KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV

Transcriptie

1 KWALITEITSONDERZOEK MBO Zorgcampus Rotterdam BV Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 30NZ Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 19 oktober 2017 Datum vaststelling : 14 december 2017

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Conclusie en vervolg Conclusie Vervolg Resultaten van het onderzoek... 3

3 1 Inleiding In dit rapport staan de uitkomsten van het kwaliteitsonderzoek, dat de Inspectie van het Onderwijs op 19 oktober 2017 heeft uitgevoerd bij Zorgcampus Rotterdam BV. De inspectie baseert zich hierbij op het Onderzoekskader Het kwaliteitsonderzoek is uitgevoerd in het kader van het themaonderzoek naar verkorte opleidingen dat de Inspectie in 2017 en 2018 uitvoert bij zowel nietbekostigde als bekostigde instellingen in het mbo. Onder verkorte opleidingen verstaan we in dit geval opleidingen die korter duren dan de nominale studieduur zoals deze in de WEB (artikel 7.2.4a, lid 3) is opgenomen. Het onderzoek beoogt in kaart te brengen wat de variatie en de kenmerken zijn van verkorte opleidingen, hoe deze opleidingen zijn vormgegeven en of hiermee de basiskwaliteit van de opleiding wordt gewaarborgd. Ook onderzoeken we mogelijke succesfactoren, knelpunten en risico s. Als onderdeel van dit onderzoek voert de Inspectie een kwaliteitsonderzoek uit op basis van een beperkte set van standaarden uit het Onderzoekskader. Dit kwaliteitsonderzoek richt zich op de volgende standaarden: onderwijsprogramma (OP1), ontwikkeling en begeleiding (OP2), beroepspraktijkvorming (OP7) en kwaliteitsborging examinering en diplomering (ED1). Daarnaast nemen we waar relevant de overige wettelijke vereisten mee (bijvoorbeeld onderwijstijd). In tegenstelling tot een regulier onderzoek onderzoeken wij bij de derde leerweg ook het onderwijsproces. Dit omdat wij zicht willen krijgen op hoe het onderwijsproces is vormgegeven om de kortere studieduur van het programma mogelijk te maken. De volgende opleiding is onderzocht: Standaarden Standaard examinering Leerweg, niveau, locatie onderwijsproces en diplomering 25491, Verzorgende IG Verzorgende IG Derde leerweg, niveau 3, locatie: Mathenesserlaan 480, Rotterdam Op locatie zijn documenten onderzocht en gesprekken gevoerd. Er is gesproken met studenten, docenten, examencommissieleden, het management en de directie/het bevoegd gezag. In dit rapport starten we met de conclusie van het kwaliteitsonderzoek en geven we aan wat het vervolg is (hoofdstuk 2). Vervolgens is het resultaat van het onderzoek beschreven (hoofdstuk 3). Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Zorgcampus Rotterdam BV pagina 1 van 5

4 2 Conclusie en vervolg In dit hoofdstuk staat de conclusie van het kwaliteitsonderzoek en beschrijven we het vervolg. De toelichting op de beoordeling staat in hoofdstuk Conclusie We concluderen dat bij Verzorgende IG de standaard Kwaliteitsborging examinering en diplomering onvoldoende is. Hiermee wordt tevens het kwaliteitsgebied examinering en diplomering onvoldoende. 2.2 Vervolg We maken bij deze opleiding de volgende afspraken over vervolgtoezicht. Verzorgende IG Tekortkoming Examinering en diplomering is onvoldoende omdat de kwaliteitsborging examinering en diplomering (ED1) niet voldoet aan artikel van de WEB en niet aan artikel 7.4.8, eerste lid van de WEB. Wat verwachten wij van het bestuur? Het bestuur zorgt ervoor dat de examinering en diplomering uiterlijk op de in de waarschuwingsbrief genoemde datum voldoet aan de wet. Wat doen wij? De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een herstelonderzoek. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Zorgcampus Rotterdam BV pagina 2 van 5

