Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A, B, C Vak: : My wallet Vak 1 Taak 1 Taak 2 Taak 3 Leerroute A: 3 taaltaken per les (van max. 15 minuten) Leerroute B: 2 taaltaken per les Leerroute C: 1 taaltaak per les What have you got? What have you got in your wallet? Have you got a passport? Have you got money? Have you got a bus card? VSO Kernen : KD 1, 2, 3 Taak 1: - Luisteren naar de leraar die iets vertelt over haar portemonnee/tas mbv een standaardzin What have you got in your wallet/purse? Have you got a passport? Have you got money? Have you got a bus card? Look, I've got a passport. Look, I've got money. - Taak 2: - Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv 2 standaardzinnen; vraag en antwoord. Bij taak 1: Vertel iets over je portemonnee/tas mbv een standaardzin: eerst in het Nederlands, daarna in het. Leg uit: mannen: wallet, vrouwen: purse or handbag What have you got in your wallet/purse? Have you got a passport? Have you got money? Have you got a bus card? Look, I've got a passport. Look, I've got money. Schrijf de zinnen op het (white-)bord. Zorg voor een portefeuille of handtas met allerlei dingen erin. VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 1
Taak 3: Opdracht: lees 2 standaardzinnen; Zoek de Verdwenen Woorden in de standaardzinnen. Oefen de standaardzinnen in wrts. Demonsteer de inhoud bijv: keys, money, bus card, passport Haal er wat dingen uit en geeft de tas aan een leerling. Vraag enkele leerlingen What have you got?. Bij taak 2: Zorg dat elke leerling twee dingen uit zijn tas voor zich heeft liggen, bijv sleutels en pen. Niet aan de ander laten zien. Vraag leerlingen te vragen en te antwoorden: What have you got? I have got a money/a pen enz NB: gebruik I have en I have got, alleen als er vragen over komen leg je uit: het komt allebei voor en het betekent hetzelfde. Tips: kan met kaartjes (spiekbriefje) waarop ze het zinnetje hebben geschreven Geef instructie en doe voor, hoe je een kort gesprekje kan starten. NB ze mogen zeggen: I have a.. of I've got a... Is allebei correct. VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 2
2 Taak 4 Taak 5 Taak 6. Uitbreiding van vorige les met nieuwe standaardzinnen: When do you need a bus card? When you travel on the bus. Taak 4: - Luisteren naar de leraar die vertelt over wanneer je een buskaart nodig hebt mbv een standaardzin: When do you need a bus card? When you travel on the bus. Taak 5: - Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv 2 standaardzinnen; vraag en Bij taak 3: Veeg woorden weg uit de standaardzinnen op het bord. Zet ze eronder. Lees de zinnen voor aan de klas. Geef opdracht om de zinnen (individueel) te lezen en de verdwenen woorden op de goede plek te zetten. Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage) 1 Bij taak 4: De leraar vertelt wanneer je een buskaart nodig hebt When do you need a bus card? When you travel on the bus. When do you need a train ticket? When do you need an airplane ticket? vul samen aan: when you travel on 1 Standaardoefeningen, voor uitleg zie bijlage: Flashcards groepswerk 1, Flashcards groepswerk 2, Flashcards individueel, Flashcards tweetallen,verdwenen woorden, Verloren woorden, Sorteren, Odd one out, Find the mistake, Jumbled letters, Jumbled words, Jigsaw, Zinnenfabriek VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 3
antwoord. Taak 6: Opdracht: lees 2 standaardzinnen; zoek de verdwenen woorden in de standaardzinnen. Zoek de verloren woorden in de standaardzinnen Oefen de standaardzinnen in wrts. Demonstreer (lees de zinnen voor) Schrijf de zinnen op het (white-)bord Bij taak 5: Tips: kan met kaartjes (spiekbriefje) waarop ze het zinnetje hebben geschreven Geef instructie en doe voor, hoe je een kort gesprekje kan starten. Bij taak 6: Zie taak 3. Verloren woorden Schrijf alle standaardzinnen tot nu toe op het bord, maar laat woorden weg. Laat leerlingen samen de verloren woorden bedenken en invullen Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage) 3 Taak 7 Uitbreiding met nieuwe zinnen: Taak 7 - Luisteren naar de leraar die iets Bij taak 7: Vertel over wat je wanneer nodig hebt: VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 4
Taak 8 Taak 9 When do you need money? When you go to a shop. When do you need a passport? When you travel abroad.. vertelt over wat je wanneer nodig hebt mbv een standaardzin. When do you need money? When you go to a shop. When do you need a passport? When you travel abroad.. When do you need money? When you go to a shop. When do you need a passport? When you travel abroad.. Schrijf de zinnen op het (white-)bord Bij taak 8: Taak 8: Laat ze in tweetallen vragen en antwoorden. - Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv 2 standaardzinnen; vraag en antwoord.. Taak 9: Schrijf alle zinnen uit de zinnenfabriek op. Geef instructie en doe voor, hoe je een kort gesprekje kan starten. Bij taak 9: Schrijf deze zinnen een zinnenfabriek op. Lees samen alle varianten. Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage) Oefen de standaardzinnen in wrts. 4 Taak 10 Taak 11 Taak 12. What do you need when you go abroad? You need money You need a passport Taak 10 - Luisteren naar de leraar die 3 dingen noemt die je nodig hebt op reis mbv een standaardzin. What do you need when you go abroad? You need money Bij taak 10: Zeg: What do you need when you go abroad? You need money You need a passport Schrijf de zinnen op het (white-)bord. Bedenk met de leerlingen nog meer dingen, VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 5
You need a passport Taak11: Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv 2 standaardzinnen; vraag en antwoord.. Taak 12: Zeg 2 dingen die je nodig hebt op reis Zeg wat degene die naast je zit nodig heeft: This is...(name) he/she has a... and a... Oefen de standaardzinnen in wrts. bijvoorbeeld train ticket, camera, map, hotel reservation, schrijf ze op. Bij taak 11: Vraag 5 leerlingen What do you need when you go abroad? Doe net of je het niet verstaat en zeg: Pardon? Doe net of je het niet verstaat en zeg: Can your repeat that? Bij taak 12: Vraag 5 leerlingen 2 dingen die hij nodig heeft en 2 dingen van degene die naast hem/haar zit. Geef weer een voorbeeld zin Jeroen needs a passport. Yes? Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage) 5 Taak 13 Taak 14 Taak 15 Jeroen goes on holiday abroad. What does he need when he goes abroad? He needs money Taak 13 - Luisteren naar de leraar vertelt dat een leerling op vakantie gaat, en ons vraagt zijn tas in te pakken mbv een standaardzin: Bij taak 13: Vertel:. de leraar vertelt dat een leerling (Jeroen) op vakantie gaat, en ons vraagt zijn tas in te pakken mbv een standaardzin: VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 6
He needs a passport Jeroen goes on holiday abroad. What does he need when he goes abroad? He needs money He needs a passport in het Ned en in het. Jeroen goes on holiday abroad. What does he need when he goes abroad? He needs money He needs a passport Taak14: - op het bord staat wat iedereen graag wil hebben. Vraag degen naast je; Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv standaardzinnen; What does he need when he goes abroad? He needs.. and.. vraag en antwoord. Zeg: Pardon? Zeg: Can you repeat that please? Taak 15: Beantwoord de vragen van de leraar Oefen de standaardzinnen in wrts. Bij taak 14: Laat leerlingen een vertellen wat Jeroen mee moet nemen. Hij gaat op wintersport/zonvakantie naar keuze What does he need? clothes, shoes, toothbrush enz schrijf lijst op whiteboard, max 10 dingen Schrijf elk woord op in het Ned en in het. Doe net of je het niet verstaat en zeg: Pardon? Doe net of je het niet verstaat en zeg: Can your repeat that? Bij taak 15: Quiz: what does he need. De leraar heeft Nederlandse woorden of plaatjes van VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 7
voorwerpen, bijv tandenborstel, voetbal, tv, en wijst aan en vraagt:what does he need when he goes abroad? Leerlingen zeggen het engelse woord dat bij het plaatje/ned woord hoort. Does he need a tv? A passport? Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage) 6 Taak 16 Taak 17 Taak 18 What have you got? What have you got in your wallet? Have you got a passport? Have you got money? Have you got a bus card? When do you need a bus card? When you travel on the bus. When do you need money? When you go to a shop. When do you need a passport? When you travel abroad. Taak 16 - Luisteren naar de leraar die de standaardzinnen van dit thema zegt. Aanwijzen op een lijst zinnen op het bord welke zin hij zegt Taak17: Elke leerling heeft een blad met 5 standaardzinnen. Luister naar de leraar en zet het juiste nummer bij de juiste zin. Taak 18: Opdracht: lees 2 standaardzinnen; Bij taak 16: I have got something behind my back. Can you guess what it is? Yes/No Laat leerlingen vragen stellen, is it soft, can you eat it, what can you use it for enz. Bij taak 17: Lees de zinnen op maar niet in de volgorde zoals ze op papier staan. Zeg: number 1: en lees dan de zin. De leerling moet dan de 1 bij de juiste zin zetten. VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 8
7 Taak 19 Taak 20 Taak 21 Klein assessment: De leerling kan een eenvoudig gesprek voeren waarbij hij vertelt wat hij in zijn portemonnee heeft zoek de verdwenen woorden in de standaardzinnen. Zoek de verloren woorden in de standaardzinnen Oefen de standaardzinnen in wrts.oefen de standaardzinnen in wrts. Taak 19 - Zinnen bij elkaar zoeken, de vraag en het antwoord. Taak 20: De vragen en antwoorden staan op aparte kaartjes. Zoek de vragen en antwoorden bij elkaar Taak 21: Zoek nu alleen de vragen en antwoorden bij elkaar Bij taak 18: Maak werkbladen met per werkblad twee standaardzinnen met verdwenen woorden eronder, van alle standaardzinnen tot nu toe. Idem met verdwenen woorden. Laat leerlingen individueel zoveel werkbladen maken als ze kunnen. Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage) Bij taak 19: Leraar zet van alle standaardzinnen de vraag op het bord. De leerlingen moeten het antwoord geven. Bij taak 20: Laat leerlingen dit samen doen aan een grote tafel. Bij taak 21: Zet de vragen en antwoorden op een werkblad, VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 9
Maak de werkbladen. Oefen de standaardzinnen in wrts. 1 kolom vragen en 1 kolom antwoorden (door elkaar). De leerling zoekt ze bij elkaar door ze met een lijn te verbinden. Gebruik opnieuw de werkbladen met verdwenen woorden en verloren woorden. Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage) VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 10
Bijlage: Standaardoefeningen Online oefenen van chunks in Wrts (nb de standaardzinnen = chunks worden als gehele uitdrukking aangeleerd) In het online gratis woordenschat oefen programma www.wrts.nl moeten de chunks worden ingevoerd. Daarbij de uitspraakoptie aanzetten, zodat de leerling elke chunk kan beluisteren. De leerling kan individueel, op school of thuis, met de chunklijsten in wrts oefenen. De docent kan wrts ook als toets gebruiken. Flashcards Elke chunk op een kaartje met op de achterkant het nederlandse equivalent, als het kan ook een plaatje dat de betekenis illustreert. Dit kunnen kartonnen kaartjes zijn, maar het kan ook digitaal, voordeel is dat de leerling daarmee individueel kan oefenen én de uitspraak kan horen. Voorbeeld van dit soort flashcards(in dit voor 1beeld gaat het om en die Spaans leren, maar het gaat om het principe) Flashcards groepswerk 1: docent toont flashcard, leest de zin en daarna de betekenis. Flashcards groepswerk 2: de docent toont de nederlandse kant, leest de zin, en de leerlingen moeten de e zin zeggen. Flashcards individueel: de leerling heeft een stapeltje flashcards, leest de ene kant en de andere kant hardop. Daarna alleen de nederlandse kant oplezen en de e zelf zeggen. Flashcards tweetallen: beide leerlingen een stapeltje flashcards. De een leest op, de ander luistert. Daarna overhoren ze elkaar: door de nederlandse tekst voor te lezen de zelf te zeggen. Verdwenen woorden Standaardzinnen (minstens 2) waaruit één woord is verwijderd; het woord staat onderaan en moet worden ingevuld op de goede plek. Verloren woorden Standaardzinnen (minstens 2) waaruit één woord is verwijderd; het woord staat nergens, de leerling moet er zelf opkomen en het moet worden ingevuld op de goede plek. Sorteren Om losse woorden te oefenen geeft de docent woorden uit minstens 2 groepen, bijv Family en Clothes en zet dez in een lege tabel met 2 kolommen: Leerlingen krijgen een rij van ongeveer 15 woorden die ze in de juiste kolom moeten sorteren: father, trousers, shirt, sister, shoes, enz Odd one out Docent maakt rijtjes van 3 dingen (woorden of chunks) waarvan er een er niet bij thuishoort. Bijvoorbeeld: Ice cream, apple, tea. VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 11
Toe, foot, apple Leerlingen moeten zeggen welk woord niet pas en waarom (it's a drink, not food; it's food, not a body part) Find the mistake De docent toont een afbeelding, bijvoorbeeld van een restaurant waar van alles gebeurt. Ze vertelt er dingen bij die niet allemaal kloppen. There are three girls in the restaurant. They eat a snack. Jumbled letters Oefenen met woorden: de docent geeft de (al eerder geoefende) woorden met de letters door elkaar. Leerlingen raden het goede woord. Jumbled words Oefenen met woorden/zinnen: de docent geeft de (al eerder geoefende) zinnen met de woorden door elkaar. Leerlingen raden de goede zin. Jigsaw Docent zoekt setjes flashcards die bij elkaar horen, een vraag en een antwoord. Bijv. Hello! What's your name? My name is.. Elke leerling krijgt een kaartje, een vraag of een antwoord. De vragers moeten gaan lopen om te kijken wie het antwoord op hun vraag heeft. Als ze elkaar gevonden hebben lezen ze/zeggen ze de vraag en het antwoord hardop (voor). Zinnenfabriek Tabel die als spiekbriefje bij het praten kan dienen, omdat hij allemaal goede zinnen oplevert. Bijvoorbeeld: What is your name? his her De docent demonstreert eerst hoe je de tabel gebruikt, door de zinnen te zeggen en woord voor woord aan te wijzen. My name is... His... Her... Als leerlingen er aan wennen, kunnen ze het gebruiken als spiekbriefje in een gesprekje. VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 12
Leerjaar 3: Bewijzenblad voor leerroute A, B, C Vak: : My wallet De prestatie: Naam leerling: Ik kan een gesprek voeren over (persoonlijke) documenten en waarvoor je ze nodig hebt. Datum beoordeling: Beoordeeld door: Mijn prestatie : (neem hier het verslag op, of ander bewijs) Deze standaardzinnen zijn in thema 13 aan de orde geweest: What have you got in your wallet? Have you got a passport? Have you got money? Have you got a bus card? When do you need a bus card? When you travel on the bus. When do you need money? When you go to a shop. When do you need a passport? When you travel abroad. Totaal beoordeling: (plaats X in juiste vak) G(oed) 4 ++ Opdracht 1 V(oldoende) 3 + M(atig) 2 - O(nvoldoende) 1 -- VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 13
De leraar maakt hier een passende opdracht waarin de leerling aan de hand van beoordelingspunten kan laten zien welke vaardigheden hij beheerst. Opdracht 2 Bewijzenblad invullen Kijk naar de beoordelingspunten die de leraar voor je heeft uitgekozen. Hoe heb je het gedaan? Wat vind je er zelf van? Kruis aan. Je kan kiezen tussen: g = goed v = voldoende m = matig o = onvoldoende VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 14
Leerling Leraar Weten (=Kennis) g v m o g v m o Ik kan woorden herkennen en begrijpen die te maken hebben met persoonlijke documenten (bijv. ID-kaart, OVpas, pinpas). Ik kan vragen beantwoorden over deze documenten. (mondeling) Ik kan op een werkblad vragen en antwoorden bij elkaar zoeken (schriftelijk) Uitvoeren Ik kan vertellen welke (persoonlijke) documenten ik nodig heb als ik op reis ga.. Ik begrijp feitelijke informatie over persoonlijke documenten in luisterteksten (luisteren). Ik begrijp informatie over persoonlijke documenten in (korte) leesteksten. (schriftelijk, lezen). Ik kan mijn persoonsgegevens invullen op formulieren (bijv. aanvraagformulier voor OV-pas) Werkhouding Ik heb de e themawoorden geoefend (geleerd?) Het resultaat Ik heb een bewijs ingevuld en op tijd ingeleverd. VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 15
Opdracht 3 Eindgesprek Het eindgesprek met mijn leraar is gepland op (datum) Tijdens het eindgesprek gaat je leraar het bewijzenblad ook invullen en met je bespreken. Hij zal ook met jou bespreken wat je leuk en niet leuk vond en wat erg goed ging en wat minder goed. Uiteindelijk geeft je leraar jou een totaal beoordeling. Deze informatie wordt toegevoegd aan je portfolio. VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep 16