Veldwerk maakt aardrijkskunde leuker en concreter.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Veldwerk maakt aardrijkskunde leuker en concreter."

Transcriptie

1 Veldwerk maakt aardrijkskunde leuker en concreter. Een onderzoek naar de meerwaarde van veldwerk in leerjaar 1 MAVO. Iréne Haver Begeleider: Wim Borghuis In opdracht van: De Goudse Waarden, locatie De Gouwe, te Gouda Beroepsproduct 3, Tweedegraads Aardrijkskunde, Instituut Archimedes Kennisbanknummer: Datum:

2 Voorwoord/samenvatting In dit beroepsproduct heb ik onderzoek gedaan naar de meerwaarde van een veldwerk aardrijkskunde voor leerlingen van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda. Aanleiding voor dit onderzoek was de overweging van de vakgroep aardrijkskunde om veldwerk op te nemen in het curriculum van leerjaar 1. Hiervoor zou veldwerk dan wel een aanwijzende meerwaarde moeten hebben voor de leerlingen. In de literatuurverkenning is onderzoek gedaan naar wat veldwerk precies inhoudt, op welke wijze het toegepast kan worden in de praktijk en wat de mogelijke meerwaarde is. In de praktijkverkenning stond de visie van de vakgroep aardrijkskunde en de leerlingen van leerjaar 1 centraal. Ook is er onderzoek verricht naar de mogelijke veldwerkgebieden en de beschikbare veldwerkmaterialen. Vanuit deze verkenning zijn enkele ontwerpeisen opgesteld en is het product ontwikkeld. Na het product te hebben uitgetest is er onderzoek verricht naar de mate waarin het product tot een oplossing heeft geleid van het probleem. 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord/samenvatting... 2 In dit beroepsproduct heb ik onderzoek gedaan naar de meerwaarde van... 2 Vanuit deze verkenning zijn enkele ontwerpeisen opgesteld en is het product ontwikkeld. Na het product te hebben uitgetest is er onderzoek verricht naar de mate waarin het product tot een oplossing heeft geleid van het probleem Inhoudsopgave... 3 Hoofdstuk 1 - Inleiding Aanleiding en opdracht Context van de school in relatie tot het probleem Onderzoeksvraag met toelichting... 7 Hoofdstuk 2 - Verkennend onderzoek Inleiding verkennend onderzoek Literatuurverkenning Inleiding Middendeel Conclusie Praktijkverkenning Inleiding Aanpak en middelen Resultaten en conclusie Hoofdstuk 3 Het beroepsproduct Conclusie verkenning Ontwerpeisen Beschrijving van het beroepsproduct Hoofdstuk 4 Presentatie, uitvoering en evaluatie van het beroepsproduct Presentatie van het beroepsproduct Evaluatie van het beroepsproduct Inleiding Aanpak en middelen Resultaten en conclusies

4 4.2.4 Welke meerwaarde heeft een veldwerk aardrijkskunde voor leerlingen van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Literatuurlijst Bijlagen Bijlage 2A Bijlage 2A Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Bijlage 2A Welke visie op veldwerk hebben de leerlingen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Bijlage 2A - Welke mogelijkheden zijn er voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Bijlage 2A - Welke veldwerkmaterialen zijn er binnen De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda beschikbaar? Bijlage 2B Bijlage 2B Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Bijlage 2B Welke visie op veldwerk hebben de leerlingen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Bijlage 2B - Welke mogelijkheden zijn er voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Bijlage 2B - Welke veldwerkmaterialen zijn er binnen De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda beschikbaar? Bijlage 3A Bijlage 4A Bijlage 4A planning van presentatie en evaluatie Bijlage 4A gespreksleidraad Bijlage 4A vragenlijst en resultaten van de vragenlijst weergegeven in een grafiek Bijlage 4B Bijlage 4B Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? Bijlage 4B Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? Bijlage 4C Bijlage 4C Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp?

5 Bijlage 4C Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp?

6 Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.1 Aanleiding en opdracht De opdrachtgever van dit onderzoek is de aardrijkskundevakgroep van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda. De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda is een christelijke school voor Praktijkonderwijs, VMBO en MAVO plus. MAVO plus is de vernieuwde VMBO-Theoretische Leerweg, waarbij de leerlingen in klas 3 naast hun MAVO-vakkenpakket een plusprogramma kiezen. Er zijn twee varianten in het plusprogramma: het MAVO plus havo-programma en het MAVO plus mbo-programma. Om het onderwijs in alle MAVO leerjaren beter te laten aansluiten op het MAVO plus -programma is in het schooljaar de vakgroep aardrijkskunde gestart met het opstellen van een nieuw curriculum en het herschrijven van het vakwerkplan. In het nieuwe curriculum is duidelijk terug te zien dat de vakgroep in de onderbouw voornamelijk de nadruk legt op het aanleren van de aardrijkskundige vaardigheden. In de bovenbouw wordt er meer ingezet op het leren van de vakinhoud. Hierdoor bezitten de leerlingen bij het examen voldoende kennis over de onderwerpen en kunnen ze de aardrijkskundige vaardigheden doelgericht inzetten. Een werkvorm waarbij leerlingen doelgericht meerdere aardrijkskundige vaardigheden kunnen oefenen is het doen van veldwerk. Deze werkvorm is niet opgenomen in het curriculum. De vakgroep wil ontdekken hoe het opzetten en uitvoeren van een veldwerk door de vakgroep wordt ervaren en wat de meerwaarde van een veldwerk is voor leerlingen. Het product dat ontwikkeld gaat worden is een veldwerk in de omgeving van Gouda voor leerjaar 1 MAVO plus. Na het uitvoeren van het veldwerk zal worden onderzocht hoe het opzetten en uitvoeren van een veldwerk door de vakgroep is ervaren en wat de meerwaarde van het veldwerk is geweest voor leerlingen. Aan de hand van de onderzoeksresultaten zal de vakgroep beslissen over het wel of niet opnemen van veldwerk in het nieuwe curriculum. Voor deze opdracht zal er samengewerkt worden met de aardrijkskundevakgroep, de unitleider, de leerlingbegeleider van leerjaar 1 en de leerlingen van leerjaar 1 van De Goudse Waarden locatie De Gouwe. 1.2 Context van de school in relatie tot het probleem De Goudse Waarden is één van de grotere scholengemeenschappen in de omgeving Gouda. De school heeft als inspiratiebron het Christelijk geloof en wil vanuit die visie zowel hun personeel als leerlingen benaderen en helpen groeien. Talenten en kwaliteiten verder laten ontwikkelen is daarbij een belangrijk doel. De school volgt de ontwikkelingen en vernieuwingen binnen het onderwijs op de voet en kijkt hoe deze binnen de visie vorm gegeven kunnen worden. (De Goudse Waarden, 2016) Door de vernieuwingen binnen het VMBO-Theoretische Leerweg wil de school het onderwijs beter laten aansluiten bij de individuele leerling en de overstap naar de HAVO of arbeidsmarkt voor 6

7 leerlingen soepeler laten verlopen. Van de verschillende vakgroepen vraagt dat een vernieuwing van hun vakwerkplek en curriculum. De vakgroep heeft in het vernieuwde vakwerkplan als hoofddoelstelling gesteld om de leerlingen binnen het aardrijkskundeonderwijs te laten nadenken over de grote (ruimtelijke) vraagstukken van nu en in de toekomst. De vakgroep heeft daarbij de volgende drie kerncompetenties van het SLO overgenomen: - Leerlingen verwerven een geografisch wereldbeeld. - Leerlingen verwerven kennis van en inzicht in ruimtelijke vraagstukken. - Leerlingen leren de geografische benadering hanteren. Hierin zijn de kerndoelen, opgesteld door het SLO, die betrekking hebben op zowel de sociale geografie als de fysische geografie verweven. Om leerlingen goed voor te bereiden op de toekomst wil de vakgroep de competenties uit het onderwijs van de 21 ste eeuw integreren in het aardrijkskundeonderwijs. Met deze vernieuwde visie op het aardrijkskundeonderwijs is het ook noodzakelijk dat de vakgroep nieuwe werkvormen gaat aanbieden. Een werkvorm die de vakgroep graag zou opnemen is het aardrijkskundig veldwerk. Maar de vakgroep ervaart hiervoor verschillende knelpunten, die voornamelijk gebaseerd zijn op randvoorwaarden, zoals tijdgebrek, roostertechnische zaken, houding van leerlingen en onvoldoende mankracht. 1.3 Onderzoeksvraag met toelichting Om een goede afweging te kunnen maken, omtrent het opnemen van een aardrijkskundig veldwerk in het curriculum, is het van belang om te onderzoeken of de verschillende knelpunten die de vakgroep ervaart daadwerkelijk ook knelpunten zijn. Daarbij is het van belang om te weten of een veldwerk een meerwaarde heeft voor leerlingen. De vakgroep heeft gevraagd of bovenstaande onderzocht kan worden, zodat de keuze voor het wel of niet opnemen van veldwerk in het curriculum gebaseerd is op concrete onderzoeksresultaten. Voor het onderzoek is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Welke meerwaarde heeft een veldwerk aardrijkskunde voor leerlingen van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? 7

8 Hoofdstuk 2 - Verkennend onderzoek 2.1 Inleiding verkennend onderzoek Door middel van het verkennend onderzoek is onderzocht aan welke ontwerpeisen het onderwijskundig ontwerp moet voldoen. Al eerste is een literatuurverkenning uitgevoerd, waarbij aan de hand van een hoofdvraag en aansluitende deelvragen is uiteengezet wat in de literatuur is geschreven over het doen van veldwerk binnen het vak aardrijkskunde. Daarna is de praktijksituatie verkent, wederom aan de hand van een hoofdvraag en aansluitende deelvragen. Uiteindelijk is een conclusie getrokken waarbij een antwoord wordt gegeven op de hoofdvraag van de literatuurverkenning als op de hoofdvraag van de praktijkverkenning. 2.2 Literatuurverkenning Inleiding In de literatuurstudie wordt antwoord gezocht op de hoofdvraag : Wat zijn de criteria voor een aardrijkskundig veldwerk in de onderbouw van het VMBO? De aansluitende deelvragen luiden als volgt: 1. Wat houdt het vak aardrijkskunde in de onderbouw van het VMBO in? 2. Wat wordt verstaan onder veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs? 3. Wat is de meerwaarde van veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs in de onderbouw van het VMBO? 4. Aan welke aspecten voldoet een volwaardig aardrijkskundig veldwerk? De deelvragen vormen de leidraad voor de inhoud van de literatuurstudie. Na het beantwoorden van de deelvragen wordt een conclusie geschreven waarin antwoord wordt gegeven op de hoofdvraag van de literatuurstudie Middendeel Wat houdt het vak aardrijkskunde in de onderbouw van het VMBO in? Sinds de invoering van het vak aardrijkskunde in 1857 in het basisonderwijs is het vak in veel opzichten veranderd. Het vak heeft zich daarbij voornamelijk ontwikkeld van een weetjesvak naar een vak waar leerlingen zelf kennis moeten construeren door actief met de lesstof aan de slag te gaan. Heden ten dagen is niet alleen de aardrijkskundige inhoud van belang. De aardrijkskundige werkwijzen zijn steeds belangrijker geworden en ook prominenter aanwezig in de lesstof. (SLO, 2015) Daarnaast is er een balans gevonden tussen de sociale geografie en de fysische geografie. De commissie van Schendelen beschreef het doel van aardrijkskunde als volgt: een dynamische kijk op een veranderende wereld, zowel dichtbij als ver weg. (van Schendelen et al., 2008) Centraal hierin staan het verwerven van een wereldbeeld, de relatie mens en natuur, een bijdrage aan burgerschap, de eigen leefomgeving en mondiale problemen, en gebieden op verschillende niveaus en in relatie tot elkaar. (SLO, 2015) 8

9 In het aardrijkskundeonderwijs staan drie kerncompetenties centraal: 1. Leerlingen verwerven een geografisch wereldbeeld. 2. Leerlingen verwerven kennis van en inzicht in ruimtelijke vraagstukken. 3. Leerlingen leren de geografische benadering hanteren. (SLO, 2015) De kerndoelen uit de domeinen Mens en Maatschappij en Mens en Natuur, sluiten aan op deze kerncompetenties. De kerndoelen uit beide domeinen vormen op hun beurt de basis voor het curriculum in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. (SLO, 2016) Uit onderzoek blijkt dat de gebruikte methodes een belangrijke leidraad zijn in het daadwerkelijke aardrijkskundeonderwijs in de klas. Veel docenten laten zich sterk leiden door de hoeveelheid lesstof, de inhoud van de lesstof, de volgorde van de lesstof en de werkvormen die de methodes bieden. (SLO, 2015) Van der Schee (2009) schrijft in het boek Handboek vakdidactiek aardrijkskunde dat het aardrijkskundeonderwijs ingaat op de verwondering over en nieuwsgierigheid naar hoe de aarde en de wereld in elkaar zit. (van den Berg et al., 2009) Het is van belang dat docenten aansluiten bij deze verwondering en nieuwsgierigheid om leerlingen zo anders te laten kijken naar een steeds veranderende wereld. Deze geografische benadering kan worden ontwikkeld door leerlingen geografische vragen te leren stellen, leerlingen geografische werkwijzen toe te leren passen, en leerlingen geografische informatie te leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weergeven. (van den Berg et al., 2009) Om leerlingen met een geografische blik naar de wereld te leren kijken kan er gebruik worden gemaakt van het stappenplan omtrent de geografische zienswijze. Daarbij doorlopen de leerlingen, door geografische vragen te stellen, de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen. (Blokhuis & Peeters, 2009) Wat wordt verstaan onder veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs? Hierboven is geschreven over de theoretische invulling voor het vak aardrijkskunde in de onderbouw van het VMBO. Daarin werd duidelijk dat aardrijkskunde een veelzijdig vak is. Het is immers een weergave van de veelzijdige wereld waarin wij leven. Uit onderzoek blijkt dat maar weinig docenten de ruimte nemen om eigen invulling te geven aan het aardrijkskundeonderwijs. (SLO, 2015) Het doen van veldwerk is een praktische invulling van het aardrijkskundeonderwijs. Het doel om aardrijkskundig onderzoek meer aandacht te geven binnen het examenprogramma van het VMBO wordt al decennia niet behaald. Ruim 40% van de docenten in de bovenbouw van het VMBO geeft aan dat het volle programma een knelpunt is. Ook de druk voor goede examenresultaten lijken het doen van onderzoek in de weg te staan. (SLO, 2015) Daarnaast lijkt ook het gebrek aan voldoende kennis en ervaring voor het uitvoeren van veldwerk bij docenten een knelpunt te zijn voor het daadwerkelijk uitvoeren van veldwerk. (van der Schee & Béneker, 2012) Thornbush, Allen & Fitzpatrick beschrijven in Geomorphological Fieldwork het begrip veldwerk als volgt: Fieldwork has an experiential element that enhances student learning and also connects researchers to real-world phenomena. Fieldwork lends an application to theoretical learning that is both informative and enlightening. (Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014) In het Handboek vakdidactiek aardrijkskunde beschrijft Adwin Bosschaart veldwerk als een werkvorm die grotendeels buiten de school plaats vindt. Dit kan in de directe omgeving van de school zijn, maar ook elders in Nederland of zelfs in het buitenland. (van den Berg et al., 2009) Bosschaart stelt daarbij, net als Thornbush, Allen & Fitzpatrick, dat veldwerk de gelegenheid biedt om de theorie in werkelijkheid te ervaren. Thornbush, Allen & Fitzpatrick noemen daarbij de begrippen observeren en verbeelden als de verbindende factoren achter de termen veldwerk en geografie. (Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014) Claessens en Griethuysen benoemen dat door veldwerk de leerlingen direct geconfronteerd worden met hun leefomgeving, waardoor ze die intensiever beleven en ervaren. Tijdens veldwerk wordt de leerstof niet in hapklare broken aangeboden. Hierdoor wordt de leerstof vaak niet in de werkelijkheid herkent. Leerlingen beseffen niet eens altijd dat datgene wat 9

10 aangeboden wordt in de lesstof in de werkelijkheid ergens is terug te vinden. Het is dan ook van belang dat leerlingen tijdens veldwerk goed observeren en de werkelijkheid verbeelden in een schematische weergave. (Claessens & Griethuyens, 2001) De Bock haalt in haar boek Veldwerk anno 2006 het volgende citaat aan: Geography without fieldwork is like science without experiments: the field is the geographer s laboratory where young people experience at first hand landscapes, places, people and issues, and where they can learn and practice gepgraphical skills in a real environment. Above all, fieldwork is enjoyable. (De Bock, 2006) Ook Bosschaart benadrukt dat veldwerk dé manier is om leerlingen al experimenterend een illustratief verband te laten zien tussen theorie en praktijk. Het leerrendement is dan ook vele malen hoger dan van een gewone les. (van den Berg et al., 2009) Wat is de meerwaarde van veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs in de onderbouw van het VMBO? Het leerrendement is een reden voor het doen van veldwerk. Maar Thornbush, Allen & Fitzpatrick zouden allereerst willen dat er niet steeds weer naar de argumenten voor het doen van veldwerk wordt gevraagd. De centrale vraag zou volgens hen moeten zijn: Waarom zouden we geen veldwerk doen?. Alle kennis die wij mensen hebben over de aarde is immers vervaardigd met veldwerk. (Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014) En alle lesstof is gebaseerd op deze kennis. Oftewel veldwerk ligt ten grondslag aan alle wetenschappelijke inzichten. Veldwerk is daarbij een basisvaardigheid die behoort bij het vak aardrijkskunde. Veldwerk kan helpen om abstracte begrippen inzichtelijk te krijgen en om deze te koppelen aan de werkelijkheid. (Claessens & Griethuyens, 2001) Oost en de Vries schrijven in hun artikel in de Geografie November/December 2015 dat leerlingen veldwerk prettig vinden en inzien dat ze er ook iets van opsteken. (Oost & de Vries, 2015) Door het doen van veldwerk krijgt de leefomgeving meer betekenis. Veldwerk kan hierdoor ook bijdragen aan het ontwikkelen van verantwoordelijkheidgevoel voor de leefomgeving. (Claessens & Griethuyens, 2001) De didactische werkvorm sluit ook goed aan bij het huidige onderwijs, waarbij het vervaardigen van de 21 e eeuwse vaardigheden steeds belangrijker wordt. (Voorwinden, 2016) Veldwerk is belangrijk voor het ontwikkelen van observatievaardigheden en het kritisch denkvermogen. Daarnaast faciliteert veldwerk het experimenteel leren en draagt het bij aan het ontwikkelen van het zelfstandig leren. (Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014) Bock (2005) concludeert, naar aanleiding van haar onderzoek naar de praktijk van veldwerk op scholen, dat veldwerk de motivatie voor het vak sterk bevordert. (De Bock, 2005) Claessens en Griethuyens erkennen de verhoogde motivatie ook. Zij schrijven: het zelfstandig onderzoeken van een onderwerp werkt motiverend. Daar komt bij dat de combinatie van doen en denken bij veldwerk veel leerlingen erg aanspreekt. Leerlingen zien zelf snel in dat veldwerk de mogelijkheid biedt om praktisch te werken en te leren aan de hand van concrete voorbeelden. (Claessens & Griethuyens, 2001) Bosschaart voegt daaraan toe: veldwerk maakt iets los in leerlingen waar bijna geen ander schoolvak tegenop kan. (van den Berg et al., 2009) Aan welke aspecten voldoet een volwaardig aardrijkskundig veldwerk? Voor het ontwikkelen van een veldwerk wat aansluit bij het leerproces is het van belang om onderscheid te maken in de volgende doelen: 1. Leren waarnemen en je ergens een voorstelling van maken 2. Leren kaartlezen 3. Leren wat het is om gegevens te verzamelen en die te analyseren 4. Het verbinden van theorie en praktijk 5. Leerlingen in de gelegenheid brengen zich te verwonderen en vragen te stellen over de diversiteit in de wereld om hen heen. (van den Berg et al., 2009) 10

11 Daarna kan worden gekeken naar welke vorm van veldwerk het beste past bij de gekozen doelen. Bosschaart beschrijft drie veldwerkvormen: - het trajectmodel, deze vorm van veldwerk lijkt het meest op een excursie. Er kan een toch worden georganiseerd met bijvoorbeeld een bus of een fiets waarbij de docent vertelt. - het terreinmodel, wordt ook wel het inventariserend veldwerk genoemd. Hierbij bekijken de leerlingen één of twee verschijnselen in een gebied, waarna ze de gegevens karteren. - het objectmodel, oftewel het probleemoplossend veldwerk. Leerlingen gaan aan de slag met een eenvoudig onderzoek. (van den Berg et al., 2009) Voor een zinvol leerproces is het ten allen tijden van belang dat een veldwerk goed wordt voorbereid en afgerond door zowel de docent als door de leerlingen. Het veldwerk bestaat dan ook uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de uitwerking in de klas. (Claessens & Griethuyens, 2001, van den Berg et al., 2009, Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014 en van der Schee & Béneker, 2012) Bosschaart heeft de fasen voor de verschillende veldwerkvormen weergegeven in figuur 1. (van den Berg et al., 2009) Figuur 1. Veldwerk in fasen. Overgenomen uit Handboek vakdidactiek aardrijkskunde (p. 249) door G. van den Berg et al., 2009, Amsterdam: Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. Copyright 2009, Uitgeverij Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken De drie fasen zullen voornamelijk activerend en leerlinggestuurd zijn. Veldwerk zal plaatsvinden in een open leeromgeving, met gestructureerde vrijheid voor de leerlingen, waarbij de leerling actief handelend optreedt en cognitief en affectief betrokken is. Hierdoor is er sprake van diep leren, waarbij de leerling een eigen geografisch wereldbeeld kan opbouwen. (van der Schee & Béneker, 2012) 11

12 Na het bepalen van de doelen en de vorm, moet er ook worden gekozen voor een opzet van het veldwerk. Schuring gaf hiervoor vier mogelijkheden in zijn college Nederlandse Landschappen 2, die gebaseerd zijn op de ordeningsstructuren van Reints en Wilkens. De vier mogelijkheden zijn weergegeven in figuur 2. (Schuring, 2016) Figuur 2. Opzet van veldwerk. Overgenomen uit powerpoint college Nederlandse Landschappen 2 - lesweek 1 (dia 46) door T. Schuring, Utrecht: Hogeschool Utrecht. Copyright 2016, T. Schuring. Oost en de Vries hebben een nieuwe manier ontworpen om veldwerk te integreren in de dagelijkse lespraktijk. Daarbij gaan de leerlingen, aan de hand van een gezamenlijk opgestelde mindmap over het te onderzoeken onderwerp, als huiswerkopdracht eenvoudige waarnemingen verrichten in de omgeving. Tijdens de nabesprekingsles bespreken de leerlingen hun verkregen onderzoeksresultaten met elkaar. Hierbij worden gezamenlijk de resultaten geanalyseerd en conclusies geformuleerd. Vervolgens wordt klassikaal de mindmap aangevuld. (Oost & de Vries, 2015) Op deze manier is er op concrete eenvoudige wijze een verband gelegd tussen theorie en praktijk. Oost en de Vries benadrukken dat het belangrijk is om veldwerk in het VMBO klein te houden en voornamelijk in te passen in een gewone lessenserie. Door de leerlingen als huiswerkopdracht buiten de school waarnemingen te laten verrichten, krijgt veldwerk een structurele plek in het aardrijkskundeonderwijs. (Oost & de Vries, 2015) Conclusie Aardrijkskunde is een complex en veelzijdig vak, de criteria waaraan een aardrijkskundig veldwerk moet voldoen zijn dit eveneens. Het aardrijkskundeonderwijs is zeer sterk ontwikkeld. Heden ten dagen is zowel de aardrijkskundige inhoud als de aardrijkskundige werkwijze van belang. Leerlingen moeten zelf kennis kunnen construeren door zelf actief aan de slag te gaan met de lesstof. Dit is ook duidelijk terug te zien in de drie kerncompetenties die zijn opgesteld. Tijdens veldwerk is het belangrijk dat leerlingen leren om aardrijkskundige vragen te stellen, aardrijkskundige werkwijzen leren toe te passen en dat ze geografische informatie leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weer te geven. De geografische zienswijze kan daarbij als stappenplan dienen. Veldwerk is daardoor de manier om leerlingen al experimenterend een illustratief verband te laten zien tussen theorie en praktijk. Een goed veldwerk bestaat uit drie fasen; voorbereiding, veldwerk en uitwerking. Voor het opstellen van een volwaardig velwerk is het van belang om goed de doelen te bepalen, te kijken naar welke vorm van veldwerk en welke opzet van het veldwerk het meest geschikt zijn voor het behalen van de gestelde doelen. In het VMBO moet veldwerk kleinschalig worden gehouden en moet het zoveel mogelijk worden ingepast in de dagelijkse lespraktijk. 12

13 2.3 Praktijkverkenning Inleiding In de praktijkverkenning wordt antwoord gezocht op de hoofdvraag: Hoe kan veldwerk geïntegreerd worden in het aardrijkskundeonderwijs van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? De aansluitende deelvragen luiden als volgt: 1. Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? 2. Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? 3. Welke mogelijkheden zijn er voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? 4. Welke veldwerkmaterialen zijn er binnen De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda beschikbaar? Als eerste zal per deelvraag worden verantwoord voor welke onderzoeksmethoden er is gekozen. Daarna worden de resultaten beschreven en geanalyseerd. De praktijkverkenning wordt afgesloten met een conclusie waarin antwoord wordt gegeven op de hoofdvraag van de praktijkverkenning Aanpak en middelen Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? De visie op veldwerk van de vakgroep aardrijkskunde wordt onderzocht door de vakgroepsleden individueel te interviewen. De opzet van deze interviews is opgenomen in bijlage 2A. Door de collega s individueel te interviewen wordt verkomen dat collega s elkaar beïnvloeden. Allen hebben een verschillende stijl van lesgeven waardoor bepaalde vragen anders beantwoord kunnen worden en bepaalde vragen wellicht gevoelig liggen. (Van der Donk en van Lanen, 2014) De vragenlijst is gestructureerd opgesteld. Een gestructureerde vragenlijst is eenvoudig te analyseren. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Het interview is opgebouwd uit een inleiding, kern en slot. Tijdens de inleiding zal het doel van het interview worden toegelicht en zullen een aantal termen worden verduidelijkt. In de kern van het interview worden inleidende vragen gesteld, waarbij een algemeen beeld wordt verkregen van het huidige aardrijkskundeonderwijs. Daarna volgen vervolgvragen, verdiepende vragen, specificerende vragen en directe vragen over het organiseren van een veldwerk. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Tijdens het slot is er gelegenheid tot het stellen van interpreterende vragen en is er de mogelijkheid voor de participant tot het maken van aanvullende opmerkingen of voor het stellen van verhelderende vragen over het onderzoek. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Deze deelvraag wordt op twee manieren onderzocht. Als eerste zal er een vragenlijst aan alle leerlingen van leerjaar 1 MAVO worden voorgelegd. Deze vragenlijst is opgenomen in bijlage 2A. Om de privacy van de leerlingen te waarborgen en te voorkomen dat er sociaal wenselijke antwoorden worden gegeven is deze vragenlijst anoniem. De vragenlijst wordt wel door de onderzoeker en tevens vakdocent afgenomen. De vragenlijst heeft als doel te onderzoeken wat de ervaringen zijn van de leerlingen met het aardrijkskundeonderwijs. Om deze ervaringen van de leerlingen goed te kunnen interpreteren is ervoor gekozen om de leerlingen ook te vragen naar hun ervaringen met het vak aardrijkskunde op de basisschool. De vragenlijst heeft hierdoor een logische ordening, 13

14 beginnend met het vragen naar de oude situatie, waarna er wordt gevraagd naar de huidige situatie om vervolgens te vragen naar een mogelijke gewenste situatie. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Het is een gesloten vragenlijst met een vierpuntsschaal. (Van der Donk en van Lanen, 2014) De leerlingen worden verplicht tot het kiezen van één antwoord. Dit wordt expliciet vermeld bij de instructie. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Het begrip veldwerk zal voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst mondeling worden toegelicht. Naar aanleiding van de vragenlijst zal er een groepsinterview plaats vinden met enkele leerlingen. De leerlingen zijn gekozen met behulp van de aspectenmethode. De opzet van deze interviews is opgenomen in bijlage 2A. Tijdens dit gesprek moet de visie van de leerlingen helder naar voren komen en is het van belang dat de leerlingen op elkaar kunnen reageren. (Van der Donk en van Lanen, 2014) De volgorde in het interview zal overeenkomen met de volgorde van de vragenlijst. Tijdens het interview zullen verschillende soorten vragen worden gesteld, waaronder vervolgvragen, verdiepende vragen en specificerende vragen. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Het interview is opgebouwd uit de inleiding, een kern en een slot. Tijdens het slot zullen de gegeven antwoorden worden gecontroleerd en kunnen de leerlingen nog aanvullende opmerkingen maken. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Welke mogelijkheden zijn er voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Bosschaart (2009) schrijft in het boek Handboek vakdidactiek aardrijkskunde dat het belangrijk is om leerlingen een eigentijds geografisch wereldbeeld bij te brengen. (van den Berg et al., 2009) Het in kaart brengen van geografische verschijnselen in de omgeving van de school die elders in Nederland ook veelvuldig voorkomen is daarbij belangrijk. Dit kan door relevante aspecten uit de schoolomgeving te analyseren op thema. Hierbij houdt je rekening met fysisch geografische en sociaal geografische aspecten. (van den Berg et al., 2009) De schoolomgeving van De Goudse Waarden zal ook op relevante thema s worden geanalyseerd. Dit gebeurt door het gebruik van de thematische kaart bodemgebruik 2010 via EduGis.nl. In deze thematische kaart is duidelijk het bodemgebruik van de omgeving van de school te zien, waarbij er een beeld wordt verkregen van mogelijke fysische veldwerkgebieden en sociale veldwerkgebieden. Mogelijke veldwerkgebieden worden vervolgens gemarkeerd in de kaart, waarna deze worden bezocht. Tijdens het verkennen van de mogelijke veldwerklocaties wordt gebruik gemaakt van een observatieschema. In dit observatieschema wordt rekening gehouden met het doel van de observatie en is opgesteld vanuit enkele kernbegrippen. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Het observatieschema en de kaart zijn opgenomen in bijlage 2A Welke veldwerkmaterialen zijn er binnen De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda beschikbaar? Voor het inventariseren van de beschikbare materialen is gekozen voor een vragenlijst voor de vakdocenten aardrijkskunde en de vakgroephoofden van de vakken biologie en scheikunde. De vakgroepen biologie en scheikunde hebben materialen tot hun beschikking voor hun eigen practica. Op de vragenlijst staan verschillende mogelijk benodigde materialen genoemd, waarbij kan worden aangegeven of deze materialen aanwezig zijn binnen de vaksectie en of deze materialen kunnen worden uitgeleend. Er is voor de respondenten ook de mogelijkheid om enkele beschikbare materialen toe te voegen aan de lijst. De vragenlijst bestaat hierdoor uit gesloten vragen met enkelekeuzevragen; ja of nee. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Voor het opstellen van een lijst met mogelijke benodigde materialen is gebruik gemaakt van het boek Veldwerk in de tweede fase - een handleiding voor leerlingen en docenten. (Claessens & Griethuyens, 2001) In de vragenlijst staan alleen specifieke materialen genoemd voor bepaalde practica. Algemene materialen zoals een 14

15 fotocamera, kaartmateriaal en navigatie worden hierin niet genoemd, omdat deze beschikbaar zijn op telefoons of omdat deze gemakkelijk zelf te verkrijgen zijn. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 2A Validiteit en betrouwbaarheid Om de validiteit en de betrouwbaarheid van de praktijkverkenning te waarborgen is er een mix van triangulatie toegepast. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Als eerste zijn er meerdere bronnen geraadpleegd, waaronder leerlingen en vakdocenten. Hierdoor is er sprake van democratische validiteit. Het onderwijskundig ontwerp zou voor zowel docenten als leerlingen een oplossing moeten kunnen bieden. (Van der Donk en van Lanen, 2014) De vakdocenten zijn daarbij individueel geïnterviewd, om te voorkomen dat collega s elkaar beïnvloeden en de veiligheid te waarborgen. (Van der Donk en van Lanen, 2014) De leerlingen hebben een gestructureerde vragenlijst ingevuld, waarna een selecte groep leerlingen is geïnterviewd. Dit valt onder de methodische triangulatie. (Van der Donk en van Lanen, 2014). Daarbij is het doel om te onderzoeken of het onderwijskundig ontwerp een verbetering biedt voor de onderwijspraktijk. Hierdoor is er ook sprake van katalyserende validiteit. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Om de betrouwbaarheid te waarborgen van de individuele interviews met de collega s is er in overleg een afspraak gepland met de docenten, zodat docenten ruim voldoende tijd hadden voor het interview en zelf konden aangeven wanneer het interview wenselijk was. Voor de interviews is dezelfde leidraad aangehouden. De vragenlijsten voor de leerlingen zijn bij alle leerlingen in één klas tegelijkertijd afgenomen, waarbij de leerlingen in rijtjes zaten en ze niet mochten overleggen. Voor één klas is de vragenlijst afgenomen op vrijdag het 4 e lesuur en de andere klas op vrijdag het 5 e lesuur tijdens een reguliere aardrijkskundeles. De resultaten van de leerlingen uit beide klassen worden met elkaar vergeleken. De interviews zijn met leerlingen gehouden die met behulp van de aspectenmethode zijn gekozen. Waarbij er wel is gekozen om uit beide klassen evenveel participanten te selecteren. Om de mening van de leerlingen over veldwerk goed te kunnen plaatsen in een groter geheel is gekozen om de leerlingen ook te vragen naar hun mening over het aardrijkskundeonderwijs op De Goudse Waarden en op hun basisschool. De ervaringen met aardrijkskundeonderwijs en met eerder uitgevoerde veldwerken zijn van invloed op de verwachtingen die leerlingen hebben van een toekomstig veldwerk Resultaten en conclusie Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? De vakgroepsleden zijn overwegend positief over het huidige aardrijkskundeonderwijs op De Goudse Waarden. De docenten geven les uit de methode, waarbij er wel selectie heeft plaatsgevonden op de behandelende hoofdstukken. De werkvormen die worden aangeboden sluiten aan bij de leerlijn, waarbij in de onderbouw voornamelijk wordt ingezet op samenwerken en creativiteit, waarna in de bovenbouw de verschuiving plaats vindt naar kritisch leren denken en het ontwikkelen van het oplossend denkvermogen. Docenten zijn er van overtuigd dat de meeste leerlingen aardrijkskunde een leuk vak vinden. De diversiteit in onderwerpen maakt dat aardrijkskunde voor iedere leerling wel iets interessants te bieden heeft. Ook de mogelijkheid tot verschillende werkvormen en de mogelijkheid tot het halen van hogere cijfers ter compensatie maakt dat het vak aantrekkelijk is voor leerlingen. De docenten vinden het daarbij wel jammer te merken dat de nieuwsgierigheid bij leerlingen voor de wereld om hen heen afneemt. De vakgroep zou graag de beschikbare materialen en de diversiteit van werkvormen willen uitbreiden. Dit om het vak nog interessanter en veelzijdiger te maken. 15

16 Uit de interviews met de aardrijkskundedocenten blijkt dat twee docenten ervaring hebben met het organiseren van veldwerken en excursies. De derde collega heeft alleen ervaring met het zelf deelnemen aan veldwerken en het organiseren van veldwerk voor volwassenen. De veldwerken op De Goudse Waarden waren zowel van sociale als fysische aard. De veldwerken werden meestal georganiseerd in samenwerking met grote bedrijven. Door deze opzet was er deels ook sprake van excursies. De veldwerken zijn door de vakgroep deels als positief ervaren. Zowel de verwondering en het plezier bij de leerlingen, als de leeropbrengst voor de leerlingen waren hiervoor de reden. Door verschillende veranderingen, waaronder het groter worden van de klassen, de algehele organisatie en de negatieve feedback van leerlingen op veldwerk is het veldwerk uit het curriculum gehaald. Deze negatieve kanten geven heden nog steeds de doorslag om geen veldwerk te organiseren. Toch staat de vakgroep wel open voor het opnieuw organiseren van veldwerken Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Voor deze deelvraag zijn in totaal 51 vragenlijsten afgenomen onder de leerlingen van leerjaar 1 MAVO. De vragen met betrekking tot de ervaringen met aardrijkskundeonderwijs op de basisschool zijn door 49 leerlingen beantwoord. Twee leerlingen gaven aan geen aardrijkskundeles te hebben gehad op de basisschool. De onderzoeksresultaten van de vragen met betrekking tot de aardrijkskundeles op de basisschool en de aardrijkskundeles op De Goudse Waarden zijn verwerkt in grafieken die te vinden zijn in bijlagen 2B. In deze bijlage is ook de analyse van de resultaten te lezen. Uit de vragenlijsten en het groepsinterview blijkt dat de leerlingen gematigd positief zijn over het aardrijkskundeonderwijs op de basisschool. Dit heeft te maken met de leerstof, de werkvormen en het belang dat er door de groepsleerkracht aan werd gehecht. De ervaringen van de leerlingen met aardrijkskundeonderwijs op De Goudse Waarden zijn positiever. Leerlingen geven aan dat ze nieuwe informatie verkrijgen tijdens de les, ze antwoord krijgen op vragen over de wereld om hen heen en dat de onderwerpen interessant zijn. Ook de verschillende werkvormen worden als prettig ervaren, evenals het groepswerk. Leerlingen zijn wel teleurgesteld over hun cijfers. De vragen met betrekking tot de visie van de leerlingen over veldwerk zijn te lezen in Figuur 3. 16

17 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% vragen over veldwerk tijdens de aardrijkskundeles op De Goudse Waarden zeer mee oneens oneens eens zeer mee eens 1. Ik mis de werkvorm veldwerk op de DGW bij het vak aardrijkskunde. 2. Ik zou het vak aardrijkskunde op DGW leuker vinden als we ook naar buiten zouden gaan voor het doen van onderzoek. 3. Ik zou meer leren op DGW bij het vak aardrijkskunde als we buiten onderzoek zouden gaan doen. 4. Ik heb vragen over de wereld om mij heen die ik kan beantwoorden als we daarvoor buiten onderzoek zouden doen. 5. Ik zou het leuk vinden om in de omgeving van de school praktisch aan de slag te gaan met aardrijkskundige vragen. 6. Ik zou graag voor het vak aardrijkskunde met een groepje buiten onderzoek willen doen. 7. Ik denk dat ik op DGW hogere cijfers haal voor het vak aardrijkskunde als ik ook buiten met de lesstof aan de slag ben geweest. Figuur 3. Vragen over veldwerk tijdens de aardrijkskundeles op De Goudse Waarden. I. Haver Uit de antwoorden blijkt dat de leerlingen positief zijn over de werkvorm veldwerk. 90% van de leerlingen geeft aan aardrijkskunde leuker te vinden als er buiten onderzoek wordt gedaan. Meer dan 60% van de leerlingen geeft aan dat ze meer zullen leren als er ook buiten onderzoek wordt gedaan. Ruim 80% van de leerlingen geeft aan het leuk te vinden om in de omgeving van de school aan de slag te gaan met aardrijkskundige vragen en de leerlingen willen dit graag doen in kleine groepjes. Eenzelfde percentage leerlingen denkt dat hun cijfers hoger worden als ze buiten aan de slag zijn gegaan met de lesstof. Tijdens het groepsinterview zijn de leerlingen erg enthousiast over het naar buiten gaan tijdens de les. Leerlingen geven aan dat het ze het leerzaam vinden om de theorie die in hun boek staat in de werkelijkheid te zien. Ze vinden het lastig om te bedenken dat wat 17

18 in hun boek staat ook in de werkelijkheid te zien is. De leerlingen geven daarbij aan dat ze verwachten dat ze, op het moment dat ze buiten zijn, ook nieuwe vragen krijgen over de wereld om hen heen. De leerlingen willen graag in groepjes buiten aan de slag. De groepssamenstellingen zouden ze daarbij het liefst gemengd zien. Het lijkt hen prettig als ze zelf tweetallen mogen maken, waarmee de docent uiteindelijk groepen uit samenstelt Welke mogelijkheden zijn er voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Uit de uitgevoerde analyse naar mogelijke veldwerkgebieden blijkt dat veldwerkgebied S1/F1 niet veilig en niet voldoende geschikte plekken heeft voor het uitvoeren van een veldwerk. Dit geldt ook voor veldwerkgebied S2/F2. Dit veldwerkgebied is daarbij nu ook niet toegankelijk wegens de bouw van de nieuwe woonwijk. Veldwerkgebied S3/F3 is dan ook het enige veldwerkgebied waar fysische veldwerkonderzoeken uitgevoerd kunnen worden. In dit gebied is het mogelijk om bodemprofielen te onderzoeken en de stroomsnelheid te meten van een zijstroom van de Gouwe. Gekoppeld aan deze fysische onderzoeken is het in dit gebied mogelijk om het agrarisch grondgebruik te onderzoeken en om de boeren te interviewen. De veldwerkgebieden die behoren tot S4 zijn zeer geschikt voor het uitvoeren van veldwerken. Binnen alle gebieden zijn er voldoende plekken die bereikbaar zijn en waar interessante geografische vragen gesteld kunnen worden door leerlingen. Dit geldt ook voor veldwerkgebied S5. Voor de gebieden S4 zullen er mogelijkheden zijn voor het onderzoeken van verschillende woonwijken en naar gebiedswaardering door bewoners. Voor het gebied S5 zullen de leerlingen onderzoek kunnen doen naar de kwantiteit van winkels, gebiedwaardering door bezoekers en mogelijke bouwperioden in de binnenstad Welke veldwerkmaterialen zijn er binnen De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda beschikbaar? Uit de ingevulde vragenlijsten blijkt dat er veel van de mogelijk benodigde materialen aanwezig zijn binnen de school. In bijlage 2B zijn de vragenlijsten geïnventariseerd en zijn de resultaten weergegeven in een tabel, waarbij precies wordt aangegeven met welke materialen welke onderzoeken kunnen worden uitgevoerd. Tijdens een fysisch geografisch veldwerk kan de grondwaterstand, de stroomsnelheid, de temperatuur en de zuurgraad worden gemeten. Wanneer zandlinialen worden aangeschaft kunnen de leerlingen ook bodemprofielen analyseren en een zandpracticum uitvoeren. Voor sociaal geografische veldwerken zijn specifieke materialen nodig, zoals vragenlijsten en kaarten. Deze moeten dan nog worden opgesteld Hoe kan veldwerk geïntegreerd worden in het aardrijkskundeonderwijs van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Veldwerk kan in het aardrijkskundeonderwijs op De Goudse Waarden worden geïntegreerd in leerjaar 1 door rekening te houden met de grootte van de groepen en de bezetting van de begeleidende docenten. Leerlingen willen graag buiten veldwerk doen in kleine groepen in de buurt van de school. Er moet een duidelijke verbinding worden gelegd tussen theorie en praktijk. Gekeken naar de beschikbare veldwerkmaterialen en de geschikte veldwerkgebieden zijn met behulp van kleine aanvullingen zowel meerdere vormen van sociaal/geografische veldwerken en meerdere vormen van fysisch/geografische veldwerken mogelijk. 18

19 Hoofdstuk 3 Het beroepsproduct 3.1 Conclusie verkenning De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Welke meerwaarde heeft een veldwerk aardrijkskunde voor leerlingen van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Vanuit de literatuurverkenning en de praktijkverkenning kunnen enkele conclusies worden getrokken. Het aardrijkskundeonderwijs is zeer sterk ontwikkeld. Heden ten dagen is zowel de aardrijkskundige inhoud als de aardrijkskundige werkwijze van belang. Leerlingen moeten zelf kennis kunnen construeren door zelf actief aan de slag te gaan met de lesstof. Dit is ook duidelijk terug te zien in de drie kerncompetenties die zijn opgesteld. De vakgroep probeert met deze ontwikkelingen mee te gaan, door een doorlopende leerlijn van leerjaar 1 tot en met leerjaar 4 te realiseren, waarbij in de onderbouw de nadruk ligt op de aardrijkskundige werkwijze en in de bovenbouw op de aardrijkskundige inhouden, waarbij wordt verondersteld dat de leerlingen de aardrijkskundige werkwijze kunnen inzetten voor het uitbreiden van hun kennis. Tijdens veldwerk is het belangrijk dat leerlingen leren om aardrijkskundige vragen te stellen, aardrijkskundige werkwijzen leren toe te passen en dat ze geografische informatie leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weer te geven. De geografische zienswijze kan daarbij als stappenplan dienen. Uit de vragenlijsten en de interviews blijkt dat leerlingen ook verwachten dat ze de vragen die ze hebben over de wereld om hen heen kunnen beantwoorden tijdens het veldwerk. Tevens verwachten ze zelfs meerdere vragen te krijgen gedurende het veldwerk. De vakgroep heeft aangegeven dat ze de verwondering van de leerlingen en de leeropbrengst tijdens het veldwerk altijd als iets positiefs hebben ervaren. Het doen van veldwerk zou een manier kunnen zijn om de afnemende nieuwsgierigheid van leerlingen, die door de docenten wordt ervaren, juist weer aan te wakkeren. Veldwerk is daardoor de manier om leerlingen al experimenterend een illustratief verband te laten zien tussen theorie en praktijk. De leerlingen hebben aangegeven dit ook te verwachten van het op veldwerk gaan. Zij willen graag tijdens het veldwerk zien dat wat ze leren in hun boek ook in de praktijk zo werkt. Zij willen die samenhang ervaren en ontdekken. Een goed veldwerk bestaat uit drie fasen; voorbereiding, veldwerk en uitwerking. Voor het opstellen van een volwaardig velwerk is het van belang om goed de doelen te bepalen, te kijken naar welke vorm van veldwerk en welke opzet van het veldwerk het meest geschikt zijn voor het behalen van de gestelde doelen. De vakgroep heeft aangegeven dat het organiseren en uitvoeren van veldwerk veel tijd kosten en dat dit onder andere een reden was om veldwerk niet langer op te nemen in het curriculum. Dit blijft gezien de omvang van een veldwerk een negatief punt. In het VMBO moet veldwerk kleinschalig worden gehouden en moet het zoveel mogelijk worden ingepast in de dagelijkse lespraktijk. Gezien het nieuwe hoofdstuk over steden in de eigen omgeving zal dit dan een sociaal-geografisch veldwerk worden. De docenten hebben aangegeven het veldwerk ook kleinschalig te willen houden wat direct in de omgeving van de school kan worden uitgevoerd. Daarbij is het werken in kleine groepen gewenst. Voldoende begeleiding moet daarvoor beschikbaar worden gemaakt. De leerlingen hebben ook aangegeven in kleine groepen te willen samenwerken. 19

20 3.2 Ontwerpeisen Vanuit de eerdere geformuleerde conclusies op de gestelde hoofdvraag, de hoofdvraag en bijbehorende deelvragen uit de literatuurverkenning en de hoofdvraag en deelvragen uit de praktijkverkenning zijn de volgende ontwerpeisen opgesteld voor het onderwijskundig ontwerp. - Het veldwerk is van sociale aard, waarbij de woonwijken in Gouda centraal staan. Dit veldwerkgebied blijkt uit de praktijkverkenning het meest praktisch. De gebieden zijn goed toegankelijk, en zijn bekend bij de leerlingen. Ook bij slechter weer is een sociaal geografisch veldwerk goed uit te voeren. Daarnaast sluit het aan bij het nieuwe hoofdstuk uit de methode. Daardoor kan het beter ingepast worden in de gewone lessenserie en blijft het klein. (Oost & de Vries, 2015) - Het product geeft ruimte voor het stellen van geografische vragen, toepassen van geografische werkwijze en het leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weergeven van geografische informatie. Door deze drie zaken te ontwikkelen kan de geografische benadering van leerlingen worden ontwikkeld. Het ontwikkelen van de geografische benaderingswijze behoort tot de drie kerncompetenties die centraal staan in het aardrijkskundeonderwijs. (SLO, 2015, van den Berg et al., 2009) - De leerlingen ontwikkelen hun geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen (Blokhuis & Peeters, 2009) De stappen behorende bij het ontwikkelen van de geografische zienswijze helpen leerlingen om de ruimtelijke spreiding en de onderlinge samenhang van ruimtelijke verschijnselen te begrijpen. (Blokhuis & Peeters, 2009) - Het veldwerk kan worden uitgevoerd in de omgeving van de school en in de leefomgeving van de leerlingen. Door veldwerk in de omgeving van de school en in de leefomgeving van de leerlingen uit te voeren worden leerlingen direct geconfronteerd met hun leefomgeving, waardoor ze deze intensiever beleven en ervaren. (van den Berg et al., 2009) Hierdoor kan het verantwoordelijkheidsgevoel voor de leefomgeving positief worden beïnvloed. (Claessens & Griethuyens, 2001) Daarnaast heeft de vakgroep aangegeven een veldwerk voor klas graag dicht bij school uit te voeren. - De abstracte begrippen uit de theorie worden in de praktijk inzichtelijk gemaakt. Veldwerk kan helpen om abstracte begrippen inzichtelijk te maken en om deze te koppelen aan de werkelijkheid. (Claessens & Griethuyens, 2001) Het leerrendement wordt daardoor verhoogd. - De leerlingen vervaardigen tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict- geletterdheid en kritisch denken. De 21 e eeuwse vaardigheden worden gezien als de vaardigheden die de huidige leerlingen in de toekomst nodig zullen hebben. De vaardigheden behoren tot de onderwijsvernieuwingen van onderwijs (Voorwinden, 2016) - Het product bevat de volgende doelen in meer of mindere mate: 1. Leren waarnemen en je ergens een voorstelling van maken, 2. Leren kaartlezen, 3. Leren wat het is om gegevens te verzamelen en die te analyseren, 4. Het verbinden van theorie en praktijk, 5. Leerlingen in de gelegenheid brengen zich te verwonderen en vragen te stellen over de diversiteit in de wereld om hen heen. (van den Berg et al., 2009) 20

21 Alle leerdoelen zullen in verschillende mate terug komen tijdens het veldwerk. Het is wel van belang de doelen goed uit elkaar te houden. Het veldwerk speelt een rol in het leerproces, afhankelijk daarvan spelen bepaalde doelen belangrijke rollen dan andere doelen. (van den Berg et al., 2009) - Het veldwerk heeft als vorm het terreinmodel. Voor een sociaal geografisch veldwerk is dit model het meest praktisch. Hierbij staat er één gebied centraal of één onderwerp in verschillende gebieden. Het veldwerk levert een zichtbaar product op. (van den Berg et al., 2009). De vakgroep heeft aangegeven een overzichtelijk veldwerk te willen, wat makkelijk verwerkbaar en toetsbaar is en een product oplevert. De grote klassen werden eerder als negatief en als belemmering ervaren. Door te kiezen voor het terreinmodel kunnen de klassen eenvoudig worden opgesplitst in groepen die andere onderzoeken doen op dezelfde plek of hetzelfde onderzoek op een andere plek. - Het veldwerk bestaat uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de uitwerking in de klas. Voor een zinvol leerproces is het ten allen tijden van belang dat een veldwerk goed wordt voorbereid en afgerond door zowel de docent als door de leerlingen. Het veldwerk bestaat dan ook uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de uitwerking in de klas. (Claessens & Griethuyens, 2001, van den Berg et al., 2009, Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014 en van der Schee & Béneker, 2012) Tevens hebben de vakgroepcollega s aangegeven als tip om het veldwerk goed voor te bereiden in de klas, zodat leerlingen weten waar ze aan toe zijn, weten wat het leerdoel is en gericht aan de slag kunnen tijdens het veldwerk. Door het veldwerk uit te werken in de klas kan er concreet gewerkt worden aan een product. - Het veldwerk wordt in kleine groepen uitgevoerd. De leerlingen hebben aangegeven graag in groepen samen te werken. De docenten gaven aan de grote klassen als struikelblok te ervaren. Door het veldwerk in kleine groepjes uit te voeren blijft het voor iedereen overzichtelijk. 21

22 3.3 Beschrijving van het beroepsproduct In dit hoofdstuk wordt het ontwikkelde product in hoofdlijnen beschreven. Het product bestaat uit twee onderdelen, namelijk: - Een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden locatie De Gouwe te Gouda voor leerlingen van leerjaar 1 MAVO. - Een docentenhandleiding bij het veldwerk. Het onderwerp van het product zijn de woongebieden in de stad Gouda rondom de school. Als titel heeft het product: de opbouw van Gouda - elke tijd zijn eigen wijk. Het is bedoeld voor de leerlingen van leerjaar 1 MAVO en de lesgevende vakdocenten aardrijkskunde. Het veldwerk is als project onderdeel van de methode De Geo - leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving. (ten Brinke e.a. 2015) Deze methode wordt gebruikt op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda. Tijdens het veldwerk zullen de volgende doelen centraal staan. Algemene aardrijkskundige vaardigheden: De leerling stelt zichzelf tijdens het veldwerk geografische vragen, past de geografische werkwijze toe en leert geografische informatie te verzamelen, analyseren, vergelijken en weer te geven. (SLO, 2015, van den Berg et al., 2009) De leerling ontwikkelt zijn geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen. (Blokhuis & Peeters, 2009) De leerling kan in de praktijk gebruik maken van eenvoudige kaarten en navigatiesystemen. De leerling vervaardigt tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict-geletterdheid en kritisch denken. (Voorwinden, 2016) De leerling verbindt de theorie aan de praktijk en verbindt de praktijk aan de theorie. De leerling verwondert zich over zijn leefomgeving en wordt nieuwsgierig naar zijn leefomgeving. De leerling kan de opgedane kennis overdragen aan zijn klasgenoten door middel van een groepspresentatie. Vaardigheden en kennis vanuit Hoofdstuk 2 - paragraaf 1 en paragraaf 2: De leerling kan het begrip stad definiëren. De leerling weet dat een stad concentrisch is opgebouwd. De leerling weet dat een stad is opgebouwd uit de binnenstad, het stadcentrum, woonwijken, en bedrijventerreinen. De leerling kan het begrip woonwijk definiëren. De leerling kent de volgende woonwijken: de oude binnenstad (middeleeuwen), de oude woonwijk (19 e eeuw), vooroorlogse woonwijk ( ), naoorlogse woonwijk ( ), woonwijken , nieuwbouw woonwijken (vanaf 1990 tot nu). De leerling weet dat je woonwijken kunt duiden door te kijken naar: hoeveelheid groen, vorm van de straten, parkeergelegenheid, bouwstijl en de bevolkingsdichtheid. De leerling weet welke soorten woonwijken in Gouda te vinden zijn. De leerling herkent de verschillende woonwijken uit de theorie in de praktijk. De docentenhandleiding met bijbehorende materialen is voor de vakdocenten aardrijkskunde zowel digitaal als op papier beschikbaar. De docentenhandleiding bevat alle benodigde achtergrondinformatie voor het kunnen uitvoeren van het veldwerk, praktische informatie en alle 22

23 lesmaterialen die in de voorbereiding, tijdens en als afsluiting van het veldwerk gebruikt dienen te worden. De lesinhoud wordt op verschillende manieren aan de leerlingen aangeboden. In de voorbereiding wordt gebruik gemaakt van de lesmethode en bijbehorende powerpoints. Voor het veldwerk krijgen de leerlingen de veldwerkgids op papier uitgereikt. Voor de afsluitende lessen zullen de leerlingen de veldwerkgids ook nodig hebben. De eindproducten die de leerlingen moeten maken zijn zowel digitaal als op papier. 23

24 Hoofdstuk 4 Presentatie, uitvoering en evaluatie van het beroepsproduct 4.1 Presentatie van het beroepsproduct Voordat het ontwikkelde product zal worden uitgetest is het van belang te onderzoeken of het product nog aangepast dient te worden. In hoofdstuk 3 zijn een tiental ontwerpeisen opgesteld. Deze ontwerpeisen zijn opgesteld vanuit de onderzoeksresultaten in de literatuur- en praktijkverkenning en hadden als doel om een product te ontwerpen wat als oplossing dient voor het eerder geformuleerde probleem. De hoofdvraag die hierbij opgesteld is luidt als volgt: Welke meerwaarde heeft een veldwerk aardrijkskunde voor leerlingen van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? In dit hoofdstuk wordt gekeken of het product in voldoende mate voldoet aan de ontwerpeisen. Tevens is het belangrijk om draagvlak te creëren onder de vakgroep aardrijkskunde. Het uitvoeren van het product staat gepland in de weken 47, 48, 49 en 50 in Het product zal daarom gepresenteerd worden in week 46 tijdens een vakgroepvergadering. Tijdens de presentatie zullen de docenten de ontwerpeisen op papier uitgereikt krijgen evenals een uitdraai van de gehele docentenhandleiding. De docenthandleiding zal ook op groot scherm worden geprojecteerd. Voor de presentatie is een gespreksleidraad opgesteld en een vragenlijst. Beide documenten zijn opgenomen in bijlage 4A. Om draagvlak te creëren is er gekozen voor de acceptatie strategieën informeren en kennis vergroten en laten participeren. Deze strategieën zorgen voor de minste weerstand. Door de vakgroep goed te informeren over het product en de beoogde doelen zal de vakgroep een goed beeld krijgen van het product. Door hen te laten participeren kan de vakgroep nog de benodigde feedback geven, waardoor het product beter wordt en meer als gemeenschappelijk product ervaren zal worden. (Walvisconsulting, 2016) Tijdens de presentatie was de gehele vakgroep aanwezig, inclusief een eerstejaars stagiaire aardrijkskunde. De vakgroepsleden hebben onafhankelijk van elkaar de vragenlijst ingevuld, waarna er gezamenlijk over de resultaten is gesproken en er feedback is gegeven. Uit de feedback blijkt dat het product aan alle ontwerpeisen voldoet. De resultaten van de vragenlijst zijn opgenomen in bijlage 4A. De vakgroepsleden hebben alle ontwerpeisen minstens met eens aangekruist. De stelling: De leerlingen ontwikkelen hun geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen. is door de gehele vakgroep beoordeeld met eens. Dit komt doordat het generaliseren niet goed aan bod komt waarschijnlijk. De vakgroep gaf aan dat dit waarschijnlijk ook nog erg lastig is voor een eerstejaarsgroep. Eén docent geeft aan dat de abstracte begrippen tijdens de buitenactiviteit wellicht nog sterker naar voren kunnen komen. Daarvoor is wel voldoende begeleiding nodig, omdat je daar als docent wellicht op zal moeten sturen. Eén docent gaf aan het eens te zijn met de stelling; Het product bevat de volgende doelen in meer of mindere mate. Dit komt doordat de leerlingen wel in 24

25 gelegenheid worden gebracht voor het stellen van vragen, maar de docent twijfelt of de leerlingen dit wel genoeg zullen doen. Zijn twijfels zij gebaseerd op eerdere ervaringen. Om dit te bereiken zul je als docent de leerlingen ook meer in moeten sturen. Dit kunt je niet door een veldwerkgids. Je moet de leerlingen op geschikte momenten op dingen wijzen en hun prikkelen tot het stellen van vragen. Dit kun je niet altijd ensceneren. De vakgroep geeft unaniem aan dat het product goed aansluit op de probleemstelling. Het is een uitgebreid product zoals de vakgroep ook graag een veldwerk gaat voorbereiden. Het is een representatief product op deze manier. Hierdoor kan er achteraf goed worden geëvalueerd of het product heeft geleid tot een oplossing voor het probleem. De vakgroep denkt dat twee lessen voor het afsluiten van het veldwerk erg krap is, en geeft als feedback hier drie lessen van te maken. Waarbij les drie gereserveerd is voor de presentaties. De vakgroep is na de presentatie erg enthousiast over het product en willen het graag gaan uitvoeren. 4.2 Evaluatie van het beroepsproduct Inleiding Nu het product volledig is ingevoerd is het belangrijk te onderzoeken of het product daadwerkelijk het beoogde effect heeft gehad. De hoofdvraag die hierbij beantwoord moet worden is: Welke meerwaarde heeft een veldwerk aardrijkskunde voor leerlingen van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Voor het kunnen beantwoorden van de hoofdvraag is het belangrijk om voldoende data te verzamelen voor de evaluatie. Hiervoor zijn enkele deelvragen opgesteld. 1. Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? 2. Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? 3. In welke mate voldeed het veldwerkgebied in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda aan de voorafgestelde eisen? 4. In welke mate voldeden de veldwerkmaterialen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda aan de voorafgestelde eisen? Eind november en begin december is het product uitgevoerd bij leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda. Tijdens de voorbereidende lessen en de afsluitende lessen waren alleen de vakdocent en de stagiaire aardrijkskunde van beide klassen aanwezig. Tijdens het uitvoeren van het veldwerk waren alle drie de vakdocenten aardrijkskunde aanwezig en de stagiaire aardrijkskunde. Het eerste en tweede lesuur van de veldwerkdag ging klas 1Ma op veldwerk. Lesuur 3 en lesuur 4 waren voor klas 1Mb. Het was een heldere koude decemberdag. Een mooie dag voor een veldwerk Aanpak en middelen Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? Na het veldwerk zal er met de vakdocenten en de stagiaire aardrijkskunde het veldwerk worden geëvalueerd. De evaluatie vindt plaats tijdens een vakgroepsvergadering, waarbij er allereerst 25

26 afzonderlijk door de vakdocenten een vragenlijst wordt ingevuld. Deze vragenlijst is dezelfde vragenlijst als tijdens de presentatie van het product. De respondent kan de vragen beantwoorden aan de hand van een vierpuntsschaal. (Van der Donk en van Lanen, 2014) De docenten worden verplicht tot het kiezen van één antwoord. Dit wordt expliciet vermeld in de instructie. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Doel van het afnemen van dezelfde vragenlijst is om te controleren of het product achteraf heeft voldaan aan de verwachtingen. Aansluitend zal er een groepsinterview plaats gevonden. Er is gekozen voor een groepsinterview omdat het noodzakelijk is dat de respondenten op elkaar kunnen reageren. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Uiteindelijk zal de vakgroep gezamenlijk moeten beslissen of het product heeft geleid tot de oplossing van het probleem. Tevens zal er aan de hand daarvan gezamenlijk moeten worden besloten tot het wel of niet opnemen van veldwerk in het curriculum van leerjaar 1. Tijdens het interview zal eerst worden gevraagd naar de persoonlijke ervaringen van de vakgroepsleden, waarna de meer algemene aspecten zullen worden besproken. (Van der Donk en van Lanen, 2014) De vragenlijst en de opzet voor het interview zijn te lezen in bijlage 4B Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? Deze deelvraag wordt op twee manieren onderzocht. Allereerst zullen de leerlingen van leerjaar 1 MAVO tijdens de laatste les een vragenlijst invullen. Deze vragenlijst is opgenomen in bijlage 4B. Om de privacy van de leerlingen te waarborgen en te voorkomen dat er sociaalwenselijke antwoorden worden gegeven is deze vragenlijst anoniem. De vragenlijst bevat deels dezelfde vragen als de vragen over het doen van veldwerk uit vragenlijst uit de praktijkverkenning. Hierdoor kunnen de resultaten goed worden vergeleken met elkaar. De vragenlijst is een gesloten vragenlijst met een vierpuntsschaal. (Van der Donk en van Lanen, 2014) De leerlingen worden verplicht tot het kiezen van één antwoord. Dit wordt expliciet vermeld in de instructie. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Naar aanleiding van de vragenlijst zal er een groepsinterview plaats vinden met enkele leerlingen. Deze leerlingen zijn gekozen met behulp van de aspectenmethode. De opzet van het interview is opgenomen in bijlage 4B. Tijdens dit gesprek moet de visie van de leerlingen helder naar voren komen en is het van belang dat de leerlingen op elkaar kunnen reageren. (Van der Donk en van Lanen, 2014) De volgorde in het interview zal overeenkomen met de volgorde van de vragenlijst. Tijdens het interview zullen verschillende soorten vragen worden gesteld, waaronder vervolgvragen, verdiepende vragen en specificerende vragen. (Van der Donk en van Lanen, 2014) Het interview is opgebouwd uit de inleiding, een kern en een slot. Tijdens het slot zullen de gegeven antwoorden worden gecontroleerd en kunnen de leerlingen nog aanvullende opmerkingen maken. (Van der Donk en van Lanen, 2014) In welke mate voldeed het veldwerkgebied in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda aan de voorafgestelde eisen? Deze deelvraag zal worden geëvalueerd aan de hand van enkele vragen in de vragenlijst voor de vakdocenten. Deze vragenlijst is opgenomen in bijlage 4B. Hierbij wordt aangesloten op de volgende ontwerpeisen: - Het veldwerk kan worden uitgevoerd in de omgeving van de school en in de leefomgeving van de leerlingen. - Het veldwerk is van sociale aard, waarbij de woonwijken in Gouda centraal staan. Aansluitend zullen deze ontwerpeisen ook worden geëvalueerd tijdens het groepsinterview met de vakdocenten. Hierbij zal nader worden onderzocht in welke mate het veldwerkgebied voldeed aan de 26

