Observeren in de onderwijsleersituatie

Transcriptie

1 1. PRESENTATIE VAN HET KIND Observeren in de nderwijsleersituatie - Lichamelijk vrkmen - Mtriek - Spraak - Taal 2. KIND IN DE LEERSITUATIE - ALGEMEEN - Betrkkenheid (actief meezeken, meewerken, pgaan in het klasgebeuren, ) - Aandacht en cncentratie Huding Afhankelijk van het vak (bv rekenen versus taal) Afhankelijk van het mment (bv vlak vr de speeltijd, einde van de dag) Afhankelijk van het srt pdracht (luisteren, meevlgen, kijken, schrijven, met materiaal, ) Duur van de aandacht spanne Externe f interne afleiding - Taakhuding en taakspanning Nauwkeurig f slrdig Zelfstandigheid Snelheid Taakbetrkkenheid, taakspanning - Strend gedrag in de klas Prullen, babbelen, anderen lastig vallen Thmas Mre Hilde Raets CLB Vademecum basisnderwijs 14/10/2013l

2 3. KIND IN DE LEERSITUATIE SPECIFIEK - Afhankelijk van de hypthesen/nderzeksvraag. 4. KIND IN RELATIE MET DE LEERKRACHT Pedaggische aanbd van de leerkracht en pedaggische vraag van het kind Aandacht Aanbd Belangstelling tnen De leerkracht heeft g vr de kinderen / het kind. Hij luistert actief, is psitief en betrkken Fysiek cntact maken Aandacht vragen Fysiek cntact zeken Negeren van aandacht Hulp Aanbd Infrmeren Structureren Hulp bieden Tijdens het maken van pdrachten wrdt hulp/begeleiding gegeven De leerkracht lpt tijdens de verwerking dr de grep De leerkracht laat leerlingen merken dat hij beschikbaar is en dat hij naar hen luistert De leerkracht laat leerlingen elkaar helpen De leraar stimuleert samenwerking tussen leerlingen Verbaal hulp vragen Nn-verbaal hulp vragen Thmas Mre Hilde Raets CLB Vademecum basisnderwijs 14/10/2013l

3 Grenzen Aanbd Aangeven Afspreken Opleggen Er zijn duidelijke klasregels, afspraken en grenzen met betrekking tt: Wat te den als ze klaar zijn met een pdracht Het gebruik van heken, kasten en andere materialen Het binnenkmen en verlaten van het klaslkaal Het vragen van hulp aan de leraar Het antwrden in de klas De leerkracht hanteert de gedragsregels cnsistent en ze is daarin vrspelbaar. De regels en grenzen zijn duidelijk vr de leerlingen. Het kind kent de regels Het kind respecteert de regels Uittesten Direct f indirect grenzen vragen Overtreden Sanctineren Aanbd Straffen De leraar stpt ngewenst gedrag direct De leraar spreekt bij ngewenst gedrag de juiste leerling(en) aan Belnen De leraar geeft gerichte en cncrete cmplimenten aan leerlingen, hij prijst leerlingen bij een ged antwrd en geeft geen negatieve feedback De leraar prijst en belnt het gewenste gedrag direct Negeren Het kind ervaart een belning als een belning en een straf als een straf. Belning negeren, weigeren Thmas Mre Hilde Raets CLB Vademecum basisnderwijs 14/10/2013l

4 5. KIND IN RELATIE MET DE ANDERE KINDEREN - Integratie in de grep Wrdt het kind aanvaard dr de grep Welke plaats neemt het kind in? - Manifestatie in de grep Clwn, ppulair, veeleisend, ngeïnteresseerd, dminant, nderdanig, - Cntact Zekt kind cntact? Met wie (jnger, uder, zwakke f sterke figuren, ), Geeft het kind hulp aan anderen? Zeken anderen cntact met het kind? 6. DIDACTISCHE KWALITEITEN VAN DE LEERKRACHT Vakkennis Didactische vaardigheden Greperingsvrmen De les is ged vrbereid dr de leraar. De leerkracht maakt een ged vrbereide indruk. De leerkracht heeft een gede vakinhudelijke kennis met betrekking tt de gegeven leerstf. De inhud van de les sluit aan bij de vrkennis en het niveau van de leerlingen. Het temp van de les is afgestemd p de leerlingen (niet te snel, niet te traag). De leraar geeft p een duidelijke, gestructureerde manier les: De leraar gebruikt kernbegrippen als kapstk vr de structurering van de les De les is stapsgewijs pgebuwd met verbanden (zals rzaak en gevlg; middel en del) en cncrete vrbeelden De leraar neemt tijd m zaken te herhalen, pnieuw uit te leggen De leraar geeft regelmatig een samenvatting f laat deze geven dr een leerling De leraar cntrleert f de nieuwe lesstf begrepen is De leraar verdeelt de lesactiviteit in verzichtelijke blkken De vergangen tussen lesactiviteiten verlpen gestructureerd en vlt. De les wrdt nauwelijks nderbrken. Thmas Mre Hilde Raets CLB Vademecum basisnderwijs 14/10/2013l

5 Variatie in instructie en greperingsvrmen: De leraar hanteert delgericht verschillende greperingsvrmen (individueel, in kleine grep, in grte grep, ). De leraar brengt variatie aan in instructie: dceren, vragen stellen, grepswerk, casus, brdschema, vrbeelden, audi-visueel materiaal, De leraar zrgt ervr dat deze didactische werkvrmen aansluiten bij het del en dat ze vldende uitdaging bevatten. Stellen van vragen: De leraar geeft zveel mgelijk alle leerlingen een beurt. Hij stelt vragen die leerlingen kunnen beantwrden. De leraar geeft leerlingen de tijd m een antwrd te geven, hij is geduldig. De leraar daagt leerlingen uit tt meedenken en meebeslissen De leraar geeft leerlingen ruimte m eigen pvattingen, ervaringen en ideeën in te brengen Opdrachten De pdrachten zijn een vervlg p wat de leraar heeft uitgelegd. Hij geeft precies aan wat de leerlingen meten den en waarm De zelfstandig uit te veren pdrachten zijn ged gerganiseerd. De pdrachten vr de leerlingen zijn duidelijk uitgelegd en afgestemd p het te bereiken del. De pdrachten zijn afgestemd p wat ze kunnen en p hun interesses en sterke kanten. Materialen: De materialen en hulpmiddelen zijn aantrekkelijk en geschikt vr het te bereiken del Er is vldende materiaal aanwezig De leerlingen kunnen de leraar en het brd ged zien De leraar kan de verschillende grepsactiviteiten ged verzien; hij kan alle leerlingen zien Het is een uitndigende, fijne klas, aangepast aan de leeftijd Thmas Mre Hilde Raets CLB Vademecum basisnderwijs 14/10/2013l