Samenvatting Economie Levensloop

Vergelijkbare documenten
In de economie is een goed schaars als er een offer of inspanning geleverd moet worden om het te krijgen -> relatieve schaarste

4,2. Samenvatting door een scholier 1704 woorden 18 juli keer beoordeeld. Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

4.1 Klaar met de opleiding

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Samenvatting Economie Jong & Oud

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Als je allemaal iets in de pot moet doen, voor bijvoorbeeld een uitje, heb je verschillende manieren om vast te stellen wie wat moet betalen:

7,3. - Verandering budget > evenwijdige verschuiving - Verandering 1 van de prijzen > verandering van de helling. - Nemen beslissingen.

3.2 De wereld van transacties

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen

Oefentoets Klas: havo 4

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

Samenvatting Economie Lesbrief Levensloop

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Jong & Oud ECONOMIE HAVO 4

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

6,1. Samenvatting door een scholier 1406 woorden 21 juni keer beoordeeld. Economie in context

8,5. Samenvatting door Nienke 1188 woorden. 2 keer beoordeeld 6 mei Domein G: Risico en informatie. Informatie bij marktpartijen

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

situatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Samenvatting Economie Samenvatting Economie: Levensloop

Lesbrief Levensloop 1 e druk

Wat zijn loonheffingen?

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk

7.2 Terugblik. Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. Willem-Jan van der Zanden

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

Werken of vrije tijd?

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

Je hebt het recht om tot 14 dagen na levering van de koop af te zien. De koopovereenkomst kan ongeldig worden verklaard als:

Polisvoorwaarden= hierin staat tegen welke risico s je verzekerd bent en onder welke voorwaarde er schade-uitkering wordt gegeven

7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER?

Samenvatting economie, levensloop hoofdstuk 1 t/m 6 & kleding hoofdstuk

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

De drie manieren van pensioen sparen noemen we de 3 pijlers van het pensioensysteem.

Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1

Zacco. bekennen 10 jaar, 10 jaar 1 jaar, 22 jaar zwijgen 22 jaar, 1 jaar 2 jaar, 2 jaar

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5

Samenvatting Economie Jong & Oud

Hoofdstuk 1: 7.3. Boekverslag door L woorden 27 november keer beoordeeld. Samenvatting economie Jong en Oud

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

6.1 De AOW. Een alleenstaande krijgt 70% van het minimumloon. Gehuwden of samenwonenden krijgen 100% van het minimumloon.

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

Werk en inkomen. Aangegeven loon/uitkering altijd BRUTO Wat gaat daar dan nog van af?

ALGEMENE ECONOMIE /04

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * Als %

3,3. Opdracht door een scholier 3194 woorden 23 januari keer beoordeeld. Lesbrief Inkomen Economie 1,2. Oefenopgave H1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?

TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK

7,1. Begrippenlijst door een scholier 2631 woorden 7 april keer beoordeeld

UIT inkomstenbelasting

Opdrachten belastingstelsel

Als u 65 jaar of ouder bent

H1: Economie gaat over..

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Economie. Boekje Oud & Jong Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:

6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5

Economie Elementaire economie 3 VWO

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

5.1 Het speelkwartier

Lesbrief Levensloop 2 e druk

Uitleg van de salarisspecificatie koloms salarisspecificatie Raet HR Easy en Payroll Direct

MODULE A VWO KLAS 3 - Montessori

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie.

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

7.5. Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari keer beoordeeld

Uitleg van de salarisspecificatie Liggende matrix salarisspecificatie Raet HR Easy en Payroll Direct

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

HRo - Loonbelasting -- Deel 3

Ruilen over de tijd (havo)

Sparen of lenen Waarom?

Bijlage HAVO. economie (pilot) tijdvak 2. Bronnenboekje. HA-1022-f-11-2-b

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart

Samenvatting Economie H.8 / H.3

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Transcriptie:

Samenvatting Economie Levensloop Samenvatting door A. 1095 woorden 7 februari 2017 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie: levensloop Hfst 1 Consumptie: het product wordt aaneschaft door de eindgebruiker. Investeren: kapitaalgoederen worden gekocht door een bedrijf. De investeerder wil het product gebruiken om er geld ee te verdienen. Schaars: oneindige spanning russen behoeften en beperkte middelen. Een goed is schaars als er een offer of inspanning moet worden geleverd om het te verkrijgen. Opofferingskosten: de waarde van datgene wat we opofferen om iets te verkrijgen. Bestaan uit de waarde van hrt een na beste alternatief. Dominante strategie: de strategie die in alle gevallen het meeste oplevert. Gedomineerde strategie: de strategie die in alle gevallen het minst oplevert. Gevangenendilemma: de dominante strategie is niet de meest voordelige strategie voor beide. Tit-for-tatstrategie: het gevangendilemma wordt meerdere malen herhaald dus je kan je strategie veranderen. Je begint met samenwerken, maar als je tegenspeler van strategie verandert en niet meer samenwerkt, straf je die onmiddellijk door ook niet meer samen te werken. Hfst 2 Kinderbijslag: hoogte van de Kinderbijslag hangt af van de leeftijd van het kind + inkomensafhankelijk. Stroomgrootheid: je meet iets over een bepaalde periode. Voorraadgrootheid: je meet iets op een bepaald moment. Loonheffing: inkomstenbelasting + premies volksverzekeringen. Brutoloon = nettoloon + loonheffing Algemene heffingskorting: iedereen die werkt krijgt een korting op de loonheffing. Als dit bedrag boven je loonheffing ligt ben je geen heffing verschuldigd. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-levensloop-103327 Pagina 1 van 5

Intertemporele ruil: sparen en lenen. - Sparen: consumptie van nu ruilem voor consumptie in de toekomst. - Lenen: consumptie in de toekomst wordt vervangen door consumptie nu. Verdiencapaciteit: het bedrag dat iemand maximaal kan verdienen. Hfst 3 Volledig contract: als alle onvoorziene gebeurtenissen zijn opgenomen in eem contract. Gebeurt eigenlijk nooit. Verzekeringen: - Risicoaversie: mensen zijn bang voor schade en zullen zich hiertegen verzekeren. - All-riskverzekering: niet alleen verzekert voor schade aangebracht aan de andere auto (verplichte WAverzekering) maar ook verzekert voor jezelf. Premie = kans op schade de gemiddelde hoogte van de verwachte schade Averechtse selectie: verzekaars pakken het gemiddelde risico en stellen daarmee de hoogte van de premie vast. De goede risico's kunnen het gevoel krijgen dat ze teveel betalen en stappen over naar een andere maatschappij. De verzekeraar houdt zo alleen de slechte risico's over. Dit is het tegenovergestelde van wat hij wil. Om dit te voorkomen: - Premiedifferentiatie: slechte risico's betalen een hogere premie dan de goede risico's. - Eigen risico: verzekerde draait zelf op voor het eerste deel van het schadebedrag. - Bonus-malusregeling: komt veel voor bij autoverzekeringen. De automobilisten die geen of weinig schade veroorzaken krijgen een korting (bonus) en de automobilisten die veel schade veroorzaken betalen een extra premie (malus). - Collectieve dwang: de overheid stelt iedereen verplicht om te verzekeren en stelt de verzekeraars verplicht iedereen te accepteren. Dit is het geval bij sociale verzekeringen. - vereveningsfonds: keert bedragen uit aan verzekeraars met risicovolle klanten. Ook ziektekosten van kinderen jonger dan 18 worden uit uet vereveningsfonds betaald. Moral hazard: iemand gaat zich roekelozer gedragen omdat hij de schade niet zelf hoeft te betalen. Oplossingen: eigen risico + bonus-malusregeling. Sociale zekerheid: stelsel van regeling en wetten die zijn gebaseerd op solidariteit. - sociale voorzieningen: worden betaald uit belastingen. - sociale verzekeringen: worden betaald uit inkomenafhankelijke premies. werknemersverzekeringen: alleen voor mensen in loondienst. WIA: wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. WW: werkloosheidswet. ZW: ziektewet. volksverzekeringen: geldt voor iedereen. Iedereen krijgt ook dezelfde uitkering. AWBZ: algemene wet bijzondere ziektekosten. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-levensloop-103327 Pagina 2 van 5

