RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Lentiz, VMBO Maassluis VMBOB

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Lentiz, VMBO Maassluis VMBOB Plaats : Maassluis BRIN nummer : 17WQ C4 BRIN nummer : 17WQ 11 VMBOB Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : november 2015 Datum vaststelling : 22 februari 2016

2 Pagina 2 van 16

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 12 en 26 november een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op afdeling vmbo-b van Lentiz VMBO Maassluis om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 20 november 2014 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten en het onderwijsleerproces op de afdelingen vmbo-k en vmbo-t van het voormalige Kastanjecollege te Maassluis. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 7 april De kwaliteit van het onderwijs is toen als zeer zwak beoordeeld en wij hebben ons toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan of en in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en of de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, voeren we voor de afdeling vmbo-k een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uit en voor afdeling vmbo-t een tussentijds kwaliteitsonderzoek. Besloten is om ook op de afdeling vmbo-b een kwaliteitsonderzoek uit te voeren als aanpalende afdeling. Dit kwaliteitsonderzoek geldt tevens als een zogenoemd vierjaarlijks bezoek. Toezichthistorie De afdeling vmbo-b heeft in de periode van 20 november 2012 tot 17 oktober 2013 onder verscherpt toezicht gestaan van de inspectie vanwege onvoldoende opbrengsten. Ook de afdelingen vmbo-k en vmbo-t van Lentiz VMBO Maassluis hebben sinds 2012 onvoldoende opbrengsten, maar het herstel van de tekortkomingen bij deze afdelingen vereiste meer tijd. Bovendien bleek in een tussentijds kwaliteitsonderzoek op 20 november 2014 dat eerder genomen maatregelen voor verbetering stagneerden en aan dat wat goed was, afbreuk werd gedaan. Deze bevindingen zijn voor de inspectie aanleiding geweest om het toezicht op de afdelingen vmbo-k en vmbo-t verder te verscherpen. Het bestuur van Stichting Lentiz Onderwijsgroep heeft een oproep gekregen voor een gesprek op 29 januari 2015 met de directeur toezicht voortgezet onderwijs om afspraken te maken voor het vervolg van het toezicht. Op basis hiervan heeft de inspectie Pagina 3 van 16

4 een nieuw toezichtplan opgesteld met de prestatieafspraak dat de onderwijskwaliteit van de afdelingen vmbo-k en vmbo-t uiterlijk in 2017 weer van voldoende niveau is. Voorwaarde voor de inwerkingtreding van het nieuwe toezichtplan was dat de samenwerking met Lentiz VMBO Maasland per 1 augustus 2015 is geformaliseerd. Onderzoeksopzet Het kwaliteitsonderzoek bij de afdeling vmbo-b is uitgevoerd in combinatie met het tussentijds onderzoek naar de kwaliteit van de afdeling vmbo-t en een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering van de afdeling vmbo-k. Gegeven de omvang en de organisatie van de school ligt het voor de hand te veronderstellen dat de kwaliteit van de afdelingen een sterke onderlinge samenhang vertoont. De bevindingen uit de verschillende onderzoeken zullen daarom voor een belangrijk deel identiek zijn. Als gevolg van het verschil in aanleiding en doelstellingen van de kwaliteitsonderzoeken en de criteria die een expliciet oordeel krijgen, worden er drie rapporten van bevindingen opgesteld. De inspectie heeft er verder voor gekozen de kwaliteitsonderzoeken bij Lentiz VMBO Maassluis te combineren met onderzoek naar de voortgang van de inmiddels geformaliseerde samenwerking van de twee vmbo-scholen van Lentiz. Hierin wordt de samenhang gezocht met de ontwikkeling van Lentiz Maasland. In de maand november van dit jaar werden op alle afdelingen van Lentiz VMBO Maasland eveneens afzonderlijke kwaliteitsonderzoeken uitgevoerd, zodat wij een goed beeld hebben gekregen van het functioneren van de samenwerking tussen Lentiz VMBO Maasland en VMBO Maassluis. Onze bevindingen bij het functioneren van de samenwerking tussen deze scholen zullen wij terugkoppelen in een gesprek met het bevoegd gezag op een nog nader te bepalen datum na afronding van de kwaliteitsonderzoeken van de betrokken scholen. Het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bestaat uit de volgende activiteiten: - Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. - Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. - Wij hebben gesprekken gevoerd met het bestuur, management, vaksecties, leraren, zorg-, taal- en rekencoördinatoren, mentoren, leerlingen. - Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en bestuur. Pagina 4 van 16