5 3 Resultaten van het onderzoek In dit hoofdstuk lichten wij het resultaat van het kwaliteitsonderzoek van de onderzochte opleiding toe. We geven per standaard aan wat het oordeel is (voldoende, onvoldoende) en verantwoorden ons hierover. Waar van toepassing kunnen wij eveneens de waardering goed voor een standaard geven. Verzorgende IG Het kwaliteitsonderzoek bij Verzorgende IG, 25491/95530, niveau 3, derde leerweg, locatie Mathenesserlaan 480, Rotterdam heeft geleid tot de volgende oordelen. Standaarden en Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende OP Onderwijsproces OP1 Onderwijsprogramma OP2 Ontwikkeling en begeleiding OP7 Beroepspraktijkvorming ED Examinering en diplomering ED1 Kwaliteitsborging examinering en diplomering Bevindingen Context Zorgcampus biedt de opleiding Verzorgende IG aan met een studieduur van twaalf tot vijftien maanden. De opleiding wordt aangeboden in de derde leerweg. De doelgroep bestaat uit studenten boven de 23 jaar, een deel daarvan bestaat uit zzp-ers. Het team programmeert één keer per 2 weken een schooldag. Daarnaast gaat de opleiding er vanuit dat studenten één dag per week besteden aan zelfstudie via e-learning. Zoals in de inleiding is aangegeven, onderzoeken we bij de derde leerweg in dit onderzoek ook het onderwijsproces. Dit omdat wij zicht willen krijgen op hoe het onderwijsproces eruit ziet om de kortere studieduur van het programma mogelijk te maken. Onderwijsproces Onderwijsprogramma Het onderwijsprogramma beoordelen wij als voldoende omdat het studenten goed voorbereidt op de beroepspraktijk, het vervolgonderwijs en de samenleving. Ten eerste kent het onderwijsprogramma een logische en heldere opbouw waarvoor een uitgebreide studieplanner beschikbaar is. Het programma is verder goed afgestemd op de doelgroep en is dekkend voor het kwalificatiedossier. In het programma staan de beroepspraktijk en de ontwikkeling van de student tot zorgprofessional centraal. Zo staat iedere lesdag een inhoudelijk vakthema centraal (scenario onderwijs). Docenten en studenten koppelen praktijksituaties aan dit thema en studenten spelen deze praktijksituaties na. Ter afsluiting reflecteren de docenten met de studenten op het thema. Dit gebeurt in de daarvoor bestemde praktijkruimte op de opleiding. Naast de praktijk en inhoudelijke theorie is loopbaan en burgerschap een vast onderdeel van iedere lesdag. Wij zijn onder de indruk van de wijze waarop Zorgcampus dit vak verbindt met de professionele ontwikkeling van de studenten en de vakinhoudelijke lesstof. Dit levert studenten goede resultaten op bij de opdrachten rond loopbaan en burgerschap. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Zorgcampus Rotterdam BV pagina 3 van 5

6 De generieke vakken Nederlands en rekenen worden geheel in zelfstudie uitgevoerd. Dit past in het uitgangspunt van Zorgcampus: lessen en begeleiding waar nodig, zelfstudie waar mogelijk. Studenten kunnen desgewenst met vragen over deze vakken terecht bij de docenten. Ontwikkeling en begeleiding De ontwikkeling en begeleiding beoordelen wij als voldoende omdat docenten studenten zorgvuldig begeleiden en waar nodig extra ondersteunen om hun diploma te kunnen behalen. Dit blijkt allereerst uit een zorgvuldige intake zodat studenten weten waar ze aan beginnen. Zo houdt de opleidingsmanager met iedere student die zich aanmeldt een individueel intakegesprek waarbij motivatie een belangrijke rol speelt. Daarbij benadrukt de opleidingsmanager dat het een intensief opleidingstraject is en maakt zij een inschatting of de student de opleiding in de gegeven studietijd kan afronden. Verder ontvangen studenten gedurende de opleiding voldoende begeleiding die is afgestemd op de voortgang van de student. Het kleine team maakt dat alle studenten in beeld zijn. Verder hebben we gezien dat studenten regelmatig in hun logboek hun voortgang op de leerdoelen beschrijven en moeten zij een portfolio bijhouden. Studenten nemen hun ervaringen in de praktijk als uitgangspunt voor de formulering van deze leerdoelen, waar ze zowel tijdens de schooldag als in de bpv aan werken. Logboek en portfolio zijn ook de aanknopingspunten voor de begeleiding door de leerloopbaanbegeleider van de school. Deze spreekt studenten aan als zij achter dreigen te gaan lopen. Ook reageert zij op vragen of problemen die de studenten aankaarten. Wat beter kan, is het zicht dat de opleiding heeft op de zelfstudie en voortgang van de studenten bij de generieke vakken. Het beter monitoren van de voortgang van de studenten in deze vakken kan voorkomen dat studenten te ver achter raken. Ondanks dat de opleiding een groot beroep doet op zelfstudie, kunnen studenten altijd bij hun docenten terecht voor extra ondersteuning. Daarnaast hebben studenten de mogelijkheid online extra te oefenen. Beroepspraktijkvorming De voorbereiding, uitvoering en begeleiding van de beroepspraktijkvorming (bpv) zijn voldoende. Ten eerste ontvangen studenten en leerbedrijven tijdig informatie over de inrichting van de bpv. Zij weten wat de opleiding van hen tijdens de bpv verlangt. Vervolgens zijn de bpv-opdrachten voor zowel studenten als leerbedrijven helder. De door studenten geformuleerde persoonlijke leerdoelen en de aanpak van het onderwijs op school zorgen daarnaast voor een goede verbinding tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor studenten die vanuit een zzp-status de opleiding volgen, levert Zorgcampus -dat zelf ook een erkend leerbedrijf is- een praktijkbegeleider. Deze praktijkbegeleider komt per praktijkopdracht tenminste één keer op locatie om de student te begeleiden. Verpleegtechnische praktijkopdrachten die studenten niet in de eigen zzp-praktijk kunnen uitvoeren, oefenen zij in de praktijkruimte van Zorgcampus of in andere praktijksituaties: bij zorginstellingen of andere zzp-praktijken. De praktijkbegeleider en de docent op school houden hierop het overzicht en maken hierover afspraken met de student. De opleiding heeft verder regelmatig contact met leerbedrijven om de voortgang van de studenten in de bpv te monitoren. Het logboek en het portfolio spelen hierbij weer een belangrijke rol. Gesproken bpv-bedrijven zijn in het algemeen tevreden over de korte lijnen en goede bereikbaarheid van Zorgcampus. De opleiding streeft er naar om elke student op de bpv-plek te bezoeken. Dit is het afgelopen jaar niet overal gebeurd. Wat beter kan is het zicht dat de opleiding heeft of alle studenten voldoende aan leren toekomen tijdens de bpv. De opleiding dient met elk leerbedrijf af te spreken Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Zorgcampus Rotterdam BV pagina 4 van 5

