nog een keer. We willen geen verhoging voor de tarieven voor de breedtesport met 5%, zeker nu er nog geen concreet voorstel ligt dat door de sportraad gesteund wordt over de opbouw, differentiatie, velden en scenario s met betrekking tot de tarieven; We zijn tegen een tariefsverhoging voor de ijssportverenigingen van 14%. Ook hier ligt er niet een voorstel waar wij om gevraagd hebben, namelijk voor het beter exploitabel maken van de ijsbaan. Dan zouden we pas goed kunnen afwegen of een verhoging van 14% wel noodzakelijk is. Nu zijn alleen aan aantal belemmeringen inzichtelijk gemaakt. De tariefsstijging voor losse kaartjes voor Tongelreep en ijsbaan van 14% betekent dat een bezoek onbetaalbaar wordt voor sommige gezinnen. Met zijn vijven naar de ijsbaan kost straks alleen al als entree 50,-. Het zwembad wordt nog duurder. Dat willen we niet voor onze inwoners. Tot slot, voorzitter, ontbreekt er weer een concreet voorstel over bijdrage van andere gemeenten. Samenvattend: wij vinden het voorstel niet compleet; het is onvoldoende om tariefsverhogingen goed te keuren; aan de [geluid valt weg] van de raad is onvoldoende tegemoet gekomen. Een teleurstelling, ook voor de sportverenigingen. De brief van de drie ijssportclubs spreekt boekdelen. Wij zijn nog steeds benieuwd, wethouder, waar u het vandaan haalt dat de vereniging eenmalig met een verhoging hebben ingestemd. We kregen daarvoor nog geen verklaring. Tijdens een bijeenkomst gisteren met de verenigingen, waarvoor overigens maar een paar fracties uitgenodigd waren, bleek absoluut niet van instemming, hoorde ik nadien in de wandelgangen. Wij zullen om het besluit ietwat beter te maken, in ieder geval wel het ijsbaanamendement van de PvdA mede indienen. Tot zover. Voorzitter: De heer Van den Broek wil u graag een vraag stellen. De heer Van den Broek: Voorzitter, het CDA heeft het eerder vanavond gehad over betutteling. Dan ben ik benieuwd of het CDA wil gaan bepalen welke keuzes gezinnen gaan maken hoe zij hun vrije dag besteden en of dat geen betutteling is. Ouders kunnen er ook voor kiezen om met hun kinderen naar de Efteling te gaan. Dan zijn ze nog meer kwijt. Zullen we die keuzes alstublieft bij die ouders leggen en niet gaan betuttelen? 20

21 De heer Leenders: Ik vind dit wel heel erg flauw, voorzitter. Het gaat erom dat wij de prijzen van de ijsbaan en het zwembad voor onze eigen inwoners zo hoog maken dat een groot aantal gezinnen er niet meer naartoe kan. En die kunnen al helemaal niet een dagje naar de Efteling, denk ik. Voorzitter: De heer Verkroost. De heer Verkroost: Een jaar geleden hebben wij besloten om de ijsbaan te redden en daarvoor in de plaats tarieven te gaan verhogen. Dat is geen leuke keuze, maar die hebben we gemaakt en daar staan we voor. We hebben daarbij ook een afspraak gemaakt dat er zou worden gekeken naar mogelijkheden voor andere inkomsten bij de ijsbaan. Met de uitkomst daarvan zijn we niet bepaald happy want er is inderdaad, zoals aangegeven, vooral gezocht naar wat er niet kan en wat er in de weg ligt en niet naar: hoe kunnen we dat nou oplossen? en wat kan er wel? De vorige keer hebben dit al aangeven: het bestemmingsplan kan nooit een reden zijn om iets niet te doen. We hadden al een traject kunnen starten om het aan te passen. Dat is niet gebeurd. Dan is de vraag wat voor consequentie we daaraan geven. We kunnen aan de ene kant zeggen: het gaat over, maar krijgt een opdracht mee. Aan de andere kant kun je zeggen: het blijft zitten en moet maar zorgen dat het dan overgaat. Aan beide zitten consequenties vast. We willen graag weten hoe reëel de wethouder het ziet wat hij voor 1 oktober kan leveren aan onderbouwing, en plannen voor de toekomst, en ook wanneer dat niet gaat lukken, wat dan de gevolgen daarvan zijn. We zullen onder andere die antwoorden meenemen in onze overweging of wij het amendement