De lessen/activiteiten die de stagiair zelfstandig realiseert en vooraf kan voorbereiden, moeten schriftelijk worden voorbereid.

Transcriptie

1 Zelfstandige Stage Wat verwachten we van de student? Observeren en participeren Naast de contractendag, plant de student zelf in overleg met de mentor minimaal 2 halve dagen observatie en participatie. De hoofdbedoeling is dat de student kennismaakt met de stagecontext (de leerlingen, de leerkracht(en) en de aanpak). Het is ook de bedoeling dat de student de concrete beginsituatie van de leerlingen uit de stageklas bevraagt. Van een derdejaars mag u verwachten dat ook de taken buiten het lesgeven worden opgenomen: toezicht op de speelplaats of in de refter, begeleiden naar en van het zwembad, aanwezigheidsregister invullen, geld ophalen, agenda van leerkracht en leerlingen invullen, toetsen opstellen en verbeteren,... Aangezien de student een langere tijd vertoeft in een team, is het belangrijk om opgenomen te worden binnen het team. We verwachten van onze student om regelmatig aanwezig te zijn in het leraarslokaal, eventueel deel te nemen aan werkgroepen, personeelsvergaderingen, oudercontacten, te helpen tijdens het schoolfeest,... Realiseren De zelfstandige stage is een stage van zes opeenvolgende weken met minimaal 26 effectieve stagedagen. Voor de studenten die op internationalisering gaan is dit een stage van vijf opeenvolgende weken met minimaal 22 effectieve stagedagen. Indien de student volwaardig kan deelnemen aan een pedagogische studiedag, sportdag, openluchtklas,, tellen deze activiteiten mee als stagedag. Wij gaan ervan uit dat alle vakken die tot de opdracht van een leerkracht lager onderwijs behoren maar die in sommige scholen door vakleerkrachten worden gegeven (bijv. godsdienst, lichamelijke opvoeding, crea,...) ook door onze studenten worden gegeven zodat zij voldoende oefenkansen krijgen. De student neemt dus de opdracht die verbonden is aan de klas over en kan daarbij verschillende begeleiders hebben (bijv. een leerkracht godsdienst, LO,...). De lessen/activiteiten die de stagiair zelfstandig realiseert en vooraf kan voorbereiden, moeten schriftelijk worden voorbereid. In het derde jaar van de opleiding wordt de lesvoorbereiding verkort en op een eigen sjabloon uitgewerkt. We vragen echter dat concreet wordt weergegeven: les- en leerplandoelen bronnen (leerplan, handboek, geraadpleegde werken) les- en kindspecifieke beginsituatie lesfases met tussenstappen (betekenisvolle titels!)

2 organisatorische aanpak (timing, werkvormen,...) differentiatie (in de lesvoorbereiding markeren in het geel) bordplan bijlagen opgeloste oefeningen (mag in eigen kladschrift) Binnen de zelfstandige stage is het niet noodzakelijk dat alle uitgeschreven lesvoorbereidingen vooraf worden getoond of nagekeken door de mentor; alleen lessen n.a.v. moeilijke of nieuwe leerstof worden bij voorkeur vooraf getoond en besproken. Als opleiding stellen wij algemene afspraken op maar in overleg met de student kan de mentor andere afspraken maken. Zorg dat hierover duidelijk wordt gecommuniceerd. Het is niet realistisch en zinvol om vooraf alle lessen voor de hele stageperiode voor te bereiden. Tijdens de stage is het belangrijk dat er ingespeeld wordt op de kinderen. Vandaar dat we als richtlijn meegeven om vooraf de lessen van de eerste twee weken voor te bereiden en doorheen de stage de overige lessen. Het is wel verstandig om al voldoende opzoekwerk te doen en materialen te verzamelen. Het is de opdracht van de student om de mentor op de hoogte te houden van het verloop van de lessen en de vorderingen van de leerlingen. Uiteindelijk blijft de klasleerkracht de eindverantwoordelijke die zich moet kunnen verantwoorden naar de directie en de ouders toe. Wat verwachten we van de mentor? Feedback en evaluatie Als mentor bent u er in de eerste plaats om de student te coachen en te ondersteunen. De mentor modelleert, geeft feedback, goede raad en aanmoediging waar nodig. Elke student heeft nood aan feedback. Het is belangrijk dat u de student zowel aangeeft wat goed loopt als waar de werkpunten zitten. Tijdens een zelfstandige stage hoeft de mentor niet voortdurend in de klas aanwezig te zijn. Het is zelfs belangrijk dat de student regelmatig alleen de klas kan leiden terwijl de mentor ander taken binnen het team opneemt. Anderzijds is het ook van belang om regelmatig een activiteit bij te wonen om voldoende zicht te krijgen op het functioneren van de student. Bij voorkeur tracht de mentor doorheen de stage de verschillende leergebieden te observeren. Leergebieden die moeizamer verlopen, kunnen strikter worden opgevolgd. Voor ons is het belangrijk dat de mentor het gedrag dat de student stelt op stage verzamelt op het observatieverslag (zie concrete toelichting op het formulier). Zo krijgen wij ook een duidelijk beeld van het functioneren van de student. We beschouwen dit observatieverslag als een aanvulverslag. De mentor noteert bij voorkeur gedurende de gehele stageperiode op het verslag. U kan er ook voor kiezen om

