Raadsvoorstel Aan : Raad van Geertruidenberg Raadsvergadering : 29 september 2011 Agendanummer : 11 Datum collegebesluit : 16 augustus 2011 Onderwerp : Aanbieding Concept Strategische Agenda West-Brabant 2012-2020, visiedeel 0. Samenvatting In de zomer van 2008 hebben de colleges van burgemeester en wethouders van 18 West- Brabantse gemeenten en de Zeeuwse gemeente Tholen hun samenwerkingsambitie vastgelegd in de Strategische Agenda West-Brabant 2008-2011. De 19 gemeenten willen hun succesvolle alliantie ook na 2011 verder uitbouwen en versterken. Een periodieke herijking van de Strategische Agenda is daarom noodzakelijk. Het concept visiedeel van de Strategische Agenda West-Brabant 2012-2020 dat nu aan u wordt voorgelegd is bedoeld voor het vragen van een zienswijze van de gemeenteraad. Op 15 juli is het concept aan de colleges van deelnemende gemeenten gezonden met verzoek de gemeenteraad een zienswijze te laten formuleren en deze uiterlijk 1 oktober 2011 aan het Dagelijks Bestuur van de Regio West-Brabant aan te bieden. De drie O s (Overheid, Ondernemers, Onderwijs) geven de komende maanden hun zienswijze over het visiedeel opgenomen in de hoofdstukken 1 en 2 van het Concept Strategische Agenda West-Brabant 2012-2020. Zij geven aan of dit het juiste kader is waarmee gewerkt moet worden om de balans tussen economie, ecologie en sociaal-maatschappelijke veld te realiseren. Na het uitbrengen van de zienswijzen op het visiedeel door de deelnemende gemeenten zal een nota van antwoord op de zienswijzen worden opgesteld. Vervolgens zal in de maand december, via het Dagelijks Bestuur Regio West-Brabant en de Bestuurscommissies, het Algemeen Bestuur van de Regio West-Brabant de Strategische Agenda 2012-2020 vaststellen. 1. Aanleiding In de zomer van 2008 hebben de colleges van burgemeester en wethouders van 18 West- Brabantse gemeenten en de Zeeuwse gemeente Tholen hun samenwerkingsambitie vastgelegd in de Strategische Agenda West-Brabant 2008-2011. In deze periode zijn via een aantal programmalijnen en concrete projecten zeer stevige stappen gezet in een verdergaande strategische samenwerking op de schaal van West- Brabant. In de West-Brabantse samenwerking hebben de negentien gemeenten aangetoond dat krachten efficiciënt en effectief gebundeld kunnen worden. De afgelopen drie jaren is samen met diverse partners via bestuursopdrachten aan de uitwerking gewerkt. Op 1 januari 2011 is aan de West-Brabantse samenwerking slagkracht toegevoegd door het aangaan van een gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant en het fysiek huisvesten van de ambtelijke capaciteit in het West-Brabant Huis te Etten-Leur. De 19 gemeenten willen hun succesvolle alliantie ook na 2011 verder uitbouwen en versterken. Een periodieke herijking van de Strategische Agenda is daarom noodzakelijk. Het concept visiedeel van de Strategische Agenda West-Brabant 2012-2020 dat nu aan u wordt voorgelegd is bedoeld voor het vragen van een zienswijze van de gemeenteraad. Proces Het proces van herijking van het visiedocument is begonnen op 28 en 30 juni 2010 tijdens bijeenkomsten met de externe partners en de raadsleden van de 19 gemeenten. De uitkomsten van die bijeenkomsten zijn verwerkt in de Bouwstenennotitie die de diverse
portefeuillehouders gezamenlijk hebben opgesteld. OP 14 en 15 maart 2011 hebben de West- Brabantse raadsleden en de externe partners zich gebogen over die Bouwstenennotitie. Op 21 juni 2011 is het concept in de bestuurscommissies van Regio West-Brabant besproken, daarna is op 22 juni en 8 juli in het Algemeen Bestuur van de Regio West-Brabant eveneens het concept besproken, waarna het op 8 juli in concept vastgesteld is. Op 15 juli is het concept aan de colleges van deelnemende gemeenten gezonden met verzoek de gemeenteraad een zienswijze te laten formuleren en deze uiterlijk 1 oktober 2011 aan het Dagelijks Bestuur van de Regio West-Brabant aan te bieden. De drie O s (Overheid, Ondernemers, Onderwijs) geven de komende maanden hun zienswijze over het visiedeel van het Concept Strategische Agenda 2012-2020 opgenomen in de hoofdstukken 1 en 2. Zij geven aan of dit het juiste kader is waarmee gewerkt moet worden om de balans tussen economie, ecologie en sociaal-maatschappelijke veld te realiseren. Na het uitbrengen van de zienswijzen op het visiedeel door de deelnemende gemeenten zal een nota van antwoord op de zienswijzen worden opgesteld. Vervolgens zal in de maand december, via het Dagelijks Bestuur Regio West-Brabant en de Bestuurscommissies, het Algemeen Bestuur van de Regio West-Brabant de Strategische Agenda 2012-2020 vaststellen. uitvoeringsprogramma Voor de onderbouwing van de soms wat abstracte uitgangspunten is ter informatie de concepttekst van het uitvoeringsprogramma - hoofdstukken 3 en 4 - als bijlage bijgevoegd, onder de nadrukkelijke voorwaarde dat dit nog niet definitief is. In de komende maanden zullen de colleges met hun externe partners tot die invulling komen. Daarbij is ook aangegeven wie als trekker van het betreffende onderdeel aangemerkt wordt. Dit zal de partij zijn die voor de realisering de meest gerede is. Ook zal er sprake zijn van fasering, gelet op de capaciteit en de beschikbare middelen. De bijlage concept uitvoeringsprogramma- geeft wel een redelijk inzicht in de projecten, activiteiten en processen die nodig zijn om de visie uit de hoofdstukken 1 en 2 te realiseren. Na de zomer werken de drie O s aan de onderliggende uitvoeringsagenda. Deze uitvoeringsagenda moet aangeven wat er nodig is om die visie en ambities waar te maken. Tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Regio West-Brabant is ook gevraagd om een overzicht per gemeente van de projecten en activiteiten waaruit de betrokkenheid van de individuele gemeente bij de Regio West-Brabant blijkt, maar ook wat Regio West-Brabant voor elke gemeente betekent. Dit overzicht treft u ook als bijlage aan en heeft een ambtelijke status en is puur bedoeld om de gemeenteraden te ondersteunen in het proces dat moet leiden tot een zienswijze. 2. Motivering Voor de nieuwe periode is besloten deze agenda nog meer samen met de regionale partners uit bedrijfsleven en onderwijs te ontwikkelen. Niet alles is opnieuw bepaald. De huidige bestuursopdrachten blijven in uitvoering en hebben in de nieuwe Strategische Agenda 2012-2020 wellicht een aanpassing nodig. De voorliggende Strategische Agenda West-Brabant 2012-2020 speelt in op actuele ontwikkelingen in West-Brabant en haar omgeving, bouwt voort op bestaande bestuursopdrachten en anticipeert op toekomstige vraagstukken en kansen. De Strategische Agenda West-Brabant 2012-2020 schetst in het eerste hoofdstuk het beeld van West-Brabant, de historie en de huidige situatie. In het tweede hoofdstuk staan tevens de ontwikkelingen die op ons afkomen geformuleerd en de kansen die dit biedt voor West-Brabant. Het uitgangspunt hierbij is de plannen op het terrein van Economie, Ecologie en Sociaal Maatschappelijke in balans tot ontwikkeling te brengen. In het visiedeel zijn voor deze onderdelen de speerpunten benoemd, aangevuld met de randvoorwaarden om die dragers te ondersteunen. Elk van de dragers kent belangrijke randvoorwaarden om tot een goede ontwikkeling te komen. Het gaat hierbij om de volgende randvoorwaarden: Een goed ontsloten en slim georganiseerde arbeidsmarkt; Een (multimodale) bereikbaarheid over weg, water, spoor en buis; Kwalitatief hoogwaardige leefmilieus met passende voorzieningen; Investeren in netwerksamenwerking.
Met name in de uitwerking van de randvoorwaarden liggen er wellicht mogelijkheden voor Geertruidenberg en de andere Dongemondgemeenten. Voor de gemeente Geertruidenberg is het belang dat bij de verdere invulling van de Uitvoeringsagenda de regio Dongemond goed in beeld blijft. Het samen optrekken is dus van groot belang. Zienswijze Ondanks de soms wat abstracte uitgangspunten biedt het Visiedeel van de Concept Strategische Agenda 2012-2020 samen met het concept van de uitvoeringsagenda voor de gemeente Geertruidenberg voldoende aanknopingspunten voor een zienswijze. De volgende zienswijze zou geformuleerd kunnen worden: 1. De gemeenteraad van Geertruidenberg is van mening dat de inhoud Concept Strategische Agenda 2012-2020 het juiste kader vormt om de plannen op het terrein van Economie, Ecologie en Sociaal Maatschappelijke in balans tot ontwikkeling te brengen. 2. Specifieke aandachtspunten waar meer de nadruk opgelegd moet worden zijn de randvoorwaarden die de drie grote dragers (Economie, Ecologie, Sociaal Maatschappelijke) moeten ondersteunen. Voor de gemeente Geertruidenberg en de andere Dongemondgemeenten denken wij hierbij aan: Randvoorwaarde bereikbaarheid over weg, water, spoor en buis Knooppunt Hooipolder Het grootste knelpunt op de A59 is knooppunt Hooipolder nabij Raamsdonksveer. Het knooppunt dateert uit de jaren 80 en is in totaliteit geregeld met verkeerslichten. De situatie zorgt voor, zeker in de ochtend- en avondspits, ernstige congestievorming op de A59 in beide richtingen. Het is zowel landelijk, provinciaal, regionaal én lokaal van belang dat een reconstructie van knooppunt Hooipolder naar een klaverblad, al dan niet in combinatie van de verbredering van de A27, hoog op de regionale politieke agenda komt. Randvoorwaarde kwalitatief hoogwaardig leefmilieus met passende voorzieningen 1. Ontwikkeling van de Donge-oevers De gemeente Geertruidenberg is gelegen aan de zuidoever van de Amer, tegenover een belangrijke ingang en uitgang van de Biesbosch (via Spijkerboor). De gemeente ligt op de oost-westroute via de Maas, die voor de toervaart een belangrijke verbinding vormt tussen de Delta en het achterland. Tevens is dit het beginpunt van de binnenwateren van West-Brabant, een vaargebied dat voortdurend in ontwikkeling is. De ontwikkeling van de toeristischrecreatieve functie rondom de Biesbosch-gemeenten en specifiek voor de gemeente Geertruidenberg zal bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardig leefmilieu met passende voorzieningen en een regionale uitstraling. De Donge-oever projecten van Geertruidenberg vormen daardoor tevens een belangrijke rol voor de regio. De keuze van de regio West- Brabant, om, in het regionale ontwikkelingsprogramma voor water en toerisme Brabant aan Zee, de gemeente Geertruidenberg tot een regiodragend project te benoemen, wordt door Geertruidenberg als zeer positief ervaren. Met deze regionale ondersteuning zullen de ambities om de Donge-oevers tot een nieuwe toeristisch-recreatieve bestemming van allure in West Brabant in hoog tempo kunnen worden opgepakt. 2. Hoogspanningsleidingen Hoogspanningslijnen in relatie tot gezondheidsproblematiek zijn de laatste jaren het gesprek van de dag. Binnen West-Brabant lopen inmiddels twee projecten in het kader van de aanleg van hoogspanninglijnen (380kV Borssele-aansluiting op de landelijke ring en het Energiecentrale op Moerdijk (380kV) met een aansluiting op het station Geertruidenberg), waarbij het derde project zich al aanwend (revitalisering van de huidige 380kV en 150 kv hoogspanningslijnen). Hoewel door het ministerie enkel het advies heeft gegeven om geen huizen, crèches en/of scholen niet binnen de 0,4 µt te realiseren in nieuwe situaties, is het ook wenselijk om hoogspanningslijnen uit de woonkern te amoveren en buiten de woonkern om te leiden. Als alternatief kunnen hoogspanningslijnen ondergronds worden aangebracht. De West- Brabantse samenwerking dient in bovenstaande problematiek zich hard te maken zodat hierin de juiste keuzes worden gemaakt.
3. Kernafval in de Nederlandse bodem Minister Verhagen wil in deze kabinetsperiode vergunningen afgeven voor de bouw van een of meer kerncentrales. Deze centrales worden vele malen groter dan de huidige kerncentrale van Borssele en deze zullen dan ook veel grotere hoeveelheden kernafval produceren. De minister wil dit afval ondergronds opslaan en heeft bekendgemaakt in 2014 met een plan te komen voor eindberging in zout of klei. In een gedeelte van West-Brabant is de diepe ondergrond geschikt voor eind berging van hoog radioactief kernafval. Kernafval is 240.000 jaar radioactief. De West-Brabantse samenwerking dient in bovenstaande problematiek zich hard te maken dat het bouwen van kerncentrales ook als gevolg heeft dat er radioactief afval ontstaat, waarbij men ook nog eens generaties lang de gevolgen van heeft. Inzet vanuit het ministerie zou gericht moeten zijn op duurzame energiemaatregelen. Dit past ook nog eens in de visie van de West-Brabantse samenwerking. 3. Financiële consequentie(s)/risico('s) Voor het uitbrengen van een zienswijze behoeven de financiële consequenties nog niet in beeld te zijn. Bij de verdere uitwerking van de uitvoeringsagenda zal dit, waar mogelijk, wel aan de orde moeten komen. 4. Juridische consequentie(s)/risico('s) Geen juridische consequenties of risico s. 5. Communicatie De communicatie vindt plaats via de regionale nieuwsbrieven van de Regio West-Brabant. 6. Bijlagen 1. Overige bijlagen : - Concept Strategische Agenda West-Brabant 2012-2020, Visiedeel. - Concept uitvoeringsprogramma d.d. 30 juni 2011; - Projecten en activiteiten per gemeente in uitvoeringsprogramma Strategische Agenda met trekkende rol gemeente (ambtelijk overzicht ter informatie: geen bestuurlijke status). 7. Voorstel Wij stellen u voor de volgende zienswijze uit te brengen. 1. De gemeenteraad van Geertruidenberg is van mening dat de inhoud Concept Strategische Agenda 2012-2020 het juiste kader vormt om de plannen op het terrein van Economie, Ecologie en Sociaal Maatschappelijke in balans tot ontwikkeling te brengen. 2. Specifieke aandachtspunten waar meer de nadruk opgelegd moet worden zijn de randvoorwaarden die de drie grote dragers (Economie, Ecologie, Sociaal Maatschappelijke) moeten ondersteunen. Voor de gemeente Geertruidenberg en de andere Dongemondgemeenten denken wij hierbij aan: Randvoorwaarde bereikbaarheid over weg, water, spoor en buis Knooppunt Hooipolder Het grootste knelpunt op de A59 is knooppunt Hooipolder nabij Raamsdonksveer. Het knooppunt dateert uit de jaren 80 en is in totaliteit geregeld met verkeerslichten. De situatie zorgt voor, zeker in de ochtend- en avondspits, ernstige congestievorming op de A59 in beide richtingen. Het is zowel landelijk, provinciaal, regionaal én lokaal van belang dat een reconstructie van knooppunt Hooipolder naar een klaverblad, al dan niet in combinatie van de verbredering van de A27, hoog op de regionale politieke agenda komt. Randvoorwaarde kwalitatief hoogwaardig leefmilieus met passende voorzieningen
1. Ontwikkeling van de Donge-oevers De gemeente Geertruidenberg is gelegen aan de zuidoever van de Amer, tegenover een belangrijke ingang en uitgang van de Biesbosch (via Spijkerboor). De gemeente ligt op de oost-westroute via de Maas, die voor de toervaart een belangrijke verbinding vormt tussen de Delta en het achterland. Tevens is dit het beginpunt van de binnenwateren van West-Brabant, een vaargebied dat voortdurend in ontwikkeling is. De ontwikkeling van de toeristischrecreatieve functie rondom de Biesbosch-gemeenten en specifiek voor de gemeente Geertruidenberg zal bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardig leefmilieu met passende voorzieningen en een regionale uitstraling. De Donge-oever projecten van Geertruidenberg vormen daardoor tevens een belangrijke rol voor de regio. De keuze van de regio West- Brabant, om, in het regionale ontwikkelingsprogramma voor water en toerisme Brabant aan Zee, de gemeente Geertruidenberg tot een regiodragend project te benoemen, wordt door Geertruidenberg als zeer positief ervaren. Met deze regionale ondersteuning zullen de ambities om de Donge-oevers tot een nieuwe toeristisch-recreatieve bestemming van allure in West Brabant in hoog tempo kunnen worden opgepakt. 2. Hoogspanningsleidingen Hoogspanningslijnen in relatie tot gezondheidsproblematiek zijn de laatste jaren het gesprek van de dag. Binnen West-Brabant lopen inmiddels twee projecten in het kader van de aanleg van hoogspanninglijnen (380kV Borssele-aansluiting op de landelijke ring en het Energiecentrale op Moerdijk (380kV) met een aansluiting op het station Geertruidenberg), waarbij het derde project zich al aanwend (revitalisering van de huidige 380kV en 150 kv hoogspanningslijnen). Hoewel door het ministerie enkel het advies heeft gegeven om geen huizen, crèches en/of scholen niet binnen de 0,4 µt te realiseren in nieuwe situaties, is het ook wenselijk om hoogspanningslijnen uit de woonkern te amoveren en buiten de woonkern om te leiden. Als alternatief kunnen hoogspanningslijnen ondergronds worden aangebracht. De West- Brabantse samenwerking dient in bovenstaande problematiek zich hard te maken zodat hierin de juiste keuzes worden gemaakt. 3. Kernafval in de Nederlandse bodem Minister Verhagen wil in deze kabinetsperiode vergunningen afgeven voor de bouw van een of meer kerncentrales. Deze centrales worden vele malen groter dan de huidige kerncentrale van Borssele en deze zullen dan ook veel grotere hoeveelheden kernafval produceren. De minister wil dit afval ondergronds opslaan en heeft bekendgemaakt in 2014 met een plan te komen voor eindberging in zout of klei. In een gedeelte van West-Brabant is de diepe ondergrond geschikt voor eind berging van hoog radioactief kernafval. Kernafval is 240.000 jaar radioactief. De West-Brabantse samenwerking dient in bovenstaande problematiek zich hard te maken dat het bouwen van kerncentrales ook als gevolg heeft dat er radioactief afval ontstaat, waarbij men ook nog eens generaties lang de gevolgen van heeft. Inzet vanuit het ministerie zou gericht moeten zijn op duurzame energiemaatregelen. Dit past ook nog eens in de visie van de West-Brabantse samenwerking. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van Geertruidenberg, de secretaris, de burgemeester, A.J.L.G. van Oudheusden M.J.A. Meijer
Nummer 11 De raad van de gemeente Geertruidenberg; gelezen het voorstel van het college van 16 augustus 2011 Gelet op het verzoek van de voorzitter van de Regio West-Brabant besluit: De raad besluit de volgende zienswijze uit te brengen. 1. De gemeenteraad van Geertruidenberg is van mening dat de inhoud Concept Strategische Agenda 2012-2020 het juiste kader vormt om de plannen op het terrein van Economie, Ecologie en Sociaal Maatschappelijke in balans tot ontwikkeling te brengen. 2. Specifieke aandachtspunten waar meer de nadruk opgelegd moet worden zijn de randvoorwaarden die de drie grote dragers (Economie, Ecologie, Sociaal Maatschappelijke) moeten ondersteunen. Voor de gemeente Geertruidenberg en de andere Dongemondgemeenten denken wij hierbij aan: Randvoorwaarde bereikbaarheid over weg, water, spoor en buis Knooppunt Hooipolder Het grootste knelpunt op de A59 is knooppunt Hooipolder nabij Raamsdonksveer. Het knooppunt dateert uit de jaren 80 en is in totaliteit geregeld met verkeerslichten. De situatie zorgt voor, zeker in de ochtend- en avondspits, ernstige congestievorming op de A59 in beide richtingen. Het is zowel landelijk, provinciaal, regionaal én lokaal van belang dat een reconstructie van knooppunt Hooipolder naar een klaverblad, al dan niet in combinatie van de verbredering van de A27, hoog op de regionale politieke agenda komt. Randvoorwaarde kwalitatief hoogwaardig leefmilieus met passende voorzieningen 1. Ontwikkeling van de Donge-oevers De gemeente Geertruidenberg is gelegen aan de zuidoever van de Amer, tegenover een belangrijke ingang en uitgang van de Biesbosch (via Spijkerboor). De gemeente ligt op de oost-westroute via de Maas, die voor de toervaart een belangrijke verbinding vormt tussen de Delta en het achterland. Tevens is dit het beginpunt van de binnenwateren van West-Brabant, een vaargebied dat voortdurend in ontwikkeling is. De ontwikkeling van de toeristischrecreatieve functie rondom de Biesbosch-gemeenten en specifiek voor de gemeente Geertruidenberg zal bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardig leefmilieu met passende voorzieningen en een regionale uitstraling. De Donge-oever projecten van Geertruidenberg vormen daardoor tevens een belangrijke rol voor de regio. De keuze van de regio West- Brabant, om, in het regionale ontwikkelingsprogramma voor water en toerisme Brabant aan Zee, de gemeente Geertruidenberg tot een regiodragend project te benoemen, wordt door Geertruidenberg als zeer positief ervaren. Met deze regionale ondersteuning zullen de ambities om de Donge-oevers tot een nieuwe toeristisch-recreatieve bestemming van allure in West Brabant in hoog tempo kunnen worden opgepakt. 2. Hoogspanningsleidingen Hoogspanningslijnen in relatie tot gezondheidsproblematiek zijn de laatste jaren het gesprek van de dag. Binnen West-Brabant lopen inmiddels twee projecten in het kader van de aanleg van hoogspanninglijnen (380kV Borssele-aansluiting op de landelijke ring en het Energiecentrale op Moerdijk (380kV) met een aansluiting op het station Geertruidenberg), waarbij het derde project zich al aanwend (revitalisering van de huidige 380kV en 150 kv hoogspanningslijnen). Hoewel door het ministerie enkel het advies heeft gegeven om geen huizen, crèches en/of scholen niet binnen de 0,4 µt te realiseren in nieuwe situaties, is het ook
wenselijk om hoogspanningslijnen uit de woonkern te amoveren en buiten de woonkern om te leiden. Als alternatief kunnen hoogspanningslijnen ondergronds worden aangebracht. De West- Brabantse samenwerking dient in bovenstaande problematiek zich hard te maken zodat hierin de juiste keuzes worden gemaakt. 3. Kernafval in de Nederlandse bodem Minister Verhagen wil in deze kabinetsperiode vergunningen afgeven voor de bouw van een of meer kerncentrales. Deze centrales worden vele malen groter dan de huidige kerncentrale van Borssele en deze zullen dan ook veel grotere hoeveelheden kernafval produceren. De minister wil dit afval ondergronds opslaan en heeft bekendgemaakt in 2014 met een plan te komen voor eindberging in zout of klei. In een gedeelte van West-Brabant is de diepe ondergrond geschikt voor eind berging van hoog radioactief kernafval. Kernafval is 240.000 jaar radioactief. De West-Brabantse samenwerking dient in bovenstaande problematiek zich hard te maken dat het bouwen van kerncentrales ook als gevolg heeft dat er radioactief afval ontstaat, waarbij men ook nog eens generaties lang de gevolgen van heeft. Inzet vanuit het ministerie zou gericht moeten zijn op duurzame energiemaatregelen. Dit past ook nog eens in de visie van de West-Brabantse samenwerking. Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 29 september 2011, De raad van Geertruidenberg, de griffier, de voorzitter, drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere M.J.A. Meijer