van de Partij van de Arbeid gaan steunen, maar dat zullen we dus na de toelichting van de wethouder bekend maken. Voorzitter: Oké. De heer Van den Nieuwenhuijzen heeft een vraag. De heer Van den Nieuwenhuijzen: Ik heb een korte vraag aan de heer Verkroost. Kunt u toelichten waar uw opmerking vandaan komt dat een bestemmingsplan op geen enkele manier een reden kan zijn om iets niet te doen? Die snap ik niet helemaal. Dat is toch juist de reden dat we met elkaar bestemmingsplannen afspreken? De heer Verkroost: Dat is zo. Wanneer je een bestemmingsplan vaststelt, dan zeg je: bepaalde dingen kun je niet doen. Als wij een goede reden daarvoor vinden, kunnen we dat aanpassen. Dan kunnen we niet zeggen: het kan niet, want het staat in het bestemmingsplan. Wij gaan zelf over dat plan en dus moeten we het aanpassen, wanneer we daar een goede reden voor zien. Voorzitter: Oké. Mevrouw Van Kaathoven. 21

22 Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel, voorzitter. Er is al veel gezegd en veel geschreven over de sporttarieven en de ijsbaan. Velen hebben mee willen denken in de discussie, maar soms erg tevergeefs. Voorzitter, wij balen stevig van de manier van werken van de wethouder! Wij zijn teleurgesteld want de gemeente Eindhoven zou burgerparticipatie hoog in het vaandel hebben staan. Ja, behalve als het even niet uitkomt. Want hoeveel mensen stonden hier vorig jaar in het stadhuis? En hoeveel ideeën zijn er aangedragen? Wat is ermee gedaan? Precies: niks! Voorzitter, wij kunnen absoluut niet instemmen met een voorstel dat de tarieven verhoogt zonder dat daadwerkelijk onderzocht is of dat wel nodig is en in welke mate. Want, voorzitter, als ik een blik op de kadernota werp, dendert de Helmstrein gewoon verder. Het tarievendossier wat hier besproken wordt, ligt er deels omdat de meerderheid van de raad t Schoot open wilde houden. Nu moet hij alsnog dicht in Dan zou ik zeggen: dan hoef je ook niet zoveel te bezuinigen en hoeven de sporttarieven ook niet zover omhoog, maar daar wordt niet naar gekeken. Sowieso, als ik kijk naar de toekomst, wordt daar niet naar gekeken, maar daar is in die wijk al vaker sprake van geweest toen het bijna twee jaar duurde voordat een antwoord kwam op de vraag of de school kon blijven bestaan. Het gaat hier namelijk om een wijk die platligt en waar nieuwe huizen moeten komen voor voornamelijk, geloof het of niet, jonge gezinnen. Waar die kinderen moeten gaan sporten is nog maar de vraag. Dat het nog niet zou lopen zoals gehoopt, is ook niet vreemd, omdat er nog wel wat veranderingen doorgevoerd zouden moeten worden. Voorzitter, als ik kijk naar het amendement van de PvdA denk ik dat het een steun in de rug is voor de ijssportverenigingen. Wij denken dat dat goed is. Maar zoals u net waarschijnlijk ook al hebt kunnen meekrijgen vanuit mijn vragen, vinden wij het jammer dat de Tongelreep niet is opgenomen, omdat uiteindelijk de tarieven van de ijsbaan en de Tongelreep tot gigantische hoogte zullen stijgen waardoor gezinnen met kinderen, mensen met een minimuminkomen of bijstandsmoeders niet meer kunnen gaan zwemmen met hun kinderen. Voorzitter, wij zullen het amendement daarom wel steunen, puur en alleen omdat het voor de ijssportvereniging een positieve duw in de rug is een steun in de rug eigenlijk een duw in de rug van de wethouder om aan de slag te gaan. Het is treurig dat de moties van de VVD ingediend moeten worden, maar wij denken dat dat ook weer een extra duwtje zou kunnen zijn in dit dossier. Dank u wel. Voorzitter: Ik kijk wie nog meer het woord wensen te voeren. U heeft een vraag? Mijnheer Van den Broek. De heer Van den Broek: Voorzitter, ik heb net aangegeven dat ik er geen vertrouwen in heb dat er een gedegen en zorgvuldig advies kan worden neergelegd en dat deze raad daar een goede beslissing over kan nemen voor 1 oktober. Ik begrijp dat de SP 22