STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Transcriptie

1 STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE Naam: Klas: Bedrijf: Stageperiode:

2 Maak een inhoudsopgave zoals hieronder is afgebeeld. Indien nodig je eigen onderdelen tussen voegen en uiteindelijk de inhoudsopgave aanpassen. INHOUD INHOUD... 1 RICHTLIJNEN... 1 BEOORDELING... 1 VOORWOORD... 2 INLEIDING... 2 OPDRACHTEN VANUIT JE VAKRICHTING... 2 INTERVIEW MET DE STAGEBEGELEIDER... 3 NAWOORD... 3 LIJST MET GEBRUIKTE BOEKEN en/of ARTIKELEN... 3 OP en/of AANMERKINGEN BEGELEIDER en DOCENT... 4 De richtlijnen voor je stageverslag staan hieronder. Kijk deze regelmatig na om te zien of je nog op de goede manier aan je verslag werkt. RICHTLIJNEN Werk al tijdens je stage aan het verslag. Maak het verslag op de computer. Volg de onderdelen van de inhoud. Gebruik niet te lange zinnen. Gebruik waar mogelijk tekeningen, tabellen, foto s enz. Laat het eerst zien aan je vakdocent. Daarna laat je het door je stagebegeleider ondertekenen. Het verslag moet keurig, uitgeprint en digitaal, worden ingeleverd bij je vakdocent. Deze zet na goedkeuring een handtekening. Lever je verslag op tijd in. Zie je PTA Hoe je verslag beoordeeld wordt staat hieronder beschreven. Doe er je voordeel mee. BEOORDELING Je verslag wordt zowel door je vakdocent als door je docent Nederlands beoordeeld. Je docent Nederlands beoordeelt op: Indeling van je stageverslag. Netheid en verzorging. Lay-out en gebruik van illustraties. Nette taalkundige verzorging. Gebruik spellingscontrole. Je vakdocent beoordeelt op: Vakinhoud. Netheid en verzorging Lay-out en gebruik van illustraties

3 VOORWOORD Maak een voorwoord waarin je de onderstaande vragen verwerkt. Vertel wie je bent, welke opleiding je volgt en op welke school je zit. Waarom heb je dit bedrijf als stageplaats gekozen? Hoe is de sollicitatie en kennismaking verlopen? INLEIDING Maak een inleiding waarin je antwoord geeft op de volgende vragen. Een beschrijving van het bedrijf waar je stage loopt. Wat wordt er in het bedrijf gedaan of gemaakt? Hoe groot is het bedrijf, aantal werknemers? Welke beroepen heb je in het bedrijf kunnen ontdekken? Welke functies zijn er in het bedrijf? Welke functie zou jij er kunnen uitvoeren en welke functie zou je willen uitvoeren? Aan welke eisen moet je voldoen voor deze functies? Maak een duidelijk overzicht van je dagelijkse bezigheden. Ook zijn er nog aanvullende opdrachten vanuit je vakrichting. Lees de instructie goed door en werk de opdrachten uit in je verslag. OPDRACHTEN VANUIT JE VAKRICHTING 1. Maak een verslagje over jouw stageperiode. Zorg dat de onderstaande punten er minimaal in verwerkt zijn: - Hoe verliep je kennismaking - Welke werkzaamheden vond je leuk en waarom - Welke werkzaamheden vond je minder leuk en waarom - Zou je verder willen in het beroep waar je nu hebt stage gelopen - Wat heb je geleerd tijdens je stageperiode - Beschrijf waar je werkzaamheden tijdens je stage uit bestonden - Op welke manier heb je je stage afgesloten 2. Afhankelijk van je stageplaats heb je opdrachten gekregen van je praktijkdocent of je stagebegeleider. Deze kun je in het verslag op deze plaats zetten.

4 3. Ook is het de bedoeling dat je stage beoordeeld wordt. Dit doet niet alleen je stagebegeleider aan het eind van je stage, maar je vult ook een zelfbeoordeling in. Deze beoordelingsformulieren vind je in de bijlage. Zorg dat je op tijd aan je stagebegeleider vraagt om het formulier in te vullen. Je voegt de twee beoordelingsformulieren (van jezelf en door je stagebegeleider) toe aan je verslag. 4. Verantwoording van je stageuren. Het is de bedoeling dat je bijhoudt wanneer en hoeveel uur je hebt stage gelopen. Dit kun je doen met het formulier wat in de bijlage zit. INTERVIEW MET DE STAGEBEGELEIDER Tijdens je stageperiode heb je een interview met je stagebegeleider. Kijk eerst naar de werkwijzers en schema s achter in het Nederlands boek. Bereid je goed voor. Stel verschillende soorten vragen. In de bijlage staan voorbeeldvragen voor een interview. Je kunt deze gebruiken, maar natuurlijk kun je ook zelf andere vragen bedenken. NAWOORD Schrijf een nawoord waarin je antwoord geeft op de volgende vragen. Wat waren je verwachtingen? Zijn ze uitgekomen? Hoe heb je de stage ervaren? LIJST MET GEBRUIKTE BOEKEN en/of ARTIKELEN Hier noteer je waar je de informatie over je stagebedrijf hebt gevonden. (boeken, kranten, brochures, internetartikelen)

5 OP en/of AANMERKINGEN BEGELEIDER en DOCENT Dit is voor jou een onderdeel wat door een ander wordt ingevuld. Neem de informatie netjes over in je verslag. Je laat je verslag pas ondertekenen als dit verwerkt is. Als alles klaar is vul je de namen is van de stagebegeleider, de vakdocent en de docent Nederlands. Deze dienen het verslag te ondertekenen. Noteer ook de datum waarop de ondertekening plaats vindt. Veel succes met je stage en het maken van je stageverslag. Voor vragen kun je altijd contact opnemen met: Dhr. Tolhoek Mevr. Hereijgers TIP: Probeer niet te lang te wachten met het maken van je verslag. Hoe eerder je er aan begint, hoe makkelijker het is.

6 Bijlagen

7 Datum Overzicht stage uren Uren

8 Interview met je stage begeleider Je hebt in het bedrijf of instelling te maken met een man of vrouw die zegt wat je moet doen of die jou helpt. Dit is je stage begeleid(st)er. Je kunt deze man of vrouw allerlei vragen stellen, allemaal dingen die jij wilt weten over bijvoorbeeld het werk. Denk eens goed na over wat je wilt weten. Zet de vragen op een vel papier en laat ruimte over om de antwoorden in te vullen. Om je te helpen hebben we al een aantal vragen verzameld. Kies zelf de vragen uit die jij belangrijk vindt. Je kunt natuurlijk ook zelf een aantal vragen bedenken. Mogelijke vragen voor het interview: 1. Hoe bent u in dit werk terecht gekomen? 2. Hoe lang werkt u hier al? 3. Heeft u een speciale opleiding gevolgd om dit werk te kunnen doen? 4. Wat houdt uw functie precies in? (hoe ziet een dag of week eruit?) 5. Kunt u zeggen of u een lichte of zware baan heeft en waarom?

9 6. Kunt u drie positieve dingen zeggen over dit bedrijf? 7. Zijn er ook drie dingen die u veranderd zou willen zien in dit bedrijf? 9. Heeft u nog andere stagiaires binnen het bedrijf/instelling en van welke opleidingen komen deze stagiaires? 10. Waarom vindt u het belangrijk dat er in het bedrijf stagiaires zijn? 11. Wat verwacht u zonder meer van stagiaires?

10 Beoordeling van jezelf en je werkzaamheden Vul dit formulier in aan het eind van je stage, vóór het eindgesprek. 1. Welke werkzaamheden heb je in deze stageperiode geleerd? 2. Hoe vind je dit werk? Leg uit waarom je dat vindt. 3. Welke dingen heb je goed gedaan en kun je goed? 4. Waarmee heb je nog moeite en wat vind je moeilijk om te doen? 5. Kun je voorbeelden noemen van dingen die je uit jezelf hebt gedaan, zonder dat iemand het hoefde te vragen of te zeggen?

11 Ben je vooruit gegaan in: - Zelfstandigheid, leg uit waarom wel of niet? - Werktempo, hoe merk je dat je vooruit bent gegaan? of juist niet. - Nauwkeurigheid, geef een voorbeeld waaruit blijkt dat je wel of niet bent vooruit gegaan. - Iets durven vragen, geef hiervan een duidelijk voorbeeld. - Je omgang met anderen. 6. Wat kan er veranderd of verbeterd worden aan de begeleiding tijdens de stage op je stageadres? 7. Wat kan er veranderd of verbeterd worden aan de begeleiding van de stage vanuit school? 8. Zijn er nog dingen die je over dit beroep op school zou willen leren? 9. Wil je later in dit beroep verder gaan? Leg dit uit.

12 10. Het werk dat me werd opgedragen deed ik: 0 goed 0 redelijk goed 0 niet zo goed Bij het uitvoeren van de opdrachten: 0 werkte ik redelijk zelfstandig 0 had ik veel begeleiding nodig 0 ik kon het opgedragen werk moeilijk aan Het werk deed ik: 0 met veel plezier 0 met plezier 0 met weinig plezier Het opgedragen werk deed ik: 0 keurig netjes 0 netjes 0 slordig Het werk deed ik: 0 vlug 0 langzaam 0 in normaal tempo Ik vind dat ik: 0 veel initiatief* getoond heb (* = zelf iets ondernemen, ideeën naar voren brengen) 0 soms wel initiatief getoond heb 0 weinig initiatief getoond heb 0

13 16. Op mijn stage-adres was ik: 0 meestal te vroeg 0 altijd keurig op tijd 0 soms te laat Tijdens de stage verzuimde ik: 0 nooit 0 keer Ik zag er iedere dag: 0 keurig netjes uit 0 netjes uit 0 soms wat slordig uit Ik vind dat ik: 0 vanaf het begin heel goed meedraaide op het stage-adres 0 gaandeweg steeds beter mee ging draaien 0 eigenlijk niet goed meedraaide in het bedrijf Met mijn collega s kon ik: 0 heel goed opschieten 0 wel aardig overweg 0 niet zo best opschieten Met het leidinggevend personeel kon ik: 0 heel goed opschieten 0 wel aardig overweg 0 niet zo best opschieten Als er problemen waren werd ik... door mijn collega s opgevangen: 0 prima 0 goed 0 niet goed Ik vind dat ik tijdens deze stage: 0 een goed beeld heb gekregen van dit werk 0 nog geen goed beeld heb gekregen van dit werk 0 helemaal geen goed beeld heb gekregen van dit werk 0

14 24. Deze stage is mij als voorbereiding op mijn beroep: 0 goed bevallen 0 tegengevallen 0 niet goed bevallen 0

15 Eindbeoordeling van de stage Deze lijsten worden ingevuld middels het plaatsen van een kruisje in de kolommen en moet worden ingevuld door de stagebegeleider Verklaring beoordeling: 0 = niet voorgekomen = onvoldoende ± = matig * = goed ** =zeer goed Het werken van de leerling tijdens de stage 0 ± * ** 1. Hygiënisch werken met materialen 2. Werkzaamheden afmaken 3. Uitvoeren van werkzaamheden 4. Werk zien 5. Samenwerken 6. Collega s helpen 7. Organisatie van het eigen werk 8. Veilig werken 9. Tempo Het leren van de leerling tijdens de stage 0 ± * ** 1. Past zich aan, aan de manier van werken in het bedrijf 2. Begrijpt de instructies en handelt ernaar 3. Iets nieuws wordt snel aangeleerd 4. Kritiek wordt aanvaard 5. Kritiek leidt tot gewenste verandering 6. De leerling voelt zich verantwoordelijk voor opdrachten 7. Past theoretische kennis toe

16 Persoonlijkheid van de leerling tijdens de stage 0 ± * ** 1. Lichamelijke hygiëne 2. Verzorging/kleding 3. Zelfstandigheid 4. Leiding aanvaarden 5. Bereidheid tot luisteren 6. Stelt vragen 7. Stressbestendig 8. Vriendelijk naar collega s 9. Vriendelijk naar cliënten 10. Taalgebruik 11. Omgangsvormen Aanvullende opmerkingen: 1. Hoe beoordeelt u de motivatie van de leerling om te werken? 2. Hoe schat u de motivatie in om een opleiding in deze sector te volgen? Ingevuld door: Functie: Datum: Handtekening: