Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?"

Transcriptie

1 Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN maken? Wilt u weten wat u moet doen om de TGN te halen? Dit kunt u hieronder lezen: I. Hoe maakt u de TGN? II. Wat zijn de onderdelen van de TGN? III. Hoe ziet de uitslag van de TGN er uit? IV. Oefentips voor de deelvaardigheden van de TGN Hoe maakt u de TGN? U maakt de TGN op niveau A1 bij de Nederlandse ambassade of een consulaat. U maakt de TGN via de telefoon. U hoeft bij de TGN niet te schrijven. U hoort de zinnen en vragen door een koptelefoon en u geeft ook antwoord door de telefoon. U hoort stemmen van mensen door de telefoon, maar u praat niet echt met mensen. De stemmen zijn opgenomen: u spreekt met een computer. De computer speelt de toets af en neemt uw antwoorden op. Bent u klaar met de toets? Dan beoordeelt de computer wat u goed hebt gezegd en wat niet. De computer kan net zo goed beoordelen als menselijke beoordelaars. Dat werkt zo: De computer heeft antwoorden van heel veel kandidaten opgeslagen. Menselijke beoordelaars hebben beoordeeld of de antwoorden van de kandidaten goed of fout zijn. Elk antwoord dat de computer krijgt, vergelijkt de computer met deze beoordelingen. De computer doet dan precies wat menselijke beoordelaars ook doen. Voor de TGN krijgt u een instructieblad. Op het instructieblad staat wat u moet doen tijdens de toets. Hebt u een vraag? Stel de vraag aan de medewerker van de Nederlandse ambassade of consulaat voor de toets begint. Daarna kunt u geen vragen meer stellen, want de computer begrijpt uw vraag niet. U krijgt een koptelefoon met microfoon voor de TGN begint. Zet de koptelefoon op uw hoofd. Let op dat u alles goed kunt horen. Let ook op dat de microfoon voor uw mond zit. Zo worden uw antwoorden goed opgenomen en kan de computer uw antwoorden goed beoordelen. De computer is getraind in de verschillende stemmen en accenten van kandidaten. Het is ook heel belangrijk dat u luid en duidelijk spreekt. Spreekt u duidelijk in de microfoon? Dan kan de computer u goed beoordelen. De medewerker van de Nederlandse ambassade of consulaat legt uit hoe de 1 Gezien de doelgroep is deze tekst geschreven op een laag taalniveau, wat een zekere versimpeling met zich meebrengt. Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

2 koptelefoon werkt. U kunt zelf het geluid harder of zachter zetten. Dit kan de medewerker van de Nederlandse ambassade of consulaat niet. De computer controleert vervolgens ook of u hard genoeg spreekt. De computer vraagt: Wat is de naam van de stad en van het land waar u nu bent? Dit is een controle van het geluid. De computer moet weten of u het geluid goed kunt horen. De computer moet ook weten of uw microfoon goed werkt. Zorg dat de microfoon hard genoeg staat. De computer kan u dan goed horen. Alleen dan kan de computer uw antwoord beoordelen. Hebt u de vraag beantwoord en kan de computer u verstaan? Dan begint de echte toets. U mag geen vragen meer stellen aan de medewerker van de Nederlandse ambassade of consulaat. De TGN heeft altijd vijf onderdelen, maar de zinnen en vragen in de onderdelen zijn elke keer anders. Iedereen krijgt dus een andere toets. Elk onderdeel begint met een korte uitleg. U hoort een stem die zegt wat u moet doen. De uitleg is langzaam en duidelijk. U hoort ook een voorbeeld. Na elk voorbeeld beginnen de echte opgaven. U hoort alle opgaven 1 voor 1 door de koptelefoon. Herhaal de vraag niet en wacht ook niet te lang met antwoorden. Zegt u lang niets? Dan gaat de computer naar de volgende vraag. Geeft u uw antwoord? Dan krijgt u voldoende tijd om het hele antwoord te geven. Soms praten mensen snel en soms praten mensen langzaam. De computer weet dit. U hebt genoeg tijd om te antwoorden. Wilt u weten hoeveel tijd u precies hebt om te antwoorden? Kijk dan in deze toelichting bij Wat zijn de onderdelen van de TGN?. U leest daar hoeveel tijd u hebt per onderdeel. Geeft u eerst een fout antwoord en daarna een goed antwoord? Dat is niet erg: het laatste antwoord telt. Wat gebeurt er als u begint? U maakt een TGN en geeft antwoord op de vragen. De TGN duurt 15 minuten en u krijgt 50 opgaven. De computer neemt uw antwoorden op. De computer slaat ieder antwoord apart op. De computer vergelijkt uw antwoorden met antwoorden van andere kandidaten. Deze andere antwoorden zijn door menselijke beoordelaars beoordeeld. De computer heeft dus van menselijke beoordelaars geleerd welke antwoorden goed zijn en welke niet. De computer geeft na de vergelijking een beoordeling. I. Wat zijn de onderdelen van de TGN? De TGN heeft vijf onderdelen: 1 Zinnen nazeggen 2 Korte antwoord-vragen 3 Zinnen nazeggen 4 Tegenstellingen 5 Verhaaltjes navertellen Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

