Samenvatting Economie Lesbrief Levensloop
|
|
- Juliana van Doorn
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Economie Lesbrief Levensloop Samenvatting door een scholier 4265 woorden 28 oktober ,6 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Handelingsdeel economie van Anke Clerx G4B. Samenvatting economie, lesbrief Levensloop. Hoofdstuk 1, kiezen. - Consumptie: als producten worden aangeschaft door de eindgebruiker. De eindgebruiker gebruikt het alleen voor zichzelf en wil er verder geen geld mee verdienen. - Investeren: als een bedrijf kapitaalgoederen aanschaft om er vervolgens geld mee te gaan verdienen, ofwel het kopen van kapitaalgoederen. - Schaarste: spanning tussen oneindige behoefte en beperkte middelen. - Absolute schaarste: als er gebrek is aan een goed, bijvoorbeeld hongersnood (dagelijks spraakgebruik). - Relatieve schaarste: als er een offer of inspanning moet worden geleverd om het goed te maken. - Vrije goederen: goederen waarvoor geen schaarse middelen voor worden opgeofferd, bijvoorbeeld de lucht die je inademt. - Opofferingskosten/opportunity cost/alternatieve kosten: de gederfde opbrengsten van het beste, niet gekozen, alternatief. - Budget: het beschikbare geld. De hoogte hiervan bepaalt de keuzemogelijkheden. Het budget is een nominaal bedrag, uitgedrukt in euro s. Als men budgetlijnen tekent, en de keuze binnen het budget verandert, dan leidt dat tot een verschuiving over of langs de lijn. De lijn zelf verandert niet. Deze verandert alleen als het budget verandert. - Koopkracht: ofwel de reële waarde van het budget. Hierbij houdt men rekening met de prijzen en dit geeft aan hoeveel producten je met je budget kunt kopen. Pagina 1 van 13
2 - Speltheorie: Spelers: de spelers nemen de beslissingen. Ze handelen rationeel, ze streven naar een zo hoog mogelijke uitbetaling. Informatie: we veronderstellen dat de informatie symmetrisch is: spelers weten evenveel van elkaar. Spelers kunnen zich coöperatief of niet-coöperatief gedragen. Bij een coöperatief spel werken spelers samen, bij een nietcoöperatief spel beconcurreren ze elkaar. Strategie: als een speler voor elke denkbare situatie een keuze heeft voorbereid, dan heeft hij een strategie ontwikkeld. Deze strategie is erop gericht een zo hoog mogelijke uitbetaling te krijgen. Uitbetaling: dit is de verwachte opbrengst van een strategie. Een uitbetaling kan bestaan uit geld, maar kan ook andere vormen aannemen. *Opbrengstenmatrix/uitbetalingsmatrix: tabel waarin de opbrengst van elke strategie is weergegeven. Dit zijn netto bedragen. Evenwicht: dit is een voorspelling van de uitkomst van het spel. Gevangenendilemma: elke speler in dit dilemma heeft de prikkel om een strategie te kiezen die voor hem het voordeligst is, ook al moet men daarvoor de andere speler bedriegen. Ook als men voor ze worden opgepakt mogen overleggen, kan er nog steeds een niet-coöperatief gedrag worden waargenomen, wanneer men elkaar niet vertrouwt. Tit-for-tat: wanneer een gevangenendilemma zich vaak herhaalt, kan dit tot gevolg hebben dat de spelers zich coöperatief opstellen. Deze coöperatieve strategie waarin de een precies hetzelfde doet als de ander, staat bekend als tit-for-tat. Je begint met samenwerken, maar als je tegenspeler van strategie verandert en niet meer samenwerkt, straf je die onmiddellijk af door ook niet meer samen te werken. Bij een herhaald gevangenendilemma is het dus mogelijk dat een van de speler afwijkt van de dominante strategie en afwacht wat de ander doet. Gaat de ander mee in de nieuwe strategie, dan ontstaat samenwerking. Gaat de ander niet mee dan hervatten ze hun oude niet-coöperatieve strategie. Wanneer spelers afspraken maken en beide belang hebben bij het zich houden aan de afspraken, dan wordt deze bindend. Omdat beide zich gebonden voelen aan de afspraak ontstaat er samenwerking. Free-ridergedrag/meeliftersgedrag: profiteren van anderen. Een manier om dit soort gedrag te voorkomen is het straffen van de mensen die dit doen. - Beginwaarde Restwaarde = Afschrijving Periodes Hoofdstuk 2, jeugd. - Nibud: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. Pagina 2 van 13
3 - Kinderbijslag: financiële bijdrage van de overheid. Hangt af van de leeftijd van het kind. - Stroomgrootheid: als je iets over een bepaalde periode meet. - Voorraadgrootheid: als je iets op een bepaald moment meet. - Belastingen: Van het inkomen uit arbeid wordt loonheffing afgetrokken. Dit bestaat uit loonbelasting en premie volksverzekering. Voor iedereen is er algemene heffingskorting. Zolang de berekende loonheffing niet boven de algemene heffingskorting uitkomt, hoef je niets aan de belastingdienst af te dragen. * De loonheffing wordt berekend op het verwachte jaarloon. Wanneer je niet boven de algemene heffingskorting uitkomt, met een bijbaantje of wanneer je bijvoorbeeld maar een half jaar hebt gewerkt. Dan kun je dit terugvragen met een teruggavenbiljet (T-biljet). - Lorenzkromme/Lorenzcurve: hiermee kun je in beeld brengen hoe inkomens zijn verdeeld over de personen. Dit doe je aan de hand van een tabel en daarbij een grafiek (zie hiervoor opdracht 2.7 t/m 2.11) - 3 varianten bij het afstaan van inkomen: 1. Iedereen draagt hetzelfde bedrag af (denivellering). * Denivellering: wanneer de relatieve of procentuele inkomensverschillen als gevolg van de herverdeling groter worden. 2. Iedereen betaalt hetzelfde percentage van het inkomen (gelijk). 3. Het percentage dat iemand betaalt, stijgt naarmate het inkomen hoger is (nivellering). * Nivellering: wanneer de relatieve of procentuele inkomensverschillen als gevolg van de herverdeling kleiner worden. - Sparen: het niet besteden van inkomen. Het koopmoment wordt hierbij uitgesteld. Het moment van consumptie wordt verplaatst naar de toekomst. Sparen is dus een voorbeeld van ruilen over de tijd of intertemporele ruil. De spaarder gebruikt zijn geld voorlopig niet als ruilmiddel, maar als bewaarmiddel. Opofferingskosten: het koopmoment wordt uitgesteld. Maar je krijgt wel rente. - Lenen: het koopmoment wordt hierbij vervroegd. Consumptie betalen met geleend geld is ook ruilen over de tijd. Opofferingskosten: de rente die je moet betalen. Maar je hebt wel je product eerder. - Consumeren: geld besteden aan producten voor de bevrediging van je behoeften. - Vroegverdiener: verdient meteen geld, maar zal een slechter betaalde baan krijgen dan de laatverdiener. - Laatverdiener: zal tijdens zijn studie eerst geld moeten lenen, maar kan daarna een beter betaalde baan krijgen dan de vroegverdiener. Pagina 3 van 13
4 - Bij het consumeren moet men verschillende dingen weten: het budget, de opofferingskosten en het beschikken over genoeg informatie. - Transactiekosten: alle kosten die gemaakt moeten worden om de ruil tot stand te brengen en af te wikkelen. - Koopbeslissingen zijn niet altijd rationeel. - Het risico van een miskoop valt te verkleinen, maar niet helemaal uit te sluiten. - Transactiekosten zijn terug te voeren op gebrek aan informatie en te weinig vertrouwen. - Asymmetrische informatie: wanneer de ene partij meer informatie over de zaak heeft dan de andere partij. Hiervan kan misbruik worden gemaakt. Wanneer er teveel asymmetrische informatie is, kan dat ertoe leiden dat een markt niet goed meer kan functioneren. - Averechtse (tegengestelde) selectie/adverse selection: de koper selecteerde het tegengestelde van wat hij wilde. Ook de verkoper is hier niet blij mee. Wanneer dit zo ver wordt doorgevoerd dat men geen goede producten meer wil kopen voor een hoge prijs i.v.m. risico op een slecht product. Alle goede producten worden dan niet meer verkocht, hiermee krijg je marktfalen, de markt functioneert niet meer goed. Niemand heeft er baat bij als een markt niet goed functioneert, de verkoper heeft hier dan ook enkele oplossingen voor waarbij men steeds het vertrouwen van de koper wil winnen. Hierdoor wordt de kans op een miskoop kleiner. * Het geven van garantie. Voor de klant is dit een teken dat de verkoper een goed product verkoopt, want anders zou de verkoper geen garantie verstrekken. * Het opbouwen van een goede reputatie. - Verzekeren: Aversie tegen risico s: wanneer met niet van risico s houdt. Hieraan danken verzekeringsmaatschappijen hun bestaan. Omdat mensen die niet van risico s houden hun spullen gaan verzekeren. WA: wettelijke aansprakelijkheid wanneer iemand een ander schade toebrengt bij bijvoorbeeld een ongeluk. Deze is verzekerbaar met de WA-verzekering (verplicht). Allrisk verzekering: wanneer men schade toebrengt aan zijn eigen voertuig (niet verplicht). Goede risico s: klanten die weinig schade claimen. Slechte risico s: klanten die veel schade claimen. Premie = kans op schade x de gemiddelde hoogte van de verwachte schade. * Mensen die weinig schade claimen kunnen zich benadeeld voelen als ze evenveel premie moeten betalen als mensen die veel schade claimen. * Gevolg: mensen die weinig claimen zeggen hun verzekering op à premie moet omhoog à nog meer mensen zeggen hun verzekering op à premie moet nog meer omhoog à alleen de mensen die veel claimen blijven over à mensen die Pagina 4 van 13
5 deze hoge premie wel nog willen betalen worden waarschijnlijk geweigerd want de verzekeraar zal denken dat alleen mensen die veel claimen bereid zijn zoveel premie te betalen à verzekeringsmarkt stort in = averechtse selectie. Er zijn 4 manieren om dit tegen te gaan. 1. Verzekeren verplicht stellen (= collectieve dwang). 2. Premiedifferentiatie (= mensen die veel claimen moeten meer premie betalen) 3. Vrijwillig eigen risico: het eerste deel van het schadebedrag komt voor rekening van de verzekerde en niet voor de verzekeraar. 4. Bonus-malusregeling (/no-claimkorting): mensen die geen of weinig schade veroorzaken krijgen een korting (bonus) op hun premie en mensen die veel schade veroorzaken krijgen extra premie (malus). - Moreel wangedrag/moral hazard: het verschijnsel dat een persoon of organisatie zich roekeloos gaat gedragen als hij niet het risico van de berokkende schade loopt. 3 manieren om dit tegen te gaan. 1. Invoeren van eigen risico. 2. Maximum vergoeding. 3. No-claimkorting. - Moreel wangedrag kan ook in andere situaties voorkomen. Hoofdstuk 3, werk. - Na je opleiding kun je in loondienst gaan werken, of een eigen bedrijf beginnen. Voordat je deze keuzes maakt moet je goed de voor- en nadelen afwegen. - Jobhoppen: het regelmatig van baan veranderen. - Abstracte markt: het geheel van vraag en aanbod (geen aanwijsbare plek waar - Werkgevers vragen hier om arbeid en werknemers bieden arbeid aan. De vraag naar arbeid wordt dus uitgeoefend door werkgevers, ook de zelfstandigen vallen hieronder. * Aanbod van arbeid = werknemers die een baan hebben + zelfstandigen + werklozen die op zoek zijn naar een baan. * De arbeidsmarkt is eigenlijk niet één markt, maar bestaat uit allerlei deelmarkten die met elkaar verbonden zijn, bijvoorbeeld de bouwvakkers. - Concrete markt: een plaats waar aanbieders en vragers elkaar echt ontmoeten (bijvoorbeeld de wekelijkse markt in Maastricht). - In je CV (curriculum vitae) (beschrijving van de levensloop) staat het geheel aan kennis, technische vaardigheden, opleiding en ervaring van een persoon. - Krappe arbeidsmarkt: tekort aan arbeidsmarkt. Pagina 5 van 13
