Evenwichten in de speltheorie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evenwichten in de speltheorie"

Transcriptie

1 Evenwichten in de speltheorie Eva Groenewoud, 27 juni 2011 Bachelorscriptie Begeleiding: Prof. Dr. Krzysztof Apt Korteweg de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Universiteit van Amsterdam

2 Samenvatting In deze bachelorscriptie wordt een kijkje genomen in de wereld van de speltheorie. Er wordt gekeken naar verschillende spellen, de strategische spellen en de uitgebreide spellen met perfecte en inperfecte informatie. Veel van deze spellen hebben evenwichten. Er zijn verschillende evenwichten in de speltheorie. In deze bachelorscriptie wordt een aantal van deze evenwichten bestudeerd. Bij de strategische spellen komen het Nash evenwicht, het strikte Nash evenwicht en het correlated evenwicht aan bod. Er zal bewezen worden dat de gemengde uitbreiding van een strategisch spel altijd een Nash evenwicht heeft en dat ieder Nash evenwicht een correlated evenwicht is. Bij de uitgebreide spellen met perfecte en inperfecte informatie zien we het Nash evenwicht terug. Daarnaast wordt het deelspelperfecte evenwicht besproken en zien we dat ieder deelspelperfect evenwicht een Nash evenwicht is. Gegevens Titel: Evenwichten in de speltheorie Auteurs: Eva Groenewoud, Begeleider: Prof. Dr. Krzysztof Apt Einddatum: 27 juni 2011 Korteweg de Vries Instituut voor Wiskunde Universiteit van Amsterdam Science Park 904, 1098 XH Amsterdam

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Speltheorie Strategische spellen Gemengde strategieën Spellen in uitgebreide vorm Uitgebreide spellen met perfecte informatie Uitgebreide spellen met imperfecte informatie Benodigde stellingen Evenwichten in strategische spellen Het Nash evenwicht Andere evenwichten Strikte Nash evenwicht Correlated evenwicht Evenwichten in uitgebreide spellen met perfecte informatie Het Nash evenwicht Het deelspelperfecte evenwicht Evenwichten in uitgebreide spellen met imperfecte informatie Het Nash evenwicht Het deelspelperfecte evenwicht Literatuur analyse 35 6 Populaire samenvatting 38 1

4 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Speltheorie Het doel van de speltheorie is het begrijpen van situaties waarin besluitvormers op elkaar in werken. De speltheorie houdt zich maar voor een klein gedeelte bezig met de spellen zoals wij die kennen, een competatieve activiteit waarin spelers met elkaar strijden waarbij ze zich moeten houden aan een aantal regels. De speltheorie houdt zich grotendeels bezig met het belichten van economische, politieke en biologische verschijnselen. Een groot gebied binnen de speltheorie zijn de strategische spellen. Deze worden ook wel niet-coöperatieve spellen genoemd. Strategische spellen zijn modellen van interactie van winst maximaliserende spelers. In zo een spel heeft iedere speler een uitbetaalfunctie en zijn doel is om deze functie te maximaliseren. De waarde van deze functie hangt af van de beslissingen van alle spelers die tegelijkertijd worden genomen. 1.2 Strategische spellen Definitie 1.1. We beschouwen een verzameling van n spelers {1,..., n} met n > 1. Een strategisch spel voor n spelers, geschreven als ((S i ) n i=1, (p i ) n i=1) bestaat voor elke speler i uit: een niet lege (mogelijk oneindige) verzameling S i van strategieën, een uitbetaalfunctie p i : S 1 S n R. 2

5 Aannames 1.2. In deze scriptie worden strategische spellen bestudeerd onder de volgende aannames: de spelers maken tegelijkertijd hun beslissing, elke speler ontvangt een bepaalde uitbetaling afhankelijk van de gezamelijke strategie, elke speler is rationaal, dat wil zeggen dat iedere speler als doel heeft om zijn winst te maximaliseren, alle spelers hebben gemeenschappelijke kennis van het spel en van iedere speler zijn rationaliteit. Voorbeeld 1.3. Een bekend voorbeeld in de speltheorie is het gevangenen dilemma. We beschouwen hierbij twee verdachten van een zware misdaad die opgesloten zijn in twee aparte cellen. Er is alleen genoeg bewijs om beide verdachten te veroordelen voor een lichte misdaad, tenzij ze gaan praten. Wanneer ze beide zwijgen worden ze beide veroordeeld voor de lichte misdaad en moeten ze één jaar doorbrengen in de gevangenis. Als ze beide praten moeten ze beide drie jaar doorbrengen in de gevangenis. Wanneer één van de twee praat, wordt degene die praat vrijgesproken en degene die zwijgt veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. We noteren in het vervolg praten met P en zwijgen met Z. We hebben hier te maken met een strategisch spel bestaande uit twee spelers. Beide spelers hebben de verzameling strategieën: S 1 = S 2 = {P, Z}. We definiëren nu de uitbetaalfuncties voor beide spelers: p 1 (P, Z) = 3, p 1 (Z, Z) = 2, p 1 (P, P ) = 1, p 1 (Z, P ) = 0. p 2 (Z, P ) = 3, p 2 (Z, Z) = 2, p 2 (P, P ) = 1, p 2 (P, Z) = 0. 3

6 We kunnen dit samenvatten in de volgende tabel: Z P Z 2, 2 0, 3 P 3, 0 1, 1 Figuur 1.1: Gevangenen dilemma Voorbeeld 1.4. Een ander voorbeeld uit de speltheorie is het spel Matching Pennies. Hierbij kiezen twee spelers tegelijkertijd of ze kop of munt van een munt laten zien. Als ze dezelfde kant laten zien, dan betaalt speler 2 aan speler 1 een euro. Als beiden een verschillende kant laten zien, dan betaalt speler 1 een euro aan speler 2. De spelers houden zich alleen bezig met de hoeveelheid geld ze ontvangen en willen natuurlijk het liefst zo veel mogelijk geld ontvangen. Beide spelers hebben de volgende verzameling strategieën: S 1 = S 2 = {Kop, Munt}. We definiëren nu de uitbetaalfuncties voor beide spelers: p 1 (Kop, Kop) = 1, p 1 (Munt, Munt) = 1, p 1 (Kop, Munt) = 1, p 1 (Munt, Kop) = 1. p 2 (Kop, Kop) = 1, p 2 (Munt, Munt) = 1, p 2 (Kop, Munt) = 1, p 2 (Munt, Kop) = 1. We kunnen deze gegevens nu samenvatten in de volgende tabel: Kop Munt Kop 1, 1 1, 1 Munt 1, 1 1, 1 Figuur 1.2: Matching Pennies 4

7 Voorbeeld 1.5. Een derde voorbeeld uit de speltheorie is het spel Battle of the Sexes. Hierbij moet een stel beslissen of ze uit gaan naar een voetbalwedstrijd (V ) of naar een balletvoorstelling (B). De man (speler 1) prefereert de voetbalwedstrijd boven de balletvoorstelling en de vrouw (speler 2) prefereert de balletvoorstelling boven de voetbalwedstrijd. Wel prefereren beiden samen uit te gaan boven apart. Beide spelers hebben de volgende verzameling strategieën: S 1 = S 2 = {V, B}. We definiëren nu de uitbetaalfuncties voor beide spelers: p 1 (V, V ) = 2, p 1 (B, B) = 1, p 1 (V, B) = 0, p 1 (B, V ) = 0. p 2 (B, B) = 2, p 2 (V, V ) = 1, p 2 (V, B) = 0, p 2 (B, V ) = 0. We kunnen deze gegevens nu samenvatten in de volgende tabel: V B V 2, 1 0, 0 B 0, 0 1, 2 Figuur 1.3: Battle of the Sexes Notatie 1.6. We duiden S 1 S n aan met S. Ieder element s S noemen we een gezamelijke strategie of strategie profiel. Het i-de element uit s schrijven we als s i. De rij (s j ) j i korten we af tot s i. We schrijven voor s ook wel (s i, s i ). Tenslotte korten we j i S j af tot S i. Definitie 1.7. We noemen een strategie s i de beste reactie van speler i op een gezamelijke strategie s i van zijn tegenstanders als s i S i : p i (s i, s i ) p i (s i, s i ). 5

8 1.3 Gemengde strategieën We gaan nu verder met het bestuderen van oneindige strategische spellen, die worden verkregen uit de reeds bekende eindige strategische spellen door het toestaan van gemengde strategieën. Om een definitie te kunnen geven van gemengde strategieën, moeten we eerst een kansverdeling definiëren die we los laten op de verzameling van strategieën S i van speler i. Definitie 1.8. Met een kansverdeling op een eindige niet-lege verzameling A bedoelen we: π : A [0, 1], waarvoor geldt: a A π(a) = 1. We noteren de kansverdeling op A met A. Definitie 1.9. We beschouwen een eindig strategisch spel G := ((S i ) n i=1, (p i ) n i=1). Een gemengde strategie van speler i in G is de kansverdeling over S i. Dus S i is de verzameling van gemengde strategieën van speler i. Notatie In het vervolg noteren we een gemengde strategie van speler i met m i en de verzameling van gemengde strategieën van speler i noteren we met S i. De gezamelijke gemengde strategie noteren we met m. Definitie Wanneer we ook gemengde strategieën toestaan in een strategisch spel G := ((S i ) n i=1, (p i ) n i=1), dan spreken we van de gemengde uitbreiding van het strategische spel. Definitie Gegeven een gemengde strategie m i van speler i definiëren we: support(m i ) := {a S i m i (a) > 0}, deze verzamelingen noemen we de support van m i. 1.4 Spellen in uitgebreide vorm In de voorgaande paragrafen hebben we kennis gemaakt met strategische spellen. Hier maken de spelers tegelijkertijd hun keus en kunnen dus niet anticiperen op voorgaande gebeurtenissen. In deze paragraaf zullen we kijken naar spellen in uitgebreide vorm. Deze spellen beschrijven een reeks van beslissingen. Waarbij de spelers steeds opnieuw een keuze maken. Ze kunnen hierbij hun keuze maken op basis van de beslissingen van voorgaande spelers. Dit kan alleen wanneer de spelers geinformeerd zijn over de keuzes van de voorgaande spelers, we spreken hierbij van spellen met perfecte informatie. Hierbij kun je denken aan de bekende spellen dammen, schaken en kaarspellen zoals bridge. 6

9 1.4.1 Uitgebreide spellen met perfecte informatie Wanneer elke speler op de hoogte is van alle voorafgaande beslissingen van de andere spelers, spreken we van een spel met perfecte informatie. Om de precieze definitie van een uitgebreid spel met perfecte informatie te kunnen geven moeten we eerst een aantal definities geven. Opmerking. Als we in het vervolg spreken over acties bedoelen we de mogelijke of reeds gemaakte keuzes van spelers. Definitie Een historie h = (a 1,..., a k ) is een rij van acties. Een deelhistorie φ = (a 1,..., a m ) met 1 m k is een deelrij van acties. Een echte deelhistorie is de rij (a 1,..., a m ) met 1 m < k. En tenslotte is een complete historie een verzameling van histories die geen echte deelhistorie zijn. Met deze definities kunnen we nu een uitgebreid spel met perfecte informatie definiëren. Definitie Een spel in uitgebreide vorm met perfecte informatie schrijven we als Γ = (N, T, P, ( i ) i N ). Met N de verzameling spelers, T de verzameling van complete histories, P de spelersfunctie, P (h) N is de speler die aan zet is na een echte deelhistorie h, voor iedere i N is i de preferentie over T. Definitie De mogelijke acties voor speler P (h) na geschiedenis h definiëren we als A(h) := {a (h, a) is een historie}. Voorbeeld Hieronder een voorbeeld van een spel in uitgebreide vorm met perfecte informatie. Hiervoor geldt: N = {U, V }. T = {Nee, (Ja, S), (Ja, F )}. P ( ) = U en P (Ja) = V. 7

10 A( ) = {Ja, Nee}, A(Ja) = {S, F }, A(Nee) = en A((Ja, S)) = A((Ja, F )) =. U Ja Nee V (1, 2) S F (2, 1) (0, 0) Figuur 1.4: Een spel in uitgebreide vorm met perfecte informatie Definitie Een strategie s i van speler i in Γ = (N, T, P, ( i ) i N ) geeft voor iedere h H met P (h) = i een actie A(h) aan. Definitie Een strategieprofiel s is de reeks van gekozen strategieën van een spel. We merken hierbij op dat een strategieprofiel dus niet hetzelfde is als de strategieën van een speler. Definitie Laat s een strategieprofiel zijn. Dan is O(s) de uitkomst van het strategieprofiel s. Voorbeeld In het onderstaande spel in uitgebreide vorm geldt: N = {Jan, P iet}. T = {(Ja, C), (Ja, D), (Nee, E), (Nee, F )}. P (h) = Jan h =. P (h) = P iet h = Ja of h = Nee. Jan heeft de strategieën A( ) = {Ja, Nee}. P iet heeft de strategieën A(Ja) A(Nee) = {(E, G), (E, H), (F, G), (F, H)}. O(Ja, C) = (2, 1) en O(Nee, F ) = (1, 2). 8

11 Jan Ja Nee P iet P iet C D E F (2, 1) (3, 0) (3, 4) (1, 2) Figuur 1.5: Een spel in uitgebreide vorm met perfecte informatie Uitgebreide spellen met imperfecte informatie Een andere variant van de uitgebreide spellen zijn de uitgebreide spellen met imperfecte informatie. Hierbij is de speler op het moment dat hij zijn keuze maakt niet op de hoogte van de beslissingen die de voorgaande spelers hebben gemaakt (dit in tegenstelling tot de uitgebreide spellen met perfecte informatie). Om de definitie van een uitgebreid spel met imperfecte informatie te kunnen geven hebben we de definitie van een informatieverzameling nodig. Definitie Een informatieverzameling I i van speler i is een element uit de verzameling I i = {h H P (h) = i}, zodat h, h I i I i = A(h) = A(h ). Definitie Een spel in uitgebreide vorm met imperfecte informatie schrijven we als Met N de verzameling spelers, Γ = (N, T, P, f k, (I i ) i N, ( i ) i N ). T de verzameling van complete histories, P de spelersfunctie, P (h) N is de speler die aan zet is na historie h, als P (h) = k (kanszet), dan is er een kansverdeling f k (h) over de acties A(h) gegeven, 9

12 voor iedere i N is I i de verzameling van informatieverzamlingen van speler i, voor iedere i N is i de preferentie over T. Voorbeeld We bekijken een variant van het voorbeeld uit de voorgaande paragraaf. In dit geval weet P iet niet of Jan Ja of Nee gekozen heeft. Dat P iet dat niet weet wordt aangegeven met een stippellijn tussen de twee punten. In dit geval geldt het volgende: N = {Jan, P iet}. T = {(Ja, C), (Ja, D), (Nee, C), (Nee, D)}. P (h) = Jan h =. P (h) = P iet h = Ja of h = Nee. Jan heeft de strategieën A(I 1 ) = {Ja, Nee}. P iet heeft de strategieën A(I 2 ) = {(C, E), (D, F )}. O(Ja, C) = (2, 1) en O(Nee, C) = (3, 4). De informatieverzameling van Jan is I 1 =. De informatieverzameling van P iet is I 2 = {(Ja, Nee))}. Jan Ja Nee P iet P iet C D E F (2, 1) (3, 0) (3, 4) (1, 2) Figuur 1.6: Een spel in uitgebreide vorm met imperfecte informatie 10

13 De definities voor een pure en gemengde strategie van speler i in een uitgebreid spel met imperfecte informatie lijken erg op de definitie van een strategie van speler i in een uitgebreid spel met perfecte informatie. Definitie Een pure strategie van speler i in een uitgebreid spel met imperfecte informatie is een functie die aan elke informatie verzameling I i van speler i een actie uit A(I i ) toekent. Definitie Een gemengde strategie van speler i in een uitgebreid spel met imperfecte informatie is een kansverdeling over de pure strategieën van speler i. 1.5 Benodigde stellingen In het vervolg van het stuk is, om een aantal stellingen te kunnen bewijzen, een aantal andere stellingen nodig. Deze zullen we hier benoemen. Ze zullen verder echter niet bewezen worden. Voor het bewijs van de stelling van Nash hebben we de volgende drie stellingen nodig, de topologische stelling van Kakutani, de stelling van het bestaan van extreme waarden van Weierstrass en Brouwers dekpuntstelling. Stelling (Kakutani). Laat A een niet lege compacte en convexe deelverzameling van R n en φ : A P (A) zo dat φ(x) is niet leeg en convex x A, de grafiek van φ, dus de verzameling {(x, y) y φ(x)}, is gesloten. Dan bestaat er een x φ(x ). Stelling (Weierstrass). Laat f : S R een continue reëelwaardige functie. Waarbij S een niet lege, compacte deelverzameling van R n is. Dan bestaat er een vector x S en een vector x S zo dat f( x) f(x) f(x ) voor alle x S. Stelling (Brouwer). Laat S R n een niet lege compacte en convexe verzameling. Laat f : S S een continue functie. Dan bestaat er minstens een dekpunt van f in S. Dat betekent dat er minstens een x S is waarvoor geldt x = f(x ). 11

14 Hoofdstuk 2 Evenwichten in strategische spellen 2.1 Het Nash evenwicht In een spel hangt de beste strategie van een speler i af van de strategieën van de andere spelers. Dus wanneer speler i voor een bepaalde strategie s i kiest moet hij een idee hebben over de keuze van de andere spelers. Vanwege de eerder genoemde gemeenschappelijke kennis van het spel en de rationaliteit van alle spelers, heeft iedere speler een idee over de keuze van de strategie van de andere spelers. Als het spel is afgelopen en geen enkele speler een hogere uitbetaling kan ontvangen gezien de keuze van de strategie van de andere spelers door van strategie te verwisselen, noemen we deze gezamelijke strategie een Nash evenwicht. Definitie 2.1. We noemen een gezamelijke strategie s een Nash evenwicht als elke s i de beste reactie is op s i. Dus wanneer i {1,..., n}, s i S i \{s i } : p(s ) = p i (s i, s i) p i (s i, s i). Voorbeeld 2.2. Wanneer we nu terug kijken naar het gevangenen dilemma uit hoofdstuk 1, zien we dat dit spel een uniek Nash evenwicht heeft. Z P Z 2, 2 0, 3 P 3, 0 1, 1 Figuur 2.1: Gevangenen dilemma 12

15 De gezamelijke strategie (P, P ) is een Nash evenwicht. In dit punt zou zowel speler 1 als speler 2 niet willen wisselen van strategie gezien de strategiekeuze van zijn tegenstander. Namelijk, stel dat speler 1 toch besluit te zijgen, dan zou zijn uitbetaling van 1 veranderen in 0. Hetzelfde geldt voor speler 2. Het Nash evenwicht (P, P ) is uniek, het is het enige Nash evenwicht. Bekijk het de uitkomst (Z, Z). Wanneer gegeven is dat speler 1 voor Z kiest, had speler 2 liever gekozen voor P. De uitbetaling aan speler 2 zou dan 3 zijn, in plaats van 2. Andersom geldt hetzelfde voor speler 1. Dus (Z, Z) is geen Nash evenwicht. Bekijk nu (Z, P ). Gegeven dat speler 1 voor Z kiest, had speler 2 liever P gekozen. De uitbetaling van speler 2 zou dan 1 zijn, in plaats van 0. Dus (Z, P ) is geen Nash evenwicht. Op analoge wijze volgt ook dat (P, Z) geen Nash evenwicht is. We concluderen dat bij het gevangenen dilemma (P, P ) het enige Nash evenwicht is en daarmee heeft het gevangen dilemma een uniek Nash evenwicht. Wanneer we dit spel bekijken in gemengde strategieën komt er geen Nash evenwicht bij. Voorbeeld 2.3. We bekijken nu nogmaals het spel Matching Pennies uit hoofdstuk 1. Kop Munt Kop 1, 1 1, 1 Munt 1, 1 1, 1 Figuur 2.2: Matching Pennies Dit is een voorbeeld van een spel met geen Nash evenwicht. Immers bij de uitkomsten (Kop, Kop) en (Munt, Munt) zou speler 2 liever hebben gekozen voor de andere strategie en bij de uitkomsten (Kop, Munt) en (Munt, Kop) zou speler 1 liever hebben gekozen voor een andere strategie. Wanneer we dit spel nu bekijken in gemengde strategieën zien we dat wel een evenwicht is, namelijk (( 1, 1), ( 1, 1)). Dat dit een Nash evenwicht is volgt uit het feit dat de volgende twee gelijkheden gelden: p 1 (Kop, ( 1 2, 1 2 )) = p 1(Munt, ( 1 2, 1 2 )), p 2 (( 1 2, 1 2 ), Kop) = p 2(( 1 2, 1 ), Munt). 2 13

