MEDEDELING. Het ondersteunend personeel vanaf Inhoud. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Transcriptie

1 Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel MEDEDELING referentienr. : M-VVKSO datum : gewijzigd : contact : Dienst Personeel en schoolbeheer, dps.vvkso@vsko.be, Het ondersteunend personeel vanaf Inhoud 1 Inleiding en reglementering Het ondersteunend personeel binnen de globale puntenenveloppe Diploma, puntenwaarde en salarisschaal Voor een goed begrip Puntenwaarde en barema in een vacante betrekking Niet-vacante betrekking Statutaire rechten in ambt of in betrekking Onderscheid tussen ambt en betrekking Opbouw van dienstanciënniteit i.f.v. recht op TADD Aanstelling voor doorlopende duur Vacantverklaring en vaste benoeming Mutatie en nieuwe affectatie Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking Reaffectatie en wedertewerkstelling Betrekkingen op niveau van de scholengemeenschap Het oprichten van betrekkingen in de scholen Verplichte instandhouding van de betrekkingen van de vastbenoemden Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking Oprichten van tijdelijke betrekkingen Reaffectatie en wedertewerkstelling Puntenwaarde bij reaffectatie of wedertewerkstelling in een vacante betrekking Wedertewerkstelling vanuit een andere personeelscategorie Wedertewerkstelling bij terbeschikkingstelling na uitspraak van Medex of in het kader van re-integratie Terbeschikkingstelling na Medex-uitspraak in het kader van arbeidsongeval of beroepsziekte Medex-uitspraak (geen arbeidsongeval of beroepsziekte) of re-integratie: terbeschikkingstelling ingegaan tussen 1 augustus 2012 en 31 augustus Situatie vanaf 1 september

2 2 8 Aanstelling van tijdelijke personeelsleden Tijdelijke aanstelling in een vacante betrekking Tijdelijke aanstelling in een niet-vacante betrekking Vaste benoeming in de ambten van ondersteunend personeel Toekennen van een hogere salarisschaal Bevordering van een vastbenoemd personeelslid Gemeenschappelijke bepalingen bij de bevordering van een vastbenoemd personeelslid Bevordering van een vastbenoemd personeelslid op basis van zijn hoger diplomaniveau Bevordering van een vastbenoemd personeelslid tot barema Toekennen van een hogere salarisschaal aan een tijdelijk personeelslid Toekennen van een hogere salarisschaal bij nieuwe aanstelling van een tijdelijk personeelslid Interimaris met hogere puntenwaarde en salarisschaal dan de titularis Tijdelijk andere opdracht Welke betrekkingen komen in aanmerking als tijdelijk andere opdracht? Volume van het verlof voor TAO TAO ter vervanging van een titularis met salarisschaal Vrijkomen van punten in de loop van het schooljaar Vrijkomen van punten door een halftijds of voltijds ontslag Vrijkomen van punten door opname van een kwart bonus Prestatie- en vakantieregeling Prestatieregeling Vakantieregeling Dienstonderbrekingen Inzetbaarheid binnen de scholengemeenschap Vergelijking tussen de ambten van opvoeder en administratief medewerker Overeenkomsten Verschilpunten Bezoldiging tijdelijke personeelsleden in de zomervakantie Vervanging in een niet-vacante betrekking Aanstelling van een tijdelijk personeelslid in een vacante betrekking in de zomervakantie Opbouw van anciënniteit De gewone loopbaanonderbreking Omstandigheidsverlof Vakantieregeling Administratieve verwerking Arbeidsovereenkomst Ambtscodes... 30

3 3 1 Inleiding en reglementering Deze Mededeling heeft niet de bedoeling om alle regelgeving in verband met het ondersteunend personeel exhaustief te behandelen, maar dient gelezen te worden als aanvulling bij de Ministeriële omzendbrief PERS/2009/07 die hierna wordt vermeld. Ze geeft bijkomende toelichting en behandelt situaties die niet in die omzendbrief zijn opgenomen. De reglementering i.v.m. het ondersteunend personeel is vastgelegd in volgende wetteksten en omzendbrieven: art. 23 tot 31 van de Codex Secundair Onderwijs. > rubrieken > wetgeving > secundair onderwijs > codex secundair onderwijs > 17/12/2010. art. 36ter, 36quater, 36novies en 44 van het decreet Rechtspositie Personeelsleden Gesubsidieerd Onderwijs van 27 maart 1991, zoals gewijzigd. > rubrieken > wetgeving > personeel > administratief statuut > gesubsidieerd onderwijs (uitsluitend). Besluit van de Vlaamse regering van 4 september 2009 betreffende de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs. > rubrieken > wetgeving > secundair onderwijs > normen. Besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2011 betreffende de regeling van de jaarlijkse vakantie voor de administratief medewerker en voor bepaalde personeelsleden van het administratief personeel in het onderwijs. > rubrieken > wetgeving > personeel > administratief statuut > gemeenschaps- en gesubsidieerd onderwijs > Administratief, meesters-,vak- en dienstpersoneel. Ministeriële omzendbrief PERS/2009/07 "Het ondersteunend personeel in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs" zoals gewijzigd op 2 juli > rubrieken > omzendbrieven > secundair onderwijs > personeel > ondersteunend personeel. Ministeriële omzendbrief PERS/2011/01 Vakantieregeling voor de administratief medewerker en voor bepaalde personeelsleden van het administratief personeel. > rubrieken > wetgeving > personeel (niveau-overschrijdend) > vakantieregeling. Art. 18 van het Algemeen reglement van het gesubsidieerd personeel van het katholiek onderwijs (M- VVKSO ), dat werd bekrachtigd bij Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli > rubrieken > wetgeving > personeel > administratief statuut > gesubsidieerd onderwijs (uitsluitend). 2 Het ondersteunend personeel binnen de globale puntenenveloppe Van de globale puntenenveloppe zijn er geen punten specifiek voorbehouden voor het ondersteunend personeel: deze omkaderingsmiddelen zijn sinds opgenomen in de globale puntenenveloppe, samen met de middelen voor taak- en functiedifferentiatie (leraar, godsdienstleraar) en de omkaderingsmiddelen voor de selectie- en bevorderingsambten 1 (technisch adviseur, technisch adviseur-coördinator, adjunct-directeur en coordinator deeltijds bso). Weliswaar worden deze punten gegenereerd overeenkomstig de parameters waarin de vroegere criteria voor de verschillende ambten (ondersteunend personeel; TA en TAC; adjunct-directeur; taak- en functiedifferentiatie ) nog duidelijk herkenbaar zijn. Binnen de globale enveloppe zijn alle punten echter ongekleurd: er is m.a.w. geen relatie meer tussen de parameter waarbinnen de punten gegenereerd zijn, en het ambt waarvoor ze kunnen worden gebruikt. Punten die bv. zijn verworven dank zij de samenvoeging van rest-uren praktische vakken 1 De betrekking van directeur die inherent is aan de school valt buiten de globale puntenenveloppe.