6 - In het gesprek over arbeidsvoorwaarden worden afspraken gemaakt over het loon/salaris & aantal arbeidsuren (primaire arbeidsvoorwaarden), maar ook over andere zaken als reiskostenvergoeding, een auto van de zaak of verdere scholing (secundaire arbeidsvoorwaarden). Werkgeversbonden onderhandelen met vakbonden (werknemersbonden) over arbeidsvoorwaarden van hun leden. Voor werkgeversbonden zijn dat de aangesloten individuele werkgevers en voor de vakbonden de aangesloten werknemers. De arbeidsvoorwaarden worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). In de cao worden in de eerste plaats het loon en de normale arbeidstijd geregeld en daarnaast vakantieregelingen, pensioen, overuren en reiskostenvergoeding. De arbeidsvoorwaarden die worden vastgelegd gelden voor iedereen, ook voor de niet-leden, terwijl deze geen contributie hoeven te betalen en leden wel. Hierin wordt ook afgesproken dat wanneer er inflatie is, daar een vergoeding in het loon voor is, zie voor een uitbreiding hiervan de volgende formule. Indexcijfer nominaal loon nic - Indexcijfer koopkracht (reëel loon) = x 100% (ric = x 100%) Prijsindexcijfer pic De formule die erachter tussen haakjes staat is de dezelfde formule alleen dan met afkortingen zodat hij beter te onthouden is. Het nominaal loon is het loon uitgedrukt in geld (euro s). De koopkracht van het loon wordt ook het reëel loon genoemd. - Wanneer je een eigen bedrijf begint, loop je ondernemersrisico. Je weet namelijk niet of het een succes wordt. Voordat je begint stel je altijd een ondernemingsplan op, dit is goed voor jezelf maar ook voor de mensen die met jouw bedrijf te maken krijgen, bijvoorbeeld leveranciers. In dit ondernemingsplan staan onder andere haar doelstellingen, haar marktpositie en de haalbaarheid van haar plannen. - Investeren: kopen van kapitaalgoederen. Hiervoor heb je kapitaal (geld) nodig. Kapitaal heeft dus meerdere betekenissen, maar geldkapitaal kun je ook vermogen noemen. Dan zijn er nog 2 soorten vermogen: vreemd vermogen (geleend geld) en eigen vermogen (eigen geld). Verder heb je nog meer dingen (=productiefactoren) nodig om een eigen bedrijf te runnen, zie hiervoor de tabel op de volgende bladzijde met de productiefactoren en hun beloningen. - Tabel productiefactoren + beloningen. Pagina 6 van 13
7 Productiefactor Arbeid 1) Kapitaal 1) Ondernemerschap 2) Natuur 1) Beloning Loon Rente + Huur (+ Winst) Winst Pacht 1) Oorspronkelijke productiefactor. 2) Afgeleide productiefactor. - Over de beloning voor arbeid, loon, moet je belasting betalen aan de overheid. Op de loonstrook staat de loonheffing. De ingehouden loonheffing bestaat uit 2 delen, de loonbelasting en de premie volksverzekeringen. * De premie volksverzekeringen betaal je voor de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene Nabestaandenwet (Anw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). * Ze betaalt ook premie voor haar ouderdomspensioen aan het pensioenfonds als aanvulling op haar eigen AOW. * En ze betaalt ook nog premie voor Zvw, dit is voor ziektekosten zoals een huisarts of medicijnen. In het brutoloon zit een tegemoetkoming van de werkgever voor deze premie. * De loonheffing die op het brutoloon wordt ingehouden, is een voorheffing. Hij hangt eigenlijk af van de hoogte van het jaarsalaris. Aan het einde van het jaar kan het dus zo zijn dat je te weinig of te veel hebt betaald. De inkomensbelasting uitrekenen gaat via dit stappenplan: Het brutoloon aftrekposten + bijtellingen = belastbaar inkomen. Belastbaar inkomen door het schijvensysteem. En dan dat bedrag heffingskortingen = de te betalen loonheffing. De overheid past bij de loonheffing het draagkrachtbeginsel toe. Dat wil zeggen dat de hogere inkomens in verhouding meer belasting betalen dan de lagere inkomens. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een progressief belastingsysteem. De hogere inkomens betalen hierbij een hoger percentage aan belasting dan de lagere inkomens, daardoor verandert de verhouding tussen hoge en lage inkomens ten gunste van de lage inkomens (= nivellering). Loonheffing x 100% = gemiddelde belastingdruk of gemiddeld belastingtarief. Brutoloon Marginale belastingdruk: dit geeft aan hoeveel procent je aan belasting moet betalen over het extra verdiende inkomen. Je kijkt hierbij gewoon naar het percentage van de hoogste schijf waar je in zit. - Particuliere verzekeringen sluit je af op eigen initiatief. Je kunt er zelf voor kiezen of je je ervoor verzekerd. Maar sommige hiervan zijn verplicht zoals de WA (=wettelijke aansprakelijkheid)-verzekering voor bezitters van auto s en bromfietsen. De basisverzekering (= basispakket, omvat de kosten voor de huisarts, medicijnen en specialistische hulp) is Pagina 7 van 13
8 verplicht voor iedereen en bij de verzekeraars geldt hierop dan ook een acceptatieplicht. Je mag iemand dan niet weigeren op grond van zijn leeftijd of chronische ziekte. Ook mag bij zo iemand geen hogere premie gevraagd worden. * De basisverzekering wordt op 2 manieren betaald. Als eerste betaal je gewoon rechtstreeks premie aan de verzekeraar (= nominale premie). Als tweede wordt een deel van het geld dat je betaalt als belasting in het vereveningsfonds gestopt (= de inkomensafhankelijke bijdrage). Dit keert de staat uit op basis van het soort klanten van de verzekeraars. Zo hebben sommige meer oudere verzekerde en andere meer jonge. De verzekeraars met oudere verzekerden krijgen dan meer geld uit dit fonds en zo worden de oneffenheden gladgestreken. Ook de ziektekosten voor kinderen onder de 18 worden uit dit fonds vergoed. De werkgever houdt de