Aanpassing mandaatbesluit aan nieuwe Wet ruimtelijke ordening

Transcriptie

1 ollege Onderwerp: V Aanpassing mandaatbesluit aan nieuwe Wet ruimtelijke ordening Samenvatting: Inleiding: Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening van kracht geworden, afgekort de Wro. Vrijstellingen heten nu ontheffingen. Praktisch betekent dit dat het mandaatbesluit aangepast moet worden aan deze nieuwe wet. In de mandaatregeling wordt verwezen naar de bestuurspraktijk voor toepassing van ontheffing art Wro (voorheen vrijstelling art WRO), ook deze moet nieuw vastgesteld worden. Afweging: Voorgesteld wordt de mandatering inhoudelijk niet te wijzigen, maar alleen aan te passen aan de nieuwe regelgeving. Naast de nieuwe mandaten, blijven ook de oude mandaten van kracht, omdat deze van toepassing blijven op aanvragen die zijn ingekomen voor 1 juli Voorstel is deze aanpassing van de mandaatregeling met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2008 in te laten gaan. In bijlage 1 is het overzicht opgenomen voor de aanpassing van de mandaatregeling. Advies: 1. Het mandaatbesluit aan te passen aan de nieuwe Wro, met dien verstande dat de oude mandaatregeling van toepassing blijft op verzoeken waarop de oude WRO van toepassing is. 2. De bestuurspraktijk voor toepassing ontheffing 3.23 (opvolger van vrijstelling art 19-3) vast te stellen. 1/1

2 ollege Onderwerp: V Aanpassing mandaatbesluit aan nieuwe Wet ruimtelijke ordening ollegevoorstel Inleiding: Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening van kracht geworden, afgekort de Wro. Vrijstellingen heten nu ontheffingen. Praktisch betekent dit dat het mandaatbesluit aangepast moet worden aan deze nieuwe wet. In de mandaatregeling wordt verwezen naar de bestuurspraktijk voor toepassing van ontheffing art (voorheen vrijstelling art. 19-3), ook deze moet nieuw vastgesteld worden. Feitelijke informatie: De nieuwe Wro is op 1 juli 2008 van kracht geworden. Voor aanvragen bouwvergunning vrijstelling van het bestemmingsplan hebben we sinds dat moment met twee regimes van doen. Voor aanvragen die voor 1 juli 2008 zijn ingediend de oude Wet op de Ruimtelijk Ordening en voor aanvragen die na 1 juli 2008 zijn ingediend de nieuwe Wro. Voor de Wro moet een nieuw mandaatbesluit worden vastgesteld. De nieuwe Wro kent geen vrijstellingen, maar ontheffingen. In onderstaande tabel zijn de veranderingen kort weergegeven: oud binnenplanse vrijstelling art 15 WRO binnenplanse wijziging art 11 WRO tijdelijke vrijstelling art 17 WRO (buitenplanse) vrijstelling art 19-3 WRO vrijstelling art 19-2 WRO vrijstelling art 19-1 WRO nieuw binnenplanse ontheffing art 3.6 Wro binnenplanse wijziging art 3.6 Wro tijdelijke vrijstelling art 3.22 Wro ontheffing art 3.23 Wro deels ontheffing 3.23 Wro/ andere deel projectbesluit partiële herziening projectbesluit partiële herziening De mogelijkheden voor ontheffing artikel 3.23 Wro zijn veranderd ten opzichte van de voorganger, artikel 19 lid 3 WRO. Daarom is het nodig de bestaande bestuurspraktijk voor art 19-3 te herzien. Deze bestuurspraktijk behelst de toepassingsmogelijkheden voor vrijstelling art 19 lid 3 die zijn gemandateerd. Afweging: Mandaatregeling Voorgesteld wordt de mandatering inhoudelijk niet te wijzigen, maar alleen aan te passen aan de nieuwe regelgeving. Naast de nieuwe mandaten, moeten ook de oude mandaten van kracht blijven, omdat deze van toepassing blijven op aanvragen die zijn ingekomen voor 1 juli Voorstel is deze aanpassing van de mandaatregeling met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2008 in te laten gaan. In bijlage 1 is het overzicht opgenomen voor de aanpassing van de mandaatregeling. Bestuurspraktijk ontheffing De ontheffing 3.23 vervangt de vrijstellingen art 19 lid 3. De Wro heeft voor ontheffingen 3.23 ruimere mogelijkheden als voorheen de WRO voor vrijstelling artikel 19 lid 3. De exacte mogelijkheden waarvoor ontheffing 3.23 Wro kan worden verleend zijn omschreven in artikel van het Besluit ruimtelijk ordening (Bro). 1/3

3 ollege Onderwerp: V Aanpassing mandaatbesluit aan nieuwe Wet ruimtelijke ordening BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 27 januari 2009; gelet op: Gemeentewet en Wet ruimtelijke ordening; besloten: 1. Het mandaatbesluit aan te passen aan de nieuwe Wro, met dien verstande dat de oude mandaatregeling van toepassing blijft op verzoeken waarop de oude WRO van toepassing is. 2. De bestuurspraktijk voor toepassing ontheffing op grond van artikel 3.23 Wro (opvolger van vrijstelling op grond van artikel 19-3 WRO) vast te stellen. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3/3

4 Uittreksel mandaatregeling na wijziging Ruimtelijke ordening: Nieuw, ingaande 1 juli Beslissen op aanvragen voor binnenplanse ontheffing en het stellen van eventuele voorwaarden o.g.v. het bestemmingsplan o.b.v. art. 3.6 Wro Beslissen op aanvragen voor tijdelijke ontheffing en het stellen van eventuele voorwaarden o.b.v. art Wro 20 vervalt 21 vervalt 22 Beslissen op aanvragen voor ontheffing o.g.v. art Wro en het stellen van eventuele voorwaarden o.b.v. het bestemmingsplan A Beslissen op aanvragen voor een (tijdelijke) aanlegverguning o.b.v. art Wro Advies inwinnen externe en beslissen op aanvragen planschadeverzoeken Beslissen op principeverzoeken B&W Teammanager Exclusief besluiten op binnenplanse wijziging, voorheen art 11. B&W Teammanager B&W Teammanager Voor zover passend binnen het bestaande beleid danwel binnen de bestuurspraktijk B&W Teammanager B&W Teammanager Beslissen niet gemandateerd indien er geen planschade- exploitatieovereen komst voor is. B&W Teammanager Voor zover duidelijk wel/niet passend binnen bestaand beleid dan wel bestuurspraktijk

5 Overzicht mogelijkheden ontheffing 3.23 Wro ten opzichte van oude WRO nieuwe Wro: mogelijkheden ontheffing 3.23, tekst uit Bro artikel 4.1.1: a. een uitbreiding van een bijgebouw bij een woning mits: 1e. het bouwwerk niet hoger is dan 5 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein; 2e. het aantal woningen gelijk blijft; 3e. het bouwen niet tot gevolg heeft dat het aansluitend terrein voor meer dan 50% wordt bebouwd en dat de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden, en 4e. buiten de bebouwde kom het bouwwerk een bruto oppervlak heeft van ten hoogste 150 m2; huidige mandaat/ oude WRO Is gemandateerd, onder voorwaarde dat 1. het bouwplan, indien binnen de komgrenzen en geen nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is, de maten voldoen aan de voorschriften van het bestemmingsplan Elshout/ Haarsteeg 2. indien nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is voor het betreffende plangebied en het plan voldoet aan de voorschriften in dit nieuwe plan 3. het bouwplan voldoet aan de regels voor carports/ erkers (ondertussen opgenomen in de sneltoetscriteria welstand bij maatvoering) voorstel voorstel is gelijk te houden, incl. voorwaarden: o.a. stedebouwkundig verantwoord en goedkeuring welstand. b. een uitbreiding van een bijgebouw bij een ander gebouw mits het bouwen niet tot gevolg heeft dat het aansluitend terrein voor meer dan 50% wordt bebouwd en dat de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden; c. een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, de telecommunicatie, het openbaar vervoer het trein-, water-, wegverkeer: 1e. waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 50 m2, 2e. dat bestaat uit één bouwlaag, en 3e. dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5 m; d. een bouwwerk, geen gebouw zijnde: 1e. waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 50 m2, en 2e. dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 10 m; e. een dakkapel, dakopbouw gelijksoortige uitbreiding van een gebouw; f. een kas een bedrijfsgebouw van lichte constructie met een bruto-vloeroppervlak van ten hoogste 100 m2 ten dienste van een agrarisch bedrijf; g. een antenne-installatie als bedoeld in het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, mits de hoogte van de antenne, indien de antenne is geplaatst op een antennedrager als bedoeld in dat besluit, de hoogte van de antennedrager en de antenne tezamen, gemeten vanaf de voet van de antenne, respectievelijk de antennedrager, minder is dan 40 m; h. het gebruik van gronden bouwwerken ten behoeve van evenementen met een maximum van drie per jaar en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen; i. het wijzigen van het gebruik van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, mits: Valt in bebouwde kom onder art 19-3, en was gemandateerd. In buitengebied onder art 19 lid 2 lid 1. Betreft met name kleine uitbreidingen bij bedrijven. ollege besluit over opstarten procedure. niet gemandateerd voorheen viel onder vrijstelling art 19 lid 3 tot 5 meter hoogte, was gemandateerd wel gemandateerd, conform onder a. was gemandateerd voor kleine wijzigingen. Grotere wijzigingen vragen art niet gemandateerd, was langere procedure niet gemandateerd, wordt feitelijk nooit gedaan middels een vrijstelling. Er zijn praktische veiligheidsafspraken. was gemandateerd voor kleine wijzigingen met name bij woningen. Grotere wijzigingen vragen art wel mandateren niet mandateren, komt weinig voor en is specifiek wel mandateren wel mandateren onder dezelfde voorwaarden wel mandateren niet mandateren, komt weinig voor en is specifiek huidige praktische insteek houden. wel mandateren, voor zover passend in overig beleid bv. tav horeca &