5 Tijdens de onderzoeken hebben wij alle kernindicatoren beoordeeld van het waarderingskader voortgezet onderwijs 2013 en de indicactoren die in het kwaliteitsonderzoek bij de afdelingen vmbo-k en vmbo-t van 20 november 2014 als onvoldoende zijn beoordeeld. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Pagina 5 van 16

6 2. CONCLUSIES EN TOEZICHTARRANGEMENT Een kwaliteitsonderzoek zoals wij hebben uitgevoerd, leidt tot een zogenaamd toezichtarrangement voor kwaliteit en/of voor naleving. Een arrangement kan basistoezicht inhouden of juist aangepast toezicht inhouden. In het eerste geval (bij basistoezicht) vinden wij de kwaliteit van voldoende niveau en is het daarom niet nodig om de school onder intensief toezicht te plaatsen. Als er echter teveel tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt conform beslisregels geoordeeld dat de kwaliteit onvoldoende is en stellen we een aangepast arrangement vast voor zwakke of voor zeer zwakke kwaliteit en/of voor naleving. Onze conclusie voor de afdeling vmbo-b van Lenetiz VMBO Maassluis is als volgt: Op basis van het onderzoek kennen wij aan de afdeling het basisarrangement toe, omdat zowel de opbrengsten als ook de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau is. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren. Wij concluderen tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd. Pagina 6 van 16

7 3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit zijn gekomen. Eerst geven we een samenvattend algemeen beeld over de kwaliteit van het onderwijs op van de afdeling vmbo-b van Lentiz VMBO Maassluis. Daarna volgt het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1 Algemeen beeld De school heeft lange tijd gekampt met onvoldoende leerresultaten van de afdelingen vmbo-k en vmbo-t. De schoolorganisatie bleek niet toereikend voor de bewerkstelliging van de verbetering en borging van de onderwijskwaliteit. Voor de afdeling vmbo-b is dit in mindere mate van toepassing. De afdeling heeft sinds 2013 weer opbrengsten van voldoende niveau. Ook het onderwijsproces is als voldoende beoordeeld. Afgelopen jaar zijn drastische maatregelen genomen die diep ingrijpen in de besturing en de organisatie van de school, de inzet van het personeel, het onderwijsproces en het kwaliteitszorgsysteem. Deze maatregelen maken onderdeel uit van de organisatorische samenvoeging met Lentiz VMBO Maasland met als doel de versterking van Lentiz VMBO Maassluis en een betere positionering van het beroepsonderwijs in de regio van Stichting Lentiz Onderwijsgroep. In de huidige fase van ontwikkeling heeft de school een goede mix gevonden tussen korte-termijnacties voor verbetering van de leerresultaten op het niveau van de leerlingen en maatregelen voor een meer duurzame verbetering van de onderwijskwaliteit op schoolniveau. De school lijkt ook voor de andere afdelingen de weg 'omhoog' te hebben gevonden. In het verbeterplan heeft de school de basis gelegd voor een cyclisch kwaliteitszorgsysteem dat voorziet in de naleving van voorgenomen acties, de monitoring van de gestelde doelen en de verantwoording van de behaalde resultaten. De borging van de kwaliteit van het onderwijsproces is in de huidige fase van het verbetertraject nog niet gerealiseerd. Deze verbeterslag vereist eerst het doorlopen van de gehele kwaliteitscyclus. Pagina 7 van 16