3 uw notities op een andere plaats te verzamelen en dit later op het observatieverslag te synthetiseren. Concrete tips mag u rechtstreeks met de student delen. Deze hoeft u niet mee op te nemen op het verslag. Indien de student meerdere mentoren heeft (duo-baan, leerkracht godsdienst, leerkracht LO, ), kunnen zij hun observaties in een andere kleur aanvullen in uw verslag of een afzonderlijk verslag invullen. Daarnaast verwachten we dat uw verslag aangevuld wordt met minstens 2 flitsmomenten. Flitsmomenten zijn korte, extra bezoeken van 15 à 20 minuten door andere teamleden. Ook zij beschrijven kort wat ze zien op het aanvulverslag of een zelfgeschreven document, waardoor we meer informatie krijgen. U werkt bij voorkeur digitaal met het oog op een vlotte en voldoende uitgebreide beschrijving van het gedrag van de student. De student bezorgt u op vraag een papieren versie indien u wenst manueel aan de slag te gaan. U bespreekt bij voorkeur minstens 2 keer per week uw observaties met de student. De digitale versie van het stageverslag kan u terugvinden op onze website educationmechelen.thomasmore.be. Tijdens de stagebegeleiding kan u steeds rekenen op de ondersteuning van de stagebegeleider van de opleiding. Deze neemt bij aanvang van de stageperiode contact met u op ter kennismaking. Bij vragen, bezorgdheden of suggesties raden wij u aan om contact op te nemen. Opgeven lesdoelen Met de student overlopen: de stageverwachtingen lessen- of uurrooster met de verschillende vakken gebruikte methodes en aanpak beginsituatie: kinderen, klasafspraken, klasaanpak (les)doelen voor de stageperiode (bij voorkeur plant de student zelf het rooster) administratieve en andere taken die van de student verwacht worden (klas verzorgen, bewakingen, aanwezigheidsregister, huistaken, school-/klasagenda, leerlingvolgsysteem, rapporten, ) (school)reglement/-visie Aangezien het voorbereiden van lessen tijd vergt van de student, is het belangrijk dat de student tijdig de lesdoelen (per vakgebied en voor de hele stageperiode) ontvangt. Expliciteer duidelijk welke taken van de student buiten het lesgeven worden verwacht: toezicht op de speelplaats of in de refter, begeleiden naar en van het zwembad, aanwezigheidsregister invullen, geld ophalen, agenda van leerkracht en leerlingen invullen, toetsen opstellen en verbeteren,...

4 Lesvoorbereidingen Tijdens deze stage hoeft de mentor de lessen van de student niet vooraf na te kijken. Het is wel de verantwoordelijkheid van de student om lessen naar aanleiding van moeilijke of nieuwe leerstof vooraf met de mentor te bespreken. Als opleiding stellen wij algemene afspraken op maar in overleg met de student kan de mentor andere afspraken maken. Zorg dat hierover duidelijk wordt gecommuniceerd. Data en stageactiviteiten Eerste kennismaking met mentor tijdens de contractendag op ma 8/10/2018 De student komt in de stageschool het stagecontract in orde brengen en legt contact met de mentor. De student vraagt de contactgegevens van de mentor en legt in overleg de stageperiode vast. Bij voorkeur observeert en participeert de student tijdens de namiddag. Eventueel worden er al bijkomende observatiemomenten gepland. Observatie- en participatiedagen We verwachten dat de student, exclusief de contractendag, minstens 2 halve dagen observeert en participeert. Minstens veertien dagen voorafgaand aan de stage, is het belangrijk om te bespreken met de student: concrete verwachtingen m.b.t. de stage werkwijzen en methoden die gebruikt worden beginsituatie van de kinderen lesdoelen Stageperiode van 6 opeenvolgende weken en min. 26 lesdagen (of 5 weken en min. 22 lesdagen) Voor derdejaars die op internationalisering gaan of kunnen afstuderen in januari, gaat deze stage tijdens het eerste semester door. Voor de andere studenten is dit een stage in het tweede semester. Bij de start van de stage verwachten we een stagemap (liefst digitaal) met daarin de voorbereidingen van de eerste twee weken. De lessen die doorheen de stage gegeven zijn, blijven beschikbaar in de stagemap. We vragen de mentor om de eerste week nog voldoende aanwezig te zijn in de klas om de student te begeleiden. Nadien kan dit worden afgebouwd zodat de mentor andere taken binnen de school kan opnemen. In functie van begeleiding verwachten we wel dat de mentor op regelmatige basis een activiteit bijwoont. Het is de opdracht van de student om de mentor op de hoogte te houden van het verloop van de lessen en de vorderingen van de leerlingen.

5 Na de stage De mentor mailt het aanvulverslag, na het mondeling besproken te hebben met de student, naar de student en zet de stagebeleider in cc. Ook eventuele bijkomende verslagen van andere mentoren worden opgenomen in deze mail.