Samenvattend verslag van de plenaire vergadering van de Drechtraad van 18 maart Opening, vaststellen agenda en mededelingen voorzitter

Transcriptie

1 Samenvattend verslag van de plenaire vergadering van de Drechtraad van 18 maart 2009 De volgende plenaire vergadering van de Drechtraad vindt plaats op 17 juni 2009 vanaf uur. Locatie: Stadhuis, Stadhuisplein 1 te Dordrecht 1. Opening, vaststellen agenda en mededelingen De voorzitter, de heer R.J.G. Bandell, opent de vergadering en heet alle aanwezigen van harte welkom. Berichten van verhindering/vervanging: Alblasserdam: dhr. Lok, dhr. Wesselius (wordt vervangen door dhr. Ruikes), dhr. De Gier (wordt vervangen door mw. Leeuwis) Dordrecht: mw. Van den Bergh en dhr. Hoogerduijn zijn vanaf uur aanwezig, dhr. Pols (wordt vervangen door mw. Van Benthem), dhr. Sleeking (wordt vervangen door dhr. Schalken), dhr. Van der Kruijff, dhr. Tazelaar, dhr. Tiebosch (wordt vervangen door mw. De Smoker), dhr. Van Dongen en dhr. Karapinar Hendrik-Ido-Ambacht: dhr. Dogger, dhr. Van Dijk (wordt vervangen door dhr. Ouwerkerk), dhr. Cramer en dhr. Groos Papendrecht: dhr. Scheurwater Sliedrecht: dhr. Pauw (wordt vervangen door mw. Visser), dhr. Den Besten Zwijndrecht: dhr. Loos (wordt vervangen door mw. Luijcx), dhr. Moorman en dhr. Willemstein ` Het stemgewicht van alle leden bedraagt 1147 Aanwezig zijn bij aanvang: 853 stemmen en afwezig 294 Vanaf uur aanwezig: 1021 stemmen en afwezig 126. Bij de vaststelling van de agenda verzoekt de heer De Jong (H-I-Ambacht) het ingekomen stuk: informatiebrief procesaanpak doorontwikkeling ROM-D als bespreekpunt op de agenda te zetten. Deze brief wordt geagendeerd onder agendapunt 7a. De voorzitter verzoekt de leden van de Drechtraad te gaan staan en deelt het volgende mee: Ons bereikte het droevige bericht van het overlijden van Adrie Bos. Adrie Bos was oud-raadslid in Alblasserdam. Hij is indringend betrokken geweest bij het ontstaan van de Drechtraad in 2004 en ook een erg betrokken lid van de Drechtraad. Het was een markant mens. Het bericht van zijn overlijden was voor velen een behoorlijke schok. We hebben namens de Drechtraad een brief aan de familie gezonden om hen heel veel sterkte toe te wensen bij het verwerken van dit hele grote verlies. Er worden enige ogenblikken stilte in acht genomen. Op agendapunt 5, Verordening langdurigheidstoeslag heeft zich een inspreker gemeld. De heer Jan Koppelaar krijgt gelegenheid kort in te spreken. De heer Koppelaar: de cliëntenraad Drechtsteden wil van deze gelegenheid gebruik maken om nadrukkelijk onder uw aandacht te brengen over welke groep medeburgers we het bij de langdurigheidstoeslag hebben. Dat gaat om een groep medeburgers die jarenlang op het absolute minimuminkomen zit. In onze adviezen waren twee speerpunten. De referentieperiode terugbrengen van 5 naar 3 jaar en de toekenningsgrens verhogen van 100 naar 110% van het sociale minimum. Gezien de discussie en de adviezen van de adviescommissie WZI hebben wij er als cliëntenraad heel veel vertrouwen in dat de referteperiode inderdaad 3 jaar gaat worden. De toekenningsgrens verhogen naar 110% is wellicht op dit moment een stap te ver. De cliëntenraad geeft uw raad in overweging al of niet bij motie de bestuurscommissie te verzoeken voor 2010 met een voorstel te komen waarbij een verhoging van de toekenningsnorm per januari 2010 gerealiseerd kan worden. De bestuurscommissie kan deze wens dan betrekken bij de toegezegde evaluatie van het totale minimumbeleid en door het uitspreken van de wens tot verhoging van het percentage geeft uw raad aan een grote prioriteit toe te kennen aan de langdurigheidstoeslag als

2 pagina 2 wapen tegen de armoedebestrijding. Bij besluitvorming wordt terecht veel aandacht aan geld besteed. In dit geval hoopt de cliëntenraad dat de raadsleden zich in de eerste plaats door hun hart laten leiden. De voorzitter deelt mee dat na de reguliere agenda er ook een discussie zou kunnen komen over de vraag of er niet een aantal zaken versneld kunnen worden uitgevoerd om daarmee in te spelen op de te verwachte effecten van de economische crisis. Dit kan alleen als de reguliere vergadering rond uur kan worden afgerond. 2. Ingekomen stukken: De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De lijst met ingekomen stukken is te raadplegen via maart Vaststellen samenvattend verslag Drechtraad 17 december 2008 De heer Nederpelt (Groenlinks, Dordrecht) heeft schriftelijk opgemerkt dat wanneer hij sprak dit was namens Groenlinks Drechtsteden en niet Groenlinks Dordrecht. De afkorting WSW staat voor Waarborgfonds Sociale Woningbouw en de afkorting Wsw staat voor de Wet sociale werkvoorziening. In de notulen moet WSW gewijzigd worden in Wsw. Bij punt 8 is een stukje tekst weggevallen. De laatste zin moet luiden: Hiermee sluit de voorzitter de discussie af en kenmerkt deze als de boeiendste van het afgelopen jaar. Met genoemde wijzigingen wordt het verslag vastgesteld. 4. Vragenhalfuur De heer Vissers (VVD, Zwijndrecht) heeft een vraag over de gezamenlijke bedrijventerreinenstrategie van de Drechtsteden. Op de site van het ministerie van VROM wordt, als het gaat over de Dordtse oevers en Ridderster, alleen Dordrecht genoemd en niet de Drechtsteden of ROM-D. Wanneer wordt de Drechtraad inhoudelijk geïnformeerd? Welke waarde heeft in dit geval onze gezamenlijke bedrijventerreinenstrategie als we op andere manieren ook die bedrijventerreinen gaan doen. Er zijn ook geluiden dat De Geer en Groote Lindt zelf ontwikkeld worden. Prima, maar waar is het belang van onze gezamenlijke bedrijventerreinenstrategie. Beantwoording door de heer Scholten (Economie): de ontwikkelingen in Dordrecht rondom de Dordtse oevers passen heel goed in de vastgestelde bedrijventerreinenstrategie. We hebben nog niet de ontwikkeling rondom de doorstart van de hernieuwde ROM-D vastgesteld. Bovendien kunnen ook altijd in die constructie gemeenten binnen de kaders die we hebben vastgesteld overgaan tot herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Dat gebeurt ook in Dordrecht. Prima dat deze initiatieven genomen zijn. Het Drechtstedenbestuur is hierover geïnformeerd. Binnen het portefeuillehouderoverleg Economie is hier ook meerdere malen over gesproken. U zelf kunt zich daar ook actief over informeren via internet. Wil de Drechtraad hier apart over geïnformeerd worden middels een carrousel, dan kunnen we dit organiseren. De heer Vissers: ik vind het nogal wat dat er geen enkele informatie naar de Drechtraad toekomt en wij zelf actief informatie moeten opzoeken. Ik heb het idee dat het Drechtstedenbestuur een actieve informatieplicht heeft. De heer Scholten: wat belangrijk is in de regionale samenwerking is dat als zaken echt regionaal worden opgepakt wij u gaan informeren. Op dit moment hebben wij hier geen regionale betrokkenheid bij. Het is een project van Dordrecht. Als we zouden moeten afwijken van het bestaande beleid dan was u actief door ons geïnformeerd. De heer Clements (namens CU/SGP-fracties): mijn vraag betreft de mogelijke vestiging van een containertransferium binnen de Drechtsteden. Het betrokken bedrijfsleven wil niet investeren in de mogelijkheid een terminal of een transferium te vestigen in Dordrecht. Dat blijkt o.i. duidelijk uit uitlatingen die via de pers tot ons zijn gekomen. Ook uw bestuur geeft dit aan in de laatste brief van 30 oktober De locatie in Alblasserdam blijft dan over als enige mogelijke locatie binnen de Drechtsteden. Wij zijn bezorgd over de voortgang van en informatieverstrekking rond dit dossier en stellen de volgende twee vragen: Kan het Drechtstedenbestuur aangeven hoe zij omgaat met het recht van Drechtstedenbestuur en Drechtraad om in het openbaar hierover te debatteren, te sturen en verantwoording af te leggen. En het recht van onze burgers op informatie en kennisname van de wijze waarop bestuurders hiermee omgaan?

3 pagina 3 Kan het Drechtstedenbestuur toezeggen dat er een openbaar debat over dit dossier heeft plaats gehad voordat er richtinggevende besluiten en/of toezeggingen richting marktpartijen of andere overheden worden gedaan? De heer Doodkorte (Ruimtelijke Ontwikkeling, Groen, Water en Milieu): toen het Drechtstedenbestuur van genoemd dossier op de hoogte werd gesteld hebben wij in eerste instantie aangegeven dat wij op dat containertransferium helemaal niet zitten te wachten. En als het toch zo moet zijn dat dit binnen de Drechtsteden een plaats moet krijgen dit dan meer moet gebeuren binnen de Dordtse zeehaven. Vervolgens hebben wij in januari een eerste bestuurlijke conferentie gehad met een aantal partners. Daarbij zijn vooral argumenten en posities gewisseld. Daar is opnieuw aangegeven dat de Drechtsteden er niet op zitten te wachten omdat het wat ons betreft weinig toevoegt, maar dat wij gelijktijdig onze oren niet willen sluiten voor de belangen van de Rotterdamse haven. In die conferentie is ons duidelijk geworden dat de private partners met voor hun plausibele redenen niets zagen in een containertransferium in de Dordtse zeehaven. Er zijn die dag geen besluiten genomen, maar een lijst met huiswerk opgesteld dat uitgewerkt zou moeten worden en ingebracht zou kunnen worden bij de tweede bestuurlijke conferentie eind maart. Dhr. Clement heeft volstrekt gelijk dat het handig zou zijn dat als je een politiek bestuurlijke afweging zou moeten maken daar een publiek debat bij hoort. Het zal u daarom niet vreemd voorkomen dat het recht dat daarop bestaat zowel binnen de afzonderlijke raden als binnen de Drechtraad niet ter discussie kan staan en het Drechtstedenbestuur dit ook niet ter discussie wenst te stellen. Je kunt wel de vraag stellen over het moment van zo n debat. En meer ook wat de momenten zijn waarop je omgaat met strategie en tactiek. In de infokamer heb ik begrepen dat ook vanuit de Drechtraad nadrukkelijk wordt gekoerst op een publiek debat voordat er onomkeerbare besluiten worden genomen. Gelijktijdig is het wel handig om te weten of je als Drechtstedenbestuur op de goede lijn zit met de boodschappen die wij aan de ambtelijke organisatie hebben meegegeven ter voorbereiding van de 2 e conferentie. Het 5-punten-lijstje zoals dat besproken is in de infokamer: - Havenfaciliteit incl. financiering: er moet duidelijkheid en overeenstemming zijn over hoe die faciliteit wordt georganiseerd en duidelijkheid over de financiering. - Commitment van de private partijen is noodzakelijk. - Afspraken over het niet conflicteren van het containertransferium met Noordoevers. - Afspraken over het onderliggende wegennet. Raakt primair de leefbaarheid van gemeente Alblasserdam en Papendrecht. Leefbaarheid mag niet verder worden aangetast. - En zoeken naar de planstudie welke consequenties dit heeft voor de A15. Deze vragen hebben we meegegeven aan de ambtelijke werkgroep en morgen zullen we hierover in het Drechtstedenbestuur nader van gedachten wisselen. De uitkomst hiervan wordt meegenomen in de bestuurlijke conferentie eind maart. Graag leg ik voor aan de Drechtraad of genoemde hoofdpunten ook voor de Drechtraad de kaders zijn waarbinnen wij kunnen gaan praten. Als hier antwoord op gegeven kan worden door de Drechtraad zou het vervolgens zo kunnen zijn dat vanuit deze afspraken er een openbaar debat kan plaatsvinden binnen een raad als Alblasserdam en ook binnen de nevenliggende gemeenten. In het meest optimale geval ligt er eind maart een onderhandelingsresultaat op tafel. Je kunt met partners een resultaat behalen maar dit moet bij de achterban worden teruggelegd. Dus moet zo n onderhandelingsresultaat eerst worden voorgelegd aan de 6 afzonderlijke raden en wanneer de resultaten daarvan bekend zijn, kunnen we als Drechtraad en Drechtstedenbestuur een finaal besluit nemen. De heer Clements: de vraag was wanneer kunnen we hier in het openbaar over praten en vervolgens komen er 5 punten met de vraag richting de Drechtraad of dit de goede punten zijn om mee te nemen. Daar ben ik wat door overdonderd. Dat kan op dit moment niet de bedoeling zijn van een gestelde vraag in een vragenhalfuurtje. Wanneer gaan we een openbaar debat aan? De heer Doodkorte: ik heb breed gereageerd omdat er bij de verschillende raden behoefte is hierover te praten. Wat de onderhandelingsresultaten betreft moeten de raden zich realiseren dat het niet strategisch of tactisch handig is om dit publiek te maken. Het debat hier kan pas gevoerd worden als er een ordentelijk onderhandelingsresultaat is. Dat gaat terug naar de raden en na akkoord van de raden krijgen we hier een debat. De voorzitter: als er op 30 maart een akkoord komt dat wij als bestuur willen voorleggen, kunnen daarmee de raden aan de slag en kunnen we op 17 juni a.s. een finaal debat hebben in de Drechtraad. Mevrouw Burger (Lijst Burger, H-I-Ambacht): wordt er door alle partijen dan gewacht op de uitspraak van de Drechtraad op 17 juni? De voorzitter: als wij het niet willen dan gaat het ook niet gebeuren, tenzij het rijk een dwingende aanwijzing geeft. De heer Ruikes (Alblasserdam): het presidium van Alblasserdam heeft gisteravond besloten om in de eerstvolgende raadsvergadering in het openbaar over dit punt te gaan vergaderen. De