4 4 mogen even goed worden aangewend voor het ondersteunend personeel als voor een betrekking van technisch adviseur. Punten die zijn gegenereerd volgens de parameter "ondersteunend personeel" mogen even goed worden gebruikt voor een betrekking van adjunct-directeur als voor het ondersteunend personeel. In onze Mededeling "De globale puntenenveloppe", M-VVKSO wordt nader toegelicht hoe de scholengemeenschap een voorafname kan doen van de globale puntenenveloppe, hoe de overige punten worden verdeeld onder de scholen van de scholengemeenschap, en welke verplichtingen de scholen moeten nakomen met de punten die ze krijgen. 3 Diploma, puntenwaarde en salarisschaal Voor de ambten van opvoeder en administratief medewerker in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs geldt vanaf het schooljaar onderstaande regeling voor de verhouding tussen puntenwaarde, diploma en salarisschaal. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen vacante betrekkingen en interimbetrekkingen. 3.1 Voor een goed begrip A. Tot in werden de diplomavereisten in het ondersteunend personeel aangeduid met drie afgebakende niveaus van bekwaamheidsbewijs; hogere of lagere diploma s werden daar niet onder begrepen. Onder niveau bachelor bv. vielen tot in niet de diploma s van secundair onderwijs noch die van master. Vanaf worden de diplomaniveaus voor het ondersteunend personeel aangeduid met ten minste HSO, ten minste bachelor en ten minste master. Onder deze niveaus wordt het volgende begrepen: onder ten minste HSO vallen ook de diploma s van bachelor en master. Meer bepaald gaat het om alle studiebewijzen die in het Besluit van de Vlaamse regering 2 van 14 juni 1989 zijn opgesomd in art. 6 1 punt 1 t.e.m. 56bis, evenals de studiebewijzen ASBO, HSBO, HSTO en HSKO (zie art. 7 1 punt 20 tot 25 van dat besluit). Ten minste HSO is ruimer dan een diploma secundair onderwijs: ook bv. een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad bso valt daaronder. onder ten minste bachelor valt ook het diploma van master; meer bepaald gaat het om alle studiebewijzen die in datzelfde Besluit zijn opgesomd in art. 6 1 punt 1 t.e.m. 42; onder ten minste master valt enkel het diploma van master of vergelijkbaar; meer bepaald gaat het om de studiebewijzen opgesomd in art. 6 1 punt 1 t.e.m. 11 van dat Besluit. Enkele personeelsleden hebben geen diploma ten minste HSO, maar hebben in 1998 of in 2001 overgangsmaatregelen verkregen voor het ambt van opvoeder OF voor dat van administratief medewerker (en enkel voor dat ene ambt). B. De exacte bedragen van de salarisschalen vindt u via het surfpad > weddeschalen > huidige versie, ofwel via de link: C. Alle studiebewijzen ten minste HSO (en dus ook de hogere studiebewijzen) zijn gerubriceerd als vereist bekwaamheidsbewijs voor de ambten van opvoeder en administratief medewerker. D. Een aantal personeelsleden hebben op 1 september een concordantie (en eventueel overgangsmaatregelen) verkregen. Het gaat nl. om de personeelsleden die op 30 juni 2001 vastbenoemd waren of tijdelijk waren aangesteld in een vacante betrekking van het toenmalige administratief personeel of het opvoedend hulppersoneel. Daarbij werden hun barema en hun puntenwaarde vastgelegd voor het ambt van opvoeder of voor 2 link: 3 Voor het gewoon secundair onderwijs: 2001; voor het buso: 2006.

5 5 dat van administratief medewerker. Deze concordantie kan afwijken van het barema of de puntenwaarde die ze volgens de organieke regeling zouden genieten op basis van hun bekwaamheidsbewijs. Zie hiervoor de bijlage bij de Ministeriële omzendbrief PERS/2009/07. Deze personeelsleden behouden voor dat bepaalde ambt de salarisschaal en de puntenwaarde die op dat ogenblik werden vastgelegd. Een concordantie is persoonsgebonden en primeert altijd op het bekwaamheidsbewijs bij het vaststellen van de puntenwaarde en de salarisschaal voor dat ambt. Het personeelslid kan echter wel op basis van zijn bekwaamheidsbewijs worden bevorderd tot een hoger barema en dan ook een hogere puntenwaarde: zie punt 10 van deze Mededeling. 3.2 Puntenwaarde en barema in een vacante betrekking Bij het oprichten van een vacante betrekking in het ondersteunend personeel bepaalt het schoolbestuur het ambt (opvoeder ofwel administratief medewerker) en de puntenwaarde ervan. Een vacante betrekking in deze ambten kan enkel voltijds ofwel halftijds worden opgericht; een titularis kan m.a.w. niet voor een ander volume worden aangesteld. (Enige uitzondering: wanneer een titularis een kwart bonus opneemt in het kader van terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen: zie punt 12.1). Uit de puntenwaarde volgt dan het minimale diplomaniveau dat het personeelslid dient te bezitten evenals het barema waaraan het zal worden bezoldigd: puntenwaarde van de betrekking diploma en salarisschaal van de titularis 63 punten (voltijds) 31,5 punten (halftijds) ten minste HSO barema 202 ten minste bachelor barema 202 ten minste master barema punten (voltijds) 41 punten (halftijds) ---- ten minste bachelor barema 158 ten minste master barema punten (voltijds) 60 punten (halftijds) ten minste master barema 542 Dit betekent dat het vanaf mogelijk is om de titularis van een betrekking van opvoeder of administratief medewerker ofwel op zijn hoogste diplomaniveau aan te stellen, ofwel op een lager diplomaniveau met dienovereenkomstige puntenkost en salaris, althans indien het personeelslid de aanstelling in de aangeboden betrekking aanvaardt. Zo kan bv. een master tijdelijk worden aangesteld als titularis van een betrekking van 120 punten ofwel van 82 ofwel van 63 punten. Het personeelslid zal daarbij echter telkens aan een ander (lager) barema bezoldigd worden: barema 542 ofwel 158 ofwel 202. Een zelfde personeelslid kan zelfs in een zelfde ambt in twee halftijdse betrekkingen met verschillende puntenwaarde worden aangesteld in dezelfde school (bv. een bachelor in een betrekking van opvoeder: halftijds aan 31,5 punten + halftijds aan 41 punten). Ondanks deze mogelijkheid bevelen we aan om het barema en dus ook de puntenwaarde toch zo veel als mogelijk af te stemmen op het hogere diploma van de tijdelijke titularis. Het kan niet de bedoeling zijn om het puntenverlies t.g.v. het aanwendingspercentage volledig af te wentelen op de tijdelijke titularissen door hen voor de keuze te plaatsen tussen een veel te laag barema of jobverlies. Een gereaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid wordt evenwel bezoldigd aan het barema waarin het vastbenoemd is en ter beschikking is gesteld, ook als het een betrekking van een lagere puntenwaarde toegewezen heeft gekregen. Reaffectatie of wedertewerkstelling in een vacante betrekking dient echter bij voorrang te gebeuren in een vacante betrekking van dezelfde puntenwaarde als de TBS/OB er: zie punten 13 en 14 van de Reaffectatiemededeling M-VVKSO Voor het in dienst houden of nemen van vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden betekent dit het volgende:

6 6 Een personeelslid dat reeds vastbenoemd is, behoudt de puntenwaarde en de salarisschaal waaraan het benoemd is. Een personeelslid dat heeft gekandideerd voor benoeming in een betrekking van een lagere puntenwaarde (bv. een master die kandideert voor benoeming in een betrekking van 82 of 63 punten), kon daarin nog niet worden benoemd op 1 juli 2015, aangezien toen nog een andere regeling van kracht was (zie 3.1.A). Indien hij echter tijdig gekandideerd heeft en op 30 september in de scholengemeenschap voor doorlopende duur is aangesteld in het ambt (opvoeder resp. administratief medewerker), kan hij wél benoemd worden op 1 oktober 2015, voor zover de betrekking dan nog vacant is. Een master of bachelor die reeds vóór 1 september 2015 voor doorlopende duur was aangesteld als titularis van een vacante betrekking (120 punten resp. 82 punten), blijft daarin aangesteld indien zijn betrekking blijft bestaan. Als een betrekking van een andere puntenwaarde wordt opgericht, is dat een andere betrekking 4, die desgevallend moet worden aangeboden aan TADD ers die op basis van hun deeltijdse vaste benoeming in de scholengemeenschap een hoger voorrangsrecht hebben. Een vacante betrekking van 63 punten moet worden aangeboden aan alle personeelsleden die recht hebben op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur in dat bepaalde ambt (opvoeder ofwel administratief medewerker) en een bekwaamheidsbewijs ten minste HSO (of hoger) hebben. Ook TADD ers die een diploma van bachelor of master bezitten, hebben ten minste HSO, en kunnen dus voorrangsrecht laten gelden op een betrekking van 63 punten. Dezelfde redenering geldt voor een vacante betrekking van 82 punten: die moet worden aangeboden aan de TADD ers voor dat bepaalde ambt die een diploma ten minste bachelor hebben, dus ook aan de TADD ers die een diploma van master hebben. Een vacante betrekking van 120 punten moet enkel worden aangeboden aan de TADD ers voor dat bepaalde ambt die een diploma ten minste master bezitten. 3.3 Niet-vacante betrekking puntenwaarde van de titularis diploma en salarisschaal van de interimaris 63 (of 31,5) punten ten minste HSO barema (of 41) punten ten minste HSO barema (of 60) punten ten minste HSO barema 202 ten minste bachelor barema 202 ten minste bachelor barema 158 ten minste bachelor barema 158 ten minste master barema 202 ten minste master barema 158 ten minste master barema 542 De salarisschaal van een interimaris kan m.a.w. niet hoger zijn dan de salarisschaal die overeenstemt met zijn eigen diplomaniveau en evenmin hoger dan de salarisschaal die overeenstemt met de puntenwaarde van de titularis, d.i. het personeelslid dat in die betrekking is aangesteld in administratieve toestand 4 (vastbenoemd) of administratieve toestand 2 (tijdelijke titularis). Vanaf heeft het schoolbestuur reglementair wel de mogelijkheid om de interimaris een hoger barema toe te kennen dan de titularis, door de puntenwaarde van de betrekking te verhogen. Zie verder punt 10.2 van deze Mededeling. Een gereaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid wordt bezoldigd aan het barema waarin het vastbenoemd is en ter beschikking is gesteld, ook als het een betrekking van een lagere puntenwaarde toegewezen heeft gekregen. 4 Dat een betrekking van een andere puntenwaarde een andere betrekking is, werd door AgODi bevestigd op het informeel overleg met de onderwijskoepels en de vakorganisaties op 18 juni 2015.

7 7 Wanneer een opvoeder of administratief medewerker die vastbenoemd is aan barema 106 wordt vervangen door een personeelslid dat in die interim is aangesteld bij wijze van tijdelijk andere opdracht (d.w.z. via een verlof voor TAO vanuit zijn eigen vastbenoemde betrekking), wordt ook de vervanger-via-tao bezoldigd aan barema 106. Deze regeling bestond reeds eerder, en blijft ook na 1 september 2015 van toepassing. Zie punt 11 van deze Mededeling. Voor het in dienst houden of nemen van vervangers betekent dit het volgende: Een personeelslid dat reeds vóór 1 september 2015 voor doorlopende duur was aangesteld als vervanger van een titularis wiens afwezigheid doorloopt, blijft aangesteld in diezelfde interimbetrekking. Vanaf 1 september 2015 zal hij bezoldigd worden volgens bovenstaande principes, tenzij hij zelf ontslag geeft uit die betrekking. Bij het aanbieden van een niet-vacante betrekking aan de TADD ers kan geen onderscheid worden gemaakt volgens hun diploma: alle TADD ers met ten minste HSO kunnen binnen hun ambt (opvoeder ofwel administratief medewerker) voorrang laten gelden op elke niet-vacante betrekking ter vervanging van een titularis van 63 of 82 of 120 punten. In vergelijking met de voorgaande schooljaren is hier dus geen wijziging wat betreft het voorrangsrecht, maar in een aantal gevallen wel wat betreft het barema waaraan de interimaris zal worden bezoldigd. 4 Statutaire rechten in ambt of in betrekking 4.1 Onderscheid tussen ambt en betrekking In het gewoon secundair onderwijs is er maar één ambt van opvoeder en één ambt van administratief medewerker. Voor de toepassingen van het decreet Rechtspositie (TADD, benoeming, mutatie e.d.) wordt een onderscheid gemaakt tussen de ambten in het gewoon secundair onderwijs en die in het buitengewoon secundair onderwijs. Voor de reaffectatiewerkzaamheden wordt er echter géén onderscheid gemaakt tussen gewoon en buitengewoon so Bij de definitie van een vacante betrekking hoort ook het diplomaniveau, m.a.w. de puntenwaarde: 63 punten, 82 punten of 120 punten. Aldus worden de betrekkingen (zelfs binnen hetzelfde ambt) nog onderscheiden naargelang de puntenwaarde die aan de vacante betrekking wordt toegekend: een betrekking van opvoeder van 82 punten is een andere betrekking dan een van opvoeder van 63 of van 120 punten 5. Van de puntenwaarde die het schoolbestuur aan de betrekking toekent, hangt af welk diplomaniveau de titularis minstens moet bezitten, aan welk barema die titularis zal worden bezoldigd (zie reeds punt 3.2 van deze Mededeling) en in geval van vervanging: aan welk barema bij de interimaris maximaal zal worden bezoldigd (zie punt 3.3). Hierna lichten we toe voor welke ambten resp. betrekkingen de statutaire rechten van personeelsleden gelden. 4.2 Opbouw van dienstanciënniteit i.f.v. recht op TADD Om vanaf een bepaald schooljaar recht te kunnen laten gelden op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur, moet het personeelslid op 30 juni voordien in dat ambt de anciënniteit van 720 dagen hebben bereikt in de scholengemeenschap. Hierbij worden alle gesubsidieerde diensten in aanmerking genomen die de betrokkene heeft gepresteerd in het ambt van opvoeder resp. in dat van administratief medewerker. De puntenwaarde van de betrekking waarin de diensten zijn gepresteerd, heeft daarvoor geen belang. Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen gewoon en buitengewoon so. 5 Aldus bevestigd door AgODi op het informeel overleg tussen de overheid, de koepels en de vakorganisaties d.d. 18 juni 2015.

