Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Transcriptie

1

2

3 Moerdijk Kern Klundert 1 e herziening bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1709.kernklundert1eherz concept ontwerp projectnummer: vastgesteld opdrachtleider: mw. mr. C.T. Ploeger R.008/03 gecertificeerd door Lloyd s conform ISO 9001: 2000 aangesloten bij: RBOI - Rotterdam bv Delftsestraat 17 a Postbus AD Rotterdam telefoon (010) info@rboi.nl

4 a

5

6

7 Inhoud van de toelichting 1. Inleiding blz Aanleiding Vormgeving van de herziening Leeswijzer 3 2. Juridische vormgeving Aanpassingen naar aanleiding van het besluit van GS d.d. 16 augustus Overige aanpassingen Aanpassingen in verband met de Wro 6 3. Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid 7 4. Wijziging in de voorschriften 9 Bijlage: 1. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant met betrekking tot het bestemmingsplan Kern Klundert. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

8 2 Inhoud van de toelichting Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

9 1. Inleiding Aanleiding Het bestemmingsplan Kern Klundert is op 14 december 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. Gedeputeerde Staten (GS) van Noord-Brabant hebben aan enkele voorschriften goedkeuring onthouden (besluit d.d. 16 augustus 2007). In deze herziening worden de onderdelen waaraan goedkeuring is onthouden opnieuw geregeld, indien nodig in gewijzigde vorm. In deze herziening worden ook enkele andere wenselijke aanpassingen van het bestemmingsplan meegenomen. Nieuwe ontwikkelingen die inmiddels de planologische procedure hebben doorlopen, zoals bijvoorbeeld de realisering van de appartementen aan de Krugerstraat, worden in deze herziening meegenomen Vormgeving van de herziening De herziening wordt vastgesteld op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 in werking is getreden. De gebruikte terminologie wijkt om die reden op een aantal punten af van het moederplan Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn de te herziene onderdelen toegelicht. Hoofdstuk 3 gaat in op de uitvoerbaarheid van de herziening. In hoofdstuk 4 zijn de wijzigingen in de voorschriften opgenomen. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

10 4 Inleiding Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

11 2. Juridische vormgeving 5 De aanpassingen van de plankaart en de voorschriften (Wro: regels) zijn hierna toegelicht. Daarbij komen eerst de aanpassingen naar aanleiding van het goedkeuringsbesluit van GS van Noord-Brabant aan de orde (paragraaf 2.1) en vervolgens de overige aanpassingen (paragraaf 2.2) Aanpassingen naar aanleiding van het besluit van GS d.d. 16 augustus 2007 Voor de motivering van de in deze paragraaf beschreven aanpassingen wordt mede verwezen naar het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten (opgenomen in bijlage 1). Reparatie artikelen sub c, sub b en sub c GS hebben goedkeuring onthouden aan de bepaling voor het bouwen van ondergeschikte gebouwen buiten de bebouwingsvlakken. Volgens GS is het onduidelijk wat onder gebouwen van ondergeschikte aard wordt verstaan. Bovendien wordt volgens GS door deze bepaling ongewenste versnippering van de bebouwing in de hand gewerkt en wordt de onderlinge samenhang tussen bebouwing losgelaten. Vooral binnen de bestemming 'agrarische doeleinden' kan dit volgens GS leiden tot onaanvaardbare situaties. In deze herziening is het artikel vervangen en verduidelijkt door het begrip gebouw te vervangen door het begrip bijgebouw. De gemeente acht het bouwen van bijgebouwen buiten de bebouwingsvlakken aanvaardbaar gezien geringe ruimtelijke effecten op de omgeving. Binnen de bestemming Agrarische doeleinden mogen uitsluitend bijgebouwen worden opgericht op maximaal 150 m van het bouwvlak waarmee verrommeling van het landschap wordt voorkomen. Daarnaast is een beperkte oppervlakte- en hoogtemaat opgenomen om excessen te voorkomen. De gemeente acht de onderhavige regeling gewenst om redenen van flexibiliteit. De nieuwe Wro biedt deze flexibiliteit ook zodat daar aansluiting bij wordt gezocht Overige aanpassingen Hoogte van aanbouwen De goothoogte van aanbouwen is in het bestemmingsplan bepaald op 3 m. Om technische redenen en in aansluiting op het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) wordt de goothoogte van een aan- of uitbouw vermeerderd met 0,25 m. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

