KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Leeuwenborgh Opleidingen. Veiligheid en vakmanschap (Aankomend medewerker grondoptreden)

Transcriptie

1 KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Leeuwenborgh Opleidingen Veiligheid en vakmanschap (Aankomend medewerker grondoptreden) Plaats :Sittard BRIN nummer :25 PL Onderzoeksnummer : Datum onderzoek :6 en 7 juni 2017 Datum vaststelling :7 november 2017

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Conclusie en vervolg Resultaten Aankomend medewerker grondoptreden Onderwijsproces Examinering en diplomering Onderwijsresultaten Kwaliteitszorg en ambitie Onderzoek naar overige wettelijke vereisten... 8 Bijlage I

3 1. Inleiding Wat voor onderzoek heeft de inspectie gedaan? De inspectie voert dit onderzoek uit om in De Staat van het Onderwijs te kunnen rapporteren over de ontwikkelingen in het middelbaar beroepsonderwijs. Het onderzoek richt zich op de volgende vraag: voldoet de opleiding op de onderzochte gebieden en standaarden aan de basiskwaliteit, en daarmee aan de wettelijke eisen? We doen geen uitspraak over de kwaliteit van de opleiding als geheel. Voor het onderzoek is een aselecte steekproef getrokken van opleidingen. Bij Leeuwenborgh Opleidingen onderzochten we de in onderstaande tabel opgenomen opleidingen. Voor deze onderzoeken zijn separate rapporten opgesteld. In hoofdstuk 2 en 3 zijn de bevindingen van een van deze opleidingen opgenomen. De volgende opleidingen zijn onderzocht: Opleidingen/Kwalificaties Logistiek medewerker Logistiek Service Apparatuur en installaties (Servicetechnicus elektrotechniek) Technicus service en onderhoud elektrotechniek en instrumentatie Kapper (Junior Kapper) Kapper Veiligheid en Vakmanschap (Aankomend medewerker Grondoptreden) Aankomend medewerker Grondoptreden Verzorgende-IG Verzorgende-IG Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur) Financieel administratieve beroepen Leerweg, niveau, locatie Leerweg bbl, niveau 2, locatie Arendstraat 12, Sittard Leerweg bol, niveau 4, locatie Arendstraat 12, Sittard Leerweg bol, niveau 2, Locatie Sibemaweg 20, Maastricht Leerweg bol, niveau 2, Locatie Milaanstraat 125, Sittard Leerweg bbl, niveau 3, Locatie Sibemaweg 20, Maastricht Leerweg bol, niveau 4, locatie Arendstraat 12, Sittard Dit rapport heeft in detail betrekking op de volgende opleidingen en onderzoeksonderdelen: Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 1 van 10

4 Gebied Onderwijsresultaten bc217 Gebied Onderwijsproces, Schoolklimaat Kwaliteitszorg en ambitie en Wettelijke vereisten 95081, Aankomend medewerker grondoptreden 25416, Aankomend medewerker grondoptreden Gebied Examinering en diplomering 95081, Aankomend medewerker grondoptreden Leerweg, niveau, locatie Leerweg bol, niveau 2, locatie Milaanstraat 125, Sittard Werkwijze We gebruiken bij dit onderzoek het nieuwe waarderingskader (onderdeel van het Onderzoekskader mbo 2017), inclusief de daarin opgenomen standaarden en normering. We onderzochten vijf kwaliteitsgebieden: onderwijsproces, examinering en diplomering, schoolklimaat, onderwijsresultaten, kwaliteitszorg en ambitie. We onderzochten daarbij dertien standaarden. We hebben vervolgens een oordeel gegeven over tien standaarden In het kader van het kwaliteitsgebied Onderwijsproces wordt bij de standaard OP1 (Onderwijsprogramma) in ieder geval ingegaan op onze bevinden op het gebied van loopbaanoriëntatie en begeleiding omdat dit thema deel uitmaakt van De Staat van het Onderwijs van 2018.De standaarden Ontwikkeling en begeleiding (OP2), Veiligheid (SK1) en Leerklimaat (SK2) hebben we wel onderzocht maar voorzien we niet van een oordeel.bij deze opleiding onderzochten en beoordeelden we de meldingen verzuim en vsv. Voor het onderzoek analyseerden we alle bij ons beschikbare informatie over de betreffende opleidingen en vulden dit aan met onderzoeken op locatie. Op locatie zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd, documenten onderzocht en gesprekken gevoerd. Er is onder andere gesproken met studenten, docenten, de examencommissie en het opleidingsmanagement. Leeswijzer Hierna volgt eerst de conclusie en het vervolg van het onderzoek (hoofdstuk 2). Hoofdstuk 3 geeft voor de opleiding de resultaten van het onderzoek weer. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 2 van 10

5 2. Conclusie en vervolg Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleiding We voeren bij de opleidingen Aankomend medewerker grondoptreden geen vervolgtoezicht uit, omdat we alle onderzochte en beoordeelde kwaliteitsgebieden en standaarden als voldoende hebben beoordeeld. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 3 van 10

6 3. Resultaten In dit hoofdstuk lichten wij het resultaat van het kwaliteitsonderzoek van de opleiding toe. We geven per gebied en per beoordeelde standaard aan wat het oordeel is (voldoende of onvoldoende) en geven aan waar sprake is van een waardering goed. Het oordeel per gebied is gebaseerd op de beoordeling van de onderliggende standaarden. Omdat we bij het gebied onderwijsproces niet alle standaarden onderzocht hebben, is een waardering goed voor het gebied niet aan de orde. We verantwoorden ons over het oordeel per onderzocht gebied en per standaard. 3.1 Aankomend medewerker grondoptreden Het kwaliteitsonderzoek bij Aankomend medewerker grondoptreden, en Aankomend medewerker grondoptreden, locatie Milaanstraat 125, Sittard heeft geleid tot de onderstaande oordelen Onderwijsproces OP Onderwijsproces OP1 Onderwijsprogramma OP3 Didactisch handelen OP7 Beroepspraktijkvorming Voldoende O V G Het onderwijsprogramma is voldoende, omdat het de studenten voorbereidt op beroepspraktijk, vervolgonderwijs en samenleving. De opleiding wordt verzorgd door het roc in samenwerking met het Ministerie van Defensie. Vanuit Defensie verzorgen vijf militaire instructeurs de lessen Militaire basisvaardigheden. Daarnaast omvat het programma Nederlands, Engels, rekenen, Loopbaan en Burgerschap, beroepspraktijkvorming, diverse sportonderdelen en projectblokken. Het programma is afgestemd op de doelgroep. De studenten die wij spraken ambiëren allen een baan bij Defensie en zijn sterk gericht op fysieke fitheid, conditie, doorzettingsvermogen, orde, respect en steun voor elkaar. De opleiding komt hieraan in het onderwijsprogramma voldoende tegemoet. Wat beter kan is de verbinding tussen theorie en de algemene vakken met de praktijk, zoals bij het beroepsgericht Engels al het geval is. Hiermee kan het team de opleiding aantrekkelijker maken voor deze doelgroep.loopbaanontwikkeling en begeleiding (LOB) wordt verzorgd door de mentor. Het team ziet loopbaanontwikkeling als een belangrijk onderdeel omdat het de relatief jonge studenten weerbaarder kan maken in hun verdere loopbaankeuzes binnen of buiten Defensie. De mogelijkheden voor maatwerk zijn voldoende, maar worden nog niet optimaal benut. Verdieping is mogelijk in de AVO-vakken, door vakken op een hoger referentieniveau af te sluiten. Binnen de praktijkvakken sport en militaire basisvaardigheden wordt gedifferentieerd door studenten meer tijd en aandacht of juist meer complexe opdrachten te geven. Versnelling is niet mogelijk, dit is momenteel een punt van discussie tussen Defensie en de roc s die de opleiding Aankomend medewerker grondoptreden verzorgen. Studenten worden voorbereid op een functie bij Defensie of een soortgelijke functie in de burgermaatschappij. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 4 van 10