4 pagina 4 uitkomsten hiervan willen we nog graag aan de portefeuillehouder meegeven vóór de 2 e bestuurlijke conferentie. De heer Van der Stelt (Papendrecht): in Papendrecht hebben we besloten a.s. maandag in beslotenheid te vergaderen over deze zaak. Er wordt nu gekeken naar acceptatie en aanscherping van bepaalde voorwaarden, maar wat mij nog meer bezig houdt is de vraag hoe we kunnen voorkomen dat dit ons overkomt. Wat zijn de afwegingen geweest om te kiezen voor deze strategie? Als hier nu niets over gezegd kan worden mogen we dat dan in het integrale voorstel op 17 juni vernemen? De heer Doodkorte: het lijkt me niet onlogisch om hier in het debat op 17 juni met elkaar volstrekte helderheid over te krijgen. Mevrouw Leeuwis (VVD, Alblasserdam): klopt het dat het Drechtstedenbestuur morgen over de 5 uitgangspunten gaat besluiten? De heer Doodkorte: het Drechtstedenbestuur probeert morgen haar policy te bepalen ten aanzien van de manier waarop wij de conferentie van 30 maart ingaan. 5. Verordening langdurigheidstoeslag Aan de Drechtraad wordt gevraagd de langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Drechtsteden vast te stellen. Mevrouw Van Benthem (VVD regiofractie): de VVD-fracties staan in principe sympathiek tegenover het inkorten van de referteperiode van 5 naar 3 jaar. We zouden ons, zoals door de heer Koppelaar aangegeven, door ons hart willen laten leiden, maar vinden het belangrijk dat we daartoe eerst een evaluatie hebben gehad van het minimabeleid van de afgelopen periode. De norm verhogen naar 110% vinden we vooralsnog niet aan de orde. Werken moet blijven lonen. Het inkorten van de referteperiode willen we niet eerder doen dan na de evaluatie, mede ook vanwege het financieringsprobleem van de kosten die hiermee gemoeid zijn. Dit zou moeten gebeuren uit het overschot van het inkomensbudget uit de Wwb, maar wij verwachten niet dat er in 2009 sprake zal zijn van een overschot. Dus moet eerst de dekking van de financiële middelen duidelijk zijn. We willen de verordening vaststellen en wachten de evaluatie in september af en willen naar aanleiding daarvan een herziening in overweging nemen. De heer Schalken (Beter voor Dordt): wanneer uit de evaluatie blijkt dat doelgroepuitbreiding naar 110% goed te dekken is, staat de VVD hier dan niet negatief tegenover? Mevrouw Van Benthem: vooralsnog hebben we daar veel meer informatie voor nodig en is wat ons betreft werken moet lonen leidend en dient een armoedeval voorkomen te worden. De heer Nederpelt (Groenlinks, Dordrecht): mevr. Van Benthem gaf aan dat het ook ligt aan de financiële situatie van de Drechtsteden. Hoe schat mevr. Van Benthem de financiële situatie in van de 2300 mensen als het zover gaat komen? Mevrouw Van Benthem: de financiële situatie van die mensen is dermate belangrijk en ook penibel dat we vinden dat je daar een degelijke, structurele en ook langdurige dekking voor moet kunnen garanderen. De heer Verheij (namens SGP/CU-fracties): wij voelen sterk mee met het betoog van de heer Koppelaar. Zeker ook in deze tijd van economische crisis moeten we zorgen voor een goed vangnet voor mensen die al langdurig in een minimumsituatie leven. We begrijpen ook de overwegingen van de bestuurscommissie. We willen het Drechtstedenbestuur en de bestuurscommissie vragen duidelijk te onderzoeken of het financieel mogelijk is en of het in het kader van de armoedeval zin heeft om genoemde maatregelen te treffen. Binnen de middelen van zowel de Sociale Dienst als de Drechtsteden moet gekeken worden wat er financieel mogelijk is. Wanneer het Drechtstedenbestuur deze wens van ons in haar onderzoek betrekt kunnen wij instemmen met het voorliggende voorstel. De heer Schalken (Beter voor Dordt): wij zullen voor nu tot de evaluatie het voorstel van de adviescommissie ondersteunen waarbij wij wel willen aangeven dat we graag zien dat de referteperiode naar 3 jaar gaat. We ondersteunen van harte het pleidooi van de cliëntenraad en de FNV Drechtsteden. Met de gegevens uit de evaluatie kunnen we bekijken hoe we toe kunnen werken naar het voorstel van de cliëntenraad en de FNV Drechtsteden. Van groot belang is dat alle gegevens op tijd beschikbaar zijn. Mevrouw De Smoker : ECO-Dordt sluit zich aan bij de woorden van Beter voor Dordt. Wij gaan ervan uit dat die evaluatie in september op ons bureau zal liggen. De heer Nederpelt (Groenlinks) onderschrijft de vorige twee sprekers.

5 pagina 5 Mevrouw Hofland (CDA regiofractie): het lijkt ons verstandig om na de evaluatie afwegingen te maken binnen het totaalpakket van maatregelen en tot die tijd het huidige voorstel van de bestuurscommissie te volgen. Mevrouw Visser (ProSliedrecht): het is al bekend wat het terugbrengen van de referteperiode kost. Een referteperiode van 5 jaar terugbrengen naar 3 jaar kost de Drechtsteden op jaarbasis. Het gaat over een doelgroep die zich helemaal niets kan permitteren, ook niet 2 jaar extra wachten. Wij vinden dat we heel snel over moeten gaan tot het terugbrengen van de referteperiode van 5 naar 3 jaar en gezien de omzet binnen de Drechtsteden van ruim 200 miljoen moet het niet zo moeilijk zijn om jaarlijks euro te vinden. Mevrouw Van den Bergh: PvdA Drechtsteden steunt het voorstel van de commissie, maar wij hebben wel een motie. Er is een onderzoek toegezegd, maar daarbij willen wij aangeven wat wij precies in beeld willen hebben. Wij denken dat het heel verstandig is het totale minimabeleid en de bijzondere bijstand goed te laten onderzoeken om te kijken wat het meest effectief is en om uiteindelijk in het najaar een definitieve beslissing te nemen over de langdurigheidstoeslag in relatie met ons minimabeleid en de bijzondere bijstand. De motie wordt ingediend samen met het CDA. Maar ook de woordvoering SGP/CU is helemaal in lijn met de motie. Mevrouw De Smoker vraagt of mevrouw Van den Bergh een gedachte heeft over wat het meest effectieve beleid zou zijn. Anders wordt het wel een heel groot onderzoek. Mevrouw Van den Bergh: er staat duidelijk in de motie wat we willen onderzoeken. Mevrouw Van Benthem: er wordt gesproken over een evaluatie en u heeft het over een grondige evaluatie en een onderzoek. Zijn dit twee woorden voor hetzelfde? Mevrouw Van den Bergh: wij willen een onderzoek naar het effect van wat je wilt bereiken binnen deze regio met de gelden die je hebt en hoe je die zo effectief mogelijk kunt inzetten voor de betreffende doelgroep. Mevrouw Van Benthem: dan kunnen we toch ook naar andere gemeenten kijken waar ze al jaren 110% geven. Mevrouw Van den Bergh: wij willen dit voor onze regio in kaart hebben om een welbewuste keuze te maken. Mevrouw De Smoker: ik wacht gaarne het advies van de portefeuillehouder af, maar ik daag de PvdA hierin wel uit wat duidelijker te zijn in wat je nu precies onderzocht wil hebben. Mevrouw Van den Bergh: het is een evaluatie van het minimabeleid, maar daaronder vallen een heleboel maatregelen. Mevrouw Van Benthem: u bedoelt een grondige evaluatie van alle maatregelen, maar wat is dan de toegevoegde waarde van deze motie? Mevrouw Van den Bergh: het is het duidelijk maken van het voorstel, met een duidelijke termijn erbij, en het onder de loep nemen van de diverse maatregelen waardoor je het verstandigste besluit kunt nemen. Mevrouw Visser: toen wij de Sociale Dienst Drechtsteden met elkaar oprichtte zijn ook de minimabeleid nota s van alle 6 gemeenten bij elkaar gelegd en is er gezegd dat die geharmoniseerd en geoptimaliseerd zouden worden en dat zou het nieuwe minimabeleid worden. Dus eigenlijk moeten we met elkaar aannemen dat we op dit moment een goed minimabeleid hebben. Al diegenen die nu pleiten voor dat onderzoek en de beslissing willen uitstellen tot september die wil ik wel vragen wat ze doen als blijkt dat alles gewoon gebruikt en goed aangewend wordt. Blijven we dan op 5 jaar? Of is iedereen dan wel bereid middelen te zoeken om de periode in te korten? Mevrouw Van den Bergh: ik kan niet voor andere leden van de raad spreken, maar wij hebben duidelijk gezegd dat wij onze mening bepalen op basis van de resultaten van dat onderzoek. De voorzitter leest de motie van de PvdA en het CDA voor (zie bijlage bij dit verslag). Beantwoording door de heer Spigt (voorzitter bestuurscommissie): ik leg de motie zo uit: er is sprake van een evaluatie van het minimabeleid. Dat gaan we in het najaar met u bespreken. Eerst via de commissie WZI en daarna hier in de Drechtraad. Het gaat niet over een onderzoek naar het complete minimabeleid, maar een evaluatie van het huidige minimabeleid om vast te kunnen stellen of de verschillende maatregelen die daarvan onderdeel uitmaken nog wel passend zijn en of dit niet slimmer kan worden georganiseerd. Wat we willen bereiken met die evaluatie is aan de ene kant een versimpeling van het minimabeleid, dus een helderder maatregelenpakket en aan de andere kant wellicht daardoor ook meer ruimte binnen het budget om bijv. rondom die langdurigheidstoeslag extra middelen binnen het armoedebeleid-budget te kunnen genereren. Dat zijn de vragen waarvoor we staan. In het najaar kunnen we daar dan met elkaar afspraken over maken. Tot die periode willen we graag de huidige regelingen handhaven en uitvoeren. Het tweede punt (in de aangepaste motie het derde punt) zou ik willen afwijzen. Want dat gaat nl. over het inzichtelijk maken van de financiële situatie van bijstandsgerechtigden. Ik heb geen idee hoe ik dat onderzoek zou moeten doen. Mijn voorstel zou zijn om vooral het laatste deel (het betrekken van welke maatregelen het meest effectief zijn) uit te voeren. Dus niet onderzoeken hoe het inkomen van bijstandsgerechtigden is opgebouwd,

6 pagina 6 maar vooral hoe we kunnen zorgen dat voor die mensen naast inkomensondersteuning ook voldoende middelen beschikbaar zijn om participatie in de samenleving mogelijk te maken. Als dat de uitleg is die ik aan de motie zou kunnen geven dan is er geen enkel bezwaar om de motie over te nemen. Dan kunnen we in het najaar met elkaar het minimabeleid en de evaluatie bespreken. Tot die tijd handhaven we het huidige beleid en kan de verordening vastgesteld worden. 2 e termijn Mevrouw Van Benthem wil horen wat de PvdA vindt van het voorstel van de heer Spigt. Mevrouw Van den Bergh: wat ons betreft zijn wij akkoord met het voorstel van de heer Spigt (1 e deel van de 3 e bullit vervalt). Mevrouw Hofland: ook voor het CDA is dit akkoord. Mevrouw van Benthem en de heer Verheij stemmen in met de motie. De heer Schalken: voor Beter voor Dordt is de motie overbodig. Mevrouw De Smoker: Ook bij het aanpassen van de motie is deze voor ECO-Dordt overbodig. Mevrouw Visser wijst de motie af. De heer Nederpelt: we willen de wethouder nog meegeven niet alleen te kijken naar de ontwikkelingen binnen de Drechtsteden, maar ook naar de ontwikkelingen binnen Nederland. De verordening wordt vastgesteld met 1009 stemmen voor en 12 stemmen tegen (mevrouw Vissers Pro Sliedrecht). Omdat de portefeuillehouder de motie grotendeels overneemt wordt deze ingetrokken. 6. Plan van aanpak evaluatie Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) Aan de Drechtraad wordt gevraagd in te stemmen met het plan van aanpak en daarmee akkoord te gaan met het in gang zetten van de evaluatie van de bestuurlijke samenwerking en de voorbereiding van de evaluatieopdracht namens de Drechtraad en Drechtstedenbestuur door de commissie Scholten II. De heer Van Pelt (Groen Links, Zwijndrecht) herinnert aan een nieuwsbrief van de Drechtsteden uit Daarin zei Hans Dijkstal: er was geen vooringenomenheid, geen enkel ander belang dat meespeelde. In het verslag van de voorbereidingsvergadering voor de commissie Dijkstal uit 2003 staat o.a. gezamenlijke identiteit en bestuurlijke slagkracht ontwikkelen en naar buiten toe op de kaart zetten. Dit vind je ook terug in de aanbevelingen. Zo werkt het dus. De Drechtsteden willen intensiever samenwerken en hebben daar een autoriteit voor nodig (commissie Dijkstal) en die adviseert hen datgene wat je geadviseerd wil worden. 3 Van de 5 leden van deze commissie zijn lid van de PvdA, een partij die in de Drechtsteden al veel posities heeft en waarvan de toenmalige voorzitter van de VROM-raad direct na afloop van het rapport Dijkstal bestuursvoorzitter werd van AM Wonen, dat vervolgens op 3 plekken op het door hem geadviseerde gebied ging bouwen. Ik vond dat dubieus. Nu lees ik in de brief van de commissie Scholten II dat ze dezelfde mensen willen aanstellen. Eén daarvan is nog steeds bestuursvoorzitter van AM Wonen en hij is inmiddels ook al voorzitter van de Neprom (de vereniging van Nederlandse projectontwikkelaars). Deze persoon wil ik ter discussie stellen. Ik wil vasthouden dat er geen vooringenomenheid is en geen enkel ander belang dat meespeelt. Verder wil ik pleiten voor meer echte openheid en wil ik verslagen van gesprekken kunnen inzien, dit laatste n.a.v. het niet beschikbaar zijn van verslagen van de gesprekken van de commissie Dijkstel met onze portefeuillehouders. De heer Pasveer (namens SGP/CU-fracties): wij hebben een flitsprogramma gehad 18 februari jl. Daarin zijn 2 relevante zaken naar voren gekomen: a) uitbreiding externe partijen om onderzoek aan de zijlijn mee te volgen en b) aanwezige Drechtraadleden kunnen klankborden met de deelnemers van de commissie Scholten II. U wilt in de evaluatie het piekenverhaal meenemen en overstappen op een eigen invulling van de bestuurskracht. Van de voordracht van de personen hebben wij niet eerder kennis kunnen nemen. Wij mogen aannemen dat de voorgedragen personen op voldoende afstand staan van de organisatie die aan de evaluatie wordt onderworpen. De Rekenkamer gaat een evaluatie doen van de GRD. Dit leidt misschien tot andere conclusies. Dan moeten we wel besluiten aan welk resultaat door het Drechtstedenbestuur of Drechtraad voorrang wordt gegeven. Wij nemen aan het resultaat van het onderzoek van commissie Scholten II. De heer Van der Stelt (CDA-fracties Drechtsteden): afgesproken is de GR in 2009 te evalueren. Wij onderschrijven het belang hiervan. Voor ons is van belang dat er bij de evaluatie serieus om wordt gegaan met de opmerkingen die gemeenten bij MM 1 en later hebben gemaakt. Is de huidige regeling voldoende toegesneden om inhoudelijke samenwerking vorm te geven? Inhoud gaat boven vorm. Het is belangrijk ons ambitieniveau helder en toekomstgericht te formuleren en

7 pagina 7 op basis daarvan door te vertalen in een transparant samenwerkingsmodel. Versterkte bestuurlijke samenwerking vraagt er ook om dat opnieuw naar posities van regionale spelers en externe partners wordt gekeken. Wij gaan graag akkoord met het inschakelen van de externe visitatiecommissie. De commissie Dijkstal heeft in 2005 uitstekend werk verricht. Wij zien geen belangenverstrengeling. Deze gerenommeerde mensen zullen het onderscheid in de praktijk zeker respecteren. We gaan akkoord met de hoofdlijnen van het plan van aanpak. De heer Van Pelt: vindt u dat iedere vorm van schijn van belangenverstrengeling vermeden moet worden? De heer Van der Stelt: deze mensen hebben in 2005 naar ons idee onafhankelijk hun werk verricht en hun opdracht excellent uitgevoerd. Ik heb niet het gevoel dat deze commissie zijn opdracht niet onbevangen en onpartijdig zou kunnen voortzetten. De heer Van Pelt: als iemand voorzitter is van Neprom dan mag je gerust stellen dat er sprake is van belangenverstrengeling. De voorzitter merkt op dat er geen bouwlocaties worden onderzocht door de commissie. Er is geen enkele reden om aan integriteit van mensen te twijfelen tot het tegendeel bewezen is. De heer Van Pelt: het gaat er niet om dat ik aan iemands integriteit twijfel, het gaat er om dat een bepaalde rol niet past bij een andere rol. Een conflicterende rol. De heer De Jong (namens raad H-I-Ambacht): we kunnen instemmen met het plan van aanpak. Een paar opmerkingen: graag een heldere formulering van de vragen in de enquête. We zien niet alleen graag terug de achterstand van informatie van raadsleden waardoor de besluitvorming onder druk zou komen te staan, maar ook daadwerkelijk de legitimiteit van de Drechtraadleden. We hebben daar een soort gekunstelde constructie voor, waarbij we of namens een regionale fractie optreden of namens een gemeente. Dat loopt door elkaar heen. Het zou mooi wezen als hier bij de evaluatie aandacht aan besteed wordt en daar een helder advies over komt. Tijdens de raadscarrousel van 18 februari is er wat input gegeven over externe partijen die betrokken worden bij het onderzoek. Dat juichen we toe. We missen nog wel de input van burgers zelf. Graag de feedback die door burgers gegeven wordt meenemen in de evaluatie. De heer Exoo: de PvdA-fractie Drechtsteden onderschrijft het belang van de evaluatie. We hebben wel vragen over de manier waarop de samenstelling van de commissie Scholten II tot stand is gekomen. We kiezen er iedere keer voor om elke gemeente te laten vertegenwoordigen en dan het liefst ook nog alle politieke kleuren. Bij volgende commissies vinden wij eigenlijk dat de Drechtraad beslist wie ze afvaardigen in een bepaalde commissie en dan zou het eigenlijk zover moeten kunnen komen dat we met 3 mensen van de Drechtraad een commissie bemannen. Beantwoording door de heer Scholten (Economie): de bedoeling van de commissie is dat we zo open mogelijk met velen in debat gaan om onze manier van samenwerking binnen de regio te kunnen verbeteren. Dus echte maximale openheid. Ons zelf echt tegen het licht houden om te kijken waar we ons functioneren kunnen verbeteren of veranderen. De legitimiteit van de Drechtraadleden is één van de belangrijkste dingen. We moeten een antwoord zien te vinden over hoe wij daarmee denken om te gaan naar de toekomst toe. We hebben hele goede ervaringen met de kritische commissie Dijkstal. Deze commissie heeft ons getriggerd om niet alleen mooi glossy folders te vervaardigen, maar hard aan het werk te gaan. Het is juist heel aardig om diezelfde mensen in dezelfde samenstelling opnieuw te laten kijken naar ons functioneren een aantal jaren verder. Het onderzoek van de Rekenkamer is nevengeschikt aan de commissie Scholten II. We hebben afgesproken dat we formeel schriftelijk de Rekenkamercommissie zullen informeren dat we hiermee bezig zijn. We kunnen hier altijd met de Rekenkamer over spreken, maar het zijn wel twee verschillende trajecten, met mogelijk twee verschillende uitkomsten. U bepaalt zelf wat u doet met de uitkomsten van beide onderzoeken. Het lijkt me goed dat een volgende keer de Drechtraad een commissie benoemd. Bij de samenstelling van de commissie hebben we meer gekeken naar de verdeling over de gemeenten en de verdeling qua burgemeesters, wethouders en Drechtraadleden en niet zozeer naar de politieke kleur. Dank voor het vertrouwen. We zullen al uw behartenswaardige woorden nadrukkelijk meenemen. De voorzitter kan na de 2 e termijn waarin alleen de heer Van Pelt nog het woord neemt concluderen dat ingestemd wordt met het plan van aanpak en daarmee ook met de evaluatie en de voorbereiding van de evaluatieopdracht namens de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur door de commissie Scholten II met daarbij de aantekening dat de heer Van Pelt tegen de samenstelling van de commissie heeft gestemd. 7. Financiële consequenties kredietcrisis Aan de Drechtraad wordt gevraagd kennis te nemen van de informatiebrief d.d

8 pagina 8 De heer Vissers (VVD, Zwijndrecht) vraagt of toezeggingen die zijn gedaan in de carrousel van heden middag geldig zijn of moeten deze hier opnieuw besproken worden? De voorzitter geeft aan dat aangenomen mag worden dat toezeggingen gedaan in een carrousel geldig zijn. Mevrouw Burger (lijst Burger, H-I-Ambacht) vindt dit vervelend. Zij was niet in de gelegenheid vanmiddag die carrouselbijeenkomst bij te wonen. Er worden geen notulen gemaakt, maar er worden wel toezeggingen gedaan, dan zou je de status van zo n bijeenkomst ter discussie moeten stellen. De voorzitter geeft aan dat genoemde bijeenkomsten nooit besluitvormend zijn, maar informerend. Wanneer er vragen worden gesteld aan de portefeuillehouder en die zegt in antwoord op die vragen iets toe, dan lijkt me dat volkomen normaal bestuurlijk verkeer. Hier worden de zaken gedaan die we notuleren en daar kunnen we elkaar aan houden. De heer De Graaf (namens Papendrecht): de gemeenteraad van Papendrecht ziet nog geen aanleiding om op voorhand over te gaan tot versterking van het weerstandsvermogen. Vanuit het standpunt dat de deelnemende gemeenten verantwoordelijk zijn voor het financieel welzijn van de GR Drechtsteden is er formeel geen vereiste tot vorming van weerstandscapaciteit op dit moment. Vanuit doelmatigheid en doeltreffendheid heeft Papendrecht geen principieel bezwaar tegen het vormen van reserves binnen de GRD. Papendrecht pleit ervoor het treasurybeleid weer te verruimen, maar nog wel te beperken tot de Nederlandse financiële instellingen. De heer Verheij (namens Alblasserdam): we moeten realistisch zijn. Dat staat los van de maximale inspanning die we van het Drechtstedenbestuur verwachten om nog zo veel mogelijk geld terug te halen. Voor ons is duidelijk scenario 2 van de accountant aan de orde. Daarnaast is voorzichtigheid ook heel belangrijk. We moeten zo zuiver mogelijk besluiten op basis van de reële situatie. We verzoeken bij de bestemmingsvoorstellen serieus een reservepotje op te bouwen om een stevige schok aan te kunnen. De heer Ouwerkerk (namens H-I-Ambacht): we moeten een realistische vaststelling hebben van de vermogenspositie en dan is een vordering op 100% niet verstandig. De heer Van Gameren (namens PvdA Drechtsteden): wij denken dat we voorbereid worden op het afscheid nemen van die 7 miljoen. Het Drechtstedenbestuur heeft hier wel erg laconiek op gereageerd. Ook wij zien meer in de 2 e optie van de accountant. De PvdA-fractie zou graag geïnformeerd willen worden over de gevolgen van de sociaaleconomische crisis zoals die nu aanlandt in de regio Drechtsteden. In welke sectoren slaat die crisis in onze regio toe? Kunnen we hier in een komende carrousel over geïnformeerd worden? Wij zijn als fractie nog niet zover dat we al afscheid willen nemen van mogelijke zoektocht naar gelden die wellicht nodig zijn om een aantal maatregelen te treffen, die anders zijn dan alleen het intensiveren van een piekenverhaal. Beantwoording door de heer Tegelaar (Financiën-Sport): er zijn in de informatiekamer geen toezeggingen gedaan. Ik heb alleen gesproken over normaal bestuurlijk handelen en wat je weegt. In principe is het zo dat je bij de waardering van de vordering de bedrijfseconomische uitgangspunten hanteert en dat je uiteindelijk bij de rekening al dan niet besluit de vordering af te waarderen. Daar volgt een goedkeurende verklaring op van de accountant en daarmee is dat dan een feit. Als je de vordering afwaardeert komt dat ten laste van de algemene reserve. Wanneer deze negatief wordt is het de bedoeling dat we een plan maken om dit weer in te lopen. De tweede mogelijkheid is dat de vordering nominaal gewaardeerd blijft. En daarna is de bestemming van het resultaat aan de Drechtraad. Dan kan het ook nog zijn dat het Drechtstedenbestuur vanuit behoedzaamheid een bestemmingsreserve gaat vormen die volgens de normale verdeelsleutel ten laste gaat van de gemeenten. Wat dan nog overblijft komt voor uitkering in aanmerking. Collega Van Steensel heeft nog wat informatie over signalen omtrent de waardering van de vordering. De heer Van Steensel (Regionaal Bureau Leerplicht, KIS-D/regionaal Grote Stedenbeleid): de kans dat we een aanzienlijk bedrag terug krijgen, de inschatting is 80%, is gestegen omdat het type vordering dat wij hebben op de Landsbanki een preferente positie heeft boven die van een aantal andere grote investeerders uit met name Amerika. Het kan wel een paar jaar gaan duren voordat het geld feitelijk is bijgestort. Het is wel van belang dat we hier met z n allen één lijn in blijven trekken en dat we ons daarin als gezamenlijke overheden laten adviseren door de accountant. Tegenvallers direct afboeken is misschien niet verstandig en neigt naar huis-tuin-en-keukenpsychologie. De heer Ouwerkerk bedankt spreker voor deze classificering van zijn bijdrage. De heer Verheij: u valt hiermee wel uw collega af die het heeft over goed koopmansgebruik, eerst je verliezen incasseren en afwachten tot de verwachte winst binnen komt. De heer Van Steensel: er is absoluut geen tweespalt binnen het bestuur. Het advies van de heer Tegelaar om het advies van de accountant te volgen is buitengewoon verstandig. En pessimisme op dit punt zoals blijkt uit uw

9 pagina 9 verhaal De heer Verheij interrumpeert de heer Van Steensel met de opmerking dat hij de bijdrage van zijn kant hiermee wel disclassificeert en dat wordt betreurd. In de 2 e termijn wordt vooral de heer Tegelaar door de heer Verheij bedankt voor zijn duidelijke en juiste beantwoording. Laten de deskundigen maar een oordeel vellen over de signalen die bekend zijn. Wij kunnen als Drechtraad vanuit onze optiek altijd nog de bestemming aanpassen, zodanig dat we die realiteit zelf maar onder ogen zien. De portefeuillehouder wordt gevraagd in het kader van de bestemmingsvoorstellen serieus rekening te houden met het feit dat hier wat moet gebeuren. De heer Ouwerkerk geeft nog aan dat hij het idee heeft dat we van de accountant te veel ruimte krijgen. De voorzitter deelt mee dat het bestuur met deze zaak zeer serieus bezig is. We proberen zo snel mogelijk zo veel mogelijk geld terug te halen. De informatiebrief wordt door de Drechtraad voor kennisgeving aangenomen. 7a. Brief d.d. 2 maart 2009 over de procesaanpak doorontwikkeling ROM-D De voorzitter maakt melding van het feit dat er een nieuwe directeur bij de ROM-D is benoemd, de heer Vismans. De heer Vismans krijgt gelegenheid zich kort te presenteren. De heer Vismans is lang actief geweest in de beleggings- en ontwikkelingswereld en geeft aan het fijn te vinden om zodra hij is ingelezen en ingewerkt in de ROM-D gelegenheid krijgt zich hierover richting de Drechtraad te uiten. De heer De Jong (namens H-I-Ambacht): naar aanleiding van een vraag van mevrouw Burger uit H- I-Ambacht is er een reactie gestuurd waarin aangegeven staat dat de toezegging om op deze Drechtraad terug te komen op de beslisnotitie niet gehaald is. Vanuit H-I-Ambacht hebben wij er moeite mee dat dit niet tijdens de Drechtraad toegelicht wordt, maar in een infokamer. De conclusie die door H-I-Ambacht getrokken is, is dat het Drechtstedenbestuur heeft ingezien dat het een complexiteit is die groter is dan men in eerste instantie had vermoed. Als het gaat over de antwoorden op de gestelde vragen vanuit H-I-Ambacht staat er in de brief dat H-I-Ambacht nog apart benaderd zal worden en antwoord zal krijgen. Tijdens de discussie die in december gevoerd is, zijn niet alleen vragen vanuit H-I-Ambacht gesteld maar ook door andere woordvoerders. De opmerking bij het bedrijfsplan ROM-D: de bevoegdheid tot het vaststellen van het bedrijfsplan ligt bij de bestuursorganen van de ROM-D. Dit is geen taak van de Drechtraad. Volgens ons is dat in tegenspraak met het oorspronkelijke plaatje. De juridische structuur en het treasury-instituut zijn wel zaken waarvan wij vinden dat wij daar als Drechtraad wat over te beslissen hebben. Het bedrijfsplan komt in oktober in de Drechtraad, maar alleen ter kennisname. Daar hebben wij moeite mee en we zijn benieuwd wat de andere Drechtraadleden hier van vinden. Beantwoording door de heer Scholten (Economie): omdat het complex is heeft het bestuur meer tijd nodig en ligt er pas in september een standpunt. Het is daarentegen ook van onschatbare waarde dat we in december 2008 een intentieverklaring hebben uitgesproken met elkaar om onder bepaalde voorwaarden door te gaan met het inzetten van de weg naar de nieuwe ROM-D. Dat heeft ook geleid tot het aantrekken van een nieuwe directeur en dat betekent dat we nu met nieuw elan een hele lange slepende tijd achter ons hebben gelaten en voortvarend bezig zijn om in het belang van al die gemeenten hiermee verder te gaan. De nieuwe ROM-D is in het kader van de kritische economische situatie waarin we nu zitten van onschatbaar belang. We staan voor een nieuwe structuur van de ROM-D, met een nieuwe juridische constructie. De Drechtraad en de individuele gemeenteraden moeten daar een besluit over nemen. De gemeenteraden hebben ook nog aandelen van de ROM-D. Dat gaat veranderen, maar dat kan alleen met besluitvorming binnen de gemeenteraden. Als we de nieuwe ROM-D op de rails hebben staan dan kunnen er plannen worden ingebracht bij die nieuwe ROM-D op basis van de bedrijventerreinenstrategie, op voorspraak en voorstel van het Drechtstedenbestuur door de Drechtraad. Onontbeerlijk is dan dat de Drechtraad inzicht heeft in de wijze waarop mogelijk de ROM-D dat zou kunnen dragen. De ROM-D is zelf verantwoordelijk voor een bedrijfsplan. De heer De Jong: de verwarring die ontstaat door de brief is dat bij het bedrijfsplan ook staat de juridische structuur en het treasury-instituut. De heer Scholten: als het gaat om de juridische structuur die leidt tot een nieuw constructie van de ROM-D dan gaat u daar over. U moet instemmen met die nieuwe juridische constructie. U krijgt ook inzage in het bedrijfsplan en dat is belangrijk omdat u dan kunt beoordelen of u het verantwoord vindt om de ROM-D een aantal projecten uit te laten voeren. Voor de rest ligt een belangrijk deel van de zeggenschap, niet van de uitvoering, bij het Drechtstedenbestuur en wij dienen open en transparant te zijn richting de Drechtraad. U kunt ons altijd ter verantwoording roepen. Een heleboel uitvoeringszaken is voor het bedrijf zelf. U krijgt in oktober eerst nog de

10 pagina 10 vraag voorgelegd of u wilt instemmen met de nieuwe juridische structuur, zodat de nieuwe ROM- D op poten kan worden gezet. De heer De Jong: dank voor deze uitleg. De enige opmerking die ik nog wil maken is dat wij 2 maart deze brief krijgen, vrij laat als u nu zo vol overtuiging verdedigt waarom het proces zo lang duurt. We hadden deze brief dan toch eerder moeten krijgen. Ik heb geen Drechtraadleden gehoord die ook behoefte hebben antwoorden te krijgen op de vragen die H-I-Ambacht heeft gesteld. De heer Scholten: Ik ben al wel in een aantal gemeenten geweest om uitleg te geven over de nieuwe ROM-D, nog niet in H-I-Ambacht. Ik laat mij graag uitnodigen in uw gemeenteraad. De heer De Jong: de toezegging is gedaan dat wij deze maand nog de antwoorden krijgen en ik zal er binnen ons presidium voor pleiten dat u uitgenodigd wordt. De voorzitter deelt nog mee dat een mooi effect van de besluitvorming in december 2008 is dat de provincie in beweging is gekomen en inmiddels de voordracht voor de Staten echt door GS wordt voorbereid. Dat was één van de belangrijkste redenen om in december ten principale een aantal besluiten te nemen. De heer Ouwerkerk merkt nog op dat in deze decembervergadering óók is toegezegd dat de vragen van H-I-Ambacht in maart 2009 beantwoord zouden worden, maar dat is dus niet gebeurd. De voorzitter geeft aan dat dit bij hem ook weinig aanleiding geeft tot vreugde. 8. Hamerstukken a. Accountantscontrole 2009 Aan de Drechtraad wordt gevraagd Deloitte Accountants BV voor 2009 te benoemen als controlerend accountant en in te stemmen met de aanpak van de accountantscontrole De Drechtraad stemt hiermee in. b. Overdracht Bureau Leerplicht en Vroegtijdig Schoolverlaten (BLVS) Aan de Drechtraad wordt gevraagd kennis te nemen van de wijziging van de GRD en in te stemmen met enkele financiële aspecten. De voorzitter deelt mee dat het bestuur van Zuid-Holland-Zuid heeft besloten de gemeenschappelijke regeling te wijzigen. Dit is ook in procedure gebracht. Door die wijziging wordt het mogelijk het BLVS vroegtijdig te kunnen ontvangen. De Drechtraad is akkoord. c. Diverse begrotingswijzigingen Aan de Drechtraad wordt gevraagd de begrotingwijzigingen vast te stellen. a) Bureau Leerplicht en Vroegtijdig Schoolverlaten b) Service Centrum Drechtsteden c) Sociale Dienst Drechtsteden en Bureau Drechtsteden De Drechtraad stemt hiermee in. d. Kredietaanvraag huisvesting Bureau Drechtsteden Aan de Drechtraad wordt gevraagd een krediet van ,= beschikbaar te stellen. De heer Clement doet namens de vertegenwoordigers van de gemeente Alblasserdam de oproep de investeringen in de apparaatskosten sober en doelmatig te laten zijn. De heer Tanis (SCD, Regionaal Ingenieursbureau Personeel en Organisatie): uiteraard zijn wij het met uw uitgangspunt eens. Dit voorstel is sober en doelmatig. De Drechtraad stemt in. 9. Stukken ter kennisname a. Rapportage 2008 en programma 2009 Hollands Glorie Mevrouw Hofland (CDA, Zwijndrecht): er is eerder begroot dat Hollands Glorie meerjarig een investering vergt van 14 miljoen. In 2007 en 2008 is dit gebruikt voor kleine projecten. Als dit ook de bedoeling is van 2009 prima, of wordt beoogd structureel iets neer te zetten ingebed in de piek Landschap? Als dat zo is, dan willen wij graag een wat helderder plan, zowel programmatisch als financieel. De heer Veerman (Bereikbaarheid Toerisme en recreatie): het hoort in de piek Landschap thuis. Daarover wordt nog gesproken. In 2009 zetten we niet een regeling op zoals we die eerder hadden bedacht, omdat er op dit moment te weinig geld is. We ronden alleen een aantal projecten af. Genoemde stukken worden door de Drechtraad voor kennisgeving aangenomen.

11 pagina Agendavoorraad Drechtraad volgende vergaderingen Aan de Drechtraad wordt gevraagd kennis te nemen van de agendavoorraad voor de komende vergaderingen van de Drechtraad. Wordt door de Drechtraad voor kennisgeving aangenomen. 11. Rondvraag en sluiting Van de rondvraag wordt geen gebruikt gemaakt. De voorzitter sluit de vergadering om uur en stelt voor dat de heer Vogelaar een korte inleiding houdt over de Drechtsteden in het kader van de kredietcrisis en dit verder te bespreken in de raadscarrousel van 15 april a.s. De heer Van Gameren (PvdA, Sliedrecht) vraagt of er wellicht ook gegevens in een carrousel gepresenteerd kunnen worden die aangeven hoe die kredietcrisis en de gevolgen daarvan aanlanden in de regio. Ik vind het wat kort door de bocht om zonder die gegevens te kennen direct te komen met maatregelen, nl. het versnellen van die pieken. De heer Spigt krijgt gelegenheid hierop te reageren en zegt toe dat hiervoor gezorgd zal worden. De heer Vogelaar: Raadscarrousels zijn wat ons betreft niet besluitvormend, maar hebben in onze gewoonte wel invloed op het proces. We hadden afgesproken dat in alle raadscarrousels informatie rondom de pieken gegeven zou worden. Dat was ook het geval in de raadscarrousel van 18 februari en toen is er na debat met een aantal van u gezegd dat het niet zo kan zijn dat we alleen maar doorgaan op het verhaal van pieken, terwijl er heel veel in de samenleving aan de orde is. Daar is de afspraak uit voort gekomen dat het goed zou zijn dat er een debat in deze Drechtraad zou plaatsvinden tussen het Drechtstedenbestuur en de Drechtraadleden om te kijken of de aanpak van de crisis en de relatie ten opzichte van de pieken wel goed gaat. Qua tijd lukt dat nu niet en de voorzitter heeft toegezegd dat we dit op een andere manier gaan voorbereiden. Ik wil graag aangeven waar we op dit moment mee bezig zijn en wat dat op korte termijn op zou kunnen leveren. In goede economische tijden hebben we geïnvesteerd om te komen tot één Sociale Dienst. Dit is een sterke Sociale Dienst en die is ook klaar om vele mensen op te vangen. We hebben ook in goede tijden geïnvesteerd in Route 23 als het om jeugdwerkloosheid gaat. Dat kunnen we nu beter aanpakken dan ooit. Wat de woningbouw betreft hebben we permanent zicht hoe die in onze regio verloopt. Ook belangrijk is het dat we een platform Drechtsteden buiten hebben. Dat we permanent in debat met projectontwikkelaars zijn. We zullen ook voor 15 april inzicht geven in hoe de woningbouwverkoop loopt, de huur, de projectontwikkelaars. Het is fantastisch dat er nu 4 LOC s zijn. k Ben niet blij met een crisis, maar door bovenstaande lijst kunnen we zien dat we krachtiger zijn geworden door het investeren als 6 gemeenten samen. We zullen ook op het gebied van arbeidsmarkt op korte termijn voorstellen doen hoe we zo veel mogelijk de ellende die er komt gaan oplossen. We zullen uitdrukkelijk laten zien dat die LOC s en het leerpark daar een belangrijke rol in gaan vervullen. En onder leiding van de portefeuillehouders van woningbouw zullen we u precies in beeld kunnen brengen hoe de woningbouw er nu voorstaat en of er wat aan te doen is. We gaan ook nadenken of er versnelling mogelijk is in de infrastructuur. We zijn rondom de pieken ook met de portefeuillehouders in discussie of er iets rondom de waterbus te verbeteren is. Wij moeten uitdrukkelijk proberen er alles aan te doen dat de binnenstad van Dordrecht aantrekkelijk blijft en niet door de economische crisis weg zakt. We vragen u mee te denken in de komende periode. En we zijn van plan u in juni afgeronde voorstellen te doen. 15 April willen we met u een debat voeren en dan kunnen we ook aangeven hoe ver we zijn met deze onderwerpen. De voorzitter roept op om over deze actielijnen ook in eigen kring door te spreken en 15 April het debat te voeren. Daarnaast maakt hij van de gelegenheid gebruik alle aanwezigen uit te nodigen voor het bezoeken van de voorstelling De Waterman door muziektheater Hollands Diep gezien het uiterst toepasselijke onderwerp. Jammer dat de heer Moorman er niet is, hij is degene die herhaaldelijk aandacht vraagt voor cultuur. Een uitnodiging voor vrijdag 24 april a.s. zal naar alle Drechtraadleden en hun vervangers worden gestuurd. Het kaartje is gratis maar er moet wel voor een bepaalde datum gereageerd worden. Houdt de mail in de gaten. Dit verslag is vastgesteld in de vergadering van de Drechtraad d.d. 17 juni 2009.