8 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. Aanwijzing voor auteur: Geef hier eventueel toelichting structuuropbouw van de tabellen bij meerdere afdelingen. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-b De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht Bij de opleiding vmbo-b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau. De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus taal dat past bij alle leerlingen. Pagina 8 van 16

9 De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus rekenen dat past bij alle leerlingen. De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. 7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen. 8.3 De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen. De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen. 9.3 De school heeft doelen gesteld die erop gericht zijn om achterstanden te bestrijden. 9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit. De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten De school evalueert systematisch de opbrengsten De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces De school evalueert systematisch het onderwijsproces. Pagina 9 van 16

10 De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. N.1 N1. Toelating voortgezet onderwijs ja nee N1.1 Het bevoegd gezag baseert zijn beslissing over de toelating van leerlingen tot het eerste schooljaar op het schooladvies van de basisschool dat voor 1 maart wordt vastgesteld. N1.2 Indien het schooladvies naar aanleiding van het resultaat van de centrale eindtoets of een andere toegestane eindtoets wordt gewijzigd, dan baseert het bevoegd gezag zijn beslissing over de toelating van leerlingen tot het eerste schooljaar op dat gewijzigde schooladvies. N2. Verzuim en voortijdig schoolverlaten ja nee N2.1 De schoolgids bevat informatie over: het percentage leerlingen dat de school zonder diploma verlaat (VSV). N2.2 De schoolgids bevat informatie over: Verzuimbeleid N3. Passend onderwijs ja nee N3.1 De schoolgids bevat informatie over: De wijze waarop de ondersteuning van leerlingen die extra ondersteuning behoeven wordt vormgegeven. N3.2 De schoolgids bevat informatie over: bij welk(e) samenwerkingsverband(en) het bevoegd gezag van de school is aangesloten. N3.3 In het schoolplan is het onderwijskundig beleid opgenomen waarbij tevens het schoolondersteuningsprofiel is betrokken (de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven). Pagina 10 van 16

11 3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het bovenstaande algemene beeld en kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: de leerresultaten, het didactisch handelen, de ondersteuning en begeleiding en de kwaliteitszorg. Leerresultaten De leerresultaten van de afdeling vmbo-b zijn als voldoende beoordeeld. Bovendien zijn de resultaten de afgelopen jaren verder verbeterd. Het aantal leerlingen in de bovenbouw dat zonder vertraging en/of afstroom met succes de opleiding afrondt, laat een sterke stijging zien tot ruim boven de norm. Deze positieve ontwikkeling zien we ook bij het gemiddelde cijfer van het centraal examen (CE). Volgens de voorlopige gegevens van de examenresultaten over zien we echter een lichte daling optreden. Maar met een driejaarsgemiddelde van 6,64 realiseert de afdeling vmbo-b nog steeds resultaten die ruim boven de norm van 6,39 liggen. Verder zien we in de onderbouw een afname van het aantal leerlingen dat zonder vertraging en/of afstroom de eerste twee jaar van de opleiding doorloopt. De score op deze indicator voor de kwaliteit van de leerresultaten is gedaald tot gemiddeld niveau. Hieruit blijkt dat de school het rendement in onder- en bovenbouw meer met elkaar in balans heeft gebracht. Tot slot wijzen de cijfers van het schoolexamen en centraal examen uit dat zij niet teveel van elkaar afwijken. Het gemiddelde verschil over de afgelopen drie jaren zit onder de norm van 0,5 punt. De (sterk) verbeterde leerresultaten lijken het effect te zijn van de korte termijn-acties van de school en de inzet op een meer duurzame verbetering van de opbrengsten. Genoemd kunnen worden de aanscherping van de determinatie en het bijstellen van bevorderingsnormen. Daarnaast mag verwacht worden dat de verbeteringen van het onderwijsaanbod, het didactisch handelen, de extra ondersteuning en de kwaliteitszorg al de nodige positieve effecten hebben opgeleverd. Onderwijsaanbod Wat is verbeterd Het onderwijskundig concept van de school is sinds ons vorige bezoek aan de school ingrijpend gewijzigd. Er heeft een herverdeling plaatsgevonden tussen het aantal uren volgens het concept van Big Picture en de vaklessen. Deze Pagina 11 van 16

12 herverdeling is gebaseerd op wat nodig wordt geacht voor een dekkend leerstofaanbod van de verschillende vakgebieden en heeft geresulteerd in meer lessen door leraren, die daartoe bevoegd en bekwaam zijn. Het concept van Big Picture zagen wij voor een deel terug in de projectonderwijs dat plaatsvindt in klassenverband en onder begeleiding van de mentor. Deze vorm van onderwijs wordt gebruikt voor groepsvorming, studie- en samenwerkingsvaardigheden, loopbaanoriëntatie en burgerschapvorming. Ook is er de mogelijkheid van huiswerkbegeleiding en extra ondersteuning bij het vakonderwijs onder verantwoordelijkheid van de vakdocent. In de examenklassen worden de uren voor een groot deel benut voor examentraining. Een belangrijke verbetering ten opzichte van het leren volgens Big Picture van vorig jaar zijn de jaarplannen voor het projectonderwijs in de verschillende leerjaren. In deze plannen worden per leerjaar de algemene doelstellingen gegeven en een overzicht van onderwijsactiviteiten. Ook zijn er uitgangspunten geformuleerd voor de competenties en inzet van leraren in het projectonderwijs en wat nodig is. Verder is er meer samenhang aangebracht tussen het onderwijsaanbod in de onderbouw en bovenbouw door de herziening van de plannen voor toetsing en ontwikkeling (PTO s) en de plannen voor toetsing en afsluiting (PTA s). De versterking van de vakgroepen door de samenwerking met Lentiz VMBO Maasland heeft hieraan ook een belangrijke bijdrage geleverd. Nog te verbeteren De school wil graag de goede elementen van onderwijs volgens het concept van Big Picture behouden, maar het ontbreekt in de verschillende jaarplannen nog aan een overkoepelende en richtinggevende visie op het huidige projectonderwijs. Ook is nog onvoldoende concreet wat hiervan de opbrengsten moeten zijn. Dit is niet bevorderlijk voor de doelgerichtheid van het projectonderwijs en de onderlinge samenhang tussen de verschillende leerjaren. Didactisch handelen Wat is verbeterd Het didactisch handelen hebben wij als voldoende beoordeeld. In het vorige onderzoek kwamen wij eveneens tot dit oordeel. Een belangrijke verbetering is dat leraren meer expliciete aandacht besteden aan de opbouw en de structuur van de lessen. Hierin herkenden wij het lesmodel dat door de school integraal is ingevoerd. Ook weten leraren beter de balans te vinden tussen wat er die les moet worden gedaan en het inspelen op wat er leeft onder de leerlingen. Er is nog steeds de nodige aandacht voor de persoonlijke interesses en het sociaal- Pagina 12 van 16