inkomensafhankelijke bijdrage dus in op het loon van zijn werknemer. De wet bepaalt dat de werkgever dit bedrag aan zijn werknemer moet vergoeden. Zelfstandigen en gepensioneerden betalen deze bijdrage zelf Mensen met lage inkomens krijgen van de belastingdienst een zorgtoeslag. De hoogte hiervan hangt af van hun inkomen. Deze toeslag is een tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering en hiermee kan een gedeelte worden betaalt van de nominale premie. Eén keer per jaar heeft men de kans om over te stappen op een andere verzekeraar. - Er zijn ook sociale verzekeringen. Deze zijn wettelijk verplicht en inkomensafhankelijk. Sommige sociale premies zijn verplicht voor mensen in loondienst: werknemersverzekeringen. Andere zijn verplicht voor mensen die in Nederlands wonen: volksverzekeringen. Sommige dekken het verlies van inkomen (inkomensderving) bij ziekte, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom. Andere dekken de hoge kosten van geneeskundige zorg en de kosten van het hebben van kinderen. Werknemersverzekeringen zijn: werkloosheidswet (WW), ziektewet (ZW) en de wet van werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Deze worden betaalt door de werkgever. Voor de ziektewet wordt helemaal geen premie betaald. Het staat vast dat wanneer je langdurig ziek wordt je max. 2 jaar lang nog je loon krijgt door betaald. Als je daarna arbeidsongeschikt wordt verklaard krijgt je een arbeidsongeschiktheidsuitkering via de WIA. Volksverzekeringen: AOW, AWBZ, Anw en de Algemene kinderbijslagwet (AKW). - Bij particuliere verzekeringen kan de premie verschillen. Iemand die op vakantie gaat freestyle-skiën zal meer premie betalen dan iemand die op het strand gaat liggen zonnebaden. Bij sociale verzekeringen speelt solidariteit een grote rol. De verzekering is voor iedereen verplicht en de premie inkomensafhankelijk. De gezonde is solidair met de zieke, de werkende met de werkelozen en de hoge inkomens met de lage. - Loon, winst, huur, rente en pacht zijn beloningen, hiervoor verricht je een directe tegenprestatie. Daarom worden het de primaire inkomens. - Een sociale uitkering bestaat uit geld dat door de overheid wordt overgedragen van de belasting- en premiebetaler naar de uitkeringsgerechtigde. We noemen sociale uitkeringen daarom overdrachtsinkomens. Hier tegenover staat geen directie tegenprestatie. Sociale inkomens worden bruto vastgesteld, daarom moet ook daarover belasting worden betaald. - Het secundair inkomen of besteedbaar inkomen is het inkomen dat iemand overhoudt nadat de overheid heeft Pagina 8 van 13
9 genomen en gegeven. Secundair inkomen = primair inkomen + sociale uitkeringen de belastingen en premies. Primair inkomen Sociale uitkering + Belastingen Sociale premies - Secundair inkomen = Hoofdstuk 4, gezin. - Van je 25 e tot je 30 e levensjaar wordt het speelkwartier van het leven genoemd. Hierna volgt de gezinsfase. - Wanneer je een huis koopt is het bijna altijd zo dat je een hypothecaire lening of hypotheeklening afsluit. Dit is een Pagina 9 van 13
10 langlopende lening met onroerend goed (= niet verplaatsbare goederen, als een huis of grond) als onderpand. Een onderpand verkleint het risico voor degene die aan jou geld leent, want wanneer je niet terugbetaalt kan hij het onroerend goed in beslag nemen. Bij het afsluiten van een lening is er een risico van wanbetaling voor de verstrekker van de lening. Om dit risico te verminderen willen banken gegevens hebben over de waarde van het huis en het inkomen en de vermogenspositie van de klant. - Bij de keuze of je een huis koopt of huur spelen verschillende zaken mee. Voor een huurhuis betaal je huur, maar voor de koop van een huis betaal je ook nog eens rente over de lening. Hiervoor geldt wel een aftrekpost. Ook betaal je bij de koop van een huis nog de onderhoudskosten, verzekeringskosten en de onroerend zaakbelasting (OZB), dit is een gemeentelijke belasting voor eigenaren van onroerend goederen. Ook moet je rekening houden met de verandering van waarde van een huis, hoewel dat geld wel pas beschikbaar wordt wanneer je je huis verkoopt. - Wanneer je een huis koopt, vindt er een ruiltransactie plaats. Het verandert van eigenaar. De transactiekosten zijn alle kosten die zijn verbonden met economische ruil, bijvoorbeeld de makelaarskosten. Ook de notaris en het kadaster spelen een belangrijke rol bij transacties. In het kadaster is de eigendom van onroerend goed vastgelegd en de overdracht van eigendom kan alleen geschieden door een notaris, deze ziet er ook op toe dat de koper de koopsom overmaakt en de verkoper het onroerend goed levert. - Tijd heeft een prijs. Hoe hoger de prijs van tijd, hoe aantrekkelijker het is om tijdwinst te boeken door tijdsbesparende producten en diensten aan te schaffen. - De opofferingskosten van meer werken kunnen bijvoorbeeld het verschil zijn tussen de daling van het besteedbaar inkomen en de daling van de uitgaven aan kinderopvang. - De overheid steunt het combinatiemodel. Dit betekent dat je kunt werken én voor je kinderen kunt zorgen. Dit wordt gemotiveerd door een deel van de uitgaven van kinderopvang te vergoeden en het feit dat iedereen wettelijk het recht heeft om in deeltijd te werken. Nederland is hiermee dan ook kampioen deeltijdwerken. - Elke student heeft recht op een basisbeurs en een ov-studentenkaart voor gratis openbaar vervoer in de weekenden óf door de week. Als het inkomen van je ouders tekort schiet kun je een aanvullende beurs krijgen. De hoogte hiervan hangt af van de bijdrage van je ouders. De ouderbijdrage hangt af van het belastbaar inkomen van de ouders. Hoe hoger het belastbaar inkomen des te hoger het bedrag is dat de ouders geacht worden te betalen aan de studiekosten van hun kind. Daarnaast kun je ook nog geld lenen. Over deze lening moet je rente betalen en terugbetalen na je studie. Door te studeren, investeer je ook in jezelf, dit is investeren in menselijk kapitaal/human capital. - Om eerder te stoppen met werken is er de VUT-regeling. VUT betekent vervroegde uittreding. Het doel was om het mogelijk te maken om eerder te kunnen stoppen met werken en plaats te maken voor jongeren zonder baan. Deze regeling wordt betaald via het omslagstelsel. Dit houdt in dat de werkende van nu, de uitkeringen van nu betalen. De uitkeringen worden dus gefinancierd uit de premies die werkenden betalen. - Daarnaast er nog het kapitaaldekkingsstelsel. Voorbeelden hiervan zijn het prepensioen of vervroegd pensioen. Bij kapitaaldekking bouwt elke werknemer een bedrag op om in de toekomst een uitkering te ontvangen. Pagina 10 van 13
11 Hoofdstuk 5, de oude dag. - De rechten op de AOW-uitkering worden opgebouwd vanaf 15 tot 65 jaar: twee procent per jaar dat iemand in Nederland woont. In Nederland is het sociaal minimum vastgesteld op 70% van het minimumloon, het loon waar werknemers minimaal recht op hebben. Voor gehuwden of samenwonenden is de AOW-uitkering 100% van het minimumloon. De AOW-uitkering is opgericht na de tweede wereldoorlog door kabinet Drees en was een maatregel tegen armoede onder ouderen. - Bij de invoering van de AOW werd nagedacht over hoe deze gefinancierd moest worden. Men koos voor een uitkering op basis van een verzekering, waarvoor dus premie moet worden betaald. Er zijn twee mogelijkheden om de benodigde premie binnen te krijgen. 1. Het kapitaaldekkingsstelsel. Hierbij wordt iedereen die een inkomen heeft gedwongen een premie te betalen om op zijn oude dag verzekerd te zijn van een inkomen. Dan is er voldoende kapitaal voor de oude-dagsuitkeringen. 2. Het omslagstelsel. De premies die nodig zijn om de uitkeringen in een bepaald jaar te betalen worden omgeslagen over de personen die in dat jaar een inkomen verdienen. Bij de AOW is toen gekozen voor het omslagstelsel omdat ze zo snel mogelijk die uitkering wilde realiseren. Wanneer men had gekozen voor het kapitaaldekkingsstelsel had men een flink aantal jaren een dubbele premie moeten betalen. * Bij de AOW geldt een premie-inkomensgrens. Boven een bepaald inkomen stijgt de premie dus niet verder. * Wanneer de opbrengst van de premies niet genoeg is om de uitkeringen te financieren wordt de rest betaald uit de gewone belastingen. - Uitkeringen kunnen waardevast of welvaartsvast zijn. Bij waardevast stijgt de uitkering mee met de inflatie, zodat de koopkracht gelijk blijft. Bij welvaartsvast stijgt de uitkering mee met het welvaartsniveau. Deze soort stijgt dus meer dan de waardevaste uitkeringen. - Sommige mensen doen vrijwillig sparen voor een uitbreiding op de AOW-uitkering, maar meestal is dit verplicht (= gedwongen besparingen). Dit wordt meestal geregeld voor een pensioenfonds. Voor elke bedrijfstak is een apart pensioenfonds (bijvoorbeeld voor alle werknemers in de gezondheidszorg en het maatschappelijke werk het pensioenfonds Zorg en Welzijn en voor de ambtenaren Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds). De pensioenuitkering is geen vervangen van, maar een aanvulling op de AOW-uitkering. Iemand die 40 jaar premie betaalt, krijgt een zodanige aanvulling op de AOW, dat het totaal inkomen 70% van het laatstverdiende of 80% van het gemiddeld verdiende loon bedraagt. De betaalde pensioenpremie is aftrekbaar voor de belastingen, maar over de pensioenuitkering wordt wel belasting betaald. Pagina 11 van 13
12 Pensioen is uitgesteld loon, in principe ruil je over de tijd. Nu betaal je premie en later krijg je er je uitkering voor terug. De pensioenfondsen beleggen max. 40% van de betaalde pensioenpremies in o.a. aandelen, obligaties en onroerend goed. Dit is een risico, want het kan zijn dat de opbrengst op de beurs tegenvalt. - De inkomens voor 65-plussers. AOW-uitkering Aanvullend pensioen Eigen Middelen - Voor zorgkosten die niet individueel verzekerbaar zijn, kan een beroep worden gedan op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Om de kosten van deze verzekering in de hand te houden wordt de uitbetaling hiervan sinds 2003 niet meer in natura verstrekt maar in geld. Na een zorgindicatie kan de cliënt kiezen voor een persoonsgebonden budget (pgb). Wanneer mensen dit geld zelf in de hand hebben maken ze bewustere keuzes en kiezen ze niet meteen voor de duurste zorg die er te krijgen is. Hoofdstuk 6, ruilen tussen de generaties. Pagina 12 van 13
13 - Binnen de families bestond een grote solidariteit tussen de generaties. Kinderen werden zo opgevoed dat ze later de zorg voor de familie als vanzelfsprekend op zich zouden nemen. - Ruil zonder algemeen aanvaard ruilmiddel is ruil in natura. - De sociale wetgeving kwam op gang met de invoering van de Wet op kinderarbeid uit Met dit Kinderwetje van Van Houten werd het voor kinderen jonger dan 12 jaar verboden om te werken. - De samenleving waarin de overheid zorgt voor sociale zekerheid noemt men de verzorgingsstaat. Hierin heeft de overheid de taak sociale doelen te bereiken door in te grijpen in de inkomensverdeling en de arbeidsomstandigheden. In de verzorgingsstaat is de solidariteit tussen ziek en gezond, tussen jong en oud en tussen rijk en arm, niet langer uitsluitend gebaseerd op familieverbanden. Al die zorg die de overheid verstrekt is natuurlijk niet gratis, hoe dit gefinancierd wordt zie je in figuur 6.1. Bestudeer ook goed figuur 6.2 & 6.3 en hun uitleg. Deze zijn belangrijk. - De overdrachten tussen de generaties bestaan niet alleen uit inkomen en vermogen. Er zijn ook andere vormen van overdacht, zoals kennis en milieuproblemen. - De overheid hanteert ook het doelmatigheidsbeginsel: de opbrengsten van belastingen moeten groter zijn dan de kosten voor het innen van de belasting. - Ook is er het profijtbeginsel: degene die gebruikmaken van een voorziening betalen ook voor die voorziening (zoals bij de wegenbelasting). - En tenslotte nog het draagkrachtbeginsel dat eerder al werd uitgelegd. Hierbij betalen degenen met een hoog inkomen procentueel een groter deel van de uitgaven dan degenen met een laag inkomen (bijvoorbeeld de schijvenbelasting). Pagina 13 van 13
