KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Leeuwenborgh te Sittard. Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), crebo 91390

Transcriptie

1 KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC Leeuwenborgh te Sittard Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), crebo Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), crebo Sport en bewegen (Sport- en bewegingscoördinator/ trainer/coach), crebo Januari 2015

2 BRIN: 25PL Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd in: oktober 2014 Conceptrapport verzonden op: 15 december 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 29 januari 2015

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Conclusie en vervolgtoezicht Conclusie Vervolgtoezicht Resultaten van het onderzoek... 3 Bijlagen... 8 Bijlage I Normering kwaliteitsgebieden... 8 Bijlage II Overzicht bc-id Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleidingen Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), 91390; Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), 95280; Sport en bewegen (Sport- en bewegingscoördinator/ trainer/coach),

4

5 1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde in oktober 2014 een kwaliteitsonderzoek uit bij ROC Leeuwenborgh. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. De aanleiding voor dit kwaliteitsonderzoek is het volgende. In het onderzoek Staat van de instelling, waarvan het rapport op 3 juli 2014 is vastgesteld, bleek er mogelijk sprake te zijn van risico's bij onderstaande opleidingen. De opbrengsten van de opleidingen Sport en bewegen op niveau 3 en 4 (bc-code 198) lieten verscheidene jaren achtereen onvoldoende opbrengsten zien. Ook stonden er veel studenten op de opleidingen ingeschreven. Wij hebben bij de opleidingen Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider) (91390), Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider) (95280) en Sport en bewegen (Sport- en bewegingscoördinator/ trainer/ coach) (95294) een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van tekortkomingen. Dit onderzoek richtte zich op het onderwijsproces, de examinering en diplomering, de opbrengsten en de kwaliteitsborging. De volgende opleidingen zijn onderzocht: Gebied Opbrengsten Bc198 Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten 91390, Sport- en bewegen (Sport- en bewegingsleider) 95280, Sport- en bewegen (Sport- en bewegingsleider) Gebied Examinering en diplomering 91390, Sport- en bewegen (Sport- en bewegingsleider) Leerweg, niveau, locatie leerweg bol, niveau 3, locatie Milaanstraat 125, Sittard Bc , Sport- en bewegen (Sport- en bewegingscoördinator/ trainer/ coach) 95294, Sport- en bewegen (Sport- en bewegingscoördinator/ trainer/ coach) leerweg bol, niveau 4, locatie Milaanstraat 125, Sittard Wij hebben gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management. Daarnaast hebben we documenten onderzocht en onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het eventuele vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het kwaliteitsonderzoek vindt u in hoofdstuk 3. Daarbij bespreken wij telkens de opleidingen Sport en bewegen op niveau 3 en niveau 4 gezamenlijk, indien resultaten, bevindingen of oordelen enkel gelden voor één van de twee opleidingen dan zullen wij dit expliciet maken. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - ROC Leeuwenborgh pagina 1 van 12

6 2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het kwaliteitsonderzoek van de opleidingen en wat het vervolgtoezicht inhoudt. 2.1 Conclusie Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor het kwaliteitsgebied onderwijsproces, examinering en diplomering en kwaliteitsborging voor de opleiding Sport en bewegen op niveau 3 en de opleiding op niveau 4. De opbrengsten zijn voor beide opleidingen onvoldoende maar laten een stijgende lijn zien. In paragraaf 2.2 wordt de aard van het vervolgtoezicht nader uitgewerkt. 2.2 Vervolgtoezicht In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), crebo Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), crebo Sport en bewegen (Sport- en bewegingscoördinator/ trainer/coach), crebo Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Niveau opbrengsten is onvoldoende*. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten. Na circa een jaar voeren wij een (bureau)onderzoek uit naar kwaliteitsverbetering. * Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 2 van 12

7 3 Resultaten van het onderzoek In dit hoofdstuk vermelden we het oordeel over de onderzochte kwaliteitsgebieden voor zowel de opleiding Sport en bewegen niveau 3 als niveau 4. Daarna geven we hierop een toelichting. Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Slecht Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de onderzochte kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 3 van 12