16 Voorbeeld 2.4. Het spel Battle of the Sexes, geïntroduceerd in hoofdstuk 1, is een voorbeeld van een spel met twee Nash evenwichten. V B V 2, 1 0, 0 B 0, 0 1, 2 Figuur 2.3: Battle of the Sexes In dit voorbeeld is zowel (V, V ) als (B, B) een Nash evenwicht. Het is eenvoudig na te gaan dat deze twee uitkomsten Nash evenwichten zijn. Wanneer we dit spel nu bekijken in gemengde strategieën zien we dat er een evenwicht bij komt, namelijk (( 2, 1), ( 1, 2 )). Dat dit een Nash evenwicht is volgt uit het feit dat de volgende twee gelijkheden gelden: p 1 (V, ( 1 3, 2 3 )) = p 1(B, ( 1 3, 2 3 )), p 2 (( 2 3, 1 3 ), V ) = p 2(( 2 3, 1 ), B). 3 Stelling 2.5. (Nash). Elke gemengde uitbreiding van een eindig strategisch spel heeft een Nash evenwicht. Er zijn twee manieren om deze stelling te bewijzen. Voor het eerste bewijs dat we zullen bespreken hebben we de volgende topologische stelling van Kakutani nodig. Deze is terug te vinden in paragraaf 1.4. Bewijs. (Nash 1). Beschouw het eindige strategische spel ((S i ) n i=1, (p i ) n i=1). We definiëren nu de volgende functie: best i (m i ) := {m i S i : m i is de beste reactie op m i }. Nu definiëren we de functie: met best : S 1 S n P ( S 1 S n ), best(m) := best 1 (m 1 ) best n (m n ). Het is nu eenvoudig in te zien dan m een Nash evenwicht is dan en slechts dan als m best(m). We kunnen bovendien nagaan dat de functie best( ) voldoet aan de voorwaarden van de stelling van Kakutani. Dat voor alle gezamelijke gemengde strategieën m geldt dat best(m) niet leeg is volgt uit de extreme waarden stelling. Deze stelling zegt dat elke continue reëelwaardige functie op een compacte deelverzameling van R n een maximum aanneemt. 14

17 Een ander bewijs van de stelling van Nash gaat met Brouwers dekpunststelling. Deze is geïntroduceerd in paragraaf 1.4. Bewijs. (Nash 2). Beschouw het eindige strategische spel G := ((S i ) n i=1, (p i ) n i=1). We zullen in dit bewijs de existentie van een Nash evenwicht van het spel G aantonen door het bestaan van een dekpunt van een functie f, waarvan de dekpunten Nash evenwichten van G zijn. Het bewijs verloopt in drie stappen: (1) het maken van de functie f, (2) het bewijzen dat f een dekpunt heeft en (3) het laten zien dat dit dekpunt een Nash evenwicht is. We nemen in dit bewijs aan dat i {1,..., n} en dat j {1,..., k}. Stap 1: We definiëren de functie f : S S als volgt. Voor elke m S, elke speler i en zijn pure strategie s j i geldt: f i,s j(m) = i m i,s j + max{0, p i (s j i, m i) p i (m)} i 1 + k j =1 max{0, p i(s j i, m i) p i (m)}. Laat nu f i (m) = (f i,s 1 i (m),..., f i,s k i (m)) met i {1,..., n} en laat f(m) = (f 1 (m),..., f n (m)). Merk op dat voor elke speler i geldt dat k j=1 f i,s j (m) = 1 i en dat f i,s j 0 voor alle s j i. Daarom geldt dat f i(m) S i voor elke i, en i dus geldt f(m) S. Stap 2: De teller van f i,s j is continu in m en de noemer is zowel continu i in m als van onder begrensd (hij wordt nooit minder dan 1). Hieruit kunnen we concluderen dat f i,s j i is een continue functie van m voor alle i en s j i. Nu volgt dat f een continue functie is die de niet-lege, compacte en convexe verzameling S naar zichzelf stuurt. We kunnen nu op f de stelling van Brouwer toepassen en concluderen dat f een dekpunt m heeft. Stap 3: Omdat f(m ) = m geldt dat f i,s j i (m ) = m i,s j i voor alle spelers i en hun bijbehorende pure strategie s j i. Nu volgt uit de definitie van f i,s j i dat m + max{0, p m i,s = j i (s j i, m i) p i (m )} i,s j i i 1 + k j =1 max{0, p i(s j i, m i ) p i(m )}, ofwel k m i,s j i j =1 max{0, p i (s j i, m i) p i (m )} = max{0, p i (s j i, m i) p i (m )}. 15

18 Wanneer we nu beide kanten vermenigvuldigen met p i (s j i, m i) p i (m ) en we over s j i sommeren geeft dit ons: k j=1 m i,s j i = [p i (s j i, m i) p i (m )] k j =1 max{0, p i (s j i ), m i p i (m )} k [p i (s j i, m i) p i (m )]max{0, p i (s j i, m i) p i (m )}. j=1 Wanneer we nu de linkerkant van de gelijkheid nader bekijken, zien we dat deze gelijk is aan nul: k j=1 m [p i,s j i (s j i, m i) p i (m )] = i k m p i,s j i (s j i, m i) p i (m ) i j=1 = p i (m ) p i (m ) = 0. De eerste gelijkheid volgt uit het feit dat m i,s j i volgt dat: sommeert tot 1 over j. Nu 0 = k [p i (s j i, m i) p i (m )]max{0, p i (s j i, m i) p i (m )}. j=1 De som over de rechterkant van de gelijkheid kan alleen nul zijn dan en slechts dan als p i (s j i, m i) p i (m ) 0 voor alle j. Wanneer zou gelden dat p i (s j i, m i) p i (m ) > 0 voor een i, dan zou de i -de term van de som strikt positief zijn en omdat er geen enkele term van de som negatief is zou hiermee de hele som strikt positief zijn. Nu volgt omdat p i (s j i, m i) p i (m ) 0 dat p i (s j i, m i) p i (m ) s j i S i. Hieruit volgt nu dat m een Nash evenwicht is. Nu we weten wat een Nash evenwicht is kunnen we het volgende veelgebruikte lemma gebruiken in de rest van deze scriptie: 16

19 Lemma 2.6. (Karakterisatie). Beschouw een eindig strategisch spel ((S i ) n i=1, (p i ) n i=1). De volgende uitspraken zijn dan equivalent: i m is een Nash evenwicht in gemengde strategieën, met andere woorden: p i (m) p i (m i, m i ), i {1,..., n} en m i S i, ii i {1,..., n} en s i S i p i (m) p i (s i, m i ), iii i {1,..., n} en s i support(m i ) p i (m) = p i (s i, m i ) and i {1,..., n} en s i support(m i ) p i (m) p i (s i, m i ). 2.2 Andere evenwichten Het in de vorige paragraaf geïntroduceerde Nash evenwicht is het populairste en meest gebruikte evenwicht in de speltheorie. Er zijn naast het Nash evenwicht echter wel andere evenwichten. Een aantal van deze andere evenwichten in de speltheorie zullen we in deze paragraaf bespreken Strikte Nash evenwicht Een variant van het reeds geïntroduceerde Nash evenwicht is het strikte Nash evenwicht. Bij het Nash evenwicht is de uitbetaling lager of gelijk wanneer van strategie gewisseld wordt. Bij het strikte Nash evenwicht is de uitbetaling strikt lager wanneer van strategie gewisseld wordt. Definitie 2.7. We noemen een gezamelijke strategie s een strikt Nash evenwicht als i {1,..., n} s i S i \{s i } : p i (s i, s i ) > p i (s i, s i ). 17

20 We kunnen dus zeggen dat ieder strikt Nash evenwicht een Nash evenwicht is, maar niet ieder Nash evenwicht is een strikt Nash evenwicht. Voorbeeld 2.8. We bekijken opnieuw het spel Battle of the Sexes. V B V 2, 1 0, 0 B 0, 0 1, 2 Figuur 2.4: Battle of the Sexes We zien hier dat de Nash evenwichten (V, V ) en (B, B) strikte Nash evenwichten zijn. Immers geldt voor (V, V ) dat p 1 (V, V ) = 2 > p 1 (B, V ) = 0 en p 2 (V, V ) = 1 > p 2 (V, B) = 0 en voor (B, B) geldt dat p 1 (B, B) = 1 > p 1 (V, B) = 0 en p 2 (B, B) = 2 > p 2 (B, V ) = 0. Stelling 2.9. Beschouw een gemengde uitbreiding van een eindig strategisch spel ((S i ) n i=1, (p i ) n i=1). Voor zo een spel geldt dat ieder strikt Nash evenwicht een gewoon Nash evenwicht is. Bewijs. Dit is een direct gevolg van het Karakterisatie lemma in paragraaf Correlated evenwicht Een ander evenwicht in de speltheorie is het correlated evenwicht. Definitie We noemen x S een correlated evenwicht als i {1,..., n} en s i, s i S i geldt: x(s i, s i ) p i (s i, s i ) x(s i, s i ) p i (s i, s i ). s i S i s i S i Voorbeeld Een ander spel in de speltheorie is het angsthazen spel. Hierbij rijden twee automobilisten op een kruising af. Ze kunnen besluiten te stoppen (S) of door te rijden (R). Wanneer ze alle twee doorrijden botsen ze op elkaar en dit is voor beide spelers de minst gewenste uitkomst. De speler die als eerste remt wordt beschouwd als angsthaas en de speler die het langst doorrijdt is de held. Wanneer ze tegelijk remmen blijft hun auto heel en wordt geen van de twee als angsthaas beschouwd. Beide spelers hebben de volgende verzameling strategieën: S 1 = S 2 = {S, R}. We definiëren nu de uitbetaalfuncties voor beide spelers: 18