12 6 Juridische vormgeving Hoogten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij de bestemming Recreatieve doeleinden (R) Rond een sportveld aan de Molenvliet is een aanvraag om bouwvergunning ingediend voor het oprichten van lichtmasten met een bouwhoogte van 15 m. Het vigerende bestemmingsplan Kern Klundert voorziet bij de van toepassing zijnde bestemming Recreatieve doeleinden niet in een dergelijke hoogte. Om die reden is op de plankaart en in de voorschriften een wijziging opgenomen om de lichtmasten mogelijk te maken. Lichtmasten zijn mogelijk op het gehele terrein. Binnen de bestemming Recreatieve doeleinden (R) zijn daarnaast nog afwijkende bouwhoogtes opgenomen voor ballenvangers en vlaggenmasten. Verleende vrijstellingen ex artikel 19 WRO In verband met het verlenen van meerdere bouwvergunningen via vrijstelling ex artikel 19 WRO is de plankaart op verschillende plaatsen gewijzigd. Het gaat om de volgende verleende vrijstellingen: - Blauwe Hoefseweg 1 (pedicurebehandelingen aan huis); - Krugerstraat 20 (oprichten van 20 appartementen, gewijzigde bouwvergunning); - Molenberglaan 39a (oprichten van een schuur); - Molenvliet 7a (oprichten van een clubgebouw); - Molenberglaan 1. Aanpassing Blauwe Hoefseweg 37 Op het perceel Blauwe Hoefseweg 37 is per abuis een te klein bouwvlak ingetekend. In deze herziening is het bouwvlak op de plankaart aangepast Aanpassingen in verband met de Wro Voor deze herziening is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van toepassing. Als gevolg van het overgangsrecht Invoeringswet Wro blijft op het bestemmingsplan Kern Klundert, de 'oude' Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) van toepassing. Dit leidt tot een juridische technische aanvulling ten aanzien van de standaardbepalingen voor dubbeltelbepalingen en het overgangsrecht op grond van het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Dubbeltelbepalingen De nieuwe antidubbeltelregel wijkt qua formulering, maar niet qua inhoud af, van de antidubbeltelbepaling in artikel 23 van de voorschriften van het bestemmingsplan Kern Klundert. Om deze herziening op dit punt te voldoen aan het Bro wordt artikel 23 van de voorschriften vervangen door de nieuwe formulering uit artikel Bro. Overgangsrecht Het Bro heeft ook standaardbepalingen voor het overgangsrecht in bestemmingsplannen. Deze wijken op detailniveau af van de huidige artikelen 26 en 27 van de voorschriften. Het zonder meer vervangen van het overgangsrecht in het bestemmingsplan Kern Klundert, door de nieuwe bepalingen uit het Bro, kan daardoor in concrete gevallen tot onvoorziene en ongewenste uitkomsten leiden voor de gronden in het plangebied van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen, waarvoor deze herziening niet is bedoeld. Om deze reden worden de artikelen 26a en 27a aan de voorschriften toegevoegd, die ertoe strekken het nieuwe overgangsrecht uitsluitend te laten gelden voor de gronden waarop deze herziening van toepassing is. Hierdoor voldoet deze herziening ook wat betreft het overgangsrecht aan de Wro en het Bro Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

13 3. Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Deze herziening voorziet niet in de uitvoering van werken zodat onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid niet nodig is Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het ontwerpbestemmingsplan zal voor een periode van zes weken ter inzage worden gelegd. Voor eenieder is er de mogelijkheid om zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan bij de gemeenteraad in te dienen. Het ontwerpbestemmingsplan zal daarnaast tevens worden toegezonden aan de wettelijk verplichte overlegpartners ex artikel Bro. In dat kader wordt het bestemmingsplan in ieder geval toegezonden aan: - Rijksdiensten; - provincie Noord-Brabant; - Waterschap Brabantse Delta. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

14 8 Uitvoerbaarheid Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

15 4. Wijziging in de voorschriften 9 In het bestemmingsplan Kern Klundert worden de voorschriften als volgt herzien: Artikel 3 Wonen (W) - Een nieuw lid 3.1 sub d wordt toegevoegd, luidende: 'd. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte': een praktijkruimte;' Sub d (oud) wordt gewijzigd in sub e. - Aan lid sub d wordt de volgende zinsnede toegevoegd, luidende: 'voor hoofdgebouwen ter plaatsen van de aanduiding (a) niet meer dan 16 m.' - Lid sub e wordt als volgt gewijzigd: 'e. de goothoogte van aanbouwen mag niet meer bedragen dan de beganegrondlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m, de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; de bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 5 m.' - Lid sub g vervalt. Artikel 4 Kernwinkelgebied (Kw) - Lid sub a onder 3 wordt als volgt gewijzigd: '3. de goothoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m; de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; de bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen moet minder zijn dan 5 m.' - Lid sub b onder 3 wordt als volgt gewijzigd: '3. de goothoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m; de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; de bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen moet minder zijn dan 5 m.' Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

16 10 Wijziging in de voorschriften Artikel 5 Gemengd Gebied (Gm) - Lid sub a onder 3 wordt als volgt gewijzigd: '3. de goothoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m; de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; de bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen moet minder zijn dan 5 m.' - Lid sub b onder 3 wordt als volgt gewijzigd: '3. de goothoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m; de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; de bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen moet minder zijn dan 5 m.' Artikel 6 Verspreide voorzieningen (Vv) - Lid sub a onder 3 wordt als volgt gewijzigd: '3. goothoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m; de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; de bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen moet minder zijn dan 5 m.' - Lid sub b onder 4 wordt als volgt gewijzigd: '4. goothoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m; de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; de bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen moet minder zijn dan 5 m.' Artikel 8 Maatschappelijke voorzieningen (M) - Een nieuw lid sub c wordt toegevoegd, luidende: 'c. In afwijking van het bepaalde in lid zijn bijgebouwen buiten de bebouwingsvlakken toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m² per bouwperceel en een goothoogte van 3 m. De bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m.' Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

17 Wijziging in de voorschriften 11 Artikel 10 Agrarische doeleinden (A) - Een nieuw lid sub b en sub c wordt toegevoegd, luidende: 'b. In afwijking van het bepaalde in lid zijn bijgebouwen buiten de bebouwingsvlakken toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m² per bouwperceel en een goothoogte van 3 m. De bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m. c. De afstand van bijgebouwen tot het bebouwingsvlak bedraagt maximaal 150 m.' Artikel 11 Recreatieve doeleinden (R) - Een nieuw lid sub c wordt toegevoegd, luidende: 'd. In afwijking van het bepaalde in lid zijn bijgebouwen buiten de bebouwingsvlakken toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m² per bouwperceel en een goothoogte van 3 m. De bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m.' - Aan lid worden een nieuw sub c, d, e en f toegevoegd, luidende: 'c. In afwijking van het bepaalde in sub a mag de hoogte van ballenvangers niet meer dan 6 m bedragen. d. In afwijking van het bepaalde in sub a mag de hoogte van vlaggenmasten niet meer dan 5 m bedragen. e. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' mag de hoogte van een antenne-installatie niet meer dan 40 m bedragen. f. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'lichtmasten' mag de hoogte van lichtmasten niet meer dan 15 m bedragen.' Artikel 17 Leidingen - De verwijzing in lid 17.3 naar lid 16.2 wordt gewijzigd in lid Artikel 23 Antidubbeltelbepaling - Artikel 23 wordt vervangen door een nieuw artikel 23, luidende: 'Artikel 23 Antidubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.' Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

18 12 Wijziging in de voorschriften Artikel 26 Gebruik in strijd met het plan - In verband met artikel Bro wordt artikel 26 uitgebreid als volgt: 'Artikel 26A Overgangsrecht gebruik behorende bij de 1e herziening a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.' Artikel 27 Bouwen in strijd met het plan - In verband met artikel Bro wordt artikel 27 uitgebreid als volgt: 'Artikel 27A Overgangsrecht bouwwerken behorende bij de 1e herziening a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. c. Het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.' Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

19

20

21 Bijlage 1. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant met betrekking tot het bestemmingsplan Kern Klundert 1 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51