STAGEBOEK MaS+ Samenwerking tussen leerlingen van Pleincollege Nuenen en van Novaliscollege Eindhoven. Klas :

Transcriptie

1 STAGEBOEK MaS+ Samenwerking tussen leerlingen van Pleincollege Nuenen en van Novaliscollege Eindhoven Naam : Klas : Pleincollege Nuenen Novalis College Sportlaan 8 Sterrenlaan AA Nuenen 5631 KA Eindhoven (040) (040) Contactpers: Mevr. A. Kors Contactpers. Mevr. M. Vermeer 1

2 Inhoudsopgave. Inhoudsopgave blz. 2 Het kennismakingsgesprek blz. 3/4 Op stage gaan, hoe doe je dat? blz. 5/6 Algemene tips voor het stageverslag blz. 7 Handleiding voor het maken van een verslag blz. 8 Interview met je stagebegeleid(st)er blz. 9 Het dagverslag blz. 10 Beoordeling van jezelf en je werkzaamheden blz. 11 Zelf beoordelingsformulier blz. 12/13/14 Eindbeoordeling van de stage blz. 15/16 Aftekenen blz. 17 Bijlage: Opdrachten per type bedrijf, instelling of gezin. 2

3 Het kennismakingsgesprek Als je voor het eerst naar je stage adres gaat zul je zelf ook een aantal dingen willen weten. In het onderstaande lijstje staan zaken die bij het kennismakingsgesprek aan de orde komen. Natuurlijk kun je er zelf ook een aantal vragen aan toe voegen. Eventueel kun je dit overleggen met je stagebegeleid(st)er. 1. Wat is het volledige adres van het bedrijf of instelling? 2. Wie wordt jouw stagebegeleid(st)er? 3. Wat zijn de werktijden? 4. Zijn er speciale regels binnen het bedrijf, instelling of gezin? 5. Is er speciale kleding gewenst? 6. Wanneer zijn de pauzes en zijn er afspraken over roken? 7. Kun je in het bedrijf of instelling overblijven? 3

4 8. Welke werkzaamheden moet je tijdens je stage uitoefenen? 9. Eigen vragen: 4

5 Op stage gaan, hoe doe je dat? Om je daarbij te helpen vind je hieronder enkele aandachtspunten. 1. Waar zet ik mijn fiets / brommer neer? Vragen: * Is het goed dat? * Ik heb mijn fiets daar neergezet, is dat goed? 2. Door welke deur naar binnen? Vragen: * Voordeur of achterdeur? * Dienstingang - uitgang? 3. Bij wie moet ik me melden? Vragen: * Naam contactpersoon. 4. Misschien is de contactpersoon wel vergeten dat er een stagiaire komt. Wat dan? 5. Stel jezelf voor: * Naam stagiaire. * Pleincollege Nuenen. 6. Iedere dag: * Aanmelden : goede morgen. * Afmelden : tot morgen, tot ziens. Laat je zien, laat je horen. 7. U of jij? Meneer / mevrouw of voornaam? 8. Privacy: * Praat niet over anderen op je stageadres, wie weet kent iemand de door jou genoemde personen. * Stel je positief op t.a.v. de school als je ernaar wordt gevraagd. Negatief praten over de school zegt meer over jou dan over de school. * Praat niet over je stageadres met vrienden / kennissen. Doe dit alleen met je ouders / verzorgers en je stageleraar. * Noem in het stageverslag geen namen als dit niet nodig is, meneer X of mevrouw Y, vooral in de gezondheidszorg ( beroepsgeheim! ) 5

6 9. Toon initiatief: * Laat je handen wapperen * Handen uit de zakken * Sta niet te gapen * Vraag: Kan ik dit zal ik alvast 10. Denk na voordat je begint. Denk ook na voordat je iets zegt. 11. In de verzorging: * Sta niet te gapen als iemand in een zorgcentrum of ziekenhuis wordt gewassen. * Vraag of je er bij kan en mag komen: "Vindt u het goed als ik erbij blijf?" 12. Heb respect voor ouderen, zieken. 13. Toon belangstelling, ook voor je collega's. 14. Zeg je mening, ben duidelijk: "Vandaag was hartstikke leuk." "Daar heb ik moeite mee." "Ik vind het fijn om " "Dat ligt me niet zo." 15. Blijf positief en enthousiast. Gedraag je volwassen maar niet : "Ik ben moe" "Ik heb geen zin meer" "Moet dat nou echt?" "Moet ík dat opruimen? Heb ik toch niet vuil gemaakt!" 16. Telefoonnummer stagecoördinator: A.Kors: of (na uur) 0032 (0) Kom op tijd! 18. Als je ziek bent: Altijd direct doorgeven: * aan school * aan bedrijf, instelling of gezin waar je stage loopt. 6

7 19. Je vertegenwoordigt op het stageadres jezelf, je ouders/verzorgers en je school. Dat is jouw verantwoordelijkheid. Algemene tips voor het stageverslag: Je maakt een stageverslag omdat je daardoor meer kennis krijgt van de stageplaats waar je werkt. Ook leer je wat beter naar jezelf kijken. Maar het maken van een algemeen verslag kan best moeilijk zijn. Daarom een aantal algemene tips voor het maken van je stageverslag: Wacht niet tot het einde van je stageperiode met het uitwerken van de vragen en opdrachten maar doe iedere dag wat. Als je iets niet goed begrijpt kan je het tijdens de stage nog vragen. Neem altijd pen en papier mee naar je stage adres, zodat je tijdens je werkzaamheden aantekeningen kunt maken. Gebruik blaadjes die in een 23-rings band passen. Gebruik in je verslag ook plaatjes of foto s maar alleen wanneer ze zinvolle informatie geven. Denk aan informatie materiaal dat je op je stageplaats ontvangt. Het stageverslag wordt gecontroleerd door je stage begeleid(st)er op de stage plaats en door je stageleraar. Beide personen beoordelen dus je stageperiode! 7

8 Handleiding voor het maken van een verslag Het is de bedoeling dat je van je stageperiode een verslag maakt. Het verslag bestaat uit 5 delen, aangevuld met bijvoorbeeld foto s, folders, e.d. Deel 1: Een interview met je stagebegeleid(st)er: Deel 2: Dagverslagen. Maak na elke dag een kort verslag; wat je gedaan hebt, met wie, waar je naar toe bent geweest, wat er verder gedaan moest worden, etc. Deel 3: Een persoonlijk verslag. (Zie beoordeling van jezelf en je werkzaamheden en zelf beoordelingsformulier) Dit onderdeel maak je natuurlijk al tijdens je stage periode, maar sommige vragen kun je pas aan het einde van je stage beantwoorden. Deel 4: Stageboekje met daarin eindbeoordelingsformulier stagebegeleid(st)er Deel 5: Een verslag van het bedrijf, instelling of gezin waar je stage loopt. Dit doe je natuurlijk tijdens je stageperiode, soms tijdens b.v. de pauzes op de stage plaats en soms thuis. Zorg ervoor dat je regelmatig een paar onderdelen uitwerkt. Inleveren: In overleg met je stagebegeleid(st)er, lever je na de stage op een bepaalde datum het stageverslag in. Denk er ook even aan je stageverslag te laten zien op het stage adres vóór je het op school inlevert!! 8

9 Interview met je stagebegeleid(st)er. Je hebt in het bedrijf, instelling of gezin te maken met een man of vrouw die zegt wat je moet doen of die jou helpt. Dit is je stage begeleid(st)er. Je kunt deze man of vrouw allerlei vragen stellen, allemaal dingen die jij wilt weten over bijvoorbeeld het werk. Denk eens goed na over wat je wilt weten. Zet de vragen thuis op een vel papier en laat ruimte over om de antwoorden in te vullen. Om je te helpen hebben we al een aantal vragen verzameld. Kies zelf de vragen uit die jij belangrijk vindt. Mogelijke vragen voor het interview: 1. Hoe bent u in dit werk terecht gekomen? 2. Hoe lang werkt u hier al? 3. Heeft u een speciale opleiding gevolgd om dit werk te kunnen doen? 4. Wat houdt uw functie precies in? (Hoe ziet een dag of week eruit?) 5. Kunt u zeggen of u een lichte of zware baan heeft? 6. Kunt u drie positieve dingen zeggen over dit bedrijf, instelling of gezin? 7. Is er ook iets dat u veranderd zou willen zien in dit bedrijf, instelling of gezin? 8. Hoeveel uur is uw werkweek? 9. Heeft u nog andere stagiaires? 10. Waarom vindt u het belangrijk dat er in het bedrijf, instelling of gezin stagiaires zijn? 11. Wat verwacht u zeker van stagiaires? 12. Bedenk zelf nog een vraag. 9

10 Het dagverslag Maak van elke stagedag een kort verslag. * Beschrijf de werkzaamheden die je hebt gedaan. * Heb je dingen moeten uitvoeren die je niet aankon. Welke zaken waren dat? Waarom lukte het niet? * Heb je complimenten gekregen omdat je iets goed deed? Welke? Waarom ging het werk je goed af? * Heb je aanwijzingen gekregen die je voor de volgende keer moet onthouden? * Beëindig elk dagverslag met een conclusie. Was het een goede of een slechte dag? Kijk kritisch naar jezelf. 10

11 Beoordeling van jezelf en je werkzaamheden 1. Welke werkzaamheden heb je in deze stageperiode geleerd? 2. Hoe vind je dit werk? Leg uit waarom je dat vindt. 3. Welke dingen heb je goed gedaan en kun je goed? 4. Waarmee heb je nog moeite en wat vind je moeilijk om te doen? 5. Kun je voorbeelden noemen van dingen die je uit jezelf hebt gedaan, zonder dat iemand het hoefde te vragen of te zeggen? 6. Ben je vooruit gegaan in: - Zelfstandigheid, leg uit waarom? - Werktempo, hoe merk je dat je vooruit bent gegaan? - Nauwkeurigheid, geef voorbeelden waaruit dat blijkt. - Iets durven vragen, geef hiervan een duidelijk voorbeeld - Je omgang met anderen 7. Wat kan er veranderd of verbeterd worden aan de begeleiding tijdens de stage? 8. Wat kan er veranderd of verbeterd worden aan de begeleiding vanuit school? 9. Zijn er nog dingen die je over dit beroep op school zou willen leren? 10. Wil je later in dit beroep verder gaan? Leg dit uit. 11

12 Zelfbeoordelingsformulier. (vóór het eindgesprek) Vul dit formulier in aan het eind van je stage, vóór het eindgesprek. Kruis het hokje aan dat van toepassing is. Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Op de lijntjes kun je zelf een antwoord invullen. 1. Het werk dat me werd opgedragen deed ik: goed redelijk goed niet zo goed 2. Bij het uitvoeren van de opdrachten: werkte ik redelijk zelfstandig had ik veel begeleiding nodig ik kon het opgedragen werk moeilijk aan 3. Het werk deed ik: met veel plezier met plezier met weinig plezier 4. Het opgedragen werk deed ik: keurig netjes netjes slordig 5. Het werk deed ik: vlug langzaam in normaal tempo 12

13 6. Ik vind dat ik: veel initiatief getoond heb (zelf iets ondernemen, ideeën naar voren brengen) soms wel initiatief getoond heb weinig initiatief getoond heb 7. Op mijn stageadres was ik: meestal te vroeg altijd keurig op tijd soms te laat 8. Tijdens de stage verzuimde ik: nooit keer 9. Ik zag er iedere dag: keurig netjes uit netjes uit soms wat slordig uit 10. Ik vind dat ik: vanaf het begin heel goed meedraaide op het stageadres gaandeweg steeds beter mee ging draaien eigenlijk niet leuk meedraaide in het bedrijf 13

14 11. Met mijn collega s kon ik: heel goed opschieten wel aardig overweg niet zo best opschieten 12. Met het leidinggevend personeel kon ik: heel goed opschieten wel aardig overweg niet zo best opschieten 13. Als er problemen waren werd ik door mijn collega s opgevangen: prima goed niet goed 14. Ik vind dat ik tijdens deze stage: een goed beeld heb gekregen van dit werk nog geen goed beeld heb gekregen van dit werk helemaal geen goed beeld heb gekregen van dit werk 15. Deze stage is mij als voorbereiding op mijn beroep: goed bevallen tegengevallen niet goed bevallen 14

15 16. Ik vind dat er volgende keer in de voorbereiding op de stage aandacht besteed moet worden aan: 15

16 Eindbeoordeling van de stage. Deze lijst moet worden ingevuld door de stagebegeleid(st)er. Plaats een kruisje in de betreffende kolom. Verklaring beoordeling: 0 = niet voorgekomen = onvoldoende +/- = twijfelachtig * = voldoende ** = goed Het werken van de leerling tijdens de stage 0 +/- * ** 1. Hygiënisch werken met materialen 2. Werkzaamheden afmaken 3. Uitvoeren van werkzaamheden 4. Werk zien 5. Samenwerken 6. Collega s helpen 7. Organisatie van het eigen werk 8. Veilig werken 9. Tempo Het leren van de leerling tijdens de stage 0 +/- * ** 1. Past zich aan, aan de manier van werken in het bedrijf, instelling of gezin 2. Begrijpt de instructies en handelt ernaar 3. Iets nieuws wordt snel aangeleerd 4. Kritiek wordt aanvaard 5. Kritiek leidt tot gewenste verandering 6. De leerling voelt zich verantwoordelijk voor opdrachten 7. Past theoretische kennis toe 16

17 Persoonlijkheid van de leerling tijdens de stage 0 +/- * ** 1. Zelfstandigheid 2. Leiding aanvaarden 3. Bereidheid tot luisteren 4. Stelt vragen 5. Vriendelijk naar collega s 6. Vriendelijk naar cliënten 7. Taalgebruik 8. Omgangsvormen Aanvullende opmerkingen: Vraag: Hoe beoordeelt u de motivatie van de leerling om te werken in deze sector? Ingevuld door: functie: Datum: Handtekening: 17

18 Aftekenen (verplicht) Dit stageverslag moet na de stage ook op het stage adres worden afgetekend. Je stagebegeleid(st)er kan op deze manier zien hoe je verslag is geworden en je kunt nog eens nabespreken hoe je het vond. Naam stage adres: Naam stagebegeleid(st)er: Datum: Handtekening: 18