1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Besluitvormend Aan de Raad Instemmen met reactie provincie op programmabegroting Agenda nr.6 1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting Datum 2. Voorstel Instemmen met: 1. voorgestelde reactie op bevindingen van provincie inzake begroting 2013; 2. voorgestelde wijziging van de norm voor de minimale hoogte van de algemene reserve grondbedrijf; 3. de gewijzigde nota grondbeleid Inleiding 3.1 Aanleiding, achtergrond De provincie heeft de ingediende begroting 2013 op hoofdlijnen beoordeeld. In het schrijven van 28 november jl. geeft de provincie haar reactie. Naar het oordeel van de provincie is de begroting materieel in evenwicht. Dit houdt in dat we voor het begrotingsjaar 2013 onder het gebruikelijke repressief toezicht vallen. Wel heeft zij een aantal opmerkingen geplaatst. In dit voorstel wordt hierop ingegaan. 3.2 Centrale vraag In dit voorstel worden de opmerkingen van de provincie behandeld en wordt een voorstel gedaan op de wijze waarop hieraan invulling wordt gegeven. 3.3 Relatie met eerder gestelde kaders en wetgeving In de nota grondbeleid is een norm gehanteerd voor de minimaal vereiste hoogte van de algemene reserve. In dit voorstel wordt geadviseerd deze norm aan te passen. 4. Probleemstelling (huidige situatie) In het kader van het onderzoek heeft de provincie de volgende opmerkingen geplaatst. Deze hebben betrekking op de volgende zaken:

2 Beleid over weerstandscapaciteit en risico s; 2. Algemene reserve grondbedrijf; 3. Taakstellingen; 4. Rehabilitatie wegen. 5. Doelstelling (gewenste situatie) In dit voorstel wordt nader ingegaan op de opmerkingen van de provincie en wordt een voorstel gedaan op de wijze waarop hieraan invulling wordt gegeven. 6. Mogelijke oplossingen en effecten Beleid over weerstandscapaciteit en risico s Als gevolg van de bestaande regelgeving dienen gemeenten invulling te geven aan het te voeren beleid op het gebied van risicomanagement. Hierbij is het van belang een koppeling te leggen tussen de noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit en de risico s. In de gemeente Someren is het risicomanagement op dit moment volop in ontwikkeling. De provincie gaat ervan uit dat in de loop van 2013 het beleid nader vorm zal zijn gegeven en dat de financiële vertaling hiervan opgenomen zal worden in de begroting De komende maanden zal het te voeren risicomanagement verder worden uitgewerkt zodat bij het opstellen van de begroting 2014 de financiële vertaling hiervan kan worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Algemene reserve grondbedrijf De noodzakelijke hoogte van de algemene reserve grondbedrijf is, op basis van de gestelde norm in de nota grondbeleid, berekend op 6,1 mln. Dit bedrag is gebaseerd op de gemiddelde grondverkopen per jaar. Hierbij worden de afgelopen vijf jaren en de komende vijf jaren in de berekeningen betrokken. De stand van de reserve volgens de begroting 2013 bedraagt per ,97 mln. De provincie constateert dat de stand van de reserve ontoereikend is en dat bij de beoordeling van de toereikendheid van de algemene reserve grondbedrijf geen rekening mag worden gehouden met toekomstige voordelige resultaten. Bij het beoordelen van de noodzakelijke hoogte van de reserves is intern rekening gehouden met toekomstige resultaten. Om deze reden is niet tot aanvulling van deze reserve overgegaan. Naar aanleiding van de geplaatste opmerking is contact opgenomen met de provincie. Uit de verkregen informatie is gebleken dat de provincie geen specifieke norm hanteert voor de minimale hoogte van de algemene reserve grondbedrijf. De door ons gehanteerde methodiek wordt volgens de provincie het laatste jaar in de praktijk steeds minder toegepast. Het overgrote deel van de gemeenten gaat uit van scenarioanalyses. Hierbij worden diverse alternatieven doorgerekend waarbij de meest negatieve als uitgangspunt wordt genomen voor de minimale omvang van de algemene reserve grondbedrijf. Daarnaast hanteert een aantal gemeenten de IFLO-norm (Inspectie Financiën Lagere

3 - 3 - Overheden). Bij deze norm wordt de minimale hoogte van de algemene reserve grondbedrijf gebaseerd op het totaalbedrag van de volgende twee componenten: - 10% van de boekwaarde van de gronden in exploitatie - 10% van de nog te maken kosten van de gronden in exploitatie. Voornaamste reden om over te stappen naar een andere methodiek is dat de tot nu toe toegepaste normering onvoldoende rekening houdt met locale omstandigheden en inzichten. Door het toepassen van de IFLO-norm wordt hier weliswaar meer rekening mee gehouden maar voornaamste bezwaar blijft dat deze toch als te globaal wordt ervaren. Voor de gemeente Someren betekent toepassing van de IFLO-norm in de praktijk dat de minimale hoogte van de reserve grondbedrijf 3,5 mln moet bedragen. Om zoveel mogelijk aan de opmerking van de provincie tegemoet te komen stellen wij een combinatie van de IFLO-norm en de scenario-analyse voor. In de praktijk houdt dit in dat per bestemmingsplan in beeld gebracht is wat het risico is op basis van de IFLO-norm. Daarnaast wordt per plan aangegeven wat het risico is bij de meest negatieve optie van de scenario-analyse. Voor de berekening van de noodzakelijke omvang van de reserve wordt per plan uitgegaan van het hoogste berekende geldelijke risico. In het kader van een nadere risico-analyse van de grondexploitatie zijn vorig jaar een aantal mogelijke scenario s in beeld gebracht. Zelfs bij het meest negatieve scenario, waarbij wordt uitgegaan van een vertraging van de gronduitgifte van vijf jaar, is de IFLO-norm bij elk bestemmingsplan hoger. Toepassing van de voorgestelde methodiek leidt tot een vereiste minimale hoogte van de reserve grondbedrijf van 3,5 mln. (afgerond). Dit bedrag is lager dan de stand van de reserve per Wijziging nota grondbeleid Als gevolg van de voorgestelde wijziging dient ook de nota grondbeleid te worden aangepast. In de vigerende nota grondbeleid is de volgende passage opgenomen: De hoogte van de algemene reserve grondbedrijf dient te voldoen aan de uitgangspunten van Gedeputeerde Staten en wordt berekend aan de hand van het voortschrijdend gemiddelde van de werkelijke verkoopopbrengsten van de afgelopen vijf jaar en de verwachte grondopbrengsten in de komende vijf jaar. Voorgesteld wordt om in de plaats hiervan de volgende passage op te nemen: Als norm wordt een combinatie van de IFLO-norm en de scenario-analyse gehanteerd. De IFLO-norm is gebaseerd op het totaalbedrag van de volgende twee componenten: - 10% van de boekwaarde van de gronden in exploitatie; - 10% van de nog te maken kosten van de gronden in exploitatie. Daarnaast wordt per plan aangegeven wat het risico is bij de meest negatieve optie van scenario-ontwikkeling. Voor de berekening van de noodzakelijke omvang van de reserve wordt per plan uitgegaan van het hoogste berekende geldelijke risico. De minimale omvang van de algemene reserve grondbedrijf is gelijk aan de som van de hoogste risico s. In de bijlage zijn de te vervangen pagina s (nummers 7, 34 t/m 36) en de nieuwe pagina s (nummers 7, 34 en 35) van de nota grondbeleid opgenomen.

4 - 4 - Taakstellingen De provincie gaat ervan uit dat ze periodiek wordt geïnformeerd over de realisatie van deze taakstellingen. Voor wat betreft de opgenomen taakstelling van ,- wordt aangegeven dat hiervan een bedrag van ,-- in 2013 nog niet is gerealiseerd en derhalve niet als structureel dekkingsmiddel kan worden ingezet. In de zomernota zal aandacht worden besteed aan de stand van zaken van opgenomen taakstellingen. Rehabilitatie wegen De provincie merkt op dat de afschrijvingstermijn van de Rehabilitatie Kerkendijk niet op 55 jaar gesteld zou mogen worden omdat deze termijn niet reëel is. Het is ons niet duidelijk welk uitgangspunt hierbij wordt gehanteerd. Wanneer de gerehabiliteerde Kerkendijk niet in het normale onderhoudsprogramma voor asfaltwegen zou worden opgenomen kunnen we ons iets voorstellen bij het ingenomen standpunt. Dit is echter niet het geval. De gerehabiliteerde Kerkendijk wordt volgens de in Nederland gebruikelijke onderhoudsstrategie onderhouden, waarmee ons inziens de nieuwe rehabilitatietermijn van 55 jaar alleszins redelijk is omdat we ervan uit gaan dat de weg minimaal 60 jaar mee zou moeten kunnen gaan. Daarom wordt ook de gehele weg vervangen en uitgelegd op de eisen van het moderne verkeer (bredere weg en zwaardere fundering). 7. Consequenties van de oplossingen 7.1 Financiële aspecten De financiële gevolgen zullen worden meegenomen bij het opstellen van de begroting Juridische aspecten Informatie over juridische aspecten zal indien hiertoe aanleiding is in de begroting 2014 worden opgenomen en verwerkt. 7.3 Risico s en kansen Bij toepassing van de nieuwe normering voor de algemene reserve grondbedrijf wordt meer rekening gehouden met lokale inzichten en omstandigheden. Hierbij is het wel noodzakelijk om ontwikkelingen tijdig te signaleren en te verwerken in de op te stellen risico-analyses. 8. Communicatie en participatie De provincie zal worden geïnformeerd over het ingenomen standpunt. Burgemeester en wethouders van Someren, de secretaris, de burgemeester,

5 - 5 - Drs. A.P.M. de Kok A.P.M. Veltman Steller: json, afdeling Bedrijfsvoering Asten - Someren Portefeuillehouder: wethouder G. Schoolmeesters Bijlagen: te vervangen en gewijzigde pagina s nota grondbeleid. brief provincie d.d. 28 november 2012.