3 1 Zinnen nazeggen U hoort losse zinnen. De zinnen zijn gesproken in een normaal tempo. U moet de zinnen 1 keer nazeggen. Sommige zinnen zijn kort (3 woorden). Andere zinnen zijn lang (15 woorden). Zeg zoveel mogelijk woorden na, die u hoort. De eerste zinnen die u hoort zijn kort. De laatste zinnen die u hoort zijn langer. Voorbeelden: Daar heb ik nog nooit van gehoord. Door de harde regen zijn veel planten beschadigd. U hoort 12 zinnen. De eerste zin is om te oefenen. De computer beoordeelt uw antwoorden op zin 2 tot en met 12. U hebt 15 seconden om te antwoorden. Let op: wacht niet te lang met antwoorden! Zegt u 6 seconden niets? De computer denkt dan dat u het niet weet. Dan gaat de computer naar de volgende zin. Begrijpt u de zin niet helemaal goed? Dat is niet erg. Zeg alleen woorden na die u wel hebt verstaan. Zegt u andere woorden? De computer telt deze woorden niet mee. Zegt u uh? Dat is niet erg. Dat telt niet mee in uw uitslag. 2 Korte antwoord-vragen U hoort vragen. De vragen zijn gesproken in een normaal tempo. De vragen gaan over alledaagse dingen. U hoeft geen specifieke kennis te hebben van de Nederlandse cultuur, geschiedenis of andere thema s. Geef een kort antwoord (1 woord of een korte zin). Voorbeelden: Kun je rijst eten of drinken? Jan is ouder dan Piet. Wie is het jongst? U hoort 14 vragen. De eerste vraag is om te oefenen. De computer beoordeelt uw antwoorden op vraag 2 tot en met 14. U hebt 15 seconden om te antwoorden. Let op: wacht niet te lang met antwoorden! Zegt u 6 seconden niets? De computer denkt dan dat u het antwoord niet weet. Dan gaat de computer naar de volgende vraag. Zegt u uh? Dat is niet erg. Dat telt niet mee in uw uitslag. Let op: zeg de vraag niet nog een keer. Als u de vraag nog een keer zegt, dan hebt u minder tijd voor het antwoord. Geeft u eerst een fout antwoord en daarna pas het goede antwoord? Dat geeft niet: het laatste antwoord telt. 3 Zinnen nazeggen Dit onderdeel van de TGN is hetzelfde als het eerste deel. U krijgt 12 nieuwe zinnen. Zeg de zinnen na. Let op: de computer beoordeelt alle zinnen. Er is nu geen zin om te oefenen. 4 Tegenstellingen U hoort losse woorden door de koptelefoon. U noemt een tegenstelling van het woord dat u hoort. Voorbeelden: hoog laag niet wel De tegenstellingen gaan twee kanten op. Voorbeeld: soms moet u de tegenstelling van hoog zeggen. Het antwoord is dan laag. Maar soms moet u ook de tegenstelling van laag zeggen. Het antwoord is dan hoog. U hoort 10 woorden. Het eerste woord is om te oefenen. De computer beoordeelt woord 2 tot en met 10. U hebt 8 seconden om te antwoorden. Let op: wacht niet te lang met antwoorden! Zegt u 6 Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

4 seconden niets? De computer denkt dan dat u de tegenstelling niet weet. Dan gaat de computer naar het volgende woord. Zegt u uh? Dat is niet erg. Dat telt niet mee in uw uitslag. 5 Verhaaltjes navertellen U hoort twee korte verhaaltjes. De verhaaltjes zijn gesproken in een normaal tempo. U moet goed luisteren naar de verhaaltjes. Vertel de verhaaltjes zo goed mogelijk na. De verhaaltjes hebben tussen de 2 en 6 zinnen en tussen de 30 en 90 woorden. Voorbeeld: - Fred reed naar huis. Hij was niet blij, want het gesprek met de laatste klant was niet zo goed verlopen. Fred had geen goede indruk op de klant gemaakt. Die zou vast niets van hem willen kopen. Toen hij de sleutel in het slot stak, besefte Fred dat hij ook nog zijn tas bij de klant had laten staan. De computer neemt uw antwoord op maar de computer beoordeelt uw antwoorden NIET. Uw antwoorden tellen NIET mee in uw uitslag. De antwoorden zijn nodig om te controleren of de toets goed werkt. U hebt 30 seconden om te antwoorden. Na verhaaltjes navertellen bent u klaar. De computer beoordeelt dan uw antwoorden. II. Hoe ziet de uitslag voor de TGN eruit? De computer meet van elk antwoord één of meer deelvaardigheden (woordenschat, zinsbouw, vloeiendheid, uitspraak). In tabel 1 ziet u wat de TGN meet in elk onderdeel. Tabel 1 TGN onderdelen en deelvaardigheden Onderdelen TGN Deelvaardigheden TGN woordenschat zinsbouw vloeiendheid uitspraak Zinnen nazeggen X X X Korte antwoordvragen X Zinnen nazeggen X X X Tegenstellingen X Verhaaltjes navertellen U krijgt een uitslag voor de TGN. Per deelvaardigheid kunt u maximaal 90 punten halen. Het gemiddelde van de vier deeluitslagen is uw uitslag voor de TGN. U moet minstens 26 punten halen om te slagen voor de TGN. U kunt voor de TGN tussen 0 en 90 punten halen. U hoeft dus niet alles goed te doen. Alleen kandidaten die op een heel hoog niveau kunnen luisteren en spreken in het Nederlands halen 90 punten. Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