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3
Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop
Samenvatting Economie Levensloop Samenvatting door A. 1095 woorden 7 februari 2017 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie: levensloop Hfst 1 Consumptie: het product wordt aaneschaft door
Nadere informatie4.1 Klaar met de opleiding
4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,
Nadere informatie9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen
Samenvatting door N. 1514 woorden 15 oktober 2016 9,6 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Begrippen bindende afspraak Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt/niet onderuit kunt. budget
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties
Nadere informatieAls je allemaal iets in de pot moet doen, voor bijvoorbeeld een uitje, heb je verschillende manieren om vast te stellen wie wat moet betalen:
Economie samenvatting hoofdstuk 2 Dagmar Rasenberg 4a Hoofdstuk 2 Kinderen brengen veel vreugde en gezelligheid, maar de keuze voor kinderen is niet altijd economisch verantwoord. Het heeft namelijk veel
Nadere informatie4,2. Samenvatting door een scholier 1704 woorden 18 juli keer beoordeeld. Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 1704 woorden 18 juli 2015 4,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Consumptie: het aanschaffen van producten door de eindgebruiker. Investeren: het kopen
Nadere informatieDé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.
Samenvatting door Marit 1960 woorden 24 januari 2016 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO economie H.4 1 klaar met de opleiding Als je klaar bent met je opleiding ga je op zoek naar een werkkring.
Nadere informatieIn de economie is een goed schaars als er een offer of inspanning geleverd moet worden om het te krijgen -> relatieve schaarste
Samenvatting door C. 2442 woorden 29 mei 2016 4,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting economie Levensloop H.1 Kiezen *consumeren= als producten worden aangeschaft door de eindgebruiker
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Jong en Oud
Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.
Nadere informatie3.2 De wereld van transacties
3.2 De wereld van transacties Voorbeeld: Henk gaat een brommer kopen. Hij heeft hiervoor twee mogelijkheden: 1) Hij koopt een tweedehands brommer via Marktplaats.nl; 2) Hij koopt een tweedehands brommer
Nadere informatie5.1 Het speelkwartier
5.1 Het speelkwartier Economie gaat over het maken van keuzes. Iedereen maakt in het leven constant keuzes. Deze keuzes hebben economische gevolgen: Welke studie ga je volgen? Wanneer ga je op jezelf wonen?
Nadere informatie6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon
Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke
Nadere informatie8,5. Samenvatting door Nienke 1188 woorden. 2 keer beoordeeld 6 mei Domein G: Risico en informatie. Informatie bij marktpartijen
8,5 Samenvatting door Nienke 1188 woorden 2 keer beoordeeld 6 mei 2017 Vak Economie Domein G: Risico en informatie Informatie bij marktpartijen Symmetrische informatie alle partijen dezelfde informatie
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatie7,3. - Verandering budget > evenwijdige verschuiving - Verandering 1 van de prijzen > verandering van de helling. - Nemen beslissingen.
Samenvatting door een scholier 3841 woorden 16 mei 2017 7,3 31 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Levensloop H1 - Kiezen Economie gaat over het maken van keuzes (alternatieven tegen
Nadere informatie2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.
2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders
Nadere informatie2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.
2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders
Nadere informatieSamenvatting economie, levensloop hoofdstuk 1 t/m 6 & kleding hoofdstuk
Samenvatting door een scholier 3639 woorden 18 juni 2011 6,4 164 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie, levensloop hoofdstuk 1 t/m 6 & kleding hoofdstuk 1 + 2. Hoofdstuk 1 kiezen. We spreken
Nadere informatie6.1 De AOW. Een alleenstaande krijgt 70% van het minimumloon. Gehuwden of samenwonenden krijgen 100% van het minimumloon.
6.1 De AOW In 1957 is in Nederland de AOW ingevoerd door premiers Willem Drees (PVDA). Iedereen die 65 jaar of ouder is, krijgt een uitkering van de staat. Deze uitkering hangt af van het aantal jaren
Nadere informatiePolisvoorwaarden= hierin staat tegen welke risico s je verzekerd bent en onder welke voorwaarde er schade-uitkering wordt gegeven
Samenvatting door een scholier 1219 woorden 3 maart 2015 7,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 3.1 Verzekeringspolis Onzeker voorval= gebeurtenis die je niet
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieWerken of vrije tijd?
Samenvatting door Sophie 612 woorden 28 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 Werken of vrije tijd? Je moet keuzes maken tussen vrije tijd en werken/ geld verdienen. Veel mensen werken
Nadere informatie4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd
Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober 2016 4,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco H5 Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd Ruilen over de tijd Prijs = rente Financiële
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur
Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,
Nadere informatie5.5 a. Een bezit: Natascha heeft nog geld van de klant tegoed. b. Er is nog niets verkocht, dus ook niet op rekening.
Hoofdstuk 5 Werken in een eigen bedrijf 5.1 a. De bezittingen zijn altijd door iemand gefinancierd: door de eigenaar (eigen vermogen) en/of door iemand die een lening verschaft (vreemd vermogen). b. Het
Nadere informatieLesbrief Jong en Oud 3 e druk
Hoofdstuk 1. 1.16 C. School of baantje 1.17 a. 200/ 10 = 20 keer. b. Zie figuur. c. Zie figuur. d. 15 keer naar de bioscoop kost hem 150. Er blijft dan nog 50 over voor tijdschriften. Hij kan nog 50/5
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;
Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen
Nadere informatie6,1. Samenvatting door een scholier 1406 woorden 21 juni keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door een scholier 1406 woorden 21 juni 2012 6,1 43 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context 3.1 Onzeker geval - een gebeurtenis die je niet kunt voorkomen of zien aankomen.
Nadere informatie5,5. Samenvatting door een scholier 1286 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 5.
Samenvatting door een scholier 1286 woorden 3 maart 2015 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 5.1 Levensfasen Stroomgrootheden= inkomen en consumptieve goederen
Nadere informatiesituatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW
situatie febr 2010 Sociale zekerheid te verdelen in twee stukken: Sociale verzekeringen Sociale voorzieningen Sociale verzekeringen worden beheerd/ uitgevoerd door de sociale verzekeringsfondsen (o.a.
Nadere informatieDe drie manieren van pensioen sparen noemen we de 3 pijlers van het pensioensysteem.
De toekomst is onbekend. Er komt een leeftijd dat werken niet meer gaat. Je hebt dan wel geld nodig om van te leven. Geld voor de oude dag wordt deels door de overheid geregeld. De overheid heeft een staatspensioen
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1767 woorden 28 juni 2011 6,4 212 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie lesbrief Werk hoofdstuk 1 t/m 6. Hoofdstuk
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieMeso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke
Samenvatting door een scholier 1938 woorden 28 januari 2006 6,4 14 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 1 Welvaart Hoofdstuk 1 vakantie en werken Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /04
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5
Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5 Samenvatting door een scholier 1321 woorden 23 januari 2011 6 2 keer beoordeeld Vak Economie ECO H1 Schaarste = Als er middelen bv geld geoffert moeten worden
Nadere informatieOefentoets Klas: havo 4
Oefentoets Klas: havo 4 Vak: economie Toets over: h1 tot en met h6 Lesbrief: jong & oud Hulpmiddelen: gewone rekenmachine DEZE TOETS BESTAAT UIT 6 OPGAVEN! Opgave 1 Stel er zijn twee softwarebedrijven
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatie6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5
Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:
Nadere informatieJong & Oud ECONOMIE HAVO 4
Jong & Oud ECONOMIE HAVO 4 Hoofdstuk 1: school of baantje Gevangendilemma Laat de gevolgen van een keuze zien, waarbij een ander betrokken is Twee strategieën waaruit gekozen kan worden Tabel van een gevangendilemma
Nadere informatieArbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product
Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatie7.2 Terugblik. Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. Willem-Jan van der Zanden
Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. 1 Er was onvoldoende voeding, de arbeidsomstandigheden waren slecht, verzekeren tegen ziektekosten was nauwelijks
Nadere informatie7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER?
Boekverslag door I. 1977 woorden 22 april 2007 7.6 10 keer beoordeeld Vak Economie Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID o Sociale zekerheid is eigenlijk het stelsel
Nadere informatie1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?
Samenvatting door een scholier 1896 woorden 6 februari 2007 5,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting : 1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers,
Nadere informatieLevensloopregeling. Spaar voor uw verlof
Levensloopregeling Spaar voor uw verlof De Levensloopregeling Spaar voor uw verlof Nederland verandert. Non stop werken tot aan ons pensioen is niet meer vanzelfsprekend, we willen werk kunnen combineren
Nadere informatieJe bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.
Hoe is jouw pensioen geregeld? Wat krijg je in onze pensioenregeling? Ouderdomspensioen Je bouwt ouderdomspensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Je krijgt dit ouderdomspensioen
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieEconomie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 1763 woorden 29 november 2009 9,4 16 keer beoordeeld Vak Economie Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1 Directe belastingen: zijn belastingen die je betaalt
Nadere informatieZacco. bekennen 10 jaar, 10 jaar 1 jaar, 22 jaar zwijgen 22 jaar, 1 jaar 2 jaar, 2 jaar
LESBRIEF JONG & OUD Hoofdstuk 1 School of baantje? 1.1 Keuze maken Het maken van de juiste keuze is niet altijd makkelijk. Sofie staat voor de keuze de havo afmaken en daarna een hbo-opleiding te volgen
Nadere informatieJe hebt het recht om tot 14 dagen na levering van de koop af te zien. De koopovereenkomst kan ongeldig worden verklaard als:
Samenvatting door een scholier 886 woorden 20 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economisch bekeken Marketingmix bestaat uit 6 P's Prijsbeleid Plaatsbeleid Productbeleid Promotiebeleid Presentatiebeleid
Nadere informatieJe bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.
Hoe is jouw pensioen geregeld? Wat krijg je in onze pensioenregeling? Ouderdomspensioen Je bouwt ouderdomspensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Je krijgt dit ouderdomspensioen
Nadere informatie6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:
Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting door een scholier 1198 woorden 9 juni 2007 6,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie Hst 2 Werken Paragraaf 2.1 taakverlening Elk
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting door een scholier 1511 woorden 10 juni 2004 7 78 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting SO Economie Hoofdstuk 4, De collectieve
Nadere informatieBoek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen
Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar
Nadere informatieHoofdstuk 1: 7.3. Boekverslag door L woorden 27 november keer beoordeeld. Samenvatting economie Jong en Oud
Boekverslag door L. 5049 woorden 27 november 2015 7.3 25 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Jong en Oud Hoofdstuk 1: Keuze maken Het maken van de juiste keuze is niet altijd makkelijk.
Nadere informatieSociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht
Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Premies per 1 januari 2012 Volksverzekeringen (premieafdracht aan Belastingdienst) premie % AOW ANW AWBZ werkgever - - - werknemer 17,91
Nadere informatie7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24
Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24 Samenvatting door een scholier 1361 woorden 23 mei 2003 8,3 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting Economie Hoofdstuk 23: Productiefactoren
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door een scholier 3630 woorden 4 februari 2012 5,9 180 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Inhoudsopgave hoofdstuk 1 1.1 De keuzes van Sofie 1.2 Samenwerken
Nadere informatieCoöperatieve Burgerbank
Coöperatieve Burgerbank Probleem Private banken en de rijkste 1% teveel macht en eigenbelang Structureel veel te hoge rente Structureel teveel (speculatieve) misbruik van het geldsysteem Oplossing Invoeren
Nadere informatieUIT inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting, box 1. De inkomstenbelasting box 1, is het systeem van belasten van inkomen uit arbeid. Ook het huis waar men woont wordt in dit systeem belast. Box 1 bestaat uit drie onderdelen:
Nadere informatie1.1 Elke generatie kiest opnieuw
1.1 Elke generatie kiest opnieuw Op elk moment in je leven moet je keuzes maken: De keuze naar welke middelbare school je gaat; De keuze waar je op vakantie gaat; De keuze waar je gaat wonen als je het
Nadere informatieSociale verzekeringen per 1 januari 2010
Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 11 december 2009 Nr. 09/134 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2010 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen
Nadere informatieWerkstuk Economie Lesbrief inkomen
Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk door een scholier 2411 woorden 19 februari 2000 6,2 173 keer beoordeeld Vak Economie HOOFDSTUK 1 INKOMEN 1.1 SOORTEN INKOMEN Als we het in de economie over inkomen
Nadere informatieWerkboek Werk Ver 2. Week Opgaven Bijzonderheden 5 Toetsbespreking 1.1 t/m 1.12. Dit boekje elke les meenemen! 6 1.13 t/m 1.20 2.1 t/m 2.
Werkboek Werk Ver 2 Week Opgaven Bijzonderheden 5 Toetsbespreking 1.1 t/m 1.12 Dit boekje elke les meenemen! 6 1.13 t/m 1.20 2.1 t/m 2.9 7 2.10 t/m 2.14 Afmaken beleggen Inleveren handelingsdeel bij docent
Nadere informatie4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst
4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst De arbeidsvoorwaarden van veel werknemers zijn vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Dit is een overeenkomst die per bedrijf of bedrijfstak wordt afgesloten
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatieHoofdstuk 1. Lesbrief Kopen en werken
Hoofdstuk 1 arbeid budgetlijn categoriale huishouden kapitaal kapitaalgoederen loonquote natuur ondernemerschap overdrachtsinkomens overig-inkomensquote participatiegraad primair inkomen productiefactoren
Nadere informatieEconomie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen
Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente
Nadere informatieMinimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon
Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Het wettelijk minimum loon of wettelijk minimum jeugdloon is het loon of het salaris dat je minimaal uitbetaald hoort te krijgen. Werknemers
Nadere informatieDe overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens
Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatie7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt
Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september 2004 7,9 28 keer beoordeeld Vak Economie Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt Hoofdstuk 1. De arbeidsmarkt op. Een concrete arbeidsmarkt, is een
Nadere informatie46 keer beoordeeld 26 mei 2013
7.7 Boekverslag door C. 2252 woorden 46 keer beoordeeld 26 mei 2013 Vak Economie Methode Economie in context Hoofdstuk 3: Risico en verzekeren 3.1: Verzekeringspolis Je kunt je verzekeren voor de financiële
Nadere informatieKleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd
Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatie5.9. Boekverslag door T woorden 21 april keer beoordeeld
Boekverslag door T. 2722 woorden 21 april 2008 5.9 21 keer beoordeeld Vak Economie Iedereen die niet in staat is zelf voldoende inkomen te verdienen of wie ziek is, arbeidongeschikt of werkeloos komt voor
Nadere informatieHet primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.
Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens
Nadere informatieRelatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))
Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk
Nadere informatieLESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
Nadere informatieIedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.
Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste
Nadere informatieSociale Verzekeringen per 1 januari 2012
Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan
Nadere informatie[ Vakman ] Weet je dat? CNV Hout en Bouw
[ Vakman ] Weet je dat? CNV Hout en Bouw Sta sterk! [ Werk In Nederland ] Er zijn verschillende manieren waarop je in Nederland kan werken. Je kunt tijdelijk in Nederland werken voor een Poolse werkgever.
Nadere informatieLesbrief Levensloop 1 e druk
Hoofdstuk 1. Kiezen 1.23 1.24 1.25 1.26 1.27 1.28 B C D D C B 1.29 a. Mannen werken gemiddeld 26,9 uur. In procenten is dat (26,9/39,6) 100% = 67,9%. Vrouwen werken gemiddeld 12,3 van de 38,9 uur, dat
Nadere informatieTOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK
TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK Hieronder volgt een beknopte toelichting op de salarisstrook. In deze toelichting wordt ingegaan op de meest voorkomende gegevens. Indien u nog vragen heeft na het lezen
Nadere informatieHet spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.
Levensloop. Wat is levensloop? De levensloopregeling (of: levensloop) is een fiscale regeling die vanaf 1 januari 2006 in Nederland bestaat om het sparen voor een vervangend inkomen tijdens een periode
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieStartkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.
Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te
Nadere informatieSociale Verzekeringen per 1 januari 2011
Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2011 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan
Nadere informatieSociale verzekeringen per 1 juli 2009
Sociale verzekeringen per 1 juli Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatieDomein E: Concept Ruilen over de tijd
1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande
Nadere informatie