7 Doorstroom naar niveau 3 (met leidinggevende- of instructietaken) kan gedurende het eerste kwartaal van de opleiding. Hiervoor zijn de eisen vastgelegd. Het didactisch handelen is voldoende omdat studenten tijdens de lessen intensief aan het leren zijn. Er zijn praktijklessen en theorielessen. De theorielessen worden volgens een strak format van directe instructie gegeven. De geobserveerde praktijkles (militaire basisvaardigheden) was een les met veel variëteit. Hierin zagen wij een goede afstemming tussen theorie en praktijk. De studenten waren zeer actief en nauw betrokken bij deze les. Wat beter kan is de ontwikkeling van een visie op de invulling van de theorielessen in relatie tot de praktijk. Hierbijkan specifieke aandacht voor de verschillen tussen studentenverrijkend werken. De voorbereiding, uitvoering en begeleiding van de beroepspraktijkvorming is doeltreffend. De nauwe samenwerking met Defensie op alle niveaus en de korte lijnen bieden hiervoor een waarborg Examinering en diplomering ED Examinering en diplomering ED1 Kwaliteitsborging examinering en diplomering ED2 Exameninstrumentarium ED3 Afname en beoordeling Voldoende O V G De examencommissie borgt een deugdelijke examinering en diplomering. Zij heeft voldoende zicht op de afname, beoordeling en diplomering en waarborgt eveneens de deskundigheid van de betrokkenen bij examinering. De examencommissie voert haar activiteiten uit op basis van een plan van toezicht voor de examinering. De activiteiten betreffen het volgen en evalueren van de examenkwaliteit door middel van steekproefsgewijze controle van examendossiers, enquêtes, panelgesprekken, de opstelling en uitvoering van een scholingsplan en het bijwonen van examens op school en in de praktijk. De belangrijkste bevindingen hieruit komen terecht in het Jaarverslag examinering. Op basis daarvan wordt het plan van toezicht examinering opgesteld voor het komende jaar. Met deze systematische werkwijze heeft de examencommissie voldoende zicht op de afname en op de deskundigheid van de betrokkenen. De besluitvorming tot diplomering gebeurt aan de hand van een aantal duidelijke procedures die er voor zorgen dat er sprake is van een deugdelijk proces. Na de melding in het leerlingvolgsysteem dat de student alles volgens de vereisten heeft afgerond, vindt een verificatievergadering door het team om de student en diens resultaten te bespreken. Vervolgens wordt de student voor diplomering voorgedragen. De examencommissie doet steekproefsgewijs controle op de compleetheid van het dossier. Wat beter kan is dat beoordelaars bij herkansingen nieuwe beoordelingsformulieren gebruiken. Nieuwe waarderingen uit herkansingen worden nu toegevoegd in de oude beoordelingsformulieren. Dat levert een op het oog minder betrouwbaar beeld op en maakt het lastiger voor de examencommissie om zicht op te krijgen op de beoordeling. Het werk van de examencommissie kan verder worden versterkt door de analyses van de uitkomsten van examens meer systematisch op te pakken en op deze manier ook informatie op te halen over de effectiviteit van het onderwijsproces. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 5 van 10

8 Het exameninstrumentarium is voldoende. De opleiding maakt gebruik van het ingekochte examenproducten die door de inspectie zijn goedgekeurd. Deze worden ongewijzigd ingezet. De examinering wordt ook jaarlijks geëvalueerd door de leverancier, met betrokkenheid van Defensie en alle betrokken roc s. Het generieke deel wordt geëxamineerd met gebruikmaking van ingekochte toetsen. De afname en beoordeling van examens is deugdelijk. De beroepsgerichte examens worden afgenomen door onafhankelijke en geschoolde assessoren. Kerntaak 2 wordt geëxamineerd in de beroepspraktijk. Kerntaak 1 en 4 worden deels in de beroepspraktijk geëxamineerd. Hier wordt het vier-ogenprincipe gehanteerd: studenten worden beoordeeld door een onafhankelijke beoordelaars vanuit een landelijke poule vanuit Defensie en een docent van een ander roc, dat ook de VeVa opleiding aanbiedt. Tijdens de examenweken is er een examenleider van school aanwezig die ook de taak om vragen te beantwoorden en bij verschillen van inzicht rond de beoordeling een rol heeft. De andere proeve wordt op school afgenomen en deze wordt beoordeeld door een schoolassessor en een assessor vanuit Defensie. In dit examen wordt ook het beroepsgerichte gedeelte Engels geëxamineerd. Mondelinge schoolexamens voor de generieke vakken worden opgenomen. Om de betrouwbaarheid van de beoordeling te vergroten is er gestart met het steekproefsgewijs afluisteren hiervan door een andere docent Onderwijsresultaten OR Onderwijsresultaten OR1 Studiesucces OR3 Vervolgsucces Onoldoende O V G Niet beoordeeld Hoewel de onderwijsresultaten op basis van het driejaarsgemiddelde onvoldoende zouden zijn, beoordeelt de inspectie de onderwijsresultaten als voldoende. Dit oordeel baseren wij op het feit dat de opbrengsten in de schooljaar 2015/2016 boven de norm zijn. De al ingezette verbeteracties (o.a. verscherpte intake en een intensieve begeleiding) zijn succesvol gebleken. Ook is sprake van een strakke sturing door het management op een stijging van de opbrengsten. Resultaat hiervan was een stijging van het jaarresultaat (nu 71,1 procent ) en diplomaresultaat (nu 73,8 procent) in het afgelopen schooljaar. Deze percentages liggen boven de normen van jaar- en diplomaresultaat voor een niveau 2 opleiding. Het startersresultaat is met 77,2 procent onder de norm van 79 procent. De eerdere dip in de onderwijsresultaten is toe te schrijven aan ontwikkelingen op mondiaal niveau die hun impact hadden op de studenten in de opleiding. Voor deze beoordeling, gebaseerd op BRON-gegevens , zijn de resultaten van bc217, niveau 2 gebruikt. In bijlage I staan de opleidingen die betrokken zijn bij het bepalen van de onderwijsresultaten. Een nadere analyse van de oorzaken van dit achterblijvende resultaat kan de opleiding ondersteunen bij verdere verbeteringen van de onderwijsresultaten. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 6 van 10