27 verwachte veiligheid, de bruikbare onderdelen in het veldwerkgebied en de waardering van leerlingen voor het gebied In welke mate voldeden de veldwerkmaterialen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda aan de voorafgestelde eisen? Tijdens het uitvoeren van het veldwerk is geen gebruik gemaakt van al aanwezige materialen op De Goudse Waarden. Het evalueren van de veldwerkmaterialen is dus in zijn geheel gericht op alle ontworpen materialen binnen het beroepsproduct. Dit zijn alle materialen die zijn opgenomen in de docentenhandleiding. Deze deelvraag zal worden geëvalueerd aan de hand van alle vragen in de vragenlijst voor de vakdocenten. Deze vragenlijst is opgenomen in bijlage 4B. Deze vragen omvatten de eerder beschreven ontwerpeisen. Aansluitend zullen deze ontwerpeisen ook worden geëvalueerd tijdens het groepsinterview met de vakdocenten Resultaten en conclusies Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? In bijlage 4C is allereerst de beoordeling van de vakgroep te zien wat betreft de ontwerpeisen. In de grafiek is te lezen dat de vakgroep ook na het uitvoeren van het product aangeeft dat het product voldoet aan de ontwerpeisen en daarmee aan de verwachtingen. Opvallend is dat de vakgroep bijna dezelfde beoordeling per ontwerpeis geeft als voorafgaand aan de uitvoering. Tijdens het evalueren blijkt dat de eerdere verwachtingen over het ontwikkelen van de geografische zienswijze ook daadwerkelijk in de praktijk zo uitpakte. Het generaliseren blijkt voor leerjaar 1 te complex. De ontwerpeis over de gestelde doelen is eveneens hetzelfde beoordeeld als tijdens de presentatie. Dit kwam met name doordat de vakgroep in voldoende mate de groepen heeft kunnen begeleiden en de leerlingen hierin ook veel verantwoordelijkheid in hebben genomen en het werk serieus hebben genomen. Het stellen van vragen door leerlingenwas, zoals verwacht, wat lastiger te sturen. Hier is nog winst te behalen, door het leren stellen van vragen in de klas ook meer aandacht te geven. De vakgroep heeft een positieve visie op het organiseren van veldwerk voor leerjaar 1. Ze gaan het opnemen in het curriculum van leerjaar 1. Voornamelijk omdat er nu een volwaardig veldwerk ligt wat uitgevoerd kan worden. Ook het plezier van de leerlingen, het leerrendement en de manier van lesgeven zijn van een doorslaggevende factor. De vakgroep denkt nog na over het opnemen van veldwerk in het curriculum voor de andere leerjaren. De mentaliteit van leerlingen, het aantal lesuren en de tijd die het kost om een veldwerk op te zetten spelen hierbij een rol Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? In bijlage 4C is allereerst de uitkomst te zien van de vragenlijst voor de leerlingen. Uit deze vragenlijst blijkt dat de leerlingen erg positief terugkijken op het veldwerk. Voor alle vragen is meer dan 70% van leerlingen het met de stellingen eens of helemaal mee eens. De leerlingen geven aan dat aardrijkskunde leuker is als er ook buiten onderzoek wordt gedaan. Dit komt omdat ze het gevoel hebben dat ze daardoor de stof op een andere manier kunnen leren. De koppeling tussen theorie en praktijk is voor veel leerlingen belangrijk. Niet alle vragen die de leerlingen hebben zijn beantwoord tijdens het veldwerk, dit komt omdat de leerlingen ook vragen hebben die nu niet aan bod zijn geweest. Ook het samenwerken hebben de leerlingen als prettig ervaren. De leerlingen geven aan dat ze daardoor met andere leerlingen leren samenwerken en ook van elkaar kunnen leren. De leerlingen willen vaker op veldwerk, omdat ze graag op deze manier leren en ze tijdens het veldwerk 27

28 meer leren dan alleen de aardrijkskundige theorie. De vakinhoud wordt met veldwerk leuker en concreter In welke mate voldeed het veldwerkgebied in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda aan de voorafgestelde eisen? Zoals uit de ingevulde vragenlijst van de collega s blijkt heeft het veldwerkgebied aan de voorafgestelde eisen voldaan. De vakgroep heeft aangegeven dat het veldwerkgebied voldeed aan de eis dat het in de omgeving van de school lag en het de leefomgeving van de leerlingen betrof. Ook was het veldwerk van sociale aard, waarbij de woonwijken van Gouda centraal stonden. Alle veldwerkgroepen hebben alleen woonwijken in Gouda bezocht. De veiligheid is niet in het geding gekomen tijdens het veldwerk. De leerlingen hebben routes gefietst die ze kennen en op de aangegeven plaatsen waar de leerlingen opdrachten moesten uitvoeren was voldoende gelegenheid voor het veilig uitvoeren van de veiligheid. De aangegeven plaatsen waren allen ook een goede afspiegeling van de theorie, waardoor leerlingen in voldoende mate de theorie en praktijk konden verbinden. De leerlingen hebben, volgens de vakgroep, de veldwerkgebieden met plezier onderzocht In welke mate voldeden de veldwerkmaterialen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda aan de voorafgestelde eisen? De veldwerkmaterialen die zijn gebruikt zijn allemaal speciaal voor dit onderzoek ontworpen. Doordat het totale product is getoetst met een vragenlijst opgesteld vanuit de ontwerpeisen kan gesteld worden dat de materialen in voldoende mate voldeden aan voorafgestelde eisen. Tijdens het interview met de vakcollega`s is daarbij ook naar voren gekomen dat het product als heel uitgebreid en compleet is ervaren. Het is door iedereen op ieder gewenst moment uit te voeren. Alle materialen in de docentenhandleiding zijn daarbij ook weer naar eigen inzicht aan te passen als daar behoefte aan is. Hierdoor kan dit product verder worden uitgebreid of in een andere vorm worden gegoten indien gewenst. Het product voldoet aan hoge eisen die de vakgroep stelt aan de eigen gebruikte materialen Welke meerwaarde heeft een veldwerk aardrijkskunde voor leerlingen van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Uit bovenstaande resultaten en conclusies kunnen we concluderen dat het product heeft bijgedragen aan de oplossing voor het probleem. Een veldwerk aardrijkskunde heeft voor leerlingen van leerjaar 1 MAVO op De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda daadwerkelijk een meerwaarde. Dit beamen zowel de vakgroep aardrijkskunde als de leerlingen van leerjaar 1 MAVO. De leerlingen geven aan dat ze door veldwerk de aardrijkskundige vakinhoud leuker en concreter vinden. Dat ze daarnaast met veldwerk ook andere vaardigheden oefenen dan alleen aardrijkskundige vaardigheden en ook andere zaken leren naast aardrijkskundige inhoud is daarbij zeker een pluspunt. De vakgroep geeft aan dat ze hebben ervaren dat veldwerk het leerrendement verhoogt en plezier oplevert voor alle partijen. Hierdoor is de motivatie voor het vak zowel bij leerlingen als docenten verhoogt. De vakgroep gaf aan te hebben ervaren dat veldwerk weergeeft dat aardrijkskunde een mooi vak is. Daarmee sluit het gevoel aan bij wat eerder al werd geschreven door Bosschaart: veldwerk maakt iets los in leerlingen waar bijna geen ander schoolvak tegenop kan. (van den Berg et al., 2009) 28

29 Literatuurlijst Berg, G. van den., Bosschaart, A., Kolkman, R., Pauw, I., Schee, J. van der. & Vankan, L. (2009). Handboek vakdidactiek Aardrijkskunde. Amsterdam: Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. Blokhuis, J. & Peeters, H. (2009). Bronnenboek: Aardrijkskunde & didactiek. Groningen: Wolters- Noordhoff. Bock, I. de. (2005). Veldwerk - mensenwerk. Gedownload op van Bock de, I. (2006). Veldwerk anno Universiteit Utrecht, faculteit Geowetenschappen. Brinke, W.B. ten., Jong, Chr. De., Metselaar, L.., Peenstra, T.G. en Veen, M.W. van (2015). De Geo lesboek - leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie. Amersfoort: Uitgeverij ThiemeMeulenhoff Brinke, W.B. ten., Jong, Chr. De., Metselaar, L.., Peenstra, T.G. en Veen, M.W. van (2015). De Geo werkboek - leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie. Amersfoort: Uitgeverij ThiemeMeulenhoff CBS statline (2000). Landschap, grond en bodem bodemgebruik Geraadpleegd op , van Claessens, S.J.A. & Griethuyens, G.A. van. (2001). Veldwerk in de tweede fase - een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting veldstudie Hei- & Boeicop. Oost, K., Vries, B. de. (2015). Veldwerk en Mindmaps in het VMBO. Geografie, 2015, nummer 9. De Geo (2015). Edition - powerpoint bij Hoofdstuk 2. Amersfoort: Uitgeverij ThiemeMeulenhoff Donk, C. van der. & Lanen, B. van. (2014). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Uitgeverij Coutinho De Goudse Canon (2016). 40 vensters op geschiedenis. Geraadpleegd op 08 november 2016 via Historische Vereniging Die Goude (2016). Historie Gouda. Geraadpleegd op 8 november 2016 via Kadaster (2016). Topotijdreis. Geraadpleegd op 10 november 2016 via Schee, J. van der. & Béneker, T. (2012). Aardrijkskundeonderwijs onderzocht. Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken, Centrum voor Educatieve Geografie. Gedownload op via 29

30 Schendelen, M. van., Schee, J. van der., Ankoné, H., Eling, L., Kesteren, T. van., Lucas, P., Oost, K. & Wolf, M. de. (2008). Kijk op een veranderende wereld - voorstel voor een nieuw examenprogramma aardrijkskunde vmbo. KNAG. Geraadpleegd op via de%20wereld.pdf Schijndel, B. van & Wal, H. van der. (2011). Basisboek Ruimtelijke Ordening en Planologie. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. Schooltv (2016). De eerste steden ontstaan. Geraadpleegd op 10 november 2016 via Schuring, T. (2016). College Nederlandse Landschappen 2 - lesweek 1. Utrecht: Hogeschool Utrecht. Gedownload op via SLO (2015). Curriculumspiegel 2015: deel B: vakspecifieke trendanalyse. Enschede: SLO. Gedownload op via SLO (2016). Karakteristieken en kerndoelen. Gedownload op via Thornbush, M.J., Allen, C.D. & Fitzpatrick, F.A. (2014). Geomorphological Fieldwork. Amsterdam: Elsevier. Voorwinden, R. (2016). Nieuw model 21 e eeuwse vaardigheden. Kennisnet. Geraadpleegd op via Walvisconsulting (2016). Draagvlak creeren. Geraadpleegd op 10 november 2016 via Wikipedia (2016). Geschiedenis van Gouda. Geraadpleegd op 08 november 2016 via Wikipedia (2016).Korte Akkeren. Geraadpleegd op 08 november 2016 via Wikipedia (2016). Noord. Geraadpleegd op 08 november 2016 via 30

31 Bijlagen Bijlage 2A In bijlage 2A zijn voor iedere deelvraag de meetinstrumenten te vinden. 1. Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? - opzet van het interview met de vakcollega s 2. Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? - gesloten vragenlijst voor de leerlingen - opzet van het groepsinterview met de leerlingen 3. Welke mogelijkheden zijn er voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? - observatieschema inclusief thematische kaart bodemgebruik van EduGis. 4. Welke veldwerkmaterialen zijn er binnen De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda beschikbaar? - gestructureerde vragenlijst voor collega s 31

32 Bijlage 2A Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Opzet van het interview met de vakcollega`s Inleiding Als eerste hartelijk dank voor de tijd die je vrijmaakt voor dit interview. Voordat we het interview starten lijkt het me goed om het doel van dit interview te duiden, het begrip veldwerk te definiëren en de opzet van het interview te vertellen. Het doel is om te achterhalen welke visie op veldwerk de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda heeft. Het begrip veldwerk omschrijven we als volgt: Een werkvorm die grotendeels buiten de school plaats vindt. Dit kan in de directe omgeving zijn van de school, maar ook verder weg. (van den Berg et al., 2009) Veldwerk is daarbij een ervaringsgerichte werkvorm die het leren verbetert, doordat leerlingen de theorie ervaren in de echte-wereld. (Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014) Veldwerk is een praktische invulling van het aardrijkskundeonderwijs. We zullen het als eerste hebben over hoe het aardrijkskundeonderwijs er uit ziet op de Goudse Waarden. Wat zijn hieraan de positieve kanten, en waar liggen mogelijke verbeterpunten? Vervolgens wil ik graag bespreken welke ervaringen er in het verleden zijn opgedaan met veldwerk. Daarna kunnen we bespreken welke ideeën je nu hebt over het integreren van veldwerk in het aardrijkskundeonderwijs. Zijn er nog zaken die je wilt toevoegen aan het interview? Kern - Kun je een algemeen beeld schetsen van het aardrijkskunde onderwijs op de Goudse Waarden? - Welke verschillende werkvormen worden er aangeboden? - Kun je aangeven wat de visie van de leerlingen is op het aardrijkskundeonderwijs? In hoeverre komt dit overeen met jouw visie? - Welke positieve punten kun je benoemen aan het huidige aardrijkskundeonderwijs op de Goudse Waarden? - Welke verbeterpunten zijn er nog te benoemen? - Zijn er in het verleden veldwerken georganiseerd op de Goudse Waarden? Zo ja: Voor welke klassen was dit? Waarom voor deze klassen? Waren deze veldwerken van fysische of van sociale aard? Waarom? Welke doelen stonden centraal tijdens deze veldwerken? Welke positieve ervaringen heb je hieruit meegenomen? 32

33 Welke negatieve ervaringen heb je hieruit meegenomen? Welke feedback is in het verleden vanuit de leerlingen toen verkregen? Zo nee: Is er bewust gekozen om geen veldwerken te organiseren? Wat waren hiervoor de mogelijke redenen? Heb je misschien wel ervaring met het organiseren van veldwerk op een andere school? o Voor welke klassen was dit? Waarom voor deze klassen? o Waren deze veldwerken van fysische of van sociale aard? Waarom? o Welke doelen stonden centraal tijdens deze veldwerken? o Welke positieve ervaringen heb je hieruit meegenomen? o Welke negatieve ervaringen heb je hieruit meegenomen? o Welke feedback is in het verleden vanuit de leerlingen toen verkregen? - Welke positieve kanten kun je benoemen van het doen van veldwerk? Kun je deze uitleggen? - Welke negatieve kanten kun je benoemen van het doen van veldwerk? Kun je deze uitleggen? - Is je gevoel bij veldwerk overwegend positief of negatief? Kun je dit uitleggen? - Hoe ziet jouw ideale veldwerk voor klas 1 er uit? - Welke tips zou je mee willen geven bij het organiseren van een veldwerk? Slot Graag wil ik de belangrijkste zaken die zijn besproken, als volgt samenvatten:.. Zijn er nog aanvullingen die je wilt doen aan dit interview? Zijn er eventueel ook nog vragen? Hartelijk dank voor je meedenken en het prettige gesprek. 33

34 Bijlage 2A Welke visie op veldwerk hebben de leerlingen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Beste leerling, Hieronder zie je een vragenlijst over het vak aardrijkskunde. Als jouw aardrijkskundedocent zou ik graag willen weten wat je ervaringen zijn met het vak aardrijkskunde op zowel de basisschool als nu op de middelbare school. Ook wil ik graag van jou weten wat je er van zou vinden om tijdens de aardrijkskundeles onderzoekjes te doen buiten de school. Bij iedere vraag moet je een antwoord invullen. Je hebt daarvoor steeds de keuze uit vier mogelijkheden: zeer mee oneens mee oneens mee eens zeer mee eens. Je kunt dus per vraag maar één antwoord kiezen. Kies steeds het antwoord wat het eerste in je opkomt. Je hoeft je naam niet op het blaadje te zetten, de vragenlijst is anoniem. Bedankt voor je medewerking, Mevrouw Haver Vragen over de aardrijkskundeles op de basisschool. Op de basisschool kregen we iedere week aardrijkskundeles. Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Op de basisschool vond ik het vak aardrijkskunde leuk. Op de basisschool hadden we voor het vak aardrijkskunde verschillende werkvormen. Op de basisschool gingen we voor het vak aardrijkskunde naar buiten voor het doen van een onderzoek. Op de basisschool gingen we voor het vak aardrijkskunde op excursie naar bijv. een museum. 34

35 Vragen over de aardrijkskundeles op DGW. Ik ga op DGW met plezier naar de aardrijkskundeles. Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Op DGW leer ik tijdens de aardrijkskundeles nieuwe dingen. Ik krijg op DGW bij aardrijkskunde antwoorden op mijn vragen die ik heb over de wereld om mij heen. Op DGW worden er tijdens de aardrijkskundeles verschillende werkvormen ingezet. Ik vind het op DGW leuk om samen te werken tijdens de aardrijkskundeles. Ik haal op DGW goede cijfers voor het vak aardrijkskunde. Vragen over veldwerk tijdens de aardrijkskundeles op DGW. Ik mis de werkvorm veldwerk op de DGW bij het vak aardrijkskunde. Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Ik zou het vak aardrijkskunde op DGW leuker vinden als we ook naar buiten zouden gaan voor het doen van onderzoek. Ik zou meer leren op DGW bij het vak aardrijkskunde als we buiten onderzoek zouden gaan doen. Ik heb vragen over de wereld om mij heen die ik kan beantwoorden als we daarvoor buiten onderzoek zouden doen. Ik zou het leuk vinden om in de omgeving van de school praktisch aan de slag te gaan met aardrijkskundige vragen. Ik zou graag voor het vak aardrijkskunde met een groepje buiten onderzoek willen doen. Ik denk dat ik op DGW hogere cijfers haal voor het vak aardrijkskunde als ik ook buiten met de lesstof aan de slag ben geweest. 35

36 Opzet van het interview met de leerlingen Inleiding Als eerste hartelijk dank voor de tijd die jullie vrijmaken voor dit interview. Voordat we het interview starten lijkt het me goed om het doel van dit interview te vertellen, het begrip veldwerk te definiëren en de opzet van het interview te vertellen. Het doel is om te achterhalen welke visie op veldwerk jullie als leerlingen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda hebben. Het begrip veldwerk omschrijven we, zoals ik voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst, als volgt: Een werkvorm die grotendeels buiten de school plaats vindt. Dit kan in de directe omgeving zijn van de school, maar ook verder weg. (van den Berg et al., 2009) Veldwerk is daarbij een ervaringsgerichte werkvorm die het leren verbetert, doordat leerlingen de theorie ervaren in de echte-wereld. (Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014) Veldwerk is een praktische invulling van het aardrijkskundeonderwijs. Dit interview heeft dezelfde opzet als de vragenlijst. We gaan eerst praten over jullie ervaringen met aardrijkskunde op de basisschool, dan over jullie ervaringen met het vak aardrijkskunde hier op school en als laatste zullen we het hebben over jullie ideeën over een mogelijk veldwerk. Ik probeer samen met jullie antwoorden te krijgen waarom jullie de vragen uit de vragenlijst hebben op deze manier hebben beantwoord. (laat de leerlingen vervolgens de grafieken zien) Kern Vragen over het aardrijkskundeonderwijs op de basisschool. - Uit de vragenlijst blijkt dat de meeste van jullie wel iedere week aardrijkskunde kregen. Kunnen jullie vertellen welke onderwerpen jullie hebben behandeld? Welke methode hadden jullie? Hoe zag zo n aardrijkskundeles er uit? - Kunnen jullie aangeven waarom de meesten van jullie het vak aardrijkskunde niet leuk vonden? Wat vonden jullie niet leuk aan de lessen? Wat vonden jullie wel leuk aan de lessen? - Jullie hebben aangegeven dat er tijdens de aardrijkskundeles niet veel werkvormen werden toegepast. Welke werkvormen werden er wel toegepast? Wat vinden jullie van die werkvormen? Welke werkvormen hebben jullie gemist? - Jullie hebben aangegeven niet veel onderzoek te hebben gedaan buiten voor het vak aardrijkskunde. Welke onderzoeken hebben jullie wel gedaan? Wat hadden jullie graag onderzocht? Hebben jullie wel voor andere vakken buiten onderzoek gedaan? Wat vonden jullie van deze onderzoeken? - Jullie hebben aangegeven niet veel op excursie te zijn geweest voor het vak aardrijkskunde. Welke excursies hebben jullie wel gedaan? Zijn jullie wel voor andere vakken op excursie geweest? Wat vonden jullie van deze excursies? 36

37 Vragen over het aardrijkskundeonderwijs op De Goudse Waarden. - Uit de vragenlijst blijkt dat de meeste van jullie met plezier naar de aardrijkskundeles komen. Kunnen jullie vertellen waardoor dit komt? Hoe kan het plezier nog verder worden vergroot? - Jullie hebben bijna allemaal aangegeven dat je nieuwe dingen leert tijdens de aardrijkskundeles en dat je vragen over de wereld om je heen worden beantwoord. Wat heb je zoal nieuw geleerd dan? Wat zouden jullie nog graag willen leren? Welke vragen hebben jullie nog? Waar halen jullie je vragen vandaan? - Jullie hebben aangegeven dat er tijdens de aardrijkskundeles veel werkvormen worden toegepast. Wat vinden jullie van die werkvormen? Welke werkvormen hebben jullie gemist? Wat zou je veranderen aan sommige werkvormen? - Jullie hebben aangegeven graag samen te werken. Kunnen jullie aangeven waarom jullie graag samenwerken? Welke voordelen heeft samenwerken? Welke nadelen heeft samenwerken? Waar kijk je tegenop als je moet samenwerken? Hebben jullie voorkeur met wie samenwerkt? Vinden jullie dat jullie zelf groepen moeten maken of dat de docent groepen moeten maken? - Jullie zijn niet allemaal even blij met je behaalde cijfers. Waar komt het door dat sommige cijfers tegenvallen? Wat zou ik, als docent, daar nog aan kunnen doen? Welke vragen hebben jullie hier nog over? Vragen over veldwerk tijdens de aardrijkskundeles. - Meer dan 70% van jullie geeft aan de werkvorm veldwerk te missen. Kunnen jullie aangeven waarom je deze werkvorm missen? Kunnen jullie aangeven wat je verwachtingen zijn bij deze werkvorm? - 90% van jullie geeft aan het vak leuker te vinden als we ook op veldwerk zouden gaan en jullie vinden het leuk om met aardrijkskundige vragen aan de slag te gaan. Waarom maakt het naar buiten gaan het vak aardrijkskunde leuker? Waarom vinden jullie het leuk om praktisch aan de slag te gaan met aardrijkskundige vragen? - Jullie verwachten ook meer te leren en antwoord te krijgen op de vragen die jullie hebben over de wereld om jullie heen. De meeste van jullie denken ook hogere cijfers te halen. Hoe komt het dat je denkt dat je door deze werkvorm meer zult leren? Op welke vragen denken jullie antwoord te krijgen als we naar buiten gaan? Denken jullie dat je dan ook nog meer vragen zult krijgen? Waarom denken jullie dat jullie cijfers hoger zullen zijn als we ook tijdens een veldwerk aan de slag gaan met de lesstof? - Jullie willen graag buiten in een groepje werken. Kunnen jullie aangeven waarom jullie graag samenwerken? Welke voordelen heeft samenwerken? Welke nadelen heeft samenwerken? Waar kijk je tegenop als je moet samenwerken? 37

38 Hebben jullie voorkeur met wie samenwerkt? Vinden jullie dat jullie zelf groepen moeten maken of dat de docent groepen moeten maken? Slot Graag wil ik de belangrijkste zaken die zijn besproken, als volgt samenvatten:.. Zijn er nog aanvullingen die jullie willen doen aan dit interview? Zijn er eventueel ook nog vragen? Hartelijk dank voor jullie meedenken en het prettige gesprek. 38

39 Bijlage 2A - Welke mogelijkheden zijn er voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Observatieschema voor veldwerkmogelijkheden in de omgeving van de school Stap 1: Korte verkenning via EduGis en Google-Earth - Kaart/plattegrond downloaden van EduGis over bodemgebruik. Aangeven waar de school staat. - In een straal van 2 km van de school: Analyseren wat het bodemgebruik is (o.a. wonen/werken/recreatie) bedenken welke mogelijkheden er zijn voor eventuele veldwerkopdrachten, zowel fysische veldwerkopdrachten (letten op natuur- en bodemgebruik, fysische eigenschappen van de bodem) als sociale veldwerkopdrachten (wonen, werken, bedrijventerrein, industrie). onderzoeken welke Hotspots (spectaculaire dingen te ontdekken/trekpleisters) er zijn. Stap 2: inventarisatie veldwerkgebieden Plekken markeren die een mogelijke veldwerklocatie zijn. Deze plekken een code geven. Codes verwerken in de legenda. Stap 3: Fysieke observatie en inventarisatie Mogelijke veldwerklocaties bezoeken en de plek observeren aan de hand van onderstaande observatieschema. 39

40 Nummer plek: Fysisch geografische mogelijkheden Sociaal geografische mogelijkheden Veiligheid (verkeer etc) Eigendom van mensen? Mate van overlast? Wat is aanwezig op de plek wat bruikbaar is? Overig: Eventueel foto s maken van plekken. 40

41 Kaart 1. Bodemgebruik Gouda en omgeving. Gedownload van 41

42 Bijlage 2A - Welke veldwerkmaterialen zijn er binnen De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda beschikbaar? Beste collega, Voor mijn afstudeeronderzoek, voor de lerarenopleiding tweedegraads aardrijkskunde, ben ik een veldwerk aan het ontwikkelen voor klas 1 MAVO. Voor dit veldwerk heb ik wellicht verschillende materialen nodig. Graag wil ik weten welke materialen er binnen de school aanwezig zijn die ik zou kunnen gebruiken tijdens het veldwerk. Ik wil je dan ook vragen om onderstaande vragenlijst in te vullen. De ingevulde vragenlijst kun je retourneren in mijn postvak of bij treffen aan mij overhandigen. Alvast hartelijk bedankt voor de medewerking aan mijn onderzoek! Iréne 42

43 Inventarisatie materialen Welke (veldwerk)materialen heeft de vakgroep ter beschikking? Ingevuld door: Vakgroep: Voorwerp: grondboor gehalveerde pvc buis / goot (t.b.v. een grondboring) zandzeven zandliniaal loep / vergrootglas reageerbuis trechter kompas GPS-apparaat meetlint thermometer decibelmeter digitale betaalde licentie van bijvoorbeeld ArcGIS of anders namelijk: Anders, namelijk Anders, namelijk Anders, namelijk Anders, namelijk Aanwezig (ja of nee) Uitleenbaar (ja of nee) Dank je wel! 43

44 Bijlage 2B In bijlage 2B zijn voor iedere deelvraag uit de praktijkverkenning de resultaten te vinden. 1. Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? - tabel met de uitwerkingen van de interviews 2. Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? - resultaten van de vragenlijsten weergegeven in grafieken - tabel met de uitwerking van het groepsinterview 3. Welke mogelijkheden zijn er voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? - ingevulde observatieschema s inclusief aangepaste thematische kaart bodemgebruik van EduGis. 4. Welke veldwerkmaterialen zijn er binnen De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda beschikbaar? - tabel waarin is weergegeven welke materialen beschikbaar zijn en welke onderzoeken er met deze materialen uitgevoerd kunnen worden. 44

45 Bijlage 2B Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? In tabel 1 is de uitwerking van interviews met de vakcollega s te lezen. vraag collega Kun je een algemeen beeld schetsen van het aardrijkskunde onderwijs op de Goudse Waarden? Welke verschillende werkvormen worden er aangeboden? Kun je aangeven wat de visie van de leerlingen is op het aardrijkskundeonderwijs? Collega 1 Collega 2 Collega 3 Over het algemeen kan je zeggen dat het vrij traditioneel is/was. Een leerboek en een werkboek met daarnaast atlasgebruik. Als illustratie of ter verduidelijking werd er eens een filmpje gedraaid. Meestal frontaal, soms in groepjes om bepaalde problemen op te lossen of een eigen mening te vormen. Veel gebruikt wordt ook het klassenleergesprek in de bovenbouw. Leerlingen vinden aardrijkskunde over het algemeen wel aardig/ leuk. Je kan tenminste ook hogere cijfers halen ter compensatie en je kan er wat van herkennen in je eigen omgeving. Leerlingen hebben niet echt een bepaalde visie op het vak. Als docent gaat je visie altijd verder dan wat oppervlakkig dingen kunnen verklaren. De interesse van leerlingen liggen nu eenmaal niet bij maatschappelijke factoren/ woonomgeving enz. Vrij standaard lessen. We hebben ook niet veel uren. Het lijkt of de laatste jaren het vak niet meer als belangrijk wordt beschouwd. Probeer wel verschillende werkvormen aan te bieden, zoals een keer een practicum. Voorheen deden we dat samen met bijvoorbeeld het vak natuurkunde. Leerlingen vinden het wel een leuk vak, maar soms ook erg moeilijk. Ze zijn wel graag praktisch bezig. In de bovenbouw weet ik het niet zo goed. Vrij standaard. Frontaal lesgeven vanuit een methode. Met de aanschaf van een nieuwe methode ook digitaal gaan werken. In de onderbouw proberen we veel werkvormen toe te passen, waarbij leerlingen moeten samenwerken, moeten knippen/plakken etc. Groepswerk, knutselen van bijvoorbeeld aardbollen, waarop de leerlingen het graadnet moeten tekenen. Aan de slag met kaarten. Proefjes over cyclonen. De werkvormen zijn echt bedoeld om praktisch met de leerstof aan de slag te gaan. Voorafgaand aan deze opdrachten hebben de leerlingen de benodigde kennis opgedaan vanuit het boek, uitleg van de docent en door middel van bijvoorbeeld videomateriaal. De leerlingen vinden in de onderbouw aardrijkskunde best leuk. Cijfers vallen soms wel tegen, dit haalt de zin dan ook weg. Leerlingen in klas 1 zijn wel graag op verschillende manieren aan de slag met de lesstof. Klas 2 is soms best lastig. Deze groepen zijn vrij passief. Je probeert als docent je liefde voor het vak over te brengen. Als je dan bemerkt dat leerlingen zelf geen vragen stellen of hun nieuwsgierigheid naar de wereld om hen heen wat kwijt 45

46 Welke positieve punten kun je benoemen aan het huidige aardrijkskundeonderwijs op de Goudse Waarden? Welke verbeterpunten zijn er nog te benoemen? Zijn er in het verleden veldwerken georganiseerd op de Goudse Waarden? Het is gewoon degelijk, voor veel leerlingen moet het gewoon duidelijk zijn wat ze moeten doen/weten en welke stof zij moeten beheersen. De gebruikte methoden zijn aardig up to date en biedt mogelijkheden voor variatie en selectie. Meer praktische werkvormen, meer veldwerk inbouwen, meer zelfstandigheid en onderzoekend leren. Meer leerlingen prestaties laten maken en geven. Uitbreiding van materialen, zoals atlassen en een waterbak. Er zijn in het verleden veldwerken georganiseerd. Evenals excursies. Altijd met alle derde klassen een bustocht door de haven van Rotterdam. Leerlingen ingen daardoor aardrijkskunde kiezen (volgens een oud collega) Tijdens het brugklaskamp wordt er nog wat aan veldwerk gedaan. Veldwerken waren meer van sociale aard. Leerlingen moesten zien over welke grote ingewikkelde bedrijven plaats moesten hebben, De nieuwe methode en de samenwerking in vakgroep. We werken wel steeds meer samen. We hebben binnen het vak wel veel ruimte om dat aan te bieden wat we interessant vinden. Meerdere werkvormen en practica. Nog aantrekkelijker maken voor leerlingen. Leerlingen beter laten ervaren dat aardrijkskunde niet zo maar een vak is, maar dat je daarbij iets kunt leren over de wereld om je heen, waar je de rest van leven in woont. Ja in het verleden wel. Werd er tijdens het brugklaskamp iets van een fysisch veldwerk georganiseerd. Maar dit vonden sommige andere collega s niet meer leuk. We gingen ook wel eens een informatief fietstochtje maken door de stad. zijn, voelt het soms als trekken aan een dood paard. Je moet hen verwonderen met extreme dingen. Ik houd er zelf van om de lessen aardrijkskunde zo afwisselend mogelijk te maken. We hebben vorig jaar grote stappen genomen in vernieuwingen. Bijvoorbeeld een nieuwe methode en nagedacht over een doorgaande leerlijn. Ik denk dat we als docenten nu allemaal wel lesgeven in de klassen waar ons hart ligt. Het zelf kunnen vormgeven van je onderwijs is daarbij wel een tof. Nog verder vormgeven van de doorgaande leerlijn. Het vak kan nog beter worden gegeven. Meer de actualiteit betrekken in de klas. Nog gerichter keuzes maken over wat wel en niet aan te beiden. Het vak heeft te veel vakinhoud voor de uren die we hebben. Het klaslokaal kan nog meer in sfeer worden gebracht. Ik weet dat er in het verleden veldwerken zijn georganiseerd. Ik werkte toen echter nog niet op deze school. Ik heb alleen ervaringen met het zelf op veldwerk gaan voor de studie en het organiseren van veldwerken voor medestudenten. De positieve ervaringen die ik van uit hier heb meegenomen is het plezier wat je met elkaar hebt, de bijzondere plekken die je kunt bezoeken, de ervaring van iets zien wat je uit je boek hebt geleerd en het lekker buiten zijn. Ik weet vanuit deze 46