13 emotionele welbevinden van de leerlingen, maar de focus ligt nadrukkelijker op de leerinhouden van de verschillende vakgebieden. Nog te verbeteren Docenten geven in onvoldoende mate zicht geven op doel, nut en samenhang van de lesactiviteiten. Wel zagen we dat docenten bij aanvang van de lessen inhoud en structuur van de les expliciteren. Maar er is onvoldoende sprake van een doordachte aanpak die afgestemd is op de leerdoelen en wat daarvoor nodig is. Verder hebben wij enkele goede voorbeelden gezien van manieren waarop instructie en/of verwerking werden aangepast aan de niveauverschillen tussen de leerlingen. Dit is echter geen vast onderdeel van het repertoire van de meerderheid van de docenten. Het ontbreken daarvan gaat ten koste van de effectiviteit van de les, omdat leerlingen soms overbodige instructie ontvangen, terwijl andere leerlingen juist behoefte hebben aan aanvullende instructie en die niet ontvangen. Ondersteuning en begeleiding Wat is verbeterd De school heeft in samenwerking met Lentiz VMBO Maasland een systeem voor ondersteuning en begeleiding ontwikkeld dat een goed doordachte en degelijke indruk maakt, met een duidelijke rolaanduiding voor alle betrokkenen en voldoende overlegmomenten. Wij zijn positief over deze verbetering ten opzichte van onze bevindingen uit het onderzoek van vorig jaar en beoordelen de ondersteuning en begeleiding als voldoende. In de organisatie van de leerlingbegeleiding herkennen wij de elementen die al eerder bij Lentiz VMBO Maasland zijn ingevoerd. In dit verband kunnen wij wijzen op het zorgboekje en het zorgplan, zodat voor alle betrokkenen duidelijk is wat hen te doen staat. Ook heeft de school de groepsplannen van Lentiz VMBO Maasland overgenomen, die ontwikkeld zijn om leraren houvast te geven bij de afstemming op de mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen in hun lessen. Hiermee is tevens een goede basis gelegd voor de uitbreiding van handelingsrepertoire in de klas. Daarnaast zijn er buiten klassenverband de nodige voorzieningen voor extra begeleiding bij leerachterstanden, waaronder bijlessen en huiswerkbegeleiding. Verder zien we een ontwikkeling naar een meer planmatige aanpak van de extra ondersteuning op met name cognitief gebied. De school start in januari 2016 met de invoering van persoonlijk taal- en rekendossiers voor de leerlingen van klas 1 en 2. Op basis van de analyses van de Cito-toetsen wordt per domein van Pagina 13 van 16

14 de referentieniveaus voor de Nederlandse taal en rekenen een handelingsplan opgesteld voor de aanpak van eventuele taal- en rekenachterstanden. Daarnaast heeft de school actie ondernomen om de achterstanden van leerlingen in leerjaar 3 en 4 op meer planmatige wijze in kaart te brengen. Dit vindt plaats op basis van een gerichte inventarisatie per klas. Deze stand van zaken geeft ons het vertrouwen dat de school binnen afzienbare termijn de beoogde aanpak voor het voorkomen en bestrijden van taal- en rekenachterstanden volledig tot uitvoering weet te brengen. Nog te verbeteren In de huidige ontwikkelfase schiet de invulling en het gebruik van de groepsplannen echter nog te kort, omdat de beschrijvingen op leerlingniveau zeker van de cognitieve aspecten te weinig onderscheidend zijn. Ook beschikken de docenten over onvoldoende handelingsrepertoire om leerlingen de nodige taalsteun te bieden in alle lessen. Aan het in samenwerking met Lentiz VMBO Maasland ontwikkelde taalbeleid zal nog verder uitvoering moeten worden gegeven. Het gaat hierbij om de verdere concretisering van doelstellingen en wat in een bepaalde uitvoeringsfase verwacht mag worden. Kwaliteitszorg Wat is verbeterd Wij hebben de kwaliteitszorg in zijn geheel als voldoende beoordeeld. Alleen de kwaliteitsborging van het onderwijsproces is in de huidige fase van het verbetertraject nog niet gerealiseerd. Een voldoende oordeel op dit kwaliteitsaspect vereist eerst het doorlopen van de gehele kwaliteitscyclus. Hieronder zullen wij onze bevindingen nader toelichten. In de periode sinds november 2014 toen het kwaliteitsonderzoek bij de afdelingen vmbo-k en vmbo-t plaatsvond - tot op heden heeft de school veel energie gestoken in de verbetering van de kwaliteit van de opbrengsten en het onderwijsproces. Hiervoor waren ingrijpende maatregelen nodig, waaronder een drastische herziening van het onderwijskundig beleid en een nieuw bestuursmodel op basis van de samenwerking tussen Lentiz VMBO Maassluis en Lentiz VMBO Maasland. Beide scholen worden nu aangestuurd door een managementteam dat is samengesteld uit de directeur van Lentiz VMBO Maasland, teamleiders Lentiz VMBO Maasland en de locatiemanager Lentiz VMBO Maassluis. Wij hebben in het onderzoek kunnen vaststellen dat het afgelopen jaar een aantal effectieve maatregelen zijn genomen t.b.v. verbetering van de Pagina 14 van 16

15 onderwijskwaliteit. Aan de basis hiervan ligt een gedegen onderzoek naar de oorzaken van de stagnatie van de uitvoering van het verbeterplan dat vanaf 2012 in werking is gesteld. De bevindingen uit het onderzoek hebben vervolgens geleid tot een nieuw verbeterplan dat in mei van dit jaar in uitvoering is gebracht. Uit dit plan blijkt dat de school op de verschillende verbetergebieden een samenhangend geheel van maatregelen neemt die een mix vormen van kortetermijnacties voor reparatietrajecten en activiteiten die gericht zijn op een duurzame verbetering van de onderwijskwaliteit. Ook heeft de school met de uitvoering van het plan een stevige basis gelegd voor een cyclisch kwaliteitszorgsysteem, dat voorziet in de naleving van voorgenomen acties, de monitoring van de gestelde doelen en de verantwoording van de behaalde resultaten. Belangrijke leidraad hierbij vormt de kwaliteitskalender, zodat voor een ieder duidelijk is wat van wie en wanneer kan worden verwacht. Illustratief voor de verbetering van het kwaliteitszorgsysteem zijn de plannen van de verschillende vakgroepen voor de realisering van voldoende opbrengsten. De plannen wisselen weliswaar nog sterk in kwaliteit en diepgang van de analyses en de oplossingsrichtingen, maar maken wel inzichtelijk dat de school de omslag heeft gemaakt naar een meer opbrengstgerichte manier van werken. Verder geeft het nieuw ingevoerde lesmodel uitdrukking aan duidelijke en gezamenlijk gemaakte afspraken om te komen tot verhoogde kwaliteit van het onderwijsproces en een systematiek om de naleving ervan door lesbezoeken in beeld te brengen en te controleren. Ook zien we dat de samenwerking met Lentiz VMBO Maasland leidt tot versterking van de vakgroepen en daarmee van de kwaliteit van het onderwijs. Uitgangspunten van de samenwerking in de vakgroepen zijn een gezamenlijk vakwerkplan en waar mogelijk identieke PTO s en PTA s. Deze samenwerking heeft eveneens geleid tot de verbetering van de organisatie van de leerlingbegeleiding met specifieke aandacht voor de werkprocessen die noodzakelijk zijn voor het tijdig verlenen van passende ondersteuning. Wij zijn tevens positief over de invoering van toetsbeleid dat gebaseerd is op het project kwaliteit van examinering en toetsing van Stichting Lentiz Onderwijsgroep (KET). Het plan voorziet uiterlijk in 2017 in de borging van de kwaliteit van toetsen, in onder- en bovenbouw. Nog te verbeteren Uit ons onderzoek blijkt dat de school op verschillende kwaliteitsgebieden belangrijke verbeteringen heeft aangebracht. Komende tijd zullen de maatregelen voor verbetering verankerd moeten worden in de nieuwe Pagina 15 van 16

16 onderwijsorganisatie. Dit is een proces dat nog niet is voltooid en wat redelijkerwijze ook niet verwacht kan worden. Wel zien we enkele verbeterpunten die extra aandacht vereisen. Voor Lentiz VMBO Maassluis en Lentiz VMBO Maasland staat het belang van de samenwerking niet ter discussie. Het ontbreekt in de huidige fase echter aan een overkoepelende visie die richtinggevend is voor de gezamenlijke activiteiten en daarmee de doelgerichtheid. Tot slot hebben wij eerder aangegeven dat wij positief zijn over de invoering van toetsbeleid. Maar zolang dit proces nog niet is voltooid, zal nader bepaald moeten worden wat in de huidige fase nodig is aan afspraken om aan minimale kwaliteitseisen te voldoen en de controle op naleving daarvan. Pagina 16 van 16