9 3.1.4 Kwaliteitszorg en ambitie KA Kwaliteitszorg en ambitie KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur KA3 Dialoog en verantwoording Voldoende O V G De opleiding heeft een stelsel van kwaliteitszorg en verbetert op basis daarvan het onderwijs. Het team werkt aan verbeteringen op basis van een doorlopend teamplan waarin de eigen prioriteiten concreet en toetsbaar zijn opgenomen. De voortgang van dit teamplan wordt besproken en gemonitord. Niet alleen door het managementteam, maar in toenemende mate door taakverantwoordelijke docenten. Indien nodig onderneemt het team aanvullende acties of worden docenten aangespoord om de afgesproken doelen te realiseren. Er worden audits gehouden waarbij een onafhankelijk deskundige is betrokken. Deze audits leveren kritische oordelen op die het team benut voor verdere verbeteringen. Gedetacheerde medewerkers van Defensie en studenten worden nauw betrokken bij oordelen over de kwaliteit van de opleiding via panelgesprekken en enquêtes. De taken en verantwoordelijkheiden van alle betrokkenen (opleidingsmanager, de onderwijskundig leider, de directeur en de teamleden) zijn helder verdeeld. Door de gestructueerde werkwijze op basis van het teamplan, de betrokkenheid van alle belanghebbenden en een heldere verantwoordelijkheidsverdeling, is er sprake van een stelsel van kwaliteitszorg dat werkt. Dat is zichtbaar in het feit dat er recent een onderwijskundig leider is aangesteld om reeds gesignaleerde verbeterpunten in het onderwijs te realiseren. Hiermee concretiseert de opleiding een belangrijke prioriteit uit het Leeuwenborgh-brede strategisch plan Leeuwenborgh maakt het verschil, namelijk het gezamenlijk aansturen van een opleidingsteam door twee leidinggevenden. De opleiding kent heeft een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer Het team met veel nieuwe en jonge docenten is enthousiast, leert en werkt samen aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Collega s spreken elkaar aan als dat nodig is. Dit is een ontwikkeling die de afgelopen drie jaar heeft plaatsgevonden. De intensieve contacten met Defensie en met de andere roc s die Veva-opleidingen verzorgenhouden het team scherp en stimuleren tot het verder verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Het team werkt het resultaatgericht. Een ambitie van Leeuwenborgh is om de onderwijsteams zelf meer aan zet te krijgen. Tijdens ons onderzoek hebben wij geconstateerd dat het Veva-team hierin goed op weg is. De sturing van de opleidingsmanager is op gepaste afstand, maar toch effectief. Het onderwijskundig leiderschap van de opleidingsmanager en de nieuwe onderwijskundig leider wordt erkend en herkend. Zwaartepunten hierin zijn de teamontwikkeling, met als doel het elkaar blijven aanspreken op samenwerking en professionalisering. Het leidinggeven aan verdere ontwikkeling van het onderwijsprogramma is een ander speerpunt waar het onderwijskundig leiderschap zichtbaar in is. De kwaliteitscultuur kan verder worden versterkt als docenten ook onderling bij elkaar in de klas zouden kijken en in dit kader intercollegiale feedback organiseren. Een verdere afstemming met met aanpalende opleidingen, zoals de niveau twee opleidingen in de sport, kan ook een extra impuls betekenen voor de kwaliteitscultuur. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 7 van 10

10 De opleiding legt intern en extern toegankelijk en betrouwbaar verantwoording af en voert daarover actief een dialoog. Het team heeft sterke banden met Defensie en werkt nauw samen met de andere roc s die de Veva-opleiding aanbieden. Met hen wordt op alle niveaus geregeld het gesprek gevoerd over de inhoud en resultaten van de opleiding, mogelijke verbeterpunten rond examinering, het onderwijsproces en de kwaliteitszorg. Intern wordt via de voortgangsbespreking van het teamplan verantwoording afgelegd aan de directie. In panelgesprekken met studenten bespreekt het team de kwaliteit van het onderwijs en eventuele verbeterpunten Onderzoek naar overige wettelijke vereisten Naast het onderzoek naar kwaliteit hebben wij gekeken of bij de opleiding voldaan wordt aan de wettelijke vereisten met betrekking tot onderwijstijd, schoolkosten/wettelijke bijdragen en ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten. Onderwijstijd Er waren geen aanwijzingen om het onderzoek te verdiepen op het punt van onderwijstijd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan artikel WEB met betrekking tot de schoolkosten. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De procedure van de instelling betreffende de verzuimregistratie en de uitvoering in de praktijk voldoet. De registratie is systematisch. De functionarissen zijn goed op de hoogte van wat en hoe er geregistreerd moet worden en door wie dit hoe vaak gedaan wordt. Voor de borging van de verzuimregistratie zijn inzichtelijke, actuele en betrouwbare verantwoordingsdata aanwezig waarmee het proces door het management kan worden gevolgd en eventueel worden bijgestuurd. De instelling maakt voor het registeren van presentie/absentie gebruik van een elektronisch leerlingvolgsysteem. Dit systeem geeft een automatische signalering als het verzuim 16 uur in vier weken heeft bereikt. De basisregistratie geschiedt op een deugdelijke wijze. De opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van vier weken voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 21a, tweede lid, van de Leerplichtwet Wanneer er na de eerste 16 uur ongeoorloofd verzuim opnieuw sprake is van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van 4 opeenvolgende lesweken, dient voor dit verzuim een vervolgmelding plaats te vinden. De inspectie heeft met het onderzoek één deelnemer (18-) in de administratie aangetroffen die vanwege het ongeoorloofde verzuim te laat is gemeld. Deze melding is niet binnen 5 werkdagen gemeld bij het verzuimloket, de toegestane foutmarge van twee meldingen wordt hiermee niet overschreden. Er kan geen oordeel worden gegeven ten aanzien van het naleven van de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Het onderwerp is weliswaar onderzocht, er waren echter geen Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 8 van 10

11 studenten die formeel voor melding in aanmerking kwamen, zodat niet kan worden vastgesteld of de instelling de geldende termijn hanteert. Gezien de methode van registreren van verzuim hebben wij er echter vertrouwen in dat, indien wettelijke meldingen aan de orde zouden zijn, dit ook juist en tijdig gebeurt. Wij zullen daarom geen vervolgonderzoek uitvoeren. Ook wordt voldaan aan de wettelijke verplichting om in de onderwijsovereenkomst het verzuimbeleid kenbaar te maken. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.3f van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Een positieve ontwikkeling is dat afspraken gemaakt zijn met het RMC om in kader van melding van verzuim zonder geldige reden voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie ook de in de Leerplichtwet gestelde grens van 16 uur in vier weken te hanteren. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 9 van 10

12 Bijlage I. Bc-id overzicht In deze bijlage is per onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de onderwijsresultaten. bc-id: bc217 Niveau: 2 Crebo: Opleiding: Vrede en veiligheid (medewerker vrede en veiligheid) Aankomend medewerker grondoptreden Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Leeuwenborgh Opleidingen Pagina 10 van 10