AOW: algemene ouderdomswet. ANW: algemene mabestaandenwet. AKW: algemene kinderbijslagwet. Actieven: mensen die belasting en premie betalen. Inactieven: uitkeringsgerechtigden. i/a-ratio = Inactieven/ Actieven 100% Hfst 4 Collectieve arbeidsovereenkomst: hierin worden het loon en de normale arbeidstijd geregeld en daarnaast vakantieregelingen, pensioen, overuren en reiskostenvergoedingen. Koopkracht = indexcijfer nominaal loon / prijsindexcijfer 100% Inkomensheffing: 1. Bepaling bruto jaarinkomen: Brutoloon + vakantiegeld + vergoeding premie van de werkgever 2. Aftrekposten erafhalen: rente hypothecaire lening, reiskostenaftrek voor ov, giften voor erkende goede doelen, pensioenpremies. 3. Belastbaar inkomen: bruto inkomen - aftrekposten. 4. Loonheffing over belastbaar inkomen berekend dmv. belastingschijven. 5. Heffingskortingen van de totale heffing afhalen. Bv. Algemene heffingskorting + arbeidskorting. Gemiddelde heffingsdruk = Loonheffing/ brutoloon 100% Marginale belastingdruk = delta loonheffing / delta brutoloon 100% Premie volksverzekeringen: zijn opgenomen in de eerste 2 schijven van de belastingschijven. Inkomen uit vermogen: rente, huur, pacht en winst. Vermogensrendement = inkomen uit vermogen / vermogen 100% Belastbaar inkomen = vermogen op 1 januari - vrijstelling Fictief rendement = 0.04 belastbaar vermogen Vermogensrendementsheffing = 0.30 fictief rendement Besteedbaar inkomen/ secundair inkomen: primaire inkomens + sociale uitkeringen - belastingen en premies. Hfst 5 Huis kopen of huren? Kopen: Voordelen: - Rente hypotheek aftrekbaar bij belasting. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-levensloop-103327 Pagina 3 van 5

- Sparen voor oude dag. Nadelen: - Risico waardedaling woning of stijging hyptheekrente. - Hogere kosten onderhoud en verzekering woning. - Onroerend zaakbelasting (OZB) betalen. Huren: Voordelen: - Geen risico van waardedaling woning of stijging hypotheekrente. - geen onderhoudkosten woning of verzekeringskosten. - Geen OZB. Nadelen: - huur niet aftrekbaar bij belasting. - niet sparen voor de oude dag. Absoluut voordeel: iemand is effectiever dan de ander bij een taak (sneller klaar). Comparatief voordeel: iemand met de laagste opofferingskosten van een activiteit. Hfst 6 Kapitaaldelkingsstelsel: iedereen die een inkomen heeft wordt gedwongen een premie te betalen om op zijn oude dag verzekerd te zijn van een inkomen. Omslagstelsel: de premies die er nodig zijn om de uitkeringen in een bepaald jaar te betalen worden omgeslagen over de personen die in dat jaar een inkomen verdienen. Premie-inkomensgrens: je premie is inkomensafhankelijk, maar er zit een maximaal aan. Boven een bepaald inkomen stijgt de premie dus niet verder. Dekkingsgraad =vermogen / contant gemaakte uitkeringen 100% Waardevaste uitkering: de koopkracht an de uitkering blijft gelijk. Welvaartsvaste uitkering: de jaarlijkse stijging van de uitkerinf is even groot als de gemiddelde jaarlijkse loonstijging bij de bedrijven. Hfst 7 Netto ontvanger: mensen die gee overdrachten hoeven af te staan. Dit zijn jongeren en ouderen. Netto betaler: de werkende generatie die de meeste lasten draagt. Profijt overheid: profijt van burgers - afdrachten aan de overheid Profijtbeginsel: degene betalen die ook daadwerkelijk gebruik maken van de voorziening. Draagkrachtbeginsel: degene met een een hoog inkomen betaalt een procentueel groter deel van de uitgaven dan degene met een laag inkomen. Grijze druk: aantal 65-plussers als percentage van het aantal 20-65-jarigen Groene druk: aantal jongeren tot 20 jaar als percentage van de bevolking van 20-65 jaar. Demografische druk: grijze en groene druk bij elkaar opgeteld. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-levensloop-103327 Pagina 4 van 5

Oplossingen voor de stijgende kosten van de vergrijzing. - verhoging AOW gerechtigde leeftijd. - laten oplopen van de staatsschuld om de piek in de vergrijzing te kunnen opvangen. - stimuleren van deelname aan het arbeidsproces. - stimuleren immigratie. - verhogen AOW-premie - het inkomensafhankelijk en vermogensafhankelijk maken van de AOW-uitkering. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-levensloop-103327 Pagina 5 van 5