7 dat de student voldoende tijd en mogelijkheden heeft om in de bpv te leren en aan opdrachten te werken. Dat is in een enkel geval onvoldoende of relatief laat gebeurd. Examinering en diplomering Kwaliteitsborging examinering en diplomering De kwaliteitsborging van de examinering en diplomering is onvoldoende, omdat de examencommissie onvoldoende haar verantwoordelijkheid neemt om de kwaliteit te borgen. Het zicht van de examencommissie op de kwaliteit van afname en beoordeling van de examinering in de praktijk is onvoldoende. Ook heeft de examencommissie onvoldoende zicht op de deskundigheid van de bij de examinering in de praktijk betrokken personen. Hiermee voldoet de opleiding niet aan de WEB artikel 7.4.8, eerste lid, betreffende de organisatie en kwaliteit van de examinering en niet aan de examenstandaarden zoals bedoeld in artikel van de WEB. De examencommissie kan de betrouwbaarheid en kwaliteit van de afname en beoordeling van de praktijkexamens niet overal garanderen. De visie van de examencommissie is dat de beroepsgerichte examinering zoveel mogelijk in de reële beroepspraktijk wordt afgenomen. Dat gebeurt dan ook. Daarbij heeft de examencommissie echter onvoldoende effectieve maatregelen genomen om de risico s voor de betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van de beoordeling te borgen. Zo is de examencommissie zelf niet bij de afname van de praktijkexamens aanwezig, ook niet steekproefsgewijs. Ook is er onvoldoende zicht op wie er in de praktijk de examinering beoordeelt, dat is bij meerdere instellingen de reguliere praktijkbegeleider. Bovendien hebben niet al deze praktijkbegeleiders een examentraining gevolgd. In het verslag van werkzaamheden verantwoordt de examencommissie zich bovendien onvoldoende over deze aspecten van de examinering. De examencommissie controleert of in de dossiers de juiste documenten aanwezig zijn. Daarbij voert ze ook een inhoudelijke controle op de dossiers uit. Verder is recent een deskundige uit het werkveld als voorzitter benoemd die door de opleidingsmanager op het gebied van examinering wordt geschoold. Hiermee geeft de commissie blijk van zicht op de nieuwe eisen die de wet- en regelgeving aan de examencommissie stelt. Ook is hiermee de inbreng van het afnemende beroepenveld geborgd. Daarnaast voert de examencommissie evaluaties uit onder studenten en leerbedrijven en analyseert ze gemaakte examens. Uitkomsten hiervan hebben al geleid tot bijstellingen in de examinering. Zo zijn de theorietoetsen aangepast om beter aan te sluiten bij de belevingswereld van de volwassen en ervaren doelgroep. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo Zorgcampus Rotterdam BV pagina 5 van 5