6 1e. de gebruikswijziging plaats vindt binnen de bebouwde kom; 2e. de gebruikswijziging betrekking heeft op een bruto-oppervlakte van niet meer dan 1500 m2, en 3e. het aantal woningen gelijk blijft; j. een wijziging van het gebruik van een recreatiewoning voor bewoning, mits: 1e. de recreatiewoning voldoet aan de bij krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen; 2e. bewoning niet in strijd is met de bij krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels de Reconstructiewet concentratiegebieden, en 3e. de aanvrager vóór, maar in elk geval op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont. niet gemandateerd winkelconcentratie. niet mandateren, komt weinig voor en is specifiek Voorwaarde voor het opstarten van de procedure is altijd dat het plan past in de stedebouwkundige visie van de gemeente (stedebouwkundig aanvaardbaar) en voldoet aan de redelijke eisen van welstand.

7 Bestuurspraktijk tbv toepassing ontheffing artikel 3.23 Wro Het opstarten en verlenen van ontheffing artikel 3.23 Wro valt binnen de bestuurspraktijk indien: Randvoorwaarden (één is voldoende) 1. de maatvoering voldoet aan het onderdeel maatvoering in de sneltoetscriteria welstand 2. een bouwplan ligt binnen de komgrenzen, er is geen nieuw bestemmingsplan in voorbereiding en de maatvoering voldoet aan de voorschriften van het bestemmingsplan Elshout/ Haarsteeg 3. het plan past in het, in voorbereiding zijnde, nieuwe bestemmingplan voor die locatie. 4. er vinden geen bouwactiviteiten plaats EN het plan voldoet aan één van de wettelijk toegestane mogelijkheden voor het toepassing van de ontheffing uit in art Besluit ruimtelijke ordening: "vastgestelde sneltoetscriteria art lid 1 a 1 e t/m 4 e Bro: betreft het uitbreiding van, een bijgebouw bij, een woning, lager dan 5 meter, bebouwde oppervlakte < 50 %, indien buiten bebouwde kom ten hoogste 150 m art lid 1 b Bro: uitbreiding van bijgebouw bij ander gebouw 7. art lid 1 d 1 e en 2 e Bro: bouwwerk geen gebouw zijnde <= 50 m2 / <= 10 m 8. art lid 1 e Bro: een dakkapel, dakopbouw gelijksoortige uitbreiding 9. art lid 1 f Bro: kas/ bedrijfsgebouw <= 100m2 tbv agrarisch bedrijf 10. art lid 1 i 1 e t/m 3 e Bro: Wijziging gebruik bouwwerk ev. met inpandige verbouwing en waarvan de gebruikswijziging past in overig vastgesteld gemeentelijk beleid (Horeca, winkelconcentratie), de gebruikswijziging betrekking heeft op een bruto-oppervlakte van <= 1500 m2, en het aantal woningen blijft gelijk;