SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017

Transcriptie

1 SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017

2 Wat is de Monitor Sociale Kracht? Brede burgerpeiling over o.a. sociaal domein, leefbaarheid, veiligheid Belevingsonderzoek, naast cijferbronnen Gericht op: benutten wat er al is en stimuleren wat nog kan Sociale kracht steunt op 7 pijlers

3 Het ontwikkelingsproces Monitor Sociale Kracht ontwikkeld en uitgevoerd i.s.m. Houten 2015 Herijking instrument n.a.v. pilot U10-gemeenten volgen 2016 Oplevering rapporten op gemeenteniveau 2016 Start tweede meting Houten (tussenmeting)

4 De 7 pijlers Participatie Mate van eenzaamheid Collectieve Sociale Kracht Financiële Leefbaarheids- beleving Veiligheids- beleving

5 Waarom de Monitor Sociale Kracht? Inzicht in Actuele beleidsthema s Beleving van inwoners Raakvlak verhouding overheid - burgers Wat inwoners doen én willen doen

6 Methodiek Dimensies uniform: vergelijking in de tijd en in gebieden Top-down gelaagde opzet van scores en achterliggend cijfers Optimale respons goede afspiegeling Efficiënte dataverzameling: combi met WSJG Monitor in de tijd: de effecten van interventies

7 Scores vergeleken Sociale Kracht U10 7,5 8,3 Participatie 7,7 Eenzaamheid 8,5 Financiële 7,3 Collectieve 6,0 Leefbaarheidsbeleving 6,9 Veiligheidsbeleving 7,3 Sociale Kracht Bunnik 7,7 (+0,2) (-0,1) 8,2 (+0) Participatie 7,7 (+0,1) Eenzaamheid 8,6 In vergelijking (+0,3) met Financiële Bunnik? (+0,6) Collectieve Inzoomen op 7,6 6,6 wijkniveau (+0,1) Leefbaarheidsbeleving 7,0 (+0,3) Veiligheidsbeleving 7,6

8 Eenzaamheid 8,6 Kern Bunnik Odijk Werkhoven 8,6 8,4 9,0 Genoeg mensen om op terug te kunnen vallen Veel mensen op wie volledig vertrouwd kan worden Nauw verbonden met voldoende mensen Ervaren van leegte Mensen missen In de steek gelaten voelen 86% 79% 82% 3% 4% 2% 86% 84% 88% 80% 76% 85% 82% 79% 89% 2% 4% 2% 3% 4% 5% 3% 2% 1% Wordt in verhouding het minst onderschreven

9 Eenzaamheid 8,6 Kern Bunnik Odijk Werkhoven 8,6 8,4 9,0 Genoeg mensen om op terug te kunnen vallen Veel mensen op wie volledig vertrouwd kan worden Nauw verbonden met voldoende mensen Ervaren van leegte Mensen missen In de steek gelaten voelen 86% 79% 82% 3% 4% 2% 86% 84% 88% 80% 76% 85% 82% 79% 89% 2% 4% 2% 3% 4% 5% 3% 2% 1% Vervolgstappen Is er een patroon te ontdekken? Welke inwonersgroepen verschillen? Welke wijken? Waarom? Wat kan helpen? Activiteiten organiseren Buren actief krijgen (hangt ook samen met andere pijlers!)

10 Vergelijken op regioniveau Sociale Kracht U10 7,5 8,3 Participatie 7,7 Eenzaamheid 8,5 Financiële 7,3 Collectieve 6,0 Leefbaarheidsbeleving 6,9 Veiligheidsbeleving 7,3 Sociale Kracht Bunnik 7,7 (+0,2) (-0,1) 8,2 (+0) Participatie 7,7 (+0,1) Eenzaamheid 8,6 (+0,3) Financiële 7,6 (+0,6) Collectieve 6,6 (+0,1) Leefbaarheidsbeleving 7,0 (+0,3) Veiligheidsbeleving 7,6

11 Bunnik U10 Collectieve 6,6 Sociale Cohesie Eigen Toezicht Buurttoezicht Feitelijke inzet 6,9 6,5 6,5 6,0 Collectieve 6,0 6,6 6,3 6,3 4,4 Sociale Cohesie Eigen Toezicht Buurttoezicht Feitelijke inzet Bewoners gaan goed met elkaar om en grijpen ook in als er wat gebeurt De sociale cohesie is veelal passief Ingrijpen gebeurt vooral bij fysieke voorvallen die iemand zelf of een buurtbewoner raken Op dit punt is voor gemeenten veel te winnen en bij te sturen: wat de oorzaken hiervan zijn en proberen sociale cohesie te versterken, inwoners meer te betrekken bij het toezicht in de buurt en de feitelijke inzet promoten.

12 Verklaring op hoofdlijnen Sociale Kracht U10 7,5 8,3 Participatie 7,7 Eenzaamheid 8,5 Financiële 7,3 Collectieve 6,0 Leefbaarheidsbeleving 6,9 Veiligheidsbeleving 7,3 Sociale Kracht Bunnik 7,7 (+0,2) (-0,1) 8,2 (+0) Participatie 7,7 (+0,1) Eenzaamheid 8,6 (+0,3) Financiële 7,6 (+0,6) Collectieve 6,6 (+0,1) Leefbaarheidsbeleving 7,0 (+0,3) Veiligheidsbeleving 7,6

13 Bunnik 8,2 U10 8,3 Zelfzorgend vermogen: hoe redt men zich met zaken die in het dagelijks leven voorkomen Wat betreft het zelfzorgend vermogen liggen de scores hoog; alleen de lichamelijke gezondheid scoort iets lager. Zelforganiserend vermogen: hoe gemakkelijk kan men hulp inschakelen en terugvallen op de sociale omgeving Het kunnen terugvallen op hulp van mensen in de buurt scoort laag in de U10: gemiddeld 33%. Ook het gemakkelijk inschakelen van hulp geldt niet voor iedereen. Weerbaarheid: hoe gaan mensen om met veranderingen en tegenslagen. De weerbaarheid is over het algemeen hoog; 9 op de 10 zijn naar eigen zeggen weerbaar. In Werkhoven scoren inwoners wat hoger dan gemiddeld op (8,4). Inwoners van Werkhoven hebben iets vaker het gevoel terug te kunnen vallen op hun familie, vrienden en buurtgenoten dan inwoners van andere kernen.

14 Participatie Participatie Bunnik 7,7 Participatie U10 7,7 Participatie: de mate waarin burgers (actief) deelnemen aan de maatschappij, waarbij wordt gekeken naar betaald (de hoogste score), opleiding, vrijwilligerswerk, actief in een vereniging. Circa 5% participeert niet en 7% is alleen sociaal actief of neemt deel aan een re-integratie traject In de Gemeente Bunnik is 19% actief in vrijwilligerswerk t.o.v. 15% in de U10 regio. De mate van participatie kan worden verhoogd door werkgelegenheid te creëren en door aan de onderkant van het spectrum mensen aan te sporen om bijv. vrijwilligerswerk te doen. In Werkhoven scoren inwoners wat lager dan gemiddeld op participatie (7,4). Dit is met name te verklaren door het relatief lage aandeel werkenden.

15 Financiële Financiële Bunnik 7,6 Financiële U10 7,3 Financiële : het vermogen van financiële draagkracht; voor deze score is gekeken naar de vraag of mensen goed kunnen rondkomen met wat ze hebben; de absolute inkomenswaarden zeggen niet zoveel, omdat her referentiekader niet vast staat. Dit betekent dat gemiddeld zo n 7-8 mensen zich heel goed kunnen redden. Circa 5% van de inwoners heeft problemen om rond te komen Het is relevant om te kijken of hier een patroon in te ontdekken is (welke inwonersgroepen zijn dit, welke wijken). De groep mensen die niet goed kan rondkomen helpen.

16 Leefbaarheidsbeleving Leefbaarheidsbeleving Bunnik 7,0 Leefbaarheidsbeleving U10 6,9 Staat openbare ruimte: heel en schoon en goed begaanbaar Verbetering kan door in te zetten op onderhoud van de openbare ruimte. Bij de openbare ruimte is het pijnpunt eerder dat het niet schoon is, begaanbaarheid van straten, paden en stoepen is ook een aandachtspunt. Groot verschil per gemeente/wijk. De staat van de openbare ruimte scoort iets lager dan de basisvoorzieningen en het woonklimaat. Het woonklimaat: 3 rapportcijfers gecombineerd (wonen, woonomgeving, leefbaarheid) 8 op de 10 in de Gemeente Bunnik vindt het prettig wonen in een goede woonomgeving. Voorzieningen: score zakt in kleine kernen Veel buitengebieden of kleine kernen scoren lager, centra hoger. Een groter aanbod aan voorzieningen zou kunnen helpen om de leefbaarheidsscore te verhogen. I.v.m. haalbaarheid misschien denken aan mobiele voorzieningen of gecombineerde voorzieningen.

17 Veiligheidsbeleving Veiligheidsbeleving Veiligheidsbeleving Bunnik 7,6 U10 7,3 Sociale overlast : de mate waarin men overlast ervaart van buurtbewoners Ongeveer 1 tot 4% heeft (veel) overlast van buurtbewoners in heel Bunnik. Dit cijfer verschilt enigszins naar wijk/kern, maar ook niet heel veel. Het zoveel mogelijk beperken van sociale overlast (ingrijpen waar mogelijk) kan zorgen voor een vergroting van de veiligheidsbeleving. Veiligheidsgevoel : het rapportcijfer voor veiligheid in de buurt Op basis van de scores kan worden gesteld dan 7 tot 8 op de 10 inwoners de veiligheid in hun buurt positief waarderen. Het rapportcijfer voor veiligheid varieert niet heel veel in de U10. Er is een correlatie tussen het cijfer en de mate van overlast. Kijken of het correleert met andere scores (bijv. participatie, eenzaamheid of collectieve ).

18 En verder: Op zoek naar oplossingsrichtingen! Het Doel: Uitkomsten voorleggen aan beleidsmedewerkers om ze samen lokaal te duiden, Positieve/negatieve afwijking op kern en wijkniveau binnen gemeente én regio in beeld. De Vragen: Wat is het effect van huidig/aankomend beleid op de uitkomsten? Hoe buigen we negatieve uitkomsten om naar positieve ontwikkeling? De Vorm: Een Interactieve bijeenkomst. De uitkomst: Duiding van de cijfers, Integrale samenwerking met oplossingsrichtingen als resultaat, Prioriteiten in beeld.

19 Vervolgens: Werk in uitvoering! Op basis van de oplossingsrichtingen wordt bekeken waar interventies logisch en zinvol zijn. Mensen die in de praktijk met deze thema s bezig zijn worden uitgenodigd om interventies concreet te maken. Wat ze gaan doen: Inventariseren wat er al is aan initiatieven / interventies / wat er al verder gebeurt Aanhaken bij / verbinden van het bestaande op basis van eerdere prioritering De uitkomst: Mensen leren elkaar kennen & pakken samen dingen op Onze externe rol zorgt ervoor dat we in korte tijd veel input los kunnen krijgen Een startschot voor concrete vervolgstappen

20 VOORTBOUWEN OP DE INZICHTEN Vergelijking in cijfers vraagt om vergelijking van beleid Waar zit de kwetsbare groep inwoners die laag scoren op meerdere pijlers? Actiepunten opstellen: waar zit de pijn bij inwoners en hoe los je dat op? Nu ook vergelijking in de tijd mogelijk gaan maken! Beleidsmedewerkers en onderzoekers samen aan de slag met de resultaten

21 VRAGEN EN UITDAGINGEN Welke resultaten moeten in de toekomst behouden of verbeterd worden? Waar moet de sociale kracht beter? Hoe verhoudt zich dit tot de komst van nieuwe (soms complexere) doelgroepen in onze samenleving? Wat is het effect op de sociale kracht als we meer kwetsbare doelgroepen opnemen? Is het erg als deze soms iets minder wordt, terwijl we wel meer kwetsbare doelgroepen in onze samenleving opnemen? Wat (maatregelen en middelen) wil de gemeenteraad inzetten om deze sociale kracht te behouden of verbeteren? Wat is het waard om deze sociale kracht te behouden? Vervolg?