8 Beschouwing Algemeen We beoordelen de kwaliteit van het onderwijsproces en de examinering en diplomering, voor zowel de opleiding Sport en bewegen niveau 3 als voor de opleiding Sport en bewegen niveau 4, als voldoende. Ook de kwaliteitsborging beoordelen wij als voldoende, hoewel wij hier wel een paar aandachtspunten zien. De opbrengsten van beide opleidingen zijn voor het studiejaar nog onvoldoende maar hier is een gestage verbetering zichtbaar. Binnen beide opleidingen wordt degelijk onderwijs gegeven, studenten zijn over het algemeen tevreden en docenten zijn betrokken en vakkundig. Binnen het team CIOS (Sport en bewegen) wordt hiernaast doelgericht en systematisch aan de kwaliteit van het onderwijs gewerkt. Wij zien dat het team op het moment bezig is met een verandertraject. Door middel van het CIOS on the move traject wordt binnen het team gewerkt aan de doorontwikkeling van het onderwijs en aan de eigen cultuur. Dit traject is nog niet afgerond en nog niet alle doelstellingen zijn verwezenlijkt maar stemt positief en oogt degelijk. Hiernaast heeft het team in het najaar 2014 een analyse van de eigen onderwijskwaliteit gemaakt aan de hand van de Mbobeter-methode. Een analyse van de oorzaken van de lage opbrengsten maakt hier ook deel van uit. Ondanks dat de opbrengsten van de opleidingen onvoldoende zijn, is er voldoende onderwijskwaliteit aanwezig. Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende omdat alle onderliggende aspecten als voldoende zijn beoordeeld. Een aantal opvallende zaken zullen wij hierna benoemen. De samenhang van de opleiding is passend omdat het programma voldoende samenhang en een geschikte opbouw biedt. Zo is de duur van de opleidingen Sport en bewegen verkort tot 3 jaar. Daarbij kunnen studenten sinds kort ook direct op niveau 4 instromen en hoeven zij niet eerst een niveau 3 opleiding af te ronden. Studenten die wel opstromen van niveau 3 naar niveau 4 hoeven vervolgens alleen een aanvullend jaar te volgen. Om studenten beter in de juiste opleiding te plaatsen, heeft het team voor zowel de opleiding Sport en bewegen niveau 3 als niveau 4 een gezamenlijk basisjaar geïntroduceerd. Studenten worden het eerste jaar tevens ingeschreven op het gemeenschappelijke kwalificatiedossier, hierna stromen de studenten door naar niveau 3 of niveau 4. Wat eveneens is veranderd, is dat studenten van de niveau 3 opleiding nu ook een diploma bij het afronden van de opleiding krijgen en niet ongediplomeerd opstromen naar niveau 4. Het programma van beide opleidingen houdt in voldoende mate rekening met de verschillen tussen studenten. Zo kunnen studenten extra ondersteuning krijgen in een huiswerkklas en kunnen de studenten de opleiding versneld afronden. Hiernaast kunnen studenten op- en afstromen tussen de verschillende niveaus (niveaus 2, 3 en 4). Het onderwijsprogramma is wel vrij standaard, alleen als een student er om vraagt wordt er verdieping geboden. Een punt van aandacht zijn de algemeen vormende vakken. Deze kunnen aan kwaliteit winnen als er meer naar niveau gedifferentieerd wordt. Nu zitten studenten van verschillende niveaus door elkaar en wordt er niet optimaal rekening gehouden met de verschillen tussen studenten. In de opleidingen is voldoende structurering en begeleiding aanwezig en wordt er voldoende feedback op de leeractiviteiten gegeven. Ook krijgen studenten voldoende gelegenheid om te oefenen en om vragen te stellen. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 4 van 12

9 In het kader van het CIOS on the movetraject stemmen docenten meer hun werkwijze op elkaar af. Het bijwonen van elkaars lessen en elkaar opbouwende kritiek geven zijn hier onderdeel van. Nieuwe docenten krijgen een coach toegewezen en er is een handleiding voor startende docenten opgesteld. De studieloopbaanbegeleiding is voldoende omdat de opleiding voldoende informatie verstrekt en de begeleiding planmatig en proactief is. Er zijn mentorlessen en periodiek bespreken docenten de voortgang van studenten. Voor het mentoraat is er een handboek ontwikkeld om de ondersteuning meer te uniformiseren. Om studenten meer houvast in de studie te geven is er een wegwijzer per leerjaar gemaakt. Hierin worden afspraken, lessen en toetsen vastgelegd. Na iedere periode volgen resultaatbesprekingen met de mentor of vakdocent. De resultaten worden besproken met de studenten. De studenten en hun ouders hebben via het internet dagelijks inzicht in het resultatenoverzicht. Met individuele studenten worden leerdoelen besproken en vastgelegd in een persoonlijk actieplan. De voorlichting is aangescherpt. De informatie is realistisch en legt meer de nadruk op het onderdeel lesgeven, docenten benadrukken dit ook tijdens de voorlichtingsrondes. Het intakeproces kan echter aan kracht winnen door de motivatie van de individuele student nog scherper in beeld te brengen. Nu worden nog niet alle studenten hierop bevraagd. Het intakeproces kan ook aan kracht winnen als de ongediplomeerde uitstroom systematisch geanalyseerd wordt. De koppeling van gegevens uit de intake en de ongediplomeerde uitstroom kan mogelijk relevante verbanden of trends aantonen waarmee vervolgens de intake aangescherpt kan worden; mogelijk heeft dit ook een positief effect op de opbrengsten. Examinering en diplomering De kwaliteit van de examinering en diplomering is voldoende omdat het exameninstrumentarium, de afname en beoordeling en de diplomering van voldoende kwaliteit zijn. Een aantal opvallende zaken zullen wij hierna benoemen. Het beroepsgerichte exameninstrumentarium is voor beide opleidingen ingekocht bij uitgeverij Edu actief. Dit materiaal wordt ongewijzigd ingezet en is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. De daarbij gebruikte kadertoetsen worden op een correcte manier ingevuld. Een aandachtspunt is om bij een voldoende het oordeel te motiveren. Bij de uitstroomrichting Dans geeft de assessor telkens wel een onderbouwing van een voldoende bij de andere uitstroomrichtingen zou dit ook raadzaam zijn. Voor wat betreft de generieke onderdelen hanteren de beide opleidingen voor Nederlands de toetsen van bureau ICE, althans voor de vaardigheden spreken, gespreken voeren en schrijven. Voor de niveau 4 opleiding wordt tevens voor het onderdeel Engels gebruik gemaakt van de toetsen van bureau ICE. Ook dit examenmateriaal is reeds eerder door de inspectie goedgekeurd. De examenprocessen van afname en beoordeling zijn deugdelijk. De proeves worden in de beroepspraktijk afgenomen en de afname en beoordeling gaan zoals beoogd en zijn voldoende betrouwbaar. Positief is dat bij de beoordeling altijd twee assessoren aanwezig zijn, één van het bedrijf en één van de onderwijsinstelling. Beide assessoren komen tot een gewogen oordeel. Op school volgt nog een criterium gericht interview. Hiernaast voorzien beide opleidingen in scholing van zowel de assessoren uit het bedrijf als van school. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 5 van 12

10 De diplomering is deugdelijk en geborgd omdat de examencommissie systematisch controleert of aan alle onderdelen uit het kwalificatiedossier is voldaan aan de hand van vaststellingslijsten en protocollen diplomering. Om het beeld te completeren onderzoekt de kwaliteitszorgmedewerker namens de examencommissie steekproefsgewijs een tweetal dossiers per opleiding. Hiernaast wonen afgevaardigden van de examencommissie ook steekproefsgewijs een aantal proeves bij. Behalve de examencommissie verifieert ook de opleidingsmanager de uitslag van de examens en de proeves met een aantal docenten en de examendeskundige van de afdeling in de vaststellingsvergadering. Deze handelswijze biedt voldoende borging voor een deugdelijke besluitvorming. Opbrengsten Sport en bewegen niveau 3: De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 29,0 procent en een diplomaresultaat van 26,0 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens schooljaar zijn de resultaten van de bc-id 198, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Sport en bewegen niveau 4: De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 52,5 procent en een diplomaresultaat van 54,5 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens schooljaar zijn de resultaten van de bc-id 198, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Verbetermaatregelen Een aantal maatregelen zijn genomen om de rendementen te verbeteren. Zo zijn de intake en voorlichting aangescherpt en wordt er meer de nadruk op het onderdeel lesgeven gelegd. Een andere maatregel is dat studenten bij het afronden van de niveau 3 opleiding nu ook een diploma krijgen en niet ongediplomeerd opstromen naar niveau 4. Hiernaast is er een gezamenlijk basisjaar geïntroduceerd om studenten beter in de juiste opleiding te plaatsen. Studenten worden het eerste jaar ingeschreven op het gemeenschappelijke kwalificatiedossier, hierna stromen de studenten door naar niveau 3 of niveau 4. Een andere maatregel is dat studenten direct op niveau 4 kunnen instromen en niet eerst een niveau 3 opleiding hoeven af te ronden. Het team heeft ook de eigen opbrengsten geanalyseerd door middel van een mbo-beter-traject. Het verbeteren van de opbrengsten staat hiermee hoger op de agenda. Het jaar en diplomaresultaat voor zal naar alle waarschijnlijkheid voor de niveau 4 opleiding boven de norm liggen (JR 73 procent en DR 75 procent). De verwachting is dat de opbrengsten voor niveau 3 voor gestegen zijn maar nog steeds niet aan de norm voldoen (JR 43 procent, DR 35 procent). De opbrengsten zijn voor beide opleidingen voor nog onvoldoende maar laten een stijgende lijn zien. Het team heeft de risico s in beeld en heeft vertrouwenwekkende maatregelen genomen. De effecten van de maatregelen moeten echter nog bezien worden. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is bij de opleidingen Sport- en bewegen niveau 3 en 4 voldoende omdat de sturing, de beoordeling, de verbetering en verankering en de dialoog en de verantwoording van voldoende kwaliteit zijn. Een aantal opvallende zaken zullen wij hierna benoemen. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 6 van 12

11 De sturing is bij beide opleidingen voldoende omdat er voldoende specifieke en meetbare doelstellingen zijn geformuleerd die aansluiten op de instellingsbrede missie en het strategisch beleid. Voor de sector CIOS, handel, toerisme, uiterlijke verzorging en veiligheid (CHTUVV) is er een A3 jaarplan. Binnen de afdeling CIOS is vervolgens het traject CIOS on the move, een verbeterplan naar aanleiding van een interne audit, een zelfevaluatie en een mbo-beter-traject in gang gezet met bijbehorende documenten. De plannen bieden voldoende doelen over de onderwijskwaliteit en sluiten onderling in voldoende mate aan. De plannen kunnen duidelijker worden door de doelen nog scherper en concreter te formuleren. Tevens zouden de plannen aan kracht winnen indien een duidelijke prioriteit in doelen zou worden aangebracht. Dit zijn aandachtspunten. Voor beide opleidingen wordt regelmatig en betrouwbaar de voortgang en realisatie van de gestelde doelen beoordeeld. Er zijn gegevens uit de JOB en BPV enquêtes beschikbaar alsmede opbrengstgegevens voor de verschillende opleidingen. Twee keer per jaar is er een panelgesprek met studenten. Jaarlijks wordt een zelfevaluatie opgesteld en in het team besproken. Hiernaast zijn in het kader van het mbo-beter-traject ook de opbrengstgegevens besproken en geanalyseerd. Naast een zelfevaluatie vindt er eens in de drie jaar een audit plaats onder leiding van een interne- of externe voorzitter. Voor de onderzochte opleidingen geldt dat in 2012 onder voorzitterschap van een externe voorzitter een audit is afgenomen. De auditcommissie gebruikt het waarderingskader van de inspectie (2012) om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. De uitkomsten uit de audit en de zelfevaluatie worden vervolgens gebruikt voor het opstellen van een verbeterplan. Het werken aan de eigen onderwijskwaliteit is voldoende verankerd binnen het team. Er worden passende verbetermaatregelen genomen bij de uitkomsten van de eigen en externe beoordeling. De opleiding heeft achtereenvolgens een drietal verbetertrajecten ingezet, namelijk: het traject CIOS on the move, een verbeterplan naar aanleiding van de externe audit en een mbo-beter-traject. Deze verbetermaatregelen ogen inhoudelijk passend voor de geconstateerde problemen en worden door de docenten gedragen. De verbeteraanpak wat betreft het terugdringen van voortijdig schooluitval zou aan kracht winnen indien de opleiding systematisch de ongediplomeerde studenten zou volgen en deze uitkomsten vervolgens verbindt aan de intake. Dit is een punt van aandacht. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 7 van 12

12 Bijlagen Bijlage I Normering kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet ten minste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau Jaarresultaat Diplomaresultaat 1 60,7 45,1 2 56,5 45,2 3 65,3 67,3 4 64,2 67,3 Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 8 van 12

13 Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan. Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 9 van 12

14 Bijlage II Overzicht bc-id Hieronder is voor de onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Overzicht bc-id bc-id: 198 Niveau: 3 en 4 Crebo: Opleiding: Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider) Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider) Sport en bewegen (Sport- en bewegingscoördinator/ trainer/coach) Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 10 van 12

15 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleidingen Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), 91390; Sport en bewegen (Sporten bewegingsleider), 95280; Sport en bewegen (Sport- en bewegingscoördinator/ trainer/coach), Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang Inhoud Programmering 1.2 Maatwerk Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch Interactie handelen* Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd Benutting Werkdruk 1.5 Leeromgeving Schoolklimaat Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & Voorlichting plaatsing Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaan Informatievoorziening begeleiding* Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door het bedrijf Begeleiding door de opleiding Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 11 van 12

16 Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 2.1 Examen Onderscheid tussen instrumentarium* ontwikkelgerichte toetsen en examinering Dekking van het kwalificatiedossier Cesuur Beoordelingswijze Transparantie 2.2 Afname en Authentieke afname beoordeling* Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* Besluitvorming diplomering Verantwoordelijkheid examencommissie Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement Jaarresultaat en diplomaresultaat Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbeteringen Verbeteraanpak verankering * Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en Intern verantwoording Extern Rapport kwaliteitsonderzoek mbo ROC Leeuwenborgh pagina 12 van 12