47 infrastructuur, veiligheid, gevolgen voor de bewoners. Fysisch kwam nauwelijks ter sprake, wat lucht en watervervuiling. Sociaal geografische veldwerken was wat makkelijker te hanteren en vergde niet veel voorbereiding. Samen met geschiedenis deden wij voor alle tweede klassen een stadswandeling van ongeveer 2 uur, waarbij sociale aardrijkskundige dingen aan bod kwamen, opbouw stad, wijken enz. De positieve ervaringen die we hebben waren dat leerlingen langs leuke panden, grachten enz kwamen, waar zij al jaren kwamen maar het bijzondere er niet van zagen. De opbouw was ook altijd een hot item. Veel ll. zien een stad als een grote vanzelf ontstane puinhoop zonder visie of beleid. De negatieve ervaringen hebben voornamelijk te maken de te grote klassen de aandacht van de leerling die stukken minder werd, en de beperkte begeleiding. Zo krijg je alleen maar drempels om iets te organiseren en aan te durven. De excursie werd op een gegeven moment te duur en werd dus geschrapt. De leerlingen gaven op een gegeven moment ook voornamelijk negatieve feedback. Leerlingen vonden het steeds minder leuk. Ik weet dat de mentaliteit en het niveau van de leerling gedaald is in al die jaren Lang lopen, lang in de bus, hebben wij nog vrije tijd in de stad enz. Was het de opbrengst wel waard? Door deze negatieve ervaringen is ervaringen dat de voorbereiding, maar voornamelijk de afronding erg belangrijk is om wel echt iets van veldwerken te leren. Om daadwerkelijk te kennis op te slaan en alle puzzelstukjes in elkaar te laten vallen. 47

48 Welke positieve kanten kun je benoemen van het doen van veldwerk? Kun je deze uitleggen? Welke negatieve kanten kun je benoemen van het doen van veldwerk? Kun je deze uitleggen? Is je gevoel bij veldwerk overwegend positief of negatief? Kun je dit uitleggen? Hoe ziet jouw ideale veldwerk voor klas 1 er uit? het organiseren van veldwerken en excursies langzaam afgenomen. Leerlingen zijn met elkaar bezig, docenten leren ze op een andere manier kennen, interesse kweken voor je eigen omgeving, met weinig veel dingen ontdekken, en dat aardrijkskunde ook een doe vak kan zijn. De theorie in de werkelijkheid ontdekken/zien. Dicht bij huis gebeurt er van alles.alles is ook uit te leggen en te verklaren. De al eerder aangegeven drempels waardoor je denkt laat maar. Eerlijk gezegd ik hoop dat het weer wat positiever wordt Dicht bij school, eenvoudig, herkenbaar voor de leerling, makkelijk verwerkbaar en toetsbaar. Mag ook gewoon Leerlingen leren veel, ze hebben een andere soort les. Leerlingen komen dan op een andere manier in aanraking met hun leefomgeving. Het is veel werk om een veldwerk te organiseren. En om met hele grote groepen op pad te gaan is niet prettig. Er is vaak geen ruimte voor in het lesrooster. Overwegend positief als ik kijk naar de mooie momenten die het oplevert. Maar dan moet je eerst wel door een aantal lastige momenten heen worstelen. Concreet, niet te ver van school. Leerlingen moeten lekker aan de slag Zoals ik hiervoor al vertelde Het samen iets ondernemen, de theorie in de praktijk zien etc. Als ik zelf een veldwerk zou organiseren zou ik het toch wel spannend vinden om met je leerlingen op stap te gaan. Kunnen ze verantwoordelijkheden wel aan? Verder heb ik het idee dat het organisatorisch heel veel werk is. Je moet leerlingen, ouders en docenten goed voorbreiden. En er zijn veel organisatorische randvoorwaarden, zoals roosters e.d. Ik ben voornamelijk positief. Maar dat komt door mijn ervaringen die ik heb opgedaan door met andere volwassenen op veldwerk te gaan. Ik hoop dat leerlingen enthousiast zijn tijdens het veldwerk, verantwoordelijkheid nemen en dat er ook daadwerkelijk leerrendement is. Ik vraag me af of het leerrendement opweegt tegen alle tijd e.d. die je aan het veldwerk besteed. Maar de ervaring voor leerlingen is ook heel belangrijk. Simpel, concreet en gestructureerd. Liever wat dichter bij school. Kleine groepjes met een vaste 48

49 Welke tips zou je mee willen geven bij het organiseren van een veldwerk? gezellig en leuk zijn. Van te voren ruim aanvragen, de tijd ervoor nemen, extra begeleiding zorgen, in klas goed voorbereiden, het doel aan de leerlingen duidelijk maken. Strenge regels stellen wat betreft gedrag enz. Voor jezelf de meerwaarde ervan inzien. kunnen. Voldoende begeleiding en kleine groepen. Tijdig beginnen, goed voorbereiden wat betreft verantwoordelijkheid nemen. begeleiding. Goed te verwerken in de klas. Directe koppeling tussen theorie en praktijk. Goede voorbereiding is het halve werk! Leerlingen, ouders en collega s goed voorbereiden. Enthousiasme overbrengen. Het moet voor leerlingen iets concreets opleveren, bijvoorbeeld een product. Zijn er nog aanvullingen die je wilt doen aan dit interview? Zijn er eventueel ook nog vragen? Nee, dit was goed en voldoende; veldwerk ja of nee? Het vraagt om lef, enthousiasme en een gezonde portie inlevingsvermogen. Leuk om weer eens met leerlingen op veldwerk te gaan. Hopelijk is het positieve gevoel van vroeger dan weer voornamelijk aanwezig. Ik zou graag een keer met leerlingen op veldwerk willen gaan. Als je het een keer doet kun je daadwerkelijk voor jezelf bepalen of veldwerk zinvol is. Wie niet waagt wie niet wint. Tabel 1. Uitwerking van de interviews met de vakcollega s. I. Haver

50 Bijlage 2B Welke visie op veldwerk hebben de leerlingen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? In Figuur 4 zijn de resultaten van de vragen over de aardrijkskundeles op de basisschool weergeven in een grafiek. Daarna is de analyse van de resultaten te lezen, waarbij ook de opbrengsten van het groepsinterview zijn verwerkt. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% vragen over de aardrijkskundeles op de basisschool zeer mee oneens oneens eens zeer mee eens 1. Op de basisschool kregen we iedere week aardrijkskundeles. 2. Op de basisschool vond ik het vak aardrijkskunde leuk. 3. Op de basisschool hadden we voor het vak aardrijkskunde verschillende werkvormen. 4. Op de basisschool gingen we voor het vak aardrijkskunde naar buiten voor het doen van een onderzoek. 5. Op de basisschool gingen we voor het vak aardrijkskunde op excursie naar bijv. een museum. Figuur 4. Vragen over de aardrijkskundeles op de basisschool. I. Haver Meer dan 80% van de leerlingen heeft op de basisschool het vak aardrijkskunde gehad. Bijna 70% van de leerlingen geeft aan dat ze het vak ook daadwerkelijk leuk vonden. Tijdens het groepsinterview gaven de leerlingen aan dat dit te maken had met hun leeropbrengst. Ze gaven aan dat ze nauwelijks nieuwe dingen leerden tijdens de aardrijkskundeles. Ook vonden sommigen dat de meeste onderwerpen die besproken werden niet interessant waren. De lessen aardrijkskunde bestonden voornamelijk uit het lezen van het boek en het, al dan niet in groepen, vragen maken. De leerlingen gaven aan dat ze ook veel topografie kregen. Dit was vaak het enige wat ze moesten leren en wat werd getoetst. Voor het vak aardrijkskunde hebben de leerlingen nooit onderzoek buiten verricht. Ook zijn de meeste leerlingen nooit voor het vak aardrijkskunde op excursie geweest. Tijdens het 50

51 groepsinterview gaven de leerlingen aan dat ze voor het vak biologie soms naar buiten gingen. Voor het vak geschiedenis zijn de meeste leerlingen weleens op excursie geweest. In Figuur 5 zijn de resultaten van de vragen over de aardrijkskundeles op De Goudse Waarden weergeven in een grafiek. Daarna is de analyse van de resultaten te lezen, waarbij ook de opbrengsten van het groepsinterview zijn verwerkt. 1. Ik ga op DGW met plezier naar de aardrijkskundeles. 2. Op DGW leer ik tijdens de aardrijkskundeles nieuwe dingen. 3. Ik krijg op DGW bij aardrijkskunde antwoorden op mijn vragen die ik heb over de wereld om mij heen. 4. Op DGW worden er tijdens de aardrijkskundeles verschillende werkvormen ingezet. 5. Ik vind het op DGW leuk om samen te werken tijdens de aardrijkskundeles. 6. Ik haal op DGW goede cijfers voor het vak aardrijkskunde. Figuur 5. Vragen over de aardrijkskundeles op De Goudse Waarden. I. Haver Ruim 80% van de leerlingen geeft aan de aardrijkskundelessen met plezier te bezoeken. Bijna alle leerlingen geven aan nieuwe informatie te leren tijdens de les en Bijna iedereen geeft aan tijdens de les nieuwe dingen te leren. 90% van de leerlingen geeft aan tijdens de aardrijkskundelessen antwoord te krijgen op vragen over de wereld om hen heen. Leerlingen gaven tijdens het groepsinterview aan dat ze voornamelijk met plezier naar de lessen komen, omdat ze daadwerkelijk het gevoel hebben iets nieuws te leren, en dat er interessante onderwerpen worden besproken. Het plezier in aardrijkskunde heeft ook te maken met de verschillende werkvormen die aan bod komen. 51

52 Meer dan 90% van de leerlingen heeft aangegeven dat er verschillende werkvormen worden toegepast in de les. De leerlingen gaven aan dat ze de opdrachten waarbij ze moeten knippen en plakken, hun creativiteit kunnen gebruiken en kennis moeten opzoeken leuk vinden. Het maken van de praktische opdrachten in kleine groepjes vinden ze daarbij heel erg fijn. Over de behaalde resultaten zijn de leerlingen erg verdeeld. Bijna de helft van de leerlingen is niet tevreden over de behaalde resultaten. Ze vinden de toetsen soms erg moeilijk en de normering streng. Ook weten sommige leerlingen niet zo goed hoe ze moeten leren voor het vak aardrijkskunde. 52

53 Bijlage 2B - Welke mogelijkheden zijn er voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda? Op kaart 2 zijn de mogelijkheden voor een veldwerk in de omgeving van De Goudse Waarden in een straal van 2 km geanalyseerd. In de tabellen 2 t/m 6 zijn de veldwerkgebieden aan de hand van een observatieschema verder geanalyseerd en beoordeeld. 53

54 Kaart 2. Veldwerkmogelijkheden in de omgeving van De Goudse Waarden in een straal van 2 km op een kaart van EduGis: Bodemgebruik Gouda en omgeving. Gedownload van 54

55 Nummer plek: S1/F1 stroomgebied Hollandse IJssel (sociaal & fysisch) Fysisch geografische - Bodemprofiel: aandacht voor bodemsoorten door te kijken naar mogelijkheden kleur, korrelgrootte en vochtigheid. Boringen op de dijk, onderaan de dijk en verder van de dijk weg. Leerlingen ontdekken verschillen tussen rivierkleigronden en veengronden. - reliëf waarnemen: hoogte en breedte van dijk meten. Sociaal geografische mogelijkheden Veiligheidsanalyse Wat is aanwezig op de plek wat bruikbaar is? Mogelijke waardering door leerlingen - agrarisch grondgebruik: aandacht voor de soort landbouw. - interview bij boeren over grondgebruik en over de ervaringen met de grondwaterstand en belangrijke natuur- en milieuwetten. De enige weg naar de veldwerklocatie is over de Veerstalblok, een drukke 60km weg. De veldwerklocaties zijn moeilijk toegankelijk. Direct onder aan de dijk is alles volgebouwd. Je kunt de veldwerklocaties niet bereiken zonder toestemming van bewoners. Met 30 eerstejaars leerlingen is dit geen goede veldwerkplek. Tijdens de opdrachten moeten de leerlingen te veel rekening houden met allerlei veiligheidsmaatregelen. - Een deel van de leerlingen komt dagelijks op verschillende plekken langs de Hollandse IJssel gefietst. Leerlingen ervaren hierdoor het veldwerkgebied wellicht als saai. (van den Berg et al., 2009) Maar er zijn door meerdere onderzoeken wel mogelijkheden tot verrassende effecten. Belangrijk dan om aandacht te schenken aan de waarderingsvraag. Overig - Tabel 2. Observatieschema S1/F1 stroomgebied Hollandse IJssel. I. Haver

56 Nummer plek: S2/F2 Holland Veen (sociaal & fysisch) Fysisch geografische - Bodemprofiel: aandacht voor bodemsoorten door te kijken naar mogelijkheden kleur, korrelgrootte en vochtigheid. Inzicht krijgen in veengrond. - stroomsnelheid meten: ontdekken van de diepte, breedte en de stroomsnelheid van de Ringvaart op deze plek. Sociaal geografische mogelijkheden Veiligheidsanalyse Wat is aanwezig op de plek wat bruikbaar is? Mogelijke waardering door leerlingen - agrarisch grondgebruik: aandacht voor de soort landbouw. - bouw van de nieuwe woonwijk Westergouwe. Meerdere veldwerkgebieden liggen langs de drukke Provinciale weg. Er zijn weinig goede plekken om een groep leerlingen te ontvangen. Het veengebied achter de Ringvaart is afgesloten wegens de bouw van de nieuwe woonwijk Westergouwe. Wellicht is het gebied wel in overleg toegankelijk. Met 30 eerstejaars leerlingen is dit geen goede veldwerkplek. Tijdens de opdrachten moeten de leerlingen te veel rekening houden met allerlei veiligheidsmaatregelen. Of het moet meer in excursievorm zijn door een bezoek te brengen aan de bouwplaats. - Een deel van de leerlingen komt dagelijks langs dit gebied gefietst. Doordat de nieuwe woonwijk Westergouwe veel in het nieuws is kennen veel leerlingen dit gebied. Leerlingen ervaren hierdoor het veldwerkgebied wellicht als saai. (van den Berg et al., 2009) Maar er zijn door meerdere onderzoeken wel mogelijkheden tot verrassende effecten. Belangrijk dan om aandacht te schenken aan de waarderingsvraag. Ook is het dan belangrijk om dieper in te gaan op de kenmerken van de grondsoort die van invloed zijn voor de bouw van deze woonwijk. Overig - Tabel 3. Observatieschema S2/F2 Holland Veen I. Haver

57 Nummer plek: S3/F3 stroomgebied Gouwe (sociaal & fysisch) Fysisch geografische - Bodemprofiel: aandacht voor bodemsoorten door te kijken naar mogelijkheden kleur, korrelgrootte en vochtigheid. Boringen naast de Gouwe en verder landinwaarts in het veengebied. Leerlingen ontdekken verschillen tussen rivierkleigronden en veengronden. - stroomsnelheid meten: ontdekken van de diepte, breedte en de stroomsnelheid van de Alpher Wetering op deze plek. Sociaal geografische mogelijkheden Veiligheidsanalyse Wat is aanwezig op de plek wat bruikbaar is? Mogelijke waardering door leerlingen - agrarisch grondgebruik: aandacht voor de soort landbouw. - interview bij boeren over grondgebruik en over de ervaringen met de grondwaterstand en belangrijke natuur- en milieuwetten. De fietstocht naar het veldwerkgebied is goed te fietsen. Er zijn binnen het veldwerkgebied meerdere openbare plekken toegankelijk. Er zijn ook meerdere plekken om fietsen te parkeren en om een grotere groep te verzamelen. Er is op meerdere plekken sprake van een weidsuitzicht. Naast de Gouwe stroomt de Alpher Wetering. Hierover loopt een brug, die gebruikt kan worden voor het meten van de stroomsnelheid. Gouda dankt zijn naam aan de rivier de Gouwe. Het stroomgebied van de Gouwe is minder bekend dan dat van de Hollandse IJssel. Doordat de leerlingen dit gebied minder goed kennen is het belangrijk om vooraf genoeg theoretische kennis over het landschap te delen. Vooral voor fysische geografie een interessante plek. Overig - Tabel 4. Observatieschema S3/F3 stroomgebied Gouwe. I. Haver

58 Nummer plek: S4 woonwijken rondom de school (sociaal) Fysisch geografische - mogelijkheden Sociaal geografische mogelijkheden Veiligheidsanalyse Wat is aanwezig op de plek wat bruikbaar is? Mogelijke waardering door leerlingen - soorten woonwijken: aandacht voor de bouwperiode van de verschillende woonwijken en straatnamen. - interviewen van mensen: aandacht voor gebiedswaardering. Hoe wordt de woonwijk door mensen ervaren De leerlingen komen uit verschillende woonwijken in de omgeving van de school. Iedere leerling heeft dus wel affiniteit met een woonwijk. In de woonwijken is op meerdere plekken de mogelijkheid tot het verzamelen van een groep leerlingen. Ook zijn de wegen naar de veldwerkgebieden veilig tot redelijk veilig voor leerlingen. Er is wel veel afleiding voor leerlingen. Het is belangrijk om leerlingen met gerichte opdrachten op pad te sturen, anders gaan ze zich richten op al deze afleidingselementen. Er is kans op het bezorgen van overlast door de leerlingen. - de huizen - straatnaambordjes Iedere leerling komt uit een andere woonwijk. De ene woonwijk kent een leerling wat beter dan een andere woonwijk. Het is voor leerlingen interessant om onderzoek te doen in hun eigen woonwijk als ze daarbij worden gedwongen tot het anders kijken naar hun woonwijk. Overig - Tabel 5. Observatieschema S4 woonwijken rondom de school. I. Haver

59 Nummer plek: S5 winkelgebied van Gouda (sociaal) Fysisch geografische - mogelijkheden Sociaal geografische mogelijkheden Veiligheidsanalyse Wat is aanwezig op de plek wat bruikbaar is? - binnenstad: kijken naar de bouwperiode - winkelstraten in kaart brengen: kijken naar soorten winkels en de kwantiteit van soorten winkels analyseren. - interviewen van mensen: aandacht voor gebiedwaardering. Hoe wordt de binnenstad door mensen ervaren. De leerlingen komen allemaal regelmatig in de binnenstad van Gouda om te winkelen. De binnenstad is dus bekend. Er zijn meerdere mogelijkheden om de groep leerlingen te verzamelen. Ook zijn de wegen naar het veldwerkgebied veilig tot redelijk veilig voor leerlingen. Er is wel veel afleiding voor leerlingen. Het is belangrijk om leerlingen met gerichte opdrachten op pad te sturen, anders gaan ze zich richten op al deze afleidingselementen. Er is kans op het bezorgen van overlast door de leerlingen. - de huizen - de winkels Mogelijke waardering door leerlingen Overig - Leerlingen komen graag en vaak in de binnenstad om te winkelen. Het is voor leerlingen interessant om onderzoek te doen in de binnenstad als ze daarbij worden gedwongen tot het anders kijken naar de plek. Tabel 6. Observatieschema S5 winkelgebied van Gouda. I. Haver

60 Bijlage 2B - Welke veldwerkmaterialen zijn er binnen De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda beschikbaar? In tabel 7 is de uitwerking van de beschikbare veldwerkmaterialen te lezen. In deze tabel is ook de analyse opgenomen over de mogelijke onderzoeken die met de beschikbare materialen uit te voeren zijn. Beschikbaar materiaal grondboor Nodig voor - bodemprofiel Welke materialen hiervoor nog meer nodig - pvc-buis is praktischer maar niet direct noodzakelijk. - zandliniaal - vergrootglas - meetlint Onderzoek definitief mogelijk zonder aanschaf materialen? - Nee, zandliniaal is niet aanwezig. - grondwaterstand - touw met lood (eigen bezit) - meetlint loep/vergrootglas - bodemprofiel - grondboor - pvc-buis is praktischer maar niet direct noodzakelijk. - zandliniaal reageerbuis - zandpracticum - trechter - vergrootglas - zandliniaal - zandzeven trechter - zandpracticum - vergrootglas - zandliniaal - reageerbuis - zandzeven meetlint - stroomsnelheid - Houten schijf o.i.d. - stopwatch (telefoon) - schepnet - dieptemeter - Ja - Nee, zandliniaal is niet aanwezig. - Nee, zandliniaal en zandzeven zijn niet beschikbaar. - Nee, zandliniaal en zandzeven zijn niet beschikbaar. - Ja - bodemprofiel - grondboor - pvc-buis is praktischer maar niet direct noodzakelijk. - zandliniaal - vergrootglas thermometer - temperatuurmeting - - Ja - Nee, zandliniaal is niet aanwezig. dieptemeter - stroomsnelheid - Houten schijf o.i.d. - stopwatch (telefoon) - schepnet - meetlint - Ja 60

61 ph-meter - zuurgraadmeting - ph-papier - Ja ph-papier - zuurgraadmeting - ph-meter - Ja schepnet - stroomsnelheid - Houten schijf o.i.d. - stopwatch (telefoon) - meetlint - dieptemeter - Ja Tabel 7. Analyse beschikbare veldwerkmaterialen en mogelijke veldwerkopdrachten. I. Haver

62 Bijlage 3A 62

63 De opbouw van Gouda Elke tijd zijn eigen wijk Docentenhandleiding Foto 1: medias.photodeck.com/8faa 1638-a2d1-11e3-b e81129ea7/77963_xgapl us.jpg Een sociaal - geografische veldwerk in Gouda. Leerjaar 1 van het VMBO-T 1

64 Voorwoord Voor u ligt de docentenhandleiding van het sociaal geografisch veldwerk in Gouda. Tijdens het veldwerk staan de woonwijken in Gouda centraal. Leerlingen zullen zich verdiepen in een woonwijk om de bouwperiodes binnen de woonwijk te kunnen duiden. Daarvoor krijgen ze in de voorbereidende lessen alle kennis overgedragen die ze nodig hebben om in het veld goed te kunnen waarnemen, beschrijven, analyseren en verklaren. Als afsluitende activiteit zullen de leerlingen wat ze hebben onderzocht presenteren aan de klas. Wij wensen u veel nieuwsgierigheid en verwondering toe tijdens het veldwerk. 2

65 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Inhoudsopgave... 3 Algemene informatie... 4 Aansluitend bij de methode... 4 Beginsituatie... 4 Doelen... 4 Koppeling naar de kerndoelen... 5 Verdiepingsmateriaal... 6 Organisatie... 9 Uitleg van het veldwerk... 9 Benodigdheden Tips voor de uitvoering Lesplanning Literatuurlijst Bijlagen Lesplanning per les inclusief powerpointmateriaal Lesplanning les Lesplanning les Lesplanning les Lesplanning les Lesplanning les Lesplanning les Beoordelingsschema Brief voor de ouders Lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden Veldwerkgids per veldwerkgebied

66 Algemene informatie Dit veldwerk is ontworpen voor leerlingen van het VMBO-T leerjaar 1 uit de omgeving Gouda. Tijdens het veldwerk onderzoeken de leerlingen de verschillende woonwijken in de omgeving van CSG de Goudse Waarden, locatie de Gouwe te Gouda. Het doen van veldwerk is een praktische invulling van het aardrijkskundeonderwijs, waarbij leerlingen de gelegenheid krijgen om de theorie in werkelijkheid te ervaren. Tijdens dit veldwerk worden leerlingen direct geconfronteerd met hun leefomgeving, waardoor ze deze intensiever beleven en ervaren. (Claessens & Griethuyens, 2001) Aansluitend bij de methode Het veldwerk is als project onderdeel van de methode De Geo. Deze methode wordt gebruikt op CSG de Goudse Waarden, locatie de Gouwe te Gouda. - De Geo lesboek - leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving - ISBN Uitgeverij ThiemeMeulenhof, Amersfoort, drs. W.B. ten Brinke, drs. Chr. De Jong, L. Metselaar, drs. T.G. Peenstra, drs. M.W. van Veen Beginsituatie Het veldwerk is onderdeel van Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving en wordt uitgevoerd na het behandelen van paragraaf 1 en paragraaf 2, waarbij de inhoud van de paragrafen wel zijn aangepast. Voorafgaand aan het veldwerk hebben de leerlingen de volgende beginsituatie. Algemene vaardigheden: - De leerling kan een eenvoudige kaart lezen. - De leerling kan wisselen van schaalniveau, door inzoomen en uitzoomen. - De leerling herkent het verschil tussen natuurlandschappen en ingerichte landschappen. - De leerling kent het begrip bevolkingsdichtheid en kan dit begrip in de praktijk duiden. - De leerling kan in kleine groepen samenwerken, waarbij er groepsafspraken zijn gemaakt en de taken zijn verdeeld. - De leerling neemt verantwoordelijkheid voor het goed en veilig uitvoeren van een groepsopdracht. Doelen Tijdens het veldwerk zullen de volgende doelen centraal staan. Algemene aardrijkskundige vaardigheden: - De leerling stelt zichzelf tijdens het veldwerk geografische vragen, past de geografische werkwijze toe en leert geografische informatie te verzamelen, analyseren, vergelijken en weer te geven. (SLO, 2015, van den Berg et al., 2009) 4

67 - De leerling ontwikkelt zijn geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen. (Blokhuis & Peeters, 2009) - De leerling kan in de praktijk gebruik maken van eenvoudige kaarten en navigatiesystemen. - De leerling vervaardigt tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict-geletterdheid en kritisch denken. (Voorwinden, 2016) - De leerling verbindt de theorie aan de praktijk en verbindt de praktijk aan de theorie. - De leerling verwondert zich over zijn leefomgeving en wordt nieuwsgierig naar zijn leefomgeving. - De leerling kan de opgedane kennis overdragen aan zijn klasgenoten door middel van een groepspresentatie. Vaardigheden en kennis vanuit Hoofdstuk 2 - paragraaf 1 en paragraaf 2: - De leerling kan het begrip stad definiëren. - De leerling weet dat een stad concentrisch is opgebouwd. - De leerling weet dat een stad is opgebouwd uit de binnenstad, het stadcentrum, woonwijken, en bedrijventerreinen. - De leerling kan het begrip woonwijk definiëren. - De leerling kent de volgende woonwijken: de oude binnenstad (middeleeuwen), de oude woonwijk (19 e eeuw), vooroorlogse woonwijk ( ), naoorlogse woonwijk ( ), woonwijken , nieuwbouw woonwijken (vanaf 1990 tot nu). - De leerling weet dat je woonwijken kunt duiden door te kijken naar: hoeveelheid groen, vorm van de straten, parkeergelegenheid, bouwstijl en de bevolkingsdichtheid. - De leerling weet welke soorten woonwijken in Gouda te vinden zijn. - De leerling herkent de verschillende woonwijken uit de theorie in de praktijk. Koppeling naar de kerndoelen Het veldwerk sluit aan bij de volgende kerndoelen van het voortgezet onderwijs in de onderbouw (slo, 2015): - Kerndoel 5: De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. - Kerndoel 6: De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. - Kerndoel 7: de leerling leert een mondelinge presentatie te houden. - Kerndoel 37: de leerling leert enkele aspecten uit de tijdvakken: tijdvak van burgers en stoommachines ( ), tijdvak van wereldoorlogen ( ) en tijdvak van televisie en computers (1950-heden). - Kerndoel 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun eigen omgeving te plaatsen. - Kerndoel 39: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren. - Kerndoel 40: De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken. - Kerndoel 41: De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden. - Kerndoel 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 5

68 Verdiepingsmateriaal Veldwerk in het aardrijkskundeonderwijs Het doen van veldwerk is een praktische invulling van het aardrijkskundeonderwijs. Veldwerk wordt omschreven als an experiential element that enhances student learning and also connects researchers to real-world phenomena. Fieldwork lends an application to theoretical learning that is both informative and enlightening. (Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014). En als een werkvorm die grotendeels buiten de school plaats vindt. Dit kan in de directe omgeving van de school zijn, maar ook elders in Nederland of zelfs in het buitenland. (van den Berg et al., 2009) Veldwerk is voor de leerlingen de gelegenheid om de theorie in werkelijkheid te ervaren. Leerlingen worden door veldwerk direct geconfronteerd met hun leefomgeving, waardoor ze die intensiever beleven en ervaren. Veldwerk is daardoor de manier om leerlingen al experimenterend een illustratief verband te laten zien tussen theorie en praktijk. Het leerrendement is dan ook vele malen hoger dan van een gewone les. (van den Berg et al., 2009) Geography without fieldwork is like science without experiments: the field is the geographer s laboratory where young people experience at first hand landscapes, places, people and issues, and where they can learn and practice gepgraphical skills in a real environment. Above all, fieldwork is enjoyable. (De Bock, 2006) Veldwerk in de onderbouw van de het VMBO Veldwerk is in verschillende opzichten een meerwaarde voor het aardrijkskundeonderwijs. Veldwerk ligt ten grondslag aan alle wetenschappelijke inzichten. Veldwerk is een basisvaardigheid die behoort bij het vak aardrijkskunde. Alle kennis die wij mensen over de aarde is immers vervaardigd met veldwerk. (Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014) Veldwerk kan daarbij helpen om abstracte begrippen inzichtelijk te maken en om deze te koppelen aan de werkelijkheid. (Claessens & Griethuyens, 2001) Het leerrendement wordt daardoor verhoogd. Leerlingen vinden veldwerk prettig, omdat ze bemerken dat ze er iets van opsteken. (Oost & de Vries, 2015) Hierdoor werkt het sterk motiverend voor het vak. En mede door de combinatie van doen en denken spreekt veldwerk veel leerlingen aan. (Claessens & Griethuyens, 2001) De leefomgeving krijgt door het doen van veldwerk meer betekenis, waardoor het verantwoordelijkheidsgevoel voor de leefomgeving positief kan worden beïnvloed. (Claessens & Griethuyens, 2001) Daarbij sluit de werkvorm goed aan bij het huidige onderwijs, waarbij het vervaardigen van de 21 e eeuwse vaardigheden steeds belangrijker wordt. (Voorwinden, 2016) Maar bovenal maakt veldwerk iets los in leerlingen waar geen enkel ander schoolvak tegenop kan. (van den Berg et al., 2009) Steden in je eigen omgeving Wonen is de één van de belangrijkste ruimtelijke functies. Het neemt veel ruimte in beslag en heeft een grote invloed op het welzijn van de mens. De ruimtelijke functie wonen heeft de laatste eeuwen veel veranderingen gekend. Steden zijn steeds verder uitgebreid, waardoor wijken in andere tijden zijn gebouwd. Iedere woonwijk heeft hierdoor een eigen karkater en eigen kenmerken. We kunnen woonwijken als volgt indelen: - de oude binnenstad - vooroorlogse woonwijken, waaronder tuinwijken en monumentale wijken. - naoorlogse woonwijken, waaronder portiekwijken. 6

69 - grootschalige hoogbouw, waaronder ook woonerven, doelgroepen en metaforen, nieuwe hoogbouw en inbreidingen en vinexwijken. (vanaf 1970 tot nu) De stad Gouda Gouda is een klassiek voorbeeld van een Middeleeuwse stad die de laatste decennia is uitgebreid. Gouda is concentrisch opgebouwd. De binnenstad vormt het hart van de stad. De wijken daaromheen zijn allemaal gebouwd van 1900 tot nu. Heden wordt de wijk Westergouwe gebouwd. Deze wijk bevind zich tussen Gouda en het dorpje Moordrecht in. Door de bouw van deze wijk sluit de stad Gouda bijna naadloos aan op Moordrecht. Hieronder worden voor alle wijken kort de geschiedenis vertelt. Deze informatie kunt u gebruiken bij het bespreken van de onderzoeksresultaten met de leerlingen en bevatten tevens de antwoorden op de gestelde vragen in de veldwerkgidsen. Binnenstad: De stad Gouda ontstaat bij het kruispunt van de Gouwe en de Hollandse IJssel. Hier wordt als eerste een kasteel gebouwd ter verdediging van de haven. Rond 1350 wordt begonnen met het bouwen van de binnenstad en krijgt de stad langzaam vorm. (geschiedenis van Gouda, 2016) Er ontstaan de eerste gildes en Gouda is een bloeiende handelsstad. Halverwege de 18 e eeuw keert het tij, door onder andere oorlogen en pestepidemieën. (Historische Vereniging Die Goude, 2016) De stad Gouda kent een zwaar economisch verval wat tot laat in de 19 e eeuw zal duren. (de Goudse canon, 2016) De binnenstad wordt in deze eeuwen enkele keren door branden deels verwoest. Het stadhuis en het markplein in het hart van de binnenstad zijn belangrijke kenmerken voor de tijdsperiode waarin de binnenstad is ontstaan. Korte Akkeren: Eerste wijk waarmee de stad Gouda omstreeks 1930 wordt uitgebreid, nadat er rondom de Singels wel al wat sprake is geweest van uitbreiding. Korte Akkeren dankt zijn naam aan de korte percelen tuinland, die zijn ontstaan tussen (de Goudse canon, 2016)De wijk is een karakteristieke arbeiderswijk en kent in zijn beginperiode veel armoede. Vanaf 2015 wordt de wijk flink gerenoveerd. (Korte Akkeren, 2016) Kort Haarlem: De wijk Kort Haarlem wordt rond dezelfde tijd gebouwd als de wijk Korte Akkeren. Het is een uitleggebied van de binnenstad en heeft daardoor een sterke relatie met de binnenstad. Vele voorzieningen zijn op loopafstand. De wijk kenmerkt zich door mooie architectuur. De meeste straten zijn breed opgezet. Noord: Een groot gedeelte van deze wijk is een klassiek voorbeeld van een wijk uit de wederopbouwperiode. In de wijk worden verschillende straten gevonden met flats. (Noord, 2016) Dit gedeelte van de wijk grenst het dichts aan de binnenstad. Als je het noordelijke deel van de wijk bezoekt, kom je in straten met nieuwere woonwijken. Deze woonwijken zijn typische voorbeelden van de woonwijken uit De buurten hebben woonerven, groenvoorzieningen en meerdere parkeergelegenheden. Bloemendaal: Dit is de nieuwste wijk, van die wijken die de leerlingen kunnen bezoeken. De wijk is een mooi voorbeeld van een woonwijk uit de jaren Hoewel de wijk ook verschillende straten kent 7

70 met flatgebouwen. De wijk dankt zijn naam aan de Polder die hier gelegen lag. De wijk leevert Gouda later financiële problemen op. De wijk heeft te kampen met enorme verzakkingen door de drassige bodem, die steeds weer opgehoogd dienen te worden. Nieuw Park: Dit is de wijk rondom de school. De wijk is moeilijk te duiden. Richting het centrum rondom het Van Bergen IJzerendoorn Park ziet men voornamelijk grote vrijstaande woningen en grote rijtjeshuizen uit de jaren 30. Verder van het centrum gelegen, tussen het park en de industriegebieden, vind men moderne woningen en arbeiderswoningen. Dit gedeelte van de wijk is tussen 2013 en 2015 gesaneerd en weder opgebouwd. Voorbij de school ziet men industriegebied. De concentrische opbouw is hier deels dus niet meer aan de orde door de eerdere saneringen. 8

71 Organisatie Uitleg van het veldwerk Het veldwerk bestaat uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de afsluiting in de klas. (Claessens & Griethuyens, 2001, van den Berg et al., 2009, Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014 en van der Schee & Béneker, 2012) Tijdens de voorbereiding krijgen de leerlingen informatie over het ontstaan van steden, de opbouw van steden en de diversiteit in woonwijken. De opzet van het veldwerk tijdens de veldwerkdag is te benoemen als de ster (Schuring, 2016) en de veldwerkvorm wordt benoemd als terreinmodel. (van den Berg et al., 2009) De leerlingen bezoeken in kleine groepjes allemaal een andere woonwijk in Gouda. Iedere groep verricht dus dezelfde onderzoeken alleen in een andere woonwijk. In een klas zullen dus vijf of zes woonwijken worden bezocht en daarmee bijna heel Gouda. Doordat de leerlingen tijdens de afsluitende lessen hun onderzoeksresultaten gaan analyseren en presenteren aan de klas zal zo bijna heel Gouda in beeld gebracht worden. Figuur 2. Opzet van veldwerk. Overgenomen uit powerpoint college Nederlandse Landschappen 2 - lesweek 1 (dia 46) door T. Schuring, Utrecht: Hogeschool Utrecht. Copyright 2016, T. Schuring. 9

72 Benodigdheden Voor het uitvoeren van het veldwerk zijn verschillende materialen nodig. Hieronder wordt per les aangegeven welke materialen u als docent nodig heeft en welke materialen de leerlingen nodig hebben. Voorbereidende les 1 Voorbereidende les 2 Veldwerkdag Afsluitende les 1 Docent - De Geo lesboek en werkboekleerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - powerpoint les 1 - brief voor de ouders (digitaal) - docentenhandleiding - De Geo lesboek en werkboekleerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - powerpoint les 2 - brief voor de ouders (digitaal) - per groep 2x een veldwerkgids - docentenhandleiding - minstens twee vakcollega s - telefoon met contactgegevens leerling via Hangouts - veldwerkgebieden op papier met namen van de groepsleden voor iedere collega. - fiets of auto - docentenhandleiding - De Geo lesboek en werkboekleerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden - powerpoint les 3 - voor ieder groepje een beoordelingsschema - docentenhandleiding leerlingen - De Geo lesboek en werkboekleerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - gevulde etui - De Geo lesboek en werkboekleerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - gevulde etui - per groep 2x een veldwerkgids - per groep 2x een veldwerkgids - pen - telefoon met contactgegevens docent via Hangouts - telefoon/camera voor fotomateriaal - fiets - De Geo lesboek en werkboekleerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - gevulde etui - per groep 2x een veldwerkgids - telefoon/camera voor fotomateriaal - lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden - Chromebook voor het maken van de presentatie 10

73 Afsluitende les 2 Afsluitende les 3 - De Geo lesboek en werkboekleerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden - powerpoint les 4 - voor ieder groepje een beoordelingsschema - docentenhandleiding - De Geo lesboek en werkboekleerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - powerpoint les 5 - voor ieder groepje een beoordelingsschema - docentenhandleiding - De Geo lesboek en werkboekleerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - gevulde etui - per groep 2x een veldwerkgids - telefoon/camera voor fotomateriaal - lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden - Chromebook voor het maken van de presentatie - digitaal beschikbaar de gemaakte presentaties - per groep 2x een veldwerkgids Tips voor de uitvoering Voor het volwaardig kunnen uitvoeren van het veldwerk zijn enkele tips van harte aanbevolen. - Zorg dat alle materialen tijdig klaar liggen en zorg voor reserve materiaal. - breng alle betrokkenen tijdig op de hoogte. o Leerlingen: Het is raadzaam om iedere les niet alleen vooruit te blikken op de lesinhoud van die les, maar ook op het veldwerk zelf en naar het einddoel. Leerlingen vinden het spannend om op veldwerk te gaan. Ze krijgen allerlei vragen met betrekking tot inhoud, maar ook over organisatie. Maak voldoende tijd vrij voor het beantwoorden van deze vragen. o Ouders. Zorg dat de brief voor de ouders, voorafgaand aan de eerste voorbereidende les digitaal beschikbaar is voor ouders en leerlingen. Het is raadzaam ouders en leerlingen te vragen met elkaar de brief te bespreken. o Vakcollega s: vraag tijdig hulp aan de collega s. Zeker voor de veldwerkdag is het belangrijk om met voldoende (minstens 3) docenten te zijn. Zorg dat collega s weten wat er van hen verwacht wordt en dat ze de materie beheersen. o Teamleiders/mentoren: zorg dat er toestemming is verkregen voor het naar buiten gaan met de klas. Zorg ervoor dat de teamleider op de hoogte is van je buitenactiviteit, zodat er bij calamiteiten altijd overzicht is wie zich waar bevinden. o Roostermakers: voor de veldwerkdag zijn minstens twee aaneengesloten lesuren nodig. Zorg dat dit is geregeld met de roosterkamer. - breng voorafgaand aan de veldwerkdag een bezoek aan de veldwerklocaties om tijdens de veldwerkdag niet voor verrassingen te staan. Het kan zijn dat wegen tijdelijk afgesloten zijn en of dat veldwerkgebieden niet bereikbaar zijn wegens werkzaamheden. 11

74 - maak duidelijke afspraken met de leerlingen over veiligheid, verantwoordelijkheid en gedrag. Zorg dat je altijd bereikbaar bent voor leerlingen, zodat ze hun vragen kunnen stellen of problemen kunnen ventileren. Zorg ervoor dat leerlingen in ernstige situaties weten wat ze moeten doen. Lesplanning Het veldwerk in fasen uitgeschreven. (van den Berg et al., 2009) Fase A: voorbereiding Tijd Inhoud 50 min les 1 - verkenning van het hoofdstuk - uitleg 1 - bespreken opzet veldwerk - maken van de groepjes - maken opdrachten van 1 - bespreken brief aan de ouders 50 min les 2 - terugblik op les 1 - uitleg 2 - in groepen oriënteren op het veldwerkgebied en bespreken van de veldwerkopdrachten. - bespreken welkomstpagina in de veldwerkgids Fase B: veldwerk 20 min inleiding - bespreken welkomstpagina in de veldwerkgids - laatste vragen - routes checken - contactgegevens uitwisselen - tijdsplanning afspreken 60 min kern - leerlingen zijn in hun veldwerkgebied. - docenten brengen bezoeken aan de groepjes 20 min Slot - verzamelen in het lokaal - ervaringen kort uitwisselen - alle materialen netjes verzamelen voor de volgende lessen. Fase C: uitwerking 50 min les 1 - ervaringen uitwisselen over de veldwerkdag. - maken opdrachten in de veldwerkgids 50 min les 2 - ervaringen uitwisselen over de veldwerkdag. - maken opdrachten in de veldwerkgids - laatste voorbereidingen aan de presentaties 12

75 50 min les 3 - digitaal inleveren van de presentaties - presenteren van de woonwijken door de groepjes. - inleveren van de ingevulde veldwerkgidsen - invullen vragenlijst over het veldwerk voor afstudeeronderzoek 13

76 Literatuurlijst Berg, G. van den., Bosschaart, A., Kolkman, R., Pauw, I., Schee, J. van der. & Vankan, L. (2009). Handboek vakdidactiek Aardrijkskunde. Amsterdam: Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. Blokhuis, J. & Peeters, H. (2009). Bronnenboek: Aardrijkskunde & didactiek. Groningen: Wolters- Noordhoff. Brinke, W.B. ten., Jong, Chr. De., Metselaar, L.., Peenstra, T.G. en Veen, M.W. van (2015). De Geo lesboek - leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie. Amersfoort: Uitgeverij ThiemeMeulenhoff Brinke, W.B. ten., Jong, Chr. De., Metselaar, L.., Peenstra, T.G. en Veen, M.W. van (2015). De Geo werkboek - leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie. Amersfoort: Uitgeverij ThiemeMeulenhoff Claessens, S.J.A. & Griethuyens, G.A. van. (2001). Veldwerk in de tweede fase - een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting veldstudie Hei- & Boeicop. Oost, K., Vries, B. de. (2015). Veldwerk en Mindmaps in het VMBO. Geografie, 2015, nummer 9. De Geo (2015). Edition - powerpoint bij Hoofdstuk 2. Amersfoort: Uitgeverij ThiemeMeulenhoff De Goudse Canon (2016). 40 vensters op geschiedenis. Geraadpleegd op 28 november 2016 via Historische Vereniging Die Goude (2016). Historie Gouda. Geraadpleegd op 28 november 2016 via Kadaster (2016). Topotijdreis. Geraadpleegd op 10 november 2016 via Schijndel, B. van & Wal, H. van der. (2011). Basisboek Ruimtelijke Ordening en Planologie. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. Schooltv (2016). De eerste steden ontstaan. Geraadpleegd op 10 november 2016 via Schuring, T. (2016). College Nederlandse Landschappen 2 - lesweek 1. Utrecht: Hogeschool Utrecht. Gedownload op via SLO (2015). Curriculumspiegel 2015: deel B: vakspecifieke trendanalyse. Enschede: SLO. Gedownload op via SLO (2016). Karakteristieken en kerndoelen. Gedownload op via 14

77 Thornbush, M.J., Allen, C.D. & Fitzpatrick, F.A. (2014). Geomorphological Fieldwork. Amsterdam: Elsevier. Voorwinden, R. (2016). Nieuw model 21 e eeuwse vaardigheden. Kennisnet. Geraadpleegd op via Wikipedia (2016). Geschiedenis van Gouda. Geraadpleegd op 28 november 2016 via Wikipedia (2016).Korte Akkeren. Geraadpleegd op 28 november 2016 via Wikipedia (2016). Noord. Geraadpleegd op 28 november 2016 via 15

78 Bijlagen Lesplanning per les inclusief powerpointmateriaal Lesplanning les 1 Lesplan Lesonderwerp: fase A voorbereiding - les 1 School: CSG De Goudse Waarden, locatie de Gouwe te Gouda Klas: MAVO plus leerjaar 1 Duur: 50 min Lesdoelen: - De leerling kan het begrip stad definiëren. - De leerling weet dat een stad concentrisch is opgebouwd. - De leerling weet dat een stad is opgebouwd uit de binnenstad, het stadcentrum, woonwijken, en bedrijventerreinen. - De leerling kan het begrip woonwijk definiëren. Beginsituatie: - De leerling kan een eenvoudige kaart lezen. - De leerling kan wisselen van schaalniveau, door inzoomen en uitzoomen. - De leerling herkent het verschil tussen natuurlandschappen en ingerichte landschappen. - De leerling kent het begrip bevolkingsdichtheid en kan dit begrip in de praktijk duiden. - De leerling kan in kleine groepen samenwerken, waarbij er groepsafspraken zijn gemaakt en de taken zijn verdeeld. - De leerling neemt verantwoordelijkheid voor het goed en veilig uitvoeren van een groepsopdracht. Benodigdheden: - De Geo lesboek en werkboek- leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - powerpoint les 1 - brief voor de ouders (digitaal) - docentenhandleiding - De Geo lesboek en werkboek- leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - gevulde etui Tijd: Docententaak: Leerlingentaak: Start van de les 5 min Binnenkomst van de leerlingen, absentiecontrole en welkom. Ik Leerlingen zoeken hun plek in de klas, kunnen even wat bijkletsen en loop een rondje om de ontspannen. leerlingen te kunnen zien en 16

79 evt. te spreken. 2 min De docent opent de pagina Wat gaan we vandaag doen? op de PowerPoint en bespreekt de lesopzet en de leerdoelen. De leerlingen luisteren. Kern van de les 15 min Uitleg van 1 De leerlingen luisteren en stellen eventueel vragen. max. 10 min Maken van 1 Docent loopt rond voor het begeleiden van de leerlingen bij het maken van de opdrachten. 10 min Bespreken van het veldwerk. Daarna het maken van groepen (vanuit de samengestelde duo s ) en het indelen van de veldwerkgebieden. Afsluiting van de les Terugblik en vooruitblik Docent blikt terug op de leerstof van vandaag en bespreekt wat er de volgende lessen gaat gebeuren. De leerlingen zijn actief aan de slag met de lesstof individueel of in duo s. De leerlingen luisteren, waarna ze duo s gaan vormen. Ze kunnen nadenken over hun voorkeur voor het veldwerkgebied. De leerlingen luisteren, stellen vragen indien nodig. De leerlingen zorgen dat ze het lokaal netjes achterlaten. 17

80 18

81 19

82 Lesplanning les 2 Lesplan Lesonderwerp: fase A - voorbereiding - les 2 School: CSG De Goudse Waarden, locatie de Gouwe te Gouda Klas: MAVO plus leerjaar 1 Duur: 50 min Lesdoelen: - De leerling kan het begrip stad definiëren. - De leerling weet dat een stad concentrisch is opgebouwd. - De leerling weet dat een stad is opgebouwd uit de binnenstad, het stadcentrum, woonwijken, en bedrijventerreinen. - De leerling kan het begrip woonwijk definiëren. - De leerling kent de volgende woonwijken: de oude binnenstad (middeleeuwen), de oude woonwijk (19e eeuw), vooroorlogse woonwijk ( ), naoorlogse woonwijk ( ), woonwijken , nieuwbouw woonwijken (vanaf 1990 tot nu). - De leerling weet dat je woonwijken kunt duiden door te kijken naar: hoeveelheid groen, vorm van de straten, parkeergelegenheid, bouwstijl en de bevolkingsdichtheid. - De leerling verwondert zich over zijn leefomgeving en wordt nieuwsgierig naar zijn leefomgeving. Beginsituatie: - De leerling kan een eenvoudige kaart lezen. - De leerling kan wisselen van schaalniveau, door inzoomen en uitzoomen. - De leerling herkent het verschil tussen natuurlandschappen en ingerichte landschappen. - De leerling kent het begrip bevolkingsdichtheid en kan dit begrip in de praktijk duiden. - De leerling kan in kleine groepen samenwerken, waarbij er groepsafspraken zijn gemaakt en de taken zijn verdeeld. - De leerling neemt verantwoordelijkheid voor het goed en veilig uitvoeren van een groepsopdracht. Benodigdheden: - De Geo lesboek en werkboek- leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - powerpoint les 2 - brief voor de ouders (digitaal) - per groep 2x een veldwerkgids - docentenhandleiding - De Geo lesboek en werkboek- leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - gevulde etui - per groep 2x een veldwerkgids Tijd: Docententaak: Leerlingentaak: Start van de les 5 min Binnenkomst van de leerlingen, absentiecontrole en welkom. Ik Leerlingen zoeken hun plek in de klas, kunnen even wat bijkletsen en loop een rondje om de ontspannen. leerlingen te kunnen zien en evt. te spreken. 20

83 2 min De docent opent de pagina Wat gaan we vandaag doen? op de PowerPoint en bespreekt de lesopzet en de leerdoelen. Terugblik op de vorige les. De leerlingen luisteren. Kern van de les 20 min Uitleg van 2 De leerlingen luisteren en stellen eventueel vragen. 10 min Rondlopen om de groepen te begeleiden bij het maken van de voorbereidende opdrachten uit de veldwerkgids. Afsluiting van de les 10 min Docent blikt terug op de leerstof van vandaag en bespreekt wat er de volgende lessen gaat gebeuren. In groepen maken van de voorbereidende opdrachten uit de veldwerkgids. De leerlingen luisteren, stellen vragen indien nodig. Ze kunnen nogmaals de taken verdelen. De leerlingen zorgen dat ze het lokaal netjes achterlaten. 21

84 22

85 23

86 24

87 Lesplanning les 3 Lesplan Lesonderwerp: fase B - veldwerk School: CSG De Goudse Waarden, locatie de Gouwe te Gouda Klas: MAVO plus leerjaar 1 Duur: 50 min Lesdoelen: - De leerling stelt zichzelf tijdens het veldwerk geografische vragen, past de geografische werkwijze toe en leert geografische informatie te verzamelen, analyseren, vergelijken en weer te geven. (SLO, 2015, van den Berg et al., 2009) - De leerling ontwikkelt zijn geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen. (Blokhuis & Peeters, 2009) - De leerling kan in de praktijk gebruik maken van eenvoudige kaarten en navigatiesystemen. - De leerling vervaardigt tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict-geletterdheid en kritisch denken. (Voorwinden, 2016) - De leerling verbindt de theorie aan de praktijk en verbindt de praktijk aan de theorie. - De leerling verwondert zich over zijn leefomgeving en wordt nieuwsgierig naar zijn leefomgeving. - De leerling herkent de verschillende woonwijken uit de theorie in de praktijk. Beginsituatie: Zie de lesdoelen van voorgaande lessen. Benodigdheden: - minstens twee vakcollega s - telefoon met contactgegevens leerling via Hangouts - veldwerkgebieden op papier met namen van de groepsleden voor iedere collega. - fiets of auto - docentenhandleiding - per groep 2x een veldwerkgids - pen - telefoon met contactgegevens docent via Hangouts - telefoon/camera voor fotomateriaal - fiets Tijd: Docententaak: Leerlingentaak: Start van de les 20 min Bespreken welkomstpagina in Samen de taken verdelen en de de veldwerkgids. Bespreken van groepsafspraken doornemen. de laatste vragen. Checken of Uitwisselen van de alle leerlingen een route contactgegevens met de docent. De 25

88 hebben naar het veldwerkgebied. Checken of de groepen de taken hebben verdeeld. Contactgegevens uitwisselen. De tijdsplanning afspreken. En per groepje de opdrachten bespreken die uitgevoerd dienen te worden in het veld. Kern van de les 60 min Bezoeken van de groepjes in hun veldwerkgebied. Afsluiting van de les 20 min De leerlingen opvangen in het lokaal. Nabespreken van de ervaringen. Verzamelen van de materialen. Vooruitblik geven op de volgende lessen. route naar het veldwerkgebied controleren. De tijdsplanning bespreken en noteren. Opdrachten uitvoeren in het veldwerkgebied. Tijdig terug zijn in het lokaal. Ervaringen uitwisselen. Alle materialen verzamelen en inleveren bij de docent. 26

89 27

90 Lesplanning les 4 Lesplan Lesonderwerp: fase C uitwerking les 1 School: CSG De Goudse Waarden, locatie de Gouwe te Gouda Klas: MAVO plus leerjaar 1 Duur: 50 min Lesdoelen: - De leerling stelt zichzelf tijdens het veldwerk geografische vragen, past de geografische werkwijze toe en leert geografische informatie te verzamelen, analyseren, vergelijken en weer te geven. (SLO, 2015, van den Berg et al., 2009) - De leerling ontwikkelt zijn geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen. (Blokhuis & Peeters, 2009) - De leerling kan in de praktijk gebruik maken van eenvoudige kaarten en navigatiesystemen. - De leerling vervaardigt tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict-geletterdheid en kritisch denken. (Voorwinden, 2016) - De leerling verbindt de theorie aan de praktijk en verbindt de praktijk aan de theorie. - De leerling verwondert zich over zijn leefomgeving en wordt nieuwsgierig naar zijn leefomgeving. - De leerling weet dat een stad concentrisch is opgebouwd. - De leerling kent de volgende woonwijken: de oude binnenstad (middeleeuwen), de oude woonwijk (19 e eeuw), vooroorlogse woonwijk ( ), naoorlogse woonwijk ( ), woonwijken , nieuwbouw woonwijken (vanaf 1990 tot nu). - De leerling weet dat je woonwijken kunt duiden door te kijken naar: hoeveelheid groen, vorm van de straten, parkeergelegenheid, bouwstijl en de bevolkingsdichtheid. - De leerling herkent de verschillende woonwijken uit de theorie in de praktijk. Beginsituatie: Zie de lesdoelen van voorgaande lessen. Benodigdheden: - De Geo lesboek en werkboek- leerjaar 1 VMBO-kgt - 9e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden - powerpoint les 4 28

91 - voor ieder groepje een beoordelingsschema - docentenhandleiding - De Geo lesboek en werkboek- leerjaar 1 VMBO-kgt - 9e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - gevulde etui - per groep 2x een veldwerkgids - telefoon/camera voor fotomateriaal - lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden - Chromebook voor het maken van de presentatie Tijd: Docententaak: Leerlingentaak: Start van de les 5 min Binnenkomst van de leerlingen, absentiecontrole en welkom. Ik Leerlingen zoeken hun plek in de klas, kunnen even wat bijkletsen en loop een rondje om de ontspannen. leerlingen te kunnen zien en evt. te spreken. 5 min De docent opent de pagina Wat gaan we vandaag doen? op de PowerPoint en bespreekt de lesopzet en de leerdoelen. Terugblik op de vorige les. Kern van de les 10 min De docent nodigt leerlingen uit voor het delen van hun ervaringen. 20 min De docent loopt in een vaste route langs de groepjes om de onderzoeksresultaten te bespreken. Afsluiting van de les 10 min Bespreken van de les en het huiswerk. Vooruitblik naar de volgende les. De leerlingen luisteren. De leerlingen komen op uitnodiging naar het bord om hun ervaring te delen. De leerlingen gaan in hun groep aan de slag met het beantwoorden van de vragen op de pagina uitwerking in de veldwerkgids. Vragen die ze hebben schrijven ze op en kunnen ze stellen als de docent langskomt. De leerlingen luisteren, stellen vragen indien nodig. Ze kunnen nogmaals de taken verdelen. De leerlingen zorgen dat ze het lokaal netjes achterlaten. 29

92 30

93 Lesplanning les 5 Lesplan Lesonderwerp: fase C uitwerking les 2 School: CSG De Goudse Waarden, locatie de Gouwe te Gouda Klas: MAVO plus leerjaar 1 Duur: 50 min Lesdoelen: - De leerling stelt zichzelf tijdens het veldwerk geografische vragen, past de geografische werkwijze toe en leert geografische informatie te verzamelen, analyseren, vergelijken en weer te geven. (SLO, 2015, van den Berg et al., 2009) - De leerling ontwikkelt zijn geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen. (Blokhuis & Peeters, 2009) - De leerling kan in de praktijk gebruik maken van eenvoudige kaarten en navigatiesystemen. - De leerling vervaardigt tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict-geletterdheid en kritisch denken. (Voorwinden, 2016) - De leerling verbindt de theorie aan de praktijk en verbindt de praktijk aan de theorie. - De leerling verwondert zich over zijn leefomgeving en wordt nieuwsgierig naar zijn leefomgeving. - De leerling weet dat een stad concentrisch is opgebouwd. - De leerling kent de volgende woonwijken: de oude binnenstad (middeleeuwen), de oude woonwijk (19 e eeuw), vooroorlogse woonwijk ( ), naoorlogse woonwijk ( ), woonwijken , nieuwbouw woonwijken (vanaf 1990 tot nu). - De leerling weet dat je woonwijken kunt duiden door te kijken naar: hoeveelheid groen, vorm van de straten, parkeergelegenheid, bouwstijl en de bevolkingsdichtheid. - De leerling herkent de verschillende woonwijken uit de theorie in de praktijk. Beginsituatie: Zie de lesdoelen van voorgaande lessen. Benodigdheden: - De Geo lesboek en werkboek- leerjaar 1 VMBO-kgt - 9e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden - powerpoint les 5 31

94 - voor ieder groepje een beoordelingsschema - docentenhandleiding - De Geo lesboek en werkboek- leerjaar 1 VMBO-kgt - 9e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen omgeving (en evt. de methode digitaal) - gevulde etui - per groep 2x een veldwerkgids - telefoon/camera voor fotomateriaal - lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden - Chromebook voor het maken van de presentatie Tijd: Docententaak: Leerlingentaak: Start van de les 5 min Binnenkomst van de leerlingen, absentiecontrole en welkom. Ik Leerlingen zoeken hun plek in de klas, kunnen even wat bijkletsen en loop een rondje om de ontspannen. leerlingen te kunnen zien en evt. te spreken. 5 min De docent opent de pagina Wat gaan we vandaag doen? op de PowerPoint en bespreekt de lesopzet en de leerdoelen. Terugblik op de vorige les. Kern van de les 30 min De docent loopt in een vaste route langs de groepjes om de onderzoeksresultaten te bespreken en de leerlingen op weg te helpen met hun presentaties en het inkleuren van de kaart. Afsluiting van de les 10 min Bespreken van de les en het huiswerk. Vooruitblik naar de volgende les. De leerlingen luisteren. De leerlingen gaan in hun groep aan de slag met het verdelen van de taken. Daarna maken ze hun presentatie en kleuren ze de kaart. De leerlingen luisteren, stellen vragen indien nodig. Ze kunnen nogmaals de taken verdelen. De leerlingen zorgen dat ze het lokaal netjes achterlaten. 32

95 33

96 Lesplanning les 6 Lesplan Lesonderwerp: fase C uitwerking les 3 School: CSG De Goudse Waarden, locatie de Gouwe te Gouda Klas: MAVO plus leerjaar 1 Duur: 50 min Lesdoelen: - De leerling stelt zichzelf tijdens het veldwerk geografische vragen, past de geografische werkwijze toe en leert geografische informatie te verzamelen, analyseren, vergelijken en weer te geven. (SLO, 2015, van den Berg et al., 2009) - De leerling ontwikkelt zijn geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen. (Blokhuis & Peeters, 2009) - De leerling vervaardigt tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict-geletterdheid en kritisch denken. (Voorwinden, 2016) - De leerling verbindt de theorie aan de praktijk en verbindt de praktijk aan de theorie. - De leerling verwondert zich over zijn leefomgeving en wordt nieuwsgierig naar zijn leefomgeving. - De leerling kan de opgedane kennis overdragen aan zijn klasgenoten door middel van een groepspresentatie. - De leerling weet dat een stad concentrisch is opgebouwd. - De leerling kent de volgende woonwijken: de oude binnenstad (middeleeuwen), de oude woonwijk (19 e eeuw), vooroorlogse woonwijk ( ), naoorlogse woonwijk ( ), woonwijken , nieuwbouw woonwijken (vanaf 1990 tot nu). - De leerling weet dat je woonwijken kunt duiden door te kijken naar: hoeveelheid groen, vorm van de straten, parkeergelegenheid, bouwstijl en de bevolkingsdichtheid. - De leerling weet welke soorten woonwijken in Gouda te vinden zijn. - De leerling herkent de verschillende woonwijken uit de theorie in de praktijk. Beginsituatie: Zie de lesdoelen van voorgaande lessen. Benodigdheden: - De Geo lesboek en werkboek- leerjaar 1 VMBO-kgt - 9 e editie - Hoofdstuk 2 - steden in je eigen 34

97 omgeving (en evt. de methode digitaal) - powerpoint les 6 - voor ieder groepje een beoordelingsschema - docentenhandleiding - digitaal beschikbaar de gemaakte presentaties - per groep 2x een veldwerkgids Tijd: Docententaak: Leerlingentaak: Start van de les 2 min Binnenkomst van de leerlingen, Leerlingen zoeken hun plek in de absentiecontrole en welkom. Ik klas, kunnen de laatste loop een rondje om de voorbereiding treffen voor hun leerlingen te kunnen zien en presentatie. evt. te spreken. 1 min De docent opent de pagina Wat gaan we vandaag doen? op de PowerPoint en bespreekt de lesopzet en de leerdoelen. Terugblik op de vorige les. Kern van de les 35 min Luisteren naar de presentaties en feedback geven op de presentaties. Daar waar nodig informatie verduidelijken en verbeteren. 10 min Afronden van het veldwerk: - Bespreken van de ingekleurde kaart - Vragenlijst uitdelen - Veldwerkgidsen innemen. De leerlingen luisteren. Geven van presentatie en luisteren naar de presentaties. Stellen van vragen over de inhoud. Bespreken van het veldwerk, invullen van de vragenlijst en inleveren van de veldwerkgids. Afsluiting van de les 2 min Vooruitblik naar de volgende les De leerlingen zorgen dat ze het lokaal netjes achterlaten. 35

98 36

99 Beoordelingsschema Beoordeling veldwerk klas groep Voorbereiding veldwerk - werkafspraken - taakverdeling 0p / 1p / 2p 0p / 1p / 2p Veldwerk - taakverdeling - uitwerking P1 - uitwerking P2 0p / 1p / 2p 0p / 1p / 3p / 5p 0p / 1p / 3p / 5p Uitwerking veldwerk - antwoorden vragen - taakverdeling 0p / 1p / 3p / 5p 0p / 1p / 2p Presentatie van het veldwerkgebied - inhoud (waarnemingen en conclusie) - lay-out - ervaringen (vragenlijst) 0p / 1p / 3p / 5p 0p / 1p / 2p 0p / 1p / 2p Samenwerking (vragenlijst) 0p / 1p / 2p Aantal behaalde punten : totaal aantal punten x = het cijfer. 37

100 Brief voor de ouders 38

101 Lijst met websites met informatie over de veldwerkgebieden Gouda in 1650: de_singels,_ca._1650..jpg - Gouda in 1815: - Gouda in 1855: - Botermarkt in 1881: - Gouda in 1930: - volkswoonwijk in Korte Akkeren rond 1930: - wijkaanzicht Kort Haarlem rond 1940: - woningen in Noord: - Gouda in 1960: - Gouda in 1970: - Gouda in 1992: - wijkoverzicht: - wijkoverzicht 2: 39

102 Veldwerkgids per veldwerkgebied Hieronder volgen de veldwerkgidsen van de zes veldwerkgebieden. De opzet van de veldwerkgids is voor ieder veldwerkgebied hetzelfde. De gidsen verschillen van elkaar door het gebruikte kaartmateriaal. 40

103 De opbouw van Gouda Elke tijd zijn eigen wijk Namen: Veldwerkgids voor de groep Binnenstad Klas:

104

105 Welkom Op deze pagina lees je nog wat extra uitleg over het veldwerk en enkele belangrijke tips. Ook staan hier de gemaakte afspraken nog eens op een rijtje. Uitleg Het veldwerk bestaat uit drie delen: - twee voorbereidende lessen - een veldwerkdag - twee afsluitende lessen Tijdens de veldwerkdag krijg je bezoek van meneer Redegeld, meneer Jonkers of mevrouw Haver. Tijdens het veldwerk kun je altijd contact opnemen met mevrouw Haver via Hangouts op hav@csgdgw.nl. Zorg dat iemand van je groep mevrouw Haver een berichtje heeft gestuurd, zodat de connectie via Hangouts is gemaakt. Bij een ernstig noodgeval (denk aan een ongeluk) bel je direct naar school en zoek je hulp in de omgeving. Spreek iemand aan op straat of bel ergens aan en vraag om hulp. Gemaakte afspraken - Zorg dat je goed op elkaar let. - Fiets maar met tweeën naast elkaar, en wacht op elkaar tijdens het fietsen. - Samen uit en samen thuis: laat niet zomaar iemand achter. Maar ook: verlaat niet zomaar je groep! - Zorg dat de mensen om je heen geen last hebben van jullie. En wees verantwoordelijk voor je omgeving. Ga niet in iemand zijn tuin staan, laat geen rommel achter etc. Oftewel heb respect en waardering voor de omgeving! - Ga tijdens het veldwerk niet naar huis of naar een winkel. Ben je klaar, kom dan naar school terug. - zorg altijd dat de opdracht samen goed afgemaakt kan worden. Hebben jullie ergens een meningsverschil over, schrijf dan beide je antwoord op. Dan kan het later besproken worden. - Zet je in voor je groep! Jullie moeten samen tot een eindresultaat komen. - Geniet van het veldwerk! Tips - werk tijdens het veldwerk in maximaal twee veldwerkgidsen. Laat de andere veldwerkgidsen op school, zodat je daar achteraf nog netjes uit kunt werken. - maak daar waar het kan een taakverdeling. Kijk daarbij goed wat iemand leuk vindt om te doen en wat iemand goed kan.

106

107 Voorbereiding Jullie gaan je nu als eerste goed voorbereiden op de veldwerkdag. De voorbereiding is heel belangrijk voor een geslaagd veldwerk. Zorg dat je de onderstaande opdrachten dan ook heel serieus uitvoert. Werkafspraken Maak nu enkele afspraken met je groepje. Dit kunnen afspraken zijn over de samenwerking, werkhouding. Wees heel uitgebreid. Wij als groep maken de volgende afspraken voor alle lessen over het veldwerk.: Het veldwerkgebied Legenda: = grens van het veldwerkgebied.

108 Taakverdeling Taken tijdens de voorbereiding Wie zijn er verantwoordelijk? Veldwerkgebied bekijken op Google Earth. Route naar de veldwerkplek uitzoeken. (route uitprinten en meenemen tijdens het veldwerk). Opdrachten bekijken die gemaakt moeten worden tijdens het veldwerk. Wie nemen er hun veldwerkgids mee tijdens het veldwerk? Vragen Welke vragen hebben jullie nog voordat jullie op veldwerk gaan? Bespreek nu de vragen met mevrouw Haver.

109 Veldwerk Vandaag gaan jullie op veldwerk. We bespreken samen de welkomstpagina van de veldwerkgids nogmaals. Zorg dat je goed voorbereid op pad gaat. Maak voordat jullie naar je veldwerkgebied gaan een taakverdeling. Controleer ook of jullie de volgende materialen meenemen: - veldwerkgids (maximaal 2x) - pennen - telefoons (met fotocamera) - route op papier Taakverdeling Taken tijdens het veldwerk Wie zijn er verantwoordelijk? Route wijzen naar het veldwerkgebied. (route op papier?) Tijd in de gaten houden. (alarm zetten?) Meenemen van de veldwerkgids. Foto s maken van het veldwerkgebied. (telefoon meenemen) Antwoorden geven op de vragen. Verzamelen van de vragen die jullie als groep hebben.

110 Legenda: = plekken die bezocht moeten worden (P1 & P2) P1 P2 Het veldwerkgebied gedetailleerd P1 P2

111 Verzamelen van vragen tijdens het veldwerk

112 De opdrachten in je veldwerkgebied Jullie zijn veilig aangekomen in jullie veldwerkgebied. Zorg dat je niet uit dit veldwerkgebied gaat tijdens het maken van de opdrachten. Zorg dat je precies staat op de plek die op kaart staat aangegeven met P1. En vul onderstaande tabel in. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Maak minstens 5 verschillende foto s van je omgeving.

113 Ga nu naar de plek op de kaart met de naam P2. En vul onderstaande tabel in. Maak weer minstens 5 verschillende foto s van je omgeving. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Je hebt nu alle opdrachten gemaakt. Bekijk nog eens naar je gegeven antwoorden. Heb je genoeg informatie om mee aan de slag te gaan in de klas? Zijn de foto s ook gelukt? Heb je iets gezien waar je vragen over hebt, maak hier dan ook nog foto s van, zodat we dat kunnen bespreken in de klas. Zorg nu dat je allemaal weer veilig op school aankomt. Pas goed op elkaar!

114 Uitwerking Vandaag gaan jullie alles wat jullie hebben gezien en opgeschreven uitwerken en proberen jullie de vraag te beantwoorden: Wat voor een soort wijk is de wijk die wij hebben bezocht? Zorg dat je alle gegevens die jullie hebben verzameld op tafel neerlegt. Zorg eerst dat je met het hele groepje de volgende vragen beantwoord. Voor de eindopdrachten kun je een taakverdeling maken. De vragen Welke soort wijk denken jullie te hebben bezocht? Leg uit waarom jullie dat denken. Gebruik daarbij de gegevens uit de tabellen die jullie daarvoor hebben gebruikt en kijk nog eens naar de foto s die jullie hebben gemaakt. Zorg nu dat jullie de links via Classroom bekijken die bij jullie wijk hoort en beantwoord de volgende vragen. Ligt jullie woonwijk in het midden van de stad of meer richting de stadsrand? In welke jaar is jullie woonwijk gebouwd?

115 Welke kenmerken van een woonwijk horen bij deze bouwperiode? Komen deze kenmerken overeen met wat jullie hebben gezien tijdens de veldwerkdag? Leg jullie antwoord uit. Wat voor een soort wijk is de wijk die jullie hebben bezocht? Denken jullie dat deze soort woonwijk ook nog ergens anders in Gouda voorkomt? Zo ja, waar dan? Wat vinden jullie van deze soort woonwijk? Wat vinden jullie mooi en fijn aan deze woonwijk? Wat vinden jullie niet mooi en minder fijn aan deze woonwijk?

116 Jullie weten nu wat voor een soort wijk jullie wijk is. Met de volgende opdrachten zorgen jullie dat ook jullie klasgenoten te weten komen wat voor soort wijk jullie hebben bezocht. Taakverdeling Taken tijdens de uitwerking Wie zijn er verantwoordelijk? De grote kaart inkleuren volgens de legenda. (opdracht: kaart inkleuren) De Google Presentatie maken voor de presentatie van jullie woonwijk de volgende les. (opdracht: Google Presentatie maken) de taken tijdens de presentatie: - waarnemingen uitleggen - fotomateriaal toelichten - conclusie vertellen - vertellen over jullie ervaringen en wat jullie van de lessen vonden. Inleveren van de veldwerkgidsen Ga nu de volgende opdrachten uitvoeren zoals jullie ze hierboven hebben verdeeld over de groepsleden. Opdracht: kaart kleuren Zorg dat jullie je woonwijk gaan inkleuren op de kaart die je van de docent hebt gekregen. Kijk goed in de legenda welke kleur jullie woonwijk moet krijgen.

117 Opdracht: Google Presentatie maken Zorg dat je een Google Presentatie maakt over jullie woonwijk. Je presentatie moet de volgende inhoud bevatten: - titelpagina met de naam van de wijk - jullie waarnemingen (kijk hiervoor in de ingevulde tabellen) - fotomateriaal van de wijk - conclusie soort wijk, uitgelegd waarom het deze soort woonwijk is. - welke ervaringen hebben jullie opgedaan en wat is jullie mening over de afgelopen lessen. (gebruik hiervoor de vragenlijst op de volgende bladzijdes) De volgende les moet je deze presentatie met je hele groepje presenteren.

118 Vragenlijst Vraag 1: Wat wilden jullie als groep bereiken? Vraag 2: Welke positieve ontdekkingen hebben jullie gedaan? Vraag 3: Welke problemen zijn jullie tegengekomen? Vraag 4: Hoe hebben jullie je aan de vooraf gemaakte afspraken gehouden? Vraag 5: Wat vonden jullie van deze opdracht? Vertel ook waarom jullie die mening hebben.

119 De opbouw van Gouda Elke tijd zijn eigen wijk Namen: Veldwerkgids voor de groep Bloemendaal Klas:

120

121 Welkom Op deze pagina lees je nog wat extra uitleg over het veldwerk en enkele belangrijke tips. Ook staan hier de gemaakte afspraken nog eens op een rijtje. Uitleg Het veldwerk bestaat uit drie delen: - twee voorbereidende lessen - een veldwerkdag - twee afsluitende lessen Tijdens de veldwerkdag krijg je bezoek van meneer Redegeld, meneer Jonkers of mevrouw Haver. Tijdens het veldwerk kun je altijd contact opnemen met mevrouw Haver via Hangouts op hav@csgdgw.nl. Zorg dat iemand van je groep mevrouw Haver een berichtje heeft gestuurd, zodat de connectie via Hangouts is gemaakt. Bij een ernstig noodgeval (denk aan een ongeluk) bel je direct naar school en zoek je hulp in de omgeving. Spreek iemand aan op straat of bel ergens aan en vraag om hulp. Gemaakte afspraken - Zorg dat je goed op elkaar let. - Fiets maar met tweeën naast elkaar, en wacht op elkaar tijdens het fietsen. - Samen uit en samen thuis: laat niet zomaar iemand achter. Maar ook: verlaat niet zomaar je groep! - Zorg dat de mensen om je heen geen last hebben van jullie. En wees verantwoordelijk voor je omgeving. Ga niet in iemand zijn tuin staan, laat geen rommel achter etc. Oftewel heb respect en waardering voor de omgeving! - Ga tijdens het veldwerk niet naar huis of naar een winkel. Ben je klaar, kom dan naar school terug. - zorg altijd dat de opdracht samen goed afgemaakt kan worden. Hebben jullie ergens een meningsverschil over, schrijf dan beide je antwoord op. Dan kan het later besproken worden. - Zet je in voor je groep! Jullie moeten samen tot een eindresultaat komen. - Geniet van het veldwerk! Tips - werk tijdens het veldwerk in maximaal twee veldwerkgidsen. Laat de andere veldwerkgidsen op school, zodat je daar achteraf nog netjes uit kunt werken. - maak daar waar het kan een taakverdeling. Kijk daarbij goed wat iemand leuk vindt om te doen en wat iemand goed kan.

122

123 Voorbereiding Jullie gaan je nu als eerste goed voorbereiden op de veldwerkdag. De voorbereiding is heel belangrijk voor een geslaagd veldwerk. Zorg dat je de onderstaande opdrachten dan ook heel serieus uitvoert. Werkafspraken Maak nu enkele afspraken met je groepje. Dit kunnen afspraken zijn over de samenwerking, werkhouding. Wees heel uitgebreid. Wij als groep maken de volgende afspraken voor alle lessen over het veldwerk.: Het veldwerkgebied Legenda: = grens van het veldwerkgebied.

124 Taakverdeling Taken tijdens de voorbereiding Wie zijn er verantwoordelijk? Veldwerkgebied bekijken op Google Earth. Route naar de veldwerkplek uitzoeken. (route uitprinten en meenemen tijdens het veldwerk). Opdrachten bekijken die gemaakt moeten worden tijdens het veldwerk. Wie nemen er hun veldwerkgids mee tijdens het veldwerk? Vragen Welke vragen hebben jullie nog voordat jullie op veldwerk gaan? Bespreek nu de vragen met mevrouw Haver.

125 Veldwerk Vandaag gaan jullie op veldwerk. We bespreken samen de welkomstpagina van de veldwerkgids nogmaals. Zorg dat je goed voorbereid op pad gaat. Maak voordat jullie naar je veldwerkgebied gaan een taakverdeling. Controleer ook of jullie de volgende materialen meenemen: - veldwerkgids (maximaal 2x) - pennen - telefoons (met fotocamera) - route op papier Taakverdeling Taken tijdens het veldwerk Wie zijn er verantwoordelijk? Route wijzen naar het veldwerkgebied. (route op papier?) Tijd in de gaten houden. (alarm zetten?) Meenemen van de veldwerkgids. Foto s maken van het veldwerkgebied. (telefoon meenemen) Antwoorden geven op de vragen. Verzamelen van de vragen die jullie als groep hebben.

126 Legenda: P1 = plekken die bezocht moeten worden (P1 & P2) P2 Het veldwerkgebied gedetailleerd

127 Verzamelen van vragen tijdens het veldwerk

128 De opdrachten in je veldwerkgebied Jullie zijn veilig aangekomen in jullie veldwerkgebied. Zorg dat je niet uit dit veldwerkgebied gaat tijdens het maken van de opdrachten. Zorg dat je precies staat op de plek die op kaart staat aangegeven met P1. En vul onderstaande tabel in. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Maak minstens 5 verschillende foto s van je omgeving.

129 Ga nu naar de plek op de kaart met de naam P2. En vul onderstaande tabel in. Maak weer minstens 5 verschillende foto s van je omgeving. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Je hebt nu alle opdrachten gemaakt. Bekijk nog eens naar je gegeven antwoorden. Heb je genoeg informatie om mee aan de slag te gaan in de klas? Zijn de foto s ook gelukt? Heb je iets gezien waar je vragen over hebt, maak hier dan ook nog foto s van, zodat we dat kunnen bespreken in de klas. Zorg nu dat je allemaal weer veilig op school aankomt. Pas goed op elkaar!

130 Uitwerking Vandaag gaan jullie alles wat jullie hebben gezien en opgeschreven uitwerken en proberen jullie de vraag te beantwoorden: Wat voor een soort wijk is de wijk die wij hebben bezocht? Zorg dat je alle gegevens die jullie hebben verzameld op tafel neerlegt. Zorg eerst dat je met het hele groepje de volgende vragen beantwoord. Voor de eindopdrachten kun je een taakverdeling maken. De vragen Welke soort wijk denken jullie te hebben bezocht? Leg uit waarom jullie dat denken. Gebruik daarbij de gegevens uit de tabellen die jullie daarvoor hebben gebruikt en kijk nog eens naar de foto s die jullie hebben gemaakt. Zorg nu dat jullie de links via Classroom bekijken die bij jullie wijk hoort en beantwoord de volgende vragen. Ligt jullie woonwijk in het midden van de stad of meer richting de stadsrand? In welke jaar is jullie woonwijk gebouwd?

131 Welke kenmerken van een woonwijk horen bij deze bouwperiode? Komen deze kenmerken overeen met wat jullie hebben gezien tijdens de veldwerkdag? Leg jullie antwoord uit. Wat voor een soort wijk is de wijk die jullie hebben bezocht? Denken jullie dat deze soort woonwijk ook nog ergens anders in Gouda voorkomt? Zo ja, waar dan? Wat vinden jullie van deze soort woonwijk? Wat vinden jullie mooi en fijn aan deze woonwijk? Wat vinden jullie niet mooi en minder fijn aan deze woonwijk?

132 Jullie weten nu wat voor een soort wijk jullie wijk is. Met de volgende opdrachten zorgen jullie dat ook jullie klasgenoten ook te weten komen wat voor soort wijk jullie hebben bezocht. Taakverdeling Taken tijdens de uitwerking Wie zijn er verantwoordelijk? De grote kaart inkleuren volgens de legenda. (opdracht: kaart inkleuren) De Google Presentatie maken voor de presentatie van jullie woonwijk de volgende les. (opdracht: Google Presentatie maken) de taken tijdens de presentatie: - waarnemingen uitleggen - fotomateriaal toelichten - conclusie vertellen - vertellen over jullie ervaringen en wat jullie van de lessen vonden. Inleveren van de veldwerkgidsen Ga nu de volgende opdrachten uitvoeren zoals jullie ze hierboven hebben verdeeld over de groepsleden. Opdracht: kaart kleuren Zorg dat jullie je woonwijk gaan inkleuren op de kaart die je van de docent hebt gekregen. Kijk goed in de legenda welke kleur jullie woonwijk moet krijgen.

133 Opdracht: Google Presentatie maken Zorg dat je een Google Presentatie maakt over jullie woonwijk. Je presentatie moet de volgende inhoud bevatten: - titelpagina met de naam van de wijk - jullie waarnemingen (kijk hiervoor in de ingevulde tabellen) - fotomateriaal van de wijk - conclusie soort wijk, uitgelegd waarom het deze soort woonwijk is. - welke ervaringen hebben jullie opgedaan en wat is jullie mening over de afgelopen lessen. (gebruik hiervoor de vragenlijst op de volgende bladzijdes) De volgende les moet je deze presentatie met je hele groepje presenteren.

134 Vragenlijst Vraag 1: Wat wilden jullie als groep bereiken? Vraag 2: Welke positieve ontdekkingen hebben jullie gedaan? Vraag 3: Welke problemen zijn jullie tegengekomen? Vraag 4: Hoe hebben jullie je aan de vooraf gemaakte afspraken gehouden? Vraag 5: Wat vonden jullie van deze opdracht? Vertel ook waarom jullie die mening hebben.

135 De opbouw van Gouda Elke tijd zijn eigen wijk Namen: Veldwerkgids voor de groep Kort Haarlem Klas:

136

137 Welkom Op deze pagina lees je nog wat extra uitleg over het veldwerk en enkele belangrijke tips. Ook staan hier de gemaakte afspraken nog eens op een rijtje. Uitleg Het veldwerk bestaat uit drie delen: - twee voorbereidende lessen - een veldwerkdag - twee afsluitende lessen Tijdens de veldwerkdag krijg je bezoek van meneer Redegeld, meneer Jonkers of mevrouw Haver. Tijdens het veldwerk kun je altijd contact opnemen met mevrouw Haver via Hangouts op hav@csgdgw.nl. Zorg dat iemand van je groep mevrouw Haver een berichtje heeft gestuurd, zodat de connectie via Hangouts is gemaakt. Bij een ernstig noodgeval (denk aan een ongeluk) bel je direct naar school en zoek je hulp in de omgeving. Spreek iemand aan op straat of bel ergens aan en vraag om hulp. Gemaakte afspraken - Zorg dat je goed op elkaar let. - Fiets maar met tweeën naast elkaar, en wacht op elkaar tijdens het fietsen. - Samen uit en samen thuis: laat niet zomaar iemand achter. Maar ook: verlaat niet zomaar je groep! - Zorg dat de mensen om je heen geen last hebben van jullie. En wees verantwoordelijk voor je omgeving. Ga niet in iemand zijn tuin staan, laat geen rommel achter etc. Oftewel heb respect en waardering voor de omgeving! - Ga tijdens het veldwerk niet naar huis of naar een winkel. Ben je klaar, kom dan naar school terug. - zorg altijd dat de opdracht samen goed afgemaakt kan worden. Hebben jullie ergens een meningsverschil over, schrijf dan beide je antwoord op. Dan kan het later besproken worden. - Zet je in voor je groep! Jullie moeten samen tot een eindresultaat komen. - Geniet van het veldwerk! Tips - werk tijdens het veldwerk in maximaal twee veldwerkgidsen. Laat de andere veldwerkgidsen op school, zodat je daar achteraf nog netjes uit kunt werken. - maak daar waar het kan een taakverdeling. Kijk daarbij goed wat iemand leuk vindt om te doen en wat iemand goed kan.

138

139 Voorbereiding Jullie gaan je nu als eerste goed voorbereiden op de veldwerkdag. De voorbereiding is heel belangrijk voor een geslaagd veldwerk. Zorg dat je de onderstaande opdrachten dan ook heel serieus uitvoert. Werkafspraken Maak nu enkele afspraken met je groepje. Dit kunnen afspraken zijn over de samenwerking, werkhouding. Wees heel uitgebreid. Wij als groep maken de volgende afspraken voor alle lessen over het veldwerk.: Het veldwerkgebied Legenda: = grens van het veldwerkgebied.

140 Taakverdeling Taken tijdens de voorbereiding Wie zijn er verantwoordelijk? Veldwerkgebied bekijken op Google Earth. Route naar de veldwerkplek uitzoeken. (route uitprinten en meenemen tijdens het veldwerk). Opdrachten bekijken die gemaakt moeten worden tijdens het veldwerk. Wie nemen er hun veldwerkgids mee tijdens het veldwerk? Vragen Welke vragen hebben jullie nog voordat jullie op veldwerk gaan? Bespreek nu de vragen met mevrouw Haver.

141 Veldwerk Vandaag gaan jullie op veldwerk. We bespreken samen de welkomstpagina van de veldwerkgids nogmaals. Zorg dat je goed voorbereid op pad gaat. Maak voordat jullie naar je veldwerkgebied gaan een taakverdeling. Controleer ook of jullie de volgende materialen meenemen: - veldwerkgids (maximaal 2x) - pennen - telefoons (met fotocamera) - route op papier Taakverdeling Taken tijdens het veldwerk Wie zijn er verantwoordelijk? Route wijzen naar het veldwerkgebied. (route op papier?) Tijd in de gaten houden. (alarm zetten?) Meenemen van de veldwerkgids. Foto s maken van het veldwerkgebied. (telefoon meenemen) Antwoorden geven op de vragen. Verzamelen van de vragen die jullie als groep hebben.

142 Legenda: = plekken die bezocht moeten worden (P1 & P2) P1 P2 Het veldwerkgebied gedetailleerd

143 Verzamelen van vragen tijdens het veldwerk

144 De opdrachten in je veldwerkgebied Jullie zijn veilig aangekomen in jullie veldwerkgebied. Zorg dat je niet uit dit veldwerkgebied gaat tijdens het maken van de opdrachten. Zorg dat je precies staat op de plek die op kaart staat aangegeven met P1. En vul onderstaande tabel in. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Maak minstens 5 verschillende foto s van je omgeving.

145 Ga nu naar de plek op de kaart met de naam P2. En vul onderstaande tabel in. Maak weer minstens 5 verschillende foto s van je omgeving. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Je hebt nu alle opdrachten gemaakt. Bekijk nog eens naar je gegeven antwoorden. Heb je genoeg informatie om mee aan de slag te gaan in de klas? Zijn de foto s ook gelukt? Heb je iets gezien waar je vragen over hebt, maak hier dan ook nog foto s van, zodat we dat kunnen bespreken in de klas. Zorg nu dat je allemaal weer veilig op school aankomt. Pas goed op elkaar!

146 Uitwerking Vandaag gaan jullie alles wat jullie hebben gezien en opgeschreven uitwerken en proberen jullie de vraag te beantwoorden: Wat voor een soort wijk is de wijk die wij hebben bezocht? Zorg dat je alle gegevens die jullie hebben verzameld op tafel neerlegt. Zorg eerst dat je met het hele groepje de volgende vragen beantwoord. Voor de eindopdrachten kun je een taakverdeling maken. De vragen Welke soort wijk denken jullie te hebben bezocht? Leg uit waarom jullie dat denken. Gebruik daarbij de gegevens uit de tabellen die jullie daarvoor hebben gebruikt en kijk nog eens naar de foto s die jullie hebben gemaakt. Zorg nu dat jullie de links via Classroom bekijken die bij jullie wijk hoort en beantwoord de volgende vragen. Ligt jullie woonwijk in het midden van de stad of meer richting de stadsrand? In welke jaar is jullie woonwijk gebouwd?

147 Welke kenmerken van een woonwijk horen bij deze bouwperiode? Komen deze kenmerken overeen met wat jullie hebben gezien tijdens de veldwerkdag? Leg jullie antwoord uit. Wat voor een soort wijk is de wijk die jullie hebben bezocht? Denken jullie dat deze soort woonwijk ook nog ergens anders in Gouda voorkomt? Zo ja, waar dan? Wat vinden jullie van deze soort woonwijk? Wat vinden jullie mooi en fijn aan deze woonwijk? Wat vinden jullie niet mooi en minder fijn aan deze woonwijk?

148 Jullie weten nu wat voor een soort wijk jullie wijk is. Met de volgende opdrachten zorgen jullie dat ook jullie klasgenoten ook te weten komen wat voor soort wijk jullie hebben bezocht. Taakverdeling Taken tijdens de uitwerking Wie zijn er verantwoordelijk? De grote kaart inkleuren volgens de legenda. (opdracht: kaart inkleuren) De Google Presentatie maken voor de presentatie van jullie woonwijk de volgende les. (opdracht: Google Presentatie maken) de taken tijdens de presentatie: - waarnemingen uitleggen - fotomateriaal toelichten - conclusie vertellen - vertellen over jullie ervaringen en wat jullie van de lessen vonden. Inleveren van de veldwerkgidsen Ga nu de volgende opdrachten uitvoeren zoals jullie ze hierboven hebben verdeeld over de groepsleden. Opdracht: kaart kleuren Zorg dat jullie je woonwijk gaan inkleuren op de kaart die je van de docent hebt gekregen. Kijk goed in de legenda welke kleur jullie woonwijk moet krijgen.

149 Opdracht: Google Presentatie maken Zorg dat je een Google Presentatie maakt over jullie woonwijk. Je presentatie moet de volgende inhoud bevatten: - titelpagina met de naam van de wijk - jullie waarnemingen (kijk hiervoor in de ingevulde tabellen) - fotomateriaal van de wijk - conclusie soort wijk, uitgelegd waarom het deze soort woonwijk is. - welke ervaringen hebben jullie opgedaan en wat is jullie mening over de afgelopen lessen. (gebruik hiervoor de vragenlijst op de volgende bladzijdes) De volgende les moet je deze presentatie met je hele groepje presenteren.

150 Vragenlijst Vraag 1: Wat wilden jullie als groep bereiken? Vraag 2: Welke positieve ontdekkingen hebben jullie gedaan? Vraag 3: Welke problemen zijn jullie tegengekomen? Vraag 4: Hoe hebben jullie je aan de vooraf gemaakte afspraken gehouden? Vraag 5: Wat vonden jullie van deze opdracht? Vertel ook waarom jullie die mening hebben.

151 De opbouw van Gouda Elke tijd zijn eigen wijk Namen: Veldwerkgids voor de groep Korte Akkeren Klas:

152

153 Welkom Op deze pagina lees je nog wat extra uitleg over het veldwerk en enkele belangrijke tips. Ook staan hier de gemaakte afspraken nog eens op een rijtje. Uitleg Het veldwerk bestaat uit drie delen: - twee voorbereidende lessen - een veldwerkdag - twee afsluitende lessen Tijdens de veldwerkdag krijg je bezoek van meneer Redegeld, meneer Jonkers of mevrouw Haver. Tijdens het veldwerk kun je altijd contact opnemen met mevrouw Haver via Hangouts op hav@csgdgw.nl. Zorg dat iemand van je groep mevrouw Haver een berichtje heeft gestuurd, zodat de connectie via Hangouts is gemaakt. Bij een ernstig noodgeval (denk aan een ongeluk) bel je direct naar school en zoek je hulp in de omgeving. Spreek iemand aan op straat of bel ergens aan en vraag om hulp. Gemaakte afspraken - Zorg dat je goed op elkaar let. - Fiets maar met tweeën naast elkaar, en wacht op elkaar tijdens het fietsen. - Samen uit en samen thuis: laat niet zomaar iemand achter. Maar ook: verlaat niet zomaar je groep! - Zorg dat de mensen om je heen geen last hebben van jullie. En wees verantwoordelijk voor je omgeving. Ga niet in iemand zijn tuin staan, laat geen rommel achter etc. Oftewel heb respect en waardering voor de omgeving! - Ga tijdens het veldwerk niet naar huis of naar een winkel. Ben je klaar, kom dan naar school terug. - zorg altijd dat de opdracht samen goed afgemaakt kan worden. Hebben jullie ergens een meningsverschil over, schrijf dan beide je antwoord op. Dan kan het later besproken worden. - Zet je in voor je groep! Jullie moeten samen tot een eindresultaat komen. - Geniet van het veldwerk! Tips - werk tijdens het veldwerk in maximaal twee veldwerkgidsen. Laat de andere veldwerkgidsen op school, zodat je daar achteraf nog netjes uit kunt werken. - maak daar waar het kan een taakverdeling. Kijk daarbij goed wat iemand leuk vindt om te doen en wat iemand goed kan.

154

155 Voorbereiding Jullie gaan je nu als eerste goed voorbereiden op de veldwerkdag. De voorbereiding is heel belangrijk voor een geslaagd veldwerk. Zorg dat je de onderstaande opdrachten dan ook heel serieus uitvoert. Werkafspraken Maak nu enkele afspraken met je groepje. Dit kunnen afspraken zijn over de samenwerking, werkhouding. Wees heel uitgebreid. Wij als groep maken de volgende afspraken voor alle lessen over het veldwerk.: Het veldwerkgebied Legenda: = grens van het veldwerkgebied.

156 Taakverdeling Taken tijdens de voorbereiding Wie zijn er verantwoordelijk? Veldwerkgebied bekijken op Google Earth. Route naar de veldwerkplek uitzoeken. (route uitprinten en meenemen tijdens het veldwerk). Opdrachten bekijken die gemaakt moeten worden tijdens het veldwerk. Wie nemen er hun veldwerkgids mee tijdens het veldwerk? Vragen Welke vragen hebben jullie nog voordat jullie op veldwerk gaan? Bespreek nu de vragen met mevrouw Haver.

157 Veldwerk Vandaag gaan jullie op veldwerk. We bespreken samen de welkomstpagina van de veldwerkgids nogmaals. Zorg dat je goed voorbereid op pad gaat. Maak voordat jullie naar je veldwerkgebied gaan een taakverdeling. Controleer ook of jullie de volgende materialen meenemen: - veldwerkgids (maximaal 2x) - pennen - telefoons (met fotocamera) - route op papier Taakverdeling Taken tijdens het veldwerk Wie zijn er verantwoordelijk? Route wijzen naar het veldwerkgebied. (route op papier?) Tijd in de gaten houden. (alarm zetten?) Meenemen van de veldwerkgids. Foto s maken van het veldwerkgebied. (telefoon meenemen) Antwoorden geven op de vragen. Verzamelen van de vragen die jullie als groep hebben.

158 Legenda: = plekken die bezocht moeten worden (P1 & P2) P1 P2 Het veldwerkgebied gedetailleerd

159 Verzamelen van vragen tijdens het veldwerk

160 De opdrachten in je veldwerkgebied Jullie zijn veilig aangekomen in jullie veldwerkgebied. Zorg dat je niet uit dit veldwerkgebied gaat tijdens het maken van de opdrachten. Zorg dat je precies staat op de plek die op kaart staat aangegeven met P1. En vul onderstaande tabel in. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Maak minstens 5 verschillende foto s van je omgeving.

161 Ga nu naar de plek op de kaart met de naam P2. En vul onderstaande tabel in. Maak weer minstens 5 verschillende foto s van je omgeving. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Je hebt nu alle opdrachten gemaakt. Bekijk nog eens naar je gegeven antwoorden. Heb je genoeg informatie om mee aan de slag te gaan in de klas? Zijn de foto s ook gelukt? Heb je iets gezien waar je vragen over hebt, maak hier dan ook nog foto s van, zodat we dat kunnen bespreken in de klas. Zorg nu dat je allemaal weer veilig op school aankomt. Pas goed op elkaar!

162 Uitwerking Vandaag gaan jullie alles wat jullie hebben gezien en opgeschreven uitwerken en proberen jullie de vraag te beantwoorden: Wat voor een soort wijk is de wijk die wij hebben bezocht? Zorg dat je alle gegevens die jullie hebben verzameld op tafel neerlegt. Zorg eerst dat je met het hele groepje de volgende vragen beantwoord. Voor de eindopdrachten kun je een taakverdeling maken. De vragen Welke soort wijk denken jullie te hebben bezocht? Leg uit waarom jullie dat denken. Gebruik daarbij de gegevens uit de tabellen die jullie daarvoor hebben gebruikt en kijk nog eens naar de foto s die jullie hebben gemaakt. Zorg nu dat jullie de links via Classroom bekijken die bij jullie wijk hoort en beantwoord de volgende vragen. Ligt jullie woonwijk in het midden van de stad of meer richting de stadsrand? In welke jaar is jullie woonwijk gebouwd?

163 Welke kenmerken van een woonwijk horen bij deze bouwperiode? Komen deze kenmerken overeen met wat jullie hebben gezien tijdens de veldwerkdag? Leg jullie antwoord uit. Wat voor een soort wijk is de wijk die jullie hebben bezocht? Denken jullie dat deze soort woonwijk ook nog ergens anders in Gouda voorkomt? Zo ja, waar dan? Wat vinden jullie van deze soort woonwijk? Wat vinden jullie mooi en fijn aan deze woonwijk? Wat vinden jullie niet mooi en minder fijn aan deze woonwijk?

164 Jullie weten nu wat voor een soort wijk jullie wijk is. Met de volgende opdrachten zorgen jullie dat ook jullie klasgenoten ook te weten komen wat voor soort wijk jullie hebben bezocht. Taakverdeling Taken tijdens de uitwerking Wie zijn er verantwoordelijk? De grote kaart inkleuren volgens de legenda. (opdracht: kaart inkleuren) De Google Presentatie maken voor de presentatie van jullie woonwijk de volgende les. (opdracht: Google Presentatie maken) de taken tijdens de presentatie: - waarnemingen uitleggen - fotomateriaal toelichten - conclusie vertellen - vertellen over jullie ervaringen en wat jullie van de lessen vonden. Inleveren van de veldwerkgidsen Ga nu de volgende opdrachten uitvoeren zoals jullie ze hierboven hebben verdeeld over de groepsleden. Opdracht: kaart kleuren Zorg dat jullie je woonwijk gaan inkleuren op de kaart die je van de docent hebt gekregen. Kijk goed in de legenda welke kleur jullie woonwijk moet krijgen.

165 Opdracht: Google Presentatie maken Zorg dat je een Google Presentatie maakt over jullie woonwijk. Je presentatie moet de volgende inhoud bevatten: - titelpagina met de naam van de wijk - jullie waarnemingen (kijk hiervoor in de ingevulde tabellen) - fotomateriaal van de wijk - conclusie soort wijk, uitgelegd waarom het deze soort woonwijk is. - welke ervaringen hebben jullie opgedaan en wat is jullie mening over de afgelopen lessen. (gebruik hiervoor de vragenlijst op de volgende bladzijdes) De volgende les moet je deze presentatie met je hele groepje presenteren.

166 Vragenlijst Vraag 1: Wat wilden jullie als groep bereiken? Vraag 2: Welke positieve ontdekkingen hebben jullie gedaan? Vraag 3: Welke problemen zijn jullie tegengekomen? Vraag 4: Hoe hebben jullie je aan de vooraf gemaakte afspraken gehouden? Vraag 5: Wat vonden jullie van deze opdracht? Vertel ook waarom jullie die mening hebben.