5 Uw uitslag staat voor een niveau uit het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen (Common European Framework of Reference). De TGN meet het niveau van géén mondelinge beheersing van het Nederlands (onder A1) tot en met volledige mondelinge beheersing van het Nederlands (niveau C2). In de tabel 2 staat het aantal punten dat bij elk niveau hoort. Tabel 2 Aantal punten per niveau TGN Behaalde score Niveau volgens het CEF Uitslag 0 15 lager dan A1-min A1-min Onvoldoende = gezakt A1 Voldoende = geslaagd A B B C C2 Een uitslag van minimaal 26 punten betekent taalniveau A1. III. Oefentips voor de deelvaardigheden van de TGN De TGN meet het luisteren en spreken op vier deelvaardigheden op niveau A1: 1 Woordenschat: welke woorden begrijpt u en welke woorden zegt u? 2 Zinsbouw: welke zinnen begrijpt u en welke zinnen zegt u? 3 Vloeiendheid: hoe vlot spreekt u zonder te haperen? 4 Uitspraak: hoe spreekt u de woorden uit? 1 Woordenschat Woordenschat betekent: hoeveel woorden kent u? Met een grote woordenschat kunt u veel woorden begrijpen. U begrijpt woorden die u hoort en die u leest. U kunt ook zelf veel woorden gebruiken, bijvoorbeeld als u praat. Wat is woordenschat op niveau A1? U kunt luisteren naar eenvoudige woorden, bijvoorbeeld woorden over uw familie of uw huis. U kunt zelf eenvoudige woorden gebruiken. U kunt bijvoorbeeld praten over uw familie. U kunt een kort gesprek voeren met bijvoorbeeld uw buren. Een voorbeeld: u kunt praten over uw huis of over uw kind. U kunt een aantal uitdrukkingen (groepen van woorden) gebruiken in bekende situaties. U hebt de woorden uit uw hoofd geleerd. Bijvoorbeeld: tot ziens of dank u wel. Hoe wordt woordenschat beoordeeld? De computer beoordeelt uw woordenschat bij de onderdelen Korte antwoord-vragen en Tegenstellingen. U luistert naar de vraag of de tegenstelling. U kunt het juiste antwoord geven. De vragen gaan over alledaagse onderwerpen. U hoeft geen specifieke kennis te hebben van de Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

6 Nederlandse cultuur, geschiedenis of andere thema s. U hoeft geen zinnen te gebruiken. Een kort antwoord is voldoende. Sommige vragen zijn gemakkelijk en sommige vragen zijn moeilijk. Begrijpt u een vraag niet? Dat is niet erg: geef antwoord op zoveel mogelijk vragen en tegenstellingen. Tips om woordenschat te oefenen: a. Maak woordenschatoefeningen U kunt woorden leren door veel met nieuwe woorden te oefenen. U kunt oefeningen maken in het werkboek Naar Nederland. In les 1 tot en met 20 leert u de eerste Nederlandse woorden. Vanaf les 21 leert u Nederlandse woorden spreken, verstaan en lezen. U kunt in uw eigen tempo nieuwe woorden oefenen met het werkboek Naar Nederland. b. Lees Nederlandse teksten U kunt nieuwe woorden leren door veel Nederlandse teksten te lezen. In teksten staan veel nieuwe woorden. Voorbeelden van teksten: Lees teksten uit het werkboek Naar Nederland. U kunt de teksten ook luisteren op de CD. Lees nieuwsberichten via internet c. Herhaal nieuwe woorden Nieuwe woorden leert u door de woorden te herhalen (nog een keer te lezen en gebruiken). U onthoudt de woorden beter als u de woorden herhaalt. d. Zoek woorden op in het woordenboek Kent u een woord niet? Zoek het woord dan op in de woordenlijst in de handleiding van Naar Nederland. In het e-learningprogramma van Naar Nederland vindt u ook deze woordenlijst. Soms wordt het woord uitgelegd met een plaatje. Staat het woord niet in de woordenlijst van Naar Nederland? Zoek het woord dan op in een woordenboek. U kunt ook een speciaal woordenboek gebruiken voor mensen die Nederlands leren. Bijvoorbeeld: Van Dale woordenboek Nederlands als tweede taal. Een speciaal woordenboek legt de woorden op een gemakkelijke manier uit, soms ook met plaatjes. 2 Zinsbouw Zinsbouw betekent: de volgorde van woorden in de zin (woordvolgorde). Sommige woorden staan vooraan in de zin, andere woorden staan achteraan. Er zijn regels waar de woorden moeten staan. Dat heet de grammatica. Als de woorden niet goed naast elkaar staan in de zin maar op een verkeerde plek, dan is de zin moeilijker te begrijpen voor de luisteraar. Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

7 Wat is zinsbouw op niveau A1? U kunt naar eenvoudige korte zinnen luisteren en de zinnen begrijpen, als deze langzaam worden verteld. Bijvoorbeeld ik woon in Nederland. U kunt zelf korte zinnen gebruiken. U maakt nog veel fouten met zinnen, bijvoorbeeld in de woordvolgorde, maar ook met de werkwoorden. Hoe wordt zinsbouw beoordeeld? Zinsbouw wordt beoordeeld bij het onderdeel zinnen nazeggen. De eerste zinnen die u hoort, zijn kort. De laatste zinnen die u hoort, zijn langer. Begrijpt u de zin niet helemaal goed? Dat is niet erg. Zeg alleen de woorden na die u wel hebt verstaan. Let ook op de volgorde: probeer goede zinnen te maken. De computer beoordeelt de woorden die u zegt. De computer beoordeelt ook de volgorde van de woorden. Luister dus goed naar de volgorde van de woorden die u hoort. Zegt u andere woorden na? Dat is niet erg. De computer telt deze woorden niet mee. Zegt u uh? Ook dat is niet erg. Dat telt niet mee in uw uitslag. Tips om zinsbouw te oefenen: a. Lees Nederlandse teksten U kunt leren hoe u zinnen maakt door veel te lezen. U kunt zinnen lezen in het werkboek Naar Nederland. Vanaf les 21 kunt u zinnen lezen. De zinnen worden steeds langer en moeilijker. In les 21 zijn de zinnen nog kort, bijvoorbeeld Wat is uw naam?. In verdere lessen zijn de zinnen langer. Bijvoorbeeld: Voor een gezin met kleine kinderen heeft de stad nadelen. (les 57). b. Luister naar de teksten uit het werkboek van Naar Nederland U kunt zinnen leren door te luisteren naar de zinnen. Gebruik de CD van Naar Nederland (of het e- learningprogramma). Luister eerst een keer naar de zinnen. Lees daarna ook de tekst. Zo hoort u en leest u de zinnen. c. Kijk naar de Film Naar Nederland in het Nederlands Om zinsbouw te oefenen kunt u naar de film Naar Nederland kijken en de zinnen proberen na te spreken. d. Maak oefeningen in werkboek Naar Nederland Maak in het werkboek Naar Nederland de oefeningen over zinsbouw. 3 Vloeiendheid Vloeiendheid gaat over de manier waarop u praat. Vloeiend praten, betekent dat u praat zonder veel pauzes. Praat u niet vloeiend? Dan kan een onbekende Nederlander u moeilijker verstaan. Wat is vloeiendheid op niveau A1? U kunt eenvoudige uitdrukkingen (groepen van woorden) gebruiken met veel pauzes. U stopt vaak met praten om te zoeken naar de goede woorden. Soms begint u opnieuw of u stopt middenin de zin. Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