21 p 1 (R, S) = 5, p 1 (S, S) = 4, p 1 (S, R) = 1, p 1 (R, R) = 0. p 2 (S, R) = 5, p 2 (S, S) = 4, p 2 (R, S) = 1, p 2 (R, R) = 0. We kunnen deze gegevens nu samenvatten in de volgende tabel: S R S 4, 4 1, 5 R 5, 1 0, 0 Figuur 2.5: Angsthazen spel Dit spel heeft vijf correlated evenwichten: /4 1/4 1/4 1/4 0 1/2 1/2 0 1/3 1/3 1/3 0 We zullen nu laten zien dat het eerste en het laatste evenwicht inderdaad correlated evenwichten zijn: 19

22 Stel s 1 = S dan: = 1 en = 0 = 1 0 dus het klopt, Stel s 1 = R dan: = 0 en = 0 = 0 0 dus het klopt, Stel s 2 = S dan: = 0 en = 0 = 0 0 dus het klopt, Stel s 2 = R dan: = 5 en = 4 = 5 4 dus het klopt. Dus i {1, 2} en s i, s i {S, R} wordt voldaan aan de definitie voor het correlated evenwicht. Stel s 1 = S dan: = 5 3 en = 5 3 = Stel s 1 = R dan: = 5 3 en = 4 3 = Stel s 2 = S dan: = 5 3 en = 5 3 = Stel s 2 = R dan: = 5 3 en = 4 3 = dus het klopt, dus het klopt, dus het klopt, dus het klopt. Dus i {1, 2} en s i, s i {S, R} wordt voldaan aan de definitie voor het correlated evenwicht. Verder zien we dat het eerste en het tweede correlated evenwicht beiden gewone Nash evenwichten zijn. Namelijk (S, R) respectivelijk (R, S). Daarnaast geldt ook dat het derde correlated evenwicht een evenwicht in gemengde strategieën is, waarbij beide spelers kiezen voor de gemengde strategie (1/2, 1/2). 20

23 Stelling Elk Nash evenwicht is een correlated evenwicht. Bewijs. We geven eerst kort het idee van het bewijs. Elk Nash evenwicht kunnen we schrijven als ((p, 1 p), (q, 1 q)). Het is nu eenvoudig om hierbij het bijbehorende correlated evenwicht op te schrijven. Deze is namelijk: pq q(1-p) p(1-q) (1-p)(1-q) Dus we zien dat we elk Nash evenwicht, in een 2 bij 2 spel, kunnen schrijven als correlated evenwicht. Nu zullen we het exacte bewijs geven. Stel een gezamelijke strategie m is een Nash evenwicht. Dan geldt: i s S m(s)p i (s) s S m (s)p i (s), waarbij m (s) = m 1 (s 1 ) m i(s i ) m n (s n ), met: m i(s i ) = { 1 als si = s i 0 anders waarbij i en s i willekeurig zijn gekozen (s i S i ). Laat m i (s i ) = m 1 (s 1 ) m i 1 (s i 1 ) m i+1 (s i+1 ) m n (s n ). Dan geldt dat m (s) = m i (s i ) m i(s i ). Merk hierbij op dat zowel m als m kansverdelingen zijn op S. Maar nu geldt: s S m(s)p i(s i, s i ) = s i S i m i (s i )( s i S i m i (s i ))p i (s i, s i ) = s i S i m i (s i )p i (s i, s i ) = s i S i,s i =s m i (s i )m i(s i )p i (s i, s i ) + i s i S i,s i s m i (s i )m i(s i )p i (s i, s i ) i = s S m (s)p(s). Dus nu volgt dat m ook een correlated evenwicht is. 21

24 Hoofdstuk 3 Evenwichten in uitgebreide spellen met perfecte informatie Net als bij de eerder besproken strategische spellen zijn er bij de spellen in uitgebreide vorm ook verschillende evenwichten. In dit hoofdstuk zullen we een aantal van deze evenwichten bespreken. Het bekende Nash evenwicht komt weer aan bod en daarnaast bespreken we het deelspel perfecte evenwicht. 3.1 Het Nash evenwicht De definitie van het Nash evenwicht bij uitgebreide spellen met perfecte informatie is slechts een aanpassing van de definitie van het Nash evenwicht bij strategische spellen. Definitie 3.1. Het strategieprofiel s in een uitgebreid spel met perfecte informatie is een Nash evenwicht als voor eleke speler i en elke strategie s i van speler i geldt dat de uitkomst O(s ) minstens zo goed is voor speler i volgens zijn preferenties als de uitkomst O(s i, s i) waarbij speler i kiest voor strategie s i en de andere spelers kiezen voor s j. Dus er geldt: p i (O(s )) p i (O(s i, s i)) voor elke strategie s i van speler i, waarbij p i de uitbetaalfunctie is van speler i en O de uitkomst functie van het spel is. Opmerking. In het vervolg nemen we aan dat p i (O(s)) = O(s) om verwarring te voorkomen. De uitkomsten onderaan de spelboom zijn dus meteen de uitbetaling. 22

25 Een manier om de Nash evenwichten van een uitgebreid spel met perfecte informatie te vinden is door het spel om te schrijven naar een strategische vorm. Het moet hierbij natuurlijk wel zo zijn dat elke speler een eindig aantal strategieën heeft. We maken hierbij dus een lijst met de strategieën van elke speler en we zoeken dan de uitkomst die hoort bij het strategieprofiel op. Hoe dat precies gaat laten we zien in het volgende voorbeeld. Voorbeeld 3.2. We bekijken het volgende spel in uitgebreide vorm met perfecte informatie: 1 Ja Nee 2 (2, 0) C D 1 (3, 1) Ja Nee (1, 2) (0, 0) Figuur 3.1: Een spel in uitgebreide vorm met perfecte informatie We kunnen dit spel omzetten naar de volgende strategische vorm: C D Ja, Ja 1, 2 3, 1 Ja, Nee 0, 0 3, 1 Nee, Ja 2, 0 2, 0 Nee, Nee 2, 0 2, 0 Figuur 3.2: Het spel in strategische vorm Uit zo een strategische vorm kunnen we gemakkelijk de Nash evenwichten halen(dit hebben we gezien in hoofdstuk 2). We zien dus dat deze Nash evenwichten de volgende strategieprofielen zijn: ((Ja, N ee), D), ((N ee, Ja), C) en ((Nee, Nee), C). 23

26 Opmerking. De verzameling Nash evenwichten van een spel in uitgebreide vorm met perfecte informatie is hetzelfde als de verzameling Nash evenwichten van de strategische vorm van het spel. 3.2 Het deelspelperfecte evenwicht Het Nash evenwicht uit de vorige paragraaf houdt geen rekening mee met de structuur van het uitgebreide spel. Het gaat er vanuit dat de strategieën voordat het spel begonnen is al zijn gekozen. Dit is natuurlijk niet het geval. De spelers kiezen na de beslissing van de voorgaande speler voor een bepaalde strategie. In deze paragraaf zullen we een evenwicht definiëren die uit gaat van een optimale keus voor elke speler, gegeven de stategieen van de andere spelers. Om dit evenwicht goed te kunnen definiëren moeten we eerst de definitie van een deelspel introduceren. Definitie 3.3. Gegeven is een uitgebreid spel met perfecte informatie Γ = (N, T, P, ( i ) i N ). Voor iedere historie h definiëren we een deelspel Γ(h) = (N, T h, P h, ( h i ) i N ) met: N spelers. T h = {h (h, h ) T }. P h (h ) = P (h, h ) voor elke (h, h ) T. h h i h (h, h ) i (h, h ). Opmerking. Γ( ) = Γ. 24

27 Voorbeeld 3.4. We bekijken het volgende spel Γ in uitgebreide vorm met perfecte informatie uit een eerder voorbeeld: Jan Ja Nee P iet P iet C D E F (2, 1) (3, 0) (3, 4) (1, 2) Figuur 3.3: Een spel in uitgebreide vorm met perfecte informatie Hiervoor geldt: Deelspel Γ( ) = Γ. Deelspel Γ(Ja) is: P iet C D (2, 1) (3, 0) Figuur 3.4: Γ(Ja) 25

28 Deelspel Γ(Nee) is: P iet E F (3, 4) (1, 2) Figuur 3.5: Γ(N ee) Definitie 3.5. s is een deelspelperfect evenwicht als voor iedere i N, iedere historie h met P (h) = i en iedere strategie s i van speler i geldt: p i (O h (s )) p i (O h (s i, s i)). Waarbij O h (s) de complete historie is in Γ van h gevolgd voor de rij van acties geinduceerd door s. Opmerking. Als h = dan geldt dat O h (s) = O(s). Dit impliceert dat ieder deelspelperfect evenwicht ook een Nash evenwicht is. Opmerking. Een deelspelperfect evenwicht s induceert een Nash evenwicht in ieder deelspel Γ(h) voor elke historie h. Voorbeeld 3.6. We bekijken het spel Γ in uitgebreide vorm met perfecte informatie: Man Ja Nee V rouw (1, 2) X Y (2, 1) (0, 0) Figuur 3.6: Een spel Γ in uitgebreide vorm met perfecte informatie 26

29 Voor dit spel Γ geldt: De Nash evenwichten van Γ zijn {(Ja, X), (Nee, Y )}. Voor het deelspel Γ(Ja) is het Nash evenwicht X. V rouw X Y (2, 1) (0, 0) Figuur 3.7: Γ(Ja) Het deelspelperfecte evenwicht van Γ is (Ja, X). Het vinden van een deelspelperfect evenwicht gebeurt met terugwaartse inductie (backward induction). Om deze methode toe te kunnen lichten hebben we nog een definitie nodig. Definitie 3.7. We definiëren de lengte van een deelspel als de lengte van de langste geschiedenis binnen dat deelspel. Een deelspel van lengte 1 is dus het onderste deelspel. De methode van terugwaartse inductie gaat nu als volgt. We beginnen met het zoeken naar de optimale acties van de speler die zijn keuze maakt in het deelspel met lengte 1 (dus de onderste deelspellen). Nu nemen we deze keuze als gegeven. Dan bekijken we nu wat de optimale keus is voor de speler die als eerste zijn keuze maakt in de deelspellen van lengte 2. Dit blijven we herhalen totdat we helemaal aan het begin zijn van het spel. We lichten deze methode nader toe in het volgende voorbeeld: 27

30 Voorbeeld 3.8. We bekijken het volgende uitgebreide spel Γ met perfecte informatie: 1 C D 2 2 E F G H (2, 1) (3, 0) (3, 4) (1, 2) Figuur 3.8: Γ We bekijken eerst de deelspellen met lengte 1. Dat zijn er 2, namelijk Γ(C) en Γ(D). In het deelspel Γ(C) is de optimale keus voor speler 2 E en in het deelspel Γ(D) is de optimale keus voor speler 2 G. Deze optimale keuzes geven we in de onderstaande figuur aan met de dubbele pijlen. Nu bekijken we de deelspellen van lengte 2. Dit is er maar 1, namelijk het hele spel Γ. Gegeven de optimale keuzes die speler 2 maakt in de ronde na speler 1, E als speler 1 voor C kiest en G als speler 1 voor D kiest, bepalen we nu wat de optimale keuze is voor speler 1. Kiest speler 1 voor C dan is de uitkomst voor speler 1 gelijk aan 2. Kiest speler 1 voor D dan is de uitkomst voor speler 1 gelijk aan 3. Dus is de optimale keus voor speler 1 D. We geven deze optimale keus ook aan met een dubbele pijl. 28

31 1 C D 2 2 E F G H (2, 1) (3, 0) (3, 4) (1, 2) Figuur 3.9: Het deespelperfecte evenwicht van Γ Het deelspelperfecte evenwicht is nu de strategie (D, (E, G)). De uitkomst van dit deelspelperfecte evenwicht is, de uitkomst wanneer je door de speelboom loopt alleen via de dubbele pijlen. In dit geval is dat dus (3, 4). Voorbeeld 3.9. Een ander bekend spel uit de speltheorie is het Duizendpoten spel. Hierbij kiezen de spelers om de beurt of ze willen stoppen (S) of doorgaan (D). Als speler 1 kiest om te stoppen is het spel afgelopen, wanneer speler 1 kiest om door te gaan is speler 2 aan de beurt. Kiest speler 2 om te stoppen is het spel afgelopen, kiest speler 2 om door te gaan is speler 1 weer aan de beurt. Zo gaat het spel door, totdat beide spelers n keer aan de beurt zijn geweest. Bij de laatste beurt van speler 2 is het spel soieso afgelopen of speler 2 zou voor S of D kiest. Alleen de uitbetalingen zijn anders. 1 D 2 D 1 D 2 D (64, 16) S S (4, 1) (2, 8) (16, 4) (8, 32) S S Figuur 3.10: Het Duizendpoten spel (n = 2) Bij het bovenstaande Duizendpoten spel geldt dat n = 2. Het deelspelperfecte evenwicht vinden we met behulp van terugwaartse inductie. In het 29

32 deelspel met lengte 1 zal speler 2 voor S kiezen, dan is zijn uitbetaling namelijk 32 in plaats van 16. Speler 1 zal daarom bij het deelspel met lengte 2 kiezen voor S, want zijn uitbetaling is dan hoger, gegeven dat speler 2 in de beurt daarna voor S kiest. Bij het deelspel met lengte 3 kiest speler 2 ook om te stoppen S. En bij het deelspel met lengte 4 kiest speler 1 ook om te stoppen, omdat hij dan gegeven de keuzes die de andere speler zal maken de hoogste uitbetaling kan halen. Het deelspel perfecte evenwicht is in onderstaande figuur aangegeven met de dubbele pijlen. 1 D 2 D 1 D 2 D (64, 16) S S (4, 1) (2, 8) (16, 4) (8, 32) S S Figuur 3.11: Het Duizendpoten spel (n = 2) met het deelspelperfecte evenwicht Het deelspelperfecte evenwicht is dus ((S, S), (S, S)) en de bijbehorende uitbetaling is (4, 1). Stelling Elk eindig uitgebreid spel met perfecte informatie heeft een deelspelperfect evenwicht. Bewijs. We bekijken het eindige uitgebreide spel Γ met perfecte informatie. Eerst beschouwen we nu de deelspellen met lengte 1. Dat deze deelspellen bestaan volgt uit het feit dat Γ eindig is. Het is duidelijk dat we bij deze deelspellen de optimale keus kunnen maken. Beschouw nu de deelspellen met lengte 2. Gegeven de optimale keus in de deelspellen met lengte 1, is het nu weer mogelijk om de optimale keus te maken. De inductie hypothese is nu dat het voor de deelspellen met lengte n mogelijk is om de optimale keus te maken. We laten nu zien dat het dan ook mogelijk is voor de deelspellen met lengte n + 1 om een optimale keus te maken. Omdat de keuzes die gemaakt worden in de deelspellen van lengte 1 tot en met lengte n gegeven zijn is het voor de speler in het deelspel met lengte n + 1 ook weer mogelijk om een optimale keus te maken gegeven de keuzes is de deelspellen van lengte 1 tot en met lengte n. Hiermee hebben we aangetoond dat elk eindig uitgebreid spel met perfecte een deelspelperfect evenwicht heeft. 30

33 Hoofdstuk 4 Evenwichten in uitgebreide spellen met imperfecte informatie De evenwichten in uitgebreide spellen met imperfecte informatie zijn dezelfde als bij de uitgebreide spellen met perfecte informatie, het Nash evenwicht en het deelspelperfecte evenwicht. 4.1 Het Nash evenwicht De definitie van het Nash evenwicht in een uitgebreid spel met imperfecte informatie is exact hetzelfde als de definitie van het Nash evenwicht in een uitgebreid spel met perfecte informatie. Voor deze definitie verwijzen we dus terug naar paragraaf Het deelspelperfecte evenwicht De definitie van het deelspelperfecte evenwicht voor uitgebreide spellen met imperfecte informatie is eigenlijk hetzelfde als het deelspelperfecte evenwicht voor uitgebreide spellen met perfecte informatie alleen moeten we de definitie van een deelspel iets aanscherpen. 31

34 Definitie 4.1. Gegeven is een uitgebreid spel met imperfecte informatie Γ = (N, T, P, f k, (I i ) i N, ( i ) i N ). Voor iedere historie h definiëren we een deelspel Γ(h) = (N, T h, P h, f h k, (Ih i ) i N, ( h i ) i N ) met: N spelers. T h = {h (h, h ) T }. P h (h ) = P (h, h ) voor elke (h, h ) T. h h i h (h, h ) i (h, h ). Een historie h definieert een deelspel als I(h) = {h} en als h een verlenging is van de historie h en h zit in de informatieverzamling I(h ) van h dan is h ook een verlenging van h. Voorbeeld 4.2. We bekijken het volgende uitgebreide spel Γ met imperfecte informatie. 1 D C 2 (3, 0) F E 1 1 Y Y X X (2, 1) (4, 3) (1, 2) (0, 0) Figuur 4.1: Een spel in uitgebreide vorm met imperfecte informatie Γ heeft twee deelspellen: Γ( ) = Γ en Γ(C): 32

35 2 F E 1 1 Y Y X X (2, 1) (4, 3) (1, 2) (0, 0) Figuur 4.2: Γ(C) Γ(C, E) en Γ(C, F ) zijn geen deelspellen, omdat (C, E) I 1 en (C, F ) I 1. Anders gezegd, wanneer je de deelspellen Γ(C, E) en Γ(C, F ) zou willen tekenen moet je de informatieverzameling van speler 1 (de stippellijn) als het ware doormidden snijden, dit mag niet volgens de definitie van een deelspel van uitgebreide spellen met imperfecte informatie. Nu we de definitie van een deelspel voor uitgebreide spellen met imperfecte informatie hebben aangepast, is de definitie voor het deelspelperfecte evenwicht precies hetzelfde als voor de uitgebreide spellen met perfecte informatie. We herhalen deze definitie en lichten hem dan toe aan de hand van een voorbeeld. Definitie 4.3. s is een deelspelperfect evenwicht als voor iedere i N, iedere historie h met P (h) = i en iedere strategie s i van speler i geldt: p i (O h (s )) p i (O h (s i, s i)). Waarbij O h (s) de complete historie is in Γ van h gevolgd voor de rij van acties geinduceerd door s. Voorbeeld 4.4. We bekijken opnieuw het uitgebreide spel met imperfecte informatie dat geïntroduceerd is in het vorige voorbeeld. In het deelspel Γ(C) worden de optimale keuzes aangegeven met de dubbele pijlen: 33

36 X 2 F E 1 1 Y X (2, 1) (4, 3) (1, 2) (0, 0) Y Figuur 4.3: De optimale keuzes in Γ(C) Gezien de optimale keuzes in het deelspel Γ(C) zal speler 1 kiezen in zijn eerste beurt voor C. Het deelspelperfecte evenwicht is dus ((C, X), E) en wordt weergegeven in de onderstaande spelboom met de dubbele pijlen. De uitbetaling in het deelspelperfecte evenwicht is (4, 3). X 1 D C 2 (3, 0) F E 1 1 Y X (2, 1) (4, 3) (1, 2) (0, 0) Y Figuur 4.4: Het deelspelperfecte evenwicht van Γ 34

37 Hoofdstuk 5 Literatuur analyse Wanneer je verschillende literatuur over de speltheorie bestudeert kom je erachter dat bijna iedere auteur een andere opbouw hanteert en daarnaast ook soms een compleet andere notatie gebruikt. In dit hoofdstuk zal een analyse worden gegeven van de verschillen in de opbouw in boeken over speltheorie van verschillende auteurs. Hierbij wordt gekeken naar de volgorde van introduceren van de onderwerpen die in deze bachelorscriptie zijn behandeld en in hoeverre de onderwerpen van deze bachelorscriptie aan bod komen in de verschillende boeken. In deze bachelorscriptie is ervoor gekozen om in de inleiding een introductie te geven van de verschillende soorten spellen, eerst de strategische spellen en de gemengde uitbreiding daarvan en daarna de spellen in de uitgebreide vorm met perfecte informatie en tenslotte de spellen met imperfecte informatie. Daarna wordt in verschillende hoofdstukken een uiteenzetting gegeven over de verschillende soorten evenwichten die je tegenkomt bij ieder van deze spellen. Voor deze structuur is gekozen, omdat het doel was vooral de nadruk te leggen op de verschillende evenwichten die je tegenkomt in de speltheorie. Omdat het daarbij noodzakelijk is voldoende te weten van de verschillende spellen, worden deze geïntroduceerd in de inleiding. Voor het schrijven van deze scriptie is veel gebruik gemaakt van het boek An Introduction To Game Theory van Matrin Osborne. Osborne heeft qua volgorde van het introduceren van de verschillende spellen dezelfde volgorde als gehanteerd wordt in deze bachelorscriptie. Waarin Osborne wel verschilt is dat hij na het introduceren van een spel meteen de verschillende evenwichten van het geïntroduceerde spel bespreekt. Osborne bespreekt vrijwel dezelfde evenwichten als in deze scriptie alleen het correlated evenwicht ontbreekt bij de strategische spellen. 35

38 In het boek Advanced Microeconomic Theory van Geoffrey Jehle en Philp Reny gaat slechts een van de negen hoofdstukken over speltheorie. Toch weten ze in dit ene hoofdstuk alle soorten spellen die in deze bachelorscriptie zijn besproken te introduceren. Net als Osborne kiezen Jehle en Reny ervoor om de evenwichten direct na de beschrijving van het spel te introduceren. Bij de strategische spellen ontbreekt het strikte Nash evenwicht en het correlated evenwicht. De evenwichten die bij de spellen in uitgebreide vorm worden besproken zijn dezelfde als in deze bachelorscriptie. Robert Gibbons heeft in zijn boek A Primer In Game Theory ook voor dezelfde volgorde van het introduceren van de spellen gekozen. Dus eerst de strategische spellen, daarna de uitgebreide spellen met perfecte informatie en tenslotte de uitgebreide spellen met imperfecte informatie. De evenwichten bespreekt hij direct na het introduceren van het spel. Bij de strategische spellen heeft hij ervoor gekozen alleen het Nash evenwicht te bespreken, eerst in pure strategieën en daarna in de gemengde strategieën. Bij de spellen in uitgebreide vorm wordt het Nash evenwicht niet besproken. Wel bespreekt hij bij de uitgebreide spellen met perfecte informatie het deelspelperfecte evenwicht. Bij de spellen in uitgebreide vorm met imperfecte informatie doet Gibbons dit echter niet. In het boek Games and Decision Making beginnen Charalambos Aliprantis en Subis Chakrabari met het introduceren van strategische spellen. Ze beginnen met de pure strategieën en het daarbij behorende Nash evenwicht, waarna ze verder gaan met de gemengde strategieën. Bij de uitgebreide spellen worden eerst de spellen met perfecte informatie besproken en daarna de spellen met imperfecte informatie. Bij deze spellen wordt zowel het Nash evenwicht als het deelspelperfecte evenwicht besproken. Het deelspelperfecte evenwicht wordt wel echter pas geïntroduceerd bij de spellen met imperfecte informatie. Eric Rasmusen pakt het in zijn boek Games And Information, An Introduction to Game Theory anders aan dan we tot nu toe gezien hebben. Voordat hij de formele definities van de spellen geeft, introduceert hij al het Nash evenwicht. Daarna introduceert hij de spellen in dezelfde volgorde als in deze bachelorscriptie. Het deelspelperfecte evenwicht introduceert hij voor de uitgebreide spellen later in het boek. Dit doet hij echter alleen voor de uitgebreide spellen met perfecte informatie. In zijn boek Game Theory, Decisions, Interaction and Evolution 36

39 kiest James Webb voor dezelfde structuur als waarvoor is gekozen in deze bachelorscriptie wat betreft het introduceren van de spellen. Hij introduceert eerst de strategische spellen, zowel met pure als gemengde strategieën. Na het introduceren hiervan behandelt hij het Nash evenwicht. Het strikte Nash evenwicht en het correlated evenwicht ontbreken. Hierna bespreekt Webb de uitgebreide spellen met prefecte informatie waarbij hij direct het Nash evenwicht behandeld. Tenslotte komen de uitgebreide spellen met imperfecte informatie aanbod. Na deze geintroduceert te hebben bespreekt Webb het deelspelperfecte evenwicht. Het Nash evenwicht wordt hier niet opnieuw besproken. Hans Peters begint zijn boek Game Theory, A Multi-Leveled Approach met het introduceren van de strategische spellen waarbij hij het Nashe evenwicht direct bespreekt voor zowel de pure als gemengde strategieën. Het strikte Nash evenwicht en het correlated evenwicht noemt hij hierbij niet. Hierna bespreekt hij de uitgebreide spellen, eerst de spellen met perfecte informatie en daarna de spellen met imperfecte informatie. Hij bespreekt hierbij het Nash evenwicht voor beide spellen. Het deelspelperfecte evenwicht wordt als laatste door Peters behandeld. Het boek An Introduction Cource On Mathematical Game Theory geschreven door Julio, Gonzalez-Diaz, Ignacio Garcia-Jurado en Gloria Fiestras-Janeiro kent qua introduceren van de verschillende spellen dezelfde volgorde als in deze scriptie. Na het introduceren van de strategische spellen in pure strategieën wordt het Nash evenwicht besproken. Hierna worden de gemengde strategieën geïntroduceerd en wordt opnieuw het Nash evenwicht genoemd. In dit boek kom je ook het correlated evenwicht tegen. Het strikte Nash evenwicht ontbreekt wel. Na de strategische spellen worden de spellen in uitgebreide vorm behandeld. Eerst de spellen met perfecte informatie, daarna de spellen met imperfecte informatie. Bij de spellen met perfecte informatie wordt zowel het Nash evenwicht als het deelspelperfecte evenwicht behandeld. Deze evenwichten worden niet behandeld bij de spellen met imperfecte informatie. Stef Tijs behandelt alle spellen en evenwichten die aan bod komen in deze scriptie in de inleiding van zijn boek Introduction To Game Theory. De definities van deze spellen komen nauwelijks aan bod. De evenwichten die hij noemt zijn het Nash evenwicht en het deelspelperfecte evenwicht. Het correlated evenwicht in de strategische spellen bespreekt Tijs niet. 37

40 Hoofdstuk 6 Populaire samenvatting In deze bachelorscriptie is een introductie gegeven van verschillende evenwichten in de speltheorie. Speltheorie is een vakgebied dat officieel valt onder de economie, maar veel van de resultaten in de speltheorie worden bewezen en onderbouwd met wiskunde. De speltheorie houdt zich bezig met situaties waarin besluitvormers op elkaar inwerken. Wanneer een besluitvormer een beslissing maakt, neemt hij hierbij de mogelijke besluiten die de andere besluitvormers nemen in acht. Hierdoor is het mogelijk dat de uitkomst van het spel niet resulteert in het maximaal haalbare resultaat voor de spelers. Er worden in deze bachelorscriptie twee soorten spellen besproken met hun bijbehorende evenwichten. Dit zijn de strategische spellen en de spellen in uitgebreide vorm. Bij de spellen in uitgebreide vorm onderscheiden we twee varianten, de spellen met perfecte informatie en de spellen met imperfecte informatie. Het grootste verschil tussen de strategische spellen en de spellen in uitgebreide vorm is dat bij de strategische spellen de spelers tegelijkertijd hun beslissing nemen en bij de spellen in uitgebreide vorm maken de spelers na elkaar een keuze. Strategische spellen geven we weer in een tabel, waarbij de rijspeler speler 1 is en de kolomspeler speler 2. We lichten dit toe met een van de bekendste voorbeelden uit de speltheorie het Gevangenen Dilemma. De beide spelers (de gevangenen) hebben in dit spel 2 keuzes, zwijgen (Z) of praten (P ). De bijbehorende uitbetalingen staan in de vakjes in de onderstaande tabel. De eerste uitbetaling is voor speler 1 en de tweede voor speler 2. Dus wanneer de uitkomst van het spel (P, Z) is, dan is de uitbetaling van speler 1 gelijk aan 3 en de uitbetaling van speler 2 is 0. 38

De Minimax-Stelling en Nash-Evenwichten

De Minimax-Stelling en Nash-Evenwichten De Minima-Stelling en Nash-Evenwichten Sebastiaan A. Terwijn Radboud Universiteit Nijmegen Afdeling Wiskunde 20 september 2010 Dit is een bijlage bij het eerstejaars keuzevak Wiskunde, Politiek, en Economie.

Nadere informatie

Kettingbreuken. 20 april 2010 1 K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N 1 2 + 1 0 + 1 A + 1 P + 1 R + 1 I + 1

Kettingbreuken. 20 april 2010 1 K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N 1 2 + 1 0 + 1 A + 1 P + 1 R + 1 I + 1 Kettingbreuken Frédéric Guffens 0 april 00 K + E + T + T + I + N + G + B + R + E + U + K + E + N 0 + A + P + R + I + L + 0 + + 0 Wat zijn Kettingbreuken? Een kettingbreuk is een wiskundige uitdrukking

Nadere informatie

Modellen en Simulatie Speltheorie

Modellen en Simulatie Speltheorie Utrecht, 20 juni 2012 Modellen en Simulatie Speltheorie Gerard Sleijpen Department of Mathematics http://www.staff.science.uu.nl/ sleij101/ Program Optimaliseren Nul-som matrix spel Spel strategie Gemengde

Nadere informatie

Bayes Factor voor samengestelde hypothesen

Bayes Factor voor samengestelde hypothesen Bayes Factor voor samengestelde hypothesen Rob Steur 20 juli 2012 Bachelorscriptie Begeleiding: prof. dr. Marjan Sjerps Tweedebeoordelaar: dr. A.J. (Bert) van Es Thomas Bayes (1702-1761) KdV Instituut

Nadere informatie

Uitwerking Tweede Quiz Speltheorie,

Uitwerking Tweede Quiz Speltheorie, Uitwerking Tweede Quiz Speltheorie, 28-11-2012 Attentie! Maak van de onderstaande drie opgaven er slechts twee naar eigen keuze! Opgave 1 [50 pt]. Van het tweepersoons nulsomspel met de 2 4-uitbetalingsmatrix

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30) Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 016, 1:30 15:30 (16:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van aantekeningen

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

ONDERZOEK VAN WISKUNDE. Optimale strategieën in monominospellen

ONDERZOEK VAN WISKUNDE. Optimale strategieën in monominospellen ONDERZOEK VAN WISKUNDE Optimale strategieën in monominospellen Kirsten Prakken s9218009 M-SEC februari-juli 2018 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 Monominospellen 4 1.1 Introductie 4 1.2 Speltheorie

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Speltheorie 29-10-2003

Tentamen Inleiding Speltheorie 29-10-2003 entamen Inleiding Speltheorie 9-0-003 Dit tentamen telt 5 opgaven die in 3 uur moeten worden opgelost. Het maximaal te behalen punten is 0, uitgesplitst naar de verschillende opgaven. Voor het tentamencijfer

Nadere informatie

Oneindige spelen. Dion Coumans. Begeleider: dr. W. Veldman

Oneindige spelen. Dion Coumans. Begeleider: dr. W. Veldman Oneindige spelen ion Coumans Begeleider: dr. W. Veldman Inhoudsopgave 1 Voorwoord 3 2 efinities 4 3 A is aftelbaar 6 4 Gale-Stewart-stelling 7 5 Stelling van Wolfe 11 2 1 Voorwoord Banach, Mazur en Ulam

Nadere informatie

Steeds betere benadering voor het getal π

Steeds betere benadering voor het getal π Wiskunde & Onderwijs 38ste jaargang (2012 Steeds betere benadering voor het getal π Koen De Naeghel Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs

Nadere informatie

1.1 Elke generatie kiest opnieuw

1.1 Elke generatie kiest opnieuw 1.1 Elke generatie kiest opnieuw Op elk moment in je leven moet je keuzes maken: De keuze naar welke middelbare school je gaat; De keuze waar je op vakantie gaat; De keuze waar je gaat wonen als je het

Nadere informatie

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN I VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN Het begrip verzameling kennen we uit het dagelijks leven: een bibliotheek bevat een verzameling van boeken, een museum een verzameling van kunstvoorwerpen. We kennen verzamelingen

Nadere informatie

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur Tentamen Discrete Wiskunde 0 april 0, :00 7:00 uur Schrijf je naam op ieder blad dat je inlevert. Onderbouw je antwoorden, met een goede argumentatie zijn ook punten te verdienen. Veel succes! Opgave.

Nadere informatie

Eindige Fourier-Analyse in de Additieve Combinatoriek

Eindige Fourier-Analyse in de Additieve Combinatoriek Eindige Fourier-Analyse in de Additieve Combinatoriek Sam van Gool 22 juni 2007 Bachelorscriptie Begeleiding: prof. dr. T. H. Koornwinder KdV Instituut voor wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen,

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

1 Rekenen in eindige precisie

1 Rekenen in eindige precisie Rekenen in eindige precisie Een computer rekent per definitie met een eindige deelverzameling van getallen. In dit hoofdstuk bekijken we hoe dit binnen een computer is ingericht, en wat daarvan de gevolgen

Nadere informatie

Eindwerk Speltheorie

Eindwerk Speltheorie Eindwerk Speltheorie Ben Hermans 2011-2012 1 Speltheorie 1.1 Wat is speltheorie? Speltheorie is een tak van de wiskunde die zogenaamde spellen analyseert. Een spel beperkt zich hierbij niet tot een vrijetijdsbesteding

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Sociale Dilemma s en Speltheorie

Sociale Dilemma s en Speltheorie Sociale Dilemma s en Speltheorie Krzysztof R. Apt CWI, Amsterdam Prisoner s Dilemma C D C 2, 2 0, 3 D 3, 0 1, 1 Elke speler heeft twee strategieën: C ( cooperate ) and D ( defect ). Interpretatie: C: Je

Nadere informatie

Uitwerking Herkansingstentamen Speltheorie,

Uitwerking Herkansingstentamen Speltheorie, Uitwerking Herkansingstentamen Speltheorie, 3-3-203 Schrijf en redeneer vooral duidelijk, want er wordt streng nagekeken: vaagheden e.d. leiden zonder meer tot puntenverlies. Alle drie opgaven zijn verplicht

Nadere informatie

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3 Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3 Koen Rutten, Aris van Dijk 30 mei 2007 Inhoudsopgave 1 Verzamelingen 2 1.1 Definitie................................ 2 1.2 Eigenschappen............................

Nadere informatie

De enveloppenparadox

De enveloppenparadox De enveloppenparadox Mats Vermeeren Berlin Mathematical School) 6 april 013 1 Inleiding Een spel gaat als volgt. Je krijgt twee identiek uitziende enveloppen aangeboden, waarvan je er één moet kiezen.

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 6

Aanvullingen bij Hoofdstuk 6 Aanvullingen bij Hoofdstuk 6 We veralgemenen eerst Stelling 6.4 tot een willekeurige lineaire transformatie tussen twee vectorruimten en de overgang naar twee nieuwe basissen. Stelling 6.4. Zij A : V W

Nadere informatie

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL KOEN DE NAEGHEL Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende) opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs nr.139. Onze inspiratie halen we uit het

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2

Nadere informatie

SPELTHEORIE. Hoe bepaal jíj j je strategie? Arjan Zaal

SPELTHEORIE. Hoe bepaal jíj j je strategie? Arjan Zaal SPELTHEORIE Hoe bepaal jíj j je strategie? Arjan Zaal 1 e uitgave Freudenthal 1 Instituut Inhoudsopgave Voorwoord p. 3 Inleiding p. 4 1. Speltheorie p. 5 Wat is speltheorie? p. 5 Basiselementen p. 9 2.

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Speltheorie

Onderneming en omgeving - Speltheorie Onderneming en omgeving - Speltheorie 1 Inleiding... 1 2 Het oplossen van een standaard tweepersonenspel... 1 3 Twee aanbieders van bronwater... 3 4 Links of rechts rijden... 5 5 Free rider gedrag... 6

Nadere informatie

De partitieformule van Euler

De partitieformule van Euler De partitieformule van Euler Een kennismaking met zuivere wiskunde J.H. Aalberts-Bakker 29 augustus 2008 Doctoraalscriptie wiskunde, variant Communicatie en Educatie Afstudeerdocent: Dr. H. Finkelnberg

Nadere informatie

Enkele valkuilen om te vermijden

Enkele valkuilen om te vermijden Enkele valkuilen om te vermijden Dit document is bedoeld om per onderwerp enkele nuttige strategieën voor opgaven te geven. Ook wordt er op een aantal veelgemaakte fouten gewezen. Het is géén volledige

Nadere informatie

1 Inleiding in Functioneel Programmeren

1 Inleiding in Functioneel Programmeren 1 Inleiding in Functioneel Programmeren door Elroy Jumpertz 1.1 Inleiding Aangezien Informatica een populaire minor is voor wiskundestudenten, leek het mij nuttig om een stukje te schrijven over een onderwerp

Nadere informatie

4.1 Rijen. Inhoud. Convergentie van een reeks. Reeksen. a k. a k = lim. a k = s. s n = a 1 + a 2 + + a n = k=1

4.1 Rijen. Inhoud. Convergentie van een reeks. Reeksen. a k. a k = lim. a k = s. s n = a 1 + a 2 + + a n = k=1 Reesen en Machtreesen Reesen en Machtreesen 4-0 Reesen en Machtreesen Inhoud. Rijen 2. Reesen Definities en enmeren Reesen met niet-negatieve termen Reesen met positieve en negatieve termen 3. Machtreesen

Nadere informatie

Leeswijzer bij het college Functies en Reeksen

Leeswijzer bij het college Functies en Reeksen Leeswijzer bij het college Functies en Reeksen Erik van den Ban Najaar 2012 Introductie eze leeswijzer bij het dictaat Functies en Reeksen (versie augustus 2011) heeft als doel een gewijzigde opbouw van

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 2 juli 2015, 08:30 11:30 (12:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis

Nadere informatie

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2 Lesbrief 3 Polynomen 1 Polynomen van één variabele Elke functie van de vorm P () = a n n + a n 1 n 1 + + a 1 + a 0, (a n 0), heet een polynoom of veelterm in de variabele. Het getal n heet de graad van

Nadere informatie

Constructie der p-adische getallen

Constructie der p-adische getallen Constructie der p-adische getallen Pim van der Hoorn Marcel de Reus 4 februari 2008 Voorwoord Deze tekst is geschreven als opdracht bij de cursus Kaleidoscoop 2007 2008 aan de Universiteit Utrecht. De

Nadere informatie

Ondernemen = Kiezen = Spelen. Lezing op het Nationaal T&U Congres 9 oktober Tom Verhoeff. Faculteit Wiskunde & Informatica

Ondernemen = Kiezen = Spelen. Lezing op het Nationaal T&U Congres 9 oktober Tom Verhoeff. Faculteit Wiskunde & Informatica Ondernemen = Kiezen = Spelen Lezing op het Nationaal T&U Congres 9 oktober 2008 Tom Verhoeff Faculteit Wiskunde & Informatica c 2008, T. Verhoeff @ TUE.NL /6 Ondernemen = Kiezen = Spelen Eerste spel: Cijfers

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen

Radboud Universiteit Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica L(,1)-labeling van grafen Naam: Studentnummer: Studie: Begeleider: Myrte klein Brink 4166140 Bachelor Wiskunde Dr.

Nadere informatie

Nascholing Economie: Speltheorie. Jeroen Hinloopen (UvA) J.Hinloopen@uva.nl

Nascholing Economie: Speltheorie. Jeroen Hinloopen (UvA) J.Hinloopen@uva.nl Nascholing Economie: Speltheorie Jeroen Hinloopen (UvA) Programma Inleiding: De drie vernieuwingen in het economie examenprogramma Deel 1: 10.00 10.45 Wat is speltheorie en wanneer is het gebruik zinvol?

Nadere informatie

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3 HOOFDSTUK 6: RIJEN 1 Limiet van een rij 2 1.1 Het begrip rij 2 1.2 Bepaling van een rij 2 1.2.1 Expliciet voorschrift 2 1.2.2 Recursief voorschrift 3 1.2.3 Andere gevallen 3 1.2.4 Rijen met de grafische

Nadere informatie

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 7 Jordan normaalvorm Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit hoofdstuk buigen we ons over de vraag of er

Nadere informatie

Dualiteit. Raymond van Bommel. 6 april 2010

Dualiteit. Raymond van Bommel. 6 april 2010 Dualiteit Raymond van Bommel 6 april 2010 1 Inleiding Op veel manieren kan meetkunde worden bedreven. De bekendste en meest gebruikte meetkunde is de Euclidische meetkunde. In dit artikel gaan we kijken

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Naam: Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Week 1 20-02-2013. Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren.

Week 1 20-02-2013. Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren. Combinatorische Optimalisatie, 2013 Week 1 20-02-2013 Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren. Opgave 1.16 Bewijs dat elke graaf een even aantal punten

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

1 Kettingbreuken van rationale getallen

1 Kettingbreuken van rationale getallen Kettingbreuken van rationale getallen Laten we eens starten met een breuk bijvoorbeeld 37/3 Laten we hier ons kettingbreuk algoritme op los, We concluderen hieruit dat 37 3 3 + 3 + + 37 3 + + + hetgeen

Nadere informatie

Functievergelijkingen

Functievergelijkingen Functievergelijkingen Trainingsweek juni 2008 Basistechnieken Je mag alle getallen in het domein invullen in je functievergelijking. Wat er precies handig is, hangt af van het domein en van de functievergelijking.

Nadere informatie

Riemann-Roch voor grafen

Riemann-Roch voor grafen T.J. Sijpesteijn Riemann-Roch voor grafen Bachelorscriptie Scriptiebegeleider: dr. T.C. Streng Datum bachelorexamen: juni 2016 Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 1.1

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

Filebestrijding middels Speltheorie

Filebestrijding middels Speltheorie Speltheorie p. 1/3 Filebestrijding middels Speltheorie Krzysztof R. Apt (dus niet Krzystof en zeker niet Krystof) CWI & Universiteit van Amsterdam DEPOT1 DEPOT2 Speltheorie p. 2/3 Voorbeeld 1: Kilometerheffing

Nadere informatie

Nascholing Economie: Speltheorie

Nascholing Economie: Speltheorie Nascholing Economie: Speltheorie Jeroen Hinloopen (UvA) Aristo Amsterdam, 28 januari 2010 Programma (28 januari 2010, 10.00 11.45) Inleiding: De drie vernieuwingen in het economie examenprogramma Wat is

Nadere informatie

Set 1 Inleveropgaven Kansrekening (2WS20)

Set 1 Inleveropgaven Kansrekening (2WS20) 1 Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde en Informatica Set 1 Inleveropgaven Kansrekening (2WS20) 2014-2015 1. (Het sleutelprobleem) In een denkbeeldige wedstrijd kunnen deelnemers auto s

Nadere informatie

1. Vectoren in R n. y-as

1. Vectoren in R n. y-as 1. Vectoren in R n Vectoren en hun meetkundige voorstelling. Een vector in R n is een rijtje (a 1, a 2,..., a n ) van reële getallen. De getallen a i heten de coördinaten van de vector. In het speciale

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Afspraken en notaties

Hoofdstuk 1. Afspraken en notaties Hoofdstuk 1 Afspraken en notaties In deze tekst onderzoeken we een eenvoudig dobbelspel: twee spelers hebben een dobbelsteen, gooien deze, en wie het hoogst aantal ogen gooit wint. Er blijken setjes dobbelstenen

Nadere informatie

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Tentamen: Convexe Analyse en Optimalisering Opleiding: Bacheloropleiding Econometrie Vakcode: 64200 Datum:

Nadere informatie

Normering en schaallengte

Normering en schaallengte Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald

Nadere informatie

HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE. 1. Inleiding

HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE. 1. Inleiding HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE IGNACE VAN DE WOESTYNE. Inleiding In zowel de theorie van het consumentengedrag als in de arbeidstheorie, beiden gesitueerd in

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Polyatheorie. Erik Verraedt 2011-2012

Polyatheorie. Erik Verraedt 2011-2012 2011-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Enkele telproblemen 5 2.1 Probleem 1........................................ 5 2.2 Probleem 2........................................ 5 2.3 Probleem 3........................................

Nadere informatie

In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4:

In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4: Katern 4 Bewijsmethoden Inhoudsopgave 1 Bewijs uit het ongerijmde 1 2 Extremenprincipe 4 3 Ladenprincipe 8 1 Bewijs uit het ongerijmde In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel

Nadere informatie

Stabiele koppelingen (Engelse titel: Stable Matchings)

Stabiele koppelingen (Engelse titel: Stable Matchings) Technische Universiteit Delft Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Delft Institute of Applied Mathematics Stabiele koppelingen (Engelse titel: Stable Matchings) Verslag ten behoeve van het

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los

Nadere informatie

1.3 Rekenen met pijlen

1.3 Rekenen met pijlen 14 Getallen 1.3 Rekenen met pijlen 1.3.1 Het optellen van pijlen Jeweetnuwatdegetallenlijnisendat0nochpositiefnochnegatiefis. Wezullen nu een soort rekenen met pijlen gaan invoeren. We spreken af dat bij

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde

Nadere informatie

De regels van het spel

De regels van het spel Het bordspel hex De regels van het spel I Er zijn twee spelers, die om beurten een steen in één van de lege zeshoekjes plaatsen; De regels van het spel I Er zijn twee spelers, die om beurten een steen

Nadere informatie

Inleiding Speltheorie - 29 januari 2003, uur

Inleiding Speltheorie - 29 januari 2003, uur Inleiding Speltheorie - 29 januari 2003, 9.30-2.30 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 00. De waardering per opgave staat vermeld. Opgave (20 punten) Gegeven

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Kansrekening (2WS2, Vrijdag 23 januari 25, om 9:-2:. Dit is een tentamen met gesloten boek. De uitwerkingen van de opgaven dienen

Nadere informatie

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j FLIPIT JAAP TOP Een netwerk bestaat uit een eindig aantal punten, waarbij voor elk tweetal ervan gegeven is of er wel of niet een verbinding is tussen deze twee. De punten waarmee een gegeven punt van

Nadere informatie

De Dekpuntstelling van Brouwer

De Dekpuntstelling van Brouwer De Dekpuntstelling van Brouwer Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Twente, 19 oktober 2009: 18:00 20:00 Outline 1 2 3 4 De formulering Dekpuntstelling van Brouwer Zij n een

Nadere informatie

Blind kwartetten. Niveau ooo

Blind kwartetten. Niveau ooo Niveau ooo Blind kwartetten Bij allerlei spellen kun je naast de gewone variant ook de zogeheten 'blinde' variant spelen: in plaats van met een speelbord of kaarten speel je het spel volledig in gedachten

Nadere informatie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Lineaire Algebra, tentamen Uitwerkingen vrijdag 4 januari 0, 9 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan. De

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor ST

Lineaire Algebra voor ST Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9.31 email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2ds06 Technische Universiteit Eindhoven college 2 J.Keijsper

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Wat is Wiskunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00

Uitwerkingen Tentamen Wat is Wiskunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00 Uitweringen Tentamen Wat is Wisunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00 Docenten: Barbara van den Berg & Carel Faber & Arjen Baarsma & Ralph Klaasse & Vitor Blåsjö & Guido Terra-Bleeer Opgave

Nadere informatie

UIT speltheorie

UIT speltheorie Speltheorie. Wat is de speltheorie (gametheorie). De speltheorie beschouwt situaties in de echte wereld waarin twee (of meerdere) partijen aan elkaar verbonden zijn via hun acties. Als de ene partij een

Nadere informatie

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Magali Victoor Promotor: Prof. dr. Hendrik Van Maldeghem Masterproef ingediend tot het behalen van de academische

Nadere informatie

Uitwerking Puzzel 93-1, Doelloos

Uitwerking Puzzel 93-1, Doelloos Uitwerking Puzzel 93-1, Doelloos Wobien Doyer Lieke de Rooij Volgens de titel is deze puzzel zonder doel, dus zonder bekende toepassing. Het doel is echter nul en dat is zeker in de wiskunde niet niks.

Nadere informatie

3 De duale vectorruimte

3 De duale vectorruimte 3 De duale vectorruimte We brengen de volgende definitie in de herinnering. Definitie 3.1 (hom K (V, W )) Gegeven twee vectorruimtes (V, K) en (W, K) over K noteren we de verzameling van alle lineaire

Nadere informatie

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Examenvragen Hogere Wiskunde I 1 Examenvragen Hogere Wiskunde I Vraag 1. Zij a R willekeurig. Gegeven is dat voor alle r, s Q geldt dat a r+s = a r a s. Bewijs dat voor alle x, y R geldt dat a x+y = a x a y. Vraag 2. Gegeven 2 functies

Nadere informatie

Speltheorie in de computerwetenschappen. Patrick De Causmaecker Met dank aan Katja Verbeeck Katholieke Universiteit Leuven Campus Kortrijk

Speltheorie in de computerwetenschappen. Patrick De Causmaecker Met dank aan Katja Verbeeck Katholieke Universiteit Leuven Campus Kortrijk Speltheorie in de computerwetenschappen Patrick De Causmaecker Met dank aan Katja Verbeeck Katholieke Universiteit Leuven Campus Kortrijk Mezelf Licentiaat Wiskunde (Gent) Doctor in de Fysica (Leuven)

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Tentamen: Convexe Analyse en Optimalisering Opleiding: Bacheloropleiding Econometrie Vakcode: 611010 Datum:

Nadere informatie

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen Hoofdstuk 95 Orthogonaliteit 95. Orthonormale basis Definitie 95.. Een r-tal niet-triviale vectoren v,..., v r R n heet een orthogonaal stelsel als v i v j = 0 voor elk paar i, j met i j. Het stelsel heet

Nadere informatie

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen Hoofdstuk 3 Equivalentierelaties SCHAUM 2.8: Equivalence Relations Twee belangrijke voorbeelden van equivalentierelaties in de informatica: resten (modulo rekenen) en cardinaliteit (aftelbaarheid). 3.1

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, 14.00 17.00, Examenzaal Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

Basiskennistoets wiskunde

Basiskennistoets wiskunde Lkr.: R. De Wever Geen rekendoos toegelaten Basiskennistoets wiskunde Klas: 6 WEWI 1 september 015 0 Vraag 1: Een lokaal extremum (minimum of maximum) wordt bereikt door een functie wanneer de eerste afgeleide

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.1, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 21 april, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 32 Outline 1 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

Geldwisselprobleem van Frobenius

Geldwisselprobleem van Frobenius Geldwisselprobleem van Frobenius Karin van de Meeberg en Dieuwertje Ewalts 12 december 2001 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Afspraken 3 3 Is er wel zo n g? 3 4 Eén waarde 4 5 Twee waarden 4 6 Lampenalgoritme

Nadere informatie