College Onderwerp: V200701084 vergroten van het glastuinbouwbedrijf Brabant Plant B.V., Tuinbouwweg Haarsteeg, vrijstelling 19-3 voor dakhelling. Samenvatting: Inleiding: Voorliggend het bouwplan voor het vergroten van het glastuinbouwbedrijf Brabant Plant B.V. Het gaat om de productiehal en bedrijfsruimte als uitbreiding van het bestaande bedrijf. Het bouwplan voorziet in een goothoogte van 6,6 meter en een dakhelling van circa 6 graden. Dit is in strijd zijn met hetgeen voorgeschreven wordt in het bestemmingsplan Buitengebied Vlijmen. De reden voor de afwijking van de voorschriften is dat de goothoogte, welke al eerder is toegepast bij de vorige uitbreiding van het kassencomplex, wordt voortgezet in deze uitbreiding van het bedrijf. De dakhelling ter plaatse van de productiehal en bedrijfsruimte resulteert in een lagere bouwhoogte. Deze bouwhoogte is gelet op de westelijke ligging van de bedrijfshal ten opzichte van de kassen, gelegen in de bezonningsbaan van de kassen. Met name tijdens de wintermaanden is de slagschaduw van het bedrijfspand bepalend voor het aantal belichtingsuren. Door de bouwhoogte enigszins te beperken door een kleinere hellingshoek toe te passen dan 12 graden, levert dit een energiebesparing op. Medewerking aan deze afwijking van het bestemmingsplan is mogelijk op grond van artikel 19, derde lid WRO. Hiertoe dient de procedure op grond van artikel 19a WRO te worden gevolgd. Afweging: Het toelaten van een kleinere dakhelling dan voorgeschreven, leidt niet tot onregelmatigheden in de verschijningsvorm vanuit de Tuinbouwweg. De goot- en nokhoogte van het gehele complex aan de Tuinbouwweg, ligt na uitvoering op respektievelijk 6,6 en 7,9 meter. Het plan heeft inmiddels de goedkeuring van de welstandscommissie. Feitelijk zijn de afwijkingen, van hetgeen mogelijk is op basis van de vrijstellingsmogelijkheden zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Vlijmen, zeer gering. Advies: akkoord gaan met het opstarten van de vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19a WRO. 1/1
College Onderwerp: V200701084 vergroten van het glastuinbouwbedrijf Brabant Plant B.V., Tuinbouwweg Haarsteeg, vrijstelling 19-3 voor dakhelling. Collegevoorstel Inleiding: Voor het glastuinbouwbedrijf Brabant Plant B.V. is op 13 september 2007 een wijzigingsplan onherroepelijk geworden. Hierbij is het agrarisch bouwvlak vergroot ten behoeve van de uitbreiding van het glastuinbouwbedrijf. De hoofdlocatie van het bedrijf is gelegen aan de Mommersteeg 46 te Haarsteeg. Voorliggend het bouwplan voor het vergroten van het glastuinbouwbedrijf middels een bedrijfsruimte. Feitelijke informatie: Het wijzigingsplan voorziet in bouwmogelijkheden conform de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Vlijmen. De goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen zijn hierbij gemaximeerd op respectievelijk 5,5 en 8 meter. Tevens dienen de gebouwen, welke zijn voorzien van een dak, te worden afgedekt met een kap. Deze kap dient een hellingshoek te hebben van minimaal 12 en maximaal 45 graden. Het bouwplan voor de bedrijfsruimte voorziet in een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 6,6 en 7,9 meter. Hierbij is de bedrijfsruimte gedeeltelijk afgedekt met een kap waarvan de helling ca 6 graden bedraagt. De reden voor de geringe dakhelling is gelegen in het feit dat hierdoor de bouwhoogte beperkt kan blijven waardoor tijdens de wintermaanden de belichtingsduur kan worden verkort. Dit levert de onderneming jaarlijks een behoorlijke energiebesparing op. Middels een binnenplanse vrijstelling is het college bevoegd vrijstelling te verlenen van de goot- en bouwhoogte van gebouwen tot maximaal 6,5 respectievelijk 10 meter. Van de dakhelling lager dan 12 graden is vrijstelling niet mogelijk op grond van de voorschriften. Kortom is vrijstelling ten aanzien van de geconstateerde strijdigheden niet mogelijk. Op grond van artikel 19, derde lid WRO is vrijstelling van het bestemmingsplan mogelijk. Hiertoe is in artikel 20 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 (hierna Bro) een limitatief stelsel opgenomen in welke gevallen vrijstelling op grond van artikel 19, derde lid WRO mogelijk is. Het van toepassing zijnde artikel is artikel 20, lid 1 sub a onder 3 Bro. Dit is bedoeld voor het uitbreiden van: een ander gebouw in de bebouwde kom, alsmede een ander gebouw buiten de bebouwde kom met een agrarische bestemming, mits de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat: - het aansluitend terrein voor meer dan 50 % bebouwd is, en - de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met niet meer dan 50 % wordt overschreden. Het betreffende bouwplan voldoet aan het bepaalde onder bovenstaande randvoorwaarden voor toepassing van artikel 19, derde lid WRO. Het voor bebouwing in aanmerking komend terrein wordt niet met meer dan 50 % overschreden. De goothoogte van 6,6 meter kan hierbij in de vrijstellingsoverweging worden meegenomen evenals de dakhelling van de bedrijfsruimte. Afweging: Het toelaten van een kleinere dakhelling dan voorgeschreven in het bestemmingsplan, leidt niet tot onregelmatigheden in de verschijningsvorm vanuit de Tuinbouwweg. De goot- en nokhoogte over het gehele complex aan de Tuinbouwweg ligt na uitvoering op respectievelijk 6,6 en 7,9 meter. Het plan heeft inmiddels de goedkeuring van de welstandscommissie. Feitelijk zijn de afwijkingen, van hetgeen mogelijk is op basis van de vrijstellingsmogelijkheden zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Vlijmen, zeer gering. 1/2
College Onderwerp: V200701084 vergroten van het glastuinbouwbedrijf Brabant Plant B.V., Tuinbouwweg Haarsteeg, vrijstelling 19-3 voor dakhelling. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel Procedure: vervolgstappen opstarten van de vrijstellingsprocedure. Afhankelijk van het al dan niet kenbaar maken van zienswijzen tijdens de publicatie-termijn zal het besluit op de verzoek om vrijstelling en de bouwaanvraag worden genomen. Indien zienswijzen kenbaar worden gemaakt zullen deze in een collegevoorstel opnieuw worden aangeboden in een collegevoorstel, na beëindiging van publicatie-termijn. inkoop n.v.t. communicatie het bouwplan met ontwerpbesluit vrijstelling zal worden gepubliceerd in de Heusdense Courant onder de rubriek Vrijstelling bestemmingsplan. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen 2/2
College Onderwerp: V200701084 vergroten van het glastuinbouwbedrijf Brabant Plant B.V., Tuinbouwweg Haarsteeg, vrijstelling 19-3 voor dakhelling. BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 06 november 2007; gelet op: artikel 19, derde lid WRO juncto artikel 20 Bro; besloten: akkoord te gaan met het opstarten van de vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19a WRO namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3/3
Onderbouwing 6º dekhelling In de kas van Brabant Plant B.V. worden hoogwaardige producten geteeld. Deze hoogwaardige producten moeten overal in de kas gekweekt kunnen worden. Indien in een deel van de kas de schaduw van de bedrijfshal valt, zal de kwaliteit van de planten in dat deel van de kas minder zijn dan in de rest van de kas. Om te voorkomen dat de bedrijfshal hinderlijke schaduw veroorzaakt in de kas, is een groot deel van de bedrijfsruimte voorzien van een dek dat is gemaakt van glas in aluminium roeden. In de bedrijfshal staan machines die beschermd moeten worden tegen directe zoninstraling. Bovendien is het zeer wenselijk dat de meest intensieve werkplekken ook worden beschermd tegen directe zoninstraling. Om de noodzakelijke bescherming te kunnen bieden is een deel van de bedrijfshal uitgerust met een dek van sandwichpanelen. Hierbij is het van belang dat de sandwichpanelen op de bedrijfshal geen hinderlijke schaduw veroorzaken in de kas. Hoe lager de bedrijfshal wordt, hoe minder ver de schaduw van deze hal zal komen. Daarom is onderzocht hoe laag de bedrijfshal kan worden. De bedrijfshal moet echter geschikt blijven voor het opslaan van diverse materialen. Bovendien moet de aansluiting tussen de kas en de bedrijfshal goed zijn (bouwtechnisch en esthetisch). Hieruit kwam naar voren dat de bedrijfshal minimaal net zo hoog als de kas moet worden. Wij hebben onderzocht of en hoeveel schadelijke hinder de sandwichpanelen kunnen veroorzaken. Daarbij hebben we gebruik gemaakt van de kennis die is opgedaan bij teelttechnisch onderzoek. Uit onderzoek naar gewassen is gebleken dat bij een zonhoogte kleiner dan 6 graden geen groeiachterstand wordt veroorzaakt door schaduw. Daarom hebben wij ons beperkt tot de tijden op de dag waarbij de zon hoger staat dan 6 graden. Wij hebben ons gericht op de schaduw die wordt veroorzaakt op 21 december. In de onderstaande tabellen is weergegeven hoe ver de schaduw van de bedrijfshal in de kas reikt. Daarbij is gekeken naar de minimale helling die is genoemd in het bestemmingsplan (12 graden). Als de helling flauwer wordt, reikt de schaduw minder ver. Maar omdat uit teelttechnisch onderzoek is gebleken dat bij een lagere zonhoogte dan 6 graden een plant geen schaduwhinder ondervindt, is ook gekeken naar een bedrijfshal met een helling van 6 graden. Naaldwijk, 22 oktober 2007 AR/1582-dekhelling.doc 1
Bij een dekhelling van 12 graden Tijd lengte van de schaduwvlek in de kas 14.30 uur 0 meter 15.00 uur 15 meter 15.30 uur 43 meter Na 15.30 zonhoogte is lager dan 6 graden Bij een dekhelling van 6 graden Tijd lengte van de schaduwvlek in de kas 14.30 uur 0 meter 15.00 uur 11 meter 15.30 uur 32 meter Na 15.30 zonhoogte is lager dan 6 graden De schaduwhinder van een bedrijfshal met een dekhelling van 12 graden is aanzienlijk groter dan van een bedrijfshal met een dekhelling van 6 graden. Het is daarom van belang voor de teelt dat de dekhelling 6 graden of lager wordt. Gebruikmakende van deze kennis, is er door Brabant Plant B.V. een bouwaanvraag ingediend voor een bedrijfshal met een dekhelling van 6 graden. Naaldwijk, 22 oktober 2007 AR/1582-dekhelling.doc 2