167 De opbouw van Gouda Elke tijd zijn eigen wijk Namen: Veldwerkgids voor de groep Nieuwe Park Klas:

168

169 Welkom Op deze pagina lees je nog wat extra uitleg over het veldwerk en enkele belangrijke tips. Ook staan hier de gemaakte afspraken nog eens op een rijtje. Uitleg Het veldwerk bestaat uit drie delen: - twee voorbereidende lessen - een veldwerkdag - twee afsluitende lessen Tijdens de veldwerkdag krijg je bezoek van meneer Redegeld, meneer Jonkers of mevrouw Haver. Tijdens het veldwerk kun je altijd contact opnemen met mevrouw Haver via Hangouts op hav@csgdgw.nl. Zorg dat iemand van je groep mevrouw Haver een berichtje heeft gestuurd, zodat de connectie via Hangouts is gemaakt. Bij een ernstig noodgeval (denk aan een ongeluk) bel je direct naar school en zoek je hulp in de omgeving. Spreek iemand aan op straat of bel ergens aan en vraag om hulp. Gemaakte afspraken - Zorg dat je goed op elkaar let. - Fiets maar met tweeën naast elkaar, en wacht op elkaar tijdens het fietsen. - Samen uit en samen thuis: laat niet zomaar iemand achter. Maar ook: verlaat niet zomaar je groep! - Zorg dat de mensen om je heen geen last hebben van jullie. En wees verantwoordelijk voor je omgeving. Ga niet in iemand zijn tuin staan, laat geen rommel achter etc. Oftewel heb respect en waardering voor de omgeving! - Ga tijdens het veldwerk niet naar huis of naar een winkel. Ben je klaar, kom dan naar school terug. - zorg altijd dat de opdracht samen goed afgemaakt kan worden. Hebben jullie ergens een meningsverschil over, schrijf dan beide je antwoord op. Dan kan het later besproken worden. - Zet je in voor je groep! Jullie moeten samen tot een eindresultaat komen. - Geniet van het veldwerk! Tips - werk tijdens het veldwerk in maximaal twee veldwerkgidsen. Laat de andere veldwerkgidsen op school, zodat je daar achteraf nog netjes uit kunt werken. - maak daar waar het kan een taakverdeling. Kijk daarbij goed wat iemand leuk vindt om te doen en wat iemand goed kan.

170

171 Voorbereiding Jullie gaan je nu als eerste goed voorbereiden op de veldwerkdag. De voorbereiding is heel belangrijk voor een geslaagd veldwerk. Zorg dat je de onderstaande opdrachten dan ook heel serieus uitvoert. Werkafspraken Maak nu enkele afspraken met je groepje. Dit kunnen afspraken zijn over de samenwerking, werkhouding. Wees heel uitgebreid. Wij als groep maken de volgende afspraken voor alle lessen over het veldwerk.: Het veldwerkgebied Legenda: = grens van het veldwerkgebied.

172 Taakverdeling Taken tijdens de voorbereiding Wie zijn er verantwoordelijk? Veldwerkgebied bekijken op Google Earth. Route naar de veldwerkplek uitzoeken. (route uitprinten en meenemen tijdens het veldwerk). Opdrachten bekijken die gemaakt moeten worden tijdens het veldwerk. Wie nemen er hun veldwerkgids mee tijdens het veldwerk? Vragen Welke vragen hebben jullie nog voordat jullie op veldwerk gaan? Bespreek nu de vragen met mevrouw Haver.

173 Veldwerk Vandaag gaan jullie op veldwerk. We bespreken samen de welkomstpagina van de veldwerkgids nogmaals. Zorg dat je goed voorbereid op pad gaat. Maak voordat jullie naar je veldwerkgebied gaan een taakverdeling. Controleer ook of jullie de volgende materialen meenemen: - veldwerkgids (maximaal 2x) - pennen - telefoons (met fotocamera) - route op papier Taakverdeling Taken tijdens het veldwerk Wie zijn er verantwoordelijk? Route wijzen naar het veldwerkgebied. (route op papier?) Tijd in de gaten houden. (alarm zetten?) Meenemen van de veldwerkgids. Foto s maken van het veldwerkgebied. (telefoon meenemen) Antwoorden geven op de vragen. Verzamelen van de vragen die jullie als groep hebben.

174 Legenda: = plekken die bezocht moeten worden (P1 & P2) P1 P2 Het veldwerkgebied gedetailleerd

175 Verzamelen van vragen tijdens het veldwerk

176 De opdrachten in je veldwerkgebied Jullie zijn veilig aangekomen in jullie veldwerkgebied. Zorg dat je niet uit dit veldwerkgebied gaat tijdens het maken van de opdrachten. Zorg dat je precies staat op de plek die op kaart staat aangegeven met P1. En vul onderstaande tabel in. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Maak minstens 5 verschillende foto s van je omgeving.

177 Ga nu naar de plek op de kaart met de naam P2. En vul onderstaande tabel in. Maak weer minstens 5 verschillende foto s van je omgeving. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Je hebt nu alle opdrachten gemaakt. Bekijk nog eens naar je gegeven antwoorden. Heb je genoeg informatie om mee aan de slag te gaan in de klas? Zijn de foto s ook gelukt? Heb je iets gezien waar je vragen over hebt, maak hier dan ook nog foto s van, zodat we dat kunnen bespreken in de klas. Zorg nu dat je allemaal weer veilig op school aankomt. Pas goed op elkaar!

178 Uitwerking Vandaag gaan jullie alles wat jullie hebben gezien en opgeschreven uitwerken en proberen jullie de vraag te beantwoorden: Wat voor een soort wijk is de wijk die wij hebben bezocht? Zorg dat je alle gegevens die jullie hebben verzameld op tafel neerlegt. Zorg eerst dat je met het hele groepje de volgende vragen beantwoord. Voor de eindopdrachten kun je een taakverdeling maken. De vragen Welke soort wijk denken jullie te hebben bezocht? Leg uit waarom jullie dat denken. Gebruik daarbij de gegevens uit de tabellen die jullie daarvoor hebben gebruikt en kijk nog eens naar de foto s die jullie hebben gemaakt. Zorg nu dat jullie de links via Classroom bekijken die bij jullie wijk hoort en beantwoord de volgende vragen. Ligt jullie woonwijk in het midden van de stad of meer richting de stadsrand? In welke jaar is jullie woonwijk gebouwd?

179 Welke kenmerken van een woonwijk horen bij deze bouwperiode? Komen deze kenmerken overeen met wat jullie hebben gezien tijdens de veldwerkdag? Leg jullie antwoord uit. Wat voor een soort wijk is de wijk die jullie hebben bezocht? Denken jullie dat deze soort woonwijk ook nog ergens anders in Gouda voorkomt? Zo ja, waar dan? Wat vinden jullie van deze soort woonwijk? Wat vinden jullie mooi en fijn aan deze woonwijk? Wat vinden jullie niet mooi en minder fijn aan deze woonwijk?

180 Jullie weten nu wat voor een soort wijk jullie wijk is. Met de volgende opdrachten zorgen jullie dat ook jullie klasgenoten ook te weten komen wat voor soort wijk jullie hebben bezocht. Taakverdeling Taken tijdens de uitwerking Wie zijn er verantwoordelijk? De grote kaart inkleuren volgens de legenda. (opdracht: kaart inkleuren) De Google Presentatie maken voor de presentatie van jullie woonwijk de volgende les. (opdracht: Google Presentatie maken) de taken tijdens de presentatie: - waarnemingen uitleggen - fotomateriaal toelichten - conclusie vertellen - vertellen over jullie ervaringen en wat jullie van de lessen vonden. Inleveren van de veldwerkgidsen Ga nu de volgende opdrachten uitvoeren zoals jullie ze hierboven hebben verdeeld over de groepsleden. Opdracht: kaart kleuren Zorg dat jullie je woonwijk gaan inkleuren op de kaart die je van de docent hebt gekregen. Kijk goed in de legenda welke kleur jullie woonwijk moet krijgen.

181 Opdracht: Google Presentatie maken Zorg dat je een Google Presentatie maakt over jullie woonwijk. Je presentatie moet de volgende inhoud bevatten: - titelpagina met de naam van de wijk - jullie waarnemingen (kijk hiervoor in de ingevulde tabellen) - fotomateriaal van de wijk - conclusie soort wijk, uitgelegd waarom het deze soort woonwijk is. - welke ervaringen hebben jullie opgedaan en wat is jullie mening over de afgelopen lessen. (gebruik hiervoor de vragenlijst op de volgende bladzijdes) De volgende les moet je deze presentatie met je hele groepje presenteren.

182 Vragenlijst Vraag 1: Wat wilden jullie als groep bereiken? Vraag 2: Welke positieve ontdekkingen hebben jullie gedaan? Vraag 3: Welke problemen zijn jullie tegengekomen? Vraag 4: Hoe hebben jullie je aan de vooraf gemaakte afspraken gehouden? Vraag 5: Wat vonden jullie van deze opdracht? Vertel ook waarom jullie die mening hebben.

183 De opbouw van Gouda Elke tijd zijn eigen wijk Namen: Veldwerkgids voor de groep Noord Klas:

184

185 Welkom Op deze pagina lees je nog wat extra uitleg over het veldwerk en enkele belangrijke tips. Ook staan hier de gemaakte afspraken nog eens op een rijtje. Uitleg Het veldwerk bestaat uit drie delen: - twee voorbereidende lessen - een veldwerkdag - twee afsluitende lessen Tijdens de veldwerkdag krijg je bezoek van meneer Redegeld, meneer Jonkers of mevrouw Haver. Tijdens het veldwerk kun je altijd contact opnemen met mevrouw Haver via Hangouts op hav@csgdgw.nl. Zorg dat iemand van je groep mevrouw Haver een berichtje heeft gestuurd, zodat de connectie via Hangouts is gemaakt. Bij een ernstig noodgeval (denk aan een ongeluk) bel je direct naar school en zoek je hulp in de omgeving. Spreek iemand aan op straat of bel ergens aan en vraag om hulp. Gemaakte afspraken - Zorg dat je goed op elkaar let. - Fiets maar met tweeën naast elkaar, en wacht op elkaar tijdens het fietsen. - Samen uit en samen thuis: laat niet zomaar iemand achter. Maar ook: verlaat niet zomaar je groep! - Zorg dat de mensen om je heen geen last hebben van jullie. En wees verantwoordelijk voor je omgeving. Ga niet in iemand zijn tuin staan, laat geen rommel achter etc. Oftewel heb respect en waardering voor de omgeving! - Ga tijdens het veldwerk niet naar huis of naar een winkel. Ben je klaar, kom dan naar school terug. - zorg altijd dat de opdracht samen goed afgemaakt kan worden. Hebben jullie ergens een meningsverschil over, schrijf dan beide je antwoord op. Dan kan het later besproken worden. - Zet je in voor je groep! Jullie moeten samen tot een eindresultaat komen. - Geniet van het veldwerk! Tips - werk tijdens het veldwerk in maximaal twee veldwerkgidsen. Laat de andere veldwerkgidsen op school, zodat je daar achteraf nog netjes uit kunt werken. - maak daar waar het kan een taakverdeling. Kijk daarbij goed wat iemand leuk vindt om te doen en wat iemand goed kan.

186

187 Voorbereiding Jullie gaan je nu als eerste goed voorbereiden op de veldwerkdag. De voorbereiding is heel belangrijk voor een geslaagd veldwerk. Zorg dat je de onderstaande opdrachten dan ook heel serieus uitvoert. Werkafspraken Maak nu enkele afspraken met je groepje. Dit kunnen afspraken zijn over de samenwerking, werkhouding. Wees heel uitgebreid. Wij als groep maken de volgende afspraken voor alle lessen over het veldwerk.: Het veldwerkgebied Legenda: = grens van het veldwerkgebied.

188 Taakverdeling Taken tijdens de voorbereiding Wie zijn er verantwoordelijk? Veldwerkgebied bekijken op Google Earth. Route naar de veldwerkplek uitzoeken. (route uitprinten en meenemen tijdens het veldwerk). Opdrachten bekijken die gemaakt moeten worden tijdens het veldwerk. Wie nemen er hun veldwerkgids mee tijdens het veldwerk? Vragen Welke vragen hebben jullie nog voordat jullie op veldwerk gaan? Bespreek nu de vragen met mevrouw Haver.

189 Veldwerk Vandaag gaan jullie op veldwerk. We bespreken samen de welkomstpagina van de veldwerkgids nogmaals. Zorg dat je goed voorbereid op pad gaat. Maak voordat jullie naar je veldwerkgebied gaan een taakverdeling. Controleer ook of jullie de volgende materialen meenemen: - veldwerkgids (maximaal 2x) - pennen - telefoons (met fotocamera) - route op papier Taakverdeling Taken tijdens het veldwerk Wie zijn er verantwoordelijk? Route wijzen naar het veldwerkgebied. (route op papier?) Tijd in de gaten houden. (alarm zetten?) Meenemen van de veldwerkgids. Foto s maken van het veldwerkgebied. (telefoon meenemen) Antwoorden geven op de vragen. Verzamelen van de vragen die jullie als groep hebben.

190 Legenda: = plekken die bezocht moeten worden (P1 & P2) P1 P2 Het veldwerkgebied gedetailleerd

191 Verzamelen van vragen tijdens het veldwerk

192 De opdrachten in je veldwerkgebied Jullie zijn veilig aangekomen in jullie veldwerkgebied. Zorg dat je niet uit dit veldwerkgebied gaat tijdens het maken van de opdrachten. Zorg dat je precies staat op de plek die op kaart staat aangegeven met P1. En vul onderstaande tabel in. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Maak minstens 5 verschillende foto s van je omgeving.

193 Ga nu naar de plek op de kaart met de naam P2. En vul onderstaande tabel in. Maak weer minstens 5 verschillende foto s van je omgeving. Gemiddeld aantal bouwlagen van de huizen en flats. (hoeveel verdiepingen hebben de gebouwen? Zijn de verdiepingen voor één gezin of woont er op iedere verdieping een ander gezin?) waarnemingen Hoeveelheid groen. (zie je veel bomen en planten? Of alleen wat bloembakken? Zijn er ook speelvelden?) De parkeermogelijkheden. (parkeren de mensen in de straat? Of hebben de mensen een eigen oprit? Zijn er veel parkeermogelijkheden?) De breedte en vorm van de straten. (zijn de straten smal of breed? Kunnen mensen elkaar in de auto goed passeren? Zijn de straten recht of kronkelend?) De bevolkingsdichtheid. (staan de huizen ver uit elkaar of juist heel dicht op elkaar? Wonen mensen boven winkels of wonen mensen villa s) Soort wijk: Je hebt nu alle opdrachten gemaakt. Bekijk nog eens naar je gegeven antwoorden. Heb je genoeg informatie om mee aan de slag te gaan in de klas? Zijn de foto s ook gelukt? Heb je iets gezien waar je vragen over hebt, maak hier dan ook nog foto s van, zodat we dat kunnen bespreken in de klas. Zorg nu dat je allemaal weer veilig op school aankomt. Pas goed op elkaar!

194 Uitwerking Vandaag gaan jullie alles wat jullie hebben gezien en opgeschreven uitwerken en proberen jullie de vraag te beantwoorden: Wat voor een soort wijk is de wijk die wij hebben bezocht? Zorg dat je alle gegevens die jullie hebben verzameld op tafel neerlegt. Zorg eerst dat je met het hele groepje de volgende vragen beantwoord. Voor de eindopdrachten kun je een taakverdeling maken. De vragen Welke soort wijk denken jullie te hebben bezocht? Leg uit waarom jullie dat denken. Gebruik daarbij de gegevens uit de tabellen die jullie daarvoor hebben gebruikt en kijk nog eens naar de foto s die jullie hebben gemaakt. Zorg nu dat jullie de links via Classroom bekijken die bij jullie wijk hoort en beantwoord de volgende vragen. Ligt jullie woonwijk in het midden van de stad of meer richting de stadsrand? In welke jaar is jullie woonwijk gebouwd?

195 Welke kenmerken van een woonwijk horen bij deze bouwperiode? Komen deze kenmerken overeen met wat jullie hebben gezien tijdens de veldwerkdag? Leg jullie antwoord uit. Wat voor een soort wijk is de wijk die jullie hebben bezocht? Denken jullie dat deze soort woonwijk ook nog ergens anders in Gouda voorkomt? Zo ja, waar dan? Wat vinden jullie van deze soort woonwijk? Wat vinden jullie mooi en fijn aan deze woonwijk? Wat vinden jullie niet mooi en minder fijn aan deze woonwijk?

196 Jullie weten nu wat voor een soort wijk jullie wijk is. Met de volgende opdrachten zorgen jullie dat ook jullie klasgenoten ook te weten komen wat voor soort wijk jullie hebben bezocht. Taakverdeling Taken tijdens de uitwerking Wie zijn er verantwoordelijk? De grote kaart inkleuren volgens de legenda. (opdracht: kaart inkleuren) De Google Presentatie maken voor de presentatie van jullie woonwijk de volgende les. (opdracht: Google Presentatie maken) de taken tijdens de presentatie: - waarnemingen uitleggen - fotomateriaal toelichten - conclusie vertellen - vertellen over jullie ervaringen en wat jullie van de lessen vonden. Inleveren van de veldwerkgidsen Ga nu de volgende opdrachten uitvoeren zoals jullie ze hierboven hebben verdeeld over de groepsleden. Opdracht: kaart kleuren Zorg dat jullie je woonwijk gaan inkleuren op de kaart die je van de docent hebt gekregen. Kijk goed in de legenda welke kleur jullie woonwijk moet krijgen.

197 Opdracht: Google Presentatie maken Zorg dat je een Google Presentatie maakt over jullie woonwijk. Je presentatie moet de volgende inhoud bevatten: - titelpagina met de naam van de wijk - jullie waarnemingen (kijk hiervoor in de ingevulde tabellen) - fotomateriaal van de wijk - conclusie soort wijk, uitgelegd waarom het deze soort woonwijk is. - welke ervaringen hebben jullie opgedaan en wat is jullie mening over de afgelopen lessen. (gebruik hiervoor de vragenlijst op de volgende bladzijdes) De volgende les moet je deze presentatie met je hele groepje presenteren.

198 Vragenlijst Vraag 1: Wat wilden jullie als groep bereiken? Vraag 2: Welke positieve ontdekkingen hebben jullie gedaan? Vraag 3: Welke problemen zijn jullie tegengekomen? Vraag 4: Hoe hebben jullie je aan de vooraf gemaakte afspraken gehouden? Vraag 5: Wat vonden jullie van deze opdracht? Vertel ook waarom jullie die mening hebben.

199 Bijlage 4A In bijlage 4A zijn de volgende bijlagen opgenomen. 1. Planning van presentatie en evaluatie 2. Gespreksleidraad 3. gesloten vragenlijst voor de vakgroep aardrijkskunde over de mate waarin het product voldoet aan de ontwerpeisen. 225

200 Bijlage 4A planning van presentatie en evaluatie Week 42 t/m week 45: Week 46: Week 47 t/m 50: Week 51: Week 2: ontwikkeling product presentatie van het product (op dinsdag 15 november) uitvoeren product evalueren met de leerlingen evalueren met collega s 226

201 Bijlage 4A gespreksleidraad - Inleiding - presentatie product uiteenzetting probleem en onderzoeksvraag onderzoeksresultaten weergeven ontwerpeisen voordragen product tonen - In welke mate voldoet het product aan de opgestelde ontwerpeisen? - In welke mate denken jullie dat het product aansluit op de probleemstelling? - Welke feedback willen jullie geven op het product? 227

202 Bijlage 4A vragenlijst en resultaten van de vragenlijst weergegeven in een grafiek Beste collega, Ter oplossing van het probleem is er een product ontworpen. Doel van deze vragenlijst is om te controleren of het product in voldoende mate voldoet aan de opgestelde ontwerpeisen. Na het invullen van de vragenlijst wil ik graag met jullie in gesprek over het product. De volgende drie vragen staan daarbij centraal: - In welke mate voldoet het product aan de opgestelde ontwerpeisen? - In welke mate denken jullie dat het product aansluit op de probleemstelling? - Welke feedback willen jullie geven op het product? Dank alvast voor de openhartigheid en de input. 228

203 Kun je van de ontwerpeisen aangeven of deze volwaardig aanwezig zijn in het product? - Het veldwerk is van sociale aard, waarbij de woonwijken in Gouda centraal staan. Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens - Het product geeft ruimte voor het stellen van geografische vragen, toepassen van geografische werkwijze en het leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weergeven van geografische informatie. - De leerlingen ontwikkelen hun geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen. - Het veldwerk kan worden uitgevoerd in de omgeving van de school en in de leefomgeving van de leerlingen. - De abstracte begrippen uit de theorie worden in de praktijk inzichtelijk gemaakt. - De leerlingen vervaardigen tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict- geletterdheid en kritisch denken. - Het product bevat de volgende doelen in meer of mindere mate: 1. Leren waarnemen en je ergens een voorstelling van maken, 2. Leren kaartlezen, 3. Leren wat het is om gegevens te verzamelen en die te analyseren, 4. Het verbinden van theorie en praktijk, 5. Leerlingen in de gelegenheid brengen zich te verwonderen en vragen te stellen over de diversiteit in de wereld om hen heen. - Het veldwerk heeft als vorm het terreinmodel. - Het veldwerk bestaat uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de uitwerking in de klas. - Het veldwerk wordt in kleine groepen uitgevoerd. 229

204 Beoordeling van het product 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% zeer mee oneens mee oneens mee eens zeer mee eens 1. Het veldwerk is van sociale aard, waarbij de woonwijken in Gouda centraal staan. 2. Het product geeft ruimte voor het stellen van geografische vragen, toepassen van geografische werkwijze en het leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weergeven van geografische informatie. 3. De leerlingen ontwikkelen hun geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen (Blokhuis & Peeters, 2009) 4. Het veldwerk kan worden uitgevoerd in de omgeving van de school en in de leefomgeving van de leerlingen. 5. De abstracte begrippen uit de theorie worden in de praktijk inzichtelijk gemaakt. 6. De leerlingen vervaardigen tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict- geletterdheid en kritisch denken. 7. Het product bevat de volgende doelen in meer of mindere mate: 1. Leren waarnemen en je ergens een voorstelling van maken, 2. Leren kaartlezen, 3. Leren wat het is om gegevens te verzamelen en die te analyseren, 4. Het verbinden van theorie en praktijk, 5. Leerlingen in de gelegenheid brengen zich te verwonderen en vragen te stellen over de diversiteit in de wereld om hen heen. (van den Berg et al., 2009) 8. Het veldwerk heeft als vorm het terreinmodel. 9. Het veldwerk bestaat uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de uitwerking in de klas. 10. Het veldwerk wordt in kleine groepen uitgevoerd. Figuur 6. Beoordeling van het product vanuit de ontwerpeisen. I. Haver

205 Bijlage 4B In bijlage 4B zijn voor de volgende twee deelvragen de meetinstrumenten te vinden. 4. Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? - gesloten vragenlijst voor de vakgroep aardrijkskunde - opzet van het groepsinterview met de vakcollega s 5. Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? - gesloten vragenlijst voor de leerlingen - opzet van het groepsinterview met de leerlingen 231

206 Bijlage 4B Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? Beste collega, Nu het veldwerk is afgerond zou ik graag met jullie het product willen evalueren. De vakgroep ervoer verschillende knelpunten voor het integreren van veldwerk in het curriculum. Het doel van de evaluatie is om te achterhalen of het product de oplossing biedt voor deze knelpunten. Ik wil dit graag doen aan de hand van een vragenlijst. Het veldwerk is ontworpen vanuit de ontwerpeisen die zijn opgesteld vanuit de literatuurverkenning en de praktijkverkenning. We hebben het product eerder beoordeeld aan de hand van de ontwerpeisen. Met de vragenlijst wil ik nu inzichtelijk krijgen of het product nu ook daadwerkelijk heeft voldaan aan de vooraf opgestelde ontwerpeisen. Waarna we kunnen bepalen of dit product daadwerkelijk bijdraagt aan een oplossing voor het probleem. Na het invullen van de vragenlijst wil ik graag met jullie in gesprek over jullie ervaringen. In dit gesprek is er ook ruimte voor feedback. Dank alvast voor de openhartigheid en de input. 232

207 Kun je van de ontwerpeisen aangeven of deze volwaardig aanwezig zijn geweest in het veldwerk? - Het veldwerk was van sociale aard, waarbij de woonwijken in Gouda centraal stonden. Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens - Het product gaf ruimte voor het stellen van geografische vragen, toepassen van geografische werkwijze en het leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weergeven van geografische informatie. - De leerlingen ontwikkelden hun geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen. - Het veldwerk kon worden uitgevoerd in de omgeving van de school en in de leefomgeving van de leerlingen. - De abstracte begrippen uit de theorie werden in de praktijk inzichtelijk gemaakt. - De leerlingen vervaardigden tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict- geletterdheid en kritisch denken. - Het product bevatte de volgende doelen in meer of mindere mate: 1. Leren waarnemen en je ergens een voorstelling van maken, 2. Leren kaartlezen, 3. Leren wat het is om gegevens te verzamelen en die te analyseren, 4. Het verbinden van theorie en praktijk, 5. Leerlingen in de gelegenheid brengen zich te verwonderen en vragen te stellen over de diversiteit in de wereld om hen heen. - Het veldwerk had als vorm het terreinmodel. - Het veldwerk bestond uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de uitwerking in de klas. - Het veldwerk werd in kleine groepen uitgevoerd. 233

208 Opzet van de evaluatie met de vakcollega`s Inleiding Bedankt voor het invullen van de vragenlijst. Met dit gezamenlijke interview wil ik graag dieper ingaan op de resultaten van de vragenlijst. In dit gesprek is ook ruimte voor feedback en het delen van ervaringen. Kern Waarom is er voor de volgende stellingen gekozen voor de volgende antwoorden: - Het veldwerk is van sociale aard, waarbij de woonwijken in Gouda centraal staan. - Het product geeft ruimte voor het stellen van geografische vragen, toepassen van geografische werkwijze en het leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weergeven van geografische informatie. - De leerlingen ontwikkelen hun geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen (Blokhuis & Peeters, 2009) - Het veldwerk kan worden uitgevoerd in de omgeving van de school en in de leefomgeving van de leerlingen. - De abstracte begrippen uit de theorie worden in de praktijk inzichtelijk gemaakt. - De leerlingen vervaardigen tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict- geletterdheid en kritisch denken. - Het product bevat de volgende doelen in meer of mindere mate: 1. Leren waarnemen en je ergens een voorstelling van maken, 2. Leren kaartlezen, 3. Leren wat het is om gegevens te verzamelen en die te analyseren, 4. Het verbinden van theorie en praktijk, 5. Leerlingen in de gelegenheid brengen zich te verwonderen en vragen te stellen over de diversiteit in de wereld om hen heen. (van den Berg et al., 2009) - Het veldwerk heeft als vorm het terreinmodel. - Het veldwerk bestaat uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de uitwerking in de klas. - Het veldwerk wordt in kleine groepen uitgevoerd. 234

209 Welke positieve kanten kunnen jullie benoemen van het doen van dit veldwerk? Kun je deze uitleggen? Welke negatieve kanten kunnen jullie benoemen van het doen van dit veldwerk? Kun je deze uitleggen? Knelpunten die werden ervaren zijn tijdgebrek, roostertechnische zaken, houding van leerlingen en onvoldoende mankracht. Wat zijn ervaringen met deze knelpunten tijdens dit veldwerk? Is het gevoel over het organiseren van veldwerk overwegend positief of negatief na dit veldwerk? Kunnen jullie dit uitleggen? Welke feedback willen jullie nog geven op het product? Wat is jullie eindconclusie? Wel of geen veldwerk opnemen in het curriculum? Kunnen jullie je keuze uitleggen? Slot Graag wil ik de belangrijkste zaken die zijn besproken, als volgt samenvatten:.. Zijn er nog aanvullingen die je wilt doen aan dit interview? Zijn er eventueel ook nog vragen? Hartelijk dank voor je meedenken en het prettige gesprek. 235

210 Bijlage 4B Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? Beste leerling, Een aantal weken geleden heb je al een vragenlijst ingevuld over het aardrijkskundeonderwijs. We hebben de laatste lessen hard gewerkt aan het onderwerp soorten woonwijken, waarvoor we ook op veldwerk zijn geweest. Graag zou ik willen onderzoeken wat je van de lessenserie vond. Hieronder vind je een kort vragenlijstje. Bij iedere vraag moet je een antwoord invullen. Je hebt daarvoor steeds de keuze uit vier mogelijkheden: zeer mee oneens mee oneens mee eens zeer mee eens. Je kunt dus per vraag maar één antwoord kiezen. Kies steeds het antwoord wat het eerste in je opkomt. Je hoeft je naam niet op het blaadje te zetten, de vragenlijst is anoniem. Bedankt voor je medewerking, Mevrouw Haver Vragen over veldwerk tijdens de aardrijkskundeles op DGW. Ik vind het vak aardrijkskunde op DGW leuker als we ook naar buiten gaan voor het doen van onderzoek. Ik leer meer op DGW bij het vak aardrijkskunde als we buiten onderzoek doen. Vragen die ik heb over de wereld om mij heen zijn beantwoord tijdens het veldwerk. Ik vind het leuk om in de omgeving van de school praktisch aan de slag te gaan met aardrijkskundige vragen. Ik vind het prettig om voor het vak aardrijkskunde met een groepje buiten onderzoek te doen. Ik wil vaker op veldwerk voor het vak aardrijkskunde. Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens 236

211 Opzet van het interview met de leerlingen Inleiding Als eerste hartelijk dank voor de tijd die jullie vrijmaken voor dit interview. Voordat we het interview starten lijkt het me goed om het doel van dit interview te vertellen, het begrip veldwerk te definiëren en de opzet van het interview te vertellen. Het doel is om te achterhalen welke visie op veldwerk jullie als leerlingen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda hebben na het uitvoeren van het veldwerk. Het begrip veldwerk omschrijven we, zoals ik voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst, als volgt: Een werkvorm die grotendeels buiten de school plaats vindt. Dit kan in de directe omgeving zijn van de school, maar ook verder weg. (van den Berg et al., 2009) Veldwerk is daarbij een ervaringsgerichte werkvorm die het leren verbetert, doordat leerlingen de theorie ervaren in de echte-wereld. (Thornbush, Allen & Fitzpatrick, 2014) Veldwerk is een praktische invulling van het aardrijkskundeonderwijs. Tijdens het interview zullen we alle zes de vragen uit de vragenlijst gaan bespreken. Ik zal daarbij eerst aangeven wat de score was per vraag en vervolgens zal ik vragen waarom jullie denken dat jullie die vraag op die wijze hebben beantwoord. Ik probeer dus samen met jullie antwoorden te krijgen waarom jullie de vragen uit de vragenlijst hebben op deze manier hebben beantwoord. (laat de leerlingen vervolgens de grafieken zien) Kern Vragen over veldwerk tijdens de aardrijkskundeles. - Ik vind het vak aardrijkskunde op DGW leuker als we ook naar buiten gaan voor het doen van onderzoek. Meer dan 90% van jullie heeft aangegeven het met deze stelling eens of zelfs zeer mee eens te zijn. kunnen jullie aangeven waarom het vak aardrijkskunde leuker wordt als we ook naar buiten gaan? kunnen jullie ook aangeven waarom sommige dit misschien niet vinden? kunnen jullie aangeven waarom er door ook 30% van de leerlingen is gekozen voor eens i.p.v. zeer mee eens. - Ik leer meer op DGW bij het vak aardrijkskunde als we buiten onderzoek doen. Meer dan 85% van jullie heeft aangegeven het met deze stelling eens of zelfs zeer mee eens te zijn. kunnen jullie aangeven waarom je meer leert bij aardrijkskunde als we ook naar buiten gaan? kunnen jullie ook aangeven waarom sommige dit misschien niet vinden? - Vragen die ik heb over de wereld om mij heen zijn beantwoord tijdens het veldwerk. Meer dan 70% van jullie heeft aangegeven het met deze stelling eens of zelfs zeer mee eens te zijn. kunnen jullie aangeven welke vragen zijn beantwoord tijdens het veldwerk. kunnen jullie ook aangeven welke vragen niet zijn beantwoord? - Ik vind het leuk om in de omgeving van de school praktisch aan de slag te gaan met aardrijkskundige vragen. Bijna 100% van jullie is het hier mee eens. Kunnen jullie aangeven waarom jullie dit leuk vonden? Kunnen jullie ook aangeven wat er niet leuk aan is? - Ik vind het prettig om voor het vak aardrijkskunde met een groepje buiten onderzoek te doen. Kunnen jullie aangeven waarom jullie het samenwerken prettig vonden? Welke voordelen heeft het samenwerken gehad? 237

212 Welke nadelen heeft het samenwerken gehad? Waar keek je tegenop toen je moest samenwerken? Wat vonden jullie van de manier van groepen maken? - Ik wil vaker op veldwerk voor het vak aardrijkskunde. Kunnen jullie kort aangeven waarom jullie vaker op veldwerk willen? Wat is de meerwaarde van op veldwerk gaan voor jullie? Slot Graag wil ik de belangrijkste zaken die zijn besproken, als volgt samenvatten:.. Zijn er nog aanvullingen die jullie willen doen aan dit interview? Zijn er eventueel ook nog vragen? Hartelijk dank voor jullie meedenken en het prettige gesprek. 238

213 Bijlage 4C In bijlage 4B zijn voor de volgende twee deelvragen uit de evaluatie de resultaten te vinden. 1. Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? - resultaten van de vragenlijst weergegeven in een grafiek - tabel met de uitwerkingen van het groepsinterview 2. Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? - resultaten van de vragenlijst weergegeven in een grafiek - tabel met de uitwerkingen van het groepsinterview 3. In welke mate voldeed het veldwerkgebied in de omgeving van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda aan de voorafgestelde eisen? - resultaten van enkele vragen uit de vragenlijst voor de vakgroep aardrijkskunde weergegeven in een grafiek 4. In welke mate voldeden de veldwerkmaterialen van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda aan de voorafgestelde eisen? - resultaten van de vragenlijst voor de vakgroep aardrijkskunde weergegeven in een grafiek 239

214 Bijlage 4C Welke visie op veldwerk heeft de vakgroep aardrijkskunde van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Beoordeling van de ontwerpeisen zeer mee oneens mee oneens mee eens zeer mee eens 1. Het veldwerk was van sociale aard, waarbij de woonwijken in Gouda centraal stonden. 2. Het product gaf ruimte voor het stellen van geografische vragen, toepassen van geografische werkwijze en het leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weergeven van geografische informatie. 3. De leerlingen ontwikkelden hun geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen (Blokhuis & Peeters, 2009) 4. Het veldwerk kon worden uitgevoerd in de omgeving van de school en in de leefomgeving van de leerlingen. 5. De abstracte begrippen uit de theorie werden in de praktijk inzichtelijk gemaakt. 6. De leerlingen vervaardigden tijdens het veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict- geletterdheid en kritisch denken. 7. Het product bevatte de volgende doelen in meer of mindere mate: 1. Leren waarnemen en je ergens een voorstelling van maken, 2. Leren kaartlezen, 3. Leren wat het is om gegevens te verzamelen en die te analyseren, 4. Het verbinden van theorie en praktijk, 5. Leerlingen in de gelegenheid brengen zich te verwonderen en vragen te stellen over de diversiteit in de wereld om hen heen. (van den Berg et al., 2009) 8. Het veldwerk had als vorm het terreinmodel. 9. Het veldwerk bestond uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de uitwerking in de klas. 10. Het veldwerk werd in kleine groepen uitgevoerd. Figuur 7. Beoordeling van de ontwerpeisen. I. Haver In tabel 8 is de uitwerking van het groepsinterview met de vakgroep aardrijkskunde te lezen. 240

215 Vragen Bespreken van de resultaten van de vragenlijst: - Het veldwerk is van sociale aard, waarbij de woonwijken in Gouda centraal staan. - Het product geeft ruimte voor het stellen van geografische vragen, toepassen van geografische werkwijze en het leren verzamelen, analyseren, vergelijken en weergeven van geografische informatie. - De leerlingen ontwikkelen hun geografische zienswijze door de stappen; waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en waarderen te doorlopen (Blokhuis & Peeters, 2009) - Het veldwerk kan worden uitgevoerd in de omgeving van de school en in de leefomgeving van de leerlingen. - De abstracte begrippen uit de theorie worden in de praktijk inzichtelijk gemaakt. - De leerlingen vervaardigen tijdens het Opmerkingen - Het is letterlijk de belevingswereld van de leerlingen. Woonwijken zouden zelfs nog verder uitgediept kunnen worden. Echter is dat voor klas 1 niet relevant, wordt te moeilijk en het geheel ook te lang wellicht. - Zeker is dit aan bod gekomen. Als vakgroep zien we dat duidelijk terug. We hebben het gemerkt dat leerlingen veel vragen hebben gesteld. Leerlingen beseffen echter niet dat hun vragen geografische vragen zijn. - Vooral de stappen waarnemen, beschrijven en verklaren zijn duidelijke aan bod gekomen. Leerlingen hadden hier wel echt begeleiding bij nodig. Je moet de leerlingen echt richten. De voorbereiding en de stappen in de veldwerkgids hielpen hier goed bij. De begeleiding die tijdens de buitenactiviteit kon worden gegeven was hierop ook gericht. Generaliseren is lastig voor deze leerlingen, zoals verwacht. Hier is over gesproken tijdens de presentatie en bewust niet meer aangepast. Waarderen kwam niet veel verder dan dat de leerlingen konden aangeven of ze de woonwijk mooi vonden of niet. - De leerlingen konden op de fiets. Sommige leerlingen zijn zelfs in hun eigen buurt op bezoek geweest, hierdoor gingen leerlingen ook met plezier naar een veldwerkgebied toe. De aangegeven plekken waren goed uitgekozen, ze gaven een goed beeld van de theorie, waardoor de koppeling tussen theorie en praktijk goed gemaakt kon worden. Eveneens waren alle plekken goed bereikbaar en de onderzoeken veilig uit te voeren. Het veldwerk is ook uit te voeren in iedere willekeurige stad. - Is zeker aan bod gekomen. De begrippen zijn eerst uitgelegd, en de leerlingen zijn via de methode aan de slag gegaan met de begrippen. Later zijn de leerlingen ook in het veld aan de slag gegaan met de begrippen. De begrippen kwamen mooi terug in de veldwerkgids. - Sommige van deze vaardigheden zijn in het 241

216 veldwerk 21 e eeuwse vaardigheden, waaronder samenwerken, creativiteit, ict- geletterdheid en kritisch denken. - Het product bevat de volgende doelen in meer of mindere mate: 1. Leren waarnemen en je ergens een voorstelling van maken, 2. Leren kaartlezen, 3. Leren wat het is om gegevens te verzamelen en die te analyseren, 4. Het verbinden van theorie en praktijk, 5. Leerlingen in de gelegenheid brengen zich te verwonderen en vragen te stellen over de diversiteit in de wereld om hen heen. (van den Berg et al., 2009) - Het veldwerk heeft als vorm het terreinmodel. - Het veldwerk bestaat uit drie fasen: de voorbereiding, het veldwerk en de uitwerking in de klas. - Het veldwerk wordt in kleine groepen uitgevoerd. Welke positieve kanten kun je benoemen van curriculum van de bovenbouw opgenomen, zoals het kritisch denken. Mooi dat dit verder uitgediept kan worden in de bovenbouw. Kan nog verder geïntensiveerd worden. Mooi om te zien hoe leerlingen handig zijn met hun chromebook, mooie presentaties maken en dit behendig allemaal met elkaar delen. - goed om leerlingen een opdracht te geven voor het maken van foto s, hierdoor worden ze verplicht tot het gericht kijken. Het kaart lezen was mooi verwerkt, doordat leerlingen kaarten kregen aangereikt, maar zelf hun route moesten opzoeken. De leerlingen kunnen dit goed. Leerlingen werden door de vragen in de veldwerkgids hier ook in gestuurd. Hierdoor moesten leerlingen gericht gegevens verzamelen. Het in de klas uitwerken biedt mogelijkheid tot het extra stellen van vragen en de theorie nog eens te overdenken. Tijdens de presentaties en het inkleuren van de kaart was duidelijk dat leerlingen heel goed de koppelingen konden maken tussen wat ze hebben waargenomen en de theorie. Hier was een normale begeleiding bij nodig. Je merkte dat leerlingen de extra informatie die hen werd gegeven oppikte en opnamen in hun verslag. Het concreet stellen van vragen bleef grotendeels uit. Dit komt doordat de leerlingen wel in gelegenheid zijn gebracht voor het stellen van vragen, maar de leerlingen hebben dit niet veel gedaan. Om dit te bereiken zullen de leerlingen wellicht anders benaderd moeten worden hiervoor en moeten we het stellen van vragen ook gaan oefenen. Verwondering is wel gezien. - goede werkvorm. Leerlingen hebben prima begeleiding kunnen hebben tijdens het veldwerk. In de toekomst zullen er nog duidelijke afspraken gemaakt kunnen worden met de groepen waar en wanneer ze bezoek krijgen van de docent. - heel duidelijk aan bod gekomen. Goed dat de uitwerkingsfase is verlengd met een derde les. - goede groepsgrootte en voldoende begeleiding met drie docenten. De leermomenten van de leerlingen. Ook heel 242

217 het doen van dit veldwerk? Kun je deze uitleggen? Welke negatieve kanten kun je benoemen van het doen van dit veldwerk? Kun je deze uitleggen? Knelpunten die werden ervaren zijn tijdgebrek, roostertechnische zaken, houding van leerlingen en onvoldoende mankracht. Wat zijn ervaringen met deze knelpunten tijdens dit veldwerk? Is je gevoel bij over het organiseren van veldwerk overwegend positief of negatief na dit veldwerk? Kun je dit uitleggen? Welke feedback wil je nog geven op het product? Wat is je eindconclusie? Wel of geen veldwerk opnemen in het curriculum? Kun je je keuze uitleggen? mooi om te zien dat de leerlingen zoveel verantwoordelijkheid kunnen nemen als het nodig is. Alle leerlingen hebben zich keurig gedragen, waren goed voorbereid. Ook maakt het ons als vakgroep hechter. Fijn om zo samen te kunnen werken. De organisatie blijft wel een aandachtspunt. Kunnen we als vakgroep geheel uitgeroosterd worden. Ook zouden er nog duidelijke afspraken met de groepen gemaakt kunnen worden wanneer ze bezoek krijgen van de docent tijdens de buitenactiviteit. Hoewel het contact via Hangouts hier ook voldeed. Alles is enorm meegevallen. Maar dit komt voornamelijk omdat de hele organisatie nu bij één docent heeft gelegen. Het blijft veel werk. We hebben nu wel een veldwerk liggen wat goed bruikbaar is en van waaruit we verder kunnen gaan ontwikkelen. Als we een keer iets anders willen, kan dit veldwerk gemakkelijk worden aangepast. Het product voldoet aan de hoge eisen die we als vakgroep stellen aan onze materialen. Dit doet ook meteen bedenken dat het organiseren van een veldwerk ontzettend veel werk blijft. De medewerking van de school is alles meegevallen. Als we dit opnemen in het curriculum kunnen we hier dus heel goed op aansturen en hoeft het roostertechnisch e.d. helemaal niet zo n probleem te zijn. Positief. Het plezier bij leerlingen, de manier van lesgeven, en het leerrendement. Dit maakt ons vak mooi! We zien dat leerlingen meer zij gemotiveerd voor het vak en daardoor wordt onze motivatie ook weer meer geprikkelt. Een ontzettend compleet product. Het is zo direct bruikbaar! Maar we kunnen ook het naar hartenlust aanpassen, net wat onze wensen zijn. Veldwerk voor klas 1 zeker opnemen, zeker dit veldwerk, aangezien we nu iets goeds hebben liggen. De hoeveelheid werk voor het opnieuw ontwikkelen van bijvoorbeeld een fysisch veldwerk blijft wel een aandachtspunt. Veldwerk voor klas 2 is lastig. Dit heeft voornamelijk te maken met mentaliteit in die leeftijdsgroep. Ook het ene lesuurtje in de week speelt hierbij 243

218 parten. Het is ook niet leuk om hier 7 weken mee aan de slag te zijn. Duurt te lang, wordt het onoverzichtelijk. Ook is hierbij het gevoel dat de relatie met de leerlingen wordt gemist, deze relatie is wel belangrijk voor het op pad gaan met leerlingen. Wellicht kunnen we in combinatie met de GEOWEEK wel iets gaan ondernemen. Of natuurlijk met het vak biologie. Die gesprekken zijn natuurlijk wel gaande. Zijn er nog aanvullingen die je wilt doen aan dit interview? Zijn er eventueel ook nog vragen? Voor volgend jaar het veldwerk wel meer naar voren halen gezien het seizoen. Het was nu mooi weer, wel koud. Iets warmer zou prettig zijn. Tabel 8. Uitwerking van het groepsinterview met de vakcollega s. I. Haver

219 Bijlage 4C Welke visie op veldwerk binnen het aardrijkskundeonderwijs hebben de leerlingen van leerjaar 1 MAVO van De Goudse Waarden, locatie De Gouwe te Gouda na het uitvoeren van het onderwijskundig ontwerp? 1. Ik vind het vak aardrijkskunde op DGW leuker als we ook naar buiten gaan voor het doen van onderzoek. 2. Ik leer meer op DGW bij het vak aardrijkskunde als we buiten onderzoek doen. 3. Vragen die ik heb over de wereld om mij heen zijn beantwoord tijdens het veldwerk. 4. Ik vind het leuk om in de omgeving van de school praktisch aan de slag te gaan met aardrijkskundige vragen. 5. Ik vind het prettig om voor het vak aardrijkskunde met een groepje buiten onderzoek te doen. 6. Ik wil vaker op veldwerk voor het vak aardrijkskunde. Figuur 8. Vragen over veldwerk tijdens de aardrijkskundeles op De Goudse Waarden. I. Haver

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer Domein B1.1 Biologie leren Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Verschillen

Nadere informatie

KNAG dag Andreas Boonstra

KNAG dag Andreas Boonstra KNAG dag 2018 Andreas Boonstra 1 Beeldvorming Foto van Pixabay 2 Is er sprake van een kloof? Foto van Pixabay 3 Kennis en vaardigheden?? Is het en/of OF en/en? 4 Eerste jaar Aardrijkskunde op de Katholieke

Nadere informatie

Bijlage 4. Resultaten docentenvragenlijst zomer Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo

Bijlage 4. Resultaten docentenvragenlijst zomer Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Bijlage 4 Resultaten docentenvragenlijst zomer 2015 Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Algemeen De digitale enquête heeft plaatsgevonden in juni-augustus 2015. In totaal hebben 105

Nadere informatie

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden Checklist vakdidactisch Kennisbasis Biologie Voor het begin van de 3 e jaars stage vullen de studenten deze checklist in. De studenten formuleren leerdoelen die aansluiten op de uitkomst van deze list.

Nadere informatie

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen volgende Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen Eindrapportage onderzoek Toekomstgericht Onderwijs Inhoud Onderzoek Toekomstgericht Onderwijs door Kohnstamm Instituut Schoolportret Herbert Vissers

Nadere informatie

Educatie voor het VO in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Educatie voor het VO in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam VOORBLAD PROFIELPRODUCT Naam auteur(s) M.L.I. Pouw Vakgebied Aardrijkskunde Titel Onderwerp Educatie voor het VO in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland Profiel Cultuur- en erfgoededucatie Opleiding Interfacultaire

Nadere informatie

aardrijkskunde het leren hanteren van de geografische benadering.

aardrijkskunde het leren hanteren van de geografische benadering. aardrijkskunde Belang van het vak Aan alle informatie over de opbouw van de kennisbasis en de eisen die aan de studenten worden gesteld gaat de vraag vooraf: wat dient onder aardrijkskunde verstaan te

Nadere informatie

Ontwerpprincipes. Figuur 1: 21 e -eeuwse vaardigheden

Ontwerpprincipes. Figuur 1: 21 e -eeuwse vaardigheden Ontwerpprincipes In dit onderzoek staat het probleemoplossend vermogen van basisschoolleerlingen bij natuur- en technieklessen centraal. Daarbij komen in dit onderzoek de volgende ontwerpprincipes aan

Nadere informatie

Bijlage 3 Resultaten docentenvragenlijst november/december 2013

Bijlage 3 Resultaten docentenvragenlijst november/december 2013 Bijlage 3 Resultaten docentenvragenlijst november/december 2013 Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Algemeen De digitale enquête heeft plaatsgevonden in november/december 2013. In

Nadere informatie

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Wanneer je werkt vanuit leerlijnen, is de methode slechts een van de bronnen waarmee leerlingen zich de leerstof eigen maken. Ilse Gmelig 8 februari 2018 Leerdoelen

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren Startbijeenkomst ptaak jaar 2 Ontwerpen en innoveren Wat is het doel? Hoe gaan we dat doel bereiken? Met extra aandacht voor Ontwerponderzoek Dataverzamelingsmethoden Interviewen Toetsen van leereffect

Nadere informatie

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool In dit beroepsproduct ontwerp je onderwijs op het gebied van Wetenschap en technologie voor de basisschool. Uitgangspunt bij je onderwijsontwerp

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Verslag Vakprofilering Geschiedenis Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5

Beoordelingsformulier Verslag Vakprofilering Geschiedenis Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5 Beoordelingsformulier 3.1.2 Verslag Vakprofilering Geschiedenis 2015-2016 Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5 Studentnaam: Klas: Beoordelaar Studentnummer: Datum: KERN- EN DEELTAKEN DIE HOREN BIJ DEZE TOETS: 2.1,

Nadere informatie

Beoordelingsmodel bij een PWS binnen het natuurprofiel

Beoordelingsmodel bij een PWS binnen het natuurprofiel Beoordelingsmodel bij een PWS binnen het natuurprofiel Beoordelingsmoment 1 Oriënteren GO / NO GO Motivatie Onvoldoende: No go Voldoende 15 Goed 20 Zeer goed 25 Willen de leerlingen door in de huidige

Nadere informatie

Waar moet de nieuwe speelvoorziening komen?

Waar moet de nieuwe speelvoorziening komen? Waar moet de nieuwe speelvoorziening komen? Voor de docent Vak(gebied) Schooltype / afdeling Oriëntatie op jezelf en de wereld, Mens en Maatschappij, Aardrijkskunde VO onderbouw (havo/vwo) Leerjaar 1 Tijdsinvestering

Nadere informatie

Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching

Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching Twee didactische werkvormen in de praktijk vergeleken. Ronald Lolkema EnL / 2015 1 Voorwoord In het schooljaar 2014-2015 ben ik in de 3 e periode begonnen met het

Nadere informatie

Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO.

Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO. VO-PO samenwerking Kandinsky - Talent Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO. VO-PO samenwerking Kandinsky - Talent Wetenschap en Technologie, Science,

Nadere informatie

Uitgangspunten van de Koningin Julianaschool

Uitgangspunten van de Koningin Julianaschool Uitgangspunten van de Koningin Julianaschool Christelijke identiteit De Koningin Julianaschool is een open christelijke basisschool. Dat wil zeggen: iedereen is welkom. Daarbij is acceptatie van en respect

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9161 26 mei 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 april 2011, nr. VO/289008, houdende

Nadere informatie

1. Wat is Dalton Dalton is no method, no system. Dalton is an influence. Geschiedenis 1. 2.

1. Wat is Dalton Dalton is no method, no system. Dalton is an influence. Geschiedenis 1. 2. 1. Wat is Dalton Dalton is no method, no system. Dalton is an influence. (Dalton is geen methode, geen systeem, maar een manier van denken.) Helen Parkhurst, founder Met meer dan 400 scholen is het daltononderwijs

Nadere informatie

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden Theoretisch kader: Zoals ik in mijn probleemanalyse beschrijf ga ik de vaardigheid creativiteit, van de 21st century skills onderzoeken, omdat ik wil weten op welke manier de school invloed kan uitoefenen

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

Boekwerk. Voorstel voor een project omschrijving. 1.1 Doelstelling

Boekwerk. Voorstel voor een project omschrijving. 1.1 Doelstelling Boekwerk Voorstel voor een project omschrijving 1.1 Doelstelling Het doel van het te ontwikkelen lespakket Boekwerk is leerlingen op een nieuwe manier bezig te laten zijn met taal, boeken en vakinhoud.

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Student: Vincent van der Maaden, MSc Studentnummer: 5783070 Opleiding: Interfacultaire lerarenopleiding, UvA Vakgebied: Aardrijkskunde

Nadere informatie

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL PBGZ 12 / PBSD 9 Coördinatie, kwaliteit en voorlichting, profielfase Cohort 2016 2019 kwartiel 11 INSTROOMVEREISTEN:

Nadere informatie

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Aanleiding voor het symposium Onder de vlag van Curriculum.nu buigen in

Nadere informatie

Project Check de Stadsvergroening Handleiding en opzet

Project Check de Stadsvergroening Handleiding en opzet Project Check de Stadsvergroening Handleiding en opzet Contents Introductie... 2 Waarom doen jullie mee?... 2 Meten is weten... 2 Opbouw van deze handleiding... 2 Module opbouw... 3 Lesaanpak... 3 Lesopbouw...

Nadere informatie

Ontwerponderzoek Janneke Metselaar Vak: Aardrijkskunde ILO - Universiteit van Amsterdam 4 april 2013

Ontwerponderzoek Janneke Metselaar Vak: Aardrijkskunde ILO - Universiteit van Amsterdam 4 april 2013 Ontwerponderzoek Janneke Metselaar - 10367705 Paper 2 Vak: Aardrijkskunde ILO - Universiteit van Amsterdam 4 april 2013 Gebruik van de laptop tijdens de Aardrijkskundeles Inhoud pagina Inleiding... 1 Onderzoeksmethodiek:

Nadere informatie

Aansluiting met de eindtermen Aardrijkskunde PjER kan gebruikt worden als Praktische opdracht en Profielwerkstuk

Aansluiting met de eindtermen Aardrijkskunde PjER kan gebruikt worden als Praktische opdracht en Profielwerkstuk Aansluiting met de eindtermen Aardrijkskunde PjER kan gebruikt worden als Praktische opdracht en Profielwerkstuk Praktische opdracht Het uitvoeren van beperkte onderzoeksopdrachten betreffende ruimtelijke

Nadere informatie

MISSIE - VISIE - MOTTO

MISSIE - VISIE - MOTTO MISSIE - VISIE - MOTTO Mei 2015 Versie 4.0 Inhoudsopgave INLEIDING 3 WAAR KOMT DIT VANDAAN? 3 MISSIE: WAAR STAAN WE VOOR? 4 VISIE: WAT DOEN WE EN WAAROM? 4 MOTTO, KORT EN KRACHTIG 5 2 INLEIDING Elke organisatie,

Nadere informatie

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een profielwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een profielwerkstuk

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4 Handleiding profielwerkstuk Mavo 4 2019 2020 Inleiding: Je gaat dit jaar een profielwerkstuk maken. Het doel van het profielwerkstuk is dat je leert op een zelfstandige manier onderzoek te doen. Daarnaast

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere

Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere Paper 1 Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere Plan van aanpak profielproduct Inleiding Leerlingen die het vak M&O hebben gekozen

Nadere informatie

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Ben je op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk? Dan is het Woudagemaal misschien interessant voor je. Profielen Volg je het profiel Natuur & Techniek, dan zit je goed! Want in dit stappenplan

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Presentatie VTOI 8 april 2016. Paul Schnabel

Presentatie VTOI 8 april 2016. Paul Schnabel Presentatie VTOI 8 april 2016 Paul Schnabel Visie Ingrediënten voor het eindadvies Resultaten dialoog Wetenschappelijke inzichten Internationale vergelijkingen Huidige wet- en regelgeving en onderwijspraktijk

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Ontwerponderzoek: Paper 3

Ontwerponderzoek: Paper 3 Ontwerponderzoek: Paper 3 Naam auteur(s) Karoline Heidrich Vakgebied Duits Titel Duits + Film = plezier? Onderwerp Verhoging van motivatie voor het leren van Duits door middel van leeractiviteiten rondom

Nadere informatie

Aanleiding projectweken. Gewenste kaders van een projectweek. Het proces

Aanleiding projectweken. Gewenste kaders van een projectweek. Het proces Aanleiding projectweken In het kader van talentontwikkleing en werken met 21 eeuwse vaardigheden zijn leerkrachten zich aan het ontwikkelen en professionaliseren naar nieuwe, innovatieve vormen van onderwijs.

Nadere informatie

Workshop Differentiatie. Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom.

Workshop Differentiatie. Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom. Workshop Differentiatie Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom. Voorstelrondje Wat kom je halen? Wat versta je onder differentiëren? Wat is het programma Doel: aantal voorbeelden van

Nadere informatie

Lesopbouw Onderzoekend Leren Wetenschap in het basisonderwijs

Lesopbouw Onderzoekend Leren Wetenschap in het basisonderwijs Lesopbouw Onderzoekend Leren Wetenschap in het basisonderwijs Routekaart Algemene disclaimer Dit document is bedoeld ter algemene informatie, en dient als voorbeeld voor een les onderzoekend leren in het

Nadere informatie

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016 Voorlichting 4-HAVO Profielwerkstuk 7 april 2016 Onderwerpen voorlichtingsbijeenkomst Wat is een profielwerkstuk (pws)? Het belang van het pws Alleen of samen? Onderwerpen van het pws Welke vorm heeft

Nadere informatie

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Naut Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met

Nadere informatie

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw Het huis van JBC Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw Van schoolvisie naar gezamenlijke beleving van het nieuwe gebouw Met leerlingen, school, ouders en architect aan

Nadere informatie

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen.

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. In dit document lees je wat het beroepsproduct Technisch gesproken reken ik daarop inhoudt. De vakken rekenen-wiskunde,

Nadere informatie

Een geslaagde activiteit

Een geslaagde activiteit Een geslaagde activiteit Toelichting: Een geslaagde activiteit Voor Quest 4 heb ik een handleiding gemaakt met daarbij de bijpassend schema. Om het voor de leerkrachten overzichtelijk te maken heb ik gebruik

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De

Nadere informatie

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling VELON conferentie Brussel, 4 februari 2016 Petra Fisser, Monique van der Hoeven, Sigrid

Nadere informatie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3

Pre-Academisch Onderwijs. Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3 Pre-Academisch Onderwijs Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3 OVERZICHT MODULES LEERJAAR 2 Wetenschapsfilosofie In deze module zul je naast de kennis over wetenschapsfilosofie,

Nadere informatie

Een visie op het natuurkundig practicum

Een visie op het natuurkundig practicum Een visie op het natuurkundig practicum Martijn Koops, Peter Duifhuis en Floor Pull ter Gunne; vakgroep Nastec, FE, HU Inleiding Practicum is belangrijk bij het vak natuurkunde. Het kan de theorie ondersteunen

Nadere informatie

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam

Nadere informatie

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Velon-congres, Breda, 19 maart 2019 Rob Moggré, r.moggre@ipabo.nl Ronald Keijzer, r.keijzer@ipabo.nl https://kenniscentrum.ipabo.nl Hogeschool ipabo We zoomen in

Nadere informatie

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen 9/21/ Rian Aarts & Kitty Leuverink

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen 9/21/ Rian Aarts & Kitty Leuverink Bron: Baarda, B. (2014) Dit is onderzoek! AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen Rian Aarts & Kitty Leuverink 1 Inhoud bijeenkomst 2 Praktijkprobleem bespreken Onderzoeksdoel formuleren

Nadere informatie

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen Rian Aarts & Kitty Leuverink Bron: Baarda, B. (2014) Dit is onderzoek! Inhoud bijeenkomst 2 Praktijkprobleem bespreken Onderzoeksdoel formuleren

Nadere informatie

Protocol didactisch klimaat Yulius Onderwijs Ilex College

Protocol didactisch klimaat Yulius Onderwijs Ilex College Onderwijs Ilex College Contact: Margareth Dalmeijer T 088-4056444 m.dalmeijer@yulius.nl Protocol didactisch klimaat Yulius Onderwijs Ilex College Document kenmerken Naam document: Protocol didactisch klimaat

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Geschiedenis Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In

Nadere informatie

Wetenschap en techniekonderwijs op

Wetenschap en techniekonderwijs op Inleiding verzorgt ervarings- en ontwikkelingsgericht onderwijs. Wij bieden de kinderen basisvaardigheden waarmee ze de wereld om hen heen leren kennen. Wetenschap en techniek (W&T) worden steeds belangrijker

Nadere informatie

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl 2013 Actief burgerschap 0 Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Hoofdstuk 1 : 3 Hoofdstuk 2 : : een doel en een middel

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden in het onderwijs. stand van zaken en toekomstige mogelijkheden. Petra Fisser VELON-studiedag Breda, 13 november 2015

21 e eeuwse vaardigheden in het onderwijs. stand van zaken en toekomstige mogelijkheden. Petra Fisser VELON-studiedag Breda, 13 november 2015 21 e eeuwse vaardigheden in het onderwijs stand van zaken en toekomstige mogelijkheden SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Petra Fisser VELON-studiedag Breda, 13 november 2015 SLO, nationaal

Nadere informatie

Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL

Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL Door: Fréderieke van Eersel (Eigenaar Eduet www.eduet.nl /adviseur eigentijds onderwijs) Op veel onderwijssites en in veel beleidsstukken kom je de term 21st

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstel voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres: info@mboonderzoeksdag.nl

Nadere informatie

De jonge onderzoeker in het VWO

De jonge onderzoeker in het VWO De jonge onderzoeker in het VWO vakgerichte onderzoeksdidactiek WON-traject Randstad 2016-2017 zesde bijeenkomst 23 februari 2017 Vincent Jonker / Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht DE ACTUALITEIT

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Onderwijs op maat voor jou!

Onderwijs op maat voor jou! Onderwijs op maat voor jou! Je krijgt van je basisschool een gemiddeld advies. Een havo-advies betekent bijvoorbeeld dat je over gemiddeld over alle schoolvakken het best past op havo. Maar jij bent natuurlijk

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Verantwoording van de te bezoeken les

Verantwoording van de te bezoeken les Verantwoording van de te bezoeken les Toelichting m.b.t. constructeur leeromgeving: Zie het losse lesvoorbereidingsformulier. Toelichting m.b.t. de rol van vakinhoudelijk begeleider: Waar in de les motiveert

Nadere informatie

OVERDRACHTSFORMULIER. en voor de afdeling mavo - havo - atheneum (Omcirkelen wat van toepassing is).

OVERDRACHTSFORMULIER. en voor de afdeling mavo - havo - atheneum (Omcirkelen wat van toepassing is). OVERDRACHTSFORMULIER Geachte collega, De hierna te noemen leerling is op onze school aangemeld voor leerjaar en voor de afdeling mavo - havo - atheneum (Omcirkelen wat van toepassing is). Graag ontvangen

Nadere informatie

BLAADJE #4. mei 2018

BLAADJE #4. mei 2018 BLAADJE #4 mei 2018 School voor KEES GROEP 1/2 breinvriendelijk onderwijs OBS met engelse les vanaf groep 1 De Koningslinde is een jonge openbare basisschool (obs ) in Vught. In het stadhouderspark, in

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4 Handleiding profielwerkstuk Mavo 4 2018 2019 Inleiding: Je gaat dit jaar een profielwerkstuk maken. Het doel van het profielwerkstuk is dat je leert op een zelfstandige manier onderzoek te doen. Daarnaast

Nadere informatie

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Bert Slof, Gijsbert Erkens & Paul A. Kirschner Als docenten zien wij graag dat leerlingen zich niet alleen de

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente) Vragenlijst formatief toetsen - Docent Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van bestaande vragenlijsten* en heeft als doel te onderzoeken in welke mate de docenten en leerlingen

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing

Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing Inhoud Welkom Doelen Profielschetsen Materialen Bijlagen Met het Solly Systeem worden kinderen al op jonge leeftijd geïntroduceerd in de wereld

Nadere informatie

WPO Science jaar 1 de observatie- of demonstratiekring

WPO Science jaar 1 de observatie- of demonstratiekring WPO Science jaar 1 de observatie- of demonstratiekring De opdracht De werkplekopdracht (WPO) voor Science jaar 1 is het ontwerpen van 3 lessen Natuur en Techniek (oftewel Science) waarbij je gebruik maakt

Nadere informatie

Informatiebrochure

Informatiebrochure Informatiebrochure 02 11 2017 Onderwijsvisie Strabrecht College Reguliere brugklas, onderwijsconcept ST-uren Onderwijs met ST-uren Verschillen serieus nemen Strabrechtklas, onderwijsconcept Kunskapsskolan

Nadere informatie

Terugblik masterclasses HAN Pabo

Terugblik masterclasses HAN Pabo Terugblik masterclasses HAN Pabo Het afgelopen jaar 2017 hebben studenten van de HAN Pabo de mogelijkheid gehad zich via masterclasses te verdiepen in W&T. Alle hieronder beschreven masterclasses zijn

Nadere informatie

Educatief arrangeren rond LOB

Educatief arrangeren rond LOB Educatief arrangeren rond LOB Vorige week Contact met de docent deze week NAW-gegevens via CF Afspraken met begeleider Maken van het Werkplan Voorbereiden van het interview Vragen naar aanleiding van vorig

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING In gesprek met elkaar. Uitwerking van de stellingen. De onderstaande stellingen hebben we deze avond besproken onder elke stelling staan een aantal opmerkingen die

Nadere informatie

25. 21e eeuwse vaardigheden: wat moet je er mee en wat kan je er mee?

25. 21e eeuwse vaardigheden: wat moet je er mee en wat kan je er mee? 25. 21e eeuwse vaardigheden: wat moet je er mee en wat kan je er mee? 21 e eeuwse vaardigheden in het funderend onderwijs - stand van zaken- SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Petra Fisser

Nadere informatie

Docentenhandleiding Onze moedertaal, onze onbewuste kennis

Docentenhandleiding Onze moedertaal, onze onbewuste kennis Docentenhandleiding Onze moedertaal, onze onbewuste kennis 1. Verantwoording 2. Didactische verantwoording 3. Uitvoering van de les 4. Geraadpleegde bronnen Verantwoording Deze les is ontwikkeld voor de

Nadere informatie

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap:

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap: Actief Burgerschap Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Actief Burgerschap: een nadere kennismaking 3 3. Actief Burgerschap: een doel en een middel 4 4. Actief Burgerschap: Hoe leren we dit aan? 5 5. Actief

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie