Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Agenda nr. 6 Onderwerp: Reactie geven op de onderzoeksvraagstelling en uitwerking daarvan voor de evaluatie van de Metropoolregio Eindhoven Soort: Besluitvormend Opsteller: J. v.d. Kolk Portefeuillehouder: A.P.M. Veltman Zaaknummer: SOM/2016/ Documentnummer: SOM/2016/ Datum: 26 oktober Samenvatting Voor de afgesproken evaluatie van de werking van de Metropoolregio Eindhoven (MRE) zijn onderzoeksvragen geformuleerd waarover de gemeenteraden hun zienswijze kunnen geven. 2. Voorstel 1. Instemmen met de voorgelegde onderzoeksvraagstelling. 2. (Laten) nagaan of het evaluatieproces mogelijk in een korter tijdsbestek kan plaatsvinden. 3. Inleiding 3.1 Aanleiding, achtergrond In de Gemeenschappelijke Regeling (GR) MRE is vastgelegd dat het functioneren van de MRE in 2017 tegen het licht wordt gehouden door middel van een evaluatie. Als startpunt voor deze evaluatie moet de onderzoeksvraagstelling worden vastgesteld. (Zie verder par. 7.2.) 3.2 Centrale vraag Zijn de door de MRE voorgelegde onderzoeksvragen volledig en juist en kan ook verder met het traject worden ingestemd? 3.3 Relatie met eerder gestelde kaders en wetgeving Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) en GR MRE.

2 4. Probleemstelling (huidige situatie) In de AB-vergadering van 17 februari jl. heeft het algemeen bestuur (AB) MRE de onder- zoeksvragen voor de evaluatie vastgesteld, te weten: - Draagt de nieuwe samenwerkingsstructuur bij aan het realiseren van de regionale ambi- ties? - Voldoen de uitgangspunten van de Metropoolregio Eindhoven nog aan de behoeften van de gemeenten? In de toelichting op het evaluatieartikel in de GR MRE is opgenomen dat de omvorming van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) naar de MRE een ander type organisatie oplevert met een andere wijze van bestuurlijk functioneren welke werkwijze zich in de praktijk moet gaan bewijzen. De focus ligt daarbij sterk op de bestuurlijke inzet van de gemeenten waarbij vooral aan de strategische opgaven van Zuidoost-Brabant (economie, mobiliteit en ruimtelijke strategie hebben) gewerkt zal moeten worden. De periode wordt gemonitord en is de basis voor de afgesproken evaluatie. Het evaluatierapport met conclusies en aanbevelingen van het AB MRE zal worden voorgelegd aan de colleges en raden van de MRE-gemeenten. 5. Doelstelling (gewenste situatie) Gewenst is dat de regionale samenwerking voor de deelnemers goed functioneert, oplevert wat men er van verwacht en voldoet aan de afgesproken uitgangspunten. Dat betekent dat bijstelling zal moeten plaatsvinden wanneer uit de evaluatie zou blijken dat er aanpassingen nodig zijn. 6. Mogelijke oplossingen en effecten Een bestuurlijke werkgroep heeft de evaluatie verder uitgewerkt. In deze werkgroep zijn bestuurlijke vertegenwoordigers van de diverse regio s binnen de MRE afgevaardigd. Dit heeft, kort samengevat, geleid tot het volgende: - Evaluatieperiode 25 februari 2015 (= inwerkingtreding GR MRE) tot 1 januari 2017 (= datum waarop de evaluatie daadwerkelijk start). - Evaluatiemethode Meting. Er worden blijkens de bijgevoegde planning bijeenkomsten georganiseerd, interviews gehouden en vragenlijsten toegestuurd. - Evaluatiepartijen Bij de evaluatie zullen o.a. de MRE-gemeenteraden, colleges van burgemeester en wethouders, externe partijen (zoals Stichting Brainport; Technische Universiteit Eindhoven, TU/e; Fontys, Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie, ZLTO, etc.), de Provincie Noord- Brabant en betrokken ambtenaren worden geraadpleegd. - Evaluatieplanning : vaststelling onderzoeksvraagstelling door AB MRE 2/4

3 januari 2017-mei 2017 : evaluatie : evaluatierapport naar colleges en raden MRE-gemeenten. Om in 2017 goed, inhoudelijk, te kunnen evalueren (nadat nu wordt nagedacht en besloten over de kaders en reikwijdte van de uit te voeren evaluatie) is het volgende van belang: 1. De juridische basis voor de samenwerking is opgenomen in de GR MRE. 2. De inhoudelijke basis voor de samenwerking is opgenomen in de Regionale Agenda De uitwerking van (onderdelen van) de Regionale Agenda naar concrete activiteiten is opgenomen in het Werkprogramma Voor meer informatie hierover verwijzen wij uw Raad graag naar de bijlage die ook inhoudelijke informatie over de planning en stand van zaken van (de) diverse activiteiten bevat. Deze informatie is uitdrukkelijk niet bedoeld om nu inhoudelijk te beoordelen dat gebeurt immers bij de daadwerkelijke evaluatie in 2017 maar wél om uw Raad alvast op zijn minst enig inzicht in en overzicht over de uitvoering van afgesproken ambities en doelen van de MRE-samenwerking te geven. Een inzicht c.q. overzicht dat er toe kan leiden dat uw Raad nu de voorliggende onderzoeksvragen - en uitwerking daarvan - beter kan beoordelen: Welke methode moet worden toegepast om straks een goed inzicht te krijgen in de opbrengst en resultaten van de regionale samenwerking? Wij geven uw Raad daarbij alvast mee dat voor een goede inhoudelijke evaluatie in 2017 het wenselijk zou zijn dat concreet op planning en al dan niet voltooide activiteiten wordt ingegaan. Alleen dan wordt duidelijk of de nieuwe samenwerkingsvorm met de afgesproken strategische thema s in de praktijk ook echt werken. Anders bestaat er een zeker gevaar dat het zicht op en het overzicht van de effecten van de samenwerking verloren raakt en de betrokkenheid afneemt en uw Raad te veel op afstand staat of komt te staan. Een periodieke separate rapportage in de toekomst over de stand van zaken van de strategische thema s met alle activiteiten, bijvoorbeeld eens per kwartaal of per half jaar, zou naar ons oordeel een goed instrument kunnen zijn om betrokkenheid bij en inzicht in de samenwerking in de MRE-regio te stimuleren. 7. Consequenties van de oplossingen 7.1 Financiële aspecten De kosten van de evaluatie worden, blijkens informatie van de MRE, betaald uit de Algemene Reserve MRE. 7.2 Juridische aspecten - Het AB MRE stelt voor 1 januari 2017 de onderzoeksvragen vast voor de evaluatie van het functioneren van de MRE. - De evaluatie vindt plaats vanaf 1 januari De evaluatie wordt afgesloten met een onderzoeksverslag voor 1 juli (Art. 45 GR MRE.) 3/4

4 7.3 Fiscale aspecten Risico s en kansen - 8. Communicatie en participatie De zienswijze van de raad zal schriftelijk aan de MRE worden meegedeeld. 9. Planning In een ambtelijk-bestuurlijk Peeloverleg in september jl. over de evaluatie is geïnventariseerd of één gezamenlijk Peelzienswijze zou kunnen worden ingediend. Enkel doordat het verzoek tot het geven van een zienswijze al bij diverse gemeenten in procedure is gebracht zal elke Peelgemeente zelf reageren naar de MRE. In het vervolgtraject wordt wel onderzocht of gezamenlijk kan worden opgetrokken. In Someren is het Peeloverleg van september jl. wel afgewacht zodat de uitkomst ervan meegewogen zou kunnen worden in dit voorstel. De uitkomst van dit overleg is dat men in zijn algemeenheid kan instemmen met de onderzoeksvragen en de uitwerking; het evaluatietraject wordt wel als (te) lang beoordeeld. Het wachten op het Peeloverleg heeft echter wel tot gevolg dat de door de MRE genoemde reactietermijn, voor 1 november a.s., niet wordt gehaald. Aangezien het AB MRE pas op 14 december a.s. de definitieve onderzoeksvraagstelling, inclusief uitwerking, vaststelt en de raadsvergadering in Someren op 24 november a.s. plaatsvindt kan nog tijdig aan de MRE de zienswijze van Someren worden meegedeeld. Dit is ook zo meegedeeld aan de MRE. Burgemeester en wethouders van Someren, de secretaris, de burgemeester, Drs. A.P.M. de Kok A.P.M. Veltman Bijlagen: O NO Concept raadsbesluit Concept zienswijzebrief Brief MRE en bijlage Achtergrondinfo samenwerking MRE 4/4

5 Besluit gemeenteraad Titel: Reactie geven op de onderzoeksvragen, inclusief uitwerking daarvan, voor de evaluatie van de samenwerking in de Metropoolregio Eindhoven Zaaknummer: SOM/2016/ Documentnummer: SOM/2016/ Datum besluit: 24 november 2016 De raad van de gemeente Someren; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.26 oktober 2016; overwegende dat: - in 2015 de samenwerking in de regio Eindhoven is gewijzigd van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven naar de Metropoolregio Eindhoven; - bij deze wijziging is gekozen voor een andere samenwerking aan regionale opgaven namelijk in de vorm van een flexibele (bestuurlijke) netwerksamenwerking; - is afgesproken dat in 2017 de nieuwe samenwerkingsvorm in de Metropoolregio Eindhoven geëvalueerd zal worden; - deze afspraak is vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven; - voor de evaluatie nu onderzoeksvragen zijn opgesteld, met een verdere uitwerking daarvan, waarover de gemeenteraden hun oordeel kunnen geven; gelet op artikel 45 Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven; b e s l u i t : 1. in te stemmen met de voorgelegde onderzoeksvraagstelling en uitwerking daarvan; 2. daarbij aandacht te vragen voor de duur van de evaluatie. Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren, de raadsgriffier, de voorzitter, J. Laurens Janse-Oostdijk A.P.M. Veltman * *