Raadsvoorstel. Toekomst regionale samenwerking. Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking. Beleid en regie W. Hilboezen P.J.

Transcriptie

1 Titel Nummer 13/73 Toekomst regionale samenwerking Datum 30 oktober 2013 Programma Fase Onderwerp Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking Gemeentehuis Bezoekadres Kerkbuurt 4, 1511 BD Oostzaan Postadres Postbus 20, 1530 AA Wormer Telefoon Fax Internet Afdeling Behandelend ambtenaar Portefeuillehouder Datum raadsvergadering Raadsvoorstel Beleid en regie W. Hilboezen P.J. Möhlmann vergadering 25 november 2013 Samenvatting Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam legt het college en de gemeenteraad van Oostzaan een voorstel voor over de toekomst van de regionale samenwerking. Hiermee geeft het dagelijks bestuur invulling aan het besluit van de Regioraad van 18 juni jl. om, ter voorbereiding op de afschaffing van de plusregio s, een wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam ter besluitvorming voor te leggen aan de gemeenteraden. Een tweede voorstel betreft de mogelijke doorontwikkeling van de samenwerking naar het niveau van de Metropoolregio Amsterdam (MRA). 1/7

2 Inleiding en probleemstelling Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam legt het college en de gemeenteraad van Oostzaan een voorstel voor over de toekomst van de regionale samenwerking. Hiermee geeft het dagelijks bestuur invulling aan het besluit van de Regioraad van 18 juni jl. om, ter voorbereiding op de afschaffing van de plusregio s, een wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam ter besluitvorming voor te leggen aan de gemeenteraden. Een tweede voorstel betreft de mogelijke doorontwikkeling van de samenwerking naar het niveau van de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Gerelateerde besluitvorming De gemeenteraad heeft op 22 mei 2012 besloten om in te stemmen met: 1. De huidige samenwerking op basis van de Wgr tot en met 2014 te continueren, opdat de regionale agenda deze bestuursperiode uitgevoerd kan worden; 2. De periode tot en met 2014 een dialoog te voeren met de portefeuillehouders, SRA-gemeenten, de andere MRA-partners als ook met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers zodat we in 2014 kunnen besluiten over een nieuwe vorm van regionale samenwerking. De regioraad heeft vervolgens in haar vergadering van 26 juni 2012 de bovenstaande punten vastgesteld. De dialoog in het tweede beslispunt is gericht op het verkennen van mogelijkheden om de samenwerking te verbreden en te vernieuwen, vooral op het gebeid van verkeer en vervoer. Uit de dialoog Toekomst Regionale Samenwerking zijn de gedeelde intenties gedestilleerd en vertaald naar de voorstellen vanuit de Stadsregio die nu voorliggen. 2/7

3 Voorstellen toekomst regionale samenwerking Het dagelijks bestuur vraagt de gemeenteraad van Oostzaan om in te stemmen: 1. met de zevende wijziging van de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam; 2. met de richting van de doorontwikkeling van de regionale samenwerking, namelijk naar het niveau van de metropoolregio. De vorming van een vervoerregio maakt hier onderdeel van uit. Hieronder worden deze voorstellen samengevat. In de bijlagen vindt u een uitgebreidere toelichting op de voorstellen. 1. Wijziging van de gemeenschappelijke regeling Met de wijziging bereiden de gemeenten zich voor op de vorming van een vervoerregio, waarbij de mogelijkheid blijft om de huidige samenwerking voor te zetten, behouden blijft. Doel van de wijziging is het opschonen met wijzigingen van technische aard en aanpassingen aan de huidige wet- en regelgeving om daarmee de 16 gemeenten van de Stadsregio: in aanmerking te laten komen voor een aanwijzing als vervoerregio; de mogelijkheid te bieden om de huidige samenwerking voort te zetten, ook wanneer de afschaffing van de plusregio later of niet plaatsvindt. De wijziging is een noodzakelijk tussenstap in de beoogde doorontwikkeling van de regionale samenwerking. Mocht de afschaffing van de plusregio s later of niet plaatsvinden of andere partijen niet willen deelnemen aan de vervoerregio, dan kan de samenwerking binnen de gewijzigde gemeenschappelijke regeling plaatsvinden. Wanneer andere partijen willen participeren in de vervoerregio is er opnieuw aanleiding om een passende gemeenschappelijke regeling uit te werken. Voor de samenwerking op andere beleidsterreinen geldt dat dit na de zevende wijziging mogelijk blijft. Het wetsvoorstel afschaffing plusregio s stelt namelijk dat gemeenten uiterlijk 1 jaar na inwerkintreding van de wet moeten besluiten op welke wijze zij de samenwerking willen organiseren op andere terreinen. Naar verwachting kan de huidige samenwerking als plusregio op de andere beleidsterreinen tot 1 januari 2016 worden voortgezet. De zevende wijziging van de gemeenschappelijke regeling komt tot stand als twee derde van de deelnemende gemeenten (die twee derde van het aantal inwoners vertegenwoordigen) daarmee instemt (artikel 67 gemeenschappelijke regeling). 3/7

4 2. Doorontwikkeling regionale samenwerking Uit de dialoog Toekomst Regionale Samenwerking kwamen divers gedeelde intenties naar voren t.a.v. de verbreding en vernieuwing van de samenwerking. De intenties zijn uitgewerkt en voorgelegd aan gemeenten en de Regioraad en hebben betrekking op: het eindbeeld: doorontwikkeling naar één samenhangend samenwerkingsverband voor het MRA, inclusief vervoerregio; de basisprincipes die ten grondslag liggen aan de huidige samenwerking Op basis van de opgaven, de basisprincipes en de ervaringen met samenwerken in de Stadsregio gaat het eindbeeld voor de samenwerking uit van: één samenhangend samenwerkingsverband voor de MRA; met een stevige en niet-vrijblijvende samenwerking voor verkeer en vervoer; met een meer flexibele à la carte samenwerking voor de andere beleidsterreinen (ruimte, wonen, economische zaken en eventueel andere terreinen) Er zijn meerdere stappen nodig om daar te komen en het is nog niet duidelijk wanneer en of deze stappen gezet worden om de organisatie van de van de MRA en Stadsregio door te ontwikkelen naar dit eindbeeld. Voor de Stadsregio gemeenten is het van belang om in ieder geval te starten met de vorming van een vervoerregio. Dit betekent dat het dagelijks bestuur met de betrokken gemeenten provincies uit de MRA voorstellen wil uitwerken voor de toekomst van de regionale samenwerking. Deze voorstellen kunnen ingaan op de gewenste wijze van samenwerken en de regionale agenda vanaf 1 januari Hierover vindt in 2014 of uiterlijk in 2015 besluitvorming plaats in de gemeenteraden en/of de Regioraad. Voortgang vorming vervoerregio De vervoerregio moet op 1 januari 2015 operationeel zijn. Continuïteit van de huidige samenwerking en daarmee de uitvoering van de lopende projecten is van groot belang voor de Stadsregio gemeenten. Gelet op het wetsvoorstel en de aard en schaal van de verkeer en vervoer opgaven is de betrokkenheid van de provincies en omliggende gemeenten belangrijk. Het dagelijks bestuur heeft begin september met enkele bestuurders van gemeenten en provincies gesproken over de vorming van een vervoerregio. Het dagelijks bestuur wil nu starten met de vorming en nodigt de betrokken overheden uit om de komende periode daaraan mee te werken. 4/7

5 Overweging voorstellen De wijziging van de gemeenschappelijke regeling en de doorontwikkeling van de regionale samenwerking zijn noodzakelijke stappen voor de vorming van de door het kabinet verlangde vervoerregio. De inrichting van de samenwerking wordt aan de betrokken overheden gelaten, maar het moet mogelijk zijn voor andere partijen om aan te sluiten. Het kabinet kiest met het instellen van vervoerregio s met een rechtstreekse toekenning van verkeer- en vervoertaken en BDU middelen voor het ondersteunen van de noodzakelijke samenwerking tussen gemeenten en provincies in deze regio. Met een gemeenschappelijke regeling blijft er sprake van verlengd lokaal bestuur en er is geen nieuwe bestuurslaag. Voorliggend voorstel gaat uit van één samenwerkingsverband voor het MRA. Door deze opschaling vermindert de invloed van kleinere gemeenten omgekeerd evenredig. Echter zijn de stad Amsterdam en de omliggende gemeenten (van de kust tot Lelystad, van Purmerend tot de Kaag) uitgegroeid tot een regio met één complex samenhangend daily urban system waarbinnen inwoners, bedrijven, werknemers, scholieren en toeristen zich verplaatsen. Ontwikkelingen in de maatschappij vragen van de publieke sector dat zij zich op regionaal niveau goed organiseren en dat zij tijdig inspelen op provincie- en gemeentegrensoverschrijdende opgaven. Doordat gemeenten en provincies samenwerken vergroten zij de regionale bestuurskracht en zijn ze beter in staat om bij te dragen aan de versterking van de economische concurrentiepositie, de organisatie van een goed functionerend daily urban system en het vormen van coalities met andere partijen. De gemeente Oostzaan kan na instemming met deze voorstellen in 2014 of 2015 naar aanleiding van voorstellen van de Stadsregio definitief bepalen of zij naast participatie in de vervoerregio wil samen werken op de andere beleidsterreinen wonen, ruimte en economie (à la carte) en in overleg met betrokken partijen bezien hoe deze samenwerking exact ingericht zou moeten worden. Het dagelijks bestuur vraagt nu instemming voor de doorontwikkeling van de geschetste koers. Beslag op middelen De kosten voor de deelname aan de vervoerregio en de samenwerking op de andere beleidsterreinen zijn in deze fase van het proces nog niet inzichtelijk. In een later stadium worden de bijdragen voorgelegd aan de betrokken partijen. Het streven om de bijdragen van deelnemers zo laag mogelijk te houden ligt als basisprincipe ten grondslag aan de doorontwikkeling van de regionale samenwerking. 5/7

6 Communicatie Het dagelijks bestuur wordt na behandeling in de gemeenteraad geïnformeerd over het genomen besluit. Tijdpad en procedure Het dagelijks bestuur vraagt de gemeente Oostzaan om de twee voorstellen te behandelen in de gemeenteraad en uiterlijk 1 december a.s. te reageren. De besluitvorming in de Regioraad van 10 december a.s. is erop gericht, gehoord de reacties van de gemeenteraden, het vervolgproces te faciliteren. Voorstel college in te stemmen met: 1. de zevende wijziging van de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam; 2. de richting voor de doorontwikkeling van de regionale samenwerking, namelijk naar het niveau van de metropoolregio. Met dit voorstel meegestuurd: Stukken ter inzage: Auteur, e- mailadres 1. Brief dagelijks bestuur d.d. 19 september 2013; 2. Toelichting voorstellen; 3. Voorstel 7 e wijziging gemeenschappelijke regeling; 4. Artikelsgewijze toelichting 7 e wijziging. n.v.t. Ward.Hilboezen@over-gemeenten.nl Het college van burgemeester en wethouders van Oostzaan, R. Schaatsbergen P.J. Möhlmann gemeentesecretaris burgemeester 6/7

7 RAADSBESLUIT Toekomst regionale samenwerking Nummer 13/73 De raad van de gemeente Oostzaan Gezien het advies van het college van Burgemeester & Wethouders d.d. 22 oktober 2013 Gelet op artikel 67 Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Amsterdam Besluit: in te stemmen met: 1. de zevende wijziging van de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam; 2. de richting voor de doorontwikkeling van de regionale samenwerking, namelijk naar het niveau van de metropoolregio. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 25 november 2013 E.H.M. Ouwehand-Brussel griffier P.J. Möhlmann voorzitter 7/7