8 8 Zie verder punt 4 van de Mededeling Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur, M-VVKSO Voorbeeld Een master is drie volledige schooljaren aangesteld geweest in het ambt van opvoeder in een gewone secundaire school: een schooljaar in een betrekking van 63 punten, een schooljaar in een betrekking van 82 punten en een in een betrekking van 120 punten. Op het einde van die periode heeft hij daarmee de anciënniteit van 909 dagen in het ambt van opvoeder verworven. Mits kandidaatstelling heeft hij vanaf het volgende schooljaar recht op aanstelling voor doorlopende duur in het ambt van opvoeder: zie het volgende punt. 4.3 Aanstelling voor doorlopende duur Ook voor het recht op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur wordt een onderscheid gemaakt tussen gewoon en buitengewoon so. Een personeelslid dat recht heeft op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur in het ambt van opvoeder ofwel van administratief medewerker, kan dat recht laten gelden: voor alle vacante betrekkingen waarvoor de betrokkene ten minste het vereiste diplomaniveau heeft, ook op de betrekkingen van een lagere puntenwaarde. Een bachelor bv. heeft wel recht op TADD in een betrekking van 63 of 82 punten, maar niet in een van 120 punten; en voor alle niet-vacante betrekkingen in dat ambt, ongeacht de puntenwaarde ervan. Eenmaal een personeelslid voor doorlopende duur is aangesteld, blijft het daarin aangesteld. Aan die aanstelling komt o.a. in de volgende gevallen een einde van rechtswege: wanneer de titularis van de niet-vacante betrekking opnieuw in dienst komt;. wanneer de vacante betrekking het volgende schooljaar aan een andere puntenwaarde wordt opgericht, ook al gaat het om hetzelfde ambt. Indien er TADD ers zijn die door hun deeltijdse vaste benoeming hogere voorrangsrechten genieten, moet de betrekking aan hen worden aangeboden. Is dit niet het geval, dan kan de eerste TADD er enkel aangesteld blijven indien hij over een diploma beschikt van diplomaniveau dat overeenstemt met de nieuwe puntenwaarde, of van een hoger niveau. Zijn er geen TADD ers die (op basis van hun deeltijdse benoeming binnen de scholengemeenschap) hoger decretaal voorrangsrecht genieten, dan zal de eerder aangestelde TADD er allicht in dienst blijven, tenzij de betrokkene daaruit zelf ontslag zou geven. Voorbeeld Op 1 september 2015 wordt opvoeder A (bachelor) aangesteld voor doorlopende duur in een voltijdse vacante betrekking van 82 punten. Op 1 september nadien wordt in dezelfde school opnieuw een tijdelijke betrekking van opvoeder opgericht, maar nu aan 63 punten. De aanstelling van A in 82 punten eindigt van rechtswege op 31 augustus, omdat de betrekking vanaf dan niet meer wordt ingericht en dus niet meer subsidieerbaar is. De nieuwe betrekking van 63 punten moet worden aangeboden aan de TADD ers van de scholengemeenschap (onder wie opvoeder A), en bij voorrang aan de deeltijds vastbenoemde TADD ers. 4.4 Vacantverklaring en vaste benoeming Bij de vacantverklaring i.f.v. vaste benoeming vermeldt het schoolbestuur niet enkel het ambt, maar ook het vereiste diplomaniveau, d.w.z. de puntenwaarde van de betrekking. Benoeming op 1 juli of 1 oktober nadien is enkel mogelijk in hetzelfde ambt en aan dezelfde puntenwaarde. Ook een personeelslid dat een hoger diplomaniveau bezit, kan worden benoemd aan een lagere puntenwaarde. Hij zal dan echter worden bezoldigd aan het barema dat overeenstemt met die lagere puntenwaarde.

9 9 Om aanspraak te kunnen maken op vaste benoeming in het gewoon so, moet het personeelslid op 30 juni resp. 30 september in dat ambt in de scholengemeenschap voor doorlopende duur aangesteld zijn in het gewoon so. Een TADD-aanstelling in hetzelfde ambt (opvoeder OF administratief medewerker) volstaat daarbij; de puntenwaarde van de betrekking waarin het personeelslid voor doorlopende duur is aangesteld, heeft geen belang. Een TADD-aanstelling in het buitengewoon so laat echter geen benoeming in het gewoon so toe (of omgekeerd). Zie verder de Mededeling Vaste benoeming in wervingsambten, M-VVKSO , en vooral punt 7 ervan. Voorbeeld Op 15 april 2015 werd een betrekking van opvoeder 63 p. vacant verklaard; voor benoeming daarin werd gekandideerd door een TADD er met diploma bachelor. Op 1 juli kon dit personeelslid nog niet worden benoemd in die betrekking, omdat tot in een benoeming enkel mogelijk was in een betrekking van het overeenstemmende diplomaniveau. Indien dit personeelslid op 30 september is aangesteld voor doorlopende duur als opvoeder, kan hij op 1 oktober wél worden benoemd in de betrekking van 63 punten, voor zo ver die betrekking dan nog vacant is: ook zijn diploma van bachelor wordt vanaf begrepen onder het diplomaniveau ten minste HSO. Hij zal dan bezoldigd worden aan barema 202, d.w.z. aan een lager barema dan het barema dat overeenstemt met zijn diplomaniveau ten minste bachelor. 4.5 Mutatie en nieuwe affectatie Mutatie en nieuwe affectatie zijn mogelijk naar een betrekking in hetzelfde ambt (opvoeder ofwel administratief medewerker), ook in een betrekking van een andere puntenwaarde, voor zover het personeelslid ten minste het diplomaniveau heeft dat overeenstemt met de puntenwaarde van de nieuwe betrekking. Zoals bij elke mutatie of nieuwe affectatie is hierbij het akkoord van het personeelslid vereist, zeker als het daarbij een lagere puntenwaarde zou krijgen. Mutatie of nieuwe affectatie is niet mogelijk van het gewoon naar het buitengewoon so (of omgekeerd), en evenmin naar een ander onderwijsniveau (basis- of volwassenenonderwijs). Voorbeeld Een opvoeder met diploma bachelor die benoemd is aan 82 punten kan - mits akkoord tussen de betrokkene en het nieuwe schoolbestuur - een mutatie verkrijgen naar een betrekking van 63 punten (barema 202) of naar een van 82 punten (barema 158), maar niet naar een van 120 punten. 4.6 Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking Voor de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking worden alle betrekkingen van opvoeder (63, 82 of 120 punten) beschouwd als hetzelfde ambt. Evenzo worden alle betrekkingen van administratief medewerker als hetzelfde ambt beschouwd, ongeacht de puntenwaarde. De puntenwaarde van de vastbenoemden kan dus geen criterium zijn bij de terbeschikkingstelling. Zie verder punt 6.2 van deze Mededeling. 4.7 Reaffectatie en wedertewerkstelling Voor de volgorde waarin de reaffectaties en wedertewerkstellingen dienen te gebeuren, verwijzen we naar de punten 13 en 14.5 van de Reaffectatiemededeling M-VVKSO Bij reaffectatie en wedertewerkstelling wordt er géén onderscheid gemaakt tussen het gewoon en het buitengewoon so. Een personeelslid dat ter beschikking is gesteld in het gewoon so, kan wel een R/W in het buitengewoon so weigeren, tenzij het in het buso fungeerde op de vooravond van de terbeschikkingstelling: zie punt 17.4 van de Reaffectatiemededeling M-VVKSO Een personeelslid dat ter beschikking is gesteld in het buso kan echter geen R/W in het gewoon so weigeren.

10 10 5 Betrekkingen op niveau van de scholengemeenschap Vele scholengemeenschappen hebben in de voorbije jaren een strategisch beleid ontwikkeld ter ondersteuning van de individuele scholen. Afhankelijk van de lokale noden is de professionalisering in de scholengemeenschap tot stand gekomen door de invulling van specifieke beleidsfuncties. Stafmedewerkers van scholengemeenschappen hebben expertise opgebouwd in domeinen als preventie, personeelsbeleid, nascholing, boekhouding. Hun aanstelling kan worden gerealiseerd met een voorafname van de globale puntenenveloppe. De punten die de scholengemeenschap voorafneemt van de globale enveloppe, kunnen worden aangewend voor het school- of klasvrij stellen van een personeelslid en/of voor het oprichten van betrekkingen in om het even welk ambt dat kan voorkomen in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs. Aldus kunnen met deze voorafname voor de scholengemeenschap ook voltijdse of halftijdse betrekkingen van opvoeder of administratief medewerker worden opgericht met dezelfde puntenwaarden en diplomavereisten als voor de betrekkingen die worden opgericht in de scholen. Specifiek voor de betrekkingen die worden opgericht met de voorafgenomen punten is echter dat ze niet in aanmerking komen voor vacantverklaring, vaste benoeming, mutatie of nieuwe affectatie; dat ze niet moeten worden aangeboden aan personeelsleden die recht hebben op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur of op reaffectatie / wedertewerkstelling. Voor verdere informatie over de voorafname ten voordele van de scholengemeenschap verwijzen we naar punt 5 van de Mededeling "De globale puntenenveloppe", M-VVKSO Het oprichten van betrekkingen in de scholen Met de punten van de globale enveloppe die de school heeft gekregen, moet ze vooreerst de betrekkingen van haar vastbenoemden in stand houden: zie punt 6.1. Indien de school onvoldoende punten heeft gekregen om alle betrekkingen van haar vastbenoemden in stand te houden, is terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking onvermijdelijk. Zie punt 6.2. Nadat de school alle betrekkingen van haar vastbenoemden in stand heeft gehouden, kan ze tijdelijke betrekkingen oprichten, o.a. in het ondersteunend personeel: zie punt Verplichte instandhouding van de betrekkingen van de vastbenoemden Nadat de scholengemeenschap een voorafname heeft gedaan van de globale puntenenveloppe, worden de overige punten verdeeld onder de scholen. Elke school (per instellingsnummer afzonderlijk beschouwd) moet met de punten die ze ontvangen heeft in de eerste plaats de betrekkingen in stand houden van de personeelsleden die geaffecteerd zijn aan die school en op het einde van het voorgaande schooljaar (d.w.z. op 31 augustus) vastbenoemd zijn in ambten van het ondersteunend personeel, in selectie- en bevorderingsambten (behalve directeur) of in uren voor taak- en functiedifferentiatie voor leraars en godsdienstleraars. Van deze verplichting kan de school enkel afwijken indien ze daarvoor onvoldoende punten heeft gekregen binnen de scholengemeenschap. Het gaat hierbij om alle vastbenoemde leden van het ondersteunend personeel, ook indien ze initieel benoemd waren op basis van GOK-uren voor de tweede en derde graad 6 of van uren van het deeltijds bso 7, althans indien hun betrekking niet op basis van dergelijke uren in stand kan worden gehouden. 6 Zie punt van de Ministeriële omzendbrief SO/2005/07 "Het gelijke onderwijskansenbeleid voor het secundair onderwijs".

11 11 De verplichting om de betrekking in stand te houden geldt evenzeer tegenover een vastbenoemd personeelslid dat een dienstonderbreking neemt of dat in het voorafgaande schooljaar ter beschikking was gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Bij het in stand houden van de betrekking van een vastbenoemd personeelslid kan niet worden afgeweken van de puntenwaarde waaraan het personeelslid vastbenoemd is 8. Een vastbenoemd personeelslid kan eventueel wel worden bevorderd tot een hoger diplomaniveau (zie punt 10.1), maar eenmaal benoemd of bevorderd kan zijn puntenwaarde niet meer worden verlaagd. Het volume van de betrekkingen die in stand worden gehouden, moet steeds halftijds of voltijds zijn. Met minder dan 31,5 of 41 of 60 punten kan dus nooit een betrekking in het ondersteunend personeel worden opgericht. Hierop is slechts één uitzondering mogelijk, nl. wanneer een opvoeder of administratief medewerker (geboren vóór 1 september 1954) een kwart bonus opneemt: in dat geval wordt voor hem een halftijdse + een kwart van een betrekking in stand gehouden. Zie echter punt 12.2 i.v.m. de punten die vrij komen door de bonusopname voor een kwart. En eenmaal dat personeelslid overstapt van een kwart bonus naar een halftijdse bonus of naar pensioen, kan er geen kwart betrekking meer in stand worden gehouden. Indien de school onvoldoende punten heeft gekregen om de betrekkingen van al haar vastbenoemden in stand te houden, zal ze moeten overgaan tot terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking: zie punt 6.2. Tijdelijke betrekkingen in bedoelde ambten kunnen pas worden (her)opgericht indien de betrekkingen van alle vastbenoemden in stand konden worden gehouden: zie punt Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking Indien een school (per instellingsnummer afzonderlijk beschouwd) onvoldoende punten heeft om de betrekkingen in stand te houden van al haar vastbenoemde leden in het ondersteunend personeel, in selectie- en bevorderingsambten (behalve directeur) of in uren voor taak- en functiedifferentiatie voor leraars en godsdienstleraars, dan moet het schoolbestuur in eerste instantie kiezen in welk(e) personeelscategorie(en) en in welk(e) ambt(en) het personeelsleden ter beschikking zal stellen wegens ontstentenis van betrekking. Over de algemene criteria voor deze keuze wordt onderhandeld in het lokaal comité (LOC of ondernemingsraad). Bij deze keuze moet het schoolbestuur er rekening mee houden dat in elke school (per instellingsnummer afzonderlijk beschouwd) ten minste 50 % van de leden van het ondersteunend personeel opvoeders moeten zijn. Hierbij heeft de puntenwaarde geen belang: desgevallend kunnen méér punten worden aangewend voor de betrekkingen van administratief medewerker dan voor die van opvoeder, voor zover er maar minstens evenveel opvoeders zijn als administratief medewerkers. > Rubrieken > Omzendbrieven > Secundair onderwijs > Instellingen en leerlingen > Gelijke onderwijskansen. 7 Zie punt van de Ministeriële omzendbrief SO/2008/08 "Stelsel van leren en werken". > Rubrieken > Omzendbrieven > Secundair onderwijs > Instellingen en leerlingen > Leren en Werken. 8 Een aantal personeelsleden hebben op 1 september 2001 een concordantie verkregen, waarbij hun puntenwaarde en barema zijn vastgelegd voor het ambt waarin zij op 30 juni 2001 vastbenoemd waren of tijdelijk aangesteld waren in een vacante betrekking van het ondersteunend personeel of van de toen nog bestaande categorieën van het opvoedend hulppersoneel of van het administratief personeel. Zo kon bv. een licentiaat, benoemd als studiemeester-opvoeder met barema 158, worden geconcordeerd naar het ambt van opvoeder met hetzelfde barema 158 en een puntenwaarde van 82. Door die concordantiemaatregel is hun puntenwaarde en barema vastgelegd voor het ambt van opvoeder ofwel voor het ambt van administratief medewerker (en enkel voor dat ambt). Voor de vastbenoemde personeelsleden is deze concordantiemaatregel persoonsgebonden, d.w.z. dat hij van kracht blijft zolang de betrokkene in dienst blijft in het onderwijs. Het schoolbestuur heeft de mogelijkheid om de betrokkene op basis van zijn hogere diplomaniveau te bevorderen tot een hogere puntenwaarde, maar het is daar niet toe verplicht.

12 12 Voorbeeld 1 Een school heeft vier titularissen in het ondersteunend personeel: twee administratief medewerkers van 120 punten en twee opvoeders van 63 punten. Hiermee voldoet ze aan de eis dat ten minste 50 % van de leden van het ondersteunend personeel opvoeders moeten zijn. Ook bij een tekort aan punten mogen er niet méér betrekkingen van administratief medewerker in stand worden gehouden dan betrekkingen van opvoeder. Als de terbeschikkingstelling wordt gelegd bij het ondersteunend personeel, kan deze volledig gelegd worden in het ambt van opvoeder, of volledig in het ambt van administratief medewerker, of verdeeld worden over beide ambten. In elk geval worden in het/de gekozen ambt(en) de personeelsleden met de kleinste dienstanciënniteit voltijds of halftijds ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Hierbij mag tussen de personeelsleden die in hetzelfde ambt vastbenoemd zijn, geen onderscheid worden gemaakt naargelang hun puntenwaarde: het enige criterium is hier de dienstanciënniteit, en indien die gelijk is: de ambtsanciënniteit. Beide begrippen worden toegelicht in punt 6 van de Reaffectatiemededeling M-VVKSO Voorbeeld 2 Op het einde van het voorgaande schooljaar had een school volgende tijdelijke en vastbenoemde titularissen in het ondersteunend personeel in dienst, gerangschikt naar dienstanciënniteit: A vastbenoemd opvoeder 30 jaar 63 p. B vastbenoemd opvoeder 19 jaar 82 p. C vastbenoemd opvoeder 18 jaar 120 p. D vastbenoemd opvoeder 11 jaar 63 p. X vastbenoemd administratief medewerker 28 jaar 120 p. Y tijdelijk administratief medewerker 15 jaar 63 p. (vastbenoemd als leraar; neemt TAO) Z vastbenoemd administratief medewerker 12 jaar 82 p. Bij het begin van het volgende schooljaar krijgt de school 60 punten te weinig om de betrekkingen van alle vastbenoemden in stand te houden. A fortiori heeft ze dus geen punten om de betrekking van het tijdelijke personeelslid Y opnieuw op te richten. Om uit te maken welke vastbenoemde ook zal worden getroffen door de vermindering van punten, moet het schoolbestuur op basis van de algemene criteria beslissen of het deze vermindering zal toepassen in het bestuurs- en onderwijzend personeel of in het ondersteunend personeel. Indien de keuze op deze laatste categorie is gevallen, moet het nog steeds op basis van die criteria dan verder kiezen of het de terbeschikkingstelling zal uitspreken in het ambt van opvoeder: in dat geval wordt D voltijds TBS/OB gesteld. Het schoolbestuur kan er niet voor kiezen om C halftijds TBS/OB te stellen en de betrekking van D in stand te houden; in het ambt van administratief medewerker: in dat geval wordt Z voltijds TBS/OB gesteld. Men kan er niet voor kiezen om X halftijds TBS/OB te stellen en de betrekking van Z voltijds in stand te houden; verdeeld over beide ambten: in dat geval worden D en Z allebei halftijds TBS/OB gesteld. Na de terbeschikkingstelling volgt de reaffectatie of wedertewerkstelling, volgens de regeling die is weergegeven in punt Oprichten van tijdelijke betrekkingen Nadat de school (per instellingsnummer afzonderlijk beschouwd) de betrekkingen van de vastbenoemden in stand heeft gehouden met de punten die ze gekregen heeft van de globale enveloppe, kunnen tijdelijke betrek-

13 13 kingen van opvoeder of administratief medewerker worden opgericht of in stand worden gehouden. Er kunnen enkel voltijdse of halftijdse betrekkingen worden opgericht voor tijdelijke titularissen. Dit is zelfs zo indien een vastbenoemd personeelslid een kwart bonus opneemt: ook met de punten die daarbij vrijkomen, kan in geen geval een kwart van een tijdelijke betrekking worden opgericht: zie punt 12. In de regel is het dus niet mogelijk om een tijdelijke betrekking op basis van punten in stand te houden en tegelijk een vastbenoemd personeelslid ter beschikking te stellen wegens ontstentenis van betrekking. Hierop is er maar in één situatie een uitzondering mogelijk, namelijk wanneer het aantal punten van de tijdelijke betrekking niet volstaat om de terbeschikkingstelling te vermijden, maar wel volstaat voor een betrekking van een kleinere puntenwaarde. Voorbeeld Een school heeft 120 punten nodig om de voltijdse betrekking van de vastbenoemde opvoeder met de kleinste dienstanciënniteit in stand te houden, maar heeft er 20 te weinig. Van de 100 punten die ze wel ter beschikking heeft moet ze er 60 aanwenden om nog een halftijdse betrekking van deze vastbenoemde in stand te houden. Met de resterende 40 punten kan ze bv. een halftijdse tijdelijke betrekking van 31,5 punten van opvoeder OF van administratief medewerker en daarnaast nog enkele tijdelijke uren voor taak- en functiedifferentiatie in het ambt van leraar inrichten. De verplichting om betrekkingen in stand te houden, geldt enkel tegenover de personeelsleden van de school die vastbenoemd zijn, niet tegenover de personeelsleden die recht hebben op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur, zelfs niet indien ze het voorgaande schooljaar reeds als TADD'er waren aangesteld. Bij het (her)oprichten van een tijdelijke betrekking mag het schoolbestuur vrij kiezen in welk ambt het die betrekking opricht. Bij deze keuze moet het schoolbestuur er rekening mee houden dat in elke school (per instellingsnummer afzonderlijk beschouwd) ten minste 50 % van de leden van het ondersteunend personeel opvoeders moeten zijn. Hierbij heeft de puntenwaarde geen belang: desgevallend kunnen méér punten worden aangewend voor de betrekkingen van administratief medewerker dan voor die van opvoeder, voor zover er maar minstens evenveel betrekkingen zijn in het ambt van opvoeder als in dat van administratief medewerker. Zie reeds voorbeeld 1 onder punt 6.2. Binnen het gekozen ambt mag het schoolbestuur vrij de puntenwaarde van de betrekking bepalen; uit die puntenwaarde volgt dan het diplomaniveau dat de titularis minimaal moet bezitten: ten minste HSO (63 p.), ten minste bachelor (82 p.), ten minste master (120 p.): zie punten 3.1 en 3.2 van deze Mededeling. Het schoolbestuur is er niet toe verplicht de keuze van het ambt of de puntenwaarde van de betrekkingen af te stemmen op de personeelsleden die recht hebben op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur in het ambt van opvoeder of administratief medewerker al zal men daar doorgaans natuurlijk wél rekening mee houden. Pas nadat een betrekking is opgericht in het ambt en met de puntenwaarde die het schoolbestuur heeft gekozen, moet bij de invulling ervan rekening worden gehouden met de reaffectatie- en wedertewerkstellingsverplichtingen (zie punt 7) en met het recht op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur dat de personeelsleden van de scholengemeenschap kunnen doen gelden (zie punt 8). Voorbeelden 1. De school had de voorgaande schooljaren een opvoeder met een bekwaamheidsbewijs ten minste master in dienst in een niet-vacante betrekking. Vanaf 1 september heeft dit personeelslid recht op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur. Indien het schoolbestuur over voldoende punten beschikt na het in stand houden van de betrekkingen van haar vastbenoemden, kan het een tijdelijke betrekking van opvoeder van 120 punten oprichten, maar het is daar niet toe verplicht. 2. Vorig schooljaar was in de school een administratief medewerker van 63 punten tijdelijk aangesteld voor doorlopende duur in een vacante betrekking. Indien het schoolbestuur bv. van oordeel is dat het takenpakket beter kan worden toevertrouwd aan personeelslid met diploma ten minste bachelor en voldoende punten heeft voor de oprichting van een betrekking van 82 punten, is het niet verplicht om de betrekking van 63 punten in stand te houden.

14 14 7 Reaffectatie en wedertewerkstelling Voor de reglementering i.v.m. de reaffectatie en wedertewerkstelling van terbeschikkinggestelde leden van het ondersteunend personeel (regeling gewijzigd in 2009) verwijzen we naar de punten 13 en 14.5 van onze Mededeling "De verdeling van de betrekkingen; reaffectatie en wedertewerkstelling", M-VVKSO Hieronder wijzen we nog op enkele bijzondere situaties van wedertewerkstelling. 7.1 Puntenwaarde bij reaffectatie of wedertewerkstelling in een vacante betrekking Indien een vastbenoemde opvoeder of administratief medewerker een reaffectatie of wedertewerkstelling in een vacante betrekking krijgt toegewezen, gebeurt dit bij voorrang in een betrekking met de puntenwaarde die overeenstemt met die van het personeelslid; indien dat niet mogelijk is, gebeurt ze in een betrekking met een andere puntenwaarde. Deze afwijking tussen de puntenwaarde van de vacante betrekking en die van het gereaffecteerde of wedertewerkgestelde personeelslid is niet zichtbaar bij de elektronische opdrachtmelding, en leidt dan ook tot een schijnbare overschrijding van het beschikbare aantal punten binnen de scholengemeenschap. Bij de controle van de besteding van de globale puntenenveloppe door de overheid dient de scholengemeenschap of de betrokken school dan ook de aandacht hierop te vestigen. 7.2 Wedertewerkstelling vanuit een andere personeelscategorie Een wedertewerkstelling in een andere personeelscategorie dan die waarin het personeelslid benoemd is (d.w.z. van bestuurs- en onderwijzend personeel naar ondersteunend personeel), kan niet worden opgelegd door het schoolbestuur of de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap, behalve in een beperkt aantal gevallen die zijn toegelicht in punt 7.3 (te weten: terbeschikkingstelling na Medex-uitspraak in het kader van arbeidsongeval of beroepsziekte, of na Medex-uitspraak of re-integratie vóór 1 september Buiten deze specifieke situaties is wedertewerkstelling in het ondersteunend personeel vanuit terbeschikkingstelling in het bestuurs- en onderwijzend personeel enkel mogelijk op vrijwillige basis, d.w.z. indien schoolbestuur en personeelslid hiermee akkoord gaan, doch pas: nadat voor het ter beschikking gestelde personeelslid een toewijzing binnen de eigen categorie werd gezocht binnen de scholen van het eigen schoolbestuur en van de scholengemeenschap, én nadat de betrekkingen in het ondersteunend personeel zijn toegewezen aan de personeelsleden van de scholengemeenschap die in deze categorie ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking, én nadat de overige tijdelijke betrekkingen in het ondersteunend personeel zijn aangeboden aan de personeelsleden die recht hebben op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur in het ambt van opvoeder ofwel van administratief medewerker: zie punt 8. Een wedertewerkstelling in het ondersteunend personeel is enkel mogelijk indien het personeelslid een bekwaamheidsbewijs ten minste HSO of hoger heeft. Ongeacht de puntenwaarde van de (vacante of nietvacante) betrekking zal het wedertewerkgestelde personeelslid worden bezoldigd aan het barema waaraan het vastbenoemd is en TBS/OB is gesteld. Voorbeeld Een leraar met bekwaamheidsbewijs bachelor + BPB is TBS/OB gesteld maar binnen de scholen van de scholengemeenschap is er geen mogelijkheid tot reaffectatie of wedertewerkstelling in een betrekking van het bestuurs- en onderwijzend personeel. Een schoolbestuur en het ter beschikking gestelde personeelslid kunnen op vrijwillige basis overeenkomen tot wedertewerkstelling in een betrekking van opvoeder, doch pas nadat alle ter beschikking gestelde leden van het ondersteunend personeel een reaffectatie of wedertewerkstelling hebben verkregen in de eigen personeelscategorie, en nadat de betrekkingen zijn aangeboden aan alle personeelsleden van de scholengemeenschap met recht op TADD in het ambt van opvoeder. Ongeacht de puntenwaarde van de betrekking wordt het wedertewerkgestelde personeelslid bezoldigd overeenkomstig zijn vaste benoeming in het ambt van leraar.

15 Wedertewerkstelling bij terbeschikkingstelling na uitspraak van Medex of in het kader van reintegratie Terbeschikkingstelling na Medex-uitspraak in het kader van arbeidsongeval of beroepsziekte Een personeelslid dat vastbenoemd is (in om het even welk ambt) en ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte door de Pensioencommissie van Medex ongeschikt is verklaard voor het ambt waarin het is benoemd maar geschikt voor een administratieve functie, kan zijn schoolbestuur verzoeken om ter beschikking te worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking (TBS/OB). Het schoolbestuur is dan verplicht om dit personeelslid TBS/OB te stellen. Indien het personeelslid TBS/OB wordt gesteld, moet het door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden wedertewerkgesteld, ook vanuit het bestuurs- en onderwijzend personeel naar het ondersteunend personeel. De wedertewerkstelling van deze zeer specifieke groep TBS/OB ers (d.w.z. na Medex-uitspraak in het kader van een arbeidsongeval of beroepsziekte) in een betrekking van opvoeder of administratief medewerker is verplicht zodra de TBS/OB ers van het ondersteunend personeel een reaffectatie of wedertewerkstelling hebben verkregen in hun eigen personeelscategorie, maar nog vóór de betrekkingen worden aangeboden aan de personeelsleden met recht op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur. Zie hierover verder bijlage 4 bij de Mededeling over reaffectatie, M-VVKSO Indien dit personeelslid (TBS/OB na Medex-uitspraak in het kader van beroepsziekte of arbeidsongeval) wordt wedertewerkgesteld in een vacante betrekking van het ondersteunend personeel, kost die 63 punten (voltijds) of 31,5 punten (halftijds), ongeacht het niveau van het bekwaamheidsbewijs van het personeelslid. In een vacante betrekking is geen wedertewerkstelling mogelijk voor een ander volume dan halftijds of voltijds. In een niet-vacante betrekking van het ondersteunend personeel is een wedertewerkstelling per uur mogelijk; de puntenwaarde blijft bepaald door de titularis van de betrekking, en wordt dus niet beïnvloed door het bekwaamheidsbewijs van het wedertewerkgestelde personeelslid. Zowel in een vacante als in een niet-vacante betrekking wordt dit wedertewerkgestelde personeelslid bezoldigd aan het barema waaraan het vastbenoemd is Medex-uitspraak (geen arbeidsongeval of beroepsziekte) of re-integratie: terbeschikkingstelling ingegaan tussen 1 augustus 2012 en 31 augustus 2014 Tot uiterlijk 31 augustus 2014 kon een schoolbestuur een vastbenoemd personeelslid ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking indien de betrokkene door de Pensioencommissie van Medex ongeschikt was verklaard voor het ambt waarvoor het is benoemd, maar geschikt voor een administratieve functie. In diezelfde periode kon het schoolbestuur ook de terbeschikkingstelling uitspreken in het kader van re-integratie. Buiten de situatie van arbeidsongeval of beroepsziekte (zie voorgaand punt) was de terbeschikkingstelling niet verplicht, maar indien ze in genoemde periode is uitgesproken, kan het schoolbestuur daar niet meer op terugkomen. Personeelsleden die tussen 1 augustus 2012 en 31 augustus 2014 in het kader van re-integratie TBS/OB zijn gesteld en - rekening houdend met het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer - niet kunnen worden gereaffecteerd in hetzelfde ambt, moeten door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden wedertewerkgesteld in het ondersteunend personeel. Ook personeelsleden door de Pensioencommissie van Medex ongeschikt waren verklaard voor hun ambt (geen arbeidsongeval of beroepsziekte) en die tussen 1 augustus 2012 en 31 augustus 2014 TBS/OB zijn gesteld, moeten door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden wedertewerkgesteld in het ondersteunend personeel. De wedertewerkstelling van deze specifieke groep TBS/OB ers in een betrekking van opvoeder of administratief medewerker is verplicht zodra de TBS/OB ers van het ondersteunend personeel een reaffectatie of wedertewerkstelling hebben verkregen in hun eigen personeelscategorie, maar nog vóór de betrekkingen worden aangeboden aan de personeelsleden met recht op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur. Zie hierover verder de bijlagen 4 en 5 bij de Mededeling over reaffectatie, M-VVKSO