8 Hoe wordt vloeiendheid beoordeeld? Vloeiendheid wordt beoordeeld bij het onderdeel zinnen nazeggen. De eerste zinnen die u hoort, zijn kort. De laatste zinnen die u hoort, zijn langer. Begrijpt u de zin niet helemaal goed? Dat is niet erg. Zeg alle woorden na die u verstaat. De computer let op hoe vlot u de woorden zegt. Probeer de woorden zonder te haperen uit te spreken. Probeer ook de woorden na elkaar te zeggen zonder (lange) pauzes tussen de woorden. Tips om vloeiendheid te oefenen: a. Maak oefeningen in werkboek Naar Nederland U kunt oefeningen maken in het werkboek Naar Nederland. Gebruik het boek en de CD. Kijk bijvoorbeeld naar les 28 Nieuwe mensen in de buurt. Zet de CD aan en luister naar de tekst over de buurt. Zeg de zinnen daarna zelf. b. Kijk en luister naar de Film Naar Nederland Kijk en luister naar de film Naar Nederland en luister naar de oefeningen vanaf les 21 uit het Zelfstudiepakket Naar Nederland. Zeg woorden en zinnen na, zo leert u zonder te haperen te spreken. c. Lees de Nederlandse lessen uit Naar Nederland hardop voor Praat hardop als u een Nederlandse tekst of les leest. Zo oefent u om de woorden niet alleen te begrijpen maar ook uit te spreken. Vraag een Nederlander, die u niet kent, om naar u te luisteren. Begrijpt hij of zij wat u zegt? d. Neem uw stem op als u Nederlands praat Neem uw stem een keer op. Luister de opname terug. U hoort zelf hoe snel u Nederlands spreekt. Spreekt u met veel pauzes? Spreek dezelfde tekst nog een keer uit en neem hem op. Zo oefent u om de Nederlandse klanken en woorden sneller te spreken. e. Praat met een Nederlander of iemand die goed Nederlands spreekt U kunt oefenen met spreken zonder te haperen door veel te praten in het Nederlands. Probeer zoveel mogelijk met verschillende Nederlanders te praten. Praat niet alleen met mensen die u kent. Iemand die u goed kent, went aan uw uitspraak. Praat daarom ook met Nederlanders die u niet kent. Zij kunnen u helpen om de klanken zonder te haperen uit te spreken. Probeer eerst de makkelijke woorden en zinnen te zeggen. Bijvoorbeeld: Goedemorgen, ik ben of: Ik woon in Nederland. Probeer zo weinig mogelijk pauzes te maken. Probeer dan nieuwe zinnen te maken. 4 Uitspraak Uitspraak gaat over de manier waarop u woorden uitspreekt. Uitspraak gaat over de klanken die u gebruikt. Het Nederlands heeft veel verschillende klanken. Een goede uitspraak betekent dat u alle klanken van het Nederlands goed uitspreekt en dan bent u goed te verstaan. Wat is uitspraak op niveau A1? U kunt woorden die u geleerd heeft uitspreken. Nederlanders kunnen u niet altijd goed verstaan, als u de woorden verkeerd uitspreekt. Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

9 Hoe wordt uitspraak beoordeeld? Uitspraak wordt beoordeeld bij het onderdeel zinnen nazeggen. De computer beoordeelt hoe u de woorden uit de zinnen nazegt. De eerste zinnen die u hoort, zijn kort. De laatste zinnen die u hoort, zijn langer. Verstaat u de zin niet helemaal goed? Dat is niet erg. Zeg zo veel mogelijk woorden na die u hoort. U hoeft niet alles na te zeggen. U hoeft ook niet alle klanken van het Nederlands helemaal goed uit te spreken. Gebruik zo veel mogelijk Nederlandse klanken en zeg zo veel mogelijk letters. Tips om uitspraak te oefenen: a. Bellen met een Nederlander of iemand die goed Nederlands spreekt De TGN wordt afgenomen via de telefoon. Een computer beoordeelt dan uw antwoorden. U moet dus door een telefoon praten met een computer. U kunt dit oefenen met een Nederlander die u kent. Bel en praat door de telefoon. Vraag aan hem of haar om goed naar u te luisteren. Spreekt u de woorden goed uit? Kan de Nederlander u niet goed verstaan? Dan moet hij of zij dat zeggen. Zo weet u of de computer u kan verstaan of niet. Doe deze oefening ook met onbekende Nederlanders. b. Neem uw stem op als u Nederlands praat Denkt u dat u goed Nederlands spreekt? Neem uw stem dan een keer op. Luister de opname terug. U hoort zelf of uw uitspraak goed is. U hoort ook hoe u Nederlandse klanken zegt. U kunt een Nederlander vragen mee te luisteren. Luister samen welke klanken u goed zegt (en welke niet). c. Luister naar mensen om u heen en praat mensen na Praat met Nederlanders. Praat niet alleen met mensen die u kent. Iemand die u goed kent, went aan uw uitspraak. Praat daarom ook met Nederlanders die u niet kent. Zeg de woorden en zinnen na. Vraag aan de Nederlander of u de woorden goed uitspreekt. Vraag ook wat u beter kunt doen. d. Maak oefeningen in het werkboek Naar Nederland U kunt oefeningen maken in het werkboek Naar Nederland. Gebruik het boek en de CD. In les 1 tot en met les 20 leert u vooral woorden. Luister naar de CD en kijk naar de plaatjes. Zeg de zinnen daarna zelf na. Spreekt u het woord hetzelfde uit als op de CD? IV. Wilt u weten of u bent voorbereid op de TGN? Algemene tips a Lees de handleiding bij het werkboek Naar Nederland In de handleiding leest u hoe u het werkboek Naar Nederland kunt gebruiken. U kunt de handleiding lezen in uw eigen taal. Kunt u uw eigen taal niet lezen? Dan kunt u de instructie uit de handleiding ook in uw eigen taal uitluisteren. U kunt lezen of horen welke leerroute u kunt gebruiken. Kunt u Nederlands lezen? Start met les 1 tot en met 4 om de klanken van het Nederlands nogmaals te oefenen. Vanaf les 21 leert u Nederlandse woorden en zinnen spreken, verstaan en lezen. Kunt u het Nederlands nog niet lezen? Start dan met les 1 tot en met 20. Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

10 b Maak een oefentoets TGN Wilt u weten hoe de TGN gaat? Maak dan een oefentoets TGN. De oefentoets laat zien hoe de echte toets werkt. De oefentoets TGN duurt alleen korter dan de echte toets. Er zijn dus minder opgaven in de oefentoets TGN. Hebt u een nieuw werkboek Naar Nederland? Dan heeft u twee oefentoetsen TGN in het pakket. Hebt u meer oefentoetsen TGN nodig? Dan kunt u twee extra oefentoetsen TGN kopen via de website Wilt u de oefentoets TGN maken? Gebruik dan een vaste telefoonlijn. U belt dan met het telefoonnummer Dit nummer staat op de oefentoets TGN vermeld. Het is 24 uur per dag en 7 dagen in de week mogelijk om dit nummer te bellen. Voor het maken van een oefentoets TGN gelden de internationale telefoontarieven. De oefentoets TGN duurt ongeveer 15 minuten. U kunt zo uitrekenen hoeveel het kost om een oefentoets TGN te maken. c Vraag feedback bij de oefentoets TGN Wilt u weten of u goed genoeg voorbereid bent? Maak dan een oefentoets TGN samen met iemand die goed Nederlands spreekt en die u niet kent of - zo mogelijk- een docent Nederlands. Hij of zij kan u vertellen wat u goed doet of wat u beter kunt doen. Iemand die u goed kent, went aan uw uitspraak. Terugkoppeling TGN A1 1 juli /10

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens NT2 Programma I ITTA, PM, 2010 Inhoud 1. Inleiding Tips bij het maken van het Staatsexamen

Nadere informatie

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu? Gesprekjes voeren gesprekspartner gebruikt veelvoorkomende woorden en hele korte zinnetjes; spreekt heel langzaam en pauzeert vaak spreekt woorden en korte zinnetjes duidelijk uit; herhaalt zinnetjes en

Nadere informatie

Studiehandleiding. Duits voor beginners

Studiehandleiding. Duits voor beginners Studiehandleiding Duits voor beginners Lay-out en opmaak: NTI DTP Studio, Leiden 1 e druk, november 2012 001204546 2012, NTI bv, Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

NAAR NEDERLAND HANDLEIDING

NAAR NEDERLAND HANDLEIDING NAAR NEDERLAND HANDLEIDING www.naarnederland.nl De toets Kennis van de e Samenleving, de Toets Gesproken, de toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen en de oefentoetsen zijn in opdracht van het Ministerie

Nadere informatie

Handleiding bij begeleiding van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). (ontworpen voor het basisexamen inburgering A1)

Handleiding bij begeleiding van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). (ontworpen voor het basisexamen inburgering A1) Handleiding bij begeleiding van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). (ontworpen voor het basisexamen inburgering A1) Instructieboek voor begeleiders en docenten. Ad Appel Uitgave:

Nadere informatie

Studiehandleiding. Russisch voor beginners

Studiehandleiding. Russisch voor beginners Studiehandleiding Russisch voor beginners Lay-out en opmaak: NTI DTP Studio, Leiden 1 e druk, september 2012 001204557 2012, NTI bv, Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 juli 2013. Rapportnummer: 2013/087

Rapport. Datum: 15 juli 2013. Rapportnummer: 2013/087 Rapport "Toch een voldoende voor de Toets Gesproken Nederlands" Rapport over een klacht over de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag. Datum: 15 juli 2013 Rapportnummer: 2013/087 2

Nadere informatie

HANDLEIDING. Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer

HANDLEIDING. Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer versie: januari 2017 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 3 Wat heb je nodig? 3 Account aanmaken en cursus activeren 3 Wat moet ik eerst

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de

Nadere informatie

Handleiding Panelgesprek Geestelijke bedienaren

Handleiding Panelgesprek Geestelijke bedienaren Bijlage 14 Handleiding panelgesprek bij artikel 3.7, vierde lid, van de Regeling inburgering Handleiding Panelgesprek Geestelijke bedienaren Kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) Aanvullend deel

Nadere informatie

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden

Nadere informatie

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma II

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma II Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma II Inhoud Pagina 1. Inleiding Tips bij het maken van het Staatsexamen Programma I I 3 Oefeningen met voorbeeldexamens Programma II

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK

Nadere informatie

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN I Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten 2002/2003 Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.

Nadere informatie

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas 18.1. Voorleessoftware compenserend inzetten voor leerlingen met een ernstige beperking 235 18.2. Voorleessoftware leerondersteunend inzetten

Nadere informatie

Studiehandleiding. Engels voor gevorderden

Studiehandleiding. Engels voor gevorderden Studiehandleiding Engels voor gevorderden Lay-out en opmaak: NTI DTP Studio, Leiden 1 e druk, maart 2012 001204544 2012, NTI bv, Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag & Samenleving Rijnstraat 8 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Soms gaat het niet zo vlot met leren praten. Eén op de vijf kinderen op de basisschool

Nadere informatie

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 6: Wat zeg je? Telefoon In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen aan de telefoon. De audio-fragmenten

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd vanaf 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

Instructieboek bij Basisexamen Inburgering - Studieboek. Ad Appel

Instructieboek bij Basisexamen Inburgering - Studieboek. Ad Appel Handleiding voor begeleiders en docenten van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). Instructieboek bij Basisexamen Inburgering - Studieboek. Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout Verkoopprijs:

Nadere informatie

Les 2. Naar het ziekenhuis.

Les 2. Naar het ziekenhuis. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden. Beoordelingsmodel Spreken 2F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Verstaanbaarheid Niet beoordelen indien het spreekproduct niet of onvoldoende verstaanbaar is, omdat er bijvoorbeeld sprake

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Les 6. Herhaling thema.

Les 6. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Studiehandleiding. Italiaans voor beginners

Studiehandleiding. Italiaans voor beginners Studiehandleiding Italiaans voor beginners Lay-out en opmaak: NTI DTP Studio, Leiden 1 e druk, november 2012 001204549 2012, NTI bv, Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

INSTRUCTIES EXAMINATOR

INSTRUCTIES EXAMINATOR INSTRUCTIES EXAMINATOR Voor alle profielen Voorbeeldexamen Inhoudsopgave Het boekje bevat de volgende onderdelen: ~ Inhoudsopgave......................................................................................2

Nadere informatie

Praten leer je niet vanzelf

Praten leer je niet vanzelf jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN Hotel Hallo - Thema 2 Hallo opdrachten TELEVISIE KIJKEN 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer

Nadere informatie

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen)

Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen) HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 3, LES 1 GROEP 4 achtergrondinformatie Leesstrategie Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen) Lesdoelen De kinderen kunnen: bedenken wat ze al weten over het onderwerp.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Opdracht 2 bij 5.1 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt op het gemeentehuis. Cursist B: je bent bij het gemeentehuis. Kies zelf wat je daar komt doen: bijvoorbeeld

Nadere informatie

Tweede ronde Nederlands voor buitenlanders

Tweede ronde Nederlands voor buitenlanders Tweede ronde Nederlands voor buitenlanders Tweede herziene editie C. Wesdijk A. Blom Oefenboek Inhoud Voorwoord 7 Voor de cursist 8 Voor de docent 10 1 Geachte cursist 13 2 Nederland, waar ligt dat eigenlijk?

Nadere informatie

Dysartrie bij volwassenen

Dysartrie bij volwassenen Dysartrie bij volwassenen Inleiding U bent door uw huisarts of specialist doorverwezen naar de logopedist voor de behandeling van uw spraakstoornis dysartrie. In deze folder wordt u uitgelegd wat dysartrie

Nadere informatie

Lesbrief 6. Herhaling thema.

Lesbrief 6. Herhaling thema. Thema Gezondheid Lesbrief 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze lesbrief is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Je spreekt thuis verschillende talen? Dat is goed voor je kind!

Je spreekt thuis verschillende talen? Dat is goed voor je kind! Je spreekt thuis verschillende talen? Dat is goed voor je kind! Tips om je kind op te voeden in verschillende talen Heb je vragen over hoe je je kind kan opvoeden in verschillende talen? In deze folder

Nadere informatie

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen Hoe leer je Pools? E-book 1 Voordat je met een cursus Pools begint, ontwikkel je eigen methode om Pools te leren. Wat is jouw doel? Op welke wijze wil

Nadere informatie

Hoe te leren voor de UNIT toetsen

Hoe te leren voor de UNIT toetsen Hoe te leren voor de UNIT toetsen Hoe moet je nu beginnen met leren? We merken dat vooral leerlingen die net op school zitten moeite hebben met hoe ze nu een toets over New Inspiration (de units) moeten

Nadere informatie

Luisteren. Examentips verzameld. Examentip Hoofdstuk 2

Luisteren. Examentips verzameld. Examentip Hoofdstuk 2 Examentips verzameld Luisteren Examentip Hoofdstuk 2 Lees de opgave, luister naar het fragment, geef antwoord door het goede antwoord aan te klikken/een hokje zwart te maken en lees daarna meteen de volgende

Nadere informatie

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Hoe leer ik uit... Naam: Klas: Hoe leer ik uit... Naam: Klas: 1 Inhoud Woorden... 3 Flashcards... 3 Opschrijven... 3 WRTS... 3 Tekenen... 4 Stones... 5 Flashcards Opschrijven - WRTS... 5 Het thema van de Stone... 5 Stukjes combineren...

Nadere informatie

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen 16.1. Inleiding 215 16.2. Woorden, zinnen, in een vreemde taal laten voorlezen 217 16.3. Uitspraak van woorden leren en controleren 219 16.4. Woorden vertalen

Nadere informatie

2001/2002 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2001/2002 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN I 2001/2002 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

Handleiding Oefensoftware Station Zuid. Versie 1.1

Handleiding Oefensoftware Station Zuid. Versie 1.1 Handleiding Oefensoftware Station Zuid Versie 1.1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Starten 4 2.1. Inloggen via Basispoort door de kinderen 4 2.2. De leerling-startpagina 5 2.3. De software voor de kinderen

Nadere informatie

Namen MTG CITO B,W,M OBSERVATIES DOELEN & ONDERWIJSBEHOEFTEN

Namen MTG CITO B,W,M OBSERVATIES DOELEN & ONDERWIJSBEHOEFTEN Violenschool Groepsoverzicht, observaties en onderwijsbehoeften. MTG = Vakken: Spelling Lezen Rekenen methoden gebonden toetsen; B = basisgroep; W = weergroep; M = meergroep Groep: 3A, W. Bakker; IB-er

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Er zijn enkele dingen waar u als ouder al op kunt letten in de uitspraak van uw kind:

Er zijn enkele dingen waar u als ouder al op kunt letten in de uitspraak van uw kind: Er zijn enkele dingen waar u als ouder al op kunt letten in de uitspraak van uw kind: Luister naar wát uw kind zegt en niet naar hóe het gezegd wordt. Als u steeds verbetert wat uw kind zegt, zal het plezier

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Kijk welke relatief sterke vaardigheden je compenserend in kan zetten.

Kijk welke relatief sterke vaardigheden je compenserend in kan zetten. Leesleerprofiel: Woordenschat met opgaven over woordbetekenis. Door de zwakke(re) woordenschat kennen de leerlingen onvoldoende woorden om de tekst echt goed te begrijpen. Woordposter Woord: Omschrijving:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35494 11 december 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 december 2014, 2014-0000179202,

Nadere informatie

OMCIRKEL HET ANTWOORD DAT HET BESTE BIJ DIT KIND PAST

OMCIRKEL HET ANTWOORD DAT HET BESTE BIJ DIT KIND PAST VRAGENLIJST VOOR DE LEERKRACHT LOGOPEDISCHE SCREENING 5-JARIGEN NAAM SCHOOL: NAAM KIND: GROEP: NAAM LEERKRACHT: DATUM VAN INVULLEN: OMCIRKEL HET ANTWOORD DAT HET BESTE BIJ DIT KIND PAST 1. Er zijn kinderen

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Start met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen.

Start met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen. Lesplan theaterlezen Wil je aan de slag met theaterlezen? Dit lesplan laat zien hoe je dat kunt doen. Je geeft vier lessen van elk ongeveer een half uur. Elke les heeft een ander aandachtspunt. Zo help

Nadere informatie

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren TAAL IS LEUK Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Inhoudsopgave Pagina Besteed extra aandacht aan de taal van uw kind 4 Adviezen die u kunt toepassen tijdens een gesprekje met uw kind 5 Maak

Nadere informatie

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie Inhoud Afasie, wat is dat en hoe kunt u er mee om gaan? 5 Taalproblemen 6 Hoe ervaren afasiepatiënten de moeilijkheden zelf? 7 Hoe kunt u het beste omgaan

Nadere informatie

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel b. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel b. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht Thema Op het vliegveld Cursus vier, week acht deel b Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. oktober 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus vier, week acht 1 Pragmatiek Dialoog dag een HZS oef. 28 (stukje blz. 28-29)

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Het Examen Luisteren Programma I 9

Hoofdstuk 1 Het Examen Luisteren Programma I 9 Inhoud Inleiding 6 Hoofdstuk 1 Het Examen Luisteren Programma I 9 1.1 Wat wordt er getoetst bij het examen? 9 1.2 Hoe wordt het examen afgenomen? 9 1.3 Welke onderwerpen kun je in het luisterexamen verwachten?

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND 0 tot 4 jaar ZEG HET MAAR Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Soms gaat het leren praten niet zo vlot. Eén op de vijf kinderen op de basisschool start

Nadere informatie

Les 4. De fysiotherapeut.

Les 4. De fysiotherapeut. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Bashir, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij zegt

Nadere informatie

Studiehandleiding. Spaans voor beginners

Studiehandleiding. Spaans voor beginners Studiehandleiding Spaans voor beginners Lay-out en opmaak: NTI DTP Studio, Leiden 1 e druk, oktober 2009 2 e druk, oktober 2012 001204540 2009, NTI bv, Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Engels & Dyslexie Hoe gaat dat samen?

Engels & Dyslexie Hoe gaat dat samen? Engels & Dyslexie Hoe gaat dat samen? 2 Engels voor Dyslecten Inhoudsopgave Introductie p.3 Overzicht van alle tijden p.8 Present tense - Present Simple p.11 - Present Continuous p.12 - Present Perfect

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

ENGELS GESPREKKEN A2 IE 002

ENGELS GESPREKKEN A2 IE 002 ENGELS GESPREKKEN A2 IE 002 Kennismaken met een collega Kandidaat00 1 Voor het examen Planning Voor het examen krijg je het examenboekje en stem je het onderwerp van je gesprek af met de examenafnemer

Nadere informatie

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling Afdeling Logopedie Uw kind gaat praten, omdat er vanaf zijn geboorte in zijn nabijheid gepraat wordt en omdat vanaf zijn geboorte tegen hem gesproken

Nadere informatie

De Alfa-leerling autonoom aan het werk met DigLin+

De Alfa-leerling autonoom aan het werk met DigLin+ De Alfa-leerling autonoom aan het werk met DigLin+ Lezen en verder Ineke van de Craats en Jan Deutekom inekevandecraats@casema.nl j.deutekom@fcroc.nl Uitgangspunten DigLin+ de kennis en de manier van leren

Nadere informatie

Lesbrief nummer 29 juni 2016

Lesbrief nummer 29 juni 2016 Lesbrief nummer 29 juni 2016 Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: redactie@tlpst.nl. De dokter praat moeilijk Stel, je bent wat ziekjes en gaat

Nadere informatie

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Lesbrief 1. Bij de huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts beantwoorden. Veel

Nadere informatie

2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN II 2001/2002 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

n in het Engels, presentaties)

n in het Engels, presentaties) n in het Engels, presentaties) Men zegt vaak dat je hier niet voor kunt leren. Dit is slechts ten dele waar. Je kunt immers niet in het Engels spreken als je nooit woordjes hebt geleerd, je kunt niet lezen

Nadere informatie

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen Mondelinge taal 1 Spraak-taalontwikkeling Baby blauw maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) herhaalt geluidjes Dreumes brabbelt bij (eigen) spel oranje begint steeds meer

Nadere informatie

2018 Oefenexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-16SP2VB 1

2018 Oefenexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-16SP2VB 1 2018 Oefenexamen Beoordelingsvoorschriften Spreken II NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal _ Stex-16SP2VB 1 Inhoudsopgave 1 Inhoud oefenexamen Spreken II 3 2 Aanwijzingen voor de beoordeling Spreken

Nadere informatie

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes! 0 Een praatje beginnen met onbekenden.

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes!  0 Een praatje beginnen met onbekenden. http://www.edusom.nl Pluslessen Les 42. Contact met elkaar Wat leert u in deze les? 0 Een praatje beginnen met onbekenden. 0 Praten over uw persoonlijke situatie. 0 Vriendelijk zeggen wat iemand moet doen.

Nadere informatie

Het verstaan van spraak door kinderen van 8, 9, 10 en 11 jaar

Het verstaan van spraak door kinderen van 8, 9, 10 en 11 jaar Het verstaan van spraak door kinderen van 8, 9, 10 en 11 jaar Wij zijn heel blij dat je mee wilt doen aan ons onderzoek! Je vader of moeder heeft je misschien al iets verteld over het onderzoek. Voor het

Nadere informatie

Lesbeschrijving Nederlands

Lesbeschrijving Nederlands Lesbeschrijving Nederlands Overzicht Leerjaar 1 VOx leerlijn nr. 1 Mondelinge taal Onderdeel nr. 1.3 Spreekvaardigheid Subonderdeel nr. 1.3.1 Spreken Lesnummer 34 Titel van de les Ik houd mijn spreekbeurt

Nadere informatie

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Mevrouw Bea Voorbeeld Adviseur: De heer Administrator de Beheerder Datum: 19 juni 2015 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op alle afgeronde onderdelen.

Nadere informatie

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Lesbrief 35. AOW aanvragen. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den

Nadere informatie

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Afasie Afasie is een taalstoornis ontstaan door hersenletsel. Iemand met afasie heeft moeite met het uiten en het begrijpen van de taal. In deze brochure leest u wat afasie inhoudt en vindt u een aantal

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 7, 8, 9 en 10. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Les 1. Bij de huisarts

Les 1. Bij de huisarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid)

VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid) VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid) LEERLIJN ENGELS VSO Leerlijnen Kerndoelen 1.1. Taalbegrip 1. De leerling leert vertrouwde woorden en basiszinnen te begrijpen die zichzelf, zijn/haar familie en directe

Nadere informatie

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 21. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 17, 18, 19 en 20. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den

Nadere informatie

Lesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen?

Lesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen? Lesplan theaterlezen Wil je aan de slag met theaterlezen? Dit lesplan laat zien hoe je dat kunt doen. Je geeft vier lessen van elk ongeveer een half uur. Elke les heeft een ander aandachtspunt. Zo help

Nadere informatie

Handleiding Instapprogramma Staal taal

Handleiding Instapprogramma Staal taal Handleiding Instapprogramma Staal taal 1 Over dit instapprogramma Dit instapprogramma is opgesteld voor kinderen in groep 5 tot en met 8, om hen kennis te laten maken met de structuur en opbouw van Staal

Nadere informatie

Waar kunt u nu aan merken dat uw kind niet goed hoort of moeite heeft met luisteren?

Waar kunt u nu aan merken dat uw kind niet goed hoort of moeite heeft met luisteren? Horen en Luisteren Horen en luisteren Horen en luisteren zijn niet hetzelfde. Horen heeft te maken met de geluiden die het oor binnenkomen; luisteren heeft te maken met wat je met die geluiden doet. Om

Nadere informatie

Leren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant

Leren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant Colofon Uitgave : GGD Hart voor Brabant Oplage : 500 Datum : februari 2007 Illustraties : Hendriks van den Hout Druk : Graphiset bv, Uden Hart voor Brabant Leren praten Turks GGD Hart voor Brabant Postbus

Nadere informatie

Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging

Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging Logopedie Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl LOG007 / Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd 0 tot 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!-

BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!- -! BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!- Lezen? ja graag! Kinderen lezen tegenwoordig veel minder, vinden lezen lastig of beginnen er niet eens aan. Misschien lijkt het lezen van een boek teveel op een schoolopdracht,

Nadere informatie

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten.

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten. Afasie Als iemand een beroerte krijgt gebeurt dat bijna altijd plotseling. De schok is groot. Men heeft zich niet kunnen voorbereiden en men weet niet wat hen overkomt. Het dagelijkse leven wordt